woo? L Qememtetadw Vastzittende slijm ABDié i>ebste%£ie Pcovinciaol Tlieuws NOTITIE-BOEKJE. SCHERMERHORN AKKER'S HENSBROEK GROOTSCHERMER SCHERMERHORN OTERLEEK OUDORP HEILOO Nootjes voor den grasland- gebruiker. OUDKARSPEL HEERHUGOWAARD H. J. BRUSSE: UIT HUN DE HOND ERDAD EN ZIJN ZIEKE BAASJE. 12.— 5.8S 6.90 15.— 12.50 7.75 42 11.68 .07 15.78 51 9.25 58 15.— nu toe on- de -1 i DERDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 9 MAART 1940. Donderdag vergaderde de raad dezer gemeente in voltallige zitting onder leiding van burgemeester B. Meindersma, tevens secretaris. Ingekomen stukken. Van den heer D. Oostwouder te Beemster kwam een verzoek in voor verlaging van schoolgeld. Aangezien zijn aanslag in overeenstem ming is met zijn inkomsten, werd z.h.s. af wijzend op het verzoek beschikt. Omtrent de verhooging van de begrafenis rechten was door Ged. Staten verzocht een nadere toelichting benevens een staat van de opbrengsten gedurende 5 jaar. Medegedeeld werd, dat in de vergadering van de commissie van het G.E.B. was be sloten van de gemaakte winst over 1939 nog maals 1 cent per gebruikte K.W.U. voor licht en kracht te restitueeren. Goedgevonden werd een voorstel van B. en W. tot heffing van 2 straatbelasting. Van het r.k. schoolbestuur was ingekomen een verzoek om gelden beschikbaar te stel len voor den bouw van een derde lokaal. Bij deze aanvraag ontbrak een verklaring, dat 15 van de waarborgsom moet worden gestort. De voorzitter deelde mede, dat het aantal kinderen over 1939 gemiddeld 82 be draagt, dat het onderwijzend personeel uit 3 leerkrachten bestaat en dat in 1941 volgens berekening het leerlingenaantal 90 zal be dragen. De meerderheid van B. en W. wilde af wijzend beschikken tot zoolang dit aantal leerlingen is bereikt. De heer d e G r o o t zeide te hebben ge hoord, dat bij eenige toeneming van leer lingen het lokaal van het hoofd te klein is. Bovendien achtte spr. het voor goed onder wijs niet bevorderlijk, dat door 3 leerkrach ten in 2 lokalen onderwijs wordt gegeven, daarom vond hij het beter den bouw thans te doen, daar deze toch binnen weinige jaren stelling moet komen. Weth. Plugboer kon zich met het voorstel-de Groot vereenigen. Hij had zich persoonlijk van den toestand overtuigd - en zou zich niet blind staren op het getal. De voorzitter zei, dat geen beslissing kan volgen, omdat bij de aanvrage niet aan de wet is voldaan. Een voorstel van B. en W. een besluit te nemen om den pensioensgrondslag van den heer B. Roselaar vast te stellen op 1200, overeenkomstig zijn jaarwedde na 1 Jan. 1934, werd algemeen goedgevonden. Het be sluit tot loonsverlaging was bij de begroo ting genomen, maar niet in een vergadering vastgesteld. Van Ged. Staten was ingekomen een schrijven om wijziging van het reglement van het Burg. Armbestuur, waarin is be paald, dat het salaris van den secr.-penn. is verhoogd van 100 op 200. De werkzaam heden aan het B.A. behooren gratis te ge schieden. De heer Oostwouder was er voor de vergoeding op 200 te handhaven. De voorzitter zeide, dat dit niet wordt goedgekeurd. Na bespreking werd besloten art. 9 te wij zigen in dien zin, dat aan den secr.-penn. 150 en aan de beide andere leden 25 salaris wordt toegekend. Rondvraag. De heer Mantel vroeg of reeds bericht is ingekomen over de verhooging van de klassen van de arbeiders. De voorzitter antwoordde, dat dit verzoek is afgewezen. De heer Oostwouder vroeg, waarom de klok niet heeft geluid bij den brand. De voorzitter zei, dat er nog geen klokluider is. Doordat de zuigerslang defect was, heeft spr. de brandweer van Beemster gerequireerd om uitbreiding te voorkomen. De heer Oostwouder zei te hebben gezien, dat aan de leiding van de brand weer heel wat mankeert; dit is in Beemster heel wat anders; verschillende menschen zijn ook te oud, noodig is het jonge krachten te vragen. Ook wees de heer Oostwouder nog op de rioleering en op de onbewoonbaarheid van een woning, waar verleden week de be woonster is overleden. Algemeen achtte men het noodig die wo ning niet meer te doen verhuren. De heer d e G r o o t zou gaarne wensehen, dat slangen en materieel van de brandspuit in goeden staat worden gehouden. Ook zei spr., dat het hem is gebleken, dat aan de kleeding van de brandweerlieden heel wat mankeert. Bij strenge koude liepen de menschen met natte voeten; laarzen en goede broekpijpen ontbreken. Weth. Plugboer zeide, dat de hoofd brandmeester heeft verklaard, dat pijp- leiders laarzen en schorten hebben. De voorzitter beloofde een en an der te bespreken met den hoofdbrandmees ter. Ook zei de heer d e G r o o t, dat de voor zitter in de laatste vergadering mededeelde, dat de lijnwerker op arbeidscontract is be noemd door B. en W. In de vergadering van de lichtcommissie is gebleken, dat de lijn werker voor een vast bedrag het werk heeft aangenomen. De voorzitter zei, dat dit juist is. Hierna sluiting. Jaarvergadering Ondersteuningsfonds Donderdagavond hield het Ondersteu ningsfonds St. Laurentius zijn jaarvergade ring. in het Vereenigingsgebouw. Een 100-tal leden was tegenwoordig. De voorzitter, de heer A. Verduin, gaf een overzicht van het afgeloopen jaar, waar uit bleek, dat dit in financieel opzicht voor de vereeniging niet ongunstig is geweest. Tot zijn leedwezen was het ledental o.a, door het overlijden van drie trouwe leden opnieuw met enkelen verminderd; hij drong er op aan, dat ook de jongeren, boven 14 jaar, tot het fonds zouden toetreden. De penningmeester, de heer A. de Boer, bracht het financieel verslag uit. De totale ontvangsten over 1939 hebben bedragen 1324.19 en de uitgaven 1208.65, w.o. een post van 927 wegens uitkeeringen aan 39 leden bij ziekten en ongevallen. Het afge loopen jaar bracht alzoo een voordeelig saldo van 115.14. Het totale bezit van het fonds bedroeg op 1 Jan. j.l. 2663.13, w.o. een reserve van 1508.19. Uit het verslag van den secretaris, den heer Jac. Kunst, bleek o.m., dat het aantal leden op 1 Jan. j.l. 147 bedroeg, een terug gang derhalve van elf personen, waarvan er 9 door de mobilisatie onder de wapenen zijn geroepen. Aan de beurt van aftreden waren de be stuursleden G. Vader, Jac. Kunst en H. Beers. Laatstgenoemde stelde zich in ver band met zijn hoogen leeftijd niet meer her kiesbaar. De heeren Vader en Kunst werden herkozen, terwijl in de vacature-Beers bij enkele candidaatstelling werd benoemd de heer Jn. Klanker. De voorzitter bracht den heer Beers, die vanaf de oprichting van het fonds (31 jaar geleden) bestuurslid is geweest, dank voor zijn arbeid in het belang van het fonds. Overeenkomstig het voorstel van het be stuur werd besloten de contributie en de uitkeeringen voor 1940 ongewijzigd te laten. Naar aanleiding van een desbetreffend voorstel van den heer J. Bij post werd be sloten om bij gedeeltelijke ongeschiktheid tot werken maximum halve uitkeering te verleenen, mits aan het bestuur een verkla ring van den behandelenden geneesheer wordt overgelegd. werken Uw ademhalingsorganen niet voldoende. Hun werking wordt gehinderd doordat de slijm de lucht- toetreding belemmert en de slijm vliezen prikkelt, waardoor bij het ademhalen benauwdheden ontstaan. Neem die hinderpaal zoo snel mo gelijk weg door het gebruik van Abdijsiroop. De heilzame krulden, w. o. de zeer actieve Aconitum en Drosera lossen die benauwdheid- veroorzakende slijmlagen op, die Uw slijmvliezen verontreinigen, maken ze los van het weefsel en zorgen dat U in den kortsten tijd weer heerlijk vrij kunt ademhalen. tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar Nieuw torenwerk. Na den langen strengen winter, toen het niet mogelijk was in den toren der herv. kerk werkzaamheden te verrichten, is Maandag een aanvang gemaakt met het bouwen van een nieuw electrisch toren uurwerk. Dit zal zeer zeker een groote verbetering zijn, daar meestal de klok stil stond. Er werden reeds nieuwe wijzer platen aangebracht aan alle vier zijden van den toren wat op zich zelf al een heele verfraaiing is. De vergulde wijzers en cijfers zijn van verre duidelijk te zien wat een heele verbetering geeft, daar men op de oude wijzerplaat met één wijzer nooit goed kon zien hoe laat het was. Eilandspolder. Op 7 Maart 1940 is ter voorziening in de vacature van dijkgraaf van het heem raadschap De Eilandspolder, ontstaan ten gevolge van het overlijden van den heer Jan Smit Jzn. te Grootschermer, als zoo danig benoemd de heer Jan Kaay Czn. te Oost-Graftdijk. De nieuw benoemde dijkgraaf maakt deel uit van het bestuur van dit water schap sedert einde 1911, terwijl hij als heemraad lid van het college van dage- hjksch bestuur is sedert 1 Januari 1930. Hij was tevens loco-dijkgraaf. Tengevolge van deze benoeming is een vacature ontstaan als heemraad lid van het college van dagelij ksch bestuur. Herijk maten en gewichten. De herijk van maten en gewichten zal voor deze gemeente en de gemeente Zuid en Noordschermer in deze gemeente plaats hebben op 20 en 21 Maart. Mooie opdracht. De rijkswaterstaat heeft bij overeen komst gegund aan de heeren J. Moejes te Obdam en Joh. van Harskamp alhier het maken van schotbalksponningen in de schutsluis te Nauerna voor een bedrag van 7950. Ingekomen personen. C. M. Verver, R.K., dienstbode, Heeren- weg A 68, van Castricum. Th. N. Hooge- boom, R.K., boerenarbeider, Heerenweg B 39, van Koedijk. P. Dekker, N.H., zon der, en dochter, Breelaan C 18, van Winkel. G. van Leeuwen, R.K., kruidenier, Burg. G. Bosstraat E 3, van Den Helder Vertrokken personen. G. Schouten, R.K., bakkersknecht, van Heerenweg A 41, naar Heiloo. J. Pater, R.K., dienstbode, van Heerenweg A 59, naar Obdam. J. Th. Does, R.K., bakkersknecht, van Heerenweg A 59, naar Wognum. K. Suk, N.H., landarbeider, van Zuidervaart D 25, naar Zuid- en Noordschermer. M. A. Leek, R.K., dienstbode, van Halvemaans- brug C 10, naar Obdam. W. F. H. van Zwanenburg, geen, bakkersknecht, van Friescheweg E 57a, naar Schoorl. Uitvoering ,,'t Ontluikende Roosje". Donderdagavond heeft de rederijkers kamer 't Ontluikende Roosje het seizoen besloten met de opvoering van „Vrijdag de Dertiende", een kluchtig spel in drie bedrij ven van J. W. v. d. Heide en Henk Bakker, onder regie van den heer C. Vennik. Ouder gewoonte was de zaal geheel bezet. In deze klucht maken we kennis met Christoffel Verbaak (C. Vennik) en Cornelia, zijn vrouw (mej. C. de Jager), Verbaak, op oude ren leeftijd gehuwd met Cornelia heeft wel zijn kleine liefhebberijen, doch Cornelia heeft grooten invloed op hem en in werke lijkheid is hij een pantoffelheld. Cornelia is bijgeloovig en hoewel Christoffel er niets van wil weten, heeft zij hare vriendinnen Jansje Bevers (mej. J. Vennik) en mevr. de Haan (mevr. L. van SteegBlokker) uitge- noodigd voor de seance van Achmed Ritzibi (de heer A. Roest), die in trance zijn „zwarte" kust als „helderziende" zal demon- streeren, Hij wordt bijgestaan door madame Leontine (mevr. J. RoestBood), die met hem in het complot is. Christoffel heeft een jeugdvriend moet, namelijk den heer Jaap Holtink Greeuw Jr.) en samen hebben ze een stapje gemaakt naar een café-chantant, waar eerstgenoemde in een dolle bui een schoentje van een danseres bemachtigde. Dit uitstapje tracht hij geheim te houden, doch Ritzibi vertelt alle ongerechtigheden, als hij in trance alles ziet! Dat Ritzibi een bedrie ger is en hij wanneer hij de flesch heeft aangesproken met dubbele tong aller hande nonsens uitkraamt, gaat aan de bijge- loovige vrouwen voorbij en zelfs Molly, de stiefdochter van Christoffel wil de toekomst weten. Er is er een, die den helderziende „door" heeft en dat is Jan Stevens (N. Ak kerman). Hij is het dan ook, die hem ont maskert en de helderziende blijkt Arie Jan sen, een doodgewone loodgieter te zijn, die speculeert op de domheid van anderen en daarmede veel geld verdient. We maken ook nog kennis met Hans Terbrink (N. Waal), een vriend van Molly, met Dorus Karreman, den vader van de danseres (D. van Weelde ren Jr.) en een nieuwe kracht Nelly, dienst bode (mej. G. van 't Veer). ont- (A. uit- Het stuk is vol dolle situaties en heeft weinig inhoud. De schrijver legde den vin ger op de bijgeloovigheid, die als een draad door het geheele stuk loopt. Hoewel de een beter spel gaf dan de ander, hebben allen zich geheel gegeven; de koddig uitgedoste Ritzibi had de lachers op zijn hand en gaf een creatie, die is te roemen. Ook Verbaak, Cornelia, Jaap Holtink en Molly gaven uit stekend spel. Het publiek heeft genoten; de gulle lach, die telkens opklonk, was daarvan het bewijs. De grime en het kapwerk en de tooneelaan- kleeding van de firma's Ridderikhof en Groothuizen te Hoorn en Alkmaar waren in elk opzicht te roemen. Wim Cornelisse zorgde met zijn band voor goede muziek, Een gezellig bal besloot den avond. VII. Een klacht luidt: Ik heb zooveel mos, of madeliefjes, of zooveel paardebloemen in mijn grasland, en daardoor valt de opbrengst altijd tegen. Ja, dat is leelijk. Maar als u 't land de laatste jaren zelf gebruikt hebt, is 't eigen schuld. Met juiste ontwatering, juiste be mesting en juiste beweiding was 't niet zoo ver gekomen. En nog is Polen niet verloren! Probeer de manier uit deze nootjes. Dat is het juiste kraken. De rijkslandbouwconsu- lent te Schagen geeft verder gaarne advies. Heel dikwijls hebben de onkruiden de kans gekregen doordat te zuinig of te laat stikstof gegeven werd. Een andere orzaak is vaak, dat de bewei ding niet goed plaats had of dat het gras niet op tijd gemaaid werd. Een derde oorzaak ligt soms in het niet op tijd wegnemen van de mestplakken. Ruig land is vaak onkruidland. Denk aan de massa's zachte dravik (wilde haver) of andere minder goede grassen, en aan de paardebloem. Vecht er dit jaar tegen. En begin er direct mee, nu de sneeuw en de vorst weg zijn. a. in 't voorjaar droog land b. vroeg 3 of 4 baal kalkammon c. juiste afwisseling van weiden en maaien. H. P. In het lokaal van den heer C. Vis werd Donderdagavond een openbare vergadering gehouden door de afd. Oudkarspel van ie C.P.N., waar als sprekers optraden de hee ren G. de Vries uit Andijk en C. Borst uit Oudkarspel. De eerste spreker, de heer de Vries, be sprak den noodtoestand in de bollenstreken en de kwestie N.A.K.B.K.Z. Spr. ging uit voerig het ontstaan van het saneeringsplan na, waarbij hij den nadruk legde op de na- deelen, welke daardoor voor de kleine kweekers ontstonden. De goede zijde van de saneering was echter, dat voor alle soor ten de minimumprijzen werden gegaran deerd. Een der kwade zijden was de zwen del met teeltvergunningen. Voordeel was ook, dat de teelt van bloembollen loonend was. De oorlog gaf echter een streep door de rekening. Het gevolg was de 50 pCt. inkrim ping zonder eenige vergoeding. De nog toe gezegde steun van f 3 millioen is te gering om het vak uit den put te helpen. Na te heb ben gewezen op den buitengewoon slechten gang met het z.g. bijgoed, kwam spr. op de zaaizaadkwestie en den strijd tusschen N.A. K. en B.K.Z. In hun strijd tegen, de over- heersching door den handel hadden de kweekers zelf al eenige keuring ingesteld, waaruit tenslotte de N.A.K. is ontstaan. Het B.K.Z. is een instelling, waarin de handel alles, de kweekers niets te zeggen hebben. Er zijn toch veel kweekers lid van het B.K. Z., omdat de handel anders hun zaden niet koopt. Spr. vestigde de aandacht op de coöp. zaaizaadvereeniging te Wijdenes. Spr. ein digde zijn rede met een beeld te geven van den noodtoestand te Andijk, waar in 1931 nog 1180 personen inkomstenbelasting be taalden, maar in 1939 nog maar 360. Vervolgens sprak de heer C. Borst uit Oudkarspel over de exportbelemmeringen. Spr. keurde de combinatie regeeringscom- missaris-voorzitter van het Centr. Bureau v. d. Veilingen in Nederland af, daar ook weer op de vergadering te Alkmaar van de Prov. Commissie is gebleken, dat de heer Valstar daar meer regeeringsambtenaar was dan strijder voor de rechten van den tuinbouw. De toestand in den tuinbouw zal niet wor den opgelost door het drogen van groenten. Een andere samenleving is noodig. Spr. was overtuigd, dat het kapitalisme den oorlog noodig heeft om te kunnen blijven bestaan. De oorzaak van de exportbelemmeringen zag spr. naar aanleiding van de rede van Valstar en van burgemeester Schelhaas, in drang van Engeland op de Ned. regeering. Spr. keurde het af, dat de tuinders niet in de gelegenheid gesteld werden, méér voor hun producten te maken en ook, dat op de verschillende ingeleverde artikelen bij de distributie flinke winsten worden gemaakt door de regeering. Na nog eenige besprekingen volgde slui ting. Vergadering vacantiekolonies. Het Centraal Genootschap voor kinder- herstellings- en vacantiekolonies, afd. Heer- hugowaard, hield Woensdag in café Rus een algemeene vergadering. Daar de voorzitter niet aanwezig kon zijn, werd diens functie waargenomen door de secretaresse. Na de opening en lezing der notulen volgde het jaarverslag der secretaresse en penning- meesteresse. De kascontrolecommissie had alles in orde bevonden. Als afgevaardigde naar de algemeene vergadering te den Haag werd gekozen de heer H. Pluister, plaatsver vangend mej. de Jong. De aan de beurt vair aftreding zijnde voorzitter en penningmees- teresse werden bij acclamatie herkozen. De vacature, ontstaan door het vertrek van den heer Stouthamer, werd wederom aangevuld door de benoeming van den heer A. Kramer, tijdelijk hoofd der chr. school., In het geheel werden 17 kinderen uitge zonden met 628 verpleegdagen. Het kassal do was met 20 achteruitgegaan, eveneens is het ledental verminderd. Het bestuur heeft daarom een krachtige propaganda- actie ter hand genomen. De propagandist van het hoofdbestuur, de heer Landsmeer, deed vele nuttige wen ken aan de hand. Na de rondvraag volgde een levendige discussie, waaraan alle leden deelnamen. Overwogen werd in het najaar een film avond te organiseeren. Ook zal getracht worden bij ouderavonden lantaarnplaatjes van het Centraal Genootschap te vertoonen. BERGEN. (29 Febr.—6 Maart). Geboren; Johannes P. J., z. v. Jo hannes Petrus Leering en Alida Wittebrood. Klazina Jantje, d. v. Harm Huisman en Aaltje Veltman. Catharina Gezina, d. v. Jan Guichelaar en Catharina Helena Groen, Overleden: Gebina Hermanns Aleida Johanna Swaters van Schaumburg, oud 74 jaar, weduwe van Sybenga Schelte. 't Eenige wat ik nu nog op Erdad kan tegen hebben is, dat hij zich Duitsche herdershond noemt. Ik kan 't niet aannemen van zoo'n verstandig dier, in dézen tijd. Wil 'm dan ook maar meteen eens naar zijn na tionalistische gevoelens polsen. En ik vertel hem, van Mosie, die, toen de Nazi zich knal lend aan hem had voorgesteld: „Eckstein" (Hoeksteen) prompt had geantwoord: „Schade dass ich kein Hund bin" (jammer, dat ik geen hond ben.) Zie je wel, zie je wel? Erdad glimlacht er om. Want dit om dien neus en die oogen rr.oet zijn glimlach zijn. Maar nu staakt hij even zijn ren, kijkt me lakoniek aan, en langs 't eind hout in zijn druipenden bek is 't of ik hem hoor meesmuilen: „dit antwoord kost Mosie dan ook alle concentratie-kam pen en hierna den ambtelijken zelfmoord". Geen ooenblik langer staakt hij er zijn spel voor. En nu sta ik nóg even wijs. Want deze conclusie was immers enkel de internatio naal gangbaar geworden logica. Maar hoe, in zijn hondehart, denkt Erdad er zélf over? Inmiddels is 't boven in bed van den jon gen toch blafhoest geworden. Gevolg van zijn onvoorwaardelijke zorg om Erdad uit te laten. Al taalt hij er niet naar zich hierop te beroepen, laat staan te verheffen op zijn slachtofferschap. Wat hij alleen een beetje kassian vindt, wat hem zelfs wel 's even lichtelijk jaloersch maakt, is, dat zijn hond nu ook aan de andere huisgenooten gehoor zaamt en dus de alleenheerschappij van den kleinen baas als betrekkelijk leert kennen. Want met een gezag, dat niet op twee voeten boven hem uitstaat en hem vóór gaat, om 't te kunnen naloopen daar weet zoo'n Er dad blijkbaar geen weg mee. De horizontale houding van oppermacht, de onder dekens verdwenen lichamelijkheid van den beheer- schenden wil, al ligt 't gewende hoofd er dan bij met de vertrouwd geworden stem hij tast er naar met zijn wat onwennige pooten, begint er schier radeloos mee te graven naar de lijfelijke gestalte, die hij snuffelend immers tóch bespeurt en alle gepaai en geaai maakt 't geval van den jongen in den lappenmand nog maar troosteloozer verwar rend. De hond jammert een lang gerekte weeklacht en loopt dan jankende de ka mer af Het tragisch misverstand stemt 't baasje wat weemoedig tot hij er, verteeterd, weer even om lachen moet. „Och" zegt hij verheel je nou ook, dat jij Erdad was, vader. En dat je daar op de markt had gestaan met om je heen allemaal van die groote menschbeesten op hun achterste bee- nen, die raar tegen je doen en dat ze je dan hadden verkocht en meegesjord aan een riem naar ons huis. Want zoo'n men- schenhuis is voor 'n hond toch maar alle maal even gek en om eerst bang van te wezen. Zie je? daarom laat ik hem altijd be gaan, als we samen buiten zijn, en hij ziet 'n anderen hond. Want die is van zijn soort en die begrijpen elkaar. Maar dan kan ik hem ook geen baas meer, en vraag ik maar aan 'n man: „och, meneer, wilt u hem zoo lang voor me vasthouden?" Als je 'm nooit laat spelen met andere honden, wordt hij natuurlijk heelemaal verdrietig, want dan denkt hij: nu ben ik in de wereld alleen op gesloten met niet anders dan die rare rechtoppe dieren en dat zijn wij. Maar als ik me huiswerk maak, ligt hij er zoo zoet bij En dat is natuurlijk ook fijn voor 'm. Want Erdad hoeft lekker de hondentaal niet te ontleden en te vervoegen. Alle honden in alle landen blaffen 't zelfde; daar is geen woord Fransch of Duitsch bij. En rekenen hoeven ze ook niet te kennen, omdat ze nooit handelaar worden of iets betalen, waarvan je weerom moet krijgen. En geen aardrijkskunde dat weten ze zóó al. Want waar ze ook heen gebracht worden net als de postduiven, ruiken ze uit zichzelf meteen de wegen naar huis terug Met z'n beetje koortsige verbeelding ligt de jo-ngen hierover nu voort te spinnen: „Ook is 'n hond leerzaam. Want alles merkt hij op als je met 'm buiten loopt. En dan ga jij daar allemaal óók naar kijken en dan is 't net of al die wegen en paadjes en sloot- kantjes, de randjes van den weg, de gan getjes en hoekjes tusschen de huizen en de stoepen, de grasvelden en de biezenpolletjes daar anders zijn dan vroeger. Toen wist je niet eens dat ze daar waren, en nou denk je dat dit eigenlijk 't buitenland is, ver weg, en of je daar loopt rond te speuren zoo als de roodhuiden door de prairieën en de wilde wouden. Want de Indianen hadden óók zoo'n scherpen reuk en zoo'n fijn ge hoor net als Erdad. En als ik met hem langs den Molenweg loop, denk ik, dat ik 'n spoorzoeker ben, en hij besnuffelt alles, waar 't wild heeft geloopen en 't bleek-ge- zichtAls ik beter ben, ga ik 't heele Har- gergat met 'm rond en doen we dat 't de Stille Zuidzee is "n Uur later kom ik zijn temperatuur op nemen 37. Dus morgen weer op! Wat scheelt er nu ineens aan? Hij is er heelemaal niet blij om. Hij blijft stil liggen en vraagt dan bedrukt: „Vader, nou zal Er dad toch niet ziek worden? Daar net kwam hij bij me, en toen voelde ik, dat hij geen natte neus meer had. Z'n neus was heele maal warm geworden. En hij liep zoo lang zaam Maar 't ergste is, dat hij dit fijn ste reepje beschuit met rookvleesch niet eens van me heeft willen opeten Ja Joop, eerlijk gezegd" waag ik 'n geruststellend grapje „ik verdenk hem al 'n paar dagen óók van blafhoest". Maar den volgenden morgen heb ik mijn ochtendkuier alléén afgestapt en den hond thuis gelaten. Want er zijn verwikkelingen. Nog niet uitgesproken, weliswaar, maar ze broeden dan toch. En dat mijn geweten er niet heelemaal zuiver van is, blijkt, doordat ik zoo argeloos mogelijk de kamer ben uit gegaan, bij hem vandaan waar we dan toch samen ontbeten hadden alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Maar toen hij zich in goed vertrouwen op de gewend gewor den wandeilng nog even verzaligd voor den haard had uitgestrekt heb ik 'm stiekum gedrost. Met voorbedachten rade. Want, om Erdad te misleiden, ben ik niet aanstonds doorgestapt naar de voordeur. Nee, omdat ik wist, dat hij dit zou hooren, dan opstaan naar doe deurkruk om tóch bij mij te komen en ik was nu eenmaal niet in een stemming, in geen humeu,r voor weeraan zijn onstui mige blijdschap over dit samen naar buiten mogen, dat languit tegen mij opstaan en met zijn felle pooten scharremaaiën, dat knal lende vreugde-geblaf, dat speelsche gehap van zijn wolvenbek naar mijn handen, die hem aan den riem zouden vasthaken. Ik heb dus geveinsd door eerst, zeer merk baar, de richting van de keuken uit te gaan. En vervolgens op mijn teenen, zonder de tochtdeur te laten klappen, zonder geritsel aan den kapstok 'm trouweloos te smeren. Maar toch voelde ik me langs de Strekkade nu niet zoo bevrijd door de wijde polderver- schieten onder de sneeuw uit, niet zoo tot on bezorgdheid geneigd in den prikkelenden regenwind, als anders, wanneer ik me daar den kop laat uitragen. Er zat dus iets van schuldbesef om wat ik Erdad aan rechtmatige jongehonde-uitge- latenheid opzettelijk onthield? En mogelijk óók om alwéér 'n relatie van wel harte lijkheid, die, na zóó kort, al bezwaarlijk werd. Is er dan toch ter wereld geen ge negen omgang met 'n medeschepsel mogelijk, zonder hommeles, zonder dat 't je drukt op den duur, belemmert in je vrijheid, kopzorg geeft? Hoe zit dit nu weer, tusschen Erdad en mij? Liever zweeg ik erover. Maar ik ben er nu eenmaal tegen u mee begonnen. En om der rechtvaardigheids wille wil ik u 't slot van deze idylle dan ook maar niet ont houden. Tot besluit, den volgenden keer. Nadruk verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9