MaanstIen h< t RHEUMATIEK? V {pk-bad werkt heilzaam! FINL/l 1 GEMEENTERADEN. Heiloo's burgers beschermd tegen hinder van radio e. d. De kappers zullen Dinsdagsmiddags sluiten. Per pak van 1 Kg.: 20 et- - Per pak van 3 Kg.: 45 ct. JmiUetou Ne. 65 De Ut Selma L tl V DERDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 15 MAART 1940. Bouw van een tehuis voor ouden van dagen? De gisteravond gehouden vergadering van den raad der gemeente Heiloo werd niet bij gewoond door de heeren Schuyt (ongesteld) en Greeuw (vertoeft tijdelijk buiten de ge meente). Ingekomen stukken. Ingekomen waren van Ged. Staten ver schillende berichten met goedkeuring van raadsbesluiten, o.a. betreffende de opcenten op de gemeentefondsbelasting en de beta ling van presentiegeld aan de raadsleden voor het bijwonen van commissievergade ringen. Al deze stukken werden voor ken nisgeving aangenomen. Niet op een groot gezin gerekend. Door J. M. Zonneveld werd verzocht te willen bevorderen, dat aan hem een premie wordt toegekend voor verbetering van een arbeiderswoning op den voet van de circu laires van den minister van binnenlandsche zaken. Het gezin van adressant is zoo tal rijk geworden, dat de woning geen voldoen de ruimte bevat om het gezin huisvesting te verleenen. Het is daarom noodig, dat de woning vergroot wordt, waarvan de kosten zijn geraamd op f 540. In het onderhavige geval zal een premie kunnen worden verkregen voor een derde gedeelte van 540 (is 180), waarvan 120 voor rekening komt van het Rijk en 60 voor rekening der gemeente. B. en W. stelden voor om aan adressant die premie te verleenen. Aldus werd besloten. Verhuring perceeltje grond De heer J. Otter, die eigenaar en bewoner is geworden van de woning, eertijds in eigendom van wijlen den heer J. Blokker, verzocht om een perceeltje grond naast de woning op dezelfde voorwaarden, waarop het eerder aan den heer Blokker werd ver huurd, te mogen huren (een gulden per jaar). B. en W. stelden voor het verzoek in te willigen. Werd goedgekeurd. Een transformatorstation aan den Zeeweg. De commissie van bijstand voor het G.E. B. gaf B. en W. in overweging te bevorde ren, dat aan het begin van den Zeeweg een transformator-station zal worden gesticht om te voorkomen, dat een te groote daling in de spanning in het desbetreffende netge- deelte optreedt. De inrichting zal worden gesticht door het P.E.N. en zal aan de gemeente worden verhuurd tegen een huurprijs, thans geschat op 506 per jaar. Tegenover die uitgaaf staat een bespa ring van ongeveer 150 op de netverliezen. B. en W. gaven in overweging te beslui ten tot het doen stichten van het transfor mator-station De directie van het P.E.N. verzocht om het benoodige stukje grond aan de Provincie af te staan voor 1 en tevens erfdienstbaarheden te vestigen met betrekking tot het recht van weg en het recht tot het leggen, hebben en onderhou den van kabels in een gedeelte grond vanaf den Zeeweg naar het gebouwtje. Waar schijnlijk zal in de toekomst nog een trans formatorhuisje moeten worden gebouwd. De heer Rus vond de plaats, welke men had gedacht, niet erg geschikt. Hij meende, dat in dezelfde buurt wel een meer ge schikte plaats is aan te wijzen. Spr. had er met den directeur van het G.E B. over ge sproken en die had geen technische bezwa ren. De heer Opdam vond de uitgezochte plaats zeer geschikt. Dr. Barnhoorn meende, dat er mis schien geen technische bezwaren zijn, maar wèl financieele. Spr. ontkende, dat een transformatorgebouw, mits behoorlijk ge bouwd en dat doet men tegenwoordig wel ontsierend zou zijn, zooals de heer Rus meende. De heer Opdam was het hiermee eens. Het voorstel werd z.h.st. goedgekeurd. Bouwverbod. Nu de in behandeling zijnde aanvullingen en wijzigingen van het uitbreidingsplan nog niet tot stand zijn gekomen en de wijzi gingsplannen „Oost", „Centrum" en „Zuid" niet zijn goedgekeurd, blijft het wenschelijk om, door toepassing van het vierde lid van art. 36 der woningwet, te voorkomen, dat de uitvoering van de in voorbereiding zijnde plannen in gevaar wordt gebracht door het stichten van bouwwerken, die niet met die plannen in overeenstemming zijn. B. en W. stelden voor een besluit dien aangaande te nemen. Werd goedgekeurd. De waterregeling in Kennemerland. Op een adres met toelichting van de Com missie voor een goede waterregeling in Kennemerland om voor 1940 een subsidie groot 50 te mogen ontvangen, adviseerden B. en W. afwijzend te beschikken. Het onderzoek schijnt, zooals in het adres wordt gezegd, door een rijkscommissie in gesteld te zullen worden. Indien de direct belanghebbenden zich daarbij willen laten vertegenwoordigen is dat hun goed recht, maar dan zullen de kosten van die vertegen woordiging ook door hen gedragen moeten worden en niet zij het gedeeltelijk ook ten laste van de openbare kassen genomen kunnen worden, aldus B. en W. Eventueel zou de voorzitter geen be zwaar hebben om bij de begrooting op de zaak terug te komen. De heer Opdam wilde het verzoek toe staan uit overweging van noodzaak van een goede samenwerking met buurgemeenten. Weth. Barnhoorn herinnerde aan een afwijzing van een verzoek van een ingeze tene, die schadevergoeding wenschte voor het naar zijn zeggen wegzuigen van water ten dienste van de Willibrordusstichting. Spr. was niet overtuigd van het toebrengen van schade door het wegzuigen van water op groote diepte en zou het aanhangige ver zoek willen afwijzen. De heer Opdam verdedigde zijn inzicht ook op grond van het meer en meer door breken van de erkenning, dat wèl schade ontstaat door wateronttrekking. Weth. Akkerman meende, dat een ver zoek als het onderhavige eigenlijk bij de waterschappen behoort. De heer Keesman was het hiermee eens. Het voorstel van B. en W. werd goedge keurd. Geen hinder meer van muziek instrumenten. Tot wering van den overlast dien omwo nenden kunnen ondervinden van radio-toe- slellen, gramofoons e.d. en om bovendien regelend te kunnen optreden ten opzichte van het maken van reclame, het ten gehoore brengen van redevoeringen e.d. door middel van bedoelde instrumenten, stelden B. en W. voor om in de Algemeene Politieverorde ning op dat punt een aanvulling op te ne men. De heer Rus vroeg of de te nemen bepa ling ook zal worden toegepast op de ijs baan. De geluidsontwikkeling is daar wei hinderlijk. De voorzitter geloofde het niet, om dat de gramofoon daar niet altijd werkt en dan ook nog alleen maar eenige uren. Ove rigens zullen B. en W. aan een te vragen vergunning voor het geven van muziek de noodige voorwaarden verbinden. De heer H e 11 i n g a vreesde, dat voortaan iemand in den zomer niet buiten mag zit ten te luisteren naar de radio. De voorzitter zei, dat zulks wèl zal kunnen gebeuren. De verordening zal in dezen soepel moeten worden toegepast. Het gaat eigenlijk tegen hen, die den heelen dag de radio op volle kracht laten staan.. Het voorstel van B. en W. werd hierna z.h.st. goedgekeurd. Benoemingen. Tot leden van de commissie van toezicht op het correspondentschap der arbeidsbe middeling werden herkozen de heeren J. Glas en P. J. Kraakman, resp. als lid-werk gever en lid-werknemer. In de plaats van de heeren Koomen en Keesman, die geen herkiezing wenschten, werden benoemd de heeren Th. Velzeboer (werkgever) en C. Klaver (werknemer). Als voorzitter werd aangewezen de heer J. Akkerman (zulks in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Maas Geesteranus). De aftredende leden van de commissie tot wering van schoolverzuim, de heeren Tamis, Holtes, Velzeboer, Hoetjes en ten Bruggen- cate, werden herkozen; in de vacatures, ont staan door het aan de heeren Heijt en Dee- kens op hun verzoek verleende eervol ont slag, werden gekomen mej. C. J. Bakker en de heer P. Köhne. De aftredende leden van het burgerlijk armbestuur (mevr. Garritsen en de heeren Akkerman en Vaal) werden herbenoemd. Een tehuis voor ouden van dagen? Bij de laatstgenoemde verkiezing deelde weth. Akkerman mede, dat in de vergadering van het bur gerlijk armbestuur besloten is tot medewerking aan de pogingen om te komen tot stichting van een te huis voor ouden van dagen. Er is, zei spr., een commissie gevormd, bestaande uit mevr. Garritsen en de heeren D. de Jager, B. J. van Veen A. J. Sengers, die verschillende dergelijke gebouwen zal bezoeken en daarover te zijner tijd rapport zal uitbrengen. Een gymnastieklokaal voor de r.k. scholen. Gedeputeerde Staten deelden mede, dat zij den vorm, waarin bij raadsbesluit van 3 Juni 1938 medewerking is verleend tot het huren van een gymnastieklokaal voor de r.k. scholen, niet in overeenstemming met artikel 72 der L.O.-wet 1920 achten. Naar aanleiding van die mededeeling en het ter zake gepleegd overleg, trekt het schoolbestuur zijne aanvrage in en verzoekt gelijktijdig medewerking voor de „verkrij ging van een gymnastieklokaal en een ter rein, ten behoeve van de onder zijn bestuur staande scholen aan den Westerweg en aan den Mallevoortsdijk. Die aanvrage voldoet aan de L.O.-wet 1920 en behoort alzoo te worden ingewilligd, zeiden B. en W. Het r.k. kerkbestuur is bereid om het Bruno-gebouw en een daarbij behoorend terrein voor het geven van onderwijs in het vak lichamelijke oefening aan de leerlingen der gemelde scholen beschikbaar te stellen voor 250 per jaar (hetzelfde bedrag -ls thans rechtstreeks aan het r.k. schoolbe stuur betaald wordt). De inspecteur van het l.o. te Alkmaar heeft er geen bezwaar tegen om het gemelde lokaal en terrein tijdelijk voor het gestelde doel in gebruik te nemen. B. en W. stelden voor om een besluit te nemen in den geest van het gevraagde. Werd goedgekeurd. Mislukte poging van B. en W. om de kappers tegen zichzelf te beschermen. Meerdere kappers hadden bij den raad in gediend het verzoek om te bepalen, dat hunne zaken op Dinsdagmiddag gesloten moeten zijn. (Op een adres van gelijke strekking werd 20 Februari 1939 afwijzend beschikt). Op het adres ontbreken de onder- teekeningen van twee kappers, de eigenaren DOOR WILKIE COLLINS NEDERLANDSCHE BEWERKING VAN A. A. HUMME Jr. 41) „Zoo!" zei mijnheer Bruff. Na dit ant woord op mijn voorstel drentelde hij eenige malen de kamer op en neer. „Met andere woorden", ging hij plotse ling voort, „mijn huis moet gebruikt wor den als een val om Rachel te vangen en het lokaas moet den vorm aannemen van een invitatie van mijn vrouw en dochters. Als u Franklin Blake niet was en de zaak niet zoo belangrijk, als zij inderdaad is, zou ik botweg weigeren. Maar in dit geval geloof ik stellig, dat Rachel mij tenslotte dankbaar zal zijn, dat ik op mijn ouden dag haar ver raderlijk in de val heb laten loopen. Be schouwt u mij dus maar als uw medeplich tige. Rachel zal een uitnoodiging ontvangen een dagje hier door te komen brengen en ik zal u dan wel nader berichten". Ik bedankte hem van ganscher harte voor zijn medewerking en, nadat ik mijn spijt had te kennen gegeven, geen gebruik te kunnen maken van zijn aanbod, mij dien nacht lo gies te verschaffen, begaf ik mij naar mijn kamers in Londen. Den volgenden morgen verraste mijnheer Bruff mij aan het ontbijt. Hij overhandigde mij een sleutel met de mededeeling, dat hij zich voor het eerst van zijn leven over zijn handelwijze schaamde. „Komt zij?" „Zij komt vandaag lunchen en blijft den heelen middag bij ons". „Zijn uw vrouw en dochters op de hoog te?" „Dat moest wel. Maar vrouwen, zooals u misschien reeds hebt ondervonden, kennen geen principes. Waar het doel is u en Rachel tezamen te brengen, hebben zij geen gewetensbezwaren omtrent de gebezigde middelen". „Ik ben de dames zeer dankbaar. Waar voor dient deze sleutel?" „Die ontsluit de deur in den muur van den achtertuin. Komt u daar om drie uur. U gaat naar binnen door de deur van den wintertuin, dan door de kleine zitkamer, waar een deur is, die toegang geeft tot de muziekkamer, en daar zult u Rachel vin den alleen". „Hoe kan ik u ooit bedanken?" „Dat zal ik u zeggen. Geef mij niet de schuld van wat er daarna gebeurt". Met deze woorden verliet hij mij. Ik had nog vele uren voor mij, en om den tijd te korten keek ik de brieven door, die met de ochtendpost gekomen waren. Er was een brief van Betteredge bij, dien ik haastig opende. Hij begon met de teleurstellende mede deeling, dat hij niets bijzonders te vermel den had. Op den terugweg van het station had dokter Ezra Jannings hem aangespro ken en hem gevraagd wie ik was. Hij had daarop dokter Candy over mij gesproken, die terstond naar Betteredge was toegere den, hem had gezegd, hoezeer het hem speet, mij niet te hebben ontmoet en ver zocht had hem direct te laten weten, wan neer ik mij weer in de buurt van Fpsing- hall zou bevinden. Ik stak den brief in mijn zak en dacht er verder niet meer aan, daar ik geheel vervuld was van de gedachte aan het ko mende onderhoud met Rachel. Toen de torenklok van Hampstead drie uur sloeg, stak ik den sleutel in het slot van mijnheer Bruffs tuindeur. Ik liep door den tuin, ging de kas binnen en vond mijn weg naar de zitkamer. Toen ik mijn hand op de knop van de deur .legde, die mij in de muziekkamer zou brengen, hoorde ik dat daarbinnen een paar zachte accoorden op de piano werden aangeslagen. De klanken brachten mij hét verleden weer scherp voor den geest, en het contrast met het heden deed mij huiveren. Ik aarzelde geruimen tijd, voor ik de deur durfde openen, doch eindelijk raapte ik al mijn moed bijeen en trad binnen. HOOFDSTUK VII. Op hetzelfde oogenblik, dat ik mij in de deuropening vertoonde, stond Rachel op. Ik sloot de deur achter mij en wij bleven elkaar zwijgend aanstaren. Zij scheen tot geen andere beweging in staat en eerst toen ik een paar stappen in haar richting had gedaan en haar bij haar naam had ge noemd, kwam de kleur terug op haar wangen en herkreeg zij de macht over haar ledematen. Zij kwam langzaam naar mij toe, steeds zwijgend, alsof zij slechts gehoor gaf aan van de oudste en belangrijkste zaken in de gemeente. Zij zijn door de actie die de ove rige kappers hebben gevoerd, blijkbaar niet van gedachten veranderd, waaruit B. en W. meenden te mogen afleiden, dat een uitge sproken behoefte aan de door adressanten gewenschte sluiting niet bestaat, zoodat zij zich op 't standpunt stelden, dat in het ge geven geval niet aan het verzoek behoort te worden voldaan. De voorzitter verdedigde het voor stel van B. en W. op grond van de wensche- lijkheid, dat de neringdoenden vooral tegen woordig alles moeten doen om de burgerij niet van zich af te stooten. Beter zou kun nen worden gevraagd om verplichte sluiting op Maandagmorgen, want dan heeft toch niemand der kappers wat te doen. De heer Opdam was voorstander van in williging van het verzoek. Eén der niet-on- derteekenaren had tegen spr. gezegd niet te hebben willen teekenen, omdat hij sluit wanneer hij wil. De andee niet-onderteeke- naar.wil op Maandagmorgen sluiten. Om de financieele zijde van het adres der kappers behoeft de raad zich naar spr.'s meening niet te bekommeren. Dat is een zaak voor adressanten zelf. De heer Keesman had met een niet- onderteekenaar gesproken en ook met kap pers in Alkmaar, waar de verplichte slui ting al eenigen tijd bestaat. De laatstbedoel- den waren wel ingenomen met deze ge dwongen sluiting, juist omdat zij algemeen ijs. 't Is een kwestie van ordening, meende spr., en daar moet men even aan wennen. Hij zou vóór het inwilligen van het verzoek stemmen. De heer Rus vond het advies van B. en W. geïnspireerd door de twee niet-ondertee- kenaren en verbaasde zich over hun blijk baar grooten invloed op B. en W. Spr. vond het prae-advies zeer ondemo cratisch, omdat het de meening van' tien kappers ter zijde stelt. De voorzitter ontkende, dat het prae- advies zou zijn geïnspireerd door de beide kappers, het is, zei hij, gevestigd op dezelf de gronden als dat van verleden jaar. Ove rigens vreesde spr., dat het politietoezicht op de naleving van 'n verbod van open-zijn krachtig moet worden doorgevoerd, want spr. was er vrij zeker van, dat binnenkort heel wat overtredingen zullen worden ge pleegd. Het voorstel van B. en W. werd hierna verworpen met zes tegen drie stemmen. Vóór waren de hee ren Kant, Akkerman en Barnhoorn; tegen stemden de heeren Rus, Dek ker, Hellinga, Heijne, Keesman en Opdam, zoodat besloten is overeen komstig het verzoek der tien kap pers en dus voortaan de kappers zaken gesloten zullen zijn op Dins dagmiddag. Geen medewerking voor Voorlichting inzake land- en tuinbouw, omdat de kosten te hoog zouden worden. De heer A. P. Couwenhoven, assistent bij den dienst voor de kleine boerenbedrijven, wonende te Heiloo, had B. en W. verzocht medewerking te verleenen inzake voorlich ting van land- en tuinbouw. Het denkbeeld om landbouw, veehouderij en tuinderij te steunen door voorbeelden, door voor de be langhebbenden waarneembare resultaten van bepaalde bewerkingsmethoden en ge wassen, heeft van B. en W. volle instem ming en zij zijn van meening, dat de ge meente zich daar wel een offer voor kan ge troosten. Een bepaalde oppervlakte grond kan wel worden beschikbaar gesteld, hetzij op de terrein aangekocht van den heer J. Muijs, hetzij op een terrein grenzende aan den Zeeweg. Wellicht kan ook een beschei den houten gebouwtje beschikbaar gesteld worden voor, zooals adressant het noemt, „permanent tentoonstellen" van daarvoor in aanmerking komende zaken. Ook zou nu en dan een arbeider ter beschikking gesteld kunnen worden. Maar verder meenen B. en W. niet te kunnen gaan. Blijkt het voor beeld-bedrijfje aan de verwachtingen te beantwoorden, dan kan verdere uitbreiding worden overwogen. Het denkbeeld van adressant zou er toe moeten leiden om de gebouwen van Muijs aan te koopen en die een verbouwing te doen ondergaan, welke een vrij aanzienlijk bedrag zal kosten. Dat meenen B. en W. niet te mogen bevorderen, omdat de exploi tatie van de terreinen voor het doel waar- tmpv.Nflde rfandi HART NIBBRIG GREEVE N V.DEN HAAG PARKSTRAAT 91 o TEUIT7ÓA2 Agent voor Noordelijk Noordholland: Jan Moejes, Heer-Hugowaard, Tel. 26. voor ze zijn aangekocht, eischt dat de gebou wen verdwijnen en met het oog op dat doel liefst onmiddellijk als met de exploitatie wordt begonnen. B. en W. vroegen ten slotte machtiging om de besprekingen met adressant verder voort te zetten en de medewerking te verleenen, die zij mogelijk achten, c.q. nadere voorstel len in te dienen. De heer Kant verheugde zich over de toch wel sympathieke ontvangst van het idee van den heer Couwenhoven, al kon spr. wel begrijpen, dat B. en W. niet ten volle het verzoek konden steunen. Spr. meende, dat het gebruik van het huis van Muijs kon 'worden toegestaan, zonder kosten voor de gemeente, en ook zou méér dan 10 are grond kunnen worden gegeven voor het doel. De voorzitter merkte op, dat B. en W. zich tot een en ander al bereid hadden verklaard. De heer Keesman meende in het ver zoek een actie van den heer Couwenhoven persoonlijk te moeten zien. Spr. zou dat niet kunnen steunen. Als het gaat om voorlich ting voor den land- en tuinbouw, moet het Rijk er achter staan. Bovendien is de "aak te klein opgezet om werkelijk aan het doel te kunnen beantwoorden. Weth. Akkerman vreesde ook, dat practisch van de zaak niet veel terecht kan komen bij den nu gevolgden opzet. Als het iets van belang zou worden, zou er steun van overheidswege moeten komen. B. en W. zijn niet tegen een proefneming, maar kunnen niet verder gaan dan zij nu voorstellen. Weth. Barnhoorn zei, dat de adres sant, overtuigd van de vele tekortkomingen in land- en tuinbouw, het plan had opge vat om particulier een bedrijfje te stichten en dit te bewerken in zijn vrijen tijd op een wijze zooals üet behoort. Later heeft hij deze plannen verder uitgewerkt, en daar konden B. en W. niet op ingaan. Het initia tief op zichzelf meenden zij wel te kunnen steunen, de gemeente mag daarvoor wel wat offeren. De heer Rus merkte op, dat een houten gebouwtje een paar honderd gulden zou kosten. Het voorstel van B. en W. werd hierna z.h.s. goedgekeurd. Begrootingswijzigiagen. Goedgekeurd werd een voorstel van B. en W. om te besluiten tot het aanbrengen van eenige door Ged. Staten gewenschte wijzi gingen op de suppletoire begrooting 1938 en de begrooting voor 1939. Hierna volgde sluiting van de vergade ring. een innerlijken drang. Een dieper rood kleurde haar wangen en een ontwakend be sef verhelderde haar blik. Ik vergat op dat oogenblik de reden van mijn komst, de ver denking die op mij rustte; ik vergat alles was ik mij had voorgenomen, het verleden en de toekomst. Ik zag slechts de vrouw, die ik liefhad. Zij beefde en scheen te aar zelen. Ik kon mij niet langer bedwingen ik nam haar in mijn armen en overdekte haar gelaat met kussen. Een oogenblik dacht ik, dat zij mijn kus sen beantwoordde, dat ook zij het verleden vergeten had, doch voor deze gedachte vas ten vorm kon aannemen, maakte zij een beweging, die mij er pijnlijk aan herinner de, dat zij niets had vergeten. Met een kreet van afschuw en een kracht, die ik niet zou hebben kunnen weerstaan, zelfs als ik dat gewild had, duwde zij mij van zich af. Ik las woede in haar oogen en verach ting in de uitdrukking van haar mond. Zij nam mij van het hoofd tot de voeten op, alsof ik een wildvreemde was, die haar had beleedigd. „Lafaard!" riep zij uit. „Ellendige, gemee- ne lafaard!" Dat waren haar eerste woorden! De diep ste vernedering, die een vrouw een man kan aandoen, had zij uitgezocht om mij naar het hoofd te slingeren. „Er was een tijd, Rachel", zei ik, „dat je op een waardiger wijze je misnoegen uitte, als ik iets had gedaan, dat je niet aanstond. Ik bied je- mijn excuses aan". Waarschijnlijk hoorde zij in mijn stem de verbittering die ik voelde. Zij keek mij aan met een norschen, vijandigen blikken .arJ woordde met diepe stem: „Dat is misschien wel te gen. Vind je, dat het te pas komt, na wat je hebt gedaan, om je op zoo'n manier toegang tot mij te verschaffen? Het komt mij uiter mate laf voor, om misbruik te maken van mijn gevoelens voor jou en mij te over rompelen en te kussen, zooals je gedaan hebt. Maar dat is slechts een vrouwelijk gezichtspunt. Ik had wel kunnen weten, dat jij er anders over denkt en ik zou be ter hebben gedaan, door mijzelf te beheer- schen en niets te zeggen". Haar verontschuldiging kwetste mij die per, dan zij met haar eerste woorden had gedaan. Ik hield mij echter in en zeide: „Als mijn eer niet in jouw handen lag, zou ik onmiddellijk vertrekken en je zou mij nooit weer terugzien. Je sprak daarnet over wat ik had gedaan. Welnu, wat heb ik gedaan?" „Wat heb jij gedaan! Moet jij mij die vraag stellen?" „Ik vraag het je". „Ik heb je schande geheim gehouden", antwoordde zij, „en ik heb daarvoor moe ten boeten. Heb ik nu niet het recht te ver langen, dat je mij die beleediging spaart, door te vragen wat je hebt gedaan? Heb je dan heelemaal geen gevoel van dankbar heid. Je was toch eens een „gentlema Mijn moeder hield veel van je en ik i meer Ontroering maakte zich van haar me ter. Zij liet zich in een stoel vallen, kee mij haar rug toe en verborg haar gezi in haar handen. Ik wachtte even, voor ik weer durfdi spreken. Wordt vervolf Er viel ratificee stemd. Er blijk noodig t dooi gel lui nog bezi toegewe overgroi In bij den steunen Da] ringsbel ties onn voor en nomen. willen i portefeu Zwe verbond, reeds in - Uit Stoekh' L a g e r 1 f, ster en w b e 1 p r ij s, den leeft leden. Selma Lage op een oud Warmland ge en ve ramde I zij de bevoegc werd onderwi in het stadje Een dames schreef in het prijsvraag voc kendef in zich onderwij zeres j dong mede na haar jeugdher in een verhaal haar later we man: „Gösta I Selma Lage: ren beroemd De Finsche dat het vredesv Finsche parlen Het Finsche sisch-Finsche v stemmen goedj meerderheid va schoots oversch] men na een deb De commissi! had verklaard, omstandigheden keuring aan te onderteekende Minister-presi verkeert evenal schaving nog sl en niemand ka: morgen zal brei door den vrede blik op de bes Ryti zeide, dat r A.\

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 10