MaanstIen
h<
t
RHEUMATIEK? V {pk-bad werkt heilzaam!
FINL/l
1
GEMEENTERADEN.
Heiloo's burgers beschermd tegen hinder
van radio e. d.
De kappers zullen Dinsdagsmiddags
sluiten.
Per pak van 1 Kg.: 20 et- - Per pak van 3 Kg.: 45 ct.
JmiUetou
Ne. 65
De
Ut
Selma L
tl
V
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 15 MAART 1940.
Bouw van een tehuis voor
ouden van dagen?
De gisteravond gehouden vergadering van
den raad der gemeente Heiloo werd niet bij
gewoond door de heeren Schuyt (ongesteld)
en Greeuw (vertoeft tijdelijk buiten de ge
meente).
Ingekomen stukken.
Ingekomen waren van Ged. Staten ver
schillende berichten met goedkeuring van
raadsbesluiten, o.a. betreffende de opcenten
op de gemeentefondsbelasting en de beta
ling van presentiegeld aan de raadsleden
voor het bijwonen van commissievergade
ringen. Al deze stukken werden voor ken
nisgeving aangenomen.
Niet op een groot gezin gerekend.
Door J. M. Zonneveld werd verzocht te
willen bevorderen, dat aan hem een premie
wordt toegekend voor verbetering van een
arbeiderswoning op den voet van de circu
laires van den minister van binnenlandsche
zaken. Het gezin van adressant is zoo tal
rijk geworden, dat de woning geen voldoen
de ruimte bevat om het gezin huisvesting
te verleenen. Het is daarom noodig, dat de
woning vergroot wordt, waarvan de kosten
zijn geraamd op f 540.
In het onderhavige geval zal een premie
kunnen worden verkregen voor een derde
gedeelte van 540 (is 180), waarvan 120
voor rekening komt van het Rijk en 60
voor rekening der gemeente.
B. en W. stelden voor om aan adressant
die premie te verleenen.
Aldus werd besloten.
Verhuring perceeltje grond
De heer J. Otter, die eigenaar en bewoner
is geworden van de woning, eertijds in
eigendom van wijlen den heer J. Blokker,
verzocht om een perceeltje grond naast de
woning op dezelfde voorwaarden, waarop
het eerder aan den heer Blokker werd ver
huurd, te mogen huren (een gulden per
jaar). B. en W. stelden voor het verzoek in
te willigen.
Werd goedgekeurd.
Een transformatorstation aan den
Zeeweg.
De commissie van bijstand voor het G.E.
B. gaf B. en W. in overweging te bevorde
ren, dat aan het begin van den Zeeweg een
transformator-station zal worden gesticht
om te voorkomen, dat een te groote daling
in de spanning in het desbetreffende netge-
deelte optreedt.
De inrichting zal worden gesticht door
het P.E.N. en zal aan de gemeente worden
verhuurd tegen een huurprijs, thans geschat
op 506 per jaar.
Tegenover die uitgaaf staat een bespa
ring van ongeveer 150 op de netverliezen.
B. en W. gaven in overweging te beslui
ten tot het doen stichten van het transfor
mator-station De directie van het P.E.N.
verzocht om het benoodige stukje grond
aan de Provincie af te staan voor 1 en
tevens erfdienstbaarheden te vestigen met
betrekking tot het recht van weg en het
recht tot het leggen, hebben en onderhou
den van kabels in een gedeelte grond vanaf
den Zeeweg naar het gebouwtje. Waar
schijnlijk zal in de toekomst nog een trans
formatorhuisje moeten worden gebouwd.
De heer Rus vond de plaats, welke men
had gedacht, niet erg geschikt. Hij meende,
dat in dezelfde buurt wel een meer ge
schikte plaats is aan te wijzen. Spr. had er
met den directeur van het G.E B. over ge
sproken en die had geen technische bezwa
ren.
De heer Opdam vond de uitgezochte
plaats zeer geschikt.
Dr. Barnhoorn meende, dat er mis
schien geen technische bezwaren zijn, maar
wèl financieele. Spr. ontkende, dat een
transformatorgebouw, mits behoorlijk ge
bouwd en dat doet men tegenwoordig
wel ontsierend zou zijn, zooals de heer
Rus meende.
De heer Opdam was het hiermee eens.
Het voorstel werd z.h.st. goedgekeurd.
Bouwverbod.
Nu de in behandeling zijnde aanvullingen
en wijzigingen van het uitbreidingsplan nog
niet tot stand zijn gekomen en de wijzi
gingsplannen „Oost", „Centrum" en „Zuid"
niet zijn goedgekeurd, blijft het wenschelijk
om, door toepassing van het vierde lid van
art. 36 der woningwet, te voorkomen, dat de
uitvoering van de in voorbereiding zijnde
plannen in gevaar wordt gebracht door het
stichten van bouwwerken, die niet met die
plannen in overeenstemming zijn.
B. en W. stelden voor een besluit dien
aangaande te nemen.
Werd goedgekeurd.
De waterregeling in Kennemerland.
Op een adres met toelichting van de Com
missie voor een goede waterregeling in
Kennemerland om voor 1940 een subsidie
groot 50 te mogen ontvangen, adviseerden
B. en W. afwijzend te beschikken.
Het onderzoek schijnt, zooals in het adres
wordt gezegd, door een rijkscommissie in
gesteld te zullen worden. Indien de direct
belanghebbenden zich daarbij willen laten
vertegenwoordigen is dat hun goed recht,
maar dan zullen de kosten van die vertegen
woordiging ook door hen gedragen moeten
worden en niet zij het gedeeltelijk ook
ten laste van de openbare kassen genomen
kunnen worden, aldus B. en W.
Eventueel zou de voorzitter geen be
zwaar hebben om bij de begrooting op de
zaak terug te komen.
De heer Opdam wilde het verzoek toe
staan uit overweging van noodzaak van een
goede samenwerking met buurgemeenten.
Weth. Barnhoorn herinnerde aan een
afwijzing van een verzoek van een ingeze
tene, die schadevergoeding wenschte voor
het naar zijn zeggen wegzuigen van water
ten dienste van de Willibrordusstichting.
Spr. was niet overtuigd van het
toebrengen van schade door het
wegzuigen van water op groote
diepte en zou het aanhangige ver
zoek willen afwijzen.
De heer Opdam verdedigde zijn inzicht
ook op grond van het meer en meer door
breken van de erkenning, dat wèl schade
ontstaat door wateronttrekking.
Weth. Akkerman meende, dat een ver
zoek als het onderhavige eigenlijk bij de
waterschappen behoort.
De heer Keesman was het hiermee
eens.
Het voorstel van B. en W. werd goedge
keurd.
Geen hinder meer van muziek
instrumenten.
Tot wering van den overlast dien omwo
nenden kunnen ondervinden van radio-toe-
slellen, gramofoons e.d. en om bovendien
regelend te kunnen optreden ten opzichte
van het maken van reclame, het ten gehoore
brengen van redevoeringen e.d. door middel
van bedoelde instrumenten, stelden B. en W.
voor om in de Algemeene Politieverorde
ning op dat punt een aanvulling op te ne
men.
De heer Rus vroeg of de te nemen bepa
ling ook zal worden toegepast op de ijs
baan. De geluidsontwikkeling is daar wei
hinderlijk.
De voorzitter geloofde het niet, om
dat de gramofoon daar niet altijd werkt en
dan ook nog alleen maar eenige uren. Ove
rigens zullen B. en W. aan een te vragen
vergunning voor het geven van muziek de
noodige voorwaarden verbinden.
De heer H e 11 i n g a vreesde, dat voortaan
iemand in den zomer niet buiten mag zit
ten te luisteren naar de radio.
De voorzitter zei, dat zulks wèl zal
kunnen gebeuren. De verordening zal in
dezen soepel moeten worden toegepast. Het
gaat eigenlijk tegen hen, die den heelen dag
de radio op volle kracht laten staan..
Het voorstel van B. en W. werd hierna
z.h.st. goedgekeurd.
Benoemingen.
Tot leden van de commissie van toezicht
op het correspondentschap der arbeidsbe
middeling werden herkozen de heeren J.
Glas en P. J. Kraakman, resp. als lid-werk
gever en lid-werknemer. In de plaats van
de heeren Koomen en Keesman, die geen
herkiezing wenschten, werden benoemd de
heeren Th. Velzeboer (werkgever) en C.
Klaver (werknemer). Als voorzitter werd
aangewezen de heer J. Akkerman (zulks in
de vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer Maas Geesteranus).
De aftredende leden van de commissie tot
wering van schoolverzuim, de heeren Tamis,
Holtes, Velzeboer, Hoetjes en ten Bruggen-
cate, werden herkozen; in de vacatures, ont
staan door het aan de heeren Heijt en Dee-
kens op hun verzoek verleende eervol ont
slag, werden gekomen mej. C. J. Bakker en
de heer P. Köhne.
De aftredende leden van het burgerlijk
armbestuur (mevr. Garritsen en de heeren
Akkerman en Vaal) werden herbenoemd.
Een tehuis voor ouden van
dagen?
Bij de laatstgenoemde verkiezing
deelde weth. Akkerman mede,
dat in de vergadering van het bur
gerlijk armbestuur besloten is tot
medewerking aan de pogingen om
te komen tot stichting van een te
huis voor ouden van dagen. Er is,
zei spr., een commissie gevormd,
bestaande uit mevr. Garritsen en de
heeren D. de Jager, B. J. van Veen
A. J. Sengers, die verschillende
dergelijke gebouwen zal bezoeken
en daarover te zijner tijd rapport
zal uitbrengen.
Een gymnastieklokaal voor de r.k.
scholen.
Gedeputeerde Staten deelden mede, dat
zij den vorm, waarin bij raadsbesluit van 3
Juni 1938 medewerking is verleend tot het
huren van een gymnastieklokaal voor de
r.k. scholen, niet in overeenstemming met
artikel 72 der L.O.-wet 1920 achten.
Naar aanleiding van die mededeeling en
het ter zake gepleegd overleg, trekt het
schoolbestuur zijne aanvrage in en verzoekt
gelijktijdig medewerking voor de „verkrij
ging van een gymnastieklokaal en een ter
rein, ten behoeve van de onder zijn bestuur
staande scholen aan den Westerweg en aan
den Mallevoortsdijk.
Die aanvrage voldoet aan de L.O.-wet
1920 en behoort alzoo te worden ingewilligd,
zeiden B. en W.
Het r.k. kerkbestuur is bereid om het
Bruno-gebouw en een daarbij behoorend
terrein voor het geven van onderwijs in het
vak lichamelijke oefening aan de leerlingen
der gemelde scholen beschikbaar te stellen
voor 250 per jaar (hetzelfde bedrag -ls
thans rechtstreeks aan het r.k. schoolbe
stuur betaald wordt).
De inspecteur van het l.o. te Alkmaar
heeft er geen bezwaar tegen om het gemelde
lokaal en terrein tijdelijk voor het gestelde
doel in gebruik te nemen.
B. en W. stelden voor om een besluit te
nemen in den geest van het gevraagde.
Werd goedgekeurd.
Mislukte poging van B. en W. om de
kappers tegen zichzelf te beschermen.
Meerdere kappers hadden bij den raad in
gediend het verzoek om te bepalen, dat
hunne zaken op Dinsdagmiddag gesloten
moeten zijn. (Op een adres van gelijke
strekking werd 20 Februari 1939 afwijzend
beschikt). Op het adres ontbreken de onder-
teekeningen van twee kappers, de eigenaren
DOOR WILKIE COLLINS
NEDERLANDSCHE BEWERKING
VAN A. A. HUMME Jr.
41)
„Zoo!" zei mijnheer Bruff. Na dit ant
woord op mijn voorstel drentelde hij eenige
malen de kamer op en neer.
„Met andere woorden", ging hij plotse
ling voort, „mijn huis moet gebruikt wor
den als een val om Rachel te vangen en het
lokaas moet den vorm aannemen van een
invitatie van mijn vrouw en dochters. Als
u Franklin Blake niet was en de zaak niet
zoo belangrijk, als zij inderdaad is, zou ik
botweg weigeren. Maar in dit geval geloof
ik stellig, dat Rachel mij tenslotte dankbaar
zal zijn, dat ik op mijn ouden dag haar ver
raderlijk in de val heb laten loopen. Be
schouwt u mij dus maar als uw medeplich
tige. Rachel zal een uitnoodiging ontvangen
een dagje hier door te komen brengen en ik
zal u dan wel nader berichten".
Ik bedankte hem van ganscher harte voor
zijn medewerking en, nadat ik mijn spijt had
te kennen gegeven, geen gebruik te kunnen
maken van zijn aanbod, mij dien nacht lo
gies te verschaffen, begaf ik mij naar mijn
kamers in Londen.
Den volgenden morgen verraste mijnheer
Bruff mij aan het ontbijt. Hij overhandigde
mij een sleutel met de mededeeling, dat hij
zich voor het eerst van zijn leven over zijn
handelwijze schaamde.
„Komt zij?"
„Zij komt vandaag lunchen en blijft den
heelen middag bij ons".
„Zijn uw vrouw en dochters op de hoog
te?"
„Dat moest wel. Maar vrouwen, zooals u
misschien reeds hebt ondervonden, kennen
geen principes. Waar het doel is u en
Rachel tezamen te brengen, hebben zij geen
gewetensbezwaren omtrent de gebezigde
middelen".
„Ik ben de dames zeer dankbaar. Waar
voor dient deze sleutel?"
„Die ontsluit de deur in den muur van
den achtertuin. Komt u daar om drie uur.
U gaat naar binnen door de deur van den
wintertuin, dan door de kleine zitkamer,
waar een deur is, die toegang geeft tot de
muziekkamer, en daar zult u Rachel vin
den alleen".
„Hoe kan ik u ooit bedanken?"
„Dat zal ik u zeggen. Geef mij niet de
schuld van wat er daarna gebeurt".
Met deze woorden verliet hij mij.
Ik had nog vele uren voor mij, en om
den tijd te korten keek ik de brieven door,
die met de ochtendpost gekomen waren. Er
was een brief van Betteredge bij, dien ik
haastig opende.
Hij begon met de teleurstellende mede
deeling, dat hij niets bijzonders te vermel
den had. Op den terugweg van het station
had dokter Ezra Jannings hem aangespro
ken en hem gevraagd wie ik was. Hij had
daarop dokter Candy over mij gesproken,
die terstond naar Betteredge was toegere
den, hem had gezegd, hoezeer het hem
speet, mij niet te hebben ontmoet en ver
zocht had hem direct te laten weten, wan
neer ik mij weer in de buurt van Fpsing-
hall zou bevinden.
Ik stak den brief in mijn zak en dacht
er verder niet meer aan, daar ik geheel
vervuld was van de gedachte aan het ko
mende onderhoud met Rachel.
Toen de torenklok van Hampstead drie
uur sloeg, stak ik den sleutel in het slot
van mijnheer Bruffs tuindeur. Ik liep door
den tuin, ging de kas binnen en vond mijn
weg naar de zitkamer. Toen ik mijn hand
op de knop van de deur .legde, die mij in
de muziekkamer zou brengen, hoorde ik dat
daarbinnen een paar zachte accoorden op
de piano werden aangeslagen. De klanken
brachten mij hét verleden weer scherp voor
den geest, en het contrast met het heden
deed mij huiveren.
Ik aarzelde geruimen tijd, voor ik de
deur durfde openen, doch eindelijk raapte
ik al mijn moed bijeen en trad binnen.
HOOFDSTUK VII.
Op hetzelfde oogenblik, dat ik mij in de
deuropening vertoonde, stond Rachel op.
Ik sloot de deur achter mij en wij bleven
elkaar zwijgend aanstaren. Zij scheen tot
geen andere beweging in staat en eerst
toen ik een paar stappen in haar richting
had gedaan en haar bij haar naam had ge
noemd, kwam de kleur terug op haar
wangen en herkreeg zij de macht over haar
ledematen.
Zij kwam langzaam naar mij toe, steeds
zwijgend, alsof zij slechts gehoor gaf aan
van de oudste en belangrijkste zaken in de
gemeente. Zij zijn door de actie die de ove
rige kappers hebben gevoerd, blijkbaar niet
van gedachten veranderd, waaruit B. en W.
meenden te mogen afleiden, dat een uitge
sproken behoefte aan de door adressanten
gewenschte sluiting niet bestaat, zoodat zij
zich op 't standpunt stelden, dat in het ge
geven geval niet aan het verzoek behoort te
worden voldaan.
De voorzitter verdedigde het voor
stel van B. en W. op grond van de wensche-
lijkheid, dat de neringdoenden vooral tegen
woordig alles moeten doen om de burgerij
niet van zich af te stooten. Beter zou kun
nen worden gevraagd om verplichte sluiting
op Maandagmorgen, want dan heeft toch
niemand der kappers wat te doen.
De heer Opdam was voorstander van in
williging van het verzoek. Eén der niet-on-
derteekenaren had tegen spr. gezegd niet te
hebben willen teekenen, omdat hij sluit
wanneer hij wil. De andee niet-onderteeke-
naar.wil op Maandagmorgen sluiten.
Om de financieele zijde van het adres der
kappers behoeft de raad zich naar spr.'s
meening niet te bekommeren. Dat is een
zaak voor adressanten zelf.
De heer Keesman had met een niet-
onderteekenaar gesproken en ook met kap
pers in Alkmaar, waar de verplichte slui
ting al eenigen tijd bestaat. De laatstbedoel-
den waren wel ingenomen met deze ge
dwongen sluiting, juist omdat zij algemeen
ijs.
't Is een kwestie van ordening, meende
spr., en daar moet men even aan wennen.
Hij zou vóór het inwilligen van het verzoek
stemmen.
De heer Rus vond het advies van B. en
W. geïnspireerd door de twee niet-ondertee-
kenaren en verbaasde zich over hun blijk
baar grooten invloed op B. en W.
Spr. vond het prae-advies zeer ondemo
cratisch, omdat het de meening van' tien
kappers ter zijde stelt.
De voorzitter ontkende, dat het prae-
advies zou zijn geïnspireerd door de beide
kappers, het is, zei hij, gevestigd op dezelf
de gronden als dat van verleden jaar. Ove
rigens vreesde spr., dat het politietoezicht
op de naleving van 'n verbod van open-zijn
krachtig moet worden doorgevoerd, want
spr. was er vrij zeker van, dat binnenkort
heel wat overtredingen zullen worden ge
pleegd.
Het voorstel van B. en W. werd
hierna verworpen met zes tegen
drie stemmen. Vóór waren de hee
ren Kant, Akkerman en Barnhoorn;
tegen stemden de heeren Rus, Dek
ker, Hellinga, Heijne, Keesman en
Opdam, zoodat besloten is overeen
komstig het verzoek der tien kap
pers en dus voortaan de kappers
zaken gesloten zullen zijn op Dins
dagmiddag.
Geen medewerking voor Voorlichting
inzake land- en tuinbouw, omdat de
kosten te hoog zouden worden.
De heer A. P. Couwenhoven, assistent bij
den dienst voor de kleine boerenbedrijven,
wonende te Heiloo, had B. en W. verzocht
medewerking te verleenen inzake voorlich
ting van land- en tuinbouw. Het denkbeeld
om landbouw, veehouderij en tuinderij te
steunen door voorbeelden, door voor de be
langhebbenden waarneembare resultaten
van bepaalde bewerkingsmethoden en ge
wassen, heeft van B. en W. volle instem
ming en zij zijn van meening, dat de ge
meente zich daar wel een offer voor kan ge
troosten. Een bepaalde oppervlakte grond
kan wel worden beschikbaar gesteld, hetzij
op de terrein aangekocht van den heer J.
Muijs, hetzij op een terrein grenzende aan
den Zeeweg. Wellicht kan ook een beschei
den houten gebouwtje beschikbaar gesteld
worden voor, zooals adressant het noemt,
„permanent tentoonstellen" van daarvoor in
aanmerking komende zaken. Ook zou nu en
dan een arbeider ter beschikking gesteld
kunnen worden. Maar verder meenen B. en
W. niet te kunnen gaan. Blijkt het voor
beeld-bedrijfje aan de verwachtingen te
beantwoorden, dan kan verdere uitbreiding
worden overwogen.
Het denkbeeld van adressant zou er toe
moeten leiden om de gebouwen van Muijs
aan te koopen en die een verbouwing te
doen ondergaan, welke een vrij aanzienlijk
bedrag zal kosten. Dat meenen B. en W.
niet te mogen bevorderen, omdat de exploi
tatie van de terreinen voor het doel waar-
tmpv.Nflde rfandi
HART NIBBRIG GREEVE N V.DEN HAAG
PARKSTRAAT 91 o TEUIT7ÓA2
Agent voor Noordelijk Noordholland:
Jan Moejes, Heer-Hugowaard, Tel. 26.
voor ze zijn aangekocht, eischt dat de gebou
wen verdwijnen en met het oog op dat doel
liefst onmiddellijk als met de exploitatie
wordt begonnen.
B. en W. vroegen ten slotte machtiging om
de besprekingen met adressant verder voort
te zetten en de medewerking te verleenen,
die zij mogelijk achten, c.q. nadere voorstel
len in te dienen.
De heer Kant verheugde zich over de
toch wel sympathieke ontvangst van het
idee van den heer Couwenhoven, al kon spr.
wel begrijpen, dat B. en W. niet ten volle
het verzoek konden steunen. Spr. meende,
dat het gebruik van het huis van Muijs kon
'worden toegestaan, zonder kosten voor de
gemeente, en ook zou méér dan 10 are
grond kunnen worden gegeven voor het
doel.
De voorzitter merkte op, dat B. en
W. zich tot een en ander al bereid hadden
verklaard.
De heer Keesman meende in het ver
zoek een actie van den heer Couwenhoven
persoonlijk te moeten zien. Spr. zou dat niet
kunnen steunen. Als het gaat om voorlich
ting voor den land- en tuinbouw, moet het
Rijk er achter staan. Bovendien is de "aak
te klein opgezet om werkelijk aan het doel
te kunnen beantwoorden.
Weth. Akkerman vreesde ook, dat
practisch van de zaak niet veel terecht kan
komen bij den nu gevolgden opzet. Als het
iets van belang zou worden, zou er steun van
overheidswege moeten komen. B. en W. zijn
niet tegen een proefneming, maar kunnen
niet verder gaan dan zij nu voorstellen.
Weth. Barnhoorn zei, dat de adres
sant, overtuigd van de vele tekortkomingen
in land- en tuinbouw, het plan had opge
vat om particulier een bedrijfje te stichten
en dit te bewerken in zijn vrijen tijd op een
wijze zooals üet behoort. Later heeft hij
deze plannen verder uitgewerkt, en daar
konden B. en W. niet op ingaan. Het initia
tief op zichzelf meenden zij wel te kunnen
steunen, de gemeente mag daarvoor wel wat
offeren.
De heer Rus merkte op, dat een houten
gebouwtje een paar honderd gulden zou
kosten.
Het voorstel van B. en W. werd hierna
z.h.s. goedgekeurd.
Begrootingswijzigiagen.
Goedgekeurd werd een voorstel van B. en
W. om te besluiten tot het aanbrengen van
eenige door Ged. Staten gewenschte wijzi
gingen op de suppletoire begrooting 1938 en
de begrooting voor 1939.
Hierna volgde sluiting van de vergade
ring.
een innerlijken drang. Een dieper rood
kleurde haar wangen en een ontwakend be
sef verhelderde haar blik. Ik vergat op dat
oogenblik de reden van mijn komst, de ver
denking die op mij rustte; ik vergat alles
was ik mij had voorgenomen, het verleden
en de toekomst. Ik zag slechts de vrouw,
die ik liefhad. Zij beefde en scheen te aar
zelen. Ik kon mij niet langer bedwingen
ik nam haar in mijn armen en overdekte
haar gelaat met kussen.
Een oogenblik dacht ik, dat zij mijn kus
sen beantwoordde, dat ook zij het verleden
vergeten had, doch voor deze gedachte vas
ten vorm kon aannemen, maakte zij een
beweging, die mij er pijnlijk aan herinner
de, dat zij niets had vergeten. Met een
kreet van afschuw en een kracht, die ik
niet zou hebben kunnen weerstaan, zelfs als
ik dat gewild had, duwde zij mij van zich
af. Ik las woede in haar oogen en verach
ting in de uitdrukking van haar mond. Zij
nam mij van het hoofd tot de voeten op,
alsof ik een wildvreemde was, die haar had
beleedigd.
„Lafaard!" riep zij uit. „Ellendige, gemee-
ne lafaard!"
Dat waren haar eerste woorden! De diep
ste vernedering, die een vrouw een man
kan aandoen, had zij uitgezocht om mij
naar het hoofd te slingeren.
„Er was een tijd, Rachel", zei ik, „dat je
op een waardiger wijze je misnoegen uitte,
als ik iets had gedaan, dat je niet aanstond.
Ik bied je- mijn excuses aan".
Waarschijnlijk hoorde zij in mijn stem de
verbittering die ik voelde. Zij keek mij aan
met een norschen, vijandigen blikken .arJ
woordde met diepe stem:
„Dat is misschien wel te
gen. Vind je, dat het te pas komt, na wat je
hebt gedaan, om je op zoo'n manier toegang
tot mij te verschaffen? Het komt mij uiter
mate laf voor, om misbruik te maken van
mijn gevoelens voor jou en mij te over
rompelen en te kussen, zooals je gedaan
hebt. Maar dat is slechts een vrouwelijk
gezichtspunt. Ik had wel kunnen weten,
dat jij er anders over denkt en ik zou be
ter hebben gedaan, door mijzelf te beheer-
schen en niets te zeggen".
Haar verontschuldiging kwetste mij die
per, dan zij met haar eerste woorden had
gedaan. Ik hield mij echter in en zeide:
„Als mijn eer niet in jouw handen lag,
zou ik onmiddellijk vertrekken en je zou
mij nooit weer terugzien. Je sprak daarnet
over wat ik had gedaan. Welnu, wat heb ik
gedaan?"
„Wat heb jij gedaan! Moet jij mij die
vraag stellen?"
„Ik vraag het je".
„Ik heb je schande geheim gehouden",
antwoordde zij, „en ik heb daarvoor moe
ten boeten. Heb ik nu niet het recht te ver
langen, dat je mij die beleediging spaart,
door te vragen wat je hebt gedaan? Heb je
dan heelemaal geen gevoel van dankbar
heid. Je was toch eens een „gentlema
Mijn moeder hield veel van je en ik i
meer
Ontroering maakte zich van haar me
ter. Zij liet zich in een stoel vallen, kee
mij haar rug toe en verborg haar gezi
in haar handen.
Ik wachtte even, voor ik weer durfdi
spreken.
Wordt vervolf
Er viel
ratificee
stemd.
Er blijk
noodig t
dooi gel
lui
nog bezi
toegewe
overgroi
In
bij den
steunen
Da]
ringsbel
ties onn
voor en
nomen.
willen i
portefeu
Zwe
verbond,
reeds in
-
Uit Stoekh'
L a g e r 1 f,
ster en w
b e 1 p r ij s,
den leeft
leden.
Selma Lage
op een oud
Warmland ge
en ve ramde I
zij de bevoegc
werd onderwi
in het stadje
Een dames
schreef in het
prijsvraag voc
kendef in zich
onderwij zeres j
dong mede na
haar jeugdher
in een verhaal
haar later we
man: „Gösta I
Selma Lage:
ren beroemd
De Finsche
dat het vredesv
Finsche parlen
Het Finsche
sisch-Finsche v
stemmen goedj
meerderheid va
schoots oversch]
men na een deb
De commissi!
had verklaard,
omstandigheden
keuring aan te
onderteekende
Minister-presi
verkeert evenal
schaving nog sl
en niemand ka:
morgen zal brei
door den vrede
blik op de bes
Ryti zeide, dat
r
A.\