My ra, het elfje en de booze kabouter Zwartvoet. SANOSTOL Iff. hricö Él wKMM JCet tr\CO-mek£ op JUvcdL, 11^ pP ee*i toaahJ&vky vwk&wolite/£ Bemanning „St. Annaland" in ons land. Magnetische mijn tegen 't voorschip. Nederlandsch motorschip op de rotsen. De bemanning is in veiligheid. Seuilteton -TWEEDE BLAD. Gistermiddag zijn de schipbreukelingen van de „St Annaland" te Rotterdam terugge- gekeerd. De schipbreukelingen vertelden dat de „St. Annaland" recht in het kielzog van de „Schieland" voer op ongeveer vijfhonderd meter afstand. De „Nieuwland" voer aan bakboordzijde van dit schip. Aan de om standigheid, dat de drie schepen juist met het oog op het mijnengevaar Vrijdagmid dag gezamenlijk naar Sluiskil waren ver- troken, hadden de mannen van de „St. An naland'/ hun spoedig redding te danken. Di rect na de ontploffing, die overal -groote schade aanrichtte, en het voorschip snel deed zinken, werden de twee sloepen .neer gelaten. De bemanning _had geen tijd om persoonlijke bezittingen mede te nemen, maar moest zich met groote haast in de sloepen begeven. Toch wist de roerganger nog tijd te vin den om naar de kajuit te gaan en daar de scheepskat te halen. Het dier bevond zich volkomen ongedeerd in de vrijwel verniel de kajuit. Hoewel de kapitein nog kans zag de scheepspapieren mede te nemen, gingen de monsterboekjes van de bemanning verlo ren, daar de kast, waarin deze bescheiden bewaard werden, door de kracht van de ontploffing zoo ontzet was, dat kapitein Vinke de deur niet kon open krijgen. Het schip zonk zoo snel, dat de zee lieden, die zich in de stuurboord sloep hadden begeven, groote moei te hadden om de reddingboot vrij te maken uit de zuiging van het zin kende vaartuig. De „Nieuwland" en de „Schieland" namen ieder de bemanning van één sloep aan boord en voeren toen door naar Sluiskil, de schipbreukelingen werden op de reede van Vlissingen aan een tweetal marine barkassen overgegeven. De meening van de bemanning over de oorzaak van de ont ploffing luidt vrijwel unaniem, dat de „St. Annaland" door een magnetische mijn ge troffen is. In dit verband is het vreemd, dat de „Schieland" die toch dezelfde route ge varen heeft, niet door deze mijn is getrof fen, maar de zeelieden veronderstellen, dat de mijn juist door de „Schieland" omhoog is gezogen, zoodat het schip, dat op vrij kor ten afstand er -achter voer, getroffen werd. Het Nederlandsche motorschip „Hinde" groot 352 ton, toebehoorende aan 'dé reederij C. G. J. van der Berge te Nijmegen is in den nacht van Zondag op Maandag, toen het van Milford in het Iersche graafschap Donegal met een lading aardappelen op weg was naar Liverpool op de rotsen nabij Rathlin-Island geloopen en zwaar be schadigd. De bemanning, bestaande uit zeven koppen, van wie zes Nederlan- ders, kapitein J. H. van Oosten inbe grepen, wist zich aan de laagste rots wanden vast te klampen en bracht daar den nacht door. Gisterochtend klom men langs een voetpad naar den top van de rots. Alle mannen zijn in veilig heid. ALLE IJSELMEERHAVENS THANS IJSVRIJ. Thans is bericht binnengekomen, dat van alle havens aan het IJselmeer de schepen Amsterdam kunnen bereiken. Zij zijn geheel ijsvrij. DE NOODTOESTAND ONDER DE VISSCHERS VAN STELLENDAM. Ministers antwoorden op. vragen. Op de vragen van den heer Amelink <a.r.) in verband met den noodtoestand onder de schippers en visschers te Stellendam, ten gevolge van défensiemaatregelen en den langdurigen winter hebben de ministers van economische zaken en sociale zaken o.m. het volgende geantwoord:. De verzorging van zelfstandigen is een aangelegenheid, welke voor zoover de overheid daarbij betrokken is in eersten aanleg bij hetplaatselijk gemeentebestuur thuishoort. Dat het gemeentebestuur van Stellendam in de ontstane nooden niet of niet voldoende kan of heeft voorzien, is den ministers niet bekend. Wel is hun bekend, dat de minister van binnenlandsche zaken aan het gemeentebestuur van Stellendam heeft medegedeeld, dat noodzakelijke hulp nimmer mag worden geweigerd op grond van den toestand der gemeenlefinanciën. Bovendien heeft het algemeen steuncomité 1939 door bemiddeling van den commissaris der koningin in Zuidholland aan de gemeen te Stellendam een bedrag van 1050 doen toekomen voor kleeding en dekking. Door de militaire autoriteiten ter plaatse zijn, zoodra zulks mogelijk was, de belem meringen voor de visscherij verzacht, waar door de visschers weder in de gelegenheid waren hun oude vischterrein te bereiken. Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat het totaal der besommingen in 1939 van de Stel- lendamsche garnalenvisschers aanmerkelijk hooger is geweest dan in de beide vooraf gaande jaren. De schippers zijn dus in eer sten aanleg aangewezen op hulp van de ge meente. Het is den minister van sociale ka ken niet mogelijk hen in de steunregeling op te nemen, omdat deze een regeling is voor werknemers. Evenmin bestaat er, gelet op het bovenstaande, en mede op de daar.- aan verbonden consequenties ten aanzien van andere zelfstandigen, voor de ministers van economische en van sociale zaken aan leiding te bevorderen, dat er een speciale steunregeling voor schippers in het leven wordt geroepen. DE HOOIBRAND TE ROTTERDAM. Over den brand in de loods aan de Basalt straat te Rotterdam, waarbij 1.300.000 kg. hooi verloren ging, wordt nog gemeld, dat de rivierpolitie nog kans zag twee schepen van den -vaartuigendienst, die reeds gedeel telijk geladen waren naar een veiliger plaats te sleepen, aangezien in de hooilading reeds vonken terecht waren gekomen. Van de 22 wagons, die voor de brandende loods stonden, konden de arbeiders, die deze wagons aan het laden waren, er tien wég rijden; de andere twaalf, die reeds geheel geladen waren; werden een prooi der vlam men, die tenslotte met meer dan 30 stralen werden bestreden. Omstreeks kwart over een was het dak van de loods vrijwel ge heel ingestort, maar nog steeds maakte een verstikkende rook het blusschingswerk zeer moeilijk. Bovendien moest men speciale aandacht blijven schenken aan de naastge legen loods met katoen. Hierin bevond zich katoen met een waarde van anderhalf mil- lioen gulden, bestemd voor Twente. Om streeks half twee bleek dat deze loods be houden kon worden. De hooiloods was ge heel verloren. P. MOLTMAKER NEEMT AFSCHEID VAN DE SPOORWEGEN. Onder groote belangstelling, o.a. van de directie der Nederlandsche spoorwegen, af gevaardigden van het personeel en, van ver schillende organisaties van het personeel en van verschillende organisaties van het personeel bij de Nederlandsche spoorwegen, verschillende hoofden van dienst en den oud-directeur der Nederlandsche spöorwe- gen, mr. H. van Manen, is in een plech tige officieele bijeenkomst in het derde ad ministratiegebouw hedenmorgen afscheid genomen van den afgetreden voorzitter van den personeelraad 'bij de Nederlandsche spoorwegen, den heer P. Moltmaker. Prof. ir. J. Goudriaan heeft hem toegesproken. DE NEDERLANDSCHE HULP VOOR FINLAND. Resultaat van de inzameling. "Naar wij vernemen, kon in de afge- loopen weken als resultaat der door de Finsch—Nederlandsche vereeniging met medewerking van het Nederlandsche Roode Kruis gehouden inzameling in totaal een bedrag van 300.000' ter be schikking van het Finsche Roode Kruis- worden- gesteld, terwijl bovendien de uitzending der Nederlandsche Roode Kruis-ambulance naar Finland kan worden bekostigd.. Onder de ingekomen gelden is onder meer begrepen de opbrengst van het in den boekhandel verkrijgbaar gestelde ge schrift „Finlands lot" van de hand van mr. J J. R. Schmal, alsook van de Profinlandia- zegels, welke beide uitgaven, waarvan de verkoop wordt voortgezet, bereids eenige duizenden gulden opbrachten. Inmiddels zet de Finsch—Nederlandsche vereeniging haar actie in het belang van den wederopbouw van Finland met kracht voort. LEIDER EN TWEE LEDEN DER FINSCHE AMBULANCE VERTROKKEN. Per vliegtuig naar Zweden. Naar wij van de zijde deb ambulance- commissie van het Nederlandsche Roode Kruis vernemen, zijn gistermiddag eenige lec7en der Röode Kruis-ambulance voor Finland per vliegtuig -naar Zweden ver trokken. Het zijn de heer F. H. Meihuizen, arts-leider der ambulance, de heer A. W. C. M. de Ruyter, administrateur en zuster P. A. A. Mesdag. Deze voorhoede van de ambulance zal in Stockholm verschillende zaken, o.a. de passage oer ambulance naar Finland, regelen, terwijl de administra teur in Malmo de omvangrijke bagage en uitrusting der ambulance zal opvangen, ten einde die langs den snelst mogelijken weg naar Finland te reëxpedieeren. Een vierde deel van de bagage, die totaal uit 150 colli, ongeveer 25000 kg. bestaat, is in enkele dagen door de lucht naar Zwe den overgebracht. Ook de auto der am bulance is dezer dagen per schip ver zonden. ONZE POSTVLUCHTEN. Op de uitreis landde de Gier (Both) te Rangoon, dit vliegtuig wordt 20 Maart te Batavia verwacht. Op de thuisreis landde de Nandoe (Hondong) të Medan en W( "dt 23 Maart te Napels verwacht. De Wielewaal (van Veenendaal) landde te Alexandrië en verwacht men 19 Maart të. Napels. Doodelijk ongeluk Dt» chemische fabriek. - Bij het reinigen van 'een kuip in een der lokalen van de chemische fabrieken te Naar- den is gistermiddag een 55-jarige arbeider voorover in de kuip gévallen. Hij werd levenloos opgehaald. i VRAGEN OVER EEN VERGADERING TE ROTTERDAM. De heer van Vessem (n.s.b.) heeft vragen gesteld aan de ministers van buitenlandsche zaken, van justitie en van defensie over een door het bestuur van den „Liberalen kring" te Rotterdam te organiseeren bijeenkomst, waarin de Belgische oud-minister dr. J. Hoste het woord zal voeren over: „-Het vre- desprobleem en de lage landen aan de Noordzee", op 28 Maart a.s. te Rotterdam. Hij vraagt of de bedoelde "voordracht inge volge art. 23 der wet tot regeling en beper king der uitoefening van het recht van ver eeniging en vergadering niet verboden moet worden en of uit het de oproeping tot een vergadering per „vertrouwelijke" cir culaire aan de leden niet blijkt, dat de fei telijke werkzaamheid van bovengenoemde vereeniging is gericht op overtreding van de wet. Hij meent derhalve dat deze bijeen komst als strijdig met de openbare orde, ingevolge art. 4 der voornoemde wet, moet worden verboden. GASGENERATOREN VOOR VRACHT AUTO'S EN AUTOBUSSEN. De minister van economische zaken zal, teneinde de bekendheid met de bediening van gasgeneratoren te bevorderen, tot na der order een subsidie verleenen aan een beperkt aantal gebruikers van vrachtauto's en autobussen, die bereid zijn hun wagen uit te rusten met een gasgenerator of deze daarmede reeds hebben voorzien, mits de generator niet voor 1 September 1939 in gebruik is gesteld. Een subsidie wordt uitsluitend toegekend aan bedrijven, welke in staat geacht wor den de behandeling en het onderhoud van een generator naar behooren te verzorgen. De subsidie zal bedragen 500 voor een vrachtauto en 750 voor een autobus, te verleenen voor een maximum van 2 gene ratoren per bedrijf. DE TORPEDEERING VAN DE „ARENDSKERK". De raad voor de scheepvaart heeft gis ter uitspraak gedaan inzake het verloren gaan van het motorschip „Arendskerk" in de Golf van Biscaje op 15 Januari 1940. De raad is van oordeel, dat het onderzoek dui delijk heeft uitgewezen, dat de „Arends kerk" tusschen Ouessant en Kaap Finisterre op ongeveer 46 graden 55 minuten n.br. en 6 graden 34 minuten w.l., door een Duitsche duikboot is getorpedeerd. Hij geeft voorts nog enkele aanwijzingen, waarvan kapiteins van aangehouden schepen in de toekomst wellicht nut van kunnen hebben. LEERLING-MACHINIST GEDOOD. Bij het opstapelen van steenkolen op een tender van een losse locomotief is gisternacht de 33-jarige leerling-machinist W. Titulaer uit Heerlen op het stationsemplacement te Eindhoven in aanraking gekomen met de hoogspanningsleiding voor de electrische treinen. De man was op slag dood. 2 Ziendëroogen flinker! Dat Is wat alle kinders wórden, die Sanostol krijgen, hét lékkere levertraan product Sanostol, met het -hooge vitaminengehalte A en D, maar tevenS nog rijk aan vitamine C van het zoo heerlijk smakende, toegevoegde sinaasappelsap en aan vitamine B van het diastase- houdend mout. Neemt de „familieverpakking" a f. 2.75, die 2% x zooveel bevat als de bekende flacon a f. 1.40. Want Sanostol is ook voor Uzelf 'n natuurlijke bron van gezondheid. Het lékkere levertraan-product BROCADES-STHEEMAN PHARMACIA DE KÓNINGIN BEZOEKT „AMSTELFLORA". De koningin en prinses Juliana hebben gis termorgen een bezoek gebracht aan de ten toonstelling „Amstelflora" te Amsterdami Voorts bezichtigden zij de tentoonstelling in het stedelijk museum „Het Glas 1940". Jongen overreden. - Gisteravond is in de Wigstraat te Rotterdam de twaalfjarige knaap S. W. van der Maden, uit de Abcoude- straat, van een vrachtauto gevallen. De knaap kreeg een wiel over zich heen en werd zoo ernstig gewond, dat hij tijdens het vervoer naar het Zuider ziekenhuis overleed. ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL VOOR MINSTENS DRIE MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEERÉN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM: VERSCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. De gratis-toezending geldt niet voor week-abonnementen. 181. „Wat is er met jou gebeurd, Peter. Wie heeft je opeens genezen", roept' de zuster. „Myra heeft 't gedaan met een zalfje". En wie staat er plotseling in de kamer deur? Peters grote vriend. „Nee, maar, ons gidsje is beter. Kom vlug, ik zal een kiekje van jullie nemen in de tuin". En zie, daar staan ze beide voor den fotograaf. „Waarom zou hij ons kieken", bedenkt Peter ineens. 182. „Waarom wilt U een kiekje van ons hebben mijn heer", vraagt ook Myra. „Wel, dan kan ik jullie aan iedereen laten zien en misschien vinden wij op deze manier Peters .ouders wel. Maar nu heb ik een ander plannetje. Ik reis niet terug met 't schip. Ik ga verder met een auto en jullie mogen mee". Kijk, daar gaan ze. Peter en Myra wuiven de zusters voor 't laatst goeden dag. DOOR WILKIE COLLINS NEDERLA'NDSOHE BEWERKING VAN A. A. HUMME Jr. 44) Dank zij mijn zwijgen, kon je de verden king op een onschuldig man werpen en na al die laagheid moest je nog hier komen om mij te verwijten, dat ik je onrecht hebt aangedaan!" Als ik een oogenblik gebleven was, zou ik ongetwijfeld iets gezegd hebben, waar over ik later spijt zou hébben gehad. Ik stond op. en opende de deur, toen zij mij voor de tweede maal tegenhield. „Laat mij gaan, Rachel", zei ik. „Het is voor ons beiden beter, als ik nu ga. Toch zal je' "hog de overtuiging krijgen, dat je mij vërkeerd hebt beoordeeld en anders zal je nu mij nooit terugzien". Zfj deed geen poging om mij terug te houden, doch volgde mij door het aangren zende vertrek, met éen laatste woord tot afscheid. „Franklin", zei zij. „Ik vergeef je. O, Franklin; Franklin,-wij zullen elkaar nooit terugzien. Zeg dat jë mij vergeéft!" Ik keerde mij om, zoodat zij kón-zien," dat ik niet meer tot spreken in staat was. Ik wuifde haar een laatsten groet toe, waarbij ik slechts vaag haar gestalte zag door de tranen, die ik niet langer kon tegenhou den. HOOFDSTUK VIII. Laat in den avond werd ik verrast door mijnheer Bruff, die mij op mijn kamers kwam opzoeken. Er was in het optreden van den advo caat een' duidelijke verandering merkbaar. Hij had zijn gewone opgewektheid en zelf verzekerdheid verloren en drukte mij zwij gend de hand. „Is u op weg naar Hampstead?" vroeg ik om iets te zeggen. „Daar kom ik juist vandaan", antwoord de hij. „Ik weet, mijnheer Franklin dat u eindelijk de geheele waarheid kent, maar als ik geweten had, tot welken prijs, zou ik u liever in het duister hebben gelaten. „Heeft u Rachel gesproken?" „Ik heb haar nu net thuis gebracht, want ik kan haar niet alleen laten gaan. Ik kan u niet verantwoordelijk stellen aan gezien u haar in mijn huis en met mijn goedkeuring hebt gesproken voor den schok, dien dit onderhoud haar heeft ge geven. Ik kan er alleen voor waken dat er geen herhaling plaats vindt. Kan ik-er op vertrouwen, dat u zonder mijn toestem ming geen poging zult doen, haar te spre ken?" „Na hetgeen wij beiden hebben moeten doorstaan, kan ik u die verzekering ge ven!" Mijnheer - Bruff scheen opgelucht door deze'belofte en schoof zijn stoel dichter bij. - „Afgesproken!!' zei hij. „Nu moet ik eens; met u over uw plannen voor de toekomst praten. Wij moeten nu maar trachten, het verleden te vergeten en' onzen blik op de toekomst richten". „U vergeet blijkbaar", wierp ik tegen, „dat, wat mij betreft alles berust op het verleden". „Zegt u eens", vervolgde mijnheer Bruff, „is de Maansteen de oorzaak van dezen on- gelukkigen toestand of niet?" „Ja "zeker, natuurlijk"." „Wel, wij gelooven,, dat de Maansteen naar Londen is gebracht én bij mijnheer Luker Werd beleend, en wij weten, dat u niet de persoon bent, die dit heeft gedaan". „Nu?" „Waar denkt u dat de Maansteen zich nu bevindt?" „In deposito bij mijnheer Lukers bank". „Precies. Wij zijn nu in de maand Juni. Tegen het eind van de maand (den datum wet ik niet precies), zal het een jaar gele den zijn, dat de Maansteen werd beleend. Er is een kans, dat de persoon, die hem beleend heeft, na verloop van dien termijn den steen wil inlossen. In dat geval zal mijnheer Luker den steen bij de bank moe ten opvragen, én ik stel voor, iemand op den uitkijk të zetten, om te zien, aan wien mijnheer Luker den Maansteen overhan digt'!. - „Ik kan niet anders zeggen", beaamde ik, „dan dat uw zienswijze zeer origineel is en uw plan biedt ontegenzeggelijk mo gelijkheden, .maar „Maar u gaat er niet mee accoord?" „Mijn bezwaar is, dat wij genoodzaakt zijn, een afwachtende houding aan te ne men!'.. „NU ja, dat duurt nog" hoogstens veer tien dagen. Dat is toch niet zoo lang". - „In mijn tegenwoordige positie blijft mij dat een menschenleeftijd. Ik kan dezen toestand niet verdragen, als ik niet daad werkelijk iets kan doen om mijn reputatie te redden". „Dat begrijp ik. Heeft u dan. éen plan?" „Ik wilde rechercheur Cuffs hulp inroe pen". „Die heeft zijn ontslag genomen, dus op hem hoeft u niet te rekenen". „Ik kan het allicht probeeren. Ik weet waar hij woont". „Doet u dat", zei mijnheer Bruff, na een oogenblik van nadenken. „De zaak heeft zoo'n eigenaardige wending genomen, se dert hij zich er mede bezig hield, dat het best mogelijk is, dat hij zich er opnieuw voor interesseert. Laat mij dan het resul taat weten. Maar", zei hij, opstaande, „als u in dien tusschentijd niets bereikt heeft, zal ik tegen hét einde van deze maand mijn plan ten uitvoer brengen". „Best", antwoordde ik, „tenzij ik u ont sla van de noodzaak, verdere stappen in die richting te doen". „Zegt u maar aan brigadier Cuff", zei mijnheer Bruff glimlachend, „dat ik zeg, dat de oplossing van- het raadsel afhangt van het vinden van den -persoon, die den diamant hééft beleend. En laat mij dam hooren, wat zijn opinie is". Nadat de advocaat vertrokken was, tracht-- te ik mij de namen van de personen, die op het verjaardagsdiner aanwezig waren geweest, te herinneren, maar ik wist zelfs niet meer, uit hoeveel personen het gezel schap had bestaan. Het idee was bij mij op^ gekomen, ieder der aanwezigen te-vragen, of zij op dien gedenkwaardigen avond- iels bijzonders hadden- opgemerkt, dat misschien eenig licht zou kunnen werpen op de- daar aan volgende gebeurtenissen, en 'nu ik reeds bij den aanvang op moeilijkheden stuitte, wist ik er niets anders op dan naar Yorkshire terug - te keeren,om Betteredge te vragen, mij ;eén lijst van de genoodigden te verschaffen." - Het was reeds te laat om den middag trein te halen, dus moest ik drie uur wach ten op den volgende, en ik besloot in dien tijd mijnheer Bruff in zijn. kantoor op te zoeken. Hii vond mijn idee nogal ver gezocht en verwachtte in het geheel geen succes van mijn nasporingen in die richting. Boven dien, -mijnheer- Murthwaite was weer op reis;- juffrouw Clack had 'n paar financieele stroppen gehad en -had zich uit zuinigheids overwegingen in Frankrijk gevestigd en mijnheer Godfrey Ablewhite zou misschien ooi? niet in Londen- aanwezig zijn. Hij: raad de mij aan, op zijn club naar hem-te infor- -meeren en -gaf mij daarop te kennen, dat hij het erg druk had, zoodat ik hem niet langer ophield. In de vestibule van de club sprak ik een van de leden, die een goed vriend was-van mijn neef en dien -ik ook kende. Hij -vertel de mij, dat Godfrey op dokters advies een reisje op het vasteland ging maken en dat ik mij - moest haasten, als ik hem nog voor zijn vertrek wilde spreken. Ik begaf mij daarop, onmiddellijk naar zijn woning, om dnar-van zijn bediende te vernemen, dat hü den vorigen dag reeds naar Oostende was vertrokken on waarschijnlijk drie maander, zou wegblijven. Wordt -vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6