Chamberlain spreekt in het Lagerhuis. Het is niet Engelands schuld, dat Finland onvoldoende hulp heeft gekregen. De rede van Chamberlain. Debatten. ALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 20 MAART 1940, DOOR HET STAATSBEDRIJF DER POSTERIJEN zal worden uit gegeven een serie van drie briefkaarten, voorstellende foto's van de teide prinsesjes, vervaardigd door prins Bernhard, en welwillend door bet kroonprinselijk paar afgestaan, uitsluitend ten behoeve van het Algemeen Steuncomité 1939. Deze briefkaarten zullen met een bijslag worden uitgegeven, welke voor het Algemeen Steuncomité bestemd is. Hierboven een recente foto van prinses Irene. Frankeerwaarde 2 ct.. met een bijslag van 10 cent. Rechts briefkaart met een foto van prinses Beatrix. Frankeer waarde T/2 cent, met een bijslag van Tyi cent. Links briefkaart met foto van de twee prinsesjes Beatrix en Irene. Frankeerwaarde 3 cent met een bijslag van 10 cent. In afwachting van de groote debatten over buitenlandsche zaken heersehte er gistermiddag in het Britsche Lagerhuis een sfeer van levendige belangstelling en zelfs van opgewondenheid. Toen het vragenuur begon liepen de tribunes snel vol en vele diplomaten werden opgemerkt. Cross, de minister van economische oor logvoering, zeide op een vraag van Man der, dat het bij ontstentenis van eenigerlei contrabandecontröle in de Zwarte zee, niet mogelijk is te voorkomen, dat olie over zee naar Duitschland wordt verscheept. Onder de tot de regeering gerichte vra gen, bevond zich een vraag aan den pre mier, inhoudende of, gezien het einde van het Russisch-Finsche conflict, regelingen werden getroffen voor een terugzending van het door de Engelsche en Fransche re geeringen naar Finland gezonden oorlogs materiaal. Chamberlain aantwoordde hier op, dat deze kwestie niet over het hoofd was gezien, maar dat hij niet in staat was thans daarover een verklaring af te leggen. Toen Chamberlain opstond om zijn met spanning verwachte verklaring af te leg gen, werd hij luide toegejuicht. Ten aanzien van Finland verklaarde hij, dat niets geschied is, waardoor wijziging zou worden gebracht in den eersten in druk, dat een groote tragedie geschied is. Bestudeering van de vredesvoorwaarden bevestigden slechts de opvatting, dat zij van zoodanigen aard waren, dat zij alleen onder ernstigen dwang konden worden aanvaard. Het is nutteloos te beweren, dat zij niet op ernstige wijze de onafhankelijkheid en integriteit van dat land compromitteeren. (Toejuichingen). Hun weerstand was niet tevergeefsch. Zij heben hun eer behouden, zij hebben den eerbied afgedwongen van de wereld, hun regeering is nog zittende, hun leger is intact, de geest van hun volk is ongebro ken. Wanneer in dit land, ondanks alles, wat wij gedaan hebben, wij niet in staat waren Finland te redden van zijn lot, dan is toch wellicht onze macht om Finland te helpen nog niet ten einde. (Toejuichingen). Finlands herstel zou met de diepste sympathie gadegeslagen worden en wan neer, zooals bijna zeker lijkt, verdere bij stand vereischt is om het te helpen, dan zal dit land gaarne zijn deel met anderen op zich nemen om bij te dragen tot de regeneratie van Finland. Eens te meer waren wij gedwongen te zien hoe wederom een kleine staat het slachtoffer werd van die politiek van agressie, waartegen wij de wapens hebben opgenomen. Finland zou nooit aangevallen zijn, wanneer het pact tusschen Duitsch land en de Ussr niet gesloten ware. (Toe juichingen). De bewering, dat de geallieerden ge faald hebben in hun verplichtingen kan geen enkel oogenblik gehandhaafd worden. Het minst van al behoort een dergelijke bewering te komen van den kant van indi viduen en landen, die ver af liggen van het oorlogstooneel. (Toejuichtingen). Wij hebben, aldus Chamberlain, iederen spier ingespannen om onze verdedigings- en aanvalskrachten op te bouwen en aldus is noodzakelijkerwijze heel onze strategie gericht op ons voornaamste doel. Alle aanvragen om hulp van den kant van bevriende neutralen moeten der halve worden afgewogen tegen ón ze eigen behoeften. Wat Engeland ook gaf, dat werd gege ven ten koste van eigen kracht en met risico voor het eigen volk. Sprekende over de aardrijkskundige lig ging van Finland zeide de premier, dat de leveranties de gevaren van de Noordzee moesten worden vervoerd langs een spoor- moe.'ten worden vervoerd langs een spoor lijn, die reeds ernstig overbelast was, en vervolgens langs afstanden moesten afleg gen door Finland langs een spoorlijn, die nooit bedoeld was voor vervoer van zulke ladingen. Eerst verzocht Finland zoo snel moge lijke verzending van oorlogsmateriaal vol gens de bestaande contracten, later vroeg het om ander materiaal van zeer uiteen loopenden aard, n.l. in de eerste plaats gevechtsvliegtuigen, vervolgens 'bómbar- dementstoestellen en aanzienlijke hoeveel heden munitie voor kleine wapens. Nog later werd de grootste nadruk gelegd op de levering van geschut. Iedere aanvraag werd prompt overwogen en zoo veel mo gelijk met het oog op Groot-Britannies eigen behoeften werd er aan voldaan. Chamberlain gaf daarop een opsom ming van het beloofde en gezonden ma teriaal. Alles was gedaan om deze artike len mét een minimumvertraging te zenden. Wat de levering van manschappen be treft-, verklaarde Chamberlain, dat half Februari Mannerheim den Engelschen vertegenwoordiger ervan in kennis stelde, dat hij geen manschappen noodig had, tot de dooi zou invallen. Hij zeide, dat hij in Mei gaarne omstreeks 30.000 man zou krij gen, maar stipuleerde, dat dit geoefende soldaten moesten zijn. Tegelijkertijd werd te verstaan gegeven, dat Finland en Zwe den nerveus waren over de reactie op Duitschland en beide hoopten, dat de strijdkrachten niet officieel zouden wordën gezonden. Alle plannen werden besproken, en goedgekeurd in de bijeenkomst van den Oppersten Oorlogsraad op 5 Februari. De voorbereidingen voor de expeditie werden ten uitvoer gelegd met alle snel heid en in begin Maart stond een expedi- tieleger van 100.000 man gereed om te vertrekken twee maanden voor Man nerheim om aankomst daarvan had ge vraagd. De houding van Duitschland Wat de houding van Duitschland in dit verband betreft, zeide Cham berlain: Wij weten thans, dat zoodra Duitschland het gerucht hoorde over een doortocht van een dergelijke troe penmacht door Noorwegen en Zwe den, bedreigde het deze landen met zijn interventie, wanneer zij hun toe stemming gaven. Wij waren van ge voelen, dat wij gereed moesten zijn ook een troepenmacht te verschaffen, die Zweden zou moeten bijstaan om zichzelf te verdedigen, wanneer het door Duitschland mocht worden aan gevallen. /Vij besloten de grootste troepenmacht op de been te brengen, die mogelijk zou zijn in verband met de psysieke omstan digheden, die wij zouden ontmoeten. Een deel van die troepen zou noodig zijn voor den bijstand van Zweden, een deel zou expeditieleger zijn voor hulp aan Finland. De omvang van die troepenmacht, berekend op de genoemde basis, was on geveer 100.000 man, plannen werden ont worpen, volgens welke de troepen in Maart zouden beginnen in Scandinavië te arri- veeren en het geheel zou voor eind April zijn aangekomen. Dat was niet noodzake lijkerwijze de laatste troepenmacht. De kwesties der versterkingen zouden afhan gen van de ontwikkeling en in den strijd. Wij stelden de Finnen in de tweede helft van Februari voor, dat zij een openlijk be roep zouden doen op bijstand, niet later dan 5 Maart, waarna wij een formeel be roep zouden doen op Noorwegen en Zwe den betreffende toestemming tot doortocht van het expeditieleger. (Toejuichingen). Niet-formeel richtten de Finnen zich tot de Zweedsche regeering. De Zweedsche regeering echter kon niet toestemmen in de passage van geregelde gewapende troepen. Toch werden de voorbereidingen voor de verzending van de troepen voortgezet, omdat de regeering hoopte, dat Noorwegen en Zweden tot andere gedachten zouden komen. De Finnen vroegen begin Maart of zij een besluit mochten uitstellen. Intusschen vroegen de Finsche gezanten in- Parijs en Londen, of Groot-Britannië niet 50.000 man binnen een piaand kon zenden. Wij verzekerden, aldus de minister, dat wij bereid waren om de oorspronkelijke troepenmacht tot iederen omvang uit te breiden, zoo snel als mogelijk was in het licht van de ervaring en de militaire ont wikkeling. Ten slotte ging de datum, die door de Finnen voor hun beslissing ge steld was, voorbij zonder dat er een be slissing genomen werd. Den volgenden dag hoorden wij, dat vredesvoorwaarden waren aanvaard. Het was' niet aan ons om critiek uit te oefenen. (Toejuichingen). Een volk, dat zoo'n strijd had geleverd als de Finnen, moet immuun zijn voor iedere critiek. (Toejuichingen). Wij waren ge houden de Finsche beslissing te aanvaar den of wij nu een andere beslissing zouden hebben verkozen of njet. Wij zijn voortge gaan met onze voorbereidingen en zelfs op het laatste oogenblik zouden wij een expe ditiecorps hebben kunnen zenden. Dit was een gemeenschappelijk Britsch-Franseh expeditieleger en het zu hebben kunnen arriveeren lang voor den gevraagden datum, wanneer Noorwegen en Zweden doortocht hadden verleend. Ik zeg zonder aarzeling, dat noch Groot- Britannië, noch Frankrijk zich iets te ver wijten hebben in hun optreden in deze geheele zaak. (Toejuichingen). De verantwoordelijkheid voor den Fin- schen oorlog ligt geheel en uitsluitend op de schouders van Duitschland. Het gevaar is dichter bij Noorwegen en Zweden gebracht dan ooit. Thans staat het op hun drempel. Zij dachten, dat zij ver genoeg buiten het centrum der verstoring lagen om niet het lot van Tsjecho-Slowakije en Polen te on dergaan. Ik ben verplicht er op te wijzen, dat deze neutraliteitsleer, die de actie van Noorwegen en Zweden ver lamde, gebaseerd was op de veronder stelling, dat voor een klein land alles beter was dan verwikkeld te geraken in een oorlog tusschen Duitschland en de geallieerden. Dit was op zijn beurt gebaseerd op de tweede veronderstel ling, dat het deze beide kleine neutrale staten onverschillig kon laten, of de oorlog eindigde met een overwinning voor Duitschland of voor de geallieer den. Niets zal of kan hen redden dan de vastberadenheid om zich zelf te verdedigen en zich aan te sluiten bij anderen, die bereid zijn. hen te helpen bij hun verdediging. Het bezoek van Sumner Welles. Vervolgens overgaande tot het bezoek van Sumner Welles, zeide Chamberlain, dat de regeering zich er over verheugd had, Welles in Londen te kunnen verwel komen (toejuichingen) en hem volledig en openhartig van haar opvattingen in kennis te stellen. Ik vertrouw, aldus Chamberlain, dat hij in staat is geweest de feitelijke in zichten en gevoelens van alle deelen der gemeenschap te leeren kennen en met eigen oogen de eenheid van doelstelling te zien, die ons allen bezielt. (Toejuichin gen). De Italiaansch-Duitsche bespre king. Verwijzende naar de ontmoeting tusschen Mussolini en Hitier op den Brenner, zeide Chamberlain Wat ook het resultaat van de giste ren aldaar gevoerde besprekingen moge zijn, wij zijn bereid het onder de oogen te zien. Er kan geen sprake Van zijn, dat wij afwijken van het doel waarvoor wij den oorlog zijn inge gaan. Scapa Flow. Sprekende over den Duitschen .luchtaan val op Scapa Flow, zeide Chamberlain ver baasd geweest te zijn over de beteekenis welke gehecht is aan dit zeer onbelangrijke voorval. 121 zeer explosieve bommen en 500 brandbommen zijn neergeworpen boven een gebied van 100 vierk. mijl te Spaca Flow. Slechts een Britsch oorlogs schip werd beschadigd en die schade was gering. Geen enkel slagschip heeft eenige schade opgeloopen. Zijn rede beëindigende zeide Chamber lain: Sommigen zouden willen aandringen op een krachtiger politiek. Met de verant woordelijkheid die rust op de schouders der regeering, kunnen wij niet in avon turen worden gedreven. De tijd en de plaats, waarop wij moeten toeslaan, moet worden beslist met het meest deskundige advies, dat wij kunnen krijgen. Intusschen is de beste manier, waarop wij onze over winning kunnen verzekeren, het onge schokte handhaven van onze vastgera- denheid en onze eenheid (Toejuichingen). In dien taak hebben wij geduchte bond- genopten. En wat het beste van alles is, wij hebben het bewustzijn, dat wij strijden voor het geen iedere rechtgeaarde burger ter we reld wenscht het herstel van een duur- zamen, een moreelen vrede, zooals dien, waarover president Roosevelt heeft ge sproken in de woorden, waarop ik een toespeling heb gemaakt. (Luide toe juichingen). Nadat Chamberlain gesproken had, nam de leider der labour-oppositie, Attlee, het woord. Hij zeide: „Het is mij niet aangenaam een oordeel te hooren uitspreken over een volk, dat ten slotte behoorlijk dicht bij de frontlinie ligt. Ik weet. niet, of ons alles bekend is, wat door hen is gedaan, rekening houdende met hun moeilijkheden, gevaar en vermogen. Iedere inbreuk op hun rechten was vol strekt ondenkbaar". „Wij zijn niet in staat te zeggen, dat de Britsche regeering veilig meer had kunnen zenden, maar ik zou er graag zeker van zijn, dat wat wij gezonden hebben, tijdig gezonden is en zonder onnoodig uitstel". Attlee nam er nota van, dat de geallieer den bereid waren om troepen te zenden en aangeboden hadden op te treden tegen alle bedreigingen van Duitschland. Ik wensch dat andere landen, die bedreigd kunnen worden, inzien, dat wij in staat zijn en bereid om doeltreffende hulp te geven, wanneer ons daarom wordt gevraagd". Over het bezoek van Sumner Welles zei de Attlee: „Ik denk, dat hij zich bewust is van de vastberadenheid van dit land". Vervolgens vroeg Attlee, of het land alles doet, wat mogelijk is op diplomatiek, mili tair en economisch gebied. Wij kunnen niet toezien, bij een vergroo- te uitbreiding van den Duitschen invloed, dat die vriendschappelijke neutraliteit ver andert in gedwongen samenwerking. Wij moeten de noodige bekwaamheid en het noodige initiatief toonen om te voorkomen, dat onze vrienden van ons wegglippen". De zes maanden van den oorlog overzien de, zeide Attlee, dat de werkelijke beproe ving nog in de toekomst ligt. Er moet bijvoorbeeld meer gedaan wor den in de industrieele en landbouwproduc tie, het transport en de scheepvaart. Na Attlee nam Sinclair, de leider der li berale oppositie, het woord. Hij stond cri- tisch tegenover de hulp aan Finland. „De vrijheid en onafhankelijkheid van Polen, Finland, de Baltische en Scandina vische landen zijn niet afhankelijk van eenigerlei verdrag, of pact, dat zij zouden kunnen sluiten met de Duitseh-Russische uitvoerders der practijken van gangsterpo- litiek, maar van de overwinning der ge allieerden". Sinclair betreurde de vertraging in de levering van materiaal aan Finland. Chamberlain merkte hier op, dat de leve ring van het meeste materiaal in Groot- Brittannië aanvaard was door Finnen, die zich verantwoordelijk hadden gesteld voor het transport. Sinclair zeide, dat er niettemin een ge meenschappelijke verantwoordelijkheid be stond. Slechts één dertigste of een veertig ste deel van de munitie voor kleine wapens, die aan Finland beloofd was, was uit Groot- Brittannië verzonden. Het was een ongelukkige omstandigheid, dat Daladier's mededeeling omtrent het uitzenden van een expeditieleger eerst af gekomen is op den dag, dat het zeker was, dat dit korps niet kon worden verzonden. Deze omstandigheden hebben nadeel toe gebracht aan het prestige der geallieerden in het buitenland. Men had den indruk, dat de geallieerden goed waren, maar zwak, aarzelend, langzaam en ondoeltreffend, maar dat de Duitschers, zij het slecht, krachtig waren, verschrikkelijk en doelma tig. Hore Belisha vroeg, als volgende spreker, of alles gedaan werd om de doelstellingen te bereiken in de diplomatiek, de strategie en in de algeheele inspanning. De oorlog is begonnen met twee snelle slagen. Sindsdien is Duitschland werkeloos gebleven te land en hebben de geallieerden de blokkade toegepast. Was dit offensieve wapen voldoende om den vijand te verslaan, of moet de druk in andere richtingen geïntensiveerd worden? Hore Belisha sprak klachten uit over de vertraging in de zending van bijstand aan Finland. Krachtige aanvallen uit de lucht zouden den Russischen aahval hebben kun nen breken. Kan geen tegenactie ingezet worden te gen de snel toenemende neiging der neutra len om een schikkig te treffen met Duitsch land? De totale oorlog moet gewonnen wor den met totale middelen. Spr. vroeg, of men ervan overtuigd was, dat de diplomatie waakzaam en verziende genoeg was, en wat voor voorbereidend werk in Noorwegen en Zweden is verricht. Deze mogendheden zijn voortdurend trouw geweest aan den Volkenbond en toen gevraagd werd om toestemming voor door tocht van troepen, werd niet meer gevraagd dan het recht om de Engelsche verplich tingen volgens het Volkenbondshandvest ten uitvoer te leggen. De Britsche en Fransche rijken zijn de sterkste èenheden in de wereld. Wanneer zij hun zaak tot de overwinning willen brengen, moeten zij niet alleen sterk zijn, maar ook hun kracht toonen. De arbeidersafgevaardigde Dalton zeide, dat Duitschland alles, wat het noodig heeft, ontvangt uit de aangrenzende neutrale lan den en dat de blokkade lekt als een zeef. „Wij hebben het recht van de neutralen te verlangen aldus Dalton dat ze ten minste als neutralen handelen. Dalton stel de voor, dat de Britsche regeering voortaan onderscheid tusschen de neutralen zou ma ken op de basis van hun daden. Ten aanzien van de blokkade zeide Cham berlain: „Dalton is niet bekend met de schaal, waarop wij werken, en met het ge ringe belang van de lekken. Sedert aan zienlijken tijd hebben wij geen schending kunnen constateeren, die een binnenvaren van de Noorsche wateren en een schennis van de Noorsche neutraliteit zou rechtvaar digen". Tijdens de debatten, volgende op zijn rede heeft Chamberlain nog verklaard: „Ik heb niet gezegd, dat wij niet getracht hebben invloed uit te oefenen op de Finsche regee ring. Wat ik gezegd heb, was, dat wij haar geen hulp konden opdwingen, wanneer zij het niet wenschte en dat wij gehouden wa ren om haar beslissing te aanvaarden. Maar ik heb niet gezegd en ik heb niet bedoeld, dat wij niet getracht hebben in vloed op haar uit te oefenen, want dat was precies wat wij wel gedaan hebben". De ontvangst van Chamberlains rede. De eerste indruk, die men krijgt van Chamberlain's rede is, dat 't Lagerhuis van gevoelen is, dat hij ten aanzien van Finland zijn beleid goed verdedigd heeft en dat, wanneer er verdere besprekingen over de oorlogscapaciteit van de regeering moeten komen, zij moeten wachten op een volgende geheime zitting. Een der voornaamste ken merken der commentaren is de algemeens hoogachting voor Finland en het begrip voor de moeilijkheden der noordelijke lan den.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9