DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het kabinet-Reynaud vormt een oorlogs
comité.
r,
Ho. 70
Vrijdag 22 Maart 1940
De Amerikaansche gezant in Canada hield zich
niet aan zijn instructies.
Finland aanvaardt niet de Russische bezwaren
tegen een Noordsch statenverbond.
D# samenstelling van het kabinet-Reynaud
Er wordt een oortogs-comité gevormd.
„Nooit meer Versailles", is de Duitsche leuze.
Rustig reizen is slechts mogelijk per nachttrein.
D# oigemeene toestand.
N ILSE EN
W.
gisteravond in
aan een demon
vervanging van
aier heeft een
aid. Het optre-
sen (zuster en
Weensche gratie
gaven maakte
:e publiek, dat
niet uitbleven,
igevoerde oefe
erlijk mooie ijs-
en blijvende in-
VAN Z.E.K.Z.?
e Alkmaarsche
in het clublokaal
speelde tegen
een mooie over-
srs.
deze ontmoe-
iowel de Wit als
er in hun partij
00 werd be-
n deze competi-
istrijd gespeeld
noorden het IJ.
oot belang voor
deze ontmoeting
van beide ver
mogen gaan om
ïpioenschap van
blik:
55
r.
Z.E.K.Z.?
De Alk-
van
den
gister
■t.
h.s.
gem.
8
52
16.66
3
31
10.16
5
19
6.43
5
43
7.51
6
23
4.86
6
18
4.86
wij
mede
dat
tegen Haberer
leren 300; Surig
kkerij en Uit-
avenhage ver-
De Pachtwet,
actijk van mr,
Gravenhage.
;ebreid en her-
ntie en littera-
t het thans het
;t is, dat geheel
dj uw aandacht
het overgangs
maanden zeer
ijn alle uitvoe-
ten tekst opge-
etisch register
>r juristen als
lende personen
boek een waar-
iemd.
rdr. 2.20 Or-
1. 3.50 Zang.
itconcert. 5.35
d's jazzorkest.
05 Gev. progr.
-concert.
:rt. 7.35 Gr.pl.
1 Keulen, ko-
W. Klisehe's
h.-orkest. 1.45
2.45 Qmroep-
4.45 Piano
met muziek,
schlandsender
22 M.: 11.20
i edevaart en
5.05 en 5.35
10 Gr.pl. 7.20
symph.-orkest
nenten uit de
14 M.: 11.20
-orkest. 12.50
4,20 Gewijde
5,50 Radiotoo-
.50 Radiotoo-
Jfficie.
571 M. 7.35
1.50 Populair
zicht, hierna
12.20 Nacht-
irogr.
rSTRIBUTEE,
Diversen 8.20
Brussel VI.
13.20—13.30,
arks R. 14.20
Brussel Fr.
Fr. mo
rsen 22.20—
liversen 23.20
20, Engeland
Sngeland 9.35
West Reg.
11.50—13.20,
eland 15.20
7-20, Sottens
-18.20, Parijs
ister 13.50
Ingeland 19.20
10, Beromün-
21.30—22.05,
rsen 22.50—
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.30.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 1 —5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSIER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
142® Jaargsag
Paul Reynaud is binnen opmerkelijk korten tijd met de vorming van zijn
nieuwe kabinet gereed gekomen. Het ministerie, waarin zes socialisten
blijken te zitten, is gister reeds door den president beëedigd, vanmorgen zou
de eerste kabinetsraad plaats vinden en in den namiddag zal het kabinet aan
de Kamer en den Senaat voorgesteld worden. Hét nieuwe kabinet, dat 22
ministers telt, is grooter dan men verwacht had en, waar vele ministers uit
het oude kabinet in het nieuwe zijn overgegaan, stelt men zich de vraag of
dit oorlogskabinet snellere besluiten zal kunnen nemen dan het kabinet-
Daladier.
Reynaud is daaraan tegemoet gekomen door de mededceling, dat er een
oorlogscomité zal worden gevormd, bestaande uit den minister-president,
de ministers van Oorlog, Marine, Luchtvaart, Koloniën, Financiën en Blok
kade, een comité, dat driemaal per weck zal bijeenkomen.
Er is in Amerika groote opschudding verwekt door een radio-rede welke
James Cromwell, de gezant der Vereenigde Staten in Canada, heeft gehouden,
in welke toespraak hij een aanval op Duitschland heeft gedaan en de oor
logsdoeleinden der geallieerden heeft geprezen. Cordell Huil heeft daarover
reeds zijn groote ontevredenheid geuit en in eenige Amerikaansche bladen
wordt deze gezant ongeschikt voor zijn belangrijken post genoemd. Ander
zijds is het opmerkelijk, dat andere bladen verkondigen, dat Cromwell pre
cies de meening van het overgroote deel van het Amerikaansche volk heeft
weergegeven en dat er wel degelijk verschil kan gemaakt worden tusschen
staten, die naar agressie streven en landen, die een zuiver defensieve poli
tiek volgen.
De plannen voor het vormen van een Noordsch statenverbond dreigen
vast te loop en door de Russische verklaring, dat Moskou geen bondge
nootschap van Finland met de Scandinavische staten kan toestaan. Men
verwacht dat Finland» dat slechts een defensief verbond wenscht, zich nie
aan de Russische protesten zal storen.
Het Fransche ministerie van financiën
publiceert thans de volgende lijst van het
nieuwe kabinet:
Paul Reynaud, minister-president en mi
nister van buitenlandsche zaken;
Chautemps, vice-premier;
Daladier, landsverdediging;
Serol, justitie;
Henri Roy, binnenlandsche zaken;
Lamoureux, financiën;
Frossard, inlichtingen;
Campinéhi, marine;
Laurent Eynac, luchtvaart;
Albert Sarraut, opvoeding;
Mandel, koloniën;
Rollin, handel en nijverheid;
De Monzie, openbare werken en transpor
ten;
Pomaret, arbeid;
Jules Julien, P.T.T.;
Rio, koopvaardij;
Queuille, ravitailleering;
Thellier, landbouw;
Dautry, bewapening;
Marcel Heraud, gezondheid;
Riviere, pensioenen;
Georges Monnet, blokkade;
Onderstaatssecretarissen
Champertier de Ribes, ministerpresidium;
Schuman, vice-ministerpresidium;
Ducos, landsverdediging en oorlog:
Jacquinot, binnenlandsche zaken;
Laniel, financiën;
Fevrief, inlichtingen;
La Cour Grandmaison, marine;
Amaury de Lagrange, handel en nijver
heid;
Albertin, openbare werken en transpor
ten;
Pinelli, koopvaardij;
Mony en Blanchot, bewapening;
Hachette, nationale huishouding.
Hedenochtend zou een kabinetsraad en
daarna een ministerraad gehouden worden,
hedenmiddag te .3 uur zal de regeering zich
aan de Kamer voorstellen. Het nieuwe ka
binet telt evenveel leden als het oorlogs
kabinet van Clemenceau, doch er zijn twee
nieuwigheden.
Er is in de eerste plaats een oorlogs
comité, bestaande uit den minister-pre
sident, den plaatsvervangenden minis
ter-president en de ministers van defen
sie, koloniën, financiën en blokkade. Dit
comité zal driemaal per week onder
voorzitterschap van Reynaud vergade
ren. Verder is er een interministerieele
economische raad, bestaande uit den
minister van financiën en de ministers,
wier taak van economisehen aard is.
Deze raad vergadert ten minste eens per
week onder leiding van den premier.
De nieuwe Fransche regeering heeft
in Frankrijk goede pers.
Het eerste kabinet-Reynaud is door de
Fransche pers buitengewoon gunstig ont
vangen, temeer daar Daladier zijn gewezen
minister van financiën terzijde blijft staan
en het oorlogsprogramma van Frankrijk, on
danks de wisseling van ministerie, hetzelfde
blijft.
Italiaansch blad over de kabinets
wijziging in Frankrijk.
De „Popoio di Roma" wijst op de zeer
gunstige ontvangst van het: kabinet-Rey
naud te Londen, waar men hoopt, dat men
dank zij de pro-Russische gezindheid van
den nieuwen Franschen regeeringschef, Mos
kou nog van Berlijn kan trachten los te
maken. Doch men meldt het a.s. bezoek van
Molotof aan Berlijn. Dit bezoek, aldus het
blad, wordt vooral in verband gebracht met
het voornemen van Berlijn, in samenwer
king met Rusland en Italië, den Balkan en
het Oosten te onttrekken aan den Fransch-
Britschen druk, welke erop gericht is, deze
landen te maken tot een economisch mono
polie of oorlogsbondgenootschap. Volgens
hetzelfde blad begint men zich te Londen
ongerust te maken over de werkelijke soli
diteit van het Fransch-Britsche verbond met
Turkije.
Zie verder Laatste Berichten.
BERLIJN, 18 Maart.
Het thans in Duitschland sedert 30 Ja
nuari 1939 heerschende regime is er in ge
slaagd, vrijwel het geheele volk tot één
aaneengesloten blok te maken de nieuwe
gebieden van Tsjechië en Polen, die nu
„Protectoraat-Bohemen-Moravië en „Gou-
vernement-Gendskal" heeten uit den aard
der zaak buiten beschouwing gelaten
en wat dat in ooglogstijd beteekent, zal de
lezer wel onmiddellijk begrijpen.
Het opvallend optimisme, waarmede de
meeste Duitschers ondanks alle te verwach
ten moeilijke omstandigheden de oorlogs
kansen beoordeelen, is voor een goed deel
aan dit bewustzijn van onwrikbare natio
nale saamhoorigheid toe te schrijven. Het
is wel zeer sterk tot de bevolking doorge
drongen, dat men door die nationale disci
pline zeer sterk staat en dat het autoritaire
regime althans dit groote voordeel heeft,
dat het in tijden van gewapenden strijd
met andere volken door geen anderen
staatsvorm aan slagvaardigheid wordt over
troffen. Daarom kan men gerust zeggen,
dat Hitier nog nooit tevoren een zoo groot
percentage zijner landgenooten achter zich
heeft gehad als sinds het uitbreken der
vijandelijkheden.
Natuurlijk wordt er gemopperd, maar die
critiek houdt zich meer bezig met lasten
van het dagelijksche leven dan met groo-
tere vraagstukken, en ze heeft een voor den
staat volkomen ongevaarlijk karakter. Een
feit is, dat zelfs „de oppositie", die in twee
groepen: de vroegere Duitsch-nationale in-
telectueelen en de ex-communistische on-
verzoenlijken, te vinden is, voor het over
groote deel positief voelt, d.w.z. zoolang de
oorlog duurt alle kracht mee wil inzetten
om den strijd voor Duitschland te winnen.
Daar gaat het ten slotte voor een staatslei
der maar om, en dus heeft de aanvoerder
aller Duitschers slechts reden tot voldoe
ning en tevredenheid.
Men moet dit nog zoo nieuwe geval van
saamhoorigheid in de Duitschers bewonde
ren, ook al zou men in het eigen vaderland
de vormen waarin het zich vaak uit, niet
steeds als voorbeeld willen nemen Er zul
len maar weinig volken op aarde zijn, die
zich zoo willig onderwerpen willen aan een
staatsbestuur dat zoo als het tegenwoordige
Duitsche den eenling meer dan onderge
schikt maakt aan het groote geheel.
Intusschen: als de staat voor groote be
slissingen staat, als er zeer gewichtige
dingen bereikt moeten worden, als het ten
slotte op de uiterste krachtsinspanning aan
komt, dan is deze massale gehoorzaamheid
een factor van ongehoorde kracht. Dat we
ten en begrijpen de Duitschers op dit oogen-
blik, en daarom zullen ze in dezen oorlog
zoo geduchte tegenstanders blijken te zijn.
X
Een verandering
in het oorlogsbeeld
Minister-president Chamberlain is een
voorzichtig staatsman, die nauwkeurig alle
pro's en contra's overweegt eer hij een be
langrijk besluit neemt.
In normale tijden is dat voor een politicus
een zeer goede eigenschap, maar wij leven
op het oogenblik in een zeer abnormalen
tijd en men komt ook in Engeland meer en
meer tot de conclusie, dat het mechanisme
van den staat te stroef werk en dat het land
behoefte heeft aan leidende staatslieden, die
onmiddellijk belangrijke besluiten durven
en kunnen nemen.
Men heeft de democratische staatsinstel
lingen zooveel beter en royaler dan die
van de dictatoriaal geregeerde landen ge
noemd en natuurlijk is de beste staatsvorm
die, welke het volk in al zijn geledingen
volop gelegenheid geeft de regeeringsdaden
te beoordeelen en daarop, zoo noodig critiek
te laten hooren.
Maar Duitschland is een militair geregeer
de natie en wanneer een generaal een plan
heeft, dat zoo spoedig mogelijk tot uitvoe
ring moet komen, gaat hij daarover niet
eerst debateeren met alle officieren die het
niet of niet geheel met hem eens kunnen
zijn.
Dan beveelt hij alleen maar en, hoe de af
loop van het avontuur ook moge zijn, hij
heeft in allen gevalle het voordeel van het
initiatief en daarbij meestal Van den eersten
hlap, die volgens een oud Hollandsch spreek
woord nog altijd een daalder waard is.
Terwijl men in Duitschland zeer snelle
en verrassende beslissingen kan nemen,
moeten de groote leiders in Frankrijk en
vooral in Engeland uren lang in hun parle
menten debatteeren, interpellaties beant
woorden en vertrouwensmoties tegemoet
zien en het is duidelijk, dat dit remmend
moet werken op elk initiatief tot groote da
den welke men in de oorlogvoerende staten
direct moet kunnen nemen.
Dat gebonden zijn aan de voortdurend
wisselende inzichten van parlementen is de
oorzaak, dat men in Frankrijk en in Enge
land den indruk wekt, dat men daar voort
durend achter de feiten aanloopt en, al is
het volkomen te begrijpen, dat het volk in
de geallieerde staten geen dictators aan het
hoofd zou wenschen en den democratischen
regeeringsvorm voor alle tijden wil handha
ven, toch wijzen het aftreden van het kabi-
r.et-Daladier en de groeiende critiek in de
Britsche pers er wel op, dat men naar oor
logskabinetten zóekt, die het regeeringsbe-
leid volkomen in het teeken van het snelle
initiatief kunnen stellen.
Volgens de Daily Mail zal Chamberlain
tijdens het Paaschreces dë mogelijkheid van
een klein oorlogskabinet overwegen, dat
samengesteld zou worden uit ministers, die
niet langer door departementale verplich
tingen zijn gebonden en men meent te we
ten, dat van Fransche zijde reeds lang is
aangedrongen op een Britsche regeering, die
in staat en bereid is in de oorlogvoering niet
langer achter de feiten aan te draven, maar
het initiatief tot doortastende maatregelen
te nemen.
Frankrijk is trouwens gedurende den ge-
heelen duur van den oorlog de krachtigste
in het nemen van belangrijke besluiten ge
weest. Frankrijk nam het initiatief tot het
expeditieleger naar Finland en het is niet
aan Daladier te wijten, dat dit leger nimmer
op de plaats gekomen is waarvoor het be
stemd was.
De Fransche staat, eens de groote vriend
van Rusland, heeft reeds geruimen tijd gele
den toen Engeland nog aarzelde en de
Russische vriendschap niet wilde verspelen
het communisme in eigen land definitiéf
uitgeroeid en dat het kabinet-Daladier thans
vrijwillig plaats maakt voor een ander is het
beste bewijs, dat de regeering er zelf meer
dan ooit van doordrongen is, dat in dezen
critieken tijd de beste man op de beste
plaats behoort te staan.
Dat is dan op het oogenblik Paul Rey
naud, tot dusver minister van Financiën, die
het Fransche volk met zijn redevoeringen
voortdurend wakker gehouden heeft en er
meer dan eens met grooten nadruk op heeft
gewezen, welke zware offers er in de naaste
toekomst gebracht moeten worden.
Dat is Reynaud, die een van de geniaal
ste en energiekste mannen van Frankrijk
wordt genoemd en dat men hem als de
Fransche Churchill aanduidt, is het beste be
wijs, dat hij nog meer een man van de daad
dan van het woord is.
Dat bij Daladier, die door de ervaring
van meer dan een half jaar oorlog, volko
men op de hoogte is van den politieken en
militairen toestand, als minister van Lands
verdediging in zijn kabinet heeft behouden,
kan zijn regeering slechts versterken.
Overbelast met niet minder dan drie por
tefeuilles heeft Daladier tot dusver voor
een te zware taak gestaan en hij zal van nu
af aan zijn krachten geheel aan de militaire
positie van Frankrijk kunnen wijden.
Bovendien wordt uit het nieuwe kabinet
een oorlogscomité gevormd, dat driemaal
per week zal bijeenkomen.
Er is nog vóór de Paaschdagen een her
groepeering van de Europeesche krachten
voorspeld en het is duidelijk, dat deze
hoofdzakelijk veroorzaakt zal worden door
een breedere samenwerking tusschen
Duitschland en Rusland met de mogelijk
heid, dat Italië zich daarvoor meer dan
vroeger interesseert, en als het ware het
derde punt van den driehoek zal vormen.
Ook dat moet, evenals de ongelukkige
afloop van het Finsch-Russische conflict, een
meer dan duidelijke waarschuwing voor de
geallieerden zijn om de meest krachtige en
doortastende figuren op de vooraanstaande
plaatsen te zetten.
=8-
Nu de zwijgende Amerikaan Sumner Wel
les weer naar zijn vaderland terugkeert zon
der dat iemand kan voorspellen wat het
resultaat van zijn internationale visites is
geweest en nu het steeds duidelijker wordt,
dat er in de eersvolgende weken geen vre
desinitiatief van Amerikaansche zijde te
verwachten zal zijn, is de tweede oorlogs
fase ingetreden en het ziet er naar uit, dat
deze lang niet zoo rustig zal verloopen als
de eerste.
De lente maakt een militaire actie op
groote schaal mogelijk en het eenige wat
men nog niet weet is waar en wanneer de
betrekkelijk onbeteekenende wederzij c'sche
luchtaanvallen door militaire operaties op
groote schaal zullen worden vervangen.
Wanneer de groote staten om het behoud
van een zelfstandig leven strijden, behoe
ven de kleine neutralen zich geen illusies te
maken, dat er met hun belangen te allen
tijde rekening wordt gehouden.
Bij oogenblikkelijk gevaar is er geen tijd
voor internationale beleefdheid en bezorgd
heid voor anderer belangen. In een zeer
opmerkelijke rede heeft de Britsche minis
ter van oorlog Stanley dezer dagen de toe
schouwers in neutrale staten vergeleken
met menschen, die u een goeden maaltijd
naar een bokswedstrijd gaan kijken omdat
het hen interesseert hoe anderen elkaar ra
ken, zonder dat zij daarbij eènig gevaar
voor zich zelf loopc".
Het buitenland, heeft Stanley gezegd,
heeft ons verweten, dat wij tot dusver te
teerhartig waren omdat wij de belangen
der neutralen ontzagen. Wij hebben uit het
Finsche conflict geleerd, dat diegene in het
voordeel komt, die zich niet stoort aan de
rechten der neutralen en dat hij daarbij nog
de bewondering van de wereld oogst.
Het is een les, zoo besloot de,minister, die
in Engeland gretige en knappe leerlingen
kan vinden.
Bedenkt men daarbij, dat een reconstruc
tie van het Britsche kabinet mannen van
de daad als Churchill meer op den voor
grond zal schuiven en dat Paul Reynaud in
Frankrijk om zijn snelle en doeltreffende
beslissingen wordt geprezen, dan is er voor
de kleine neutralen alle reden om zich met
zorg af te vragen wat de naaste toekomst
ook voor hen zal kunnen brengen.
Voorloopig echter ik wees er in vorige
brieven reeds op wordt er nog niet al te
veel van hen gevergd. Ze hebben voldoen
de te eten, hun kleeren en schoeisel zijn
over het algemeen nog in orde, zij kunnen
uitgaan en zelfs dansen naar hartelust, en
de vijand heeft hen nog zoo goed ais met
rust gelaten. Natuurlijk zijn veel luxe-mo
gelijkheden uitgevallen, en het einde daar
van is vooralsnog niet te overzien.
Om een voorbeeld te noemen: het reizen.
Reizen doen de Duitschers meer dan graag.
In de vacanties waren in vredestijd de trei
nen en de tallooze extra-treinen steeds
overvol. Dat houdt nu radicaal op. Het rei
zen per trein is nog wel volkomen vrij,
maar het is eerlijk gezegd al tot een kwel
ling geworden. Handelsreiziger zijn moet in
deze tijden in Duitschland je ware beproe
ving wezen.
Rustig reizen is nog slechts mogelijk per
nachttrein, omdat men dan de mogelijkheid
heeft, een bed in een slaapwagen te reser
veeren. Heeft men zijn bedkaartje eenmaal
(dat vergt natuurlijk geduld), dan ie men
den koning te rijk. Maar zitplaatsen reser
veeren als vroeger is hier al lang niet meer
mogelijk.
Dat beteekent, dat men als men het
geluk heeft in een stad te zijn, waar de ge-
wenschte trein haar traject begint alleen
maar een lichamelijke worsteling met zijn
medereizigers behoeft te doorstaan om wel
licht een zitplaats, maar tenminste vrij ze
ker een staanplaats in de gangen der D-
wagons te veroveren. Moet men echter on
derweg instappen, dan kan men, wat mij
herhaaldelijk is gebeurd, vaak genoeg met
zijn koffertje op het perron blijven staan en
den meer dan overvollen trein (de reizigers
verdringen zich niet alleen in de gangen
en de W.C.'s, maar staan ook in de coupé'»
en houden zich als in een tram aan de ba
gagenetten vast) goede reis nawenken.
Het beste is dus maar, als men niet zeer
beslist reizen moet, liever thuis te blijven.
De Duitsche regeering .wenscht ook, dat
men thuis blijft, al is het nog niet lot een
verbod gekomen. In de kranten worden' de
menschen steeds weer aangemaand, niet
per trein te reizen. En daar 90 pet. van de
auto-bezitters geen vergunning meer heeft
een auto in het verkeer te houden en zij
die nog wel mogen rijden, gevaar loopen
dat hun vergunning wordt ingetrokken als
ze pleizertochtjes maken (die bovendien
wegens de benzine-distributie vrijwel on
mogelijk zijn geworden), is nu reeds het re
sultaat, dat feitelijk alleen nog maar voor
zaken en dan per trein wordt gereisd.
Aangezien nu echter ter wille van weer
macht en levensmiddelen-voorziening, in
dustrie, enz. een groot deel der personen
treinen reeds zijn uitgevallen, en de nieuwe
DuitschItaliaansche overeenkomst, die
Italië garandeert, dat alle Duitsche steen
kolen per trein over den Brennerpas zullen
komen, binnenkort nog een nieuwen, zeer
ingrijpenden uitval ten gevolge zal hebben, is
het begrijpelijk, dat om een plaatsje in een
trein ware veldslagen uitgevochten worden.
Men zal dan ook in Duitschland wel zeer
spoedig ook tot het ordenen van treinreizen
overgaan, d.w.z. de reiziger zal zijn kaartje
slechts krijgen indien hij in het bezit is van
een verklaring der overheid, dat zijn reis
dringend en voor zaken is.
Zulke en andere zorgen zijn natuurlijk
drukkend. Maar om de waarheid te zeggen:
ze brengen den gehoorzamen Duitscher
nauwelijks uit zijn humeur. Hij zal, als de
oorlog lang mocht duren, nog heel andere
lasten dan die van het eerste oorlogsjaar
op zich nemen. Want hij wil dezen oorlog
winnen, het moge kosten wat het wil. Zoo
is hier de stemming. Wij buitenlandsche
waarnemers kunnen ze niet anders schilde
ren zonder met de waarheid in strijd te ko
men.
De propaganda van den staat is hier zoo
voortreffelijk georganiseerd, dat feitelijk
geen enkele Duitscher meer er over in twij
fel is, dat het ditmaal voor zijn of niet-zijn
van het Duitsche Rijk gaat, een strijd er op
of er-onder. En eronder beteekent voor de
Duitschers: nog veel erger leed dan in de
periode 19181928 (van 1927'28 af tot '39
kwam een kort bestek van schijn-bloei).
Men vergëte vooral niet, dat de gevolgen
van Versailles door de Duitschers die thans
tusschen de 40 en 70 jaar oud of ouder zijn,
en dat is zeker nog een kleine helft van de
geheele bevolking, persoonlijk en in vol be
wustzijn zijn meegeleden en nog zeer
frisch in de herinnering zijn gebleven. Die
menschen hebben op de slagvelden van den
wereldoorlog meegevochten, ze hebben
daarna vernedering, burgeroorlog, revolutie,
inflatie, deflatie, en ten slotte een ver
schrikkelijke werkloosheid meegemaakt.
„Nooit meer Versailles!" is daarom in
Duitschland de leuze van heden. In alle
standen en klassen, bij rijk en arm. Die
stemming is de verklaring van de groote
volkssolidariteit en de bereidwilligheid, elk
offer op zich te nemen, die men hier overal
aantreft.