DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het kabinet-Reynaud vormt een oorlogs comité. r, Ho. 70 Vrijdag 22 Maart 1940 De Amerikaansche gezant in Canada hield zich niet aan zijn instructies. Finland aanvaardt niet de Russische bezwaren tegen een Noordsch statenverbond. D# samenstelling van het kabinet-Reynaud Er wordt een oortogs-comité gevormd. „Nooit meer Versailles", is de Duitsche leuze. Rustig reizen is slechts mogelijk per nachttrein. D# oigemeene toestand. N ILSE EN W. gisteravond in aan een demon vervanging van aier heeft een aid. Het optre- sen (zuster en Weensche gratie gaven maakte :e publiek, dat niet uitbleven, igevoerde oefe erlijk mooie ijs- en blijvende in- VAN Z.E.K.Z.? e Alkmaarsche in het clublokaal speelde tegen een mooie over- srs. deze ontmoe- iowel de Wit als er in hun partij 00 werd be- n deze competi- istrijd gespeeld noorden het IJ. oot belang voor deze ontmoeting van beide ver mogen gaan om ïpioenschap van blik: 55 r. Z.E.K.Z.? De Alk- van den gister ■t. h.s. gem. 8 52 16.66 3 31 10.16 5 19 6.43 5 43 7.51 6 23 4.86 6 18 4.86 wij mede dat tegen Haberer leren 300; Surig kkerij en Uit- avenhage ver- De Pachtwet, actijk van mr, Gravenhage. ;ebreid en her- ntie en littera- t het thans het ;t is, dat geheel dj uw aandacht het overgangs maanden zeer ijn alle uitvoe- ten tekst opge- etisch register >r juristen als lende personen boek een waar- iemd. rdr. 2.20 Or- 1. 3.50 Zang. itconcert. 5.35 d's jazzorkest. 05 Gev. progr. -concert. :rt. 7.35 Gr.pl. 1 Keulen, ko- W. Klisehe's h.-orkest. 1.45 2.45 Qmroep- 4.45 Piano met muziek, schlandsender 22 M.: 11.20 i edevaart en 5.05 en 5.35 10 Gr.pl. 7.20 symph.-orkest nenten uit de 14 M.: 11.20 -orkest. 12.50 4,20 Gewijde 5,50 Radiotoo- .50 Radiotoo- Jfficie. 571 M. 7.35 1.50 Populair zicht, hierna 12.20 Nacht- irogr. rSTRIBUTEE, Diversen 8.20 Brussel VI. 13.20—13.30, arks R. 14.20 Brussel Fr. Fr. mo rsen 22.20— liversen 23.20 20, Engeland Sngeland 9.35 West Reg. 11.50—13.20, eland 15.20 7-20, Sottens -18.20, Parijs ister 13.50 Ingeland 19.20 10, Beromün- 21.30—22.05, rsen 22.50— ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.30. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 1 —5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSIER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 142® Jaargsag Paul Reynaud is binnen opmerkelijk korten tijd met de vorming van zijn nieuwe kabinet gereed gekomen. Het ministerie, waarin zes socialisten blijken te zitten, is gister reeds door den president beëedigd, vanmorgen zou de eerste kabinetsraad plaats vinden en in den namiddag zal het kabinet aan de Kamer en den Senaat voorgesteld worden. Hét nieuwe kabinet, dat 22 ministers telt, is grooter dan men verwacht had en, waar vele ministers uit het oude kabinet in het nieuwe zijn overgegaan, stelt men zich de vraag of dit oorlogskabinet snellere besluiten zal kunnen nemen dan het kabinet- Daladier. Reynaud is daaraan tegemoet gekomen door de mededceling, dat er een oorlogscomité zal worden gevormd, bestaande uit den minister-president, de ministers van Oorlog, Marine, Luchtvaart, Koloniën, Financiën en Blok kade, een comité, dat driemaal per weck zal bijeenkomen. Er is in Amerika groote opschudding verwekt door een radio-rede welke James Cromwell, de gezant der Vereenigde Staten in Canada, heeft gehouden, in welke toespraak hij een aanval op Duitschland heeft gedaan en de oor logsdoeleinden der geallieerden heeft geprezen. Cordell Huil heeft daarover reeds zijn groote ontevredenheid geuit en in eenige Amerikaansche bladen wordt deze gezant ongeschikt voor zijn belangrijken post genoemd. Ander zijds is het opmerkelijk, dat andere bladen verkondigen, dat Cromwell pre cies de meening van het overgroote deel van het Amerikaansche volk heeft weergegeven en dat er wel degelijk verschil kan gemaakt worden tusschen staten, die naar agressie streven en landen, die een zuiver defensieve poli tiek volgen. De plannen voor het vormen van een Noordsch statenverbond dreigen vast te loop en door de Russische verklaring, dat Moskou geen bondge nootschap van Finland met de Scandinavische staten kan toestaan. Men verwacht dat Finland» dat slechts een defensief verbond wenscht, zich nie aan de Russische protesten zal storen. Het Fransche ministerie van financiën publiceert thans de volgende lijst van het nieuwe kabinet: Paul Reynaud, minister-president en mi nister van buitenlandsche zaken; Chautemps, vice-premier; Daladier, landsverdediging; Serol, justitie; Henri Roy, binnenlandsche zaken; Lamoureux, financiën; Frossard, inlichtingen; Campinéhi, marine; Laurent Eynac, luchtvaart; Albert Sarraut, opvoeding; Mandel, koloniën; Rollin, handel en nijverheid; De Monzie, openbare werken en transpor ten; Pomaret, arbeid; Jules Julien, P.T.T.; Rio, koopvaardij; Queuille, ravitailleering; Thellier, landbouw; Dautry, bewapening; Marcel Heraud, gezondheid; Riviere, pensioenen; Georges Monnet, blokkade; Onderstaatssecretarissen Champertier de Ribes, ministerpresidium; Schuman, vice-ministerpresidium; Ducos, landsverdediging en oorlog: Jacquinot, binnenlandsche zaken; Laniel, financiën; Fevrief, inlichtingen; La Cour Grandmaison, marine; Amaury de Lagrange, handel en nijver heid; Albertin, openbare werken en transpor ten; Pinelli, koopvaardij; Mony en Blanchot, bewapening; Hachette, nationale huishouding. Hedenochtend zou een kabinetsraad en daarna een ministerraad gehouden worden, hedenmiddag te .3 uur zal de regeering zich aan de Kamer voorstellen. Het nieuwe ka binet telt evenveel leden als het oorlogs kabinet van Clemenceau, doch er zijn twee nieuwigheden. Er is in de eerste plaats een oorlogs comité, bestaande uit den minister-pre sident, den plaatsvervangenden minis ter-president en de ministers van defen sie, koloniën, financiën en blokkade. Dit comité zal driemaal per week onder voorzitterschap van Reynaud vergade ren. Verder is er een interministerieele economische raad, bestaande uit den minister van financiën en de ministers, wier taak van economisehen aard is. Deze raad vergadert ten minste eens per week onder leiding van den premier. De nieuwe Fransche regeering heeft in Frankrijk goede pers. Het eerste kabinet-Reynaud is door de Fransche pers buitengewoon gunstig ont vangen, temeer daar Daladier zijn gewezen minister van financiën terzijde blijft staan en het oorlogsprogramma van Frankrijk, on danks de wisseling van ministerie, hetzelfde blijft. Italiaansch blad over de kabinets wijziging in Frankrijk. De „Popoio di Roma" wijst op de zeer gunstige ontvangst van het: kabinet-Rey naud te Londen, waar men hoopt, dat men dank zij de pro-Russische gezindheid van den nieuwen Franschen regeeringschef, Mos kou nog van Berlijn kan trachten los te maken. Doch men meldt het a.s. bezoek van Molotof aan Berlijn. Dit bezoek, aldus het blad, wordt vooral in verband gebracht met het voornemen van Berlijn, in samenwer king met Rusland en Italië, den Balkan en het Oosten te onttrekken aan den Fransch- Britschen druk, welke erop gericht is, deze landen te maken tot een economisch mono polie of oorlogsbondgenootschap. Volgens hetzelfde blad begint men zich te Londen ongerust te maken over de werkelijke soli diteit van het Fransch-Britsche verbond met Turkije. Zie verder Laatste Berichten. BERLIJN, 18 Maart. Het thans in Duitschland sedert 30 Ja nuari 1939 heerschende regime is er in ge slaagd, vrijwel het geheele volk tot één aaneengesloten blok te maken de nieuwe gebieden van Tsjechië en Polen, die nu „Protectoraat-Bohemen-Moravië en „Gou- vernement-Gendskal" heeten uit den aard der zaak buiten beschouwing gelaten en wat dat in ooglogstijd beteekent, zal de lezer wel onmiddellijk begrijpen. Het opvallend optimisme, waarmede de meeste Duitschers ondanks alle te verwach ten moeilijke omstandigheden de oorlogs kansen beoordeelen, is voor een goed deel aan dit bewustzijn van onwrikbare natio nale saamhoorigheid toe te schrijven. Het is wel zeer sterk tot de bevolking doorge drongen, dat men door die nationale disci pline zeer sterk staat en dat het autoritaire regime althans dit groote voordeel heeft, dat het in tijden van gewapenden strijd met andere volken door geen anderen staatsvorm aan slagvaardigheid wordt over troffen. Daarom kan men gerust zeggen, dat Hitier nog nooit tevoren een zoo groot percentage zijner landgenooten achter zich heeft gehad als sinds het uitbreken der vijandelijkheden. Natuurlijk wordt er gemopperd, maar die critiek houdt zich meer bezig met lasten van het dagelijksche leven dan met groo- tere vraagstukken, en ze heeft een voor den staat volkomen ongevaarlijk karakter. Een feit is, dat zelfs „de oppositie", die in twee groepen: de vroegere Duitsch-nationale in- telectueelen en de ex-communistische on- verzoenlijken, te vinden is, voor het over groote deel positief voelt, d.w.z. zoolang de oorlog duurt alle kracht mee wil inzetten om den strijd voor Duitschland te winnen. Daar gaat het ten slotte voor een staatslei der maar om, en dus heeft de aanvoerder aller Duitschers slechts reden tot voldoe ning en tevredenheid. Men moet dit nog zoo nieuwe geval van saamhoorigheid in de Duitschers bewonde ren, ook al zou men in het eigen vaderland de vormen waarin het zich vaak uit, niet steeds als voorbeeld willen nemen Er zul len maar weinig volken op aarde zijn, die zich zoo willig onderwerpen willen aan een staatsbestuur dat zoo als het tegenwoordige Duitsche den eenling meer dan onderge schikt maakt aan het groote geheel. Intusschen: als de staat voor groote be slissingen staat, als er zeer gewichtige dingen bereikt moeten worden, als het ten slotte op de uiterste krachtsinspanning aan komt, dan is deze massale gehoorzaamheid een factor van ongehoorde kracht. Dat we ten en begrijpen de Duitschers op dit oogen- blik, en daarom zullen ze in dezen oorlog zoo geduchte tegenstanders blijken te zijn. X Een verandering in het oorlogsbeeld Minister-president Chamberlain is een voorzichtig staatsman, die nauwkeurig alle pro's en contra's overweegt eer hij een be langrijk besluit neemt. In normale tijden is dat voor een politicus een zeer goede eigenschap, maar wij leven op het oogenblik in een zeer abnormalen tijd en men komt ook in Engeland meer en meer tot de conclusie, dat het mechanisme van den staat te stroef werk en dat het land behoefte heeft aan leidende staatslieden, die onmiddellijk belangrijke besluiten durven en kunnen nemen. Men heeft de democratische staatsinstel lingen zooveel beter en royaler dan die van de dictatoriaal geregeerde landen ge noemd en natuurlijk is de beste staatsvorm die, welke het volk in al zijn geledingen volop gelegenheid geeft de regeeringsdaden te beoordeelen en daarop, zoo noodig critiek te laten hooren. Maar Duitschland is een militair geregeer de natie en wanneer een generaal een plan heeft, dat zoo spoedig mogelijk tot uitvoe ring moet komen, gaat hij daarover niet eerst debateeren met alle officieren die het niet of niet geheel met hem eens kunnen zijn. Dan beveelt hij alleen maar en, hoe de af loop van het avontuur ook moge zijn, hij heeft in allen gevalle het voordeel van het initiatief en daarbij meestal Van den eersten hlap, die volgens een oud Hollandsch spreek woord nog altijd een daalder waard is. Terwijl men in Duitschland zeer snelle en verrassende beslissingen kan nemen, moeten de groote leiders in Frankrijk en vooral in Engeland uren lang in hun parle menten debatteeren, interpellaties beant woorden en vertrouwensmoties tegemoet zien en het is duidelijk, dat dit remmend moet werken op elk initiatief tot groote da den welke men in de oorlogvoerende staten direct moet kunnen nemen. Dat gebonden zijn aan de voortdurend wisselende inzichten van parlementen is de oorzaak, dat men in Frankrijk en in Enge land den indruk wekt, dat men daar voort durend achter de feiten aanloopt en, al is het volkomen te begrijpen, dat het volk in de geallieerde staten geen dictators aan het hoofd zou wenschen en den democratischen regeeringsvorm voor alle tijden wil handha ven, toch wijzen het aftreden van het kabi- r.et-Daladier en de groeiende critiek in de Britsche pers er wel op, dat men naar oor logskabinetten zóekt, die het regeeringsbe- leid volkomen in het teeken van het snelle initiatief kunnen stellen. Volgens de Daily Mail zal Chamberlain tijdens het Paaschreces dë mogelijkheid van een klein oorlogskabinet overwegen, dat samengesteld zou worden uit ministers, die niet langer door departementale verplich tingen zijn gebonden en men meent te we ten, dat van Fransche zijde reeds lang is aangedrongen op een Britsche regeering, die in staat en bereid is in de oorlogvoering niet langer achter de feiten aan te draven, maar het initiatief tot doortastende maatregelen te nemen. Frankrijk is trouwens gedurende den ge- heelen duur van den oorlog de krachtigste in het nemen van belangrijke besluiten ge weest. Frankrijk nam het initiatief tot het expeditieleger naar Finland en het is niet aan Daladier te wijten, dat dit leger nimmer op de plaats gekomen is waarvoor het be stemd was. De Fransche staat, eens de groote vriend van Rusland, heeft reeds geruimen tijd gele den toen Engeland nog aarzelde en de Russische vriendschap niet wilde verspelen het communisme in eigen land definitiéf uitgeroeid en dat het kabinet-Daladier thans vrijwillig plaats maakt voor een ander is het beste bewijs, dat de regeering er zelf meer dan ooit van doordrongen is, dat in dezen critieken tijd de beste man op de beste plaats behoort te staan. Dat is dan op het oogenblik Paul Rey naud, tot dusver minister van Financiën, die het Fransche volk met zijn redevoeringen voortdurend wakker gehouden heeft en er meer dan eens met grooten nadruk op heeft gewezen, welke zware offers er in de naaste toekomst gebracht moeten worden. Dat is Reynaud, die een van de geniaal ste en energiekste mannen van Frankrijk wordt genoemd en dat men hem als de Fransche Churchill aanduidt, is het beste be wijs, dat hij nog meer een man van de daad dan van het woord is. Dat bij Daladier, die door de ervaring van meer dan een half jaar oorlog, volko men op de hoogte is van den politieken en militairen toestand, als minister van Lands verdediging in zijn kabinet heeft behouden, kan zijn regeering slechts versterken. Overbelast met niet minder dan drie por tefeuilles heeft Daladier tot dusver voor een te zware taak gestaan en hij zal van nu af aan zijn krachten geheel aan de militaire positie van Frankrijk kunnen wijden. Bovendien wordt uit het nieuwe kabinet een oorlogscomité gevormd, dat driemaal per week zal bijeenkomen. Er is nog vóór de Paaschdagen een her groepeering van de Europeesche krachten voorspeld en het is duidelijk, dat deze hoofdzakelijk veroorzaakt zal worden door een breedere samenwerking tusschen Duitschland en Rusland met de mogelijk heid, dat Italië zich daarvoor meer dan vroeger interesseert, en als het ware het derde punt van den driehoek zal vormen. Ook dat moet, evenals de ongelukkige afloop van het Finsch-Russische conflict, een meer dan duidelijke waarschuwing voor de geallieerden zijn om de meest krachtige en doortastende figuren op de vooraanstaande plaatsen te zetten. =8- Nu de zwijgende Amerikaan Sumner Wel les weer naar zijn vaderland terugkeert zon der dat iemand kan voorspellen wat het resultaat van zijn internationale visites is geweest en nu het steeds duidelijker wordt, dat er in de eersvolgende weken geen vre desinitiatief van Amerikaansche zijde te verwachten zal zijn, is de tweede oorlogs fase ingetreden en het ziet er naar uit, dat deze lang niet zoo rustig zal verloopen als de eerste. De lente maakt een militaire actie op groote schaal mogelijk en het eenige wat men nog niet weet is waar en wanneer de betrekkelijk onbeteekenende wederzij c'sche luchtaanvallen door militaire operaties op groote schaal zullen worden vervangen. Wanneer de groote staten om het behoud van een zelfstandig leven strijden, behoe ven de kleine neutralen zich geen illusies te maken, dat er met hun belangen te allen tijde rekening wordt gehouden. Bij oogenblikkelijk gevaar is er geen tijd voor internationale beleefdheid en bezorgd heid voor anderer belangen. In een zeer opmerkelijke rede heeft de Britsche minis ter van oorlog Stanley dezer dagen de toe schouwers in neutrale staten vergeleken met menschen, die u een goeden maaltijd naar een bokswedstrijd gaan kijken omdat het hen interesseert hoe anderen elkaar ra ken, zonder dat zij daarbij eènig gevaar voor zich zelf loopc". Het buitenland, heeft Stanley gezegd, heeft ons verweten, dat wij tot dusver te teerhartig waren omdat wij de belangen der neutralen ontzagen. Wij hebben uit het Finsche conflict geleerd, dat diegene in het voordeel komt, die zich niet stoort aan de rechten der neutralen en dat hij daarbij nog de bewondering van de wereld oogst. Het is een les, zoo besloot de,minister, die in Engeland gretige en knappe leerlingen kan vinden. Bedenkt men daarbij, dat een reconstruc tie van het Britsche kabinet mannen van de daad als Churchill meer op den voor grond zal schuiven en dat Paul Reynaud in Frankrijk om zijn snelle en doeltreffende beslissingen wordt geprezen, dan is er voor de kleine neutralen alle reden om zich met zorg af te vragen wat de naaste toekomst ook voor hen zal kunnen brengen. Voorloopig echter ik wees er in vorige brieven reeds op wordt er nog niet al te veel van hen gevergd. Ze hebben voldoen de te eten, hun kleeren en schoeisel zijn over het algemeen nog in orde, zij kunnen uitgaan en zelfs dansen naar hartelust, en de vijand heeft hen nog zoo goed ais met rust gelaten. Natuurlijk zijn veel luxe-mo gelijkheden uitgevallen, en het einde daar van is vooralsnog niet te overzien. Om een voorbeeld te noemen: het reizen. Reizen doen de Duitschers meer dan graag. In de vacanties waren in vredestijd de trei nen en de tallooze extra-treinen steeds overvol. Dat houdt nu radicaal op. Het rei zen per trein is nog wel volkomen vrij, maar het is eerlijk gezegd al tot een kwel ling geworden. Handelsreiziger zijn moet in deze tijden in Duitschland je ware beproe ving wezen. Rustig reizen is nog slechts mogelijk per nachttrein, omdat men dan de mogelijkheid heeft, een bed in een slaapwagen te reser veeren. Heeft men zijn bedkaartje eenmaal (dat vergt natuurlijk geduld), dan ie men den koning te rijk. Maar zitplaatsen reser veeren als vroeger is hier al lang niet meer mogelijk. Dat beteekent, dat men als men het geluk heeft in een stad te zijn, waar de ge- wenschte trein haar traject begint alleen maar een lichamelijke worsteling met zijn medereizigers behoeft te doorstaan om wel licht een zitplaats, maar tenminste vrij ze ker een staanplaats in de gangen der D- wagons te veroveren. Moet men echter on derweg instappen, dan kan men, wat mij herhaaldelijk is gebeurd, vaak genoeg met zijn koffertje op het perron blijven staan en den meer dan overvollen trein (de reizigers verdringen zich niet alleen in de gangen en de W.C.'s, maar staan ook in de coupé'» en houden zich als in een tram aan de ba gagenetten vast) goede reis nawenken. Het beste is dus maar, als men niet zeer beslist reizen moet, liever thuis te blijven. De Duitsche regeering .wenscht ook, dat men thuis blijft, al is het nog niet lot een verbod gekomen. In de kranten worden' de menschen steeds weer aangemaand, niet per trein te reizen. En daar 90 pet. van de auto-bezitters geen vergunning meer heeft een auto in het verkeer te houden en zij die nog wel mogen rijden, gevaar loopen dat hun vergunning wordt ingetrokken als ze pleizertochtjes maken (die bovendien wegens de benzine-distributie vrijwel on mogelijk zijn geworden), is nu reeds het re sultaat, dat feitelijk alleen nog maar voor zaken en dan per trein wordt gereisd. Aangezien nu echter ter wille van weer macht en levensmiddelen-voorziening, in dustrie, enz. een groot deel der personen treinen reeds zijn uitgevallen, en de nieuwe DuitschItaliaansche overeenkomst, die Italië garandeert, dat alle Duitsche steen kolen per trein over den Brennerpas zullen komen, binnenkort nog een nieuwen, zeer ingrijpenden uitval ten gevolge zal hebben, is het begrijpelijk, dat om een plaatsje in een trein ware veldslagen uitgevochten worden. Men zal dan ook in Duitschland wel zeer spoedig ook tot het ordenen van treinreizen overgaan, d.w.z. de reiziger zal zijn kaartje slechts krijgen indien hij in het bezit is van een verklaring der overheid, dat zijn reis dringend en voor zaken is. Zulke en andere zorgen zijn natuurlijk drukkend. Maar om de waarheid te zeggen: ze brengen den gehoorzamen Duitscher nauwelijks uit zijn humeur. Hij zal, als de oorlog lang mocht duren, nog heel andere lasten dan die van het eerste oorlogsjaar op zich nemen. Want hij wil dezen oorlog winnen, het moge kosten wat het wil. Zoo is hier de stemming. Wij buitenlandsche waarnemers kunnen ze niet anders schilde ren zonder met de waarheid in strijd te ko men. De propaganda van den staat is hier zoo voortreffelijk georganiseerd, dat feitelijk geen enkele Duitscher meer er over in twij fel is, dat het ditmaal voor zijn of niet-zijn van het Duitsche Rijk gaat, een strijd er op of er-onder. En eronder beteekent voor de Duitschers: nog veel erger leed dan in de periode 19181928 (van 1927'28 af tot '39 kwam een kort bestek van schijn-bloei). Men vergëte vooral niet, dat de gevolgen van Versailles door de Duitschers die thans tusschen de 40 en 70 jaar oud of ouder zijn, en dat is zeker nog een kleine helft van de geheele bevolking, persoonlijk en in vol be wustzijn zijn meegeleden en nog zeer frisch in de herinnering zijn gebleven. Die menschen hebben op de slagvelden van den wereldoorlog meegevochten, ze hebben daarna vernedering, burgeroorlog, revolutie, inflatie, deflatie, en ten slotte een ver schrikkelijke werkloosheid meegemaakt. „Nooit meer Versailles!" is daarom in Duitschland de leuze van heden. In alle standen en klassen, bij rijk en arm. Die stemming is de verklaring van de groote volkssolidariteit en de bereidwilligheid, elk offer op zich te nemen, die men hier overal aantreft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1