Maansteen THEE doet je goed! SPOR NEDERLANDSCH-ENGELSCH ARRANGEMENT Regeling relatief gunstig voor onze agrarische en veeteeltproducten. Weinig formaliteiten voor de importeurs. IhuiUetm DE De natuurbescherming bij uit te voeren werken. Regeering stelt een advies- comm.ssie in. s.s. Felle brand od het „Hooakerk". Botsing op een onbewaakte overweg eischt twee dooden. Fraude door gemeente ontvanger van Breda. EEN BEL oe tweedi Langs de TWEEDE BLAD In -verband met de onderhande lingen van de Nederlandsche dele gatie te Londen, welke geleid hebben tot een regeling met Groot-Britannië voornamelijk be treffende den aanvoer van goederen over zee, bevat de Nederlandsche Staatscourant van gisteren een ministerieele beschikking, in wer king tredende op 8 April, waarin een regeling gegeven wordt van den invoer van goederen via de A. N. I. C. en een bij Koninklijk Besluit vastgestelde lijst van ar tikelen, waarvan de invoer zonder vergunning van 8 April af zal zijn verboden. Beide maatregelen teza men; welke voornamelijk vertra gingen in den aanvoer beoogen te voorkomen, scheppen den volgen den toestand: Van overzee mogen de op de lijpt ge plaatste goederen slechts worden ingevoerd na verkregen vergunning van de A. N. I. C., waarvoor aanvraagformulieren bij de Ka mers van Koophandel verkrijgbaar zijn Voor deze goederen is bovendien vergun ning tot adresseering aan de A. N. I. C. vereischt. Voör over de landsgrenzen ingevoerde goederen, welke op de lijst voorkomen, kunnen de Kamers van Koophandel zonder nadere formaliteiten, indien de consentgel- den betaald zijn, namens de A.N.I.C. over gaan tot uitreiking van de invoervergun ningen, inclusief de machtiging tot adres seering aan de A.N.I.C. Als retributie is aan de A.N.I.C. een pro mille van de invoerwaarde met een mini mumwaarde van 25 cent, verschuldigd. De niet op de lijst geplaatste goederen zyn vrije goederen. Een ander koninklijk besluit, gebaseerd op de Uitvoerverbodenwet 1914, bevat een herziening van de bestaande uitvoerverbo den, aangevuld m°t een aantal nieuwe. De in de Uitvoerverbodenwet 1914 voorziene dispensatie-mogelijkheid blijft van kracht, doch zal, behalve van de binnenladnsche behoeftenvoorziening, ook afhankelijk zijn van. de ter zake met de Britsche regeering getroffen afspraken in verband met den aanvoer dier goederen. Deze afspraken houden voor een. groote reeks van goederen de;mogelijkheid open van uitvoer naar de belligerenten, welke uitvoer aan een voor alle tielligerenten gelijkelijk geldende limiet (een percentage van een normaal basisjaar) is gebonden. Persconferentie. In een persconferentie op het departe ment van algemeene zaken werd gistermid dag over het tusschen Nederland en Enge land getroffen arrangement op handelsge bied, o.m. nog het volgende medegedeeld Reeds spoedig na het uitbreken van den oorlog werd de noodzaak gevoeld met de verschillende landen, waarmede wij een belangrijk handelsverkeer in stand houden, overleg te plegen om de handelsbetrekkin gen aan te passen aan de zoo zeer gewij zigde omstandigheden. Wat nu onze verhouding tot En geland betreft, hier bleek 'het ge- wenscht tot een regeling te komen over de toepassing van het contra bande-systeem. Twee problemen toch lagen in het bijzonder der Ne derlandsche regeering na aan het hart: de aanvoer van overzee en de scheepvaart. Een zooveel mogelijk onbelemmerde aan voer is noodig niet alleen voor onze voed selvoorziening, maar ook öm het onze industrie mogelijk te maken te blijven wer ken: voor binnenlandsche behoeften maar ook voor den onontbeerlijken export. Het ondervinden van moeilijkheden bij den aanvoer heeft natuurlijk zijn onmiddellijke repercussie op de scheepvaart. Verschillende moeilijkheden, o.a. het aan houden van schepen voor onderzoek op contrabande, dat veel overlegtijd vergde en groóte kosten met zich meebracht, maakten een regeling met de Engelsche regeering gewerischt. DOOR WILK1E COLLINS NEDERLANDSCHE BEWERKING VAN A. A. HUMME Jr. 59) Gedurende het laatste deel van de reis, dicht bij de Indische kust, troffen wij eeni- ge dagen van volkomen windstilte, waar door de stroom ons naar land dreef. Wij waren niet ver meer uit de kust, toen de wind eindelijk weer opstak, waarna wij na vier en twintig uur .onze bestemming be reikten. De discipline verslapte, zooals meer het geval is, gedurende een lange periode van windstilte, en eenige passagiers vroegen en verkregén vergunning om in de reddings booten rond te roeien en van daaruit te visschen of te zwemmen. De booten be hoorden iederen avond weer in de davits te worden opgeheschen, doch in plaats daar van bleven zij tot den volgenden morgen Een eerste contactneming had plaats ein de September van het vorige jaar, toen de delegatie naar Londen vertrok. De eigenlijke onderhandelingen begonnen een maand later; de delegatie keerde na een verblijf van zes weken in Londen naar Nederland terug om de voorloopige resul taten aan de Nederlandsche regeering voor te leggen. Begin Januari vertrok de delegatie ten derde male ter vervolging van de bespre kingen over het arrangement, dat op 21 Maart werd geparafeerd. Beteekenis van het arrangement. Het arrangement moet eigenlijk worden beschouwd als de consoli datie van de situatie, zooals deze gedurende de onderhandelingen is geregeld en is erop gericht de moeilijkheden en bezwaren voor beide partijen voortspruitende uit den oorlog zooveel mogelijk te ver minderen. Dit geldt voor wat Nederland betreft vooral de wijze waarop de aanvoer is geregeld. De thans ge troffen regeling is erop gericht dezen zoo ongestoord mogelijk te doen verloopen en het oponthoud van de schepen zooveel mogelijk te bekorten door een vergemakkelij king van het onderzoek op con trabande. Het behoeft geen betoog, dat een zoo danige regeling niet kan werken zonder dat van Nederlandsche zijde maatregelen worden getroffen, die belichaamd zijn in een tweetal Koninklijke Besluiten, welke in de Staatscourant van gisteravond zijn verschenen. De aanvoer van overzee. Het eene Koninklijke Besluit noemt ver schillende goederen, waarvan de invoer verboden is, tenzij vergunning is verleend door de algemeene Nederlandsche invoer- centrale (A. N. I. C.) voor de aan dit lichaam geadresseerde góederen. Deze re geling berust op de invoernoodwet, welke met het oog op den oorlogstoestand werd tot stand gebracht ter verzekering van den voor ons land onontbeerlijken aanvoer. Door deze maatregelen ont vangen de importeurs en de scheep vaart waarborgen, dat goederen op deze wijze behandeld, zonder moei lijkheden de Britsche controlepos ten zullen kunnen passeeren. In herinnering zij gebracht, dat tot nu toe een gemakkelijke aanvoer alleen kon wor den bereikt door het afleggen van de be- kende verklaringen voor de Britsche con sulaire ambtenaren Hier behoeft niet tc worden gewezen op de bezwaren aan deze procedure verbonden: In dit verband zij verwezen naar het door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp ter zake. Het af leggen van deze verklaringen zal voor de aan de A. N. I. C. geadresseerde goederen, waarvoor toestemming ten invoer is geven, niet meer noodig zijn. Hetzelfde geldt voor den aanvoer van goederen, die zonder de tusschenkomst van de A. N. I. C. zullen worden aangevoerd, dit zijn dus alle goede ren, die niet in het Koninklijk Besluit zijn genoemd. Zij zijn te beschouwen als „vrije" goederen. Uiteraard voorziet het arrange ment met Engeland voor deze goederen ook faciliteiten inzake het contrabande-on derzoek. Bij de uitwerking van deze aan gelegenheid is ermede rekening gehouden, dat deze grootere ze kerheid voor den aanvoer niet door te vele of te tijdröovende formali teiten aan effect zal inboeten. Bij de Kamers van Koophandel en Fa brieken zullen aanvraagformulieren be schikbaar zijn welke een snelle afdoening van zaken door de A. N. I. C. zullen bevor deren. Voor den invoer van goederen, die van overzee worden aangevoerd, wordt op deze aanvraagformulieren machtiging tot adresseèring „aa'n de order van "de 'A.' N" I. 'C." en vervolgens een invoervergunning verleend. Het is de taak van de belangheb benden steeds tijdig zorg te dragen, dat zij in het bezit zijn van het A. N. I. C.-adres, de rest 'volgt dan Vanzelf. Vöor de invóër over de landsgrenzen is afgezien van aan vraagformulieren en zullen namens de A. N. I. C. de Kamers van Koophandel en Fabrieken zonder nadere formaliteiten, de consentgelden betaald zijnde, overgaan tot uitreiking van de vereischte vergunningen. Het cosentgeld is gesteld op niet meer dan 1 pro mille. Door de aangelegenheid op de ze wijze te regelen, mag^ worden verwacht, dat handel en verkeer, zoo min mogelijk belemmering zullen ondervinden van de terzake ingevolge het arrangement getrof fen maatregelen. In denzeifden gedachten- gang zijn vrijstelligen verleend voor goe deren, welke bestemd zijn voor persoonlijk gebruik, terwijl goéderen welke voor 8 April werden afgezonden, "eveneens Uitge zonderd zijn. De uitvoer. Het andere koninklijk besluit regelt den uitvoer, zooals deze van Nederlandsche zijde is vastgesteld op grond van het met de Brit sche régeèring gepleegde overleg. Het uit gangspunt is tweeledig: 1. Voor een aantal producten, waaronder voornamelijk die vallen, welke overzee 'plegen te worden aangevoerd, zal geen dispensatie worden verleend voor den uitvoer naar een der belligerenten, welke 't ook zij. Daarnaast zal voor een groote reeks van goederen wel een uitvoermogelijkheid naar de belli- gerentén mogelijk zijn, zij het dat deze aan een voor alle belligeren ten gelijkelijk geldende limite is gebonden. Deze regeling is relatief gunstig te achten voor onze land bouw-, veeteelt- en tuinbouwpro ducten, die een niet onbelangrijke uitvoermogelijkheid naar de belli gerenten behouden. 2. Als beginsel valt de handel met neutrale landen buiten het arran gement, met uitzondering van een aantal landen in Euröoa waarheen de uitvoer op dezelfde wijze zal worden gecontroleerd als ten aan zien van de belligerenten zal ge schieden. Voor alle landen zal even wel dispensatie moeten worden aan gevraagd voor de uitvoerverboden, die immers een algemeén karakter dragen. De niet-Éüropeesche lan den vallen alle büiteh het arran gement. Ter uitvoering van het arrangement zal de uitvoerverbodenwet 1914 nader worden toe gepast. Het desbetreffende koninklijke be sluit dat een dezer dagen zal worden ge publiceerd, bevat een herziening van de be staande uitvoerverboden, aangevuld met een aantal nieuwe. De in de wet op de uitvoer verboden voorzienedispensatie-mogelijk heid blijft van kracht-Ter verkrijging van uitvoervergunningen dierjt men zich te wen den tot het crisis-uitvoerbureau, resp.. voor zoover het betreft monopolieproducten, tot de desbetreffende monopoiiehoudsters (cen trales). Het arrangement en het bilaterale handelsverkeer. Tenslotte zij nog de aandacht erop geves tigd, dat het arrangement niet regelt het bilaterale handelsverkeer tusschen Neder land en Engeland in den zin van de han delsovereenkomsten in vredestijd, doch slechts het raam uitmaakt van de aanvoer en uitvoermogelijkheden, waarbinnen met de verschillende betrokken landen ingevol ge de bestaande of te sluiten handelsover eenkomsten handel kan worden gedreven. DREIGEND CONFLICT IN DE METAAL NIJVERHEID. De katholieke, algemeene en christelijke metaalbewerkersbonden hebben sinds begin Februarie met de katholieke vereeniging van werkgevers in de metaalnijverheid on- derhandld over de toepassing van een duur- tetoeslag. Tot heden is hierover geen overeenstem ming bereikt. De samenwerkende metaalbe- werkersfconden hebben thans ter verkrij ging van 10 procent duurtetoeslag bij een aantal leden van genoemde werkgevers organisatie een ultimatum gesteld, dat Za terdag 13 April afloopt. De minister van economische zaken, van onderwijs, kunsten en wetenschappen en van sociale zaken, hebben een natuurbe schermingsbeschikking getroffen. Wij ont- leenen daaraan het volgende: De onder de voornoemde minis ters ressorteerende diensten voeren geen cultuurtechnische werken uit en verleenen bij de totstandkoming van zoodanige werken geen hulp, in welken vorm ook, dan nadat door of vanwege de ministers van economische zaken en van onder wijs, kunsten en wetenschappen is verklaard, dat daartegen uit het oogpunt van natuurbeschrmine en landschapsschoon geen bezwaar be staat. Vöor zoover de ministers zich het nemen van een beslissing met betrekking tot een bepaald werk of bepaalde onroerende goe deren niet Uitdrukkelijk hebben voorbehou den, zijn de directeur van het Staatsbosch- beheer en de houtvesters van dezen dienst- ieder voor zijn ambtsgebied bevoegd na mens de minister de hierboven bedoelde verklaring af te leggen. Bij twijfelgevallen stelt de directeur en het Staatsboschbeheer de zaak in handen van de ministers. Deze worden voorgelicht door een door de minister ingestelde centrale commissie. De dienst van het staatsboschbeheer staat deze commissie bij vervulling van haar taak terzijde. De ministers nemen geen beslissing alvo rens het advies der centrale commissie hen heeft bereikt. In de centrale commissie voor natuurbescherming zijn benoemd tot: lid en voorzitter: mr. dr. E. J. Beumer, voorzitter van de contactcommissie inzake natuurbescherming, leden: J. C. van Beek, lid van Gedeputeerde Staten van Noordbra bant te Deurne, prof. dr. G. A. van Poelje, secretaris-generaal van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr. P. G. van Tienhoven, voorzitter van de ver. tot behoud van natuurmonumenten in Ne derland, Meyer de Vries, hoofd der afdee- ling werkverruiming van het departement van sociale zaken, lid en secretaris: rm. .T. A. M. Pott, referendaris, hoofd van de zesde afdeeling van de directie van den landbouw. Een deel van de lading verbrand. Gistermiddag is, vermoedelijk doordat vonken van een laschappa- raat in de lading zijn gevallen, brand ontstaan aan boord van het 5137 ton metende vrachtschip. „Hoogkerk" van de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maat schappij, dat in de Maashaven te Rotterdam gemeerd ligt. v De „Hoogkerk" was juist Donderdag in Rotterdam gearriveerd en gistermorgen was men begonnen met het lossen van de lading, welke bestaat uit kapok en aard- noten. o De brandweer werd onmiddellijk na het uitbreken van den brand gealarmeerd. In middels werd het blusschingswerk reeds begonnen door de eigen brandweer, die het vuur met enkele stralen aantastte. Later arriveerde nog een drijvende spuit. Het bleek buitengewoon moeilijk het vuur te bestrijden. Gisteravond om half elf woedde de brand in volle hevigheid. Gevaar voor uitbreiding bestond toen niet meer. Het vuur werd toen behalve, door eigen brandweer, door twaalf stralen van drie drijvende spuiten bestreden. De vuurhaard was in verband met de groote lading in ruim 3, waar de brand woedde, zeer moeilijk te bereiken. Het was niet mogelijk het ruim onder water te zetten, zoodat men zich genoodzaakt zag vijf gaten te hakken in een tusschenschot in het ruim en hierdoor water te geven. Omstreeks 12 uur had men den brand onder de knie. Het nablusschingswerk zal nog wel enkele dagen duren. langszij het schip gemeerd liggen. Gedurende den derden nacht had de wacht niets bijzonders opgemerkt, doch den volgenden morgen bleek de kleinste boot verdwenen te zijn en eenigen tijd later mis ten wij eveneens onze drie Hindoe-passa giers. Bij aankomst te Bombay hoorde ik voor het eerst, welke reden die mannen hadden, om van de gelegenheid gebruik te maken van het schip te ontsnappen. Ik heb boven staande verklaring voor de autoriteiten af gelegd en een reprimande in ontvangst moeten nemen, omdat ik niet de hand had gehouden aan de discipline. Sedert dien is er, .bij mijn weten, niets meer van de drie Hindoes vernomen. Ik heb hier verder niets aan toe te voegen. II. Een brief van den heer Murthwaite (1850). Geachte heer Bruff. Herinnert u zich, dat wij elkaar in den herfst van '48 op een diner in Londen ontmoet hebben, en dat wij toen een gesprek voerden over een In- dischen diamant, den zoogenaamden Maan steen, die het doel was van een samenzwe ring? Sedert dien tijd hebben mijn zwerftoch ten mij in Centraal Azië en het Noord- Westen van Indië gebracht en veertien da gen geleden bevond ik mij in het district Kathiawar, waar ik getuige was van een ceremonie, die u zal interesseeren. Kathiawar is nog zoo ongeciviliseerd, dat zelfs de menschen, die het land bewerkén, tot de tanden gewapend zijn en de bevol king bestaat uit fanatieke volgelingen van het oude Hindoe-geloof de aanbidding van Brahama en Vishnóè. De weinige Mo hammedanen, die verspreid in dat district leven, durven zelfs geen vleesch te eten. Het was de tweede maal, dat ik mij hier bevond en voor ik verder ging wilde ik nogmaals de ruïnes van het eertijds mach tige Sommauth bezoeken, waarvoor ik drie dagen te voet moest reizen. Ik was nog niet lang op weg, toen ik op merkte, dat verschillende andere men schen, in groepjes van twee of drie, den zelfden weg volgden. Den tweeden dag wa ren het er meer en den laatsten dag waren het duizenden, die zich. naar de heilige stad begaven. Een kleine dienst, dien ik een pelgrim kon bewijzen, was oorzaak, dat ik mij kon aansluiten bij een groepje Hindoes van hoogere kaste, die mij vertelden dat de me nigte op weg was om getuige te zijn van een belangrijke godsdienstige ceremonie, ter eere van den Maangod, Welke dien nacht zou plaats Vinden. Toen wij in Sommauth aankwamen, was de menigte zoo dicht, dat wij niet verder konden, doch dank zij den invloed van mijn nieuw verworven vrienden, konden wij tot dicht bij het altaar naderen, dat op een heuvel stond en dat voor onze oogen ver borgen was achter een, tusschen twee hoo rnen gespannen, doek. De maan stond hoog aan den hemel en er klonk een zachte muziek van fluiten en snaarinstrumenten. Voor het altaar, op een vooruitstekend rotsplateau, stonden drie mannen. In den middelste herkende ik den Indiër, met wien ik op het terras voor lady Verinder's huis in Engeland een paar woor den had gewisseld. De beide anderen zul len waarschijnlijk zijn metgezellen zijn ge weest. Mijn buurman legde mij uit, dat deze drie mannen Brahmanen waren, dié hun kaste hadden opgeofferd ter willé van hun god, die hun bevolen had zich te reinigen van hun zonden, door een pelgrimstocht te on dernemen. Dien nacht zouden zij uit elkaar gaan en in drie verschillende richtingen op weg gaan naar de heilige steden in Voor- Indië. Nooit meer zouden zij elkaar mogen zien en nooit zouden zij mogen rusten, van het oogenblik af, dat zij zich op weg bega ven, tot aan hun dood. Terwijl hij mij dit op fluisterenden toon vertelde, hield de muiek op. De drie man nen wierpen zich voor het altaar op den grond, stonden weer op, omhelsden elkaar en liepen in verschillende richtingen op de menigte toe, die voor hen uitweek en een pad vrij liet, dat zich achter hen weer sloot. Wij verloren hen uit het oog en hun Gisteravond is op den onbewaak- ten overweg in de Kortfoortstraat te Oss een ernstig ongeluk ge- - beurd, dat den 26-jarigen Ekster uit Nistelrode en den 24-jarigen Verhoeve uit Nuland het leven heeft gekost. Eksters bestuurde een vrachtwagen van de firma van der Oort uit Heesch, Verhoeve zat bij hem in de cabine. Bij het passeeren- van den overweg werd de vrachtauto ge grepen door den trein uit 's-Hertogenbosch, die om 20.29 uur te Oss moet stoppen. De auto werd in een langs de spoorlijn loopen- de sloot geworpen en totaal vernield. Beide inzittenden waren vrijwel op slag dood. Naar wij vernemen is er een tekort ont dekt in de kas van den gemeenteontvanger van Breda, mr. C. Dit tekort bedraagt en kele duizenden guldens. In de gisteravond gehouden geheime vergadering van den gemeenteraad is den ontvanger ontslag verleend. DE HANDEL TUSSCHEN NEDERLAND EN DUITSCHLAND. De Nederlandsche K. v. K. voor Duitschland bestaat 35 jaar. In 1905 kwam op den elfden April te Düsseldorf een groepje Nederlanders op initiatief van den Nedèrlandschen koop man A. Hendrix bijeen met het doel een organisatie te scheppen, die den handel tusschen Nederland en Duitschland zou kunnen bevorderen. Nog dienzelfden dag werd tot de oprichting van een dergelijk lichaam besloten, waaraan den naam „Eerste Nederlandsch koopmansgilde" werd gegeven, later gewijzigd in „Neder landsche Kamer van Koophandel voor Duitschland". Deze kamer, wier zetel uit Düsseldorf een kwart eeuw geleden naar Nederland werd overgebracht, zal dus op 11 dezer 35 jaren hebben bestaan, terwijl het dan 25 jaar geleden zal zijn geweest, dat de zetel der kamer in ons land werd geves tigd. Hoewel hier een dubbel jubileum ge vierd zou kunnen worden, zal toch elk feestbetoon achterwege, worden gelaten onder de huidige omstandigheden. Doel der kamer is, zooals bekend, bevorderen van den handel tusschen Nederland en het Duitsche rijk. In den vorigen wereldoorlog heeft zij veel voor dén handel kunnen doën. Tij dens de Rijn-Roerbezetting en den daar mee gepaard geganen spannendèn toe stand omstreeks 1923 heeft de Kamer met veel succes hajar tusschenkomst verleend tot het vrijgeven van Nederlandsche goe deren in dat gebied. Het bureau voor handelsgeschillen, dat aan de kamer is verbonden, behandelde in den inflatietijd een paar duizend geschillen en wist in verreweg de meeste gevallen een voor den handel tusschen beide landen gunstige op lossing te verkrijgen. Vele valorisatiegeval- len bracht zij tot gelukkig resultaat; zij is voor de vrije Rijnvaart herhaaldelijk op de bres getreden, heeft steeds gestreefd naar een overeenkomst ter voorkoming van dub bele belasting, meermalen pogingen verricht om te bereiken, dat Duitschland in grootere mate binnenschepen en kustvaartuigen in Nederland liet bouwen, zij is actief in het bevorderen van het reizigersverkeer tus schen beide landen, verleent haar bemid deling en verstrekt voorlichting bij het be talingsverkeer en de rentetransfer, ook voor de nieuwe gebieden van Duitschland, zij brengt industrieën tot elkander en orga niseert tentoonstellingen. Tenslotte publi ceert de kamer enorm veel, dat tot bevorde ring van den wederzij dschen handel kan strekken. Het zijn vooral de middelbare en de kleine handelsbedrijven en zakên, die' van het werk der kamer profijt trekken, omdat zij niet zooals enkele groote in dustrieën en concerns over wederkeerige relaties in de beide landen beschikken. Daarnaast maken veel particulieren in inci- denteele gevallen gebruik van de diensten der kamer om bemiddeling of inlichtingen te verkrijgen. sporen waren voor altijd uitgewischt.'' Nu brak de muziek uit in jubeltoonen.- Een schok ging deor de menigte, die nog dichter op elkaar drong en in ademlooze spanning naar het altaar opkeek. Het doek werd opzij geschoven en het al taar werd voor ons zichtbaar. Op een voetstuk, gezeten op den zinne- beeldigen antiloop, de vier armen naar de vier hoeken der aarde uitgestrekt, afschrik wekkend in het mystieke maanlicht, rees de Maangod voor ons op. De gele diamant wiens glans ik het laatst op den boezem van een vrouw in Engeland had bewon derd, glinsterde in het voohoofd van het beeld. Ja, na verloop van acht honderd jaar, zendt de Maansteen opnieuw zijn stralen over de muren van de heilige stad, waar. zijn geschiedenis begon. Hoe hij zijn weg doorheen heeft teruggevonden door welk, toeval of welke misdaad de Indiërs weer in het bezit van hun heilig juweel zijn geko men, zijn vragen, waarop ik u geen ant woord kan geven. U heeft den steen in Engeland uit het oog verloren, en als ik dit volk ook maar eenigszins ken, heeft u hem voor goed uit het oog verloren. Zoo vlieden de jaren heen en de gebeur tenissen herhalen zich. Welke avonturen zou de Maansteen nog beleven? Wie kan dat* zeggen? EINDE. TWEEDE V o e b 1. Alcmaria Victris De Alkmaarsche Tal van belar™ voor morgen wc gramma. D.W.S.—Haar! AdoAjax en thuisclubs de be In afd. II ook Xerxes, R.F.C. D.V.S. en Sparta In het Oosten jongste nederlaag gaat naar N.E.C schedé ontvangt A.G.O.V.V.. E. Wageningen. In afd. IV hee: ker dan M.V.V., moet en M.V.V v/orden gtsose'd II—B.V.V.,' Hein mondLonga. In 't Noorden stadgenoote Be Velocitas en Acmik strijd Heerenveer. voor Heerenveen heeft de thuisclub winstkansen. In afd. B. zijn komen. O.S.V. sp H R.C. terwijl He Hollandia ontvan0„. W.F.C. op bezoek uitstekende kans Boys zullen het o, succesje brengen wordt een spanner In afd. C. moet speelt Edo thuis Verdere ontmoetin Q.S.C.Zeeburgia en D.W.V.—H.F.C Verder memoreen D. Watergraafsmeer U.V.V.De Volew ElinckwijkVrien E WatervogelsHek SchagenOudeslui B.K.C.Wieringer H.R.C. 2—Atlas. F. SportersStrandv Hollandia 2M. AndjikWest-Fr G. UitgeestAlcm Alkm. Boys 2 Weinig ontmo ling. Zoow mondia I kun Er was een buiteng< ma vastgesteld, doch weer bekort, daar zoowel Alcmaria IV Alkmaar I, door kwamen te vervallen het treffen van Koed gebleven. Beide ploeg zeer goed werk en tingen, zou het in Koe kunnen spannen; mog ten netjes gedeeld. UIT EEN RAAM VERDIEPING Gistermiddag was burgerdwarsstraat te jarige bewoonster va van perceel nummer bezig met het afschu Het kleed gleed haar zoodat de vrouw, toe pen, het evenwicht viel. Zij kwam terech vloer van de binnenj op slag dood. Er waren geen getu De vrouw was alleen kinderen van respecti vier maanden. NATIONAAL BIJZONDER Steeds meer wordt fonds voor bijzonder vraagd voor stille ari doenden. Soms zijn lenigen en om hiertoe het fonds, waarvan vrouwe en prinses is, het plan opgevat vraag uit te schrijver gingen, die Maandaga në programma verzo: en de V.A.R.A., hebb klaard, dit hoorspel en door Koos Koen, op beide zenders uit Naar de voorzitter fonds voor bijzondere A. baron van Heemst heeft het bestuur de hoogen prijs gesteld, c vijf grote omroepver< van hun programma- staan voor een uitg van den luisterwedst in den lande, die bel prijzen hebben wille: is het bestuur bijzon konden reeds meer da uitgeloofd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6