Maansteen
THEE doet je goed!
SPOR
NEDERLANDSCH-ENGELSCH ARRANGEMENT
Regeling relatief gunstig voor onze agrarische
en veeteeltproducten.
Weinig formaliteiten voor de
importeurs.
IhuiUetm
DE
De natuurbescherming bij
uit te voeren werken.
Regeering stelt een advies-
comm.ssie in.
s.s.
Felle brand od het
„Hooakerk".
Botsing op een onbewaakte
overweg eischt twee
dooden.
Fraude door gemeente
ontvanger van
Breda.
EEN BEL
oe tweedi
Langs de
TWEEDE BLAD
In -verband met de onderhande
lingen van de Nederlandsche dele
gatie te Londen, welke geleid
hebben tot een regeling met
Groot-Britannië voornamelijk be
treffende den aanvoer van goederen
over zee, bevat de Nederlandsche
Staatscourant van gisteren een
ministerieele beschikking, in wer
king tredende op 8 April, waarin
een regeling gegeven wordt van
den invoer van goederen via de
A. N. I. C. en een bij Koninklijk
Besluit vastgestelde lijst van ar
tikelen, waarvan de invoer zonder
vergunning van 8 April af zal zijn
verboden. Beide maatregelen teza
men; welke voornamelijk vertra
gingen in den aanvoer beoogen te
voorkomen, scheppen den volgen
den toestand:
Van overzee mogen de op de lijpt ge
plaatste goederen slechts worden ingevoerd
na verkregen vergunning van de A. N. I. C.,
waarvoor aanvraagformulieren bij de Ka
mers van Koophandel verkrijgbaar zijn
Voor deze goederen is bovendien vergun
ning tot adresseering aan de A. N. I. C.
vereischt.
Voör over de landsgrenzen ingevoerde
goederen, welke op de lijst voorkomen,
kunnen de Kamers van Koophandel zonder
nadere formaliteiten, indien de consentgel-
den betaald zijn, namens de A.N.I.C. over
gaan tot uitreiking van de invoervergun
ningen, inclusief de machtiging tot adres
seering aan de A.N.I.C.
Als retributie is aan de A.N.I.C. een pro
mille van de invoerwaarde met een mini
mumwaarde van 25 cent, verschuldigd.
De niet op de lijst geplaatste goederen
zyn vrije goederen.
Een ander koninklijk besluit, gebaseerd
op de Uitvoerverbodenwet 1914, bevat een
herziening van de bestaande uitvoerverbo
den, aangevuld m°t een aantal nieuwe. De
in de Uitvoerverbodenwet 1914 voorziene
dispensatie-mogelijkheid blijft van kracht,
doch zal, behalve van de binnenladnsche
behoeftenvoorziening, ook afhankelijk zijn
van. de ter zake met de Britsche regeering
getroffen afspraken in verband met den
aanvoer dier goederen. Deze afspraken
houden voor een. groote reeks van goederen
de;mogelijkheid open van uitvoer naar de
belligerenten, welke uitvoer aan een voor
alle tielligerenten gelijkelijk geldende
limiet (een percentage van een normaal
basisjaar) is gebonden.
Persconferentie.
In een persconferentie op het departe
ment van algemeene zaken werd gistermid
dag over het tusschen Nederland en Enge
land getroffen arrangement op handelsge
bied, o.m. nog het volgende medegedeeld
Reeds spoedig na het uitbreken van den
oorlog werd de noodzaak gevoeld met de
verschillende landen, waarmede wij een
belangrijk handelsverkeer in stand houden,
overleg te plegen om de handelsbetrekkin
gen aan te passen aan de zoo zeer gewij
zigde omstandigheden.
Wat nu onze verhouding tot En
geland betreft, hier bleek 'het ge-
wenscht tot een regeling te komen
over de toepassing van het contra
bande-systeem. Twee problemen
toch lagen in het bijzonder der Ne
derlandsche regeering na aan het
hart: de aanvoer van overzee en de
scheepvaart.
Een zooveel mogelijk onbelemmerde aan
voer is noodig niet alleen voor onze voed
selvoorziening, maar ook öm het onze
industrie mogelijk te maken te blijven wer
ken: voor binnenlandsche behoeften maar
ook voor den onontbeerlijken export. Het
ondervinden van moeilijkheden bij den
aanvoer heeft natuurlijk zijn onmiddellijke
repercussie op de scheepvaart.
Verschillende moeilijkheden, o.a. het aan
houden van schepen voor onderzoek op
contrabande, dat veel overlegtijd vergde en
groóte kosten met zich meebracht, maakten
een regeling met de Engelsche regeering
gewerischt.
DOOR WILK1E COLLINS
NEDERLANDSCHE BEWERKING
VAN A. A. HUMME Jr.
59)
Gedurende het laatste deel van de reis,
dicht bij de Indische kust, troffen wij eeni-
ge dagen van volkomen windstilte, waar
door de stroom ons naar land dreef. Wij
waren niet ver meer uit de kust, toen de
wind eindelijk weer opstak, waarna wij
na vier en twintig uur .onze bestemming be
reikten.
De discipline verslapte, zooals meer het
geval is, gedurende een lange periode van
windstilte, en eenige passagiers vroegen en
verkregén vergunning om in de reddings
booten rond te roeien en van daaruit te
visschen of te zwemmen. De booten be
hoorden iederen avond weer in de davits te
worden opgeheschen, doch in plaats daar
van bleven zij tot den volgenden morgen
Een eerste contactneming had plaats ein
de September van het vorige jaar, toen de
delegatie naar Londen vertrok.
De eigenlijke onderhandelingen begonnen
een maand later; de delegatie keerde na
een verblijf van zes weken in Londen naar
Nederland terug om de voorloopige resul
taten aan de Nederlandsche regeering voor
te leggen.
Begin Januari vertrok de delegatie ten
derde male ter vervolging van de bespre
kingen over het arrangement, dat op 21
Maart werd geparafeerd.
Beteekenis van het arrangement.
Het arrangement moet eigenlijk
worden beschouwd als de consoli
datie van de situatie, zooals deze
gedurende de onderhandelingen is
geregeld en is erop gericht de
moeilijkheden en bezwaren voor
beide partijen voortspruitende uit
den oorlog zooveel mogelijk te ver
minderen.
Dit geldt voor wat Nederland
betreft vooral de wijze waarop de
aanvoer is geregeld. De thans ge
troffen regeling is erop gericht
dezen zoo ongestoord mogelijk te
doen verloopen en het oponthoud
van de schepen zooveel mogelijk te
bekorten door een vergemakkelij
king van het onderzoek op con
trabande.
Het behoeft geen betoog, dat een zoo
danige regeling niet kan werken zonder
dat van Nederlandsche zijde maatregelen
worden getroffen, die belichaamd zijn in
een tweetal Koninklijke Besluiten, welke
in de Staatscourant van gisteravond zijn
verschenen.
De aanvoer van overzee.
Het eene Koninklijke Besluit noemt ver
schillende goederen, waarvan de invoer
verboden is, tenzij vergunning is verleend
door de algemeene Nederlandsche invoer-
centrale (A. N. I. C.) voor de aan dit
lichaam geadresseerde góederen. Deze re
geling berust op de invoernoodwet, welke
met het oog op den oorlogstoestand werd
tot stand gebracht ter verzekering van den
voor ons land onontbeerlijken aanvoer.
Door deze maatregelen ont
vangen de importeurs en de scheep
vaart waarborgen, dat goederen op
deze wijze behandeld, zonder moei
lijkheden de Britsche controlepos
ten zullen kunnen passeeren.
In herinnering zij gebracht, dat tot nu toe
een gemakkelijke aanvoer alleen kon wor
den bereikt door het afleggen van de be-
kende verklaringen voor de Britsche con
sulaire ambtenaren Hier behoeft niet tc
worden gewezen op de bezwaren aan deze
procedure verbonden: In dit verband zij
verwezen naar het door de Tweede Kamer
aangenomen wetsontwerp ter zake. Het af
leggen van deze verklaringen zal voor de
aan de A. N. I. C. geadresseerde goederen,
waarvoor toestemming ten invoer is geven,
niet meer noodig zijn. Hetzelfde geldt voor
den aanvoer van goederen, die zonder de
tusschenkomst van de A. N. I. C. zullen
worden aangevoerd, dit zijn dus alle goede
ren, die niet in het Koninklijk Besluit zijn
genoemd. Zij zijn te beschouwen als „vrije"
goederen. Uiteraard voorziet het arrange
ment met Engeland voor deze goederen
ook faciliteiten inzake het contrabande-on
derzoek.
Bij de uitwerking van deze aan
gelegenheid is ermede rekening
gehouden, dat deze grootere ze
kerheid voor den aanvoer niet door
te vele of te tijdröovende formali
teiten aan effect zal inboeten.
Bij de Kamers van Koophandel en Fa
brieken zullen aanvraagformulieren be
schikbaar zijn welke een snelle afdoening
van zaken door de A. N. I. C. zullen bevor
deren. Voor den invoer van goederen, die
van overzee worden aangevoerd, wordt op
deze aanvraagformulieren machtiging tot
adresseèring „aa'n de order van "de 'A.' N"
I. 'C." en vervolgens een invoervergunning
verleend. Het is de taak van de belangheb
benden steeds tijdig zorg te dragen, dat zij
in het bezit zijn van het A. N. I. C.-adres,
de rest 'volgt dan Vanzelf. Vöor de invóër
over de landsgrenzen is afgezien van aan
vraagformulieren en zullen namens de
A. N. I. C. de Kamers van Koophandel en
Fabrieken zonder nadere formaliteiten, de
consentgelden betaald zijnde, overgaan tot
uitreiking van de vereischte vergunningen.
Het cosentgeld is gesteld op niet meer dan
1 pro mille. Door de aangelegenheid op de
ze wijze te regelen, mag^ worden verwacht,
dat handel en verkeer, zoo min mogelijk
belemmering zullen ondervinden van de
terzake ingevolge het arrangement getrof
fen maatregelen. In denzeifden gedachten-
gang zijn vrijstelligen verleend voor goe
deren, welke bestemd zijn voor persoonlijk
gebruik, terwijl goéderen welke voor 8
April werden afgezonden, "eveneens Uitge
zonderd zijn.
De uitvoer.
Het andere koninklijk besluit regelt den
uitvoer, zooals deze van Nederlandsche zijde
is vastgesteld op grond van het met de Brit
sche régeèring gepleegde overleg. Het uit
gangspunt is tweeledig:
1. Voor een aantal producten,
waaronder voornamelijk die vallen,
welke overzee 'plegen te worden
aangevoerd, zal geen dispensatie
worden verleend voor den uitvoer
naar een der belligerenten, welke 't
ook zij. Daarnaast zal voor een
groote reeks van goederen wel een
uitvoermogelijkheid naar de belli-
gerentén mogelijk zijn, zij het dat
deze aan een voor alle belligeren
ten gelijkelijk geldende limite is
gebonden. Deze regeling is relatief
gunstig te achten voor onze land
bouw-, veeteelt- en tuinbouwpro
ducten, die een niet onbelangrijke
uitvoermogelijkheid naar de belli
gerenten behouden.
2. Als beginsel valt de handel met
neutrale landen buiten het arran
gement, met uitzondering van een
aantal landen in Euröoa waarheen
de uitvoer op dezelfde wijze zal
worden gecontroleerd als ten aan
zien van de belligerenten zal ge
schieden. Voor alle landen zal even
wel dispensatie moeten worden aan
gevraagd voor de uitvoerverboden,
die immers een algemeén karakter
dragen. De niet-Éüropeesche lan
den vallen alle büiteh het arran
gement.
Ter uitvoering van het arrangement zal de
uitvoerverbodenwet 1914 nader worden toe
gepast. Het desbetreffende koninklijke be
sluit dat een dezer dagen zal worden ge
publiceerd, bevat een herziening van de be
staande uitvoerverboden, aangevuld met een
aantal nieuwe. De in de wet op de uitvoer
verboden voorzienedispensatie-mogelijk
heid blijft van kracht-Ter verkrijging van
uitvoervergunningen dierjt men zich te wen
den tot het crisis-uitvoerbureau, resp.. voor
zoover het betreft monopolieproducten, tot
de desbetreffende monopoiiehoudsters (cen
trales).
Het arrangement en het bilaterale
handelsverkeer.
Tenslotte zij nog de aandacht erop geves
tigd, dat het arrangement niet regelt het
bilaterale handelsverkeer tusschen Neder
land en Engeland in den zin van de han
delsovereenkomsten in vredestijd, doch
slechts het raam uitmaakt van de aanvoer
en uitvoermogelijkheden, waarbinnen met
de verschillende betrokken landen ingevol
ge de bestaande of te sluiten handelsover
eenkomsten handel kan worden gedreven.
DREIGEND CONFLICT IN DE METAAL
NIJVERHEID.
De katholieke, algemeene en christelijke
metaalbewerkersbonden hebben sinds begin
Februarie met de katholieke vereeniging
van werkgevers in de metaalnijverheid on-
derhandld over de toepassing van een duur-
tetoeslag.
Tot heden is hierover geen overeenstem
ming bereikt. De samenwerkende metaalbe-
werkersfconden hebben thans ter verkrij
ging van 10 procent duurtetoeslag bij een
aantal leden van genoemde werkgevers
organisatie een ultimatum gesteld, dat Za
terdag 13 April afloopt.
De minister van economische zaken, van
onderwijs, kunsten en wetenschappen en
van sociale zaken, hebben een natuurbe
schermingsbeschikking getroffen. Wij ont-
leenen daaraan het volgende:
De onder de voornoemde minis
ters ressorteerende diensten voeren
geen cultuurtechnische werken uit
en verleenen bij de totstandkoming
van zoodanige werken geen hulp,
in welken vorm ook, dan nadat
door of vanwege de ministers van
economische zaken en van onder
wijs, kunsten en wetenschappen is
verklaard, dat daartegen uit het
oogpunt van natuurbeschrmine en
landschapsschoon geen bezwaar be
staat.
Vöor zoover de ministers zich het nemen
van een beslissing met betrekking tot een
bepaald werk of bepaalde onroerende goe
deren niet Uitdrukkelijk hebben voorbehou
den, zijn de directeur van het Staatsbosch-
beheer en de houtvesters van dezen dienst-
ieder voor zijn ambtsgebied bevoegd na
mens de minister de hierboven bedoelde
verklaring af te leggen. Bij twijfelgevallen
stelt de directeur en het Staatsboschbeheer
de zaak in handen van de ministers.
Deze worden voorgelicht door een door
de minister ingestelde centrale commissie.
De dienst van het staatsboschbeheer staat
deze commissie bij vervulling van haar taak
terzijde.
De ministers nemen geen beslissing alvo
rens het advies der centrale commissie hen
heeft bereikt. In de centrale commissie
voor natuurbescherming zijn benoemd tot:
lid en voorzitter: mr. dr. E. J. Beumer,
voorzitter van de contactcommissie inzake
natuurbescherming, leden: J. C. van Beek,
lid van Gedeputeerde Staten van Noordbra
bant te Deurne, prof. dr. G. A. van Poelje,
secretaris-generaal van het departement van
onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr.
P. G. van Tienhoven, voorzitter van de ver.
tot behoud van natuurmonumenten in Ne
derland, Meyer de Vries, hoofd der afdee-
ling werkverruiming van het departement
van sociale zaken, lid en secretaris: rm. .T.
A. M. Pott, referendaris, hoofd van de
zesde afdeeling van de directie van den
landbouw.
Een deel van de lading
verbrand.
Gistermiddag is, vermoedelijk
doordat vonken van een laschappa-
raat in de lading zijn gevallen,
brand ontstaan aan boord van het
5137 ton metende vrachtschip.
„Hoogkerk" van de Vereenigde
Nederlandsche Scheepvaart Maat
schappij, dat in de Maashaven te
Rotterdam gemeerd ligt. v
De „Hoogkerk" was juist Donderdag in
Rotterdam gearriveerd en gistermorgen
was men begonnen met het lossen van de
lading, welke bestaat uit kapok en aard-
noten. o
De brandweer werd onmiddellijk na het
uitbreken van den brand gealarmeerd. In
middels werd het blusschingswerk reeds
begonnen door de eigen brandweer, die het
vuur met enkele stralen aantastte. Later
arriveerde nog een drijvende spuit. Het
bleek buitengewoon moeilijk het vuur te
bestrijden.
Gisteravond om half elf woedde de brand
in volle hevigheid. Gevaar voor uitbreiding
bestond toen niet meer. Het vuur werd
toen behalve, door eigen brandweer, door
twaalf stralen van drie drijvende spuiten
bestreden. De vuurhaard was in verband
met de groote lading in ruim 3, waar de
brand woedde, zeer moeilijk te bereiken.
Het was niet mogelijk het ruim onder water
te zetten, zoodat men zich genoodzaakt zag
vijf gaten te hakken in een tusschenschot
in het ruim en hierdoor water te geven.
Omstreeks 12 uur had men den brand
onder de knie. Het nablusschingswerk zal
nog wel enkele dagen duren.
langszij het schip gemeerd liggen.
Gedurende den derden nacht had de
wacht niets bijzonders opgemerkt, doch den
volgenden morgen bleek de kleinste boot
verdwenen te zijn en eenigen tijd later mis
ten wij eveneens onze drie Hindoe-passa
giers.
Bij aankomst te Bombay hoorde ik voor
het eerst, welke reden die mannen hadden,
om van de gelegenheid gebruik te maken
van het schip te ontsnappen. Ik heb boven
staande verklaring voor de autoriteiten af
gelegd en een reprimande in ontvangst
moeten nemen, omdat ik niet de hand had
gehouden aan de discipline. Sedert dien is
er, .bij mijn weten, niets meer van de drie
Hindoes vernomen. Ik heb hier verder niets
aan toe te voegen.
II.
Een brief van den heer Murthwaite (1850).
Geachte heer Bruff. Herinnert u zich,
dat wij elkaar in den herfst van '48 op een
diner in Londen ontmoet hebben, en dat
wij toen een gesprek voerden over een In-
dischen diamant, den zoogenaamden Maan
steen, die het doel was van een samenzwe
ring?
Sedert dien tijd hebben mijn zwerftoch
ten mij in Centraal Azië en het Noord-
Westen van Indië gebracht en veertien da
gen geleden bevond ik mij in het district
Kathiawar, waar ik getuige was van een
ceremonie, die u zal interesseeren.
Kathiawar is nog zoo ongeciviliseerd, dat
zelfs de menschen, die het land bewerkén,
tot de tanden gewapend zijn en de bevol
king bestaat uit fanatieke volgelingen van
het oude Hindoe-geloof de aanbidding
van Brahama en Vishnóè. De weinige Mo
hammedanen, die verspreid in dat district
leven, durven zelfs geen vleesch te eten.
Het was de tweede maal, dat ik mij hier
bevond en voor ik verder ging wilde ik
nogmaals de ruïnes van het eertijds mach
tige Sommauth bezoeken, waarvoor ik drie
dagen te voet moest reizen.
Ik was nog niet lang op weg, toen ik op
merkte, dat verschillende andere men
schen, in groepjes van twee of drie, den
zelfden weg volgden. Den tweeden dag wa
ren het er meer en den laatsten dag waren
het duizenden, die zich. naar de heilige stad
begaven.
Een kleine dienst, dien ik een pelgrim
kon bewijzen, was oorzaak, dat ik mij kon
aansluiten bij een groepje Hindoes van
hoogere kaste, die mij vertelden dat de me
nigte op weg was om getuige te zijn van een
belangrijke godsdienstige ceremonie, ter
eere van den Maangod, Welke dien nacht
zou plaats Vinden.
Toen wij in Sommauth aankwamen, was
de menigte zoo dicht, dat wij niet verder
konden, doch dank zij den invloed van
mijn nieuw verworven vrienden, konden wij
tot dicht bij het altaar naderen, dat op een
heuvel stond en dat voor onze oogen ver
borgen was achter een, tusschen twee hoo
rnen gespannen, doek.
De maan stond hoog aan den hemel en
er klonk een zachte muziek van fluiten en
snaarinstrumenten. Voor het altaar, op een
vooruitstekend rotsplateau, stonden drie
mannen. In den middelste herkende ik den
Indiër, met wien ik op het terras voor lady
Verinder's huis in Engeland een paar woor
den had gewisseld. De beide anderen zul
len waarschijnlijk zijn metgezellen zijn ge
weest.
Mijn buurman legde mij uit, dat deze drie
mannen Brahmanen waren, dié hun kaste
hadden opgeofferd ter willé van hun god,
die hun bevolen had zich te reinigen van
hun zonden, door een pelgrimstocht te on
dernemen. Dien nacht zouden zij uit elkaar
gaan en in drie verschillende richtingen op
weg gaan naar de heilige steden in Voor-
Indië. Nooit meer zouden zij elkaar mogen
zien en nooit zouden zij mogen rusten, van
het oogenblik af, dat zij zich op weg bega
ven, tot aan hun dood.
Terwijl hij mij dit op fluisterenden toon
vertelde, hield de muiek op. De drie man
nen wierpen zich voor het altaar op den
grond, stonden weer op, omhelsden elkaar
en liepen in verschillende richtingen op de
menigte toe, die voor hen uitweek en een
pad vrij liet, dat zich achter hen weer
sloot. Wij verloren hen uit het oog en hun
Gisteravond is op den onbewaak-
ten overweg in de Kortfoortstraat
te Oss een ernstig ongeluk ge- -
beurd, dat den 26-jarigen Ekster
uit Nistelrode en den 24-jarigen
Verhoeve uit Nuland het leven
heeft gekost.
Eksters bestuurde een vrachtwagen van
de firma van der Oort uit Heesch, Verhoeve
zat bij hem in de cabine. Bij het passeeren-
van den overweg werd de vrachtauto ge
grepen door den trein uit 's-Hertogenbosch,
die om 20.29 uur te Oss moet stoppen. De
auto werd in een langs de spoorlijn loopen-
de sloot geworpen en totaal vernield.
Beide inzittenden waren vrijwel op slag
dood.
Naar wij vernemen is er een tekort ont
dekt in de kas van den gemeenteontvanger
van Breda, mr. C. Dit tekort bedraagt en
kele duizenden guldens.
In de gisteravond gehouden geheime
vergadering van den gemeenteraad is den
ontvanger ontslag verleend.
DE HANDEL TUSSCHEN NEDERLAND
EN DUITSCHLAND.
De Nederlandsche K. v. K. voor
Duitschland bestaat 35 jaar.
In 1905 kwam op den elfden April te
Düsseldorf een groepje Nederlanders op
initiatief van den Nedèrlandschen koop
man A. Hendrix bijeen met het doel een
organisatie te scheppen, die den handel
tusschen Nederland en Duitschland zou
kunnen bevorderen. Nog dienzelfden dag
werd tot de oprichting van een dergelijk
lichaam besloten, waaraan den naam
„Eerste Nederlandsch koopmansgilde"
werd gegeven, later gewijzigd in „Neder
landsche Kamer van Koophandel voor
Duitschland".
Deze kamer, wier zetel uit Düsseldorf
een kwart eeuw geleden naar Nederland
werd overgebracht, zal dus op 11 dezer
35 jaren hebben bestaan, terwijl het dan
25 jaar geleden zal zijn geweest, dat de
zetel der kamer in ons land werd geves
tigd.
Hoewel hier een dubbel jubileum ge
vierd zou kunnen worden, zal toch elk
feestbetoon achterwege, worden gelaten
onder de huidige omstandigheden. Doel
der kamer is, zooals bekend, bevorderen
van den handel tusschen Nederland en het
Duitsche rijk.
In den vorigen wereldoorlog heeft zij
veel voor dén handel kunnen doën. Tij
dens de Rijn-Roerbezetting en den daar
mee gepaard geganen spannendèn toe
stand omstreeks 1923 heeft de Kamer met
veel succes hajar tusschenkomst verleend
tot het vrijgeven van Nederlandsche goe
deren in dat gebied. Het bureau voor
handelsgeschillen, dat aan de kamer is
verbonden, behandelde in den inflatietijd
een paar duizend geschillen en wist in
verreweg de meeste gevallen een voor den
handel tusschen beide landen gunstige op
lossing te verkrijgen. Vele valorisatiegeval-
len bracht zij tot gelukkig resultaat; zij is
voor de vrije Rijnvaart herhaaldelijk op de
bres getreden, heeft steeds gestreefd naar
een overeenkomst ter voorkoming van dub
bele belasting, meermalen pogingen verricht
om te bereiken, dat Duitschland in grootere
mate binnenschepen en kustvaartuigen in
Nederland liet bouwen, zij is actief in het
bevorderen van het reizigersverkeer tus
schen beide landen, verleent haar bemid
deling en verstrekt voorlichting bij het be
talingsverkeer en de rentetransfer, ook
voor de nieuwe gebieden van Duitschland,
zij brengt industrieën tot elkander en orga
niseert tentoonstellingen. Tenslotte publi
ceert de kamer enorm veel, dat tot bevorde
ring van den wederzij dschen handel kan
strekken. Het zijn vooral de middelbare en
de kleine handelsbedrijven en zakên, die'
van het werk der kamer profijt trekken,
omdat zij niet zooals enkele groote in
dustrieën en concerns over wederkeerige
relaties in de beide landen beschikken.
Daarnaast maken veel particulieren in inci-
denteele gevallen gebruik van de diensten
der kamer om bemiddeling of inlichtingen
te verkrijgen.
sporen waren voor altijd uitgewischt.''
Nu brak de muziek uit in jubeltoonen.-
Een schok ging deor de menigte, die nog
dichter op elkaar drong en in ademlooze
spanning naar het altaar opkeek.
Het doek werd opzij geschoven en het al
taar werd voor ons zichtbaar.
Op een voetstuk, gezeten op den zinne-
beeldigen antiloop, de vier armen naar de
vier hoeken der aarde uitgestrekt, afschrik
wekkend in het mystieke maanlicht, rees
de Maangod voor ons op. De gele diamant
wiens glans ik het laatst op den boezem
van een vrouw in Engeland had bewon
derd, glinsterde in het voohoofd van het
beeld.
Ja, na verloop van acht honderd jaar,
zendt de Maansteen opnieuw zijn stralen
over de muren van de heilige stad, waar.
zijn geschiedenis begon. Hoe hij zijn weg
doorheen heeft teruggevonden door welk,
toeval of welke misdaad de Indiërs weer in
het bezit van hun heilig juweel zijn geko
men, zijn vragen, waarop ik u geen ant
woord kan geven. U heeft den steen in
Engeland uit het oog verloren, en als ik dit
volk ook maar eenigszins ken, heeft u hem
voor goed uit het oog verloren.
Zoo vlieden de jaren heen en de gebeur
tenissen herhalen zich. Welke avonturen
zou de Maansteen nog beleven? Wie kan
dat* zeggen?
EINDE.
TWEEDE
V o e b 1.
Alcmaria Victris
De Alkmaarsche
Tal van belar™
voor morgen wc
gramma.
D.W.S.—Haar!
AdoAjax en
thuisclubs de be
In afd. II ook
Xerxes, R.F.C.
D.V.S. en Sparta
In het Oosten
jongste nederlaag
gaat naar N.E.C
schedé ontvangt
A.G.O.V.V.. E.
Wageningen.
In afd. IV hee:
ker dan M.V.V.,
moet en M.V.V
v/orden gtsose'd
II—B.V.V.,' Hein
mondLonga.
In 't Noorden
stadgenoote Be
Velocitas en Acmik
strijd Heerenveer.
voor Heerenveen
heeft de thuisclub
winstkansen.
In afd. B. zijn
komen. O.S.V. sp
H R.C. terwijl He
Hollandia ontvan0„.
W.F.C. op bezoek
uitstekende kans
Boys zullen het o,
succesje brengen
wordt een spanner
In afd. C. moet
speelt Edo thuis
Verdere ontmoetin
Q.S.C.Zeeburgia
en D.W.V.—H.F.C
Verder memoreen
D. Watergraafsmeer
U.V.V.De Volew
ElinckwijkVrien
E WatervogelsHek
SchagenOudeslui
B.K.C.Wieringer
H.R.C. 2—Atlas.
F. SportersStrandv
Hollandia 2M.
AndjikWest-Fr
G. UitgeestAlcm
Alkm. Boys 2
Weinig ontmo
ling. Zoow
mondia I kun
Er was een buiteng<
ma vastgesteld, doch
weer bekort, daar
zoowel Alcmaria IV
Alkmaar I, door
kwamen te vervallen
het treffen van Koed
gebleven. Beide ploeg
zeer goed werk en
tingen, zou het in Koe
kunnen spannen; mog
ten netjes gedeeld.
UIT EEN RAAM
VERDIEPING
Gistermiddag was
burgerdwarsstraat te
jarige bewoonster va
van perceel nummer
bezig met het afschu
Het kleed gleed haar
zoodat de vrouw, toe
pen, het evenwicht
viel. Zij kwam terech
vloer van de binnenj
op slag dood.
Er waren geen getu
De vrouw was alleen
kinderen van respecti
vier maanden.
NATIONAAL
BIJZONDER
Steeds meer wordt
fonds voor bijzonder
vraagd voor stille ari
doenden. Soms zijn
lenigen en om hiertoe
het fonds, waarvan
vrouwe en prinses
is, het plan opgevat
vraag uit te schrijver
gingen, die Maandaga
në programma verzo:
en de V.A.R.A., hebb
klaard, dit hoorspel
en door Koos Koen,
op beide zenders uit
Naar de voorzitter
fonds voor bijzondere
A. baron van Heemst
heeft het bestuur de
hoogen prijs gesteld, c
vijf grote omroepver<
van hun programma-
staan voor een uitg
van den luisterwedst
in den lande, die bel
prijzen hebben wille:
is het bestuur bijzon
konden reeds meer da
uitgeloofd.