DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Britten en Noren hebben een sterke defensie-lijn gevormd.
I
De Noorsche gezant heeft Berlijn verlaten.
De Fransehe kamer neemt met 504 stemmen vóór
en geen enkele tegen een motie van vertrouwen
in de regeering aan.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 1 —5, regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
N®. 94
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 20 April 1940
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
142e Jssrgssg
Het blijkt uit de vrij schaarsch? berichten uit Noorwegen, dat het nabij
Namsos op ongeveer 120 K.M. ten Noorden van Drontheim tot een gevecht
tusschen Engelsche en Duitsche troepen is gekomen en wel bij Grong, dat
aan den spoorweg tusschen beide plaatsen is gelegen. De Duitschers waren
blijkbaar met vliegtuigen uit Drontheim gekomen om te trachten de naar
het Zuiden oprukkende Britten tegen te houden, maar u ouden terug gesla
gen zijn.
Ook ten Zuiden van Drontheim schijnen Britsche troepen te zijn geland.
De Noren blijken thans waardevolle bo ndgenooten der geallieerden te zijn
en werken tusschen Narvik en Drontheim, waar zij de plaatsen Namsos en
Bodö genomen hebben, krachtig met Britsche troepen samen.
Hoewel men in Oslo alle weerbare jonge mannen verboden had de stad te
verlaten, schijnen vele jonge Noren een welgelukte poging tot ontsnapping
te hebben gedaan waardoor zij de troepen in het Noorden konden versterken.
Van Namsos tot de Zweedsche grens, dus dwars door Noorwegen, schijnen de
verbonden troepen een krachtige linie te hebben ingenomen.
Van Duitsche zijde spreekt men de successen der Britsche landingstroepen
tegen en wordt een uitvoerige beschouwing gegeven van de verliezen
welke de Engelsche transportschepen voor de Noorsche kust door een aan
val van Duitsche vliegtuigen hebben geloopen.
In het Z.O. van Noorwegen zijn de Duitschers nog overwegend sterker dan
de Noren en hebben zij ten N. van Oslo de stad Hamar bezet. Om Elverum
wordt nog gevochten. In Narvik, waar de toestand voor de steeds meer
ingesloten Duitschers moeilijk wordt, hebben zware Duitsche vliegtuigen
levensmiddelen en munitie aangevoerd.
In Berlijn heeft men den Noorschcn gezant naar huis gestuurd, wat
evenwel niet schijnt te beteekenen, dat men zich thans in staat van oorlog
met Noorwegen beschouwt. Men schijnt in hem meer een vertegenwoordiger
van koning Haakon te zien en hij zal waarschijnlijk door een opvolger uit
de Quisling-groep worden vervangen.
Na het geheime debat heeft de Fransehe Kamer met 504 stemmen tegen
40 onthoudingen een motie van vertrouwen in de regeering aangenomen.
Terwijl de geallieerden èn Duitschland in
een oorlog op leven en dood gewikkeld
zijn, kijken zij om beurten hoopvol naai
den zwijgenden derde, die de strijd gade
slaat zonder tot dusver eenig blijk te geven
aan welke zijde hij partij zal kiezen en van
wien men zelfs verwacht, dat hij er zich
ten slotte heelemaal niet mee zal bemoeien.
Wat is Italië van plan?
Dat is de groote vraag, welke men zich in
Europa al maanden gesteld heeft en waarop
door de sfinxachtige houding van den
machtigen fascistischen staat nog geen dui
delijk antwoord werd verkregen.
Italië, zoo heeft de Duce meermalen ge
zegd, zorgt voor zijn eigen belangen, wat
waarschijnlijk wil zeggen, dat Italië den
strijd kalm afwacht en eerst eens wil zien
wie de overwinnaar zal worden alvorens
zich definitief aan diens zijde te scharen.
Terwijl in geheel Europa de zwaarden uit
de scheeden zijn getrokken en de lucht da
vert van het motorgeronk en van de explo
sies der moordende projectielen, volgt Italië
het bevel van den Duce op: werken en af
wachten.
In Italië gaat men zij het dan met het
geweer aan den voet rustig door met de
werken des vredes, met droogmakerijen en
het bouwen van groote en belangrijke mo
numenten. Juist heden zou Mussolini weer
een groote rede houden voor het uitvoerend
comité voor de Wereldtentoonstelling van
1942, maar 'plotseling is bericht gekomen,
dat de Duce niet zal verschijnen en dat dit
aan den internationalen toestand is te wij
ten.
Men mag zich afvragen in hoeverre die
internationale toestand dan van zoo groot
belang voor Italië is geworden en men
brengt dit natuurlijk allereerst in verband
met het door Duitschland ondernomen
Noorsche avontuur.
Het is algemeen bekend, dat Italië tot
dusver alles heeft gedaan om te voorkomen,
dat nog meerdere landen bij den strijd wor
den betrokken en wat dat betreft, mocht
men aannemen, dat de Italiaansche pers
zich tegen de nieuwe Duitsche agressie zou
keeren.
En daarom is het juist zoo opvallend, dat
die pers geen woord van afkeer over de
Duitsche acties in Noorwegen en Denemar
ken laat hooren.
Toen Rusland trachtte Finland te over
weldigen, heeft men in Italië in woord en
daad getuigd hoezeer men met het onschul
dige Finsche volk sympathiseerde. Maar
over de Noren, noch over de Denen is er tot
dusver ook maar iets in de Italiaansche bla
den verschenen dat van medegevoel in hun
droevig lot en van verontwaardiging over
den Duitschen aanval getuigde.
if
Men mag aannemen, dat dit minder aan
de Noren en Denen is te wijten dan aan de
geallieerden.
Italië schijnt zeer verstoord op Engeland
en Frankrijk en aangezien de zaak der be
dreigde volkeren in het Noorden thans ook
die der geallieerden is geworden, heeft het
allen schijn, dat de verstoordheid der Ita
liaansche regeering hoofdzakelijk de landen
betreft die Noord-Europa weer van de. Duit
sche invallers trachten te bevrijden.
Daarbij is het opmerkelijk, dat men zijn
aanvallen niet zoozeer op Frankrijk dan wel
op Engeland richt. De Italiaansche pers
heeft de gelegenheid niet zoozeer te baat
genomen om nog eens opnieuw naar vorer.
te brengen wat Italië in het gebied der Mid-
dellandsche zee van Frankrijk verwacht,
maar men heeft daar opnieuw de Britsche
suprematie ter zee besproken en duidelijk
laten uitkomen, dat Italië een machtige
staat is met wiens belangen men in de
Middellandsche zee en ook in den Balkan
wel degelijk rekening heeft te houden.
En om dat te illustreeren werd de Zuid-
Italiaansche haven Bari tot verboden zóne
verklaard, houdt de Italiaansche vioot groo
te oefeningen bij de kust van Albanië en
werden er berichten verspreid, dat Italië
vier nieuwe lichtingen onder de wapenen
had geroepen.
if
In Engeland heeft men een dergelijke
demonstratie blijkbaar voorzien en de mi
nister van Marine, Churchill, heeft de vo
rige week al gewaarschuwd, dat Engeland
weliswaar voor de actie in Noorwegen een
sterke vloot noodig had, maar dat de Brit
sche marine over zooveel oorlogsschepen be
schikt, dat men tegelijkertijd nog kan op
treden tegen allen die den status quo in de
Middellandsche zee willen verstoren.
En Cross, de Britsche minister van econo
mische oorlogvoering, heeft dezer dagen
openlijk gezegd, dat Engeland geen ruzie
met Italië wjsnscht, maar dat er dan ook
een einde moet komen ahn de vijandige
toon in de Italiaansche pers en dat men in
Engeland niet altijd naar een sfinx wenscht
te kijken maar duidelijk wil weten wat men
in Italië van plan is.
Het is niet prettig voor de Engelschen in
de Italiaansche bladen te moeten lezen hoe
Duitschland door zijn bewonderenswaardige
militaire actie den geallieerden weer een
slag vóór is geweest en dat het allesbehalve
van kracht en overwicht getuigt als de zoo
genaamd overmaehtigen Britsche vloot een
week noodig heeft om wat troepen aan land
te zetten, terwijl de Duitschers al dien tijd
ongestoord in de gelegenheid zijn hun posi
ties in Noorwegen te versterken.
En het is evenmin prettig het officieele
blad de Giornale d' Italia te hooren verkon
digen, dat Italiaansche expansie in de Mid
dellandsche zee noodzakelijk is om vrijheid
en levensruimte te kunnen krijgen en dat
Italië en de Islam moeten samenwerken in
overeenstemming met de politiek van Italië
in de Middellandsche zee en in de Roode
zee, terwijl er daarnaast allerlei oude
koeien uit de sloot worden gehaald en nog
eens een exposé wordt gegeven van de zeer
onvriendelijke houding van Engeland ten
tijde van den Italiaanschen aanval op Abes-
sinië.
Wanneer Italië zijn houding en eventueel
zijn deelnemen aan den oorlog' laat afhan
gen van de krijgskans der strijdende mo
gendheden, dan is het allerbehalve duide
lijk, dat het door het Noorsche avontuur
plotseling van Duitschlands toekomstige
zege overtuigd is geworden.
Integendeel zou weldra kunnen blijken,
dat de Engelschen, in samenwerking met
de Noren, er in slagen Noorwegen weer
van de vreemde bezetting te bevrijden. Het
Duitsche avontuur in het Noorden kon wel
eens heel anders afloopen dan men in
Duitschland verwacht heeft, en het is dan
ook de groote vraag of men in Italië de
krijgskans inderdaad zoo gekeerd zag, dat
men den tijd om openlijk tegen Engeland
en Frankrijk ten strijde te trekken nu reeds
gekomen achtte.
Juist 't feit, dat men zich de laatste dagen
op bijzonder hatelijke wijze tegen Engeland
en niet tegen Frankrijk gekeerd heeft, doet
veronderstellen, dat de Italiaansche ver
stoordheid aan een andere Britsche actie is
te wijten en wel aan de bijzondere belang-
stlling welke men daar aan den Balkan ge
wijd heeft.
In het algemeene Britsche plan om de
blokkade van Duitschland zoo doeltreffend
mogelijk te maken, heeft Engeland groote
aandacht aan een actiever deelnemen aan
de blokkade door de Balkanstaten geschon
ken, waarvan de dezer dagen in Londen
gehouden bijeenkomst getuigt, waar alle
Britsche ambassadeurs uit den Balkan bij
een geweest zijn om de noodige instructies
te ontvangen.
Er schijnen den laatsten tijd op. de Bal
kan dingen te gebeuren, die Italië onwel
gevallig zijn. De groote Britsche druk op
sommige Balkanstaten kan oorzaak wor
den, dat Duitschland ook hier weer een slag
vóór wil zijn en er zijn teekenen o.a. de
zeer vele Duitsche toeristen die in Roemenië
zijn aangekomen welke Italië blijkbaar
verontrusten.
Roemenië treft maatregelen van zijn
graanvoorraden niet meer weg te geven dan
het voor eigen gebruik kan missen en het is
nog niet vergeten wat Molotof kort geleden
over de blijvende Russische aanspraken op
Bessarabië gezegd heeft.
Bulgarije schijnt zich weer tot Rusland te
wenden en Joego-Slavië is van plan op
nieuw handelsbetrekkingen met den Sovjet
staat aan te knoopen. In het algemeen
schijnt mén bang voor een Duitsche invasie
te zijn, Turkije staat gereed de belangen der
geallieerden krachtig te verdedigen en het
leger van generaal Weygand staat te allen
tijde klaar voor elke actie in het nabije
Oosten. De Russische gezant is in Berlijn
teruggekeerd en men schijnt in Duitschland,
wat de Balkanstaten betreft, tot een vriend
schappelijke overeenkomst tusschen
Duitschland, Rusland en Italië te willen
komen.
Italië is door de ontwikkeling der gebeur
tenissen in den Balkan blijkbaar bevreesd,
dat de geallieerden daar te grooten invloed
zullen krijgen en dat is waarschijnlijk de
oorzaak dat men zich dezer dagen zoo heftig
tegen Engeland keert.
De Duitsche pers vindt dat prachtig en
betoogt, dat Italië met open visier gereed
staat voor zijn rechten op te komen en een
blad als het Hamburger Tageblatt betoogt,
dat Rome moet ingrijpen zoodra de geal
lieerden een actie in het Z.O. van Europe
beginnen, waarbij dan tegelijkertijd over
de toekomstige heerschappij in de Middel
landsche zee kan worden beslist.
Er is zelfs sprake van, dat een Duitsche
militaire missie in Rome is aangekomen en
men mag verwachten, dat Duitschland alles
zal doen om de Italiaansche verstoordheid
te eigen bate aan te wenden.
Evenwel, de laatste twee dagen schijnt
de storm te gaan liggen. Is het de Britsche
actie in Noorwegen, die de Italiaansche
sfinx weer doet zwijgen of heeft Italië inge
zien, dat het onverstandig zou zijn zich ook
in de Balkan-kwestie nu reeds openlijk
tegen Engeland te keeren?
Het is niet duidelijk, maar zoowel in En
geland als in Italië schijnt men olie op de
golven te willen gieten. Men heeft in En
geland betoogd, dat men de woorden van
minister Cross niet zoo scherp moet opne
men, de heftige toon verdwijnt uit de Ita
liaansche bladen en men doet van Italiaan
sche zijde zijn best om weer tegen te spre
ken, dat Bari tot verboden zóne zou zijn
verklaard en dat Italië vier nieuwe lichtin
gen heeft opgeroepen.
Uit Londen wordt zelfs bericht, dat de
Engelsch-Italiaansche parlementaire com
missie een diner heeft gegeven ter eere van
den Italiaanschen ambassadeur Bastianini,
waarbij verschillende Engelsche ministers
hebben aangezeten. Er werden dronken uit-'
gebracht op den koning van Engeland en
den koning-keizer van Italië.
Dat alles geeft den indruk, dat Italië het
zwaard wel weer in de scheede zal steken
en dat Mussolini voorloopig weer al' zijn
aandacht aan het openen van tentoonstel
lingen en het scheppen van groote bouw
werken zal besteden.
I