DE „MEES" EN DE „UIL" WEER OP SCHIPHOL TERUG. Belastingen ten bate van het Leeningfonds goedgekeurd. Stockholm-Amsterdam in vier-en-een-half uur." Toestellen te Malmö aan een groot gevaar ontsnapt. De periodieke verloven Moord te Scherpenzeel. Ca.é, bakkerij, winkel en boerderij atoebrand. Een mooie bollen-Zondag te verwachten. Emerson in ons land. Eerste Kamer Heffing-ineens zal nader worden overwogen. Belasting voor Nederlanders in het buitenland GEMENGD NIEUWS. TWEEDE BEAD. Na een vlucht van 4 y3 uur zijn de K.L.M.-toestellen „Mees" en „Uil", die door het binnentrekken van de Duitschers in Denemarken en Noorwegen aanvankelijk op het vliegveld van Malmö in Zweden werden opgehouden, Op het Am- sterdamsche vliegveld Schiphol vei lig geland. De bemannin van de „Mees" bestond uit de gezagvoerder Geyssendorffer, de telegra fist Oolgaard, boordwerktuigkundigen Ak kerman en Bernaert en steward Korstenije, terwijl dè „Uil" was bemand met gezagvoer der Sillevis, marconist Bossen, boordwerk tuigkundige Molenaar en Steward Massa. Voorts maakten deze vlucht mede de sta tionswerktuigkundige van het vliegveld Malmö, Houtbrake en de vertegenwoordiger van de K.L.M. in Stockholm de heer J. H. de Stoppelaar. De heeren Geijssendorffer en Sillevis ver telden het een en ander over het gedwongen oponthoud, dat zij in Zweden hebben gehad. Op Maandag 8 April waren zij met den nor malen lijndienst van Amsterdam naar Mal mö gegaan en het was de bedoeling, dat zij Dinsdag 9 April naar Schiphol terugkeeren. In den nacht van Maandag op Dinsdag even wel trokken de Duitschers Denemarken en Noorwegen binnen, en hoewel, zoowel de K.L.M.-vertegenwoordiger in Malmö als de beide gezagvoerders alle pogingen in het werk stelden om toch nog dien dag naar Ne derland terug te keeren, werd hun van de zijde van de Zweedsche regesring te kennen gegeven, dat de machines konden starten. De Zweeasche regeering nam toen de maatregel de vliegtuigen in het Zuiden van Zweden te evacueeren, zoodat de „Mees" en de „Uil" Donderdag 11 April van Malmö naar Stockholm vertrokken, waar zij in ieder geval veilig op het oogenblik van vertrek konden wachten. Toestellen aan een groot gevaar ontsnapt. De beide machines zijn in den nacht van Maandag 8 op Dinsdag 9 April aan een groot gevaar ont snapt. In dien nacht n.l. is er brand uitgebroken op het vliegveld van Malmö. De groote hangar, waarin de Ne- derlandsche toestellen stonden ge borgen, brandde geheel uit en het is aan de tegenwoordigheid van geest van het personeel van de Zweedsche luchtvaart maatschappij A. B. A. te danken, dat de K. L M„ toestellen konden worden gered. De hangar brandde geheel uit. Daarin bevonden zich de radiodienst, de meteoro logische dienst, de telefooncentrale en het magazijn van reservemateriaal van de Zweedsche luchtvaartmaatschappij; welke door het vuur uiteraard een groot verlies heeft geleden. Zooals gezegd, vertrokken de „Mees" en de „Uil" Donderdag 11 April naar Stock holm en sinds dien dag tot vandaag toe hebben de beide gezagvoerders Geijssen dorffer en Sillevis, alsmede de K. L. M.- vertegenwoordiqer de Stoppelaar constant pogingen in het werk gesteld om een start- vergunnihg naar Nederland te verkrijgen. Zoowel in Zweden, als in Duitschland en Nederland, zijn verschillende instanties voortdurend in de weer geweest om de noo- dige vergunningen los te verkrijgen. Dinsdag zijn deze vergunningen eindelijk afgekomen. Om naar Nederland terug te keeren moes ten de vliegtuigen aan diverse voorwaar den voldoen. De Zweedsche regeering had een speciale route opgegeven, welke iets zuidelijker dan Gothenborg lag en de machines moesten over dit ge deelte van Zweden op een speciale hoogte vliegen. De regeering had de luchtdoelbat terijen op deze route in kennis gesteld van het passeeren van de Nederlandsche ma chines. De Duitsche regeering had geen speciale voorschriften geëischt. Alleen had men gezegd, dat het aan te raden was, zoo hoog mogelijk te vliegen. In rechte lijn zijn de K. L. M.-machines van Stockholm van via Gothenburg dwars over Denemarken naar de Noordzee gevlogen en vandaar in zuidelijke richting naar Schiphol. De vlucht duurde ongeveer vier en een half uur. Om 7 minuten voor 3 landde de „Mees", terwijl Sillevis de „Uil" een kwartier later aan den grond zette. Hoewel er verschillende aanvragen waren geweest, hadden de vlieg tuigen geen passagiers mogen meenemen. Voortaan l/io der militairen gelijktijdig met ver.of? In verband met het bericht van den Regeeringspersdienst over het wederingaan van periodieke verlo ven aan het einde van deze week verneemt de N.R.C., dat zulks zal gebeuren volgens een nieuwe rege ling. Deze schijnt hierop neer te ko men, dat er voortaan tegelijkertijd niet 1/7 maar slechts 1/10 van de dienstdoende militairen periodiek verlof zullen génieten. Op deze wijze is, na het :wederingaan van de verloven, de blijvende paraatheid tegenover den toestand onder de oude verlofregeling in belangrijke mate" verhoogd. Vrouw door een kogel gedood. De dader in arrest. Gisteren is te Scherpenzeel (Utr.) een drama aan het licht gekomen, dat zich in den loop van Woensdag heeft afgespeeld in de woning van het gezin van den grond werker R. Veer, gelegen aan den Ouden Barneveldschenweg. Toen een twaalfjarig dochtertje van de familie des middags om drie uur van school thuis kwam, trof zij in de slaapkamer op de zolderverdieping haar moeder dood op den grond liggende aan Zij waarschuwde dadelijk een buurvrouw en een dokter. De laatste constateerde, dat de levensgeesten geweken waren. Pas gis terochtend, toen men reden had te veron derstellen, dat de dood geen natuurlijke oorzaak moest hebben gehad, is de politie gewaarschuwd. Onmiddellijk werd onder leiding van den burgemeester, mr. C. P Hoytema van Konijnenburg, een uitgebreid onderzoek ingesteld. In de slaapkamer werd een pa troonhuls aangetroffen, welke vondst het vermoeden, dat hier misdrijf in het spel zou zijn ge weest. versterkte. In een weiland 5 in de omgeving trof de burgemees ter kort daarna een revolver aan, die blijkbaar was weggeworpen. Bij nader onderzoek bleek, dat de vrouw een schotwonde in de borst vertoonde. Aangezien gebleken was, dat Woensdag middag een veertigjarige petroleum venter die minder gunstig bekend stond, zich in de buurt had opgehouden, werd deze aan een verhoor -onderworpen. Hoewel de man, die eenigszins achterlijk is, aanvankelijk ontkende iets met het gebeurde te maken te hebben, legde hij na confrontatie met het lijk de bekentenis af, dat hij de vrouw ver moord had. Het is komen vast te staan, dat de man meermalen bij de vrouw op bezoek was ge weest, hetgeen door de vrouw geenszins werd geapprecieerd. De revolver was af komstig van een diefstal bij militairen. De drijfveer van de daad is niet bekend. De officier van justitie te Utrecht, mr. Quarles van Ufford, heeft zich ter plaatse van het gebeurde op de hoogte gesteld. De vermoorde vrouw, die 49 jaar oud was, had acht kinderen, waarvan twee volwassen. De dader zal morgen op transport wor den gesteld naar het huis van bewaring te Utrecht. VRAGEN OVER KOSTWINNERS VERGOEDING. Het Tweede Kamerlid Posthuma (c.d.u.) heeft aan den minister van defensie de vplgende vragen gesteld: 1. Is het waar, dat de kostwinnersver goeding voor de militairen, die tijdens hun verlof ziek worden en deswege thuis of in een inrichting moeten worden verpleegd, niet wordt uitbetaald? 2. Indien dit zoo is, is de minister dan, waar dit als een onbillijkheid wordt aan gevoeld en in de betrokken gezinnen moei lijkheden veroorzaakt, bereid dit verbod .in te trekken? Vuurzee te Varik. In den nacht van Woensdag op Donderdag heeft te Varik (Gld.) een zware brand gewoed, die het café annex bakkerij en winkel -en boerderij van den heer van den Berg geheel in de asch. heeft gelegd. Rustig sliepen de heer van den Berg en zijn gezm, doch op een zolderkamertje lag een logé te bed, die daar zij een muis hoorde knagen de slaap niet kon vatten. Omstreeks twee uur zag de logé plotseling vlammen. IJlings maakte zij alarm en in nachtgewaad stelden de beworers zich in veiligheid. Het vuur greep snel om zich heen. Van de vijf in een achter het pand staande hooiberg ondergebrachte varkens kon men ei twee redden, drie zware die ren kwamen in du vlammen om. Daar de wind gunstig was, bestond voor uitbrei ding van den brand geen gevaar. De brandweer richtte dan ook alleen haar stralen op het als een fakkel bran dende gebouw, doch zij kon niet verhinde ren, dat het kapi.ale pand geheel verloren ging. Enkele resten muur staan nog slechts overeind. Omstreeks half vijf kon de brandweer inrukken. De oorzaak van den brand is onbekend. Van de inventaris der bakkerije, .winkel en café is totaal niets gered. Voor een groot bedag aan goede, en ging in de vuur zee verloren De schade'wardt door verze ker ing gedekt SCHIP DOORMIDDEN GEBROKEN. Het ongeveer 709 ton metende schip „Corry", schipper G. Lufcbelinchof uit Rotterdam, dat geladen met grind, in de haven van Lemmer lag om gelost te wor den, is gisteren omstreeks zeven uur door midden gebroken en gezonken, vermoe delijk tengevolge van het onoordeelkundig lossen. Het achterruim steekt alleen nog boven water uit. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Veel bolgewassen bloeien tegelijk. De K. N. A. C. deelt ons mede, dat de bloei in het bollenland een even* bijzonder als zeldzaam beeld te zien geeft. Ten ge volge namelijk van de lang aangehouden koude en de plotselinge stijging van tem peratuur en de mooie zonnige voorjaars dagen, zal zich Zondag a.s. n.l. het zeld zame geval voordoen dat eens in de tien of twintig jaar voorkomt dat de bezoeker zich in den aanblik van een ge- combineerden bloei van vroege tulpen, volle narcissen en hyacinthen kan verlus tigen. Ondanks de aanzienlijke teeltbe perking zal men op a.s. Zondag dus veel moois te zien krijgen. Het verdient aanbe veling zoo mogelijk een tocht te maken van Hillegom over de Veenenburgerlaan tot aan Keukenhof naar Lisse, omdat men daar de mooiste velden te zien zal krijgen. Bespreking vluchtelingen vraagstuk. Te Den Haag is gisteravond uit Londen aangekomen sir Herbert Emerson, hooge commissaris van den Volkenbond voor de vluchtelingen. Hij zal in ons land met autoriteiten en met diverse organisaties, welke zich met het vluchtelingenvraag stuk bezig houden, besprekingen voeren. ETALAGEBRAND BIJ V. EN D. TE DEN HAAG. Schade j 50.000 a 100.000. In den laten namiddag is vermoedelijk door kortsluiting brand uitgebroken in een vitrine van de galerij der firma Vroom en Dreesmann aan het Spui te den Haag. Het vuur breidde zich snel tot enkele andere uitstalkasten in deze galerij uit, zoodat het personeel, dat trachtte met eigen blusch- apparaten den-brand te bezweren, deze taak al heel spoedig aan de politiebrandweer moest overgeven. Twee motorspuiten met ettelijke slangen zetten het bluschwerk dadelijk voort en zoo kon reedsjna een kwartier het gevaar voor uitbreiding als geweken worden be schouwd. Het publiek in het groote maga zijn was tijdig naar buiten gedirigeerd zon der eenig incident, terwijl inmiddels het personeel kalm volgde en een deel hiervan werd belast met het naar buiten dragen van etalagegoederen, die door het vuur waren aangetast of daardoor werden bedreigd. Vooral het naar buiten dragen van de étala gepoppen de brand woedde in hoofdzaak in de damesconfectieafdeeling trok de aandacht van de vele omstanders. Een agent van politie werd door scherven van spie gelruiten licht gewond. De etalage, waarin de brand ontstond is geheel uitgebrand, evenals een deel van een tweede. Alles wat zich hierin bevond ging verloren, o.a. enkele kostbare waspoppen. De schade is, ondanks den geringen om vang van den brand, zëer aanzienlijk. Ten eerste is het bluschwater naar beneden in den kelder afgedropen, waar groote voor raden nieuwe goederen waren opgeslagen. Deze zijn voor een groot deel vernield. Voorts is de rook door het geheele gebouw getrokken, waardoor vele goederen in waarde achteruit zijn gegaan. De omvang van de schade is moeilijk op het oogenblik te schatten. Men neemt aan dat deze, ongerekend de bedrijfsschade, f 50.000 a 100.000 bedraagt. De firma is hiervoor verzekerd, echter niet voor de be drijfsschade. DREIGENDE ARBEIDSCONFLICTEN IN GRONINGEN EN DRENTE. Gistermiddag heeft de rijksbemiddelaar, de heer H. P. J. Bloemers, ten stadhuize ts Groningen een bespreking gehad met de partijen, betrokken bij het dreigend con flict bij de Nederlandsche maatschappij voor vlasbewerking te Appingedam. Aangezien men niet tot overeenstemming kon geraken zal op Donderdag 9 Mei a s. opnieuw ten stadhuize te Groningen een bespreking worden gehouden. Voorts werd ten stadhuize eveneens onder leiding van den rijksbemiddelaar, den heer H P. J. Bloemers een bespreking gehou den inzake het dreigend conflict in de land bouwbedrijven in Groningen en noord- Drente. De rijksbemiddela deed een voorstel tot arbitrage, waarop innen een week ant woord wordt verwacht. OP 1 MEI GEEN OPENBARE DEMONSTRATIES. Het Vbld. meldt, dat het dagelijksch be stuur van den algemeenen raad van S.D. A.P. en N.V.V. na overleg met den minister van Defensie in verband met den afgekon- digden staat van beleg het volgende heeft besloten: le. dat er op den 1- Mei-dag geen open bare straatdemonstraties zullen worden ge houden. 2e. dat de bijeenkomsten een besloten karakter zullen dragen en dus slechts toe gankelijk zullen zijn voor de leden der mo derne arbeidersbeweging en hun huisgenoo- ten. „De tijdsomstandigheden, aldus wordt voorts medegedeeld, „verlangen vóór alles, dat onze beweging vastberaden aaneenge sloten blijft. De algemèene raad wekt alle leden van de moderne arbeidersbeweging op de Mei-vergaderingen door een massaal bezoek te maken tot een krachtig getuige nis van onze eenheid en van onzen wil om ons aandeel te dragen in den strijd voor vrijheid, vrede en gerechtigheid". (Van onzen parlementairen verslaggever). Er was haast bij de verdere behandeling van het wetsontwerp tot aanwijzing van heffingen ten behoeve van het Leenings- fonds, want de 1ste Mei is nabij en dan treden de verhoogde opcenten op de suiker accijns en op de successierechten in wer king. Het desbetreffende wetsontwerp en de eerste begrooting van het Leeningsfonds werden dus haastig door den voorzitter der Eerste Kamer, op verzoek der regeering op de agenda geplaatst, evenals het wetsont werp betreffende de zetelverplaatsing van naamlooze vennootschappen. De zooeven genoemde opcentenl.effing (10 voor de sui ker, zoodat het aantal opcentèn hierop dan 50 zal bedragen) en 15 op de successierech ten, maakt deel uit van de nieuwe midde len, welke minister de Geer bij elkaar moet schrapen om de koster van de mobilisatie te dekken, waarvoor in hoofdzaak zal wor den geleend. Wat voor dit jaar wordt aan gevraagd, is voldoende om de annuïteit van rente en aflossing van de Staatsleening voor dit jaar te dekken, maar voor 1941 is veel meer noodig dan 18.1 millioen. Tot de nieuwe heffingen behooren ook een ver hooging van het bijzonder invoerrecht op benzine van 8.60 tot 10.50 en van het invoerrecht op benzo van 3 tot 4.50, en een heffing op koffie, die tot nu toe-onbe last was, maar waarop nu globaal geno men 10 pet. van de waarde zal worden geheven. (We laten de berekening voor verschillende koffiesoorten en -extracten nu maar achterwege). Evenals in de Tweede Kamer werd aan deze -zijdt van het Binnenhof gewezen op de bezwaren, welke aan verhooging van de indirecte belastingen kleven, maar alle spre kers gaven toe' dat er geld zijn moet. Geen der leden verzette zich ten slotte tegen het wetsontwerp en zoo ging het dan onder den ha mer van den voorzitter door. We konden de discussie niet bijzonder be langrijk vinden. De heeren Heldring (lib van Lanschot (r.k.), von Bönninghausen (n.s.b.), Pollema (c.h.) en de Zeeuw (s.d.) voerden het woord. De beide eerstgenoemde heeren achtten een heffing ineens theore tisch goed te verdedigen, maar practisch niet gemakkelijk door te voeren, wil men onbillijkheden vermijden, omdat het draag krachtbeginsel zich niet kan laten gelden, terwijl men de hooge inkomens,evenmm buiten beschouwing zou mogen laten. De heer Heldring maakte zich ongerust over de ongunstige ontwikkeling van onze handels balans. Na de bezetting van Denemarker, en de havens van Noorwegen zou het beeld er niet gunstiger op worden, zoodat we tot vermindering van den invoer zouden moe ten overgaan. Minister de Geer achtte dit, in zijn antwoord, ook niet onmogelijk. De heer van Lanschot vroeg den minis ter of ons volk niet beter te doordringen ware van de noodzakelijkheid om te sparen en geen geld te spendeeren aan dingen, die nu als luxe moeten worden beschouwd. Ook vroeg hij zijn oordeel over het uitbrei den van de categorie luxe-artikelen voor de omzetbelasting, waardoor meer uit de opbrengst daarvan zou kunnen worden ge haald. De heer von Bönninghausen (n.s.b.) wenschte geen verhooging van de indirecte heffingen, welke in het bijzonder op de minst dras^krachtigen zouden druk ken, terwijl daarentegen in de eerste plaats zou moeten worden gedacht aan be lasting van diegeren, „die in het verleden verantwoordelijk zijn geweest voor de ver- waarloozing van 's lands defensie", „Colijn en consorten" vooraan, een uitdrukking welke de voorzitter niet liet passeeren: voorts dacht deze afger aardigde aan de wat hij noemde de „poliepen" (profiteurs): de Nederlanders in het buitenland; de kapi talen die in vreemde landen werden geïn vesteerd en de belastingvluchtelingen. De n.s.b. heeft haar stem aan het ontwerp toch niet onthouden in de Tweede Kamer had ze dit wel gedaan. Tegen dit gedeelte vooral van het betoog van den n.s.b.-spreker kwam de heer de Zeeuw (s.d.) in het geweer; hij zag in deze denkbeelden een geestelijke binding aan de communisten, die na den grooten oorlog van 19141918 ook hier te lande getracht hebben de schuldigen aan den slechten toe stand voor het gerecht te dagen. Wat de rest betreft: de regeering heeft hier al maatregelen getrof fen tegen de profiteurs. Kapitalen, welke naar het buitenland zijn ge bracht, zullen wel niet gemakkelijk kunnen worden achterhaald, maar is daarbij ook niet veel van hen, die eerst van elders hierheen hebben moeten vluchten? Anderzijds zijn er ook velen in ons land, die, ondanks toekomstige bedreigingen, blijven; voor hen had de heer de Zeeuw niets dan bewondering. Wat hét wetsont werp zelf aangaat, had deze afgevaardigde bezwaar tegen een verdere verstoring van de toch al ongunstige verhouding tusschen' de directe en indirecte belastingen, waarbij nog komt de tendenz van verhooging van de kosten van het levensonderhoud, welke de regeering juist wil tegengaan. De zinsneden in het voorloopig verslag, waarin aangedrongen werd op steun van de regeering aan den koers van- Staatsobliga ties, bleek afkomstig te zijn van den hêer Pollema (c.h.). De heer van Lanschot was daartegen al Opgekomen, betoogend, dat dit voor ons staatscrediet niet noodig was en dat zoo'n actie slechts een bewijs van zwakte zou zijn. Hierbij kon de minister van Financiën zich geheel aansluiten. Er was nog een c.h.-spreker, de heer ter Haaf, die alleen maar wilde zeggen, dat met de nieuwe heffing op de benzine nu toch wel de uiterste grens was bereikt. Antwoord van den minister. Zoo hier en daar hebben we al iets van het antwoord van den minister van Finan ciën gegeven. Jhr. de Geer zou de adviezen met betrekking tot de heffing-ineens over wegen. Een nog snellere aflossing van d» leeningen voor de dekking van onze mobi- lisatiekosten achtte hij niet mogelijk; wan neer deze binnen de 15 jaar niet mogelijk zou zijn, bijvoorbeeld wanneer de oorlog drie jaren of langer zou duren zou het Leeningfonds moeten worden verlengd. Het zou moeilijk zijn om de categorie luxe-artikelen voor de omzetbelasting uit te breiden. Bij de behandeling van de wijzi ging van de tariefwet is telkens gebleken hoe moeilijk het is overeenstemming te krijgen over de vraag wat als luxe moet worden beschouwd; bovendien moet ook met' de belangen der producenten rekening worden gehouden. De minister herhaalde zijn toe zegging aan de Tweede Kamer, dat hij een belasting van Nederlanders in het buitenland zou overwegen; van de opbrengst daarvan moet men zich echter geen gouden ber gen voorstellen! Z. E. maakte slechs enkele nuchtere op merkingen ter bestrijding van het betoog van den heer von Bönninghausen; deze was niet altijd even duidelijk geweest en wan neer hij eens wat zakelijk was, klopte zijn betoog niet met de feiten Wie zijn kapitaal in het buiten land belegt betaalt hier eveneens belasting van de provenuen. De n.s.b.-afgevaardigde vergat voorts, dat door belegging in soliede landen onze betalingsba lans wordt ontlast, tengevolge van rentebetaling en aflossing; derhalve is het misleidend om buitenlandsche beleggingen als een debetpost voor te stellen. De minister sprak tenslote de hoop uit dat het tekort op de gewone begrooting voor 1941 zonder belastingverhooging zou kun nen worden gedekt. De heer Pollema (c.h.) vond dit, bij de replieken, een zeer belang rijke verklaring waarop de minister zicil haastte te vertellen, dat men goed begrijpen moest, dat hij slechts de hoop uitgespro ken had! Zooals gezegd, werd het wetsontwerp daarna z. h. s. aangenomen; ook de eerste begrooting van bet leeningfonds werd z. h. s. goedgekeurd. Hierover werd niet gesproken, evenmin als over het belang rijke wetsontwerp betreffende de verge- makkeling van de zetelverplaatsing van N. V.'s, dat vooral in de huidige omstan digheden van groote beteekenis moet wor den geacht, wanneer ons land eens bezet zou worden. In den aanvang der vergadering werden eenige wetsontwerpen van minder belang afgehamerd, maar eveneens de begrooting van het werkloosheidssubsidiefonds voor 1940. >.Nog rest de Onderwijsbegrooting, waar aan de Kamer heden bezig was en dan is zij ook door den begrootingsarbeid heen. Na openbare vergadering van gisteren, begaf zij zich in de afdeelingen. 'VRAGEN OVER CAUWELAERTS VOORDRACHT. Het Tweede Kamerlid, de Marchant ét Ansembourg (n.s.bheeft aan de minister*- van buitenlandsche zeken, justi tie en defensie vragen gesteld over de voordracht van mr. F. van Cauwelaert te Amsterdam. Deze heeft o.m. gezegd: „Het zal niet voldoende zijn, dat we ons braaf jes schuil houden onder het schamele af dak van de neutraliteit". De vrager meent nu dat het niet in overeenstemming is met de „Nederlandsche waardigheid" dat hier „op zoo minachtende wijze" over onze neutraliteit wordt gesproken er dat het toestaan van het houden van een derge lijke voordracht niet in overeenstemming is met onze neutraliteit en art. 23 van de wet tot beperking der uitoefening van het recht van vereeniging en vergadering. De boterheffing. - Het bedrag van de heffing en steunuitkeering op boter is, be houdens tusschentijdsche wijziging, voor de week van 25 April tot 2 Mei vastgesteld op 80 cent per kg (onveranderd). De boternoteering. - De commissie- noteering voor Nederlandsche boter is gis teren onveranderd vastgesteld op 80 cent per kg. Nederlandsche gezant te Ankara. - Naar wij vernemen is binnenkort de benoe ming te verwachten van mr. C. G. W. H. baron van Boetzelaer van Oosterhout, tot nu toe gezantschapsraad bij het gezant schap te Berlijn tot H. Ms. buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Ankara

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6