DE „MEES" EN DE „UIL" WEER OP
SCHIPHOL TERUG.
Belastingen ten bate van het Leeningfonds
goedgekeurd.
Stockholm-Amsterdam in
vier-en-een-half uur."
Toestellen te Malmö aan
een groot gevaar
ontsnapt.
De periodieke verloven
Moord te Scherpenzeel.
Ca.é, bakkerij, winkel en
boerderij atoebrand.
Een mooie bollen-Zondag
te verwachten.
Emerson in ons land.
Eerste Kamer
Heffing-ineens zal nader worden
overwogen.
Belasting voor Nederlanders
in het buitenland
GEMENGD NIEUWS.
TWEEDE BEAD.
Na een vlucht van 4 y3 uur zijn
de K.L.M.-toestellen „Mees" en
„Uil", die door het binnentrekken
van de Duitschers in Denemarken
en Noorwegen aanvankelijk op het
vliegveld van Malmö in Zweden
werden opgehouden, Op het Am-
sterdamsche vliegveld Schiphol vei
lig geland.
De bemannin van de „Mees" bestond uit
de gezagvoerder Geyssendorffer, de telegra
fist Oolgaard, boordwerktuigkundigen Ak
kerman en Bernaert en steward Korstenije,
terwijl dè „Uil" was bemand met gezagvoer
der Sillevis, marconist Bossen, boordwerk
tuigkundige Molenaar en Steward Massa.
Voorts maakten deze vlucht mede de sta
tionswerktuigkundige van het vliegveld
Malmö, Houtbrake en de vertegenwoordiger
van de K.L.M. in Stockholm de heer J. H.
de Stoppelaar.
De heeren Geijssendorffer en Sillevis ver
telden het een en ander over het gedwongen
oponthoud, dat zij in Zweden hebben gehad.
Op Maandag 8 April waren zij met den nor
malen lijndienst van Amsterdam naar Mal
mö gegaan en het was de bedoeling, dat zij
Dinsdag 9 April naar Schiphol terugkeeren.
In den nacht van Maandag op Dinsdag even
wel trokken de Duitschers Denemarken en
Noorwegen binnen, en hoewel, zoowel de
K.L.M.-vertegenwoordiger in Malmö als de
beide gezagvoerders alle pogingen in het
werk stelden om toch nog dien dag naar Ne
derland terug te keeren, werd hun van de
zijde van de Zweedsche regesring te kennen
gegeven, dat de machines konden starten.
De Zweeasche regeering nam toen de
maatregel de vliegtuigen in het Zuiden van
Zweden te evacueeren, zoodat de „Mees" en
de „Uil" Donderdag 11 April van Malmö
naar Stockholm vertrokken, waar zij in ieder
geval veilig op het oogenblik van vertrek
konden wachten.
Toestellen aan een groot gevaar
ontsnapt.
De beide machines zijn in den
nacht van Maandag 8 op Dinsdag 9
April aan een groot gevaar ont
snapt. In dien nacht n.l. is er brand
uitgebroken op het vliegveld van
Malmö.
De groote hangar, waarin de Ne-
derlandsche toestellen stonden ge
borgen, brandde geheel uit en het
is aan de tegenwoordigheid van
geest van het personeel van de
Zweedsche luchtvaart maatschappij
A. B. A. te danken, dat de K. L M„
toestellen konden worden gered.
De hangar brandde geheel uit. Daarin
bevonden zich de radiodienst, de meteoro
logische dienst, de telefooncentrale en het
magazijn van reservemateriaal van de
Zweedsche luchtvaartmaatschappij; welke
door het vuur uiteraard een groot verlies
heeft geleden.
Zooals gezegd, vertrokken de „Mees" en
de „Uil" Donderdag 11 April naar Stock
holm en sinds dien dag tot vandaag toe
hebben de beide gezagvoerders Geijssen
dorffer en Sillevis, alsmede de K. L. M.-
vertegenwoordiqer de Stoppelaar constant
pogingen in het werk gesteld om een start-
vergunnihg naar Nederland te verkrijgen.
Zoowel in Zweden, als in Duitschland en
Nederland, zijn verschillende instanties
voortdurend in de weer geweest om de noo-
dige vergunningen los te verkrijgen.
Dinsdag zijn deze vergunningen eindelijk
afgekomen.
Om naar Nederland terug te keeren moes
ten de vliegtuigen aan diverse voorwaar
den voldoen. De Zweedsche regeering
had een speciale route opgegeven,
welke iets zuidelijker dan Gothenborg
lag en de machines moesten over dit ge
deelte van Zweden op een speciale hoogte
vliegen. De regeering had de luchtdoelbat
terijen op deze route in kennis gesteld van
het passeeren van de Nederlandsche ma
chines. De Duitsche regeering had geen
speciale voorschriften geëischt. Alleen had
men gezegd, dat het aan te raden was, zoo
hoog mogelijk te vliegen. In rechte lijn zijn
de K. L. M.-machines van Stockholm van
via Gothenburg dwars over Denemarken
naar de Noordzee gevlogen en vandaar in
zuidelijke richting naar Schiphol. De vlucht
duurde ongeveer vier en een half uur.
Om 7 minuten voor 3 landde de „Mees",
terwijl Sillevis de „Uil" een kwartier later
aan den grond zette. Hoewel er verschillende
aanvragen waren geweest, hadden de vlieg
tuigen geen passagiers mogen meenemen.
Voortaan l/io der militairen
gelijktijdig met
ver.of?
In verband met het bericht van
den Regeeringspersdienst over het
wederingaan van periodieke verlo
ven aan het einde van deze week
verneemt de N.R.C., dat zulks zal
gebeuren volgens een nieuwe rege
ling. Deze schijnt hierop neer te ko
men, dat er voortaan tegelijkertijd
niet 1/7 maar slechts 1/10 van de
dienstdoende militairen periodiek
verlof zullen génieten. Op deze
wijze is, na het :wederingaan van de
verloven, de blijvende paraatheid
tegenover den toestand onder de
oude verlofregeling in belangrijke
mate" verhoogd.
Vrouw door een kogel
gedood.
De dader in arrest.
Gisteren is te Scherpenzeel (Utr.) een
drama aan het licht gekomen, dat zich in
den loop van Woensdag heeft afgespeeld in
de woning van het gezin van den grond
werker R. Veer, gelegen aan den Ouden
Barneveldschenweg. Toen een twaalfjarig
dochtertje van de familie des middags om
drie uur van school thuis kwam, trof zij in
de slaapkamer op de zolderverdieping haar
moeder dood op den grond liggende aan
Zij waarschuwde dadelijk een buurvrouw
en een dokter. De laatste constateerde, dat
de levensgeesten geweken waren. Pas gis
terochtend, toen men reden had te veron
derstellen, dat de dood geen natuurlijke
oorzaak moest hebben gehad, is de politie
gewaarschuwd. Onmiddellijk werd onder
leiding van den burgemeester, mr. C. P
Hoytema van Konijnenburg, een uitgebreid
onderzoek ingesteld.
In de slaapkamer werd een pa
troonhuls aangetroffen, welke
vondst het vermoeden, dat hier
misdrijf in het spel zou zijn ge
weest. versterkte. In een weiland 5
in de omgeving trof de burgemees
ter kort daarna een revolver aan,
die blijkbaar was weggeworpen.
Bij nader onderzoek bleek, dat de
vrouw een schotwonde in de borst
vertoonde.
Aangezien gebleken was, dat Woensdag
middag een veertigjarige petroleum venter
die minder gunstig bekend stond, zich
in de buurt had opgehouden, werd deze aan
een verhoor -onderworpen. Hoewel de man,
die eenigszins achterlijk is, aanvankelijk
ontkende iets met het gebeurde te maken te
hebben, legde hij na confrontatie met het
lijk de bekentenis af, dat hij de vrouw ver
moord had.
Het is komen vast te staan, dat de man
meermalen bij de vrouw op bezoek was ge
weest, hetgeen door de vrouw geenszins
werd geapprecieerd. De revolver was af
komstig van een diefstal bij militairen. De
drijfveer van de daad is niet bekend.
De officier van justitie te Utrecht, mr.
Quarles van Ufford, heeft zich ter plaatse
van het gebeurde op de hoogte gesteld. De
vermoorde vrouw, die 49 jaar oud was, had
acht kinderen, waarvan twee volwassen.
De dader zal morgen op transport wor
den gesteld naar het huis van bewaring te
Utrecht.
VRAGEN OVER KOSTWINNERS
VERGOEDING.
Het Tweede Kamerlid Posthuma (c.d.u.)
heeft aan den minister van defensie de
vplgende vragen gesteld:
1. Is het waar, dat de kostwinnersver
goeding voor de militairen, die tijdens hun
verlof ziek worden en deswege thuis of in
een inrichting moeten worden verpleegd,
niet wordt uitbetaald?
2. Indien dit zoo is, is de minister dan,
waar dit als een onbillijkheid wordt aan
gevoeld en in de betrokken gezinnen moei
lijkheden veroorzaakt, bereid dit verbod
.in te trekken?
Vuurzee te Varik.
In den nacht van Woensdag op
Donderdag heeft te Varik (Gld.)
een zware brand gewoed, die het
café annex bakkerij en winkel
-en boerderij van den heer van
den Berg geheel in de asch. heeft
gelegd.
Rustig sliepen de heer van den Berg en
zijn gezm, doch op een zolderkamertje lag
een logé te bed, die daar zij een muis
hoorde knagen de slaap niet kon vatten.
Omstreeks twee uur zag de logé plotseling
vlammen. IJlings maakte zij alarm en in
nachtgewaad stelden de beworers zich in
veiligheid. Het vuur greep snel om zich
heen. Van de vijf in een achter het pand
staande hooiberg ondergebrachte varkens
kon men ei twee redden, drie zware die
ren kwamen in du vlammen om. Daar de
wind gunstig was, bestond voor uitbrei
ding van den brand geen gevaar.
De brandweer richtte dan ook alleen
haar stralen op het als een fakkel bran
dende gebouw, doch zij kon niet verhinde
ren, dat het kapi.ale pand geheel verloren
ging. Enkele resten muur staan nog slechts
overeind. Omstreeks half vijf kon de
brandweer inrukken.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Van de inventaris der bakkerije, .winkel
en café is totaal niets gered. Voor een
groot bedag aan goede, en ging in de vuur
zee verloren De schade'wardt door verze
ker ing gedekt
SCHIP DOORMIDDEN GEBROKEN.
Het ongeveer 709 ton metende schip
„Corry", schipper G. Lufcbelinchof uit
Rotterdam, dat geladen met grind, in de
haven van Lemmer lag om gelost te wor
den, is gisteren omstreeks zeven uur door
midden gebroken en gezonken, vermoe
delijk tengevolge van het onoordeelkundig
lossen. Het achterruim steekt alleen nog
boven water uit. Persoonlijke ongelukken
deden zich niet voor.
Veel bolgewassen bloeien
tegelijk.
De K. N. A. C. deelt ons mede, dat de
bloei in het bollenland een even* bijzonder
als zeldzaam beeld te zien geeft. Ten ge
volge namelijk van de lang aangehouden
koude en de plotselinge stijging van tem
peratuur en de mooie zonnige voorjaars
dagen, zal zich Zondag a.s. n.l. het zeld
zame geval voordoen dat eens in de
tien of twintig jaar voorkomt dat de
bezoeker zich in den aanblik van een ge-
combineerden bloei van vroege tulpen,
volle narcissen en hyacinthen kan verlus
tigen. Ondanks de aanzienlijke teeltbe
perking zal men op a.s. Zondag dus veel
moois te zien krijgen. Het verdient aanbe
veling zoo mogelijk een tocht te maken
van Hillegom over de Veenenburgerlaan
tot aan Keukenhof naar Lisse, omdat men
daar de mooiste velden te zien zal krijgen.
Bespreking vluchtelingen
vraagstuk.
Te Den Haag is gisteravond uit Londen
aangekomen sir Herbert Emerson, hooge
commissaris van den Volkenbond voor de
vluchtelingen. Hij zal in ons land met
autoriteiten en met diverse organisaties,
welke zich met het vluchtelingenvraag
stuk bezig houden, besprekingen voeren.
ETALAGEBRAND BIJ V. EN D.
TE DEN HAAG.
Schade j 50.000 a 100.000.
In den laten namiddag is vermoedelijk
door kortsluiting brand uitgebroken in een
vitrine van de galerij der firma Vroom en
Dreesmann aan het Spui te den Haag. Het
vuur breidde zich snel tot enkele andere
uitstalkasten in deze galerij uit, zoodat het
personeel, dat trachtte met eigen blusch-
apparaten den-brand te bezweren, deze taak
al heel spoedig aan de politiebrandweer
moest overgeven.
Twee motorspuiten met ettelijke slangen
zetten het bluschwerk dadelijk voort en zoo
kon reedsjna een kwartier het gevaar voor
uitbreiding als geweken worden be
schouwd. Het publiek in het groote maga
zijn was tijdig naar buiten gedirigeerd zon
der eenig incident, terwijl inmiddels het
personeel kalm volgde en een deel hiervan
werd belast met het naar buiten dragen van
etalagegoederen, die door het vuur waren
aangetast of daardoor werden bedreigd.
Vooral het naar buiten dragen van de étala
gepoppen de brand woedde in hoofdzaak
in de damesconfectieafdeeling trok de
aandacht van de vele omstanders. Een agent
van politie werd door scherven van spie
gelruiten licht gewond.
De etalage, waarin de brand ontstond is
geheel uitgebrand, evenals een deel van een
tweede. Alles wat zich hierin bevond ging
verloren, o.a. enkele kostbare waspoppen.
De schade is, ondanks den geringen om
vang van den brand, zëer aanzienlijk. Ten
eerste is het bluschwater naar beneden in
den kelder afgedropen, waar groote voor
raden nieuwe goederen waren opgeslagen.
Deze zijn voor een groot deel vernield.
Voorts is de rook door het geheele gebouw
getrokken, waardoor vele goederen in
waarde achteruit zijn gegaan.
De omvang van de schade is moeilijk op
het oogenblik te schatten. Men neemt aan
dat deze, ongerekend de bedrijfsschade,
f 50.000 a 100.000 bedraagt. De firma is
hiervoor verzekerd, echter niet voor de be
drijfsschade.
DREIGENDE ARBEIDSCONFLICTEN
IN GRONINGEN EN DRENTE.
Gistermiddag heeft de rijksbemiddelaar,
de heer H. P. J. Bloemers, ten stadhuize ts
Groningen een bespreking gehad met de
partijen, betrokken bij het dreigend con
flict bij de Nederlandsche maatschappij
voor vlasbewerking te Appingedam.
Aangezien men niet tot overeenstemming
kon geraken zal op Donderdag 9 Mei a s.
opnieuw ten stadhuize te Groningen een
bespreking worden gehouden.
Voorts werd ten stadhuize eveneens onder
leiding van den rijksbemiddelaar, den heer
H P. J. Bloemers een bespreking gehou
den inzake het dreigend conflict in de land
bouwbedrijven in Groningen en noord-
Drente.
De rijksbemiddela deed een voorstel tot
arbitrage, waarop innen een week ant
woord wordt verwacht.
OP 1 MEI GEEN OPENBARE
DEMONSTRATIES.
Het Vbld. meldt, dat het dagelijksch be
stuur van den algemeenen raad van S.D.
A.P. en N.V.V. na overleg met den minister
van Defensie in verband met den afgekon-
digden staat van beleg het volgende heeft
besloten:
le. dat er op den 1- Mei-dag geen open
bare straatdemonstraties zullen worden ge
houden.
2e. dat de bijeenkomsten een besloten
karakter zullen dragen en dus slechts toe
gankelijk zullen zijn voor de leden der mo
derne arbeidersbeweging en hun huisgenoo-
ten.
„De tijdsomstandigheden, aldus wordt
voorts medegedeeld, „verlangen vóór alles,
dat onze beweging vastberaden aaneenge
sloten blijft. De algemèene raad wekt alle
leden van de moderne arbeidersbeweging
op de Mei-vergaderingen door een massaal
bezoek te maken tot een krachtig getuige
nis van onze eenheid en van onzen wil om
ons aandeel te dragen in den strijd voor
vrijheid, vrede en gerechtigheid".
(Van onzen parlementairen
verslaggever).
Er was haast bij de verdere behandeling
van het wetsontwerp tot aanwijzing van
heffingen ten behoeve van het Leenings-
fonds, want de 1ste Mei is nabij en dan
treden de verhoogde opcenten op de suiker
accijns en op de successierechten in wer
king. Het desbetreffende wetsontwerp en de
eerste begrooting van het Leeningsfonds
werden dus haastig door den voorzitter der
Eerste Kamer, op verzoek der regeering op
de agenda geplaatst, evenals het wetsont
werp betreffende de zetelverplaatsing van
naamlooze vennootschappen. De zooeven
genoemde opcentenl.effing (10 voor de sui
ker, zoodat het aantal opcentèn hierop dan
50 zal bedragen) en 15 op de successierech
ten, maakt deel uit van de nieuwe midde
len, welke minister de Geer bij elkaar moet
schrapen om de koster van de mobilisatie
te dekken, waarvoor in hoofdzaak zal wor
den geleend. Wat voor dit jaar wordt aan
gevraagd, is voldoende om de annuïteit van
rente en aflossing van de Staatsleening
voor dit jaar te dekken, maar voor 1941 is
veel meer noodig dan 18.1 millioen. Tot de
nieuwe heffingen behooren ook een ver
hooging van het bijzonder invoerrecht op
benzine van 8.60 tot 10.50 en van het
invoerrecht op benzo van 3 tot 4.50, en
een heffing op koffie, die tot nu toe-onbe
last was, maar waarop nu globaal geno
men 10 pet. van de waarde zal worden
geheven. (We laten de berekening voor
verschillende koffiesoorten en -extracten
nu maar achterwege).
Evenals in de Tweede Kamer werd
aan deze -zijdt van het Binnenhof
gewezen op de bezwaren, welke
aan verhooging van de indirecte
belastingen kleven, maar alle spre
kers gaven toe' dat er geld zijn
moet. Geen der leden verzette zich
ten slotte tegen het wetsontwerp
en zoo ging het dan onder den ha
mer van den voorzitter door.
We konden de discussie niet bijzonder be
langrijk vinden. De heeren Heldring (lib
van Lanschot (r.k.), von Bönninghausen
(n.s.b.), Pollema (c.h.) en de Zeeuw (s.d.)
voerden het woord. De beide eerstgenoemde
heeren achtten een heffing ineens theore
tisch goed te verdedigen, maar practisch
niet gemakkelijk door te voeren, wil men
onbillijkheden vermijden, omdat het draag
krachtbeginsel zich niet kan laten gelden,
terwijl men de hooge inkomens,evenmm
buiten beschouwing zou mogen laten. De
heer Heldring maakte zich ongerust over de
ongunstige ontwikkeling van onze handels
balans. Na de bezetting van Denemarker,
en de havens van Noorwegen zou het beeld
er niet gunstiger op worden, zoodat we tot
vermindering van den invoer zouden moe
ten overgaan. Minister de Geer achtte dit,
in zijn antwoord, ook niet onmogelijk.
De heer van Lanschot vroeg den minis
ter of ons volk niet beter te doordringen
ware van de noodzakelijkheid om te sparen
en geen geld te spendeeren aan dingen,
die nu als luxe moeten worden beschouwd.
Ook vroeg hij zijn oordeel over het uitbrei
den van de categorie luxe-artikelen voor
de omzetbelasting, waardoor meer uit de
opbrengst daarvan zou kunnen worden ge
haald.
De heer von Bönninghausen (n.s.b.)
wenschte geen verhooging van de indirecte
heffingen, welke in het bijzonder op
de minst dras^krachtigen zouden druk
ken, terwijl daarentegen in de eerste
plaats zou moeten worden gedacht aan be
lasting van diegeren, „die in het verleden
verantwoordelijk zijn geweest voor de ver-
waarloozing van 's lands defensie", „Colijn
en consorten" vooraan, een uitdrukking
welke de voorzitter niet liet passeeren:
voorts dacht deze afger aardigde aan de wat
hij noemde de „poliepen" (profiteurs): de
Nederlanders in het buitenland; de kapi
talen die in vreemde landen werden geïn
vesteerd en de belastingvluchtelingen. De
n.s.b. heeft haar stem aan het ontwerp toch
niet onthouden in de Tweede Kamer had
ze dit wel gedaan.
Tegen dit gedeelte vooral van het betoog
van den n.s.b.-spreker kwam de heer de
Zeeuw (s.d.) in het geweer; hij zag in deze
denkbeelden een geestelijke binding aan de
communisten, die na den grooten oorlog
van 19141918 ook hier te lande getracht
hebben de schuldigen aan den slechten toe
stand voor het gerecht te dagen.
Wat de rest betreft: de regeering
heeft hier al maatregelen getrof
fen tegen de profiteurs. Kapitalen,
welke naar het buitenland zijn ge
bracht, zullen wel niet gemakkelijk
kunnen worden achterhaald, maar
is daarbij ook niet veel van hen,
die eerst van elders hierheen hebben
moeten vluchten?
Anderzijds zijn er ook velen in ons land,
die, ondanks toekomstige bedreigingen,
blijven; voor hen had de heer de Zeeuw
niets dan bewondering. Wat hét wetsont
werp zelf aangaat, had deze afgevaardigde
bezwaar tegen een verdere verstoring van
de toch al ongunstige verhouding tusschen'
de directe en indirecte belastingen, waarbij
nog komt de tendenz van verhooging van
de kosten van het levensonderhoud, welke
de regeering juist wil tegengaan.
De zinsneden in het voorloopig verslag,
waarin aangedrongen werd op steun van de
regeering aan den koers van- Staatsobliga
ties, bleek afkomstig te zijn van den hêer
Pollema (c.h.). De heer van Lanschot was
daartegen al Opgekomen, betoogend, dat
dit voor ons staatscrediet niet noodig was
en dat zoo'n actie slechts een bewijs van
zwakte zou zijn. Hierbij kon de minister
van Financiën zich geheel aansluiten. Er
was nog een c.h.-spreker, de heer ter Haaf,
die alleen maar wilde zeggen, dat met de
nieuwe heffing op de benzine nu toch wel
de uiterste grens was bereikt.
Antwoord van den minister.
Zoo hier en daar hebben we al iets van
het antwoord van den minister van Finan
ciën gegeven. Jhr. de Geer zou de adviezen
met betrekking tot de heffing-ineens over
wegen. Een nog snellere aflossing van d»
leeningen voor de dekking van onze mobi-
lisatiekosten achtte hij niet mogelijk; wan
neer deze binnen de 15 jaar niet mogelijk
zou zijn, bijvoorbeeld wanneer de oorlog
drie jaren of langer zou duren zou het
Leeningfonds moeten worden verlengd.
Het zou moeilijk zijn om de categorie
luxe-artikelen voor de omzetbelasting uit te
breiden. Bij de behandeling van de wijzi
ging van de tariefwet is telkens gebleken
hoe moeilijk het is overeenstemming te
krijgen over de vraag wat als luxe moet
worden beschouwd; bovendien moet ook
met' de belangen der producenten rekening
worden gehouden.
De minister herhaalde zijn toe
zegging aan de Tweede Kamer, dat
hij een belasting van Nederlanders
in het buitenland zou overwegen;
van de opbrengst daarvan moet
men zich echter geen gouden ber
gen voorstellen!
Z. E. maakte slechs enkele nuchtere op
merkingen ter bestrijding van het betoog
van den heer von Bönninghausen; deze was
niet altijd even duidelijk geweest en wan
neer hij eens wat zakelijk was, klopte zijn
betoog niet met de feiten
Wie zijn kapitaal in het buiten
land belegt betaalt hier eveneens
belasting van de provenuen.
De n.s.b.-afgevaardigde vergat
voorts, dat door belegging in
soliede landen onze betalingsba
lans wordt ontlast, tengevolge van
rentebetaling en aflossing; derhalve
is het misleidend om buitenlandsche
beleggingen als een debetpost voor
te stellen.
De minister sprak tenslote de hoop uit
dat het tekort op de gewone begrooting voor
1941 zonder belastingverhooging zou kun
nen worden gedekt. De heer Pollema (c.h.)
vond dit, bij de replieken, een zeer belang
rijke verklaring waarop de minister zicil
haastte te vertellen, dat men goed begrijpen
moest, dat hij slechts de hoop uitgespro
ken had!
Zooals gezegd, werd het wetsontwerp
daarna z. h. s. aangenomen; ook de eerste
begrooting van bet leeningfonds werd
z. h. s. goedgekeurd. Hierover werd niet
gesproken, evenmin als over het belang
rijke wetsontwerp betreffende de verge-
makkeling van de zetelverplaatsing van
N. V.'s, dat vooral in de huidige omstan
digheden van groote beteekenis moet wor
den geacht, wanneer ons land eens bezet
zou worden.
In den aanvang der vergadering werden
eenige wetsontwerpen van minder belang
afgehamerd, maar eveneens de begrooting
van het werkloosheidssubsidiefonds voor
1940.
>.Nog rest de Onderwijsbegrooting, waar
aan de Kamer heden bezig was en dan is zij
ook door den begrootingsarbeid heen.
Na openbare vergadering van gisteren,
begaf zij zich in de afdeelingen.
'VRAGEN OVER CAUWELAERTS
VOORDRACHT.
Het Tweede Kamerlid, de Marchant ét
Ansembourg (n.s.bheeft aan de
minister*- van buitenlandsche zeken, justi
tie en defensie vragen gesteld over de
voordracht van mr. F. van Cauwelaert te
Amsterdam. Deze heeft o.m. gezegd: „Het
zal niet voldoende zijn, dat we ons braaf
jes schuil houden onder het schamele af
dak van de neutraliteit". De vrager meent
nu dat het niet in overeenstemming is met
de „Nederlandsche waardigheid" dat hier
„op zoo minachtende wijze" over onze
neutraliteit wordt gesproken er dat het
toestaan van het houden van een derge
lijke voordracht niet in overeenstemming
is met onze neutraliteit en art. 23 van de
wet tot beperking der uitoefening van het
recht van vereeniging en vergadering.
De boterheffing. - Het bedrag van de
heffing en steunuitkeering op boter is, be
houdens tusschentijdsche wijziging, voor de
week van 25 April tot 2 Mei vastgesteld op
80 cent per kg (onveranderd).
De boternoteering. - De commissie-
noteering voor Nederlandsche boter is gis
teren onveranderd vastgesteld op 80 cent
per kg.
Nederlandsche gezant te Ankara. -
Naar wij vernemen is binnenkort de benoe
ming te verwachten van mr. C. G. W. H.
baron van Boetzelaer van Oosterhout, tot
nu toe gezantschapsraad bij het gezant
schap te Berlijn tot H. Ms. buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister te Ankara