Nar
k
AATSTE RUS
De
^BxiitenCand
{Rechtszaken
SeuMetm
Scherp
Alkmaarsche Politierechter
Nieuws in 't kort.
DE
CECIL FREEMAN CREGG.
No. 103
Ee
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 MEI 1940.
EEN VRAAGGESPREK MET
MINISTER KOHT.
„Het beste deel van Noorsche leger
zet strijd voort".
De Noorsche minister van buitenlandsche
zaken Koht heeft gisteravond in een vraag
gesprek verklaard, dat het Noordelijk leger
van Noorwegen, het best uitgeruste en ge
oefende deel van zijn strijdmacht, nog
steds onaangetast is en bereid en gereed staat
om met de hulp van de geallieerde troepen
den strijd tegen de Duitsche invallers voort
te zetten.
Koht, die de sterkte der Duitsche troepen
op 50 tot 100.000 man schatte, zeide dat het
Noorëqhe leger in het Noorden de noodige
oefening heeft gehad en goed uitgerust is.
Het eenige wat wij noodig hebben, zoo ver
klaarde de minister,' is vliegtuigen en lucht
afweergeschut. De geallieerden moeten om
trent de toekomst beslissen, doch ik ben
ervan overtuigd, dat zij ons zooveel moge
lijk hulp zullen bieden. Wij moeten geduld
oefenen en wij kunnen niet verwachten,
dat alles in eens geschiedt. De vrijheid van
Noorwegen zal niet verzekerd zijn vóór de
oorlog voorbij is.
Omtrent den strijd der laatste weken
zeide Koht: Wij hebben groote verliezen
geleden. Een groot aantal onzer soldaten is
gedood, verjaagd of verdwenen en het is
duidelijk, dat een groot deel van onze
strijdkrachten verloren is gegaan. In mid-
den-Noorwegên hebben onze soldaten ge
vochten tot zij uitgeput waren. Zij moesten
terugtrekken en het was hun onmogelijk,
dit als geheele eenheden te doen.
Koht verklaarde, dat de verliezen der
Noren in het Zuiden het grootst waren ge
weest in het Gudbrandsdal ,en het Oester
dal, doch hij lachte om het denkbeeld, dat
de Noren opgeofferd waren om den terug
tocht der Britsche troepen te dekken.
Gevraagd naar de activiteit van de nazi's
in Noorwegen, antwoordde Koht, dat er
'nazi's waren, die zeer actief waren, doch zij
waren ook zeer gering in aantal. Koht was
het er niet mede eens, dat in het begin van
den oorlog op groote schaal verraad was
gepleegd. De Duitschers zijn ons land ge
makkelijk binnengekomen, geholpen door
het element van verrassing. Gij kunt ons
er geen verwijt' van maken, dat wij hen niet
verwachtten, doch ik geef er de voorkeur
aan, de waarheid te vertellen en te zeggen,
dat wij dezen inval niet verwacht hadden.
Koht zeide, dat Noorwegen zich niet om
hulp tot Zweden heeft gewend en dat in
Noorwegen niet de wensch bestaat, dat
Zweden in den oorlog wordt betrokken.
BRIEFWISSELING TUSSCHEN DEN
FUHRER EN DEN KONING VAN
ZWEDEN.
In de tweede helft van April hebben de
koning van Zweden en de Führer schrifte
lijk van gedachten gewisseld over den poli-
tieken toestand.
Deze gedachtenwisseling heeft naar de
Duitsche en Zweedsche regeering openlijk
hebben verklaard de volledige overeenstem
ming inzake de toekomstige politieke hou
ding van beide landen jegens elkaar be
krachtigd.
DE ZITTING VAN HET
LAGERHUIS.
De parlementaire redacteur van Reuter
deelt mede)» dat groote belangstelling be
staat voor de debatten in het Britsche
Lagerhuis over de oorlogvoering in Noor
wegen, welke heden zullen beginnen. Veel
zal bij het verloop van de debatten af
hangen van de openingsrede, welke minis
ter-president Chamiberlain zal houden. De
drie ministers van de landsverdediging
zullen eveneens het woord voeren. Chur
chill zal waarschijnlijk Woensdag spre
ken, doch wanneer een felle critiek zal
worden uitgeoefend, is het mogelijk, dat hij
reeds vandaag het woord zal nemen.
Reeds zijn een aantal vragen bekend,
welke over den militairen toestand zullen
worden gesteld tijdens het vragenuur, dat
voorafgaat aan het debat, o.a.: „Zijn de in
Noorwegen gebleven troepen voldoende
uitgerust tegen zon, sneeuw, regen en
vliegen. Wanneer werd het eerste bericht
van den Duitschen inval ontvangen en was
er eenig uitstel eer handelend werd opge
treden. Is de blokkade in de Middelland-
sche zee doeltreffend?"
DE GEVECHTEN IN CHINA.
In verband met de concentratie van
40.000 man Japansche troepen in de buurt
van Sinyang, in Zuid-Honan, verwacht'men
elk oogenblik groote militaire operaties in
het gebied, dat aan de beide provincies
Honan en Hoepeh grenst. De eerste aanval,
die de Japanneezen in het Westen op
To?ngpo en Miyang hebben ondernomen, is
door de Chineesche troepen afgeslagen. De
Japansche troepen leden zeer zware ver
liezen.
In het dal van de Han komen voortdu
rend Japansche versterkingen aan, op weg
naar Tsjoenghsiang, dat de Chineesche
luchtmacht Donderdag j.l. met succes ge
bombardeerd heeft. Japansche munitie- en
benzine-opslagplaatsen werden getroffen en
mijlen in den omtrek waren de vlammen
zichtbaar. De Chineesche bommenwerpers
keerden alle behouden terug.
In Anhwei hebben de Chineesche troepen
het op 50 km. ten Zuiden van Woehoe ge
legen Nanling en het op 80 km. ten Z.W. van
Poekau gelegen Hansjan heroverd.
Uit Tokio meldt Domei omtrent de opera
ties in Zuid-Honan en Noord-Hoepeh, dat
volgens Japansche militaire rapporten on
geveer 500.000 Chineesche soldaten omsin
geld zouden zijn, en dat ieder oogenblik de
val van Toengpeh wordt verwacht.
ONDERHOUD VAN MUSSOLINI MET DEN
KROONPRINS.
Mussolini heeft gister een onderhoud van
ruim een uur gehad-met den kroonprins over
militaire zaken van het gebied, waar de
kroonprins het oppercommando uitoefent.
HET IJS IN DE BOTNISCHE GOLF.
De Finsche radio-omroep heeft medege
deeld, dat het ijs in de Kvarken, het nauw
ste deel van de Bothnische Golf, na den
strengsten winter sedert 70 jaar, gister in
beweging is gekomen. Het verkeer ter zee
tusschen Zweden en Finland zal waarschijn
lijk binnenkort hervat worden.
Door de Kvarken passeert onder meer de
ertsroute tusschen de Zweèdsche haven
Lulea en Duitschland.
BRITSCHE VLIEGTUIGEN
BESCHADIGD.
Hét Britsche ministerie van luchtvaart
deelt mede, dat twee Sunderland-vliegboo-
ten met mitrailleurs zijn aangevallen, terwijl
zij voor de Noorsche kust voor anker lagen.
ENGELSCHE „TOURISTEN".
Uit Boekarest meldt het D.N.B.: Talrijke
Engelsche „touristen" houden zich den laat-
sten tijd niet alleen in de Roemeensche
havens aan zee en aan den Donau, benevens
in het oliegebied op, maar ook in de Noor
delijke deelen des lands. In Czemowitz dui
ken ondanks de nieuwe, strenge bepalingen
betreffende controle op de buitenlanders
steeds nieuwe Engelschen op, die zich nu
eens uitgeven voor journalisten, dan weer
voor handelsreizigers. Zij ondernemen uit
gebreide autochten door de geheele Boe-
kówina en het aangrenzende Noordelijke
Bessarabië. Zij toonen speciale belangstel
ling voor de via Czemowitz naar Duitsch
land vertrekkende transitotreinen door Rus
land.
WALVISCH MET INGEBOUWDE
RADIO.
Men seint uit Moskou aan de Telg.: Dit
jaar zullen de Sovjet-walvischvaarders veel
vroeger naar den "Stillen Oceaan vertrek
ken dan anders. Bovendien zal een nieuwe
methode gevolgd worden bij het bijeenbren
gen der gedoode walvisschen. Wanneer de
kleine walvischvaarders, die zich niet in de
nabijheid bevinden van het groote moeder
schip, waarop, de traankokerij is, een wal-
visch hebben gevangen, pompen zij er lucht
in, planten in den dikken rug een electri-
sche batterij met een lamp en zetten er een
vlaggetje op om de nationaliteit aan te dui
den. Bovendien wordt er nog 'n radiozend-
toestelletje bijgeplaatst, dat automatisch
seinen uitzendt, zoodat onmiddellijk kan
worden nagegaan waar de geschoten wal-
visch door he moederschip moet worden
opgehaald.
SPIONNEN IN BELGIE VEROORDEELD.
De krijgsraad voor Brabant heeft den
leider van de Duitsche spionnage, Wilhelm
Wilde, zijn dochter Thea en een zekere
Arthur Kahtner, een te Saint Louis in de
Vereenigde Staten geboren Duitscher, ver
oordeeld tot 15 jaar dwangarbeid ieder.
HET FRANSCHE LEGERBERICHT.
Het avondlegerbericht luidt: „Niets be
langrijks te melden. Eenig schieten van de
artillerie in den Beneden-Elzas."
Het Fransche legerbericht van heden
ochtend luidt: Een kalme nacht aan het ge
heele front. Een treffen tusschen patrouil
les in het gebied ten O. van de Moezel is in
ons voordeel geëindigd.
UITBREIDING VAN HANDELSVERKEER
TUSSCHEN ZWEDEN EN RUSLAND?
Sedert de verbreking der verbindingen
van Zweden met het Westen hebben de
Zweedsche handelsondernemingen de moge
lijkheid overwogen, het handelsverkeer met
Rusland uit te breiden. Er zijn nog geen
officieele onderhandelingen geopend, doch
het schijnt, dat het terrein verkend wordt
en dat binnenkort de eerste stappen zullen
worden ondernomen.
DE SITUATIE IN HET
MIDDELLANDSCHE ZEE-BEKKEN.
Te Londen is geen bevestiging te verkrij
gen van het bericht, dat de Italiaansche
regeering zekere officieele vragen aan
Groot-Britannië. heeft voorgelegd inzake de
versterking der Britsche vloot in de Middel-
landsche Zee.
Het verluidt, dat de politiek der Britsche
regeering is de betrekkingen met Italië te
handhaven en te verbeteren.
Zooals reeds is medegedeeld, waren de
voorzorgen in de Middellandsche Zee, genq-
men als gevolg van de toon van een zeker
deel der Italiaansche pers en openbare ver
klaringen van vooraanstaande Italianen.
De Britsche ambassadeur te Rome, Sir
Percy Loraine, die met verlof in Engeland
heeft vertoefd, is thans op weg naar Italië
en zou waarschijnlijk gisteravond te Rome
aankomen. -
ZWEEDSCH SCHIP REDT BEMANNING
VAN DUITSCH VLIEGTUIG.
Gisterochtend heeft een Duitsch water
vliegtuig boven de Westkust der provincie
Schonen tusschen Kullen en Högenas geolo
gen, bij welke laatste plaats het daarna op
zee daalde. i
Een Zweedsch vliegtuig steeg op en waar
schuwde een schip, dat het ^watervliegtuig
en de bemanning in veiligheid bracht. j
HET ITALIAANSCHE KROONPRINSELIJK
PAAR BIJ DEN PAUS.
Het onderhoud van den paus met het Ita
liaansche kroonprinselijke paar heeft gister
35 minuten geduurd. De paus schonk aan de
prnses van Piemont een zilveren Madonna
beeld en den prins een gouden medaille.
Na het bezoek aan den paus begaven de
prins en de prinses zich naar den kardinaal
staatssecretaris ^met. wien zij eveneens een
bespreking hadden en ten slotte gingen zij
naar den Sint Pieter, om te bidden.
Bij het verlaten van den Sint Pieter werd
het prinselijk paar luide toegejuicht.
HET WRAK VAN DE „GRAF SPEE"
WORDT GESLOOPT.
De „New York Times" verneemt uit Mon
tevideo, dat men begonnen is met het sloö-
pen van het wrak van de Duitsche vestzak
slagschip „Admiral Graf Spee". Het werk
wordt met de grootste geheimhouding uit
gevoerd. Zooals men weet, werd het wrak
door een zakenman te Montevideo, Helguera,
gekocht.
TWEE SCHEPEN VOOR ZWEEDSCHE
KUST OP MIJNEN GELOOPEN.
Uit Gothenburg wordt gemeld: Eén
Zweedsch visschersvaartuig is nabij Vinga
op een mijn geloopen en gezonken. De vier
opvarenden zijn om het leven gekomen.
Ook een Duitsch schip is nabij Vinga op
een mijn geloopen. De 35 opvarenden hebben
het schip verlaten en zijn aan de Zweedsche
kust aan land gegaan.
25 JAAR GELEDEN ZONK DE
„LUSITANIA".
Óm kwart overt tweeën, in den namid
dag van 7 Mei 1915 vandaag een kwart
eeuw geleden! werd de „Lusitania" van
de Cunard-lijn, éen der grootste Engélsche
passagiersschepen, op ca. 10 mijl buiten de
Iersche kust bij het Old Head van Kinsale
midscheeps door een torpedo getroffen, die
door een Duitsche duikboot, de U 20, was
afgevuurd. Twintig minuten later was het
schip gezoröcen. Van de bijna 2000 opva
renden kwamen 1198 mannen, vrouwen en
kinderen in de golven om
VECHTPARTIJ MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
Tien jaar gevangenisstraf opgelegd.
Een vechtpartij in een café in het zuiden
van ons land, op 1 Oct. van het vorig jaar,
heeft zeer ernstige gevolgen gehad. Een
soldaat werd gedood, een ander gewond,
terwijl de 20-jarige soldaat P. M, wegens
doodslag door den Bosschen krijgsraad tot
tien jaar gevangenisstraf is veroordeeld.
Het hoog militair gerechtshof heeft heden
in hooger beroep dit vonnis bevestigd.
SERGEANT SCHOOT OP OFFICIEREN.
Het hoog militair gerechtshof bevestigde
heden in hooger beroep het vonnis van den
Bosschen krijgsraad, waarbij de dienst
plichtige sergeant B. A. J. H. veroordeeld is
tot v ij f jaar gevangenisstraf, ontslag uit
den. militairen dienst en ontzetting van de
bevoegdheid om bij de gewapende macht te
dienen en na den straftijd ter beschikking
stelling van de regeering, omdat hij op twee
officieren, die hem wilden arresteeren had
geschoten.
DE MOORD OP DEN HAARLEMSCHEN
VERZEKERINGSAGENT.
Hooger beroep ingetrokken.
Zoowel de officier van justitie bij de
Haarlemsche rechtbank als de verzeke
ringsagent C. V., waren in hooger, beroep
gegaan'tegen het vonnis dier rechtbank
van 4 April j.l., waarbij V. werd veroor
deeld tót tien jaar gevangenisstraf wegens
doodslag op zijn collega de La Ch. gepleegd
op 11 Mei 1939 in diens woning aan de
Herzogstraat te Haarlem.
Naar wij thans vernemen hebben zoowel
de officier van justitie als de verdachte V.
dit hooger beroep ingetrokken.
'j (Zitting van Maandag 6 Mei 1940.)
Schaar en briketten gestolen.
Eén "vrijgezel uit Middenmeer kwam
Maandagmiddag op het matje van den Alk-
maarschen politierechter te staan, omdat hij
er van beschuldigd werd een huishoudschaar
te hebben gestolen van een jorfg echtpaar uit
de Wieringermeer en vier en twintig groote
briketten van een betonmaatschappij, die in
den polder werk uit voert.
De vrijgezel zei van de schaar niets te
weten en de briketten had hij langs den weg
gevonden.
De rechter geloofde hiervan niet veel en
trachtte den verdachte aan het verstand te
brengen, dat men briketten niet „vinden"
mag en dan tot goeden buit mag verklaren.
Dat laatste scheen tot het vrij gezellen ver
stand waarachtig door te dringen.
Het echtpaar, dat de schaar was kwijt ge
raakt, herkende de schaar, die met een
groote kaart er aan voor den politierechter
lag en die bij verdachte in beslag was ge
nomen, positief als z'n eigendom. De man
zei, dat hij de schaar in zijn schuur had ge
bruikt en daar had laten liggen. In diezelfde
schuur kwam verdachte dikwijls hout hak
ken.
De officier nam natuurlijk aan, dat ver
dachte de schaar had gestolen en zei, dat hij
de briketten had moeten laten liggen. Vijf
tien gulden boete of 10 dagen was de eisch.
Het vonnis was conform.
Geen distributiebons ontvangen.
Een kunstmesthandelaar uit Hoorn had op
11 "Januari bij een klant in NibbixWoud
HET OORLOGS-COMITE BIJEEN.
Gistermiddag is onder voorzitterschap
van president Lebrun op het Elysee het
oorlogscomité bijeen gekomen.
Onbewaakte overweg eischt drie dooden.
- Uit Helsingborg wordt gemeld: De snel
trein HelsingborgAengelholm is op een
auto ingereden. Drie personen werden ge
dood en twee ernstig gewond.
Een concordaat met Portugal. - Heden
zal een concordaat tusschen den Heiligen
Stoel en Portugal worden onderteekend. Bij
het concordaat, dat uit 31 artikelen bestaat,
is een missie-overeenkomst gevoegd.
6500 thomasslakkenmeel afgeleverd zonder
meteen daarvoor distributiebons in ont
vangst te nemen. Voor dit misdrijf de
wetgever beschouwt zulks n.l. niet als een
overtreding werd hij ter verantwoording
geroepen. De man beriep zich er op, dat het
opvolgen van de voorschriften minder ge
makkelijk is dan het soms lijkt. De klanten
willen de distributiebons niet van tevo
ren afgeven en wanneer het bestelde bij huh
bezorgd wordt, zijn ze vaak niet thuis, zooi-
dat er dan van het overgeven der bannen
ook niets komt. De leverancier moet dan
maar wachten tot ze hem later worden toe
gezonden.
De rechter zei hem, dat hij' den kunstmest
dan maar weer had moeten meenemen.
Dat gaat zoo maar niet, zei de handelaar.
Ik verdien maar twee dubbeltjes op een
baal van 100 kilo en het vervoer koet vesl
fecld.
De rechter: Nu kost het nog meer. t
De handelaar voerde verder nog aan,' dat
de boel ook een beetje in de war was gd-
loopen door de slechte wegen in den afgelocv
pen winter; het lokte niet erg om de bons
te gaan halen of voor den klant, om ze te
brengen.
De rechter meende, dat de post er
nog was.
De klant in kwestie zei wat slordig te z$n
geweest met het opsturen van de bons.
Van geknoei was geen sprake.
De officier, die met alle omstandigheden
rekening wilde houden, vroeg 10 of 5
dagen.
De verdachte meende niet veroordeeld te
moeten worden. De distributiewet, zei hij,
is zoo, dat men haar onmogelijk precies kan
naleven.
De rechter: Ik had gedacht, dat u erken-
telijker zou zijn voor de milde vordering
van den officier.
Het vonnis was 5 of 2 dagen.
Lichamelijke tuchtiging wenschelijk
geacht.
Bepaald sympathiek was de houding niet,
die een 22-jarige Hoornsche arbeider aan
nam. Hij kwam gummikauwend binnen en
ging onmiddellijk, onverschillig rondkijkend,
op één been leunen.
Hij zou op 4 Maart tijdens het schaftuur
in de fabriek, waar hij werkte, zijn chef
een stevigen stomp in het gezicht gegeven
hebben.
De rechter vroeg hem, of dat zoo was.
„Ik weet het niet", was het op zeer onver
schilligen toon gegeven antwoord, dat door
het kauwgummi bijna onverstaanbaar was.
De chef, als getuige gehoord, vertelde,
dat het personeel, jongens en meisjes, in de
fabriek aan het stoeien was, hetgeen hij
verbood. Verdachte gaf hem toen een heel
grooten mond, vloekte en zei: „Wat heb ik
met jou te maken??' Even later kreeg hij
van het jongmensch een stomp in het ge
zicht, waardoor hij een blauw oog en een
bloedneus kreeg en waardoor zijn bril in
tweeën brak.
Toen de rechter verdachte weer vroeg, of
het zoo was, zei deze: „Het zal wel zoo
wezen".
Nadat-nog een getuige de eerste getuige
nis had bevestigd, las de rechter een rapport
over den verdachte voor, dat allesbehalve
gunstig luidde. Hij werd erin afgeschilderd
als brutaal en onverschillig en gezegd werd,
dat hij bij zijn vorigen patroon was entsla
gen wegens onverschilligheid. Ondanks zijn
22 jaren en zijn werkloosheid was de jonge
man getrouwd.
De officier was zeer slecht te spreken
over den verdachte, dien hij „inderdaad zeer
onverschillig en zonder manieren" vond.
Eigenlijk moest de knaap met een rietje
hebben, maar jammer genoeg kon dat niet.
Wegens het ergerlijke van de mishandeling,
mindere tegen meerdere, vorderde de offi
cier 10 dagen gevangenisstraf.
De jonge „huisvader" kreeg die straf ook,
niettegenstaande zijn verzoek om een geld
boete en zijn verweer, dat hij „over zijn
zenuwen heen" was geweest.
Reclasseeringsrapport ge vraagt;.
Een expeditieknecht uit Hoorn, indertijd
in dienst bij van Gend en Loos, moest op het
matje komen, omdat hij als waarnemend
expeditiechef eenige remboursementen, tot
een totaal van ongeveer 40, had verduis
terd. De man was niet gekomen, zoodat zijn
zaak bij verstek werd behandeld.
Zijn directeur, al,s getuige optredend,
vertelde, dat de man nooit met geldzaken te
maken had, maar in de barre wintermaan
den korten tijd moest inspringen, hoewel hij
Door
25)
HOOFDSTUK XIII.
- Waarin de inspecteur van leer trekt.
Inspecteur Higgins was sprakeloos. Dit
woord geeft eigenlijk nog maar flauwtjes
zijn verbazing weer. Hij was er zich volko
men van bewust, dat het dokter Pape was
geweest, die publiekelijk verklaard had,
dat Henry Hamper aan de gevolgen van
gasvergiftiging was overleden. Indien het
een andere dokter dan Pape was, zou Hig
gins hebben kunnen denken, dat het een
geval was van een verkeerd gestelde diag
nose, maar zijn vertrouwen in de bekwaam
heid van den politiedokter was onbegrensd.
Dokter Pape was er de man niet naar om
op gissingen af te gaan. Indien hij ver
klaarde, dat de man aan gasvergiftiging
gestorven was, dan was de man zonder
eenigen twijfel daaraan gestorven, maar
toch ah!
„En geeft één stuiver niet genoeg gas om
iemands leven in gevaar te brengen?"
„Het is misschien net mogelijk, mijnheer,
maar hoogst onwaarschijnlijk. De meter was
geleegd vóór de man die kamer betrok
om dezen tijd van het jaar wordt het vroeg
donker, zoodat u zoudt moeten aannemen,
dat de man die geheele drie weken zijn gas
nooit gebruikt heeft en al dien tijd in don
ker heeft gezeten".
„H'm, Nu, mijnheer Collet, ik ben u. zeer
verplicht, dat u ons van dit feit in kennis
hebt gesteld. Ik behoef u zeker nauwelijks
te vertellen, dat wij alle krachten zullen in
spannen om eh ook maar de geringste
blaam, welke er op uw maatschappij ge
worpen kan zijn eh weg te nemen,
daar wij volkomen overtuigd zijn van de
hoogstaande eh
Hij sloot de deur achter den buigenden
gas-inspecteur en veegde zijn hoofd af van
de opwinding, die deze nieuwe ontdekking
hem veroorzaakte. Dan drukte hij op het
bel-knopje op zijn bureau.
„Stuur direct Summers bij me", riep hij
tot den binnenkomende bode, „en vraag
brigadier Mercier mij Summers' rapport
over de zaak te brengen"
Hij zat juist het rapport te lezen, toen
Summers binnenkwam,» en zonder van zijn
lectuur op te zien, wenkte hij den ander,
dat hij zou gaan zitten.
Na het rapport geheel gelezen te hebben,
draaide hij het weer om, waarna hij op
nieuw begon. Ditmaal maakte hij verschil
lende aanteekeningen in de marge van het
rapport, terwijl hij andere passages onder
streepte. Eindelijk keek hij op, waarna hij
den wachtenden agent, die op het uiterste
puntje van zijn stoel gezeten was, vragend
aankeek. Deze leek zeer verward en weinig
op zijn gemak.
„Nu dan, Summers. De zaak Hamper. Ik
heb je rapport gelezen en wilde je daar
over een paar vragen stellen".
„Juist, mijnheer". Nu hij de reden van
dit onderhoud wist, voelde de agent zich op
vaster grond en verdween zijn verwarring
gedeeltelijk.
„Om te beginnen verklaar je hier",
Higgins tikte nadrukkelijk met zijn potlood
op het rapport „dat de kamer, toen je er
binnentrad, vol gas was".
„Juist, mijnheer".
„Daar ben je absoluut zeker van, vermoed
ik".
„Zeker, mijnheer. Ik riskeerde natuur
lijk niets. Ik snelde de kamer binnen met
een zakdoek voor mijn mond en neus
draaide de gaskraan dicht en gooide het
raam open snelde weer naar buiten en
sloot de deur achter me. Wij wachten vijf
minuten om de lucht wat zuiverder te laten
worden".
„Heel verstandige voorzorgen, Summers".
„Het was op voorstel van dokter Pape,
mijnheer", antwoordde de man, die eerlijk
genoeg was om onverdiende hulde af te
wijzen.
„Juist". Higgins dacht even zwijgend na
en vroeg dan: „Gezien het feit, dat je van
het oogenblik af, dat je de kamer voor het
eerst betrad, tot aan het moment, dat je de
deur weer sloot, voortdurend je zakdoek
voor je gezicht gehad hebt, is het dus feite
lijk ook heel goed mogelijk, dat er geen
greintje gas in de kamer geweest is".
Agent Summers staarde den inspecteur
niet-begrijpend aan, maar toen de beteeke-
nis van diens woorden langzaam tot hem
doordrong, erkende hij met eenige aarze
ling die mogelijkheid.
Inspecteur Higgins greep de telefoon en
vroeg verbonden te- worden met dokter
Pape. Na enkele oogenblikken klonk de
stem van den politiedokter aan het andere
einde van de lijn.
„Zeg eens, dokter, herinner je je nog, dat
je naar de kamer van dien Hamper bent
gegaan dien gas-man, weet je wel
met Summers van de Yard?" De agent, die
zich voor het eerst zoo hoorde betitelen,
groeide zichtbaar en ging wat rechter op
zijn stoel zitten. „Juist, dien bedoel ik. Nu,
wat heb je gedaan, toen je de eerste maal
de kamer binnenging om het raam open te
gooien?"
Prompt volgde terstond het antwoord:
„Wel, mijn adem ingehouden natuurlijk,
idioot! Op mijn leeftijd kan ik niets meer
riskeeren. Wat is er aan de hand?"
„Je hebt geen gaslucht geroken, wel?"
„Heb het niet geprobeerd. Was er een
gaslucht?"
Zonder te antwoorden belde Higgins af
en wendde zich opnieuw tot den agent.
„De deur was dus afgesloten. Heb je den
sleutel onderzocht?"
„Neen, mijnheer. Maar ik moest den
sleutel uit het slot in de kamer duwen,
voor ik het duplicaat, dat de vrouw voor me
gehaald had, kon gebruiken".
„H'm. Wel, Summers, jij en ik gaan deze
heele zaak nog eens doornemen. Ik wil
niet, dat jij er eenige actieve rol in speelt!
Je moet alleen maar eens zien, hoe ik een
onderzoek instel. Om mijn eh metho
den te bestudeeren".
Hij brak plotseling af, als om zijn opko
menden blos te verbergen, want hij was
gevaarlijk dicht genaderd bij het steken van
zijn eigen loftrompet en voelde zich tame
lijk dwaas, toen hij zich het verwaande in
zijn eigen woorden realiseerde, terwijl hij
het toch vriendelijk bedoeld had, want
Summers was een nieuweling en zou ér
heel wat nuttigs van kunnen opsteken, wat
hem later te pas zou komen, indien hij hét
onderzoek zou mogen volgen van een in
specteur, die op een jarenlange routine kon
bogen.
„We zullen terstond gaan, Summers.
Wacht mij over vijf minuten aan de poort".
Binnen korten tijd waren zij ter plaatse.
„Hier is het dus, hè?"
Inspecteur Higgins en Summers stonden
op het trottoir voor de steenen stoep, die
toegang tot het huis gaf het voorwerp
van veel nieuwsgierige blikken. De eenige
indruk, welken de inspecteur van het ge
bouw kreeg, was dat hij er in" het geheel
geen indruk van kreeg. Zij betraden het
portaal en klommen langzaam de steenen
trap op naar de eerste verdieping, waar zij
weldra voor de deur stonden, welke juf
frouw Hick's naam en beroep vermeldde.
Er werd op hun bellen nu vlugger geant
woord dan de vorige maal en juffrouw
Hick opende de deur.
„Zoo, ben je daar weer!" begroette zij
den agent, maar toen zij den rustigen blik
van den inspecteur op zich gevestigd zag,
trad zij een beetje onzeker achteruit, hen
verzoekend binnen te komen.
„Ik zou gaarne de kamer van wijlen Hen
ry Hamper zien".
(Wordt vervolgd).
Er is in
troepen, i
Duitsche
van Narv
dat geen
Norland
wat dus e
Bij Narvi
wacht da
sche lege
Narvik n<
Over den
eenigszim
geboden
Duitschei
Uit Oslo
Noorwegi
Chan
nissen in
daar geti
bijzonder
den strijd
verklaard
vraagd, v
ondernen
Over het
verwacht
Koni
meedeelt,
tast en di
Volgens de
richten wordt
leg gevoerd.
De Noren e
de Duitschers
troepen hebbe
gegraven, blij]
lieerde troeper
teruggetrokker
krijgen.
In het overig
afdeelingen va
strijd voort. Z
gen rond de
ros er Storen
een Duitsche a
ven met zware
ben versterkin
de bruggen wc
naar Storen m
Uit Londen
De operaties
sche troepen
zet in het gebi
sche posten he
len, zoo heeft
meld. In mi
Noorsche conti
de laatste dag
ontschepingen
uitvoer gelegd
tachementen 1
het noorden o
voegen. In i
guerrilla voort
De
Dl'O!
hebl
Het Noorscl
uit „ergens in
militaire hoofc
Noorwegen, ca
Duitschers ste
Drontheim. II
geenjDuitsch
seeréPis tussc
provincie Nor
den van Majai
Oosten van N
De verliezer
Noorwegen w<
langrijk zijn,
Zweedsche da
teert, dat dag
met dooden
men. De dooc
meenschappel
vijftig. Er zijn
Oslo gerequir
riteiten. Men