DAGBLAD VOOR ALKWAAR EN OMSTREKEN. De strijd in Noorwegen. DUITSCHE VERSTERKINGSTROEPEN RUKKEN OP NAAR NARVIK. DE ACTIE TER ZEE EN IN DE LUCHT. N6. 107 Dinsdag 7 Mei 1940 142e Jaargang Duitschland zeil de Zweedsche neutraliteit eerbiedigen. De houding van Italië. De Duitschers 300 k.m. ten noorden van Drontheim. De Fransche troepen uit Noorwegen aan de Schotsche Westkust aan land gegaan. De algemeene toestand. De beoordeeling van den toestand. Poolsche en Fransche torpedojagers tot zinken gebracht. De Britsche en de Duitsche verliezen. g hebben medege- >p het sportpark de van den adjudant- ateur Slagmolen h 36-jarig dienst en de medaille voor :nst op de borsf rent van felicitatie, atscommandant von de^jubilaris. maar alleen om den i wenschte spr. den rondig toe. i dien zegen het id en vurigheid zal d, uit het besef, dat uwen tegen twee ikant in het bijzon en een vrijbuiter of ij of richting, het tn herder te worden )Ot. ie in deze gemeente dat vrijmoedig en alt dan ervaren den n de gemeenschap dragen een ander bij alle verschil in kaar zien als geze- >r.'s verzoek gezon- van Gez. 94 (oude eboom uit Bergen beleefdheid, maar telling een enkel as verbaasd over de adere ringpredikan- dat hun belangstel die afwezigheid zou id. Spr. was ver ing van de vacature ;yne na eenigen tijd 5t is hier een waardeering. n collega toe, edikanten van ien gesteund Spr. ook den door ten slotte een kort de tot hem gerichte waarop met het zin plechtigheid werd iziek. 5.35 Calvet- 3 Orkestconcert. 6.50 7.05 Piano en viool. ie el. 10.05 en 11.05— 50 Gr.pl. 6.407.35 9.50 Gr.pl. 10.20 .20 Omroepkoor en .50 Populair concert, he strijkkwartet en 6.35 Omroeporkest, -i. 8.05 Gr.pl. 8.50 itschlandsender. 4 M. 322 M.: 11.20 Omroepdansorkest en 55—5.05, 5.50 en 6.20 iten. 7.50 Het Öm- :n. 9.30—10.20 Gr.pl. 11.50 en 12.30 Radio- ,pl. 4.20 en 5.35 Om- Lit.-muz. progr. 7.20 it. Romboutskoor en pï. DER, 1571 M. 6.35 sten van de Weer- dsdienst en solisten. 20 Ber. 8.50 Populair Hierna nachtconcert. lADIODISTREBETIE. r» 8.—8.20, Diversen 8.30—8.50, D.sender 9.109.50, D.sender 10.20—10.50, Diversen VI. 11.20—13.20, D. Keulen 13.4514.35, 3, Danmarks Radio r 15.50—16.50, Diver- ussel VI. 19.50—22.20, 50, D.sender 22.50 1. 8.—8.20, Engeland 10.05—10.25, Weer- -12.20, Brussel Fr. rnachtsprogr. 13.20 i—17.10, Danmarks R- Fr. 17.35—18.20, Pa- 5, D.sender 19.05- ■ogr. 19.20—20.20, Di- Weermachtsprogr. lünster 21.2021.30, 20, Diversen 22.20— 5—23.05, Parijs Radio ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK. A PRIJS DER GEWONE ADVERTENT IEN: Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HLRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Nu de geallieerde troepen in midden-Noorwegen zijn ingescheept en de Duitschers hier en daar alleen op verzet van wat achtergebleven Noorsche afdeelingen stuiten, is het te begrijpen, dat het bezette gebied vrij snel wordt uitgebreid. In het Guldal tusschen Röros en Storen schijnt nog ver woed te worden gevochten tusschen de Duitschers en Noren, die zich in de bergen verschanst hebben. De Noren ten Oosten van Storen schijnen eenige successen behaald hebben, maar het is te voorspellen, dat zij, zonder de hulp der thans vertrokken geallieerde troepen, niet lang stand kunnen houden. De Duitschers hebben de brug in den spoorweg RörosStoren hersteld. Vanuit Drontheim rukken de Duitschers nu naar het Noorden, waar Mosjön en Mo bezet zijn. De Duitschers zijn reeds een 300-tal k.m. naar het N. ge trokken. Na Mosjön, waar de spoorweg eindigt, moeten zij door moeilijk gebied naar Narvik trekken, waar de toestand nog onveranderd is. De Duit schers hebben zich bij Narvik ingegraven en de bezetting, dagelijks door de geallieerden bestookt hjj welk strijdgroep zich nu ook Noorsche leger- afdeelingen zullen voegen ziet reikhalzend naar de komst der Duitsche versterkingstroepen uit. De strijd ter zee en in de lucht gaat onverminderd voort. De Duitschers hebben de vernieling van een Britsch slagschip bij Narvik gemeld en in Londen en Parijs wordt toegegeven, dat de Poolsche torpedojager „Grom" en de Fransche „Bison" bij de Noorsche kust en in de Noordzee verloren zjjn gegaan. Volgens een bericht uit Zweden heeft Hitler per brief van gedachten gewisseld met den koning van Zweden. Van Zweedsche zijde werd gemeld, dat Zweden van plan is zijn neutraliteit te handhaven. Van Duitsche zijde zou bevestigd zijn, dat deze neutraliteit geëerbiedigd zal worden. Bij de ontvangst van het kroonprinselijk paar van Italië heeft de paus gister de hoop uitgesproken, dat Italië niet in den oorlog zal worden be trokken. De houding van Italië is nog steeds onzeker. In Milaan hebben Studenten betoogingen tegen Engeland én Frankrijk gehouden. Engelsch oorlogsschip, dat op zijn eigen ver zoek tot zijn beschikking was gesteld en niet, zooals door Duitsche radioberichten werd gezegd, practisch als gevangene aan boord van dit oorlogsschip wordt gehouden. De feiten zijn, dat generaal Ruges bewegin gen bepaald zijn door zijn eigen wenschen en dat hij zich thans op Noorschen bodem bevindt. Toen hij aan boord kwam van het Britsche oorlogsschip, was hij vergezeld van zijn staf. Fransche troepen in Schotland aan land. Gisteravond werd bekend, dat de Fran sche troepen, die aan den veldtocht in Noorwegen hebben deelgenomen, Zondag in een haven aan de Schotsche westkust aan land gegaan zijn. Een majoor van deze troepen heeft ver teld, dat de Franschen gedurende de tien dagen, dat zij in Noorwegen waren, geen Duitschen soldaat gezien hebben. De bewo ners van de plaats, waar zij landden, wa ren naar de bosscben en de heuvels ge vlucht om te ontkomen aan het onophou delijke bom- en machinegeweervuur der Duitsche vliegtuigen, die in groepen van tien den geheelen dag boven de plaats ver schenen. Ook de Fransche, Britsche en Noorsche soldaten hielden zich overdag in de bosschen op, om des avonds naar de stad terug te keeren. Wij waren, aldus deze officier, zeer teleurgesteld, dat wij Noor wegen moesten verlaten zonder een treffen met de Duitschers gehad te hebben. Generaal Ironside spreekt de troepen toe. Generaal Ironside heeft de uit midden- Noorwegen teruggekeerde Britsche en Fran sche troepen eenige uren na hun aankomst in een noordelijke haven toegesproken. Hij zeide o.m.: „Ik geloof dat ieder van u er in zijn hart van overtuigd is, dat gij onder betere omstandigheden een partij voor de Duitschers zijt. Denk niet, dat gij uit Noor wegen zijt verdreven. Gij hebt bevel ont vangen terug te trekken en het is van groot belang dat uw discipline u heeft doen terug- keeren. Gij waart een voorhoede en wij hadden gedacht, dat wij u de kanonnen en de vliegtuigen konden sturen, die het u zou den hebben mogelijk gemaakt te strijden tegen de machine, die tegenover u stond. Doch zooals gij weet liep het ons weldra tegen". Ironside las vervolgens een boodschap van den minister van oorlog voor. De strijd bij Narvik. Volgens de laatste inlichtingen uit be trouwbare militaire bron te Londen over den strijd, bij Narvik naderen de gealli eerde troepen de stad steeds meer. De weersomstandigheden zijn zeer slecht, voortdurend woeden sneeuwstormen. Naar schatting bevinden zich ongeveer 4000 Duitschers in het gebied, doch nauwkeu rige cijfers zijn niet bekend. Men wijst erop, dat men geen snelle operaties in dit gebied moet verwachten, aangezien het een soort loopgraaf-oorlog is, welke hier wordt gevoerd. De gevechten bij Storen. De „Aftonbladet" verneemt van de Noorsche grens, dat fel wordt gestreden tusschen Rognes en Singsas, ten zuidoosten van Storen De Noren verklaren de Duit schers in een net te hebben, dat zij thans trachten te sluiten. De Noorsche troepen houden nog stand. Van „ergens in Noorwegen" wordt ge meld: De Noorsche troepen houden nog stand in het woeste Gul-dal tusschen Röros en Storen, aldus het Noorsche telegraaf- agentschap. Zij hebben stellingen in de ber gen ingenomen. Een detachement van on geveer 25Ü Duitschers is gister door Röros getrokken op weg naar het Guldal. Buiten het telefoonkantoor te Röros staat een Noorsch sprekende Duitsche soldaat gepos teerd. Het is een van de duizenden Oosten- rijksche en Duitsche kinderen, die na den yorigen oorlog in Noorwegen zijn verzorgd. Gemeld wordt, dat de Duitschers vele Noorsche burgers gearresteerd hebben, be werende, dat zij de Noorsche troepen heb ben bijgestaan. De Noorsche troepen te Tryssil, ten noordoosten van Elverum zijn teruggetrokken op grond van bevelen, die zij ontvangen hebben na de evacuatie der geallieerden. Men gelooft, dat de troepen uiteen zullen gaan. De Duitsche opmarsch in Noor wegen. Duitsche troepen hebben volgens Stock holm Tidningen de Noorsche steden Mos- joen en Mo, op ongeveer 250 km. ten Noor den van Drontheim bezet. Generaal Ruge. Reuter verneemt, in gezaghebbende krin gen, dat generaal Ruge, de Noorsche be velhebber, aan boord is genomen van een Wij krijgen dagelijks poststempel Den Haag en afzender onbekend eenige ge stencilde blaadjes oorlogsnieuws, die gere geld naar de prullemarid verhuizen omdat men op een redactiebureau niet gewend is veel aandacht te schenken aan anonieme poststukken en bovendien deze copie zoo eenzijdig gekleurd is, dat men geen oogen- blik in twijfel behoeft te verkeeren, wie deze propaganda ten slotte bekostigt. Het is Duitsche oorlogslectuur, wellicht kant en klaar uit Berlijn verzonden en daar na in diverse staten in de landstaal overge zet zoodat de redacties geen tijd aan de vertaling behoeven te besteden en de moge lijkheid van plaatsing daardoor blijkbaar grooter geacht wordt. Het wil ons voorkomen, dat het bureau, de afdeeling van het gezantschap, of welke stichting of organisatie' deze copie dan ook dagelijks verzendt, een zeer ondankbare taak heeft. Immers, deze propagandalectuur is alleen geschikt om zonder meer opgenomen te worden in bladen, welke het wereldgebeu ren uitsluitend van Duitsch standpunt be kijken, die voor de Duitsche successen niets dan lof hebben en alles wat van de andere zijde wordt ondernomen alleen maar als hopeloos kortzichtig, tot mislukking ge doemd en bovendien als een gevaar voor alle neutrale staten beschouwen. Wij weten niet of er een Nederlandsch blad is geweest, dat deze gratis aangeboden copie zonder meer heeft opgenomen: Nu de staat van beleg oorzaak is, dat geen enkele courant voortdurend pro of contra een der strijdende partijen kan ge tuigen, zijn de moeite, de tijd en de kosten aan het klaar maken en verzenden van dei- gelijke lectuur verbonden, volkomen nutte loos en zal men verstandig doen deze pro paganda zoo spoedig mogelijk te beëindi gen. Wij hebben ze zij het dan slechts zoo nu en dan ook wel van Britsche zijde ontvangen in Duitschen en Engelschen tekst maar prullemanden zijn op elke redactie buitengewoon groot en alle pro- en contra-beschouwingen van onbekende her komst zijn in een oogenblik even spoorloos verdwenen als zoovele Hollandsche schepen, die in dezen oorlog reeds op mijnen geloo- pen of getorpedeerd zijn. Wie over het verloop van den strijd moet schrijven kan uit de berichten alle oorlog voerende en neutrale staten zelf wel een in druk van het wereldgebeuren krijgen. Hf Men zal in elke courant, die een objec tief verslag van de oorlogsgebeurtenissen geeft, de berichten en verslagen, de radio- redevoeringn, de communiqué's, de brieven van correspondenten en alles wat op den strijd betrekking heeft, zoowel uit Londen, Parijs of Berlijn, broederlijk naast en on der elkaar geplaatst zien. Maar men weet dan, dat dit alles eenzij dige beschouwingen en berichten zijn, waarvan het eene vaak precies het tegen overgestelde vertelt van 't andere. Men kan de waarheid van dat alles niet zelf contro leeren, maar men publiceert het onver schillig van welke zijde het komt om het den lezer mogelijk te maken uit dat bonte geheel zelf zijn conclusies te trekken. Want uit vorm en inhoud van dat alles is in den regel wel op te maken hoe de ge beurtenissen waarschijnlijk verloopen en er zijn daarbij bovendien de min of meer objectieve verslagen van parlementszittin- gen, de woordelijke of verkorte teksten van redevoeringen waarvan men zonder meer kan aannemen, dat de weergave daarvan met den juisten inhoud overeenstemt. Wanneer men van Duitsche zijde beweert, dat er bij Namsos of bij Narvik een Britsch slagschip door een bom vernield is en van Engelsche zijde in den loop van den dag een pertinente ontkenning volgt, dan zal men beide berichten zoo mogelijk onder elkaar in de courant vinden. Men kan daaruit dan natuurlijk geen enkele conclusie trekken, maar men kan met vrij groote zekerheid aannemen, dat er althans een poging is gedaan om een slagschip te laten zinken. Wanneer men van Noorsche zijde meldt, dat Röros nog in Noorsche handen is en het D.N.B. zegt, dat Röros door de Duitschers bezet is, dan is natuurlijk een van beide be richten onjuist. Maar men kan dan conclu- deeren, dat er om het bezit van Röros heftig wordt gestreden en uit de situatie-teekening van latere telegrammen blijkt dan gewoon- Het verlies van de „Afridi." Uit Londen wordt gemeld: De torpedo jager „Africi", welke bij Namsos door een vijandelijke bom werd getroffen en ver nield, behoorde tot de „Tribal-klasse'. Het schip mat 1870 ton en was uitgerust als flotille-leider. De bemanning telde 219 koppen. Het schip was in 1938 gereed ge komen. De bewapening bestond uit acht stukken van 12 cm. en zeven stukken van lichter kaliber, alsmede vier torpedolan- ceerbuizen "Van 53 cm. De Britsche marine heeft thans sedert het uitbreken van den oorlog 11 torpedo jagers verloren. Hierbij zij-n inbegrepen de „Duchess", welke na een botsing is ge troffen en de Hardy" welke bij Narvik aan den grond is gezet. De ondergang van de „Afridi". Het communiqué van het Britsche mi nisterie van marine over het verlies van de „Afridi' luidt: „De minister van marine betre-ui-t te moeten berichte.., dat zijner majesteit .Afridi" is gezonken, nadat de troepen uit Namsos teruggetrokken waren. De Brit sche oorlogsbodems, waarbij de „Afridi', hadden opdracht het troepentransport te beschermen tegen aanvallen van vlieg tuigen en onderzeeërs. Bij het aanbreken van den dag deed de vijandelijke luchtmacht ononderbroken aanvallen op het convooi, doch het vuur van de luchtdoelartillerie was zoo krach tig, dat de transportschepen niet werden getroffen. Tijdens deze actie werd zijner majesteit „Afridi" door bommen getroffen, zoodat het schip zonk. Twee vijandelijke vliegtui gen zijn omlaag geschoten. De nabestaan den van alle omgekomenen hebben bericht ontvangen. Fransche torpedojager gezonken. De Fransche admiraliteit deelt mede: Op 3 Mei is een in convooi varend troepentransport op de Noordzee door vij andelijke vliegtuigen aangevallen. Geen der schepen van het geallieerde convooi werd getroffen. De torpedojager „Bison", die tot het escorte behoorde, is echter ge zonken. Een groot deel der opvarenden kon gered worden. De verwanten der slacht offers zijn gewaarschuwd." Poolsche torpedojager tot zinken gebracht. De Poolsche torpedojager Grom is, naar officieel wordt medegedeeld, tot zinken gebracht. Officieel wordt medegedeeld, dat de Poolsche torpedojager Grom tijdens ope raties voor de Noorsche kust als gevolg van een bomaanval is gezonken. Een offi cier en 65 manschappen worden vermist. Het aanbod der Britsche regeering, den torpedojager te vervangen door een, die thans op een Britsche werf iln aanbouw is, is door de Poolsche autoriteiten in dank aanvaard. De strijd in de lucht. Een bestudeering van alle ter beschik king staande inlichtingen, aldus Reuter, toont aan, dat in de afgeloopen 4 weken de verliezen der Duitsche luchtmacht veel grooter zijn geweest dan de Engelsche, on danks de grootere gevaren, waaraan de R.A.F. en het vlootluchtwapen blootgesteld waren tijdens de Noorsche campagne. De Britsche verliezen aan alle fronten bedroegen in totaal 48 machines. Duitsch land daarentegen heeft volgens de bere keningen zeker 138 toestellen verloren, terwijl 97 machines waarschijnlijk vernield of voor eendgen tijd buiten gevecht gesteld zijn. Bij deze getallen moeten de vliegtui gen worden opgeteld, die op den grond zijn vernield of op zee tijdens de Engelsche aanvallen op vliegtuigbases. Hospitaalschepen aangevallen? Het Noorsche telegraaf-agentschap meldt, dat Duitsche vliegtuigen voortgaan onver dedigde Noorsche hospitaalschepen en pas sagiersschepen aan te vallen. Er zijn 29 per sonen gedood of gewond, toen het Noorsche schip Queen Maud, dat gewonden aan boord had, bij Gratanger werd gebombardeerd. Het schip zelf werd beschadigd, hoewel overal duidelijk groote Roode Kruis-emble- men waren aangebracht. Honderd vrouwen en kinderen waren aan boord van het kustvaartuig Richard With toen dit ter hoogte van de Noordkust van Noorwegen werd gebombardeerd en uit machinegeweren beschoten. De passa giers begaven zich in reddingbooten aan wal. Er werd niemand gedood en er is slechts geringe schade. Een ander stoomschip, de Tordenskjold, werd eveneens uit de lucht gebombardeerd en uit machinegeweren beschoten. Van de passagiers o.w. zich een groot aantal Fin- sche vluchtelingen bevonden, vrouwen en kinderen, die naar hun haardsteden terug keerden, werden een paar gewond. Het Noorsche telegraaf-agentschap zegt, dat de Duitsche vliegers ook schieten op visschers, boeren, vrouwen, kinderen en zelfs op koeien in de weide. Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad. lijk welk bericht de meest betrouwbare in formaties heeft gegeven. Ür En toch is er altijd dit opmerkelijke, dat de berichten, van Duitsche zijde vrijwel nimmer van tegenslag of mislukking spre ken, noch van critiek op de handelingen der regeering of legerleiding. Voor hen die het verloop van den strijd uitsluitend met Duitsche sympathieën be kijken, is dat alles heel verklaarbaar, want men verkondigt eenvoudig, dat Duitschland geen mislukkingen of nederlagen gekend heeft en ze dus ook niet kan vermelden. Maar elke strijd heeft zijn up and down. Het is niet zoo, dat bij elke actie hoe on- beteekenend ook de eene partij altijd succes en de andere altijd tegenslag heeft en wie dat bedenkt moet wel tot de conclu sie komen, dat men van Duitsche zijde zeer ongenegen is iets te publiceeren, waaruit men de conclusie zou kunnen trekken, dat de vijandelijke actie succesvoller dan de Duitsche geweest is. Het is vanzelfsprekend, dat men ook in Engeland en Frankrijk waar het volk het verloop van den strijd uit de legerberichten moet concludeeren geen tegenslagen zal publiceeren als men ze zal kunnen ver zwijgen. Wij behoeven er maar op te wij zen, dat de Britsche cijfers over de vlieg tuigen welke niet op hun bases terugkeerden vaak hopeloos met de Duitsche opgaven verschillen en dat men vaak den indruk krijgt, dat men de Britsche verliezen hier en daar wat gecamoufleerd heeft. Maar de democratisch geregeerde staten verkeeren toch in een geheel andere positie dan de totalitaire. In de laatste mag de pers niet schrijven wat zé zou willen ver kondigen en moet zij vaak opnemen wat van hoogerhand in een bepaalden vorm, ter bekendmaking wordt toegezonden. In een democratisch geregeerde staat is dat alles geheel anders. Daar is het moge lijk, dat de regeering zelf erkent de een of andere fout te hebben begaan en wanneer de regeering het niet erkent zijn er genoeg oppositieleiders, die de regeering dat in het parlement, in een radiorede of in een pers beschouwing duidelijk maken. Men behoeft geen Duitsche berichten te verwachten, die critiek op den Führer of op de leiders der weermacht uitoefenen. Maar men kan wel berichten uit Londen tegemoet zien waarin het Britsche kabinet of de Brit sche oorlogsleiding van groote kortzichtig heid en nalatigheid worden beschuldigd en beschouwingen in vele Engelsche bladen lezen waarin men blijk geeft met de door de hoogste autoriteiten getroffen maatrege len niet accoord te gaan. Het zal wel duidelijk blijken als Cham berlain thans het regeeringsbeleid in het Lagerhuis moet verdedigen. Niet alleen de mogelijkheid, maar ook de waarschijnlijkheid, dat men de toestanden niet mooier voorstelt dan ze inderdaad zijn is oorzaak, dat men de Britsche en ook de Fransche berichten vaak minder wantrouwend bekijkt dan de Duitsche. Maar over het algemeen geven de feiten zelf het beste richtsnoer. Wanneer de Duit schers een steeds grooter bezetting van Noorwegen melden en de geallieerden verkondigen, dat hun troepen in Andesnes en Namsos weer scheep gegaan zijn, dan is er niet veel speurderstalent noodig om te constateeren, dat het in Noorwegen voor de geallieerden niet zoo is geloopen als men dat gehoopt en verwacht had. Zoo is het op dit oogenblik met den strijd in Noorwegen en zoo kan het vandaag of morgen misschien precies andersom op een ander gevechtsterrein zijn. De overzichtsschrijver die er naar streeft het wereldgebeuren zoo objectief mogelij K weer te geven, zal soms eens pro-Duitsch en den volgenden dag weer pro-Engelsch of pro-Fransch schijnen. De eenige verklaring is, dat hij pro- Nederlandsch is en uit de bonte verschei denheid der buitenlandsche berichten en verslagen eiken dag weer datgene vastlegt wat zijns inziens den werkelijken toestand op dat oogenblik het dichtste benadert. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 1