DAGBLAD VOOR ALKWAAR EN OMSTREKEN.
De strijd in Noorwegen.
DUITSCHE VERSTERKINGSTROEPEN RUKKEN
OP NAAR NARVIK.
DE ACTIE TER ZEE EN IN DE LUCHT.
N6. 107
Dinsdag 7 Mei 1940
142e Jaargang
Duitschland zeil de Zweedsche neutraliteit
eerbiedigen.
De houding van Italië.
De Duitschers 300 k.m. ten noorden van
Drontheim.
De Fransche troepen uit Noorwegen aan de Schotsche
Westkust aan land gegaan.
De algemeene toestand.
De beoordeeling
van den toestand.
Poolsche en Fransche torpedojagers tot
zinken gebracht.
De Britsche en de Duitsche verliezen.
g hebben medege-
>p het sportpark de
van den adjudant-
ateur Slagmolen
h 36-jarig dienst
en de medaille voor
:nst op de borsf
rent van felicitatie,
atscommandant von
de^jubilaris.
maar alleen om den
i wenschte spr. den
rondig toe.
i dien zegen het
id en vurigheid zal
d, uit het besef, dat
uwen tegen twee
ikant in het bijzon
en een vrijbuiter of
ij of richting, het
tn herder te worden
)Ot.
ie in deze gemeente
dat vrijmoedig en
alt dan ervaren den
n de gemeenschap
dragen een ander
bij alle verschil in
kaar zien als geze-
>r.'s verzoek gezon-
van Gez. 94 (oude
eboom uit Bergen
beleefdheid, maar
telling een enkel
as verbaasd over de
adere ringpredikan-
dat hun belangstel
die afwezigheid zou
id. Spr. was ver
ing van de vacature
;yne na eenigen tijd
5t is hier een
waardeering.
n collega toe,
edikanten van
ien gesteund
Spr.
ook
den
door
ten slotte een kort
de tot hem gerichte
waarop met het zin
plechtigheid werd
iziek. 5.35 Calvet-
3 Orkestconcert. 6.50
7.05 Piano en viool.
ie el. 10.05 en 11.05—
50 Gr.pl. 6.407.35
9.50 Gr.pl. 10.20
.20 Omroepkoor en
.50 Populair concert,
he strijkkwartet en
6.35 Omroeporkest,
-i. 8.05 Gr.pl. 8.50
itschlandsender.
4 M. 322 M.: 11.20
Omroepdansorkest en
55—5.05, 5.50 en 6.20
iten. 7.50 Het Öm-
:n. 9.30—10.20 Gr.pl.
11.50 en 12.30 Radio-
,pl. 4.20 en 5.35 Om-
Lit.-muz. progr. 7.20
it. Romboutskoor en
pï.
DER, 1571 M. 6.35
sten van de Weer-
dsdienst en solisten.
20 Ber. 8.50 Populair
Hierna nachtconcert.
lADIODISTREBETIE.
r» 8.—8.20, Diversen
8.30—8.50, D.sender
9.109.50, D.sender
10.20—10.50, Diversen
VI. 11.20—13.20, D.
Keulen 13.4514.35,
3, Danmarks Radio
r 15.50—16.50, Diver-
ussel VI. 19.50—22.20,
50, D.sender 22.50
1. 8.—8.20, Engeland
10.05—10.25, Weer-
-12.20, Brussel Fr.
rnachtsprogr. 13.20
i—17.10, Danmarks R-
Fr. 17.35—18.20, Pa-
5, D.sender 19.05-
■ogr. 19.20—20.20, Di-
Weermachtsprogr.
lünster 21.2021.30,
20, Diversen 22.20—
5—23.05, Parijs Radio
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur; C. KRAK.
A
PRIJS DER GEWONE ADVERTENT IEN:
Van 1 -5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HLRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Nu de geallieerde troepen in midden-Noorwegen zijn ingescheept en de
Duitschers hier en daar alleen op verzet van wat achtergebleven Noorsche
afdeelingen stuiten, is het te begrijpen, dat het bezette gebied vrij snel
wordt uitgebreid. In het Guldal tusschen Röros en Storen schijnt nog ver
woed te worden gevochten tusschen de Duitschers en Noren, die zich in de
bergen verschanst hebben. De Noren ten Oosten van Storen schijnen eenige
successen behaald hebben, maar het is te voorspellen, dat zij, zonder de hulp
der thans vertrokken geallieerde troepen, niet lang stand kunnen houden.
De Duitschers hebben de brug in den spoorweg RörosStoren hersteld.
Vanuit Drontheim rukken de Duitschers nu naar het Noorden, waar Mosjön
en Mo bezet zijn. De Duitschers zijn reeds een 300-tal k.m. naar het N. ge
trokken. Na Mosjön, waar de spoorweg eindigt, moeten zij door moeilijk
gebied naar Narvik trekken, waar de toestand nog onveranderd is. De Duit
schers hebben zich bij Narvik ingegraven en de bezetting, dagelijks door de
geallieerden bestookt hjj welk strijdgroep zich nu ook Noorsche leger-
afdeelingen zullen voegen ziet reikhalzend naar de komst der Duitsche
versterkingstroepen uit.
De strijd ter zee en in de lucht gaat onverminderd voort. De Duitschers
hebben de vernieling van een Britsch slagschip bij Narvik gemeld en in
Londen en Parijs wordt toegegeven, dat de Poolsche torpedojager „Grom"
en de Fransche „Bison" bij de Noorsche kust en in de Noordzee verloren
zjjn gegaan.
Volgens een bericht uit Zweden heeft Hitler per brief van gedachten
gewisseld met den koning van Zweden. Van Zweedsche zijde werd gemeld,
dat Zweden van plan is zijn neutraliteit te handhaven. Van Duitsche zijde
zou bevestigd zijn, dat deze neutraliteit geëerbiedigd zal worden.
Bij de ontvangst van het kroonprinselijk paar van Italië heeft de paus
gister de hoop uitgesproken, dat Italië niet in den oorlog zal worden be
trokken. De houding van Italië is nog steeds onzeker. In Milaan hebben
Studenten betoogingen tegen Engeland én Frankrijk gehouden.
Engelsch oorlogsschip, dat op zijn eigen ver
zoek tot zijn beschikking was gesteld en
niet, zooals door Duitsche radioberichten
werd gezegd, practisch als gevangene aan
boord van dit oorlogsschip wordt gehouden.
De feiten zijn, dat generaal Ruges bewegin
gen bepaald zijn door zijn eigen wenschen
en dat hij zich thans op Noorschen bodem
bevindt. Toen hij aan boord kwam van het
Britsche oorlogsschip, was hij vergezeld van
zijn staf.
Fransche troepen in Schotland
aan land.
Gisteravond werd bekend, dat de Fran
sche troepen, die aan den veldtocht in
Noorwegen hebben deelgenomen, Zondag
in een haven aan de Schotsche westkust aan
land gegaan zijn.
Een majoor van deze troepen heeft ver
teld, dat de Franschen gedurende de tien
dagen, dat zij in Noorwegen waren, geen
Duitschen soldaat gezien hebben. De bewo
ners van de plaats, waar zij landden, wa
ren naar de bosscben en de heuvels ge
vlucht om te ontkomen aan het onophou
delijke bom- en machinegeweervuur der
Duitsche vliegtuigen, die in groepen van
tien den geheelen dag boven de plaats ver
schenen. Ook de Fransche, Britsche en
Noorsche soldaten hielden zich overdag
in de bosschen op, om des avonds naar de
stad terug te keeren. Wij waren, aldus deze
officier, zeer teleurgesteld, dat wij Noor
wegen moesten verlaten zonder een treffen
met de Duitschers gehad te hebben.
Generaal Ironside spreekt de
troepen toe.
Generaal Ironside heeft de uit midden-
Noorwegen teruggekeerde Britsche en Fran
sche troepen eenige uren na hun aankomst
in een noordelijke haven toegesproken. Hij
zeide o.m.: „Ik geloof dat ieder van u er in
zijn hart van overtuigd is, dat gij onder
betere omstandigheden een partij voor de
Duitschers zijt. Denk niet, dat gij uit Noor
wegen zijt verdreven. Gij hebt bevel ont
vangen terug te trekken en het is van groot
belang dat uw discipline u heeft doen terug-
keeren. Gij waart een voorhoede en wij
hadden gedacht, dat wij u de kanonnen en
de vliegtuigen konden sturen, die het u zou
den hebben mogelijk gemaakt te strijden
tegen de machine, die tegenover u stond.
Doch zooals gij weet liep het ons weldra
tegen".
Ironside las vervolgens een boodschap van
den minister van oorlog voor.
De strijd bij Narvik.
Volgens de laatste inlichtingen uit be
trouwbare militaire bron te Londen over
den strijd, bij Narvik naderen de gealli
eerde troepen de stad steeds meer. De
weersomstandigheden zijn zeer slecht,
voortdurend woeden sneeuwstormen. Naar
schatting bevinden zich ongeveer 4000
Duitschers in het gebied, doch nauwkeu
rige cijfers zijn niet bekend.
Men wijst erop, dat men geen snelle
operaties in dit gebied moet verwachten,
aangezien het een soort loopgraaf-oorlog
is, welke hier wordt gevoerd.
De gevechten bij Storen.
De „Aftonbladet" verneemt van de
Noorsche grens, dat fel wordt gestreden
tusschen Rognes en Singsas, ten zuidoosten
van Storen De Noren verklaren de Duit
schers in een net te hebben, dat zij thans
trachten te sluiten.
De Noorsche troepen houden nog
stand.
Van „ergens in Noorwegen" wordt ge
meld: De Noorsche troepen houden nog
stand in het woeste Gul-dal tusschen Röros
en Storen, aldus het Noorsche telegraaf-
agentschap. Zij hebben stellingen in de ber
gen ingenomen. Een detachement van on
geveer 25Ü Duitschers is gister door Röros
getrokken op weg naar het Guldal. Buiten
het telefoonkantoor te Röros staat een
Noorsch sprekende Duitsche soldaat gepos
teerd. Het is een van de duizenden Oosten-
rijksche en Duitsche kinderen, die na den
yorigen oorlog in Noorwegen zijn verzorgd.
Gemeld wordt, dat de Duitschers vele
Noorsche burgers gearresteerd hebben, be
werende, dat zij de Noorsche troepen heb
ben bijgestaan. De Noorsche troepen te
Tryssil, ten noordoosten van Elverum zijn
teruggetrokken op grond van bevelen, die
zij ontvangen hebben na de evacuatie der
geallieerden. Men gelooft, dat de troepen
uiteen zullen gaan.
De Duitsche opmarsch in Noor
wegen.
Duitsche troepen hebben volgens Stock
holm Tidningen de Noorsche steden Mos-
joen en Mo, op ongeveer 250 km. ten Noor
den van Drontheim bezet.
Generaal Ruge.
Reuter verneemt, in gezaghebbende krin
gen, dat generaal Ruge, de Noorsche be
velhebber, aan boord is genomen van een
Wij krijgen dagelijks poststempel Den
Haag en afzender onbekend eenige ge
stencilde blaadjes oorlogsnieuws, die gere
geld naar de prullemarid verhuizen omdat
men op een redactiebureau niet gewend is
veel aandacht te schenken aan anonieme
poststukken en bovendien deze copie zoo
eenzijdig gekleurd is, dat men geen oogen-
blik in twijfel behoeft te verkeeren, wie
deze propaganda ten slotte bekostigt.
Het is Duitsche oorlogslectuur, wellicht
kant en klaar uit Berlijn verzonden en daar
na in diverse staten in de landstaal overge
zet zoodat de redacties geen tijd aan de
vertaling behoeven te besteden en de moge
lijkheid van plaatsing daardoor blijkbaar
grooter geacht wordt.
Het wil ons voorkomen, dat het bureau,
de afdeeling van het gezantschap, of welke
stichting of organisatie' deze copie dan ook
dagelijks verzendt, een zeer ondankbare
taak heeft.
Immers, deze propagandalectuur is alleen
geschikt om zonder meer opgenomen te
worden in bladen, welke het wereldgebeu
ren uitsluitend van Duitsch standpunt be
kijken, die voor de Duitsche successen niets
dan lof hebben en alles wat van de andere
zijde wordt ondernomen alleen maar als
hopeloos kortzichtig, tot mislukking ge
doemd en bovendien als een gevaar voor
alle neutrale staten beschouwen.
Wij weten niet of er een Nederlandsch
blad is geweest, dat deze gratis aangeboden
copie zonder meer heeft opgenomen:
Nu de staat van beleg oorzaak is, dat
geen enkele courant voortdurend pro of
contra een der strijdende partijen kan ge
tuigen, zijn de moeite, de tijd en de kosten
aan het klaar maken en verzenden van dei-
gelijke lectuur verbonden, volkomen nutte
loos en zal men verstandig doen deze pro
paganda zoo spoedig mogelijk te beëindi
gen.
Wij hebben ze zij het dan slechts zoo
nu en dan ook wel van Britsche zijde
ontvangen in Duitschen en Engelschen
tekst maar prullemanden zijn op elke
redactie buitengewoon groot en alle pro- en
contra-beschouwingen van onbekende her
komst zijn in een oogenblik even spoorloos
verdwenen als zoovele Hollandsche schepen,
die in dezen oorlog reeds op mijnen geloo-
pen of getorpedeerd zijn.
Wie over het verloop van den strijd moet
schrijven kan uit de berichten alle oorlog
voerende en neutrale staten zelf wel een in
druk van het wereldgebeuren krijgen.
Hf
Men zal in elke courant, die een objec
tief verslag van de oorlogsgebeurtenissen
geeft, de berichten en verslagen, de radio-
redevoeringn, de communiqué's, de brieven
van correspondenten en alles wat op den
strijd betrekking heeft, zoowel uit Londen,
Parijs of Berlijn, broederlijk naast en on
der elkaar geplaatst zien.
Maar men weet dan, dat dit alles eenzij
dige beschouwingen en berichten zijn,
waarvan het eene vaak precies het tegen
overgestelde vertelt van 't andere. Men kan
de waarheid van dat alles niet zelf contro
leeren, maar men publiceert het onver
schillig van welke zijde het komt om het
den lezer mogelijk te maken uit dat bonte
geheel zelf zijn conclusies te trekken.
Want uit vorm en inhoud van dat alles is
in den regel wel op te maken hoe de ge
beurtenissen waarschijnlijk verloopen en
er zijn daarbij bovendien de min of meer
objectieve verslagen van parlementszittin-
gen, de woordelijke of verkorte teksten van
redevoeringen waarvan men zonder meer
kan aannemen, dat de weergave daarvan
met den juisten inhoud overeenstemt.
Wanneer men van Duitsche zijde beweert,
dat er bij Namsos of bij Narvik een Britsch
slagschip door een bom vernield is en van
Engelsche zijde in den loop van den dag een
pertinente ontkenning volgt, dan zal men
beide berichten zoo mogelijk onder elkaar
in de courant vinden. Men kan daaruit dan
natuurlijk geen enkele conclusie trekken,
maar men kan met vrij groote zekerheid
aannemen, dat er althans een poging is
gedaan om een slagschip te laten zinken.
Wanneer men van Noorsche zijde meldt,
dat Röros nog in Noorsche handen is en het
D.N.B. zegt, dat Röros door de Duitschers
bezet is, dan is natuurlijk een van beide be
richten onjuist. Maar men kan dan conclu-
deeren, dat er om het bezit van Röros heftig
wordt gestreden en uit de situatie-teekening
van latere telegrammen blijkt dan gewoon-
Het verlies van de „Afridi."
Uit Londen wordt gemeld: De torpedo
jager „Africi", welke bij Namsos door een
vijandelijke bom werd getroffen en ver
nield, behoorde tot de „Tribal-klasse'. Het
schip mat 1870 ton en was uitgerust als
flotille-leider. De bemanning telde 219
koppen. Het schip was in 1938 gereed ge
komen. De bewapening bestond uit acht
stukken van 12 cm. en zeven stukken van
lichter kaliber, alsmede vier torpedolan-
ceerbuizen "Van 53 cm.
De Britsche marine heeft thans sedert
het uitbreken van den oorlog 11 torpedo
jagers verloren. Hierbij zij-n inbegrepen de
„Duchess", welke na een botsing is ge
troffen en de Hardy" welke bij Narvik
aan den grond is gezet.
De ondergang van de „Afridi".
Het communiqué van het Britsche mi
nisterie van marine over het verlies van de
„Afridi' luidt:
„De minister van marine betre-ui-t te
moeten berichte.., dat zijner majesteit
.Afridi" is gezonken, nadat de troepen uit
Namsos teruggetrokken waren. De Brit
sche oorlogsbodems, waarbij de „Afridi',
hadden opdracht het troepentransport te
beschermen tegen aanvallen van vlieg
tuigen en onderzeeërs.
Bij het aanbreken van den dag deed de
vijandelijke luchtmacht ononderbroken
aanvallen op het convooi, doch het vuur
van de luchtdoelartillerie was zoo krach
tig, dat de transportschepen niet werden
getroffen.
Tijdens deze actie werd zijner majesteit
„Afridi" door bommen getroffen, zoodat
het schip zonk. Twee vijandelijke vliegtui
gen zijn omlaag geschoten. De nabestaan
den van alle omgekomenen hebben bericht
ontvangen.
Fransche torpedojager gezonken.
De Fransche admiraliteit deelt mede:
Op 3 Mei is een in convooi varend
troepentransport op de Noordzee door vij
andelijke vliegtuigen aangevallen. Geen
der schepen van het geallieerde convooi
werd getroffen. De torpedojager „Bison",
die tot het escorte behoorde, is echter ge
zonken. Een groot deel der opvarenden kon
gered worden. De verwanten der slacht
offers zijn gewaarschuwd."
Poolsche torpedojager tot zinken
gebracht.
De Poolsche torpedojager Grom is, naar
officieel wordt medegedeeld, tot zinken
gebracht.
Officieel wordt medegedeeld, dat de
Poolsche torpedojager Grom tijdens ope
raties voor de Noorsche kust als gevolg
van een bomaanval is gezonken. Een offi
cier en 65 manschappen worden vermist.
Het aanbod der Britsche regeering, den
torpedojager te vervangen door een, die
thans op een Britsche werf iln aanbouw is,
is door de Poolsche autoriteiten in dank
aanvaard.
De strijd in de lucht.
Een bestudeering van alle ter beschik
king staande inlichtingen, aldus Reuter,
toont aan, dat in de afgeloopen 4 weken de
verliezen der Duitsche luchtmacht veel
grooter zijn geweest dan de Engelsche, on
danks de grootere gevaren, waaraan de
R.A.F. en het vlootluchtwapen blootgesteld
waren tijdens de Noorsche campagne.
De Britsche verliezen aan alle fronten
bedroegen in totaal 48 machines. Duitsch
land daarentegen heeft volgens de bere
keningen zeker 138 toestellen verloren,
terwijl 97 machines waarschijnlijk vernield
of voor eendgen tijd buiten gevecht gesteld
zijn. Bij deze getallen moeten de vliegtui
gen worden opgeteld, die op den grond
zijn vernield of op zee tijdens de Engelsche
aanvallen op vliegtuigbases.
Hospitaalschepen aangevallen?
Het Noorsche telegraaf-agentschap meldt,
dat Duitsche vliegtuigen voortgaan onver
dedigde Noorsche hospitaalschepen en pas
sagiersschepen aan te vallen. Er zijn 29 per
sonen gedood of gewond, toen het Noorsche
schip Queen Maud, dat gewonden aan boord
had, bij Gratanger werd gebombardeerd.
Het schip zelf werd beschadigd, hoewel
overal duidelijk groote Roode Kruis-emble-
men waren aangebracht.
Honderd vrouwen en kinderen waren
aan boord van het kustvaartuig Richard
With toen dit ter hoogte van de Noordkust
van Noorwegen werd gebombardeerd en
uit machinegeweren beschoten. De passa
giers begaven zich in reddingbooten aan
wal. Er werd niemand gedood en er is
slechts geringe schade.
Een ander stoomschip, de Tordenskjold,
werd eveneens uit de lucht gebombardeerd
en uit machinegeweren beschoten. Van de
passagiers o.w. zich een groot aantal Fin-
sche vluchtelingen bevonden, vrouwen en
kinderen, die naar hun haardsteden terug
keerden, werden een paar gewond. Het
Noorsche telegraaf-agentschap zegt, dat de
Duitsche vliegers ook schieten op visschers,
boeren, vrouwen, kinderen en zelfs op
koeien in de weide.
Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.
lijk welk bericht de meest betrouwbare in
formaties heeft gegeven.
Ür
En toch is er altijd dit opmerkelijke, dat
de berichten, van Duitsche zijde vrijwel
nimmer van tegenslag of mislukking spre
ken, noch van critiek op de handelingen
der regeering of legerleiding.
Voor hen die het verloop van den strijd
uitsluitend met Duitsche sympathieën be
kijken, is dat alles heel verklaarbaar, want
men verkondigt eenvoudig, dat Duitschland
geen mislukkingen of nederlagen gekend
heeft en ze dus ook niet kan vermelden.
Maar elke strijd heeft zijn up and down.
Het is niet zoo, dat bij elke actie hoe on-
beteekenend ook de eene partij altijd
succes en de andere altijd tegenslag heeft
en wie dat bedenkt moet wel tot de conclu
sie komen, dat men van Duitsche zijde zeer
ongenegen is iets te publiceeren, waaruit
men de conclusie zou kunnen trekken, dat
de vijandelijke actie succesvoller dan de
Duitsche geweest is.
Het is vanzelfsprekend, dat men ook in
Engeland en Frankrijk waar het volk het
verloop van den strijd uit de legerberichten
moet concludeeren geen tegenslagen zal
publiceeren als men ze zal kunnen ver
zwijgen. Wij behoeven er maar op te wij
zen, dat de Britsche cijfers over de vlieg
tuigen welke niet op hun bases terugkeerden
vaak hopeloos met de Duitsche opgaven
verschillen en dat men vaak den indruk
krijgt, dat men de Britsche verliezen hier
en daar wat gecamoufleerd heeft.
Maar de democratisch geregeerde staten
verkeeren toch in een geheel andere positie
dan de totalitaire. In de laatste mag de pers
niet schrijven wat zé zou willen ver
kondigen en moet zij vaak opnemen wat
van hoogerhand in een bepaalden vorm,
ter bekendmaking wordt toegezonden.
In een democratisch geregeerde staat is
dat alles geheel anders. Daar is het moge
lijk, dat de regeering zelf erkent de een of
andere fout te hebben begaan en wanneer
de regeering het niet erkent zijn er genoeg
oppositieleiders, die de regeering dat in het
parlement, in een radiorede of in een pers
beschouwing duidelijk maken.
Men behoeft geen Duitsche berichten te
verwachten, die critiek op den Führer of op
de leiders der weermacht uitoefenen. Maar
men kan wel berichten uit Londen tegemoet
zien waarin het Britsche kabinet of de Brit
sche oorlogsleiding van groote kortzichtig
heid en nalatigheid worden beschuldigd en
beschouwingen in vele Engelsche bladen
lezen waarin men blijk geeft met de door
de hoogste autoriteiten getroffen maatrege
len niet accoord te gaan.
Het zal wel duidelijk blijken als Cham
berlain thans het regeeringsbeleid in het
Lagerhuis moet verdedigen.
Niet alleen de mogelijkheid, maar ook de
waarschijnlijkheid, dat men de toestanden
niet mooier voorstelt dan ze inderdaad
zijn is oorzaak, dat men de Britsche en
ook de Fransche berichten vaak minder
wantrouwend bekijkt dan de Duitsche.
Maar over het algemeen geven de feiten
zelf het beste richtsnoer. Wanneer de Duit
schers een steeds grooter bezetting van
Noorwegen melden en de geallieerden
verkondigen, dat hun troepen in Andesnes
en Namsos weer scheep gegaan zijn, dan is
er niet veel speurderstalent noodig om te
constateeren, dat het in Noorwegen voor de
geallieerden niet zoo is geloopen als men
dat gehoopt en verwacht had.
Zoo is het op dit oogenblik met den strijd
in Noorwegen en zoo kan het vandaag of
morgen misschien precies andersom op een
ander gevechtsterrein zijn.
De overzichtsschrijver die er naar streeft
het wereldgebeuren zoo objectief mogelij K
weer te geven, zal soms eens pro-Duitsch en
den volgenden dag weer pro-Engelsch of
pro-Fransch schijnen.
De eenige verklaring is, dat hij pro-
Nederlandsch is en uit de bonte verschei
denheid der buitenlandsche berichten en
verslagen eiken dag weer datgene vastlegt
wat zijns inziens den werkelijken toestand
op dat oogenblik het dichtste benadert.
I