e" 'ft/ BRUIN ITIE. KEN. Het Lagerhuis rieemt met 281 tegen 200 stemmen een motie van verdaging aan. Scherpe critiek op het regeeringsbeleid in het Hoogerhuis. OENTEN te noodigen KMAAR. (STERDAGEN" eer ruim rd in Churchill verdedigt het regeeringsbeleid. Zal het kabinet aftreden? Lord Halifax spreekt namens de regeering. per L. 25 c. n L. 25 c. L. 25 c. oord 123 Tel. 4,2.8.3. DERDE BLAD. A'.KMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 9 MEI 1940. jnd- i m Het ed oed. .BAS-OSJ lien U een rking van de ïnze zaak op FOON 4374. het beste. nivet Ossenvet zei pek kspek iek k. Lappen 2.50 2.50 2.25 2.00 2.25 2.00 1.20 1.05 ark.Gehakt -.70 ark.Geh. -.70 per pond. -.45 ade -.50 -.50 -.50 -.55 -.60 -.50 -.55 -.60 -.45 iet onze KETTEN 'd en niet duur cent. aanbevelend, Den tweeden dag van de debatten over de oorlogspolitiek ten aanzien van Noorwegen kwam het parlement bijeen met de weten schap, dat de labour-partij besloten had op stemming aan te dringen. Men verwachtte, dat de regeering de kwestie van vertrouwen zou stellen bij de stemming en zonder twij fel zou de liberale oppositie de labour steu nen. Tijdens het vragenuur heeft de onder staatssecretaris voor buitenlandsche zaken, Butler, in antwoord op een vraag van den liberaal Mander bevestigd, dat een van de oorlogsdoeleinden van de geallieerden is de vrijheid en onafhankelijkheid van Denemar ken te herstellen. Verder zeide Butler, dat nog geen datum was vastgesteld voor den terugkeer van den Britschen ambassadeur naar Moskou. De la- bour-afgevaardigde Strauss vroeg of het niet een groote dwaasheid was in de huidige om standigheden geen ambassadeur te Moskou te hebben, waarop Butler verzekerde, dat de regeering de zaak nauwkeurig in overwe ging hield en zich wel bewust is van de waarde van de aanwezigheid van een ambas sadeur, hoewel de vertegenwoordiging van de regeering in Moskou voor haar taak be rekend is. De debatten. De eerste spreker bij de hervatting van de debatten over Noorwegen was Herbert Mor rison, labour-partij en leider van den ge meenteraad van Londen. Hij zeide, dat hoe wel de labour-partij ontevreden was over de politiek van de regeering, zij toch niet han delde onder druk van partij of persoonlijke overwegingen. Spreker wil ieder prijzen, die den oorlog zal winnen, zooveel staat op het spel voor de toekomst der menschheid. Morrison leverde ook critiek op het feit, dat Churchill als laatste in het debat zal spreken. Churchill is de voornaamste getuige en de oppositie heeft geen gelegenheid om commentaar te leveren op zijn verklaring. Verder becriti- seerde spr. het versnipperen van de strijd macht, welke gereed stond naar Finland te gaan. In het verdere verloop van zijn rede oefende Morrison in bijzonderheden critiek uit op de politiek van de regeering inzake Noorwegen. Tenslotte verweet Morrison de regeering niet voldoende kijk te hebben ge had op het resultaat van het leggen der mijnen in de Noorsche wateren. Een dezer dagen zal men werkelijk tot het inzicht komen te strijden tegen een vijand, die zich niet te veel aantrekt van de neutraliteit. Morrison vroeg of de menschen, die het bevel voerden over de vloot voor Noorwegen wenschten aan te vallen en of zü door Whitehall werden tegenge houden. Een oude of vermoeide minis ter kan zonder het te willen een gevaar voor het land worden. Voor en tijdens den oorlog is het geestelijk tempo van sommige ministers niet voldoende ge weest en spreker verklaarde hierbij te doelen op den minister-president, den minister van financiën en den minister van luchtvaart, Chamberlain, Simon en Hoare. Het belang van het winnen van den oorlog is te groot, dan dat men ge vaar mag loopen te verliezen door man nen aan het bewind te laten, die daar langen tijd zijn geweest en niet getoond hebben geheel voor hun taak berekend te zijn. Tenslotte kondigde hij aan, dat de La bour-partij aan het eind van de debatten een stemming zal vragen. Minister-president Chamberlain ant woordde, dat hij de uitdaging van Morrison aannam. Als hoofd van de regeering aan vaardt hij de verantwoordelijkheid voor alle daden van de regeering en zijn collega's zullen evenmin aarzelen hun verantwoor delijkheid te dragen. Niemand wenscht langer zijn post te behouden, wanneer hij niet het vertrouwen van het Huis heeft. Sir Samuel Hoare aan het woord. Vervolgens sprak minister sir Samuel Hoare over het optreden van de luchtmacht. De luchtmacht werd in haar werk gehin derd doordat de toestellen heen en terug over zee moesten vliegen, terwijl de vijand zijn bases ter plaatse had. Onmiddellijk na den Duitschen inval maakte de luchtmacht verkenningsvluchten en binnen enkele uren werden Noorsche vliegvelden gebombardeerd, evenals een belangrijk vliegveld in Denemarken en in Duitschland. Dag aan dag en nacht aan nacht werden onder de moeilijkste weers omstandigheden deze bombardementen voortgezet. Hierbij werden aan de Duitsche luchtmacht drie keer zooveel verliezen toe gebracht als de Britsche zelf heeft geleden. De Britsche luchtmacht beschikte in Noor wegen slechts over de bevroren meren als vliegvelden en door de invallende dooi was het niet mogelijk te zeggen hoe lang dit nog mogelijk zou zijn. Alleen in het nauwe Romsdal werd een vliegveld aangelegd en een escadrille Gla diator-gevechtsvliegtuigen werd hier gesta- tionneerd. De toestellen kwamen aan in een sneeuwstorm na te zijn opgestegen van een vliegtuigmoederschip. Den volgenden dag werden de Britsche toestellen aangevallen door 80 bommenwerpers en bij de hierop volgende gevechten werden verscheidene Duitsche toestellen vernield. De leider van het Britsche escadrille is van meening, dat dertig Duitsche vliegtuigen buiten gevecht werden gesteld. Luchtdoelartillerie stond niet opgesteld aangezien dit onmogelijk was gemaakt door het tot zinken brengen van schepen. Duidelijk is gebleken, dat zonder bases voor de luchtmacht de operaties niet mogelijk waren. Wanneer men evenwel te rugblikt op de afgeloopen drie weken, dan komt men tot de slotsom, dat niets, wat ge daan kon worden, werd nagelaten. Samuel Hoare De laatste acht maanden hebben aange toond, dat de Britsche gevechtsvliegtuigen superieur zijn aan de Duitsche bombarde mentsvliegtuigen. Dit bewijst, dat een ster ke luchtmacht een nog sterker luchtmacht tegenover zich moet vindén. De tweede les is, dat de kracht van de Britsche luchtmacht zeer groot is. Ete productie voor de lucht macht moet thans nog meer worden opge voerd. Lloyd George spreekt. Vervolgens nam Lloyd George het woord en zeide, dat hij nooit heeft gepoogd een ramp te verkleinen. Het heeft geen nnt de verliezen aan beide zijden af te wegen. De grootste triomph van dien buitengewonen man, Hitler, is, dat hij Engeland in grooter gevaar heeft gebracht, dan zijn voorgangers in 1914. Tsjechoslowakije, deze speerpunt, gericht op het hart van Duitschland, met een leger van een millioen van de beste troepen van Europa, is niet meer. Dat is een strategisch voordeel, dat Engeland heeft uitgeleverd. Een tweede strategisch voor deel, dat te niet werd gedaan is 't Fransch- Russisch verbond, waarbij Rusland Tsjecho slowakije te hulp zou zijn gekomen, zoodat een nieuw front tegen Duitschland zou zijn gekeerd. Bovendien bestaat nog Roemenië, dat practisch in Duitsche handen was. Noorwegen was een van de groote strate gische mogelijkheden van den oorlog en thans is het eveneens in Duitsche handen. Het is nutteloos om critiek uit te oefe nen op Noorwegen en bovendien, met welk recht mogen we critiseeren. We hebben be loofd te redden en te beschermen. We heb ben geen vliegtuig naar Polen gezonden en in Noorwegen kwamen we te laat. De Duit sche bezetting van Noorwegen brengt de Duitsche vliegtuigen en onderzeeërs 200 mijl dichter bij onze kust. Was er iemand in het Huis tevreden over de snelheid en de doeltreffendheid van de voorbereiding van een luchtmacht of een vloot? De minister president moet den toestand bezien uit het standpunt van het volk en niet als een per soonlijke aangelegenheid. De minister-president moet zich her inneren, dat hij dezen grooten vijand in oorlog en vrede heeft ontmoet en dat hij steeds heeft verloren. Chamberlain heeft het land gevraagd offers te bren gen, het land is hiertoe bereid. De mi nister-president kan het voorbeeld ge ven, niets kan meer bijdragen voor de overwinning, dan dat hij de zegels van zijn departement offert. (Luide toejui chingen van de Labour, de regeerings- partijen protesteeren). Duff Cooper is ontevreden. De volgende spreker, Duff Cooper, de vroegere eerste lord der admiraliteit en minister van oorlog, zeide, dat velen ge hoopt hadden op een zuiver nationale regee ring, niet sinds het uitbreken van den Oor log, maar sedert de nederlaag van Mün- chen. Spr. had gehoopt, dat de regeering voldoende onder den indruk zou zijn geko men van deze twee dagen debatten, om drastische stappen tot hervorming te ne men. Er is geen reden om te gelooven, dat er iets verkeerd is in de perfectie der uit rusting. Evenmin bestaat er eenig tekort aan voorraden. Er is niets verkeerd in de kwaliteit der troepen en spreker is der halve genoopt te concludeeren, dat wat er verkeerd was, het instrument der régeering zelve was. Duff Cooper voegde hieraan toe, dat de Balkan thans de laatste buitenpost vormt der neutraliteit. Kan dezen landen niet gezegd worden, al dus spreker, dat wij een Balkanblok vor men en dat wanneer zij niet komen, het zeer onprettig voor hen zou zijn? Rede van Churchill. Nadat Alexander, vroeger eerste lord der admiraliteit, vertegenwoordiger van La bour, gezegd had, dat men het volk de wer kelijke feiten moet vertellen en het ertoe brengen, zich te organiseeren op een grondslag van werkelijke oorlogseconomie, antwoordde Churchill de verschillende sprekers. Hij zeide p.m.: In dezen oorlog wordt ons vaak gevraagd, waarom wij het initiatief niet nemen. De reden voor dit ernstige nadeel, dat wij het initiatief niet hebben, kan niet spoedig worden weggeno men. Dit ligt in ons gebreke blijven in de laatste vijf jaren om pariteit in de lucht met Duitschland te handhaven of te herkrijgen. Onze numerieke achterstand in de lucht, ondanks onze superioriteit, zoowel wat man schappen als materiaal betreft, heeft ons veroordeeld en zal ons eenigen tijd lang veroordeelen om door heel wat moeilijkhe den en leed en gevaar te geraken, dat wij krachtig moeten dragen tot gunstiger om standigheden bereikt kunnen worden, zoo als zeker zal geschieden. De luchtmacht heeft ten zeerste invloed uitgeoefend in de bewegingen van vloot en legers. Wij moeten dezen nieuwen factor niet overdrijven, maar evenmin moeten wij weigeren om hem op zijn doodelijke waarde te schatten. Alexander heeft gevraagd, waarom wij de vijandelijke verbindingen in het Skagerak niet hebben aangetast. De ontzaggelijke vijandelijke sterkte in de lucht, die gericht kan worden op onze patrouilleerende strijd krachten, heeft deze methode veel te kost baar gemaakt. Wij ondernamen daarom een duikboot blokkade als de eenige tot onze beschikking staande methode en daarmede volgde ik de opinie der vlootautoriteiten. Er is een groot verschil tusschen verantwoordelijk zijn voor een bevel, dat verscheidene waardevolle schepen verloren kan doen gaan, en het uit spreken van een meening, zonder een der gelijke verantwoordelijkheid. Alle Duitsche schepen overdag en alle schepen des nachts moesten in het Skagerak tot zinken worden gebracht, wanneer de gelegenheid zich voordeed. Dit is een kost baar succes geweest. Zeven of achtduizend man zijn verdronken. Duizenden lijken zijn aangespoeld op de rotsen bij den toegang naar Oslo. Aan den voet van den vuurtoren zijn vreeselijke tooneelen gezien. Maar wat beteekent het verlies van zeven of achtdui zend man voor 'een totalitairen staat en een regeering zooals wij bestrijden? Ons is de vraag gesteld, waarom wij niet binnenvoeren naar Bergen, Drontheim en andere havens in de eerste paar uur. Het doel van het binnenvaren in fjorden zou zijn geweest, daar liggende vijandelijke tbr- pedobootjagers te vernielen. Mijn gedachten waren voortdurend gevestigd geweest op Narvik. Het schijnt dat daar de weg ligt, die kan leiden naar een of ander beslissend re sultaat in den oorlog. Een plan werd voor bereid voor de landing van twee divisies te Namsos en Andalsnes en voor een directe landing in de fjord van Drontheim, waar vijandelijke strijdkrachten zich van de ha ven hadden meester gemaakt. Dit' was on getwijfeld een gewaagde operatie. Churchill Er werd geen twijfel gevoeld over de be kwaamheid der marine, om dit te doen. Dit plan, dat op 25 April uitgevoerd zou wor den, werd opgegeven, omdat op 17 April de twee gelande divisies goede vorderingen hadden gemaakt en het gemakkelijker leek Drontheim door deze methode in te nemen dan de zware kosten van een directen aan val te aanvaarden. Ik zie geen reden om mijn opvatting te wijzigen in het licht van wat wij sindsdien hebben vernomen. De toestand verergerde echter snel. Het was derhalve noodzakelijk de troepen terug te trékken' of ze daar te laten of te worden vernietigd door een overweldigende meerderheid. Het besluit tot terugtrekken was ongetwijfeld gezond. De terugtrekking van deze 12.000 man, minder dan een divisie, werd met zeer groo te bekwaamheid en met veel geluk uitge voerd. Wanneer wij meenen dat wij tegen 25 April, meester hadden kunnen zijn van Drontheim of de puinhoopen, daarvan,zou den wij dan 'n voldoende leger ten Z. van Drontheim hebben kunnen brengen om den aanvaller t ug te slaan? Maar wanneer wij op dit oogenblik 25 of 30.000 man geallieer de troepen in actie zouden hebben aan dat front, hetgeen met het oog op de superio riteit van den vijand in de lucht hoogelijk twijfelachtig is, dan zouden die troepen nog niet op tijd zijn gekomen of tijdig uitgerust zijn met geschut en steun in de lucht. Ik ge loof niet, dat het mogelijk zou zijn geweest den ontzaggelijken druk te weerstaan van een aanval der Duitschers uit hun schitte-s rende posities. Er is geen twijfel aan, dat de Duitsche basis in Oslo en de verbindin gen naar het N. onvergelijkelijk beter wa ren dan alles, wat wij hadden kunnen krij gen in Drontheim en de hulplandings plaatsen in die streek. Er waren reeds meer dan 120.000 man Duitsche troepen, aldus vervolgde Chur chill, die in Zuid- en midden-Noor.wegen opereerden, ofschoon wij voortdurend ver sterkingen hadden kunnen zenden, kan ik niet gelooven, dat er ook maar de geringste kans op,een uiteindelijk succes bestond in een strijd tusschen een leger met basis te Drontheim en hét Duitsche leger, dat zijn basis te Oslo heeft. Ik kan in het geheel niet terugkomen van mijn veel gecritiseerde verklaring, dat 'de Duitsche inval in Noorwegen een belang rijke politieke en strategische vergissing was. De Duitschers beweren, dat zij elf slagschepen tot zinken gebracht of bescha digd hebben. In werkelijk zijn er twee licht beschadigd en geen enkel slagschip is voor een dag uit den dienst genomen. Wij moeten er voor oppassen onze lucht macht niet uit te putten, met het oog op an dere gevaren van ernstiger aard, die ons zouden kunnen bedreigen. Indien Zweden Noorwegen te hulp was gekomen en zijn luchtbases ter beschikking van de Britsche luchtmacht gesteld had, zou wellicht een andere toestand ontstaan zijn Ten aanzien van Narvik - zal ik geen in lichtingen verstrekken. De voorwaarden zijn daar echter veel meer gelijk, evenals de mogelijkheid van het zenden van ver sterkingen". Bij het begin van de debatten over de oorlogvoering in het Hoogerhuis, was het Huis gister ongewoon druk bezet. Lord Strabolgi, labour-oppositie, opende het debat. Hij begon met hulde te brengen aan het ge allieerde expeditiecorps in Noorwegen, waarna hij zeide, dat een aanzienlijke onge rustheid bestaat over de regeering en de wijze, waarop zij haar taak vervult. Zelfs wanneer men aanneemt, dat de actie in Noorwegen, vergeleken met den strijd in de wereld, van ondergeschikt belang is, dan nog is de zaak zeer slecht behandeld. De fout is, dat zoowel regeeringsmethoden als regee- ringspersonen niet deugen. Hieraan moet snel een einde worden gemaakt, anders wor den de fouten chronisch. Lord Strabolgi zeide verder, dat zonder twijfel in Berlijn plannen klaar liggen voor aanvallen in alle richtingen. De Britsche regeering had evenwel moeten zorgen, dat zij voorbereid was het hoofd te bieden aan de meest waarschijnlijke. Hij vroeg, waarom geen krachtiger vlootactie was ingezet tegen Drontheim en Oslo en hij stelde voor een commissie te benoemen om een onderzoek in te stellen naar den veldtocht in Noor wegen. Na lord Strabolgi sprak de leider van de liberale oppositie in het Hoogerhuis, lord Crewe. Hij vroeg of de Britsche regeering niet in staat was geweest, zonder de inter nationale wet te schenden, aan de Noor sche regeering duidelijk te maken,, welke gevaren van een Duitschen inval dreigden. Ook vroeg hij, off het niet mogelijk was geweest de controle op de Noorsche havens te behouden, met toestemming van de Noorsche regeering. Lord Hankcy spreekt namens de regeering. In het Hoogerhuis heeft minister zonder portefeuille lord Hankey de sprekers na mens de regeering geantwoord. Hij wees er op, dat de Engelsche regee ring niet in gebreke was gebleven de Noor sche te waarschuwen voor het gevaar, dat dreigde. De houding der Noorsche regee ring heeft de Engelsche leiding ernstig in het nadeel geplaatst. Engeland was niet voldoende op de hoog te van de Noorsche plannen en militaire maatregelen. Spr. herinnerde aan het dringende beroep, dat de Noorsche regee ring gedaan had ten behoeve van een her overing van Drontheim. Hoe groot de moei lijkheden ook leken, zij schenen niet on overkomelijk. Mogelijk heeft de regeering de uitwerking^ overschat van de Engelsche duikbooten, mijnen en vliegtuigen op de Duitsche verbindingen. In Noorwegen leek verder het terrein zich te leenen voor doel treffende vernielingen op groote schaat •oor de Noren. Wanneer die vernielingen mogelijk waren geweest, zouden zij een zeer groot verschil hebben 'beteekend bij het belemmeren van den Duitschen opmarsch. Wat de kwestie- van vlootaanvallen op Drontheim en Oslo betreft zeide spr. o.a.: Mijn meening is. dat het niet noodig of raadzaam is dat ik mededeelingen zou doen over de nauwkeurige redenen, waarom in de omstandigheden, zooals die heerschten op dat oogenblik. geen vlootbombardement was ondernomen in 't geval van Drontheim. Op 20 April is een in convdoi varend schip, geladen met luchtafweergeschut en ander waardevol materiaal getorpedeerd en gezonken. In de bestaande omstandigheden heeft de regeering haar best gedaan. Niemand mag de nadeelige uitwerking op de neutralen en een zeker verlies van prestig onderschatten. „Wij hebben dat herhaaldelijk moeten dra gen in een vorigen oorlog en dat heeft ons niet verhinderd dien oorlog te winnen. - Spr. wees Op de groote Duitsche verlie zen en zeide: Ik vind verder steun in het feit, dat onze strijdkrachten zich gedragen hebben op een wijze, die in overeenstem ming is met de groote tradities van het verleden". Lord Halifax spreekt. Het woord was vervolgens aan lord Hali fax. Deze zeide o.m., dat niemand in Hoo- ger- of Lagerhuis eenig onderscheid mag maken tusschen den premier en de andere leden van het oorlogskabinet, dat in volle dige overeenstemming met hem is geweest en de volledige verantwoordelijkheid- voor wat gedaan is, met hem deelt. Spr. kon niet beweren, dat er geen fouten waren gemaakt maar wilde toch niet de verontschuldigende houding van de beklaagde aannemen. Wan neer de leden der regeering met zeer ver schillende denkbeelden en opvattingen ten aanzien van de regeeringsproblemen eens gezind zijn over een zekeren koers en wan neer zij tot conclusies komen zooals het geval was zonder aarzeling en met bij stand van het beste technische advies, waarover zij kunnen beschikken, dan is het niet unfair om hieruit af te leiden, dat anderen op grond van dezelfde inlichtingen tot conclusies zouden zijn gekomen, die niet veel anders zijn geweest. Halifax gaf toe, dat men een prestigeverlies had geleden. Wat de critiek betreft volgens welke En geland geen doeltreffende, tijdige hulp brengt aan de neutralen, zeide Halifax, dat wanneer de geallieerden den oorlog winnen, er bepaalde verzekeringen zijn voor hen, die geknecht worden door de nationaal-socialis- tische tyrannie en dat, wanneer de geallieer den falen de slachtoffers der Duitsche agres sie geenerlei hoop zullen hebben op herstel. Ik heb voor mij zelf nooit verborgen, welke onmetelijke inspanning op ons zal worden ge legd of dat het voor een groot deel afhanke lijk zou zijn van onze bekwaamheid om standvastig te blijven, en onze inspanning te ordenen, zonder verkwisting van vitale energie. Daarom zal de regeering, naar ik hoop, niet afgebracht worden van het hoofd zakelijke doel, maar zij zal optreden zooals en wanneer het haar toeschijnt in het licht van het best mogelijke technische advies met een actie, die het best berekend is op het tot stand brengen van resultaat. Niets zou meer tot een rampspoed leiden, dan toe geven aan de verleiding tot avonturen op groote schaal. Sprekende over de nieuwe taak van Chur chill zeide Halifax de hoop te deelen, dat het resultaat der nieuwe regeling een waar- devollen bijstand zou geven in de richting van een hoogere oorlogsstrategie. Over het voorstel, om een oorlogskabinet in te stellen zeide Halifax, dat het zeer reëele gevaar be stond, dat een schijnbare vereenvoudiging eenvoudig een nieuw kamrad in de machine zou brengen en nog meer vertraging zou veroorzaken. Wij hebben allen één doel n.l. den oorlog te winnen en wanneer te eeniger tijd ge dacht zou worden, dat het geval aanwezig was, dat anderen dit werk beter konden doen, dan zou stellig geen lid van de regee ring ongeneigd zijn om verlost te worden var de verantwoordelijkheid. Wanneer critiek geoefend wordt na de ge beurtenissen moet zij gebaseerd zijn op vol lediger kennis dan de regeering had, toen zij handelde. De debatten eindigden in het Hoogerhuis zonder stemming. Voordat Halifax het woord nam, had de luchtmaarschalk lord Trenchard gezegd, dat voor hem de ge dachte volkomen onbegrijpelijk was, dat de Duitschers een aanval op Engeland zouden hebben kunnen voorbereiden. Dit zou beteekenen, dat Duitschland een invalsoperatie zou gaan voorbereiden over honderden mijlen zeeoppervlakte onder het oog van een overweldigende vloot. De Duitschers hebben beweerd 28 krui sers tot zinkengebracht of beschadigd te hebben. In werkelijkheid hebben een krui ser en een luchtafweerschip schade opge- loopen.. De Duitschers hebben tien levehs verlo ren voor ieder door ons verloren leven. Wij zien geen reden, waarom onze controle niet doeltreffender zou worden, nu de Noorsche corridor niet langer bestaat. De Engelsch- Fransche koopvaardij kan thans vertrouwen op de Noorsche vloot, die de vierde plaats op de wereldlijst inneemt. Wij hebben de controle over een zeer groot deel der Deen- sche scheepvaart. Hoewel de geallieerden 800.000 ton aan scheepsruim te hebben ver loren, is driekwart daarvan reeds weer ge compenseerd door veroverde schepen en nieuwen aanbouw. Churchill besloot met de woorden: „Geen enkel oogenblik is den wereld oorlog zijn wij in grooter gevaar ge weest dan thans en ik dring er ten sterkste bij het Huis op aan deze din gen niet overhaast te behandelen, doch op ernstige wijze, op het juiste oogen blik en in overeenstemming met de waardigheid van het parlement". De stemming. Het Huis ging daarna over tot stemming over dé motie tot verdaging, waarop het debat gebouwd was geweest. Na de stem ming werd de vergadering verdaagd. De motie van verdaging werd aangenomen met 281 tegen 200 stemmen. Meer dan 40 regeeringsaanhangers voeg den zich bij deze stemming bij de oppositie. Honderddertig regeeringsaanhangers brach ten hun stem niet uit: 30 hunner waren ziek, enkele waren in dienst en andere wa ren om verschillende redenen afwezig. Tot de 40 regeeringsaanhangers, die tegen de .regeering stemden behoorden Duff Coo per, Hore Belisha, admiraal Keyes, Amery, King Hall, lord Wolmer, kolonel Macnama- ra,'Har61d Nicholson en lady Astor. Het verluidt, dat de arbeidersoppositie zou weigeren aan een regeering onder Chamberlain deel te nemen. De parlementaire redacteur van Reuter schrijft, dat bij de debatten de ministers verstoord over de critiek schenen. Him re devoeringen waren geen goede verdediging en zelfs Churchill werd gemakkelijker van de wijs gebracht: hij was minder strijdlustig dan anders. Het staat, aldus deze redacteur, vrij wel ^vast, dat een versterking van de oorlogsvoering uit de stemming zal voort vloeien. Reorganisatie der regeering? Reuter meent te weten, dat de minister president zijn ambt zal blijven waarnemen, doch dat een reconstructie der regeering in overeenstemming met de stemming zeer waarschijnlijk is. Het is mogelijk, dat de op positie opnieuw zal worden aangezocht bij deze reconstructie haar medewerking te verleenen. „Weggaan, weggaan!" De parlementaire correspondent van Reuter schrijft: De meerderheid der regee ring, 81 stemmen, was geringer dan de cri tici der regeering hadden verwacht. Zoodra de cijfers bekend werden gemaakt, weer klonken verraste en opgetogen kreten van de oppositiebanken en van eenige banken der regeeringsaanhangers, gepaard gaande met het roepen van „aftreden". Eenige mi nuten lang heerschte er een intense opwin ding en daarop begon de oppositie in spreekkoor te roepen: „Weggaan, weggaan", aan het adres van de regeering. Aangezien de zaken van den dag afge handeld waren, stonden de ministers onder leiding van Chamberlain op en verlieten langzaam het Lagerhuis,«onder herhaald roepen der oppositie: „Weggaan", terwijl tevens gejuich van aanhangers der regee ring weerklonk. Aangezien de regeering in de meerderheid is gebleven, zij het ook een sterk verminderde meerderheid, deed zich voor de oppositie niet de gelegenheid voor om te vragen naar de voornemens der re geering, zooals dat gebeurt, wanneer de re geering in feite verslagen is. Het is duide lijk, dat op. dit oogenblik de voornemens van den premier niet bekend kunnen zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 9