Een redevoering van Churchill. Een fata morgana in de Wieringermeer. Een Westfriesche boerderij vlakbij. vo< Men moet zich voorbereiden op harde en zware tijden. Churchill heeft gister in het Lagerhuis zijn aangekondigde redevoering uitgespro ken. Allereerst deelde hij de capitulatie van het Belgische leger door koning Leopold mede. Hij vervolgde toen: De Britsche en de Fransche regeeringen hebben daartegen over hun generaals onmiddellijk bevolen zich verre te houden van dit optreden en de operaties voort te zetten. Het Duitsche op perbevel heeft toegestemd in de Belgische capitulatie. Het Belgische leger heeft sedert gisterochtend vier uur opgehouden den Duitschers tegenstand te bieden. De Belgi sche regeering heeft zich niet solidair ver klaard met deze handeling van koning Leo pold en heeft in allen vorm bekend ge maakt, dat zij vastbesloten is den oorlog voort te zetten aan den kant van de geal lieerden. De toestand der Britsche en Fran sche legers, die in een der heftigste veldsla gen gewikkeld zijn, en van drie kanten, be nevens uit de lucht ingesloten zijn, is dui delijk buitengewoon ernstig. De overgave van het Belgische leger vergroot het ernsti ge gevaar, maar de Engelsche troepen heb ben een goede stemming en vechten. Vloot en luchtvloot verleenen dezen legers krach tige ondersteuning. Hij (Churchill) wil het Huis dan een verklaring afleggen over den algemeenen toestand, wanneer het resultaat van den ontzaggelijken strijd, die thans ge leverd wordt, bekend is en overzien kan worden. Dit zal waarschijnlijk niet voor het begin van de volgende week gjjn. Inmid dels zal het Huis er goed aan doen zich voor te bereiden op harde en zware tijden Het oordeel van Duitschland over de rede van Churchill. De verklaringen van den Britschen mi- nister-president, Churchill, naar, aanleiding van de capitulatie van het Belgische leger worden in politieke kringen in Berlijn niet alleen unfair en onridderlijk genoemd, maar zij vormen tevens, zooals men dear met na druk vaststelt, een verdraaiing der feiten, zooals men zich nauwelijks krasser kan denken. Als Churchill thans beweert, dat de verbonden legers in Vlaanderen en Noord- Frankrijk dicht bij de overwinning gestaan hebben en dat deze overvjunning slechts verloren gegaan is, doordat tie koning der Belgen him „in den rug gevallen" is, dan kon niet alleen Churchill, die deze enorme bewering uit, maar waarschijnlijk ook het grootste deel van zijn toehoorders in het Lagerhuis weten, dat hier sprake is van een bewuste onwaarheid. Want de toestand der geallieerde legers in het genoemde gebied was, zooals zelfs iedere leek op militair ge bied kon zien, sedert dagen volkomen kans loos, en het bevel aan deze troepen stand te blijven houden tegenover den Duitschen aanval, niets anders dan een georganiseer de massamoord door degenen, die dit bevel gaven van een plaats uit, die voorloopig veilig is. Ook de positie van het Britsche expeditiecorps is niet pas, zooals Churchill beweert, sedert gister hopeloos, doch reeds sedert dagen, doordat een deel der Fransche en Belgische Kanaalhavens door de Duit sche troepen bezet waren en de havenwer ken van andere havens door de Duitsche luchtmacht vernield waren. Hoe juist deze constateering is, bevestigen de Engelschen onmiddellijk, doordat zij het publiek na drie dagen den val van Calais nog niet durven toe te geven. Tot op het oogenblik, dat het Engelsche expeditieleger de vlucht naar Engeland afgesneden zag, waren de Belgi sche troepen voor den plutocraten te Lon den goed genoeg om den terugtocht der Britsche troepen, die zich in ijlmarschen naar de Kanaalhavens begaven, met hun lichamen te dekken. Als het Engelsche leger zich de laatste dagen genoodzaakt zag, zich weder tegenover den tegenstander te plaatsen, dan gebeurde het niet, omdat de strijd nog eenige kans op succes bood, maar alleen omdat er geen andere weg overbleef. Nog meer te laken dan de houding van de Britsche regeering ten aanzien van de Belgische capitulatie acht men hier intus- schen het optreden van de leden der Belgi sche regeering, die reeds lang de vlucht ge nomen heeft en nu van Londen uit in hun blinde hoorigheid aan Engeland uiting geeft aan haar ontstemming over het feit, dat de koning der Belgen de resten van het Belgische leger voor doodbloeden op Vlaam- schen grond bewaard heeft. Dat deze zoo genaamde Belgische regeering in het geheel niet meer het recht heeft zich vertegen woordigster van haar volk te noemen, zou, aldus zegt men hier, aanstonds blijken, wanneer zij het zou wagen thans weer op Belgischen bodem terug te keeren. Zij zou dan namelijk haar leven moeten redden voor de verbittering van het volk in België. DE ARBEIDSREGELING IN DE ENGELSCHE WOLSPINNERIJEN. De New-York Herald Tribune meldt uit Londen, dat de nieuwe arbeidsregeling, waardoor de arbeiders en arbeidsters in de wolspinnerijen in Yorkshire tot het maken van twintig overuren gedwongen worden, onder de plaatselijke bevolking groote agi tatie heeft gewekt. Ook de arbeiders in an dere takken van bedrijf verzetten zich hef tig tegen het tewerkgesteld worden in de fabrieken. De nieuwe arbeidspolitiek der regeering wordt nog bemoeilijkt door het feit, dat in den mijnbouw, in de industrie van werktuigmachines, de staalfabrieken en in de katoenspinnerijen een groot gebrek aan geschoolde arbeidskrachten bestaat. HET VERTREK DER AMERIKANEN UIT EUROPA. Het Amerikaansche stoomschip „Washing ton" dat Dinsdag uit Italië hier aangekomen is, zal op verzoek van het departement van buitenlandsche zaken Donderdag, dus twee dagen voor het vastgestelde tijdstip, reeds weer naar Italië terugkeeren en vertrekken de Amerikanen uit Europa aan boord nemen. Het Amerikaansche gezantschap te Du blin heeft bekend gemaakt, dat scheping aan boord van de „president Roosevelt" de laatste kans biedt om Engeland te verlaten. DE REIS VAN DE „PRESIDENT „ROOSEVELT". De regeering van de Ver. Staten van Amerika heeft door middel van haar am bassades den regeeringen der oorlogvoe rende landen officieel medegedeeld, dat het Amerikaansche mailschip „President Roose velt" 24 Mei van New York vertrokken is, met bestemming Galway in Ierland voor het afhalen van Amerikaansche staatsbur gers uit Europa. De Amerikaansche regee ring sprak de hoop uit dat het onbewapende schip, dat niet in convooi vaart, 's nachts verlicht is en duidelijke nationaliteitsken teekenen draagt, niet door maatregelen der zeestrijdkrachten der oorlogvoerende mo gendheden lastig gevallen zal worden. De rijksregeering heeft daarop de Ameri kaansche ambassade te Berlijn het volgende medegedeeld: Schepen, die hun reizen op de door de Amerikaansche regeering rangegeven wijze volbrengen, staan, overeenkomstig de be ginselen van de Duitsche oorlogvoering aan geen enkel gevaar van de Duitsche zee- strijdkrachten bloot. Met het oog op het feit, dat dit Amerikaansche schip vaart in de oorlogszone, die anders door Amerikaansche schepen vermeden wordt, heeft de Duitsche regeering haar strijdkrachten op de hoogte gebracht van de voorgenomen reis van dit schip en strikte bevelen gegeven, dat dit schip zondèr gehinderd te worden, op welke wijze dan ook, zijn reis kan volbrengen. Overigens bevinden zich op de route, welke het schip zoowel op de heen- als de terug reis bevaart, geen Duitsche strijdkrachten. Eenigerlei in gevaar brengen van het Ame rikaansche schip van Duitsche zijde is daar om uitgesloten. De rijksregeering heeft ech ter daarenboven de Amerikaansche ambas sade op berichten gewezen, die reeds in de pers zijn gepubliceerd en die overeenstem men met zekere door de rijksregeering ont vangen informaties volgens welke door de regeeringen der landen, die met Duitsch land in oorlog zijn, een aanslag op de „Pre sident Roosevelt" beraamd is en wordt voorbereid. In verband met het feit dat de vijanden van Duitschland om doorzichtige redenen reeds twee maal hebben geprobeerd door het plegen van aanslagen op schepen met Amerikaansche passagiers en de schuld hieraan Duitschland toe te dichten, de DuitschAmerikaansche betrekkingen te verstoren, heeft de rijksregeering de Ver. Staten op deze berichten opmerkzaam ge maakt. Zij heeft daarbij uitdrukking gege ven aan de verwachting, dat de Amerikaan sche regeering, die zelf toch het grootste belang heeft bij het levensbehoud van haar staatsburgers, daarom ook van haar kant alles zal doen ter vermijding van een ver storing der DuitschAmerikaansche be trekkingen en door dien overeenkomstige maatregelen dergelijke misdadige plannen van de vijanden van Duitschland zal ver ijdelen. DE AUTOMOBIELINDUSTRIE EN DE BEWAPENING VAN AMERIKA. Naar de minister van financiën Morgen- thau heeft medegedeeld, zullen de werk plaatsen der automobielindustrie voor het nieuwe bewapeningsprogram der Ver. Sta ten mogelijk ook in 1941 dusdanig in beslag worden genomen, dat in 1942 geen nieuwe automodellen kunnen worden vervaardigd. Een der groote autofirma's heeft toegestemd in een ver gaande reorganisatie ten behoeve van de bewapeningsindustrie. DE BEURS TE KOPENHAGEN GISTER WEER GEOPEND. Na een onderbreking van zeven weken is de beurs te Kopenhagen gister weer ge opend. NIEUWE PLANNEN VOOR JAPANSCHE SCHEEPVAARTLIJNEN. Uit Tokio wordt gemeld: Het controlebureau voor de scheepvaart van het verkeersministerie heeft, met het oog op den toestand in Europa, nieuwe plannen uitgewerkt voor de Japansche scheepvaartlijnen, waarin bepaald wordt, dat de vrachtschepen, welke op Europee- sche lijnen gebruikt worden, uit de Euro- peesche wateren zullen worden terugge trokken. Voorts bepaald de Japansche re geering daarin, dat de schepen, die tot dus ver Liverpool als haven van bestemming aandeden, voortaan Lissabon zullen aan doen. Schepen op lijnen tusschen Europa en de Ver. Staten zullen de Amerikaansche havens aandoen. Voorts wordt bepaald, dat de overtollige scheepsruimte op lijnen naar Australië, de Zuidzee, Indië en de Ver. Staten, alsmede voor het transport van belangrijk materiaal in kustwateren ge bruikt zal worden. KUSTVAARTUIG OP MIJN GELOOPEN. Ter hoogte van Egersund is een kustvaar tuig van 110 ton op een mijn gèloopen. De uit twee leden bestaande bemanning, kwam hierbij om het leven. IN DE POLITIEKE STEMMINGEN ESTLAND. Onder het opschrift „Politieke stemmin gen in Estland" publiceert de Prawda een overzicht van den toestand, waarin de pro- Engelsche bedrijvigheid in zekere kringen, de anti-Duitsche propaganda en de geheime oppositie tegen de Sovjet-Unie scherp wor den aangevallen. Zoo schrijft het blad: In tegenstelling tot het grootste deel der Est- landsche bladen beoordeelen zekere Est- landsche kringen de bezetting van Dene marken en Noorwegen, alsmede van Neder land en België door Duitschland als een agressie en een knechting van kleine vol ken. Deze kringen verkondigen haar loyale houding tegenover Engeland en vertoonen haat tegen Duitschland en tegen alles wat Duitsch is. Deze zelfde kringen versprei den ook geruchten, als zou de vriendschap tusschen Duitschland en de Sovjet-Unie onzeker en van korten duur zijn en dat een oorlog tusschen deze beide landen onver mijdelijk is. Sommige personen, die een dergelijke stemming verspreiden, zijn door verschillende banden met het Engelsche gezantschap verbonden. DE VERRASSING DER DUITSCHE PANTSERWAGENS. Naaf de Londensche correspondent v Svenska Dagbladet meldt, zijn de geallieer den vooral verrast geworden door de nieu we zware Duitsche pantserwagens, die in Polen nog niet gebruikt waren. Men wist wel, aldus deze correspondent, dat de Duit schers zulke gevechtswagens maakten, doch men kon niet vermoeden, welke tactische opdrachten zij zullen vervullen. Men had een langzame, dik gepantserde gevechtswa. gen verwacht, die bij aanvallen tegen ver sterkte stellingen met de infanterie zou samenwerken. Het gaf een geweldige schok, toen bleek, dat deze dik gepantserde ge vechtswagen in staat was snelle bewegelij ke pantserdivisies te volgen. RADIOTOESPRAAK VAN DUFF COOPER. In een radiotoespraak heeft de Britsche minister van propaganda, Duff Cooper, de Engelsche bevolking in het bijzonder gewe zen op het gevaar, waarin het Britsche leger in noordoost-Frankrijk verkeert. Vanavond, aldus zeide hij, is dit gevaar dreigend ge worden. Als troost herhaalde hij zijn ver klaring van onlangs, dat de oorlog nog niet verloren is, wanneer de geallieerden dezen slag verliezen, „hoe groot het succes van den tegenstander ook zijn moge". Hij herinner de er aan, hoeveel nederlagen Engeland reeds overleefd heeft. Ten aanzien van de Belgische capitulatie zeide Duff Cooper, dat het Belgische leger niet in staat is den strijd voort te zetten, dien het zoo dappef gevoerd heeft, tot het op de overgroote inspanning gestrand is. In tegenstelling tot zijn Fransche collega ver klaarde Duff Cooper, dat het thans niet de tijd voor critiek of blaam is. Het is noodza kelijk dat het uiterste gedaan wordt om het Britsche leger uit de stellingen te brengen, die het thans bezet. DE MISLUKKING VAN HET BRITSCHE EXPEDITIEKORPS. De Duitsche pers richt zich heden scherp tegen de poging, van Churchill in zijn La gerhuisrede van gisteren, de schuld aan de komende mislukking van het Engelsche ex peditiekorps op België te schuiven. Ook in Noorwegen, zoo schrijft de „Ber liner Börsenzeitung" hebben de Engelschen eerst politiek en daarna militair de Noren als kogelvangers voor zich uit gedreven. De Noren mochten de kastanjes uit het vuur halen, terwijl de Engelschen, na kennis te hebben gemaakt met de superioriteit der Duitsche soldaten, naar hun reddende trans portschepen terugkeerden en de Noren in den steek lieten. Zoo hebben zij thans ook met België ge daan. Ook de Belgen moesten voor de Engelschen als kogelvangers optrekken. Toen de Führer en zijn weermacht dit plan verijdelde, kozen de Engelschen een metho de die in de geschiedenis zonder voorbeeld is. Als barbaren - hebben zij huisgehouden. Goud, zilver en kunstvoorwerpen hebben zij gestolen, particulier bezit geplunderd, de bibliotheek vast Leuven in brand gestoken, de Belgische hoofdstad in het grootste ge vaar gebracht, en bruggen opgeblazen zon der de bewoners te waarschuwen. Zij waren alleen bedacht op de veiligheid van hun eign aftocht. Uit woede over het hopelooze van de vlucht, die hun door den opmarsch der Duitschers aan het Kanaal wordt afgesne den, schimpen zij thans op den koning der Belgen en beschuldigen zij hem en zijn sol daten, die dapper gestreden hebben, van verraad aan de zaak van Engeland. DUITSCHE WAPENEN BEHEERSCHEN HET KANAAL. De doeltreffendheid der „Schnellboote". Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De Duitsche bladen schenken groote aan dacht aan het bericht van het opperbevel der weermacht volgens hetwelk Duitsche „Schnellboote" een Britschen torpedojager en een vijandelijke duikboot voor Oostende resp. den Helder vernietigd hebben. Onder heit opschrift „Duitsche wapenen beheerschen het Kanaal" herinnert de Ber liner Börsenzeitung er aan, dat reeds tevo ren, tijdens het groote Westelijke offensief, twee vijandelijke torpedojagers en een hulpkruiser door Duitsche „Schnellboote" vernietigd zijn. Deze kleine torpedo-motorbooten, die nu dank zij den' Duitschen opmarsch hun steunpunten zeer dicht bij den vijand kun nen kiezen hebben dus reeds bij het begin der operaties bewezen, zoo vervolgt het blad, wat zij 'zoo dicht voor de Engelsche oorlogshavens aan den zuidelijken uitgang van de Noordzee kunnen presteeren. Men rekent de „Schnellboote" tot de „kleine strijdmiddelen" van den oorlog ter zee. Doch juist voor hen biedt het Kanaal een uitstekend arbeidsveld en dat begint de Britsche zeemacht reeds nu al hard te voe len. Daarbij konten voor de Engelsche sche pen ook nog de gevaren, waaraan zij door beschieting var. land uit zijn blootgesteld, aan de zee-engte, welker breedte bij Calais slechts 35 of 36 K.M. bedraagt. Opvallend zijn ook de successen, die een Duitsche luchtdoelbatterij en zelfs een pantser gevechtswagen, welks taak nu juist niet zeegevechten zijn, tegen vijandelijke tor pedojagers heeft behaald. De Engelsche commandanten hadden blijkbaar nog niet begrepen, dat het thans niet meer is „Enge land verspert het Kanaal" doch dat het Ka naal thans onder de versperring van de Duitsche wapenuitwerking staat. DE INDRUK VAN DE BELGISCHE CAPITULATIE IN BELGRADO. Het bericht van de capitulatie van België is in politieke kringen van Belgrado inge slagen als een bliksemstraal. Men ziet daar in den laatsteen uitweg, welke den Belgi schen koning nog overbleef, zijn volk van den zekeren ondergang te redden waarin het stellig zou zijn gestort indien het aan de zijde van Engeland en Frankrijk had blij ven strijden. De indruk is des te grooter, aangezien de bladen heden juist valsche be richten publiceerden uit Parijs over een be weerde uiterst gunstige positie aan het Noordelijke front. Men schrijft aan het Volksblad: Jongstleden Maandag heb ik een bezoek gebracht aan de Wieringermeer. Ik be zichtigde een der groote, fraaie boerderijen aan den rand van den polder, dicht bij het punt dat Nieuwesluis wordt genoemd. De jonge boer, trotsch op zijn nieuw bezit, liet mij alles zien. Hier ontwikkelt zich nieuw leven op ieder gebied; een rijke, veelbelo vende toekomst wordt hier ontsloten. Maar over dat alles, over de normale ont wikkeling, die daar plaats heeft, wil ik he den niet spreken. Ik wil hier schrijven over een voor ons land zeer buitengewoon ver schijnsel, dat ik nog nimmer in mijn leven mocht aanschouwen en dat ik thans toch met mijn eigen odgen heb gezien. Mijn gastheer voerde mij rond over zijn „gebied". En toen wij aan den zuidelijken rand van zijn weiden waren gekomen, bleef hij plotseling staan en staarde in zuid oostelijke richting, d.w.z. in een richting even ten westen van Medemblik. „Daar heb je het weer" zei hij mij. „Wat is er aan de hand?" „Ziet u daar die groote, fraaie boerderij, links en rechts omgeven door fraai opschie tend, zwaar geboomte?" „Natuurlijk zie ik die boerderij, volkomen duidelijk en scherp in al haar lijnen en con touren. Maar dat is vreemd er ligt een groote waterplas, een soort meertje, vóór de boerderij. Zijn er hier in de Meer ook al inundaties gesteld?" „Hoe ver schat u den afstand van de boerderij?" „Afstand schatten is niet gemakkelijk, ze ker niet voor. een stedeling, zooals ik. Maar ik kan mij toch niet veel vergissen ik schat den afstand op duizend, hoogstens vijftienhonderd meter". ,Ja, niemand zou anders schatten, maar ik kan u verzekeren, dat die boerderij ten minste twintig kilometer, waarschijnlijk vijf en twintig kilometer hier vandaan ligt, daar ginder ergens is Westfriesland". ,Wat zegt u?" ,Ja, en die waterplas, dat meertje, dat be staat heelemaal niet wat u ziet, is een fata morgana, wel bekend uit reisverhalen, uit de Sahara. Een verschijnsel, dat zich hier in de Meer niet zelden vertoont". ,Het is ongeloofelijk, want ik zou- de boerderij niet scherper, niet duidelijker, niet helderder in ieder opzicht, in lijnen en kleuren, kunnen zien, wanneer zij daar lag op een afstand van ongeveer tien minuten gaans. Kan een fata morgana, een luchtver- heveling, een zoo volkomen natuurgetrouw beeld geven?" „Ja, mijnheer, het is niet anders. Die boerderij, met hoog geboomte links en rechts, ligt niet in de Meer, kan niet in de Meer liggen, reeds om de eenvoudige reden, dat er in de Meer nog geen hoog opgaand geboomte bestaat. De boomen zijn hier nog niet veel meer dan wandelstokken". „Ja, dan moet het wel zoo zijn. Ook die duidelijk zichtbare waterplas, dat meertje, wijst hierop. Ook dat meertje ik weet het kan niet in de Meer zijn gelegen". Slootdorp ook! „Wilt u wel gelooven, mijnheer, dat het verschijnsel zich vrij vaak voordoet? Daar op ongeveer 4 K.M. afstand ziet u Sloot- dorp liggen, één der drie kernen van bewo ning in de Meer. Het ligt inderdaad daar, waar u 't nu ziet liggen. Maar reeds eenige malen heb ik Slootdorp, aanvankelijk tot mijn stomme verbazing maar men went aan alles hier vlak bij zien liggen, duide lijk zichtbaar in al zijn onderdeelen, met zijn kerk, zijn openbare gebouwen en zijn woningen, alsof het slechts enkele honder den meters, enkele minuten gaans hier van daan lag". „En hoe lang pleegt het verschijnsel te duren?" „Zeer verschillend, soms een kwartier, soms enkele uren. Aanvankelijk is het beeld volkomen scherp; er ontbreekt niets aan; dat kan geruimen tijd zoo blijven daarna begint het beeld te vervagen en schrompelt 't ineen". Ik heb met stomme verbazing de kapitale boerderij die er niet was en toch zoo duidelijk vóór mü lag, gadegeslagen. Maar mijn gastheer had er niet zoo veel belang stelling meer voor; hij had het al zoo vaak gezien Ik stond versteldWat in alle school boekjes vermeld staai als een der wonderen van de woestijnde reiziger, die de oase, de bloeiende palmboomen vlak voor zich ziet en die er heen trekt en dan de oase voor zich ziet wijken dat sprookjeswon der uit verre, ongenaakbare landen, dat vertoont zich in ons eigen landje, in onze stoere, doodnuchtere Wieringermeer. Het vertoont er zich in volle kracht, in onover troffen en onovertrefbare helderheid en duidelijkheid. Er schijnt mij alle aanleiding te bestaan voor een diepgaand wetenschap pelijk onderzoek ter plaatse. VLEKTYPHUS IN FRANSCHE VLUCHTELINGENKAMPEN. In de voorloopige kampen voor vluchte lingen uit de O. en N.O. gebieden van Frankrijk is vlektyphus uitgebroken. Tal rijke gevallen worden in het bijzonder ge meld uit Evraux, Nonancourt en Dreux. De autoriteiten hebben terstond alle maatrege len genomen om de patiënten te isoleeren, doch men vreest, dat reeds tal van bacillen dragers voordat de ziekte ontdekt is, ver der naar het binnenland zijn vervoerd. Tot dusver was het nog niet mogelijk in de al- gemeene verwarring de vluchtelingen aan een nauwkeurige medische controle te on derwerpen. ANGST VOOR PARACHUTE-TROEPEN IN ENGELAND. Uit Londen wordt gemeld: Steeds verder grijpt in Engeland de angst voor parachute troepen om zich heen. Zoo werden in Istan- more-Common (Middlesex) groote Engel sche troepenafdeelingen gealarmeerd, om dat daar valschermtroepen zouden zijn neer gekomen. De ijverige nasporingen leidden slechts tot het vinden van een weerballon, welke werd „buitgemaakt" na met duizen den kogels doorzeefd te zijn. Bij het Clapton-stadion in Hackney werd een man bij vergissing voor een parachute springer aangezien. Hij werd door talrijke vrouwen bijna doodgeslagen en geschopt, waarna politie-agenten hem bevrijdden. DE WOLHANDEL IN ROEMENIE GEREGELD. Bij decreet van het ministerie van econo mische zaken is de handel en de verwerking van binnenlandsche 'wol geregeld. Alle aan wezige voorraden alsmede de geheele aan staande productie worden in de eerste plaats gereserveerd voor de behoeften van het leger en in de tweede plaats voor de voorziening der burgerbevolking. De aan wezige voorraden moeten worden opgege ven. Voor iederen handel in wol is een ver gunning vereischt. Ofschoon Roemenië een van de landen van Europa is met het groot ste aantal schapen, is de huidige productie niet voldoende voor het dekken der binnen landsche behoefte. DE VOORLICHTING VAN HET ENGELSCHE VOLK. De Dagens Nyheter publiceert een bericht van zijn Londensche correspondent waarin de nadruk wordt gelegd op de gebrekkige en onbetrouwbare voorlichting der Engel sche openbare meening over de militaire operaties in België en Frankrijk. De voor lichting werkt, zoo gaat het bericht verder, alsof voor de Engelsche openbare meening een gordijn gehangen wordt voor den oor log in Frankrijk. Men kan zich over den fei telijken toestand geen meening vormen. Kenmerkend voor den toestand is overi gens dat de militaire medewerkers van de Engelsche bladen zich in den laatsten tijd van iederen commentaar hebben onthou den. Het meest opvallende is, dat de En gelsche openbare meening tot het inzicht gekomen is, dat nu alles met razende snel heid gebeuren moet. Een Engelschman heeft tegenover den correspondent ver klaard: De tijd heeft niet zooals de Engel sche leiders het volk steeds verzekerd heb ben, voor, doch tegen Engeland gewerkt. SLECHTE BEHANDELING VAN KRIJGSGEVANGEN DUITSCHE VLIEGERS. Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De kolonel van het luchtwapen en eskadercommandant Lackner, die tijdelijk in Fransche gevan genschap was geraakt, heeft daarover een rapport uitgebracht, waarin hij een relaas geeft van de behandeling, die hem is we dervaren. O.m. werd hij beschoten, toen hij per valscherm uit zijn in brand geschoten toestel sprong. Na zijn landing werd hij door Marokkanen overvallen, die hem be roofden en zwaar mishandelden. Hij werd slechts gered doordat Fransche gendarmes ingrepen, die hem echter in de boeien sloten. Aangezien op grond van dit rapport en talrijke andere berichten de in strijd met het volkenrecht zijnde behandeling van Duitsche vliegers door de Franschen vol doende bewezen is, heeft generaal-veld- maarsc'halk Göring per 28 Mei bevel gege ven, dat de tot dusver uitgevaardigde groot moedige bepalingen ten aanzien van de be handeling van vijandelijke gevangen vlie gers zoo beperkt worden, dat alle krijgsge vangenen van het Fransche luchtwapen principieel behandeld moeten worden zoo als de Franschen Duitsche vliegers plegen te behandelen. In het vervolg zullen alle Fransche gevangen vliegers naar Fransch voorbeeld onmiddellijk bij him gevangen neming in de boeien geslagen worden en met uitschakeling van alle tot dusver ver leende faciliteiten afzonderlijk onderge bracht worden. De opperbevelhebber van het luchtwapen heeft zich tot deze strenge maatregelen ge dwongen gezien, aangezien dagelijks de be richten over de onmenschelïjke, wreede be handeling van gevangen Duitsche vliegers door de Franschen veelvuldiger worden. De generaal veldmaarschalk zal in het vervolg telkens, wanneer hem een moord op Duitsche vliegers wordt gemeld, voor iederen vermoorden Duitschen vlieger vijf gevangen Fransche vliegers doen doodschie ten. Hetzelfde geldt ook voor het geval, dat wederom in luchtnood zijnde, met valscher men neerspringende Duitsche vliegers wor den beschoten, echter met dit onderscheid, dat in dat geval vijftig vijandelijke gevan genen doodgeschoten worden. Op de gevan gen Engelsche vliegers worden deze maat regelen niet toegepast, aangezien de Engel schen tot dusverre geen aanleiding hebben gegeven tot dergelijke tegenmaatregelen. DE BINNENLANDSCHE POLITIEK VAN SLOWAKIJE. Uit Bratislava wordt gemeld: Het bestuur der Slowaaksche volkspartij is gister middag in buitengewone zitting bijeenge roepen. Men verwachtte dat op deze zitting belangrijke besluiten zouden worden geno men over den toekomstigen binnenland- schen politieken toestand. Het partijbestuur is, zooals bekend, uitsluitend samengesteld uit aanhangers van Durcan Skys en Kirsch- baum. Sedert zijn ontslag uit het opperbe vel van de Hlinka-garde is Mach geen lid meer van dit bestuur. Ten beh en de verzi vluchtelingi sche over! dagen de over een a< een totaal 12.000 ton. Houders uitzonderin het bezit zi voor het ve dieselolie, v ten met 20 behalve ten zich m< burgemeest en tijd. Houders in ar levering van h king willen kon- gen in de dichts De vrachta sche overheid een door 1 vast te stelle plichting vo( vrachtauto's een door deze waarde. De taxatie gec delswaarde bij op 9 Mei 1940. voorzien zijn var touwen, enz. Bovendien z; door de schatti goeding worde den tijdsduur koop en verba: opbrengst die kregen had ku De burgemeesl wijzen elk 2 sch: vangen van de 1 goeding van 20 Chauffeurs, d komen voor de moeten zich mei bij den burgeme inwoning: zij z het oorlogsgebiei ontvangen per 12 R.M. vermeer zoover zij zich moeten bevinden vood de verzeke UITBR AMERIKAA1 Het Amerika digden heeft in meene defensie MODERNE MACHINES VOOR UW DRUKWERK! ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320. 16-jarige jc is de zestien jar if nende in Croosv Kralingsche plas danks het verbo- dende strandbad gen afstand van plotseling in de stelde reddingsp ces. Toen-men leek hij reeds t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6