OPA BOL VAN
IJZEREN KNOL
AATSTE RUS
föjuitwland
9ieui£ieton
Het beperken van werk.
DE
CECIL FREEMAN CREGG.
TWEEDE BLAD
2
Het Verordeningenblad publiceert het
volgende:
Op grond van art. 1 van de verordening
nr. 8/1940 van den rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied betreffen
de het beperken van werk en in overeen
stemming met art. 2 en 3 van de verordening
nr. 3/1940 van den rijkscommissaris betref
fende de uitoefening der regeeringsbevoegd-
heden in Nederland bepaal ik als volgt:
Artikel 1.
Het is den leiders van ondernemingen of
hun plaatsvervangers verboden:
(1) het werk in de onderneming tijdelijk
of voorgoed stop te zetten,
(2) den werktijd in de onderneming tot
minder dan 36 uur in de week in te korten,
(3) werknemers te ontslaan, tenzij
art. 1639 p van het Burgerlijk Wetboek
toepasselijk is. De na 9 Mei 1940 gegeven
ontslagen moeten terstond weer worden
ingetrokken, tenzij deze door den direc
teur-generaal van den arbeid goed
gekeurd zijn.
Artikel 2.
(1) de directeur-generaal van den arbeid
of de door hem hiertoe gemachtigde organen
kunnen uitzonderingen op den regel van
paragraaf 1 vaststellen. De toestemming
hiertoe kan afhankelijk gemaakt worden van
het nakomen van bijzondere voorwaarden,
(2) verzoeken tot toepassing van alinea 1
moeten aan het bevoegde districthoofd der
arbeidsinspectie worden gericht. De ver
zoeken moeten gemotiveerd zijn. Zij moeten
aantal en soort der werknemers Vermelden,
die ontslagen zijn of zullen worden of die
met korteren werktijd te werk zullen worden
gesteld,
(3) op de verzoeken moet zoo spoedig
mogelijk worden beslist. Bij de beslissing
moeten in het bijzonder de belangen der ge-
demobiliseerden in acht worden genomen.
Artikel 3.
(1) wie het verbod, in art. 1 genoemd,
overtreedt, wordt met hechtenis van ten
hoogste drie maanden of met een geldboete
van ten hoogste 3000 gulden gestraft,
(2) met het onderzoek naar een bij
alinea 1 strafbaar gestelde handeling zijn,
behalve de in artikel 141 van het wetboek
van strafvordering genoemde personen, ook
de ambtenaren der arbeidsinspectie belast,
(3) bij dit besluit strafbaar gestelde feiteïl
worden beschouwd als overtredingen.
Artikel 4.
Het besluit van den operbevelhebber van
land- en zeemacht van 27 Mei 1940 (Staats
blad nr. o. 801) treedt buiten werking.
Artikel 5.
Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking
op den dag van afkondiging.
's-Gravenhage, 11 Juni 1940.
De secretaris-generaal van het
Deptement van Sociale Zaken,
SCHOLTENS.
DE MOORD TE LEIDSCHENDAM.
Mr. R. P. Kokosky te Amsterdam, die de
verdediging heeft gevoerd van R. A., die
door de Haagsche rechtbank is veroordeeld
tot levenslange gevangenisstraf in zake den
moord te Leidschendam, deelt mede, dat hij
zich genoodzaakt heeft gezien, de verdedi
ging neer te leggen. De behandeling van de
zaak voor het Haagsche hof, welke heden
zou plaats hebben, wordt in verband hiermee
een week uitgesteld. Intusschen zal mr. J. H.
Rolandus Hagedoorn te 's-Gravenhage op
verzoek van het hof de verdediging op zich
nemen.
Nader wordt gemeld:
Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage
stond heden in hooger beroep terecht de 30-
jarige Rotterdamsche koopman R. A., die
terzake van den moord te Leidschendam
door de rechtbank aldaar is veroordeeld tot
levenslange gevangenisstraf.
De advocaat-generaal, jhr. mr. van Asch
van Wijck, zeide in deze zaak aanvankelijk
12 getuigen te hebben opgeroepen, o.w. 2
deskundigen. Omdat de verdachte plotseling
van zijn raadsman verstoken werd, zou spr.
gaarne zien, dat de zaak werd aangehouden.
De oproep van getuigen was intusschen in
getrokken.
Het hof bepaalde hierna de behandeling
op Vrijdag 21 Juni.
Verdachte zai dan verdedigd worden door
mr. J. H. Rolandus Hagedoorn te 's-Graven
hage.
STATISTIEK VAN DEN LOOP DER
BEVOLKING VAN NEDERLAND.
Dezer dagen is bij de Rijksuitgeverij te
's-Gravenhage de jaargang 1938 van de
statistiek van den loop der bevolking van
Nederland verschenen. Aan het omvang
rijke materiaal ontleenen wij enkele cij
fers. Blijkens den voor 1938 berekenden
netto-vervangingsfactor blijft de Neder
landsche bevolking, wat haar groeikracht
betreft, in West-Europa een uitzonderings
positie innemen. De netto-vervangingsfac-
tor geeft de tendens van de toekomstige
bevolkingsontwikkeling aan volgens de
geboorte- en sterfte-verhoudingen in de
beschouwde periode: bij een waarde groo-
ter, resp. kleiner dan 1 zal de bevolking
op den duur toenemen resp. afnemen. De
netto-vervangingsfactor voor Nederland
bedroeg in 1938 1,16 tegen 1.12 in 1937 en
1.14 in 1936.
Voor Duitschland was de netto-vervan
gingsfactor in 1936 0.90, sedert gestegen
tot 1, in rankrijk 0.88 (1936), in Engeland
en Wales 0.76 (1934/36), in Zweden 0.72
(1935) en in Zwitserland 0.85 (1932).
De aandacht verdienen voorts de cij
fers omtrent de wettige eerste geboorten,
welke binnen de 12 maanden ria het slui
ten van het huwelijk plaats vonden. Per
100 in 1937 gehuwde vrouwen en beneden
20 jaar brachten ruim 40 binnen 6
maanden er, 9 van 68 maanden een
kind ter wereld. Voor de 2024-jarigen
zijn deze percentages resp. 19 en 8. In de
plattelandsgemeenten zijn de cijfers het
hoogst. Van alle in 1937 gehuwde vrouwen
van 1549 jaar werd 38.1 binnen de
12 maanden moeder, waarvan ruim de
helft binnen de 9 maanden.
Uit een onderzoek naar de geboorte
frequentie van wettig levendgeborenen
naar de dagen der week blijkt, dat het
aantal wettig levend-geborenen voor beide
geslachten op Maandag, Dinsdag en
Woensdag beneden, op Vrijdag, Zaterdag
en Zondag boven het algemeen daggemid
delde ligt. De hoogere geboorte-frequentie
op Vrijdag, Zaterdag en Zondag zal waar
schijnlijk gezocht moeten worden in de
grootere vermoeidheid der moeders tegen
het einde der week, waardoor de geboor
te vervroegd plaats vindt.
Wat de huwelijken betreft, stippen w'e
aan, dat de gemiddelde huwelijksleeftijd
voor de voor het eerst gehuwde mannen
27.7 en voor de vrouwen 25.3 bedroeg.
Wat de sterfte aangaat: de zuigelingen
sterfte bedroeg in 1938 3.7 nl. 4.2
voor jongens en 3.2 voor meisjes. Zij
is grooter naar mate de gemeenten kleiner
zijn. Hooge sterftecijfers, zoowel voor zui
gelingen als volwassenen vindt men in
December en de eerste maand des jaars.
Per ÏO'O'O gehuwde paren kwamen in
1938 1.9 echtscheidingen tot stand.
Per 100l0 inwoners zijn er 51 van woon
plaats veranderd.
BERICHTEN VAN HUIS AAN
ZEELIEDEN.
Eenigen tijd geleden heeft de Rotterdam
sche Lloyd het initiatief genomen om te
trachten de opvarenden van schepen der
maatschappij waarvan de vloot vrijwel
geheel op zee was bericht te doen toe
komen over hun verwanten in het moeder
land.
Daartoe heeft men aan de familieleden
een formulier toegezonden, dat ingevuld
moest worden en waarin mededeeling werd
gedaan over den toestand in het gezin, over
de naaste familieleden en over de bezittin
gen hier.
.Toen een groot aantal van deze formulie
ren werd terugontvangen, heeft men ge
tracht deze per post naar den agent van de
Lloyd in Nederlandsch-Indië te zenden.
De formulieren werden via Italië verzon
den, maar nu dit land zich ook in oorlog be
vindt, bleek het niet mogelijk verdere be
stelling te doen plaats vinden. Getracht zal
nu worden om de formulieren via Duitsch
landRuslandJapan naar Amerika te zen
den, vanwaar voor doorzending naar Ned.-
Indië kan worden zorg gedragen.
ACHTTIENHONDERD KRIJGS
GEVANGENEN IN ARNHEM
AANGEKOMEN.
Gistermiddag zijn in Arnhem achttien
honderd krijgsgevangenen Nederlandsche
militairen aangekomen. Zij zijn afkomstig
uit Neubrandenburg en hebben tot Wester
voort per trein gereisd.
EEN BOODSCHAP VAN REYNAUD
AAN ROOSEVELT.
De Fransche minister-president heeft een
wanhopige boodschap gericht tot president
Roosevelt. Daarin smeekt Reynaud den
Amerikaanschen ^resident letterlijk Frank
rijk met alle middelen te hulp te komen.
„Ik bezweer u", zoo schrijft Reynaud aan
het slot van zijn boodschap aan Roosevelt,
„openlijk te verklaren, dat de Ver. Staten
den geallieerden iederen materieelen steun
verleenen en zelfs een expeditieleger te
zenden".
In zijn tot president Roosevelt gerichte
vertwijfelde boodschap heeft minister
president Reynaud nog gezegd: Sedert
zes dagen en nachten hebben Fransche di
visies zonder onderbreking gestreden tegen
een vijand, die met een geweldige meer
derheid van menschen en materiaal tegen
over ons staat. Donderdag heeft de vijand
bijna de poorten van Parijs bereikt. De
Franschen hebben zich reeds naar hun pro
vincies teruggetrokken en indien noodzake
lijk trekken zij verder naar Noord-Afrika,
Een gedeelte der regeering heeft Parijs
reeds verlaten. Ik Vraag u thans om onbe
perkte hulp. Verklaart openlijk, dat Ame
rika naar vermogen materiaal zendt, voor
het te laat is.
DE HOUDING VAN TURKIJE.
Uit berichten van de Popoio di Roma en
andere bladen blijkt, dat Turkije sedert
veertien dagen in Turksch-Thracie, dus aan
de Bulgaarsche grens, zeventien divisies
infanterie en twee divisies cavalerie heeft
samengetrokken. Deze concentratie schijnt
de manoeuvres van de Fransche en Engel-
sche diplomatie in Bulgarije te ondersteu
nen. Turkije schijnt na de Italiaansche oor
logsverklaring nog steeds niet van de nood
zakelijkheid overtuigd te zijn, zich verre te
houden van het conflict, dat reeds zoo vele
kleine landen ontzaggelijke offers heeft ge
kost. Vandaag of morgen zijn belangrijke
besluiten te verwachten. De Westelijke mo
gendheden hebben Turkije het noord-
Syrische Aleppogebied en zelfs Iraksch ge
bied als een belooning voor de Turksche
hulp in het vooruitzicht gesteld. De
Italiaansche bladen voegen hieraan toe, dat
hiermede wederom de Syrische en Arabi
sche rechten met voeten getreden en ver
raden worden.
REIZEN NAAR HET BUITENLAND.
Zooals reeds gemeld, bestaat in bijzondere
uitzonderingsgevallen de mogelijkheid van
reizen naar het buitenland.
Aanvragen van gegadigden, wonende in
de provincies Noordholland, Utrecht, Gelder
land, Overijssel, Drenthe en Groningen, be
nevens in de provincie Zuidholland, be
noorden de lijn Alphen, Leiden, Katwijk en
aanvragen uit 's-Hertogenbosch en Boxtel
moeten gericht worden aan het adres:
Juliana van Stolberglaan 45, 's-Gravenhage,
telefoon 771916.
BRITSCHE AFGEZANT TE
WASHINGTON.
Volgens Associated Press is te Washington
een persoonlijke koerier van den Engel-
schen koning Robinson genaamd, aangeko
men. Robins m, die de reis per Clipper
vliegtuig had gemaakt, had belangrijke do
cumenten voor de Britsche ambassade te
Washington bij zich.
Het agentschap wijst op de ongewone
voorzorgsmaatregelen, welke Robinson ge
nomen had. Tijdens het vliegen des nachts
had hij de documentenmap bij zich in bei
genomen en deze overdag met een strik
aan zijn pols vastgebonden. Om er zeker
van te zijn dat de map ingeval het vlieg
tuig mocht verongelukken, direct zou zin
ken, had Robmson haar met lood ver
zwaard.
OPROEP DER ITALIAANSCHE
KATHOLIEKE ACTIE.
De katholieke actie in Italië heeft tot
haar leden een oproep gericht, waarbij deze,
in een voor het vaderland noodlotzwanger
uur, worden opgeroepen hun plicht te doen,
zooals hun christelijke gevoelens hun dien
ingeven. De oproep verzoekt den leden te
bidden voor het vaderland en voor de
dapper strijdende troepen en met discipline
de taak, welke ieder individueel door 'de
overheid wordt opgelegd, te vervullen.
HET BOMBARDEMENT VAN TURIJN.
Het bombardement van de open stad
Turijn heeft in geheel Italië groote veront
waardiging gewekt, aangezien een groot
aantal slachtoffers onder de burgerbevol
king te betreuren is.
De bladen verklaren in aansluiting op
het officieele communiqué over den lucht
aanval op Turijn, dat de bevolking ook in
de toekomst in elk geval de volle waarheid
te hooren zal krijgen. Het fascistische Italië
ziet in de totale waarheid een zijner beste
strijdwapens. Er moet alleen nog aan wor
den toegevoegd, zoo wordt opgemerkt, dat
deze doellooze gewelddaad tegen Turijn op
het juiste oogenblik door een analoge en
overeenkomstig krachtiger represaille ge
volgd zal worden.
IERLAND EN DE ITALIAANSCHE
OORLOGSVERKLARING.
Te Rome* wordt medegedeeld dat de Ier-
sche gezant op 6 Juni den minister van
buitenlandsche zaken, Ciano, een nota heeft
doen toekomen, waarin wordt gezegd, dat
ingeval de fascistische regeering zou deel
nemen aan het conflict de Iersche regeering
haar standpunt van strikte neutraliteit zou
handhaven.
TURKIJE EN DE STRIJD IN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE.
Het Bulgaarsche blad Politika meldt uit
Istanboel: Men verneemt uit kringen, die in
nauw contact staan tot de Turksche regee
ring, dat de Sovjet-regeering aan de regee
ring van Turkije heeft meegedeeld, dat zij
elke actie van Turkije om uit het conflict
te blijven zal ondersteunen.
VERSCHERPTE CENSUUR IN
FRANKRIJK.
De Fransche regeering en het Fransche
opperbevel hebben beptald, dat berichten
over den militairen toestand, die méér be
vatten dan den inhoud van het legerbericht,
zonder uitdrukkelijke toestemming van de
militaire autoriteiten,n iet meer gepubli
ceerd mogen worden.
Over het vertrek der Parijsche pers uit
de hoofdstad zijn thans de volgende bijzon
derheden bekend. Re redactiebureaux zijn
naar de meest verschillende provinciale
bladen overgeplaatst. De „Oeuvre" is in St.
Etienne, de „Petit Parisien" in Rennes en
de „Paris Soir" in Lyon.
In Parijs bevindt zich op het oogenblik
nog slechts de continentale redactie van de
Amerikaansche New York Herald Tribune.
DAGORDERS AAN DE SOLDATEN,
DIE IN NOORWEGEN HEBBEN
GESTREDEN.
De Führer en opperste bevelhebber van
de weermacht heeft een dagorder gericht
tot de soldaten, die in Noorwegen gestreden
hebben: De Führerbetuigt daarinz ijn dank
en erkentelijkheid aan alle soldaten van le
ger, marine en luchtmacht, die door hun
dapperheid en hun offervaardigheid voor
het Duitsche rijk hebben geholpen bij het
afwenden van een groot gevaar. In het bij
zonder die naamlooze soldaten, wier hel
denmoed helaas zoo vaak voor de wereld
verborgen blijft.
OOK EEN DAGORDER VAN
VELDMAARSCHALK GOERING.
De opperbevelhebber van het luchtwapen
generaal-veldmaarschalk Goering, heeft bij
het einde van de krijgsverrichtingen in
Noorwegen een dagorder aan het luchtwa
pen uitgevaardigd.
Hij gedenkt in het bijzonder de beman
ningen van de transportvliegtuigen, die in
onbaatzuchtige bescheidenheid en met nooit
tanende energie de voorwaarde voor het
gelukken der onderneming hebben gescha
pen.
JAPANSCHE WOORDVOERDER OVER
BERICHTEN UIT NED.-INDIE.
Uit Tokio wordt gemeld: Inzake den reeds
gemelden aanval van een Nederlandsch-In-
disch vliegtuig op een Japansche visschers-
boot, heeft de woordvoerder van het depar
tement van buitenlandsche zaken verklaard,
dat aan den Japansehen consul-generaal te
Batavia om een uitvoerig rapport is ver
zocht. Men kan rekenen, aldus de woord
voerder, op een Japansch protest.
In zake de berichten over beweerde Brit-
scheh troepenlandingen op Java, heeft de
Engelsche regeering haar standpunt in Tokio
nog. niet bepaald. Alleen heeft de Engelsche
ambassade in Tokio een tegenspraak ge
geven.
FRANSCHE MINISTERRAAD BIJEEN.
Na zijn terugkeer van het front heeft
Reynaud gister in een zitting van den mi
nisterraad onder voorzitterschap van Le
brun een verklaring afgelegd over den
militairen en politieken toestand. De zitting
duurde 2uur.
21. Dat lijfje wilde maar niet groeien en zijn hoofd
groeide wel. Dus had hij een heel groot hoofd, dat een
beetje wiebelde op het dunne hal"je. Hij was heel ouder
wets gekleed met witte kuitkous n en een rood pandjes
jasje. En daaronder een blauw vest.
22. Dat stond gespannen op zijn dikke buikje. Hij
droeg een Oranje-hoge-zijde. Zo'n hogen hoed heb je
nog nooit gezien. Hij was Oranje van kleur, omdat hij
zoveel hield van Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana,
Prins Bernhard en van de twee prinsesjes.
Door
47)
Sanderson zelf leek eerder van streek.
Was het ook mogelijk, dat de hoed moed
willig was achtergelaten? Mapell zelf had
de uniform van een politieagent gedragen,
waarschijnlijk om hun handelingen ver
trouwen naar buiten bij te zetten en ge
vaarlijke belangstelling bij voorbaat te on-
derdruken, maar tevens kwam hij daardoor
alvast niet in aanmerking om zijn hoed ach
ter te laten. Het moest dus Sanderson's hoed
zijn. Ook Sanderson zelf moest het redelijke
daarvan inzien. Misschien was het Mapell's
plan om Sanderson in handen van de justitie
te spelen. En hoewel het hem toen niet ge
lukt was, was hij daarin later geslaagd.
Eerst Hamper, dan Raymond (hetzij dan
dat Mapell daarvoor verantwoordelijk was
of niet), nu Sanderson. De volgende zou
Heckenstein zijn en dan de Gladde. Dan
zou Mapell vrij zijn en verlost van mede
plichtigen, die teveel wisten!
Maar om terug te komen op den dood
van Henry Hampe"r. Kon Higgins de uit
spraak van het eerste onderzoek doen ver
nietigen? Volgens Sanderson was de zelf
moord volmaakt in orde, maar over de
geestesgesteldheid van het slachtoffer was
tot dusverre nog niets bekend. De inspec
teur besloot, na rijp nadenken, voor het
oogenblik nog maar niets te zeggen. Tijd
genoeg daarvoor, wanneer Sanderson's ver
haal zou zijn gecontroleerd. Hij was er hee-
lemaal nieit zeker van, dat de groote man
een juiste verklaring van de feiten van
Hamper's dood had gegeven.
Toen inspecteur Higgins op Scotland
Yard kwam, vond hij tusschen de op hem
wachtende post een brief, welke op deze
zaak betrekking had. De brief kwam van
een der chefs van de Londensche effecten
beurs. Hij luidde aldus:
Weled. Heer.
Naar aanleiding van uw schrijven, waar
in U om inlichtingen vraagt betreffende be
paalde effecten, waarvan U een lijst met
nummers hebt bijgesloten, kan ik U be
richten, dat wij daarover enkele mededee-
lingen kunnen doen. Indien U een gemach
tigde wilt zenden naar Throgmortonroad
79b en daar naar ondergeteekende laat vra
gen, zal het mij een genoegen zijn, U de
noodige inlichtingen te verschaffen.
Hoogachtend, Frank Wrigley.
De inspecteur las den brief nog eens over
en besloot terstond, dat hij zelf deze „ge
machtigde" zou zijn. Hij begaf zich naar
Throgmortonroad nummer 79 en was bin
nen het halve uur gezeten tegenover den
heer Wrigley.
„Ik neem aan, inspecteur, dat het geen
kwestie van diefstal is met betrekking tot
deze stukken ik bedoel, dat de stukken
zelf nooit gestolen zijn".
„Voor zoover mij bekend neen".
De heer Wrigley spreidde in een hulpe
loos gebaar zijn handen uit en hief zijn
oogen als in een smeekbede omhoog.
„Dan zult u ongetwijfeld onze moeilijk
heden begrijpen. De stukken zijn waar
schijnlijk contant gekocht?"
Inspecteur Higgins knikte. Ondanks alle
respect hoopte hij maar, dat de heêr Wrig
ley spoedig ter zake zou komen. -
„Als dat zoo is en de kwestie van dief
stal hier niet in aanmerking komt, kan er
dus voor een liefhebber geen bezwaar te
gen zijn, ze te koopen. Ik ben ervan over
tuigd, dat onze politie-autoriteiten van on
ze cliënten te onderzoeken, voor wij zaken
met hen kunnen doen. Dat zou nogal een
handicap zijn".
„Precies".
„Maar desniettemin, zonder bepaald de
geheimen van onze cliënten te moeten
schenden, zijn wij altijd gaarne bereid, den
autoriteiten alle mogelijke medewerking te
verleenen, indien zulks in onze macht ligt".
„En heeft zich hier zulk een mogelijkheid
voorgedaan, mijnheer Wrigley?"
„Ja. Dominions 5 pet. Nummer 3111898
tot 3111907. Vijftig pond per stuk. Tien
stukken. Gezonden aan een lid van de ef
fectenbeurs ten verkoop. Verkocht tegen
honderd en een. Netto winst ongeveer vijf
honderd pond. Instructies om dit bedrag in
pondbiljetten te zenden aan een adres in
Poplar".
„Aha! En wat is dit adres?"
„Horsestreet nummer 1".
„Prachtig. Wanneer wordt het geld ge
zonden?"
„Is al gebeurd".
„Wat?"
„U hebt te lang gewacht met het be
antwoorden van. onzen brief. Wij namen
natuurlijk aan, dat de zaak u verder niet
interesseerde".
„Maar verdraaid, mijnheer! Ik heb uw
brief pas enkele uren geleden ontvangen!"
„Het spijt me maar
„Doet er niet toe, mijnheer. Ik moet weg.
Vriendelijk bedankt".
Inspecteur Higgins rende weg.
Horsestreet 1, in de wijk Poplar. Waar
om hadden die beursmenschen voor den
drommel niet gewacht, tot zij iets van hem
gehoord hadden? Hij moest dien ochtend
den brief zeker over het hoofd gezien heb
ben
„Hebt u een brief, geadresseerd aan den
heer Robinson?" Zoodra hij het bekende
kleine boekwinkeltje was binnengegaan,
stelde Higgins ademloos deze vraag aan den
verveeld uitzienden man achter de toon
bank. Het was een ander dan degeen, die
hem de vorige maal, toen hij er om infor
maties kwam, had te woord gestaan.
De man ging naar de lade, welke hij
opende, en na eenigen tijd gespannen wach
ten kwam hij terug met een pakje. Dit
gooide hfj met een smak op de toonbank.
„Alsjeblieft. Kosten een shilling".
Inspecteur Higgins verwonderde er zich
over, dat vijf honderd pond voor een derge
lijk gering bedrag gekocht konden worden.
Het scheen niet te gelooven.
De inspecteur had een kort gesprek met
den eigenaar van de zaak en werd geïn
stalleerd als assistent van den vermoeid uit
zienden man, die hem het pakje had aange
boden.
Higgins had ongeveer een uur achter de
toonbank doorgebracht, toen hij zich niet
langer verwonderde over het verveelde ge
zicht van den ander, want een saaier baan
tje, was niet dankbaar. Gedurende de vele
pauzes, dat er niets te doen viel, wandelde
hij in den winkel rond, en opnieuw zag hij
het vodderige pakket, dat vier velletjes
briefpapier, vier enveloppen en een stukje
vloeipapier bevatte, met het opschrift:
WaardeïWaarde! Waarde! Hij zou veel blij—
der geweest zijn met de ontdekking, indien
hij niet reedsvernomen had, dat dergelijke
pakketjes in bijna iederen winkel van Lon
den verkocht werden.
Het was de saaiste dag welken Higgins
zich kon herinneren. Hij verveelde zich
buitengewoon en het was met een zucht van
voldoening, dat hij om zeven uur den an
der hielp de zaak te sluiten.
Hij besloot er den volgenden ochtend ook
nog aan te geven in de hoop, dat er alsnog
iemand zou opdagen om het pakje bank
biljetten op te vragen, en dat hij er daarna
een ondergeschikte mee zou belasten. Hij
zou niet zooveel tijd in dien winkel ver
knoeid hebben, als hij niet overtuigd was
geweest, dat de bende geldgebrek zou krij
gen en dat een der leden wel gauw zou ko
men opdagen. Hij hoopte, dat het -Mapell
zou zijn en niet Heckenstein of de Gladde.
(Wordt vervolgd.)