OPA BOL VAN IJZEREN KNOL AATSTE RUS föjuitwland 9ieui£ieton Het beperken van werk. DE CECIL FREEMAN CREGG. TWEEDE BLAD 2 Het Verordeningenblad publiceert het volgende: Op grond van art. 1 van de verordening nr. 8/1940 van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffen de het beperken van werk en in overeen stemming met art. 2 en 3 van de verordening nr. 3/1940 van den rijkscommissaris betref fende de uitoefening der regeeringsbevoegd- heden in Nederland bepaal ik als volgt: Artikel 1. Het is den leiders van ondernemingen of hun plaatsvervangers verboden: (1) het werk in de onderneming tijdelijk of voorgoed stop te zetten, (2) den werktijd in de onderneming tot minder dan 36 uur in de week in te korten, (3) werknemers te ontslaan, tenzij art. 1639 p van het Burgerlijk Wetboek toepasselijk is. De na 9 Mei 1940 gegeven ontslagen moeten terstond weer worden ingetrokken, tenzij deze door den direc teur-generaal van den arbeid goed gekeurd zijn. Artikel 2. (1) de directeur-generaal van den arbeid of de door hem hiertoe gemachtigde organen kunnen uitzonderingen op den regel van paragraaf 1 vaststellen. De toestemming hiertoe kan afhankelijk gemaakt worden van het nakomen van bijzondere voorwaarden, (2) verzoeken tot toepassing van alinea 1 moeten aan het bevoegde districthoofd der arbeidsinspectie worden gericht. De ver zoeken moeten gemotiveerd zijn. Zij moeten aantal en soort der werknemers Vermelden, die ontslagen zijn of zullen worden of die met korteren werktijd te werk zullen worden gesteld, (3) op de verzoeken moet zoo spoedig mogelijk worden beslist. Bij de beslissing moeten in het bijzonder de belangen der ge- demobiliseerden in acht worden genomen. Artikel 3. (1) wie het verbod, in art. 1 genoemd, overtreedt, wordt met hechtenis van ten hoogste drie maanden of met een geldboete van ten hoogste 3000 gulden gestraft, (2) met het onderzoek naar een bij alinea 1 strafbaar gestelde handeling zijn, behalve de in artikel 141 van het wetboek van strafvordering genoemde personen, ook de ambtenaren der arbeidsinspectie belast, (3) bij dit besluit strafbaar gestelde feiteïl worden beschouwd als overtredingen. Artikel 4. Het besluit van den operbevelhebber van land- en zeemacht van 27 Mei 1940 (Staats blad nr. o. 801) treedt buiten werking. Artikel 5. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op den dag van afkondiging. 's-Gravenhage, 11 Juni 1940. De secretaris-generaal van het Deptement van Sociale Zaken, SCHOLTENS. DE MOORD TE LEIDSCHENDAM. Mr. R. P. Kokosky te Amsterdam, die de verdediging heeft gevoerd van R. A., die door de Haagsche rechtbank is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf in zake den moord te Leidschendam, deelt mede, dat hij zich genoodzaakt heeft gezien, de verdedi ging neer te leggen. De behandeling van de zaak voor het Haagsche hof, welke heden zou plaats hebben, wordt in verband hiermee een week uitgesteld. Intusschen zal mr. J. H. Rolandus Hagedoorn te 's-Gravenhage op verzoek van het hof de verdediging op zich nemen. Nader wordt gemeld: Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage stond heden in hooger beroep terecht de 30- jarige Rotterdamsche koopman R. A., die terzake van den moord te Leidschendam door de rechtbank aldaar is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De advocaat-generaal, jhr. mr. van Asch van Wijck, zeide in deze zaak aanvankelijk 12 getuigen te hebben opgeroepen, o.w. 2 deskundigen. Omdat de verdachte plotseling van zijn raadsman verstoken werd, zou spr. gaarne zien, dat de zaak werd aangehouden. De oproep van getuigen was intusschen in getrokken. Het hof bepaalde hierna de behandeling op Vrijdag 21 Juni. Verdachte zai dan verdedigd worden door mr. J. H. Rolandus Hagedoorn te 's-Graven hage. STATISTIEK VAN DEN LOOP DER BEVOLKING VAN NEDERLAND. Dezer dagen is bij de Rijksuitgeverij te 's-Gravenhage de jaargang 1938 van de statistiek van den loop der bevolking van Nederland verschenen. Aan het omvang rijke materiaal ontleenen wij enkele cij fers. Blijkens den voor 1938 berekenden netto-vervangingsfactor blijft de Neder landsche bevolking, wat haar groeikracht betreft, in West-Europa een uitzonderings positie innemen. De netto-vervangingsfac- tor geeft de tendens van de toekomstige bevolkingsontwikkeling aan volgens de geboorte- en sterfte-verhoudingen in de beschouwde periode: bij een waarde groo- ter, resp. kleiner dan 1 zal de bevolking op den duur toenemen resp. afnemen. De netto-vervangingsfactor voor Nederland bedroeg in 1938 1,16 tegen 1.12 in 1937 en 1.14 in 1936. Voor Duitschland was de netto-vervan gingsfactor in 1936 0.90, sedert gestegen tot 1, in rankrijk 0.88 (1936), in Engeland en Wales 0.76 (1934/36), in Zweden 0.72 (1935) en in Zwitserland 0.85 (1932). De aandacht verdienen voorts de cij fers omtrent de wettige eerste geboorten, welke binnen de 12 maanden ria het slui ten van het huwelijk plaats vonden. Per 100 in 1937 gehuwde vrouwen en beneden 20 jaar brachten ruim 40 binnen 6 maanden er, 9 van 68 maanden een kind ter wereld. Voor de 2024-jarigen zijn deze percentages resp. 19 en 8. In de plattelandsgemeenten zijn de cijfers het hoogst. Van alle in 1937 gehuwde vrouwen van 1549 jaar werd 38.1 binnen de 12 maanden moeder, waarvan ruim de helft binnen de 9 maanden. Uit een onderzoek naar de geboorte frequentie van wettig levendgeborenen naar de dagen der week blijkt, dat het aantal wettig levend-geborenen voor beide geslachten op Maandag, Dinsdag en Woensdag beneden, op Vrijdag, Zaterdag en Zondag boven het algemeen daggemid delde ligt. De hoogere geboorte-frequentie op Vrijdag, Zaterdag en Zondag zal waar schijnlijk gezocht moeten worden in de grootere vermoeidheid der moeders tegen het einde der week, waardoor de geboor te vervroegd plaats vindt. Wat de huwelijken betreft, stippen w'e aan, dat de gemiddelde huwelijksleeftijd voor de voor het eerst gehuwde mannen 27.7 en voor de vrouwen 25.3 bedroeg. Wat de sterfte aangaat: de zuigelingen sterfte bedroeg in 1938 3.7 nl. 4.2 voor jongens en 3.2 voor meisjes. Zij is grooter naar mate de gemeenten kleiner zijn. Hooge sterftecijfers, zoowel voor zui gelingen als volwassenen vindt men in December en de eerste maand des jaars. Per ÏO'O'O gehuwde paren kwamen in 1938 1.9 echtscheidingen tot stand. Per 100l0 inwoners zijn er 51 van woon plaats veranderd. BERICHTEN VAN HUIS AAN ZEELIEDEN. Eenigen tijd geleden heeft de Rotterdam sche Lloyd het initiatief genomen om te trachten de opvarenden van schepen der maatschappij waarvan de vloot vrijwel geheel op zee was bericht te doen toe komen over hun verwanten in het moeder land. Daartoe heeft men aan de familieleden een formulier toegezonden, dat ingevuld moest worden en waarin mededeeling werd gedaan over den toestand in het gezin, over de naaste familieleden en over de bezittin gen hier. .Toen een groot aantal van deze formulie ren werd terugontvangen, heeft men ge tracht deze per post naar den agent van de Lloyd in Nederlandsch-Indië te zenden. De formulieren werden via Italië verzon den, maar nu dit land zich ook in oorlog be vindt, bleek het niet mogelijk verdere be stelling te doen plaats vinden. Getracht zal nu worden om de formulieren via Duitsch landRuslandJapan naar Amerika te zen den, vanwaar voor doorzending naar Ned.- Indië kan worden zorg gedragen. ACHTTIENHONDERD KRIJGS GEVANGENEN IN ARNHEM AANGEKOMEN. Gistermiddag zijn in Arnhem achttien honderd krijgsgevangenen Nederlandsche militairen aangekomen. Zij zijn afkomstig uit Neubrandenburg en hebben tot Wester voort per trein gereisd. EEN BOODSCHAP VAN REYNAUD AAN ROOSEVELT. De Fransche minister-president heeft een wanhopige boodschap gericht tot president Roosevelt. Daarin smeekt Reynaud den Amerikaanschen ^resident letterlijk Frank rijk met alle middelen te hulp te komen. „Ik bezweer u", zoo schrijft Reynaud aan het slot van zijn boodschap aan Roosevelt, „openlijk te verklaren, dat de Ver. Staten den geallieerden iederen materieelen steun verleenen en zelfs een expeditieleger te zenden". In zijn tot president Roosevelt gerichte vertwijfelde boodschap heeft minister president Reynaud nog gezegd: Sedert zes dagen en nachten hebben Fransche di visies zonder onderbreking gestreden tegen een vijand, die met een geweldige meer derheid van menschen en materiaal tegen over ons staat. Donderdag heeft de vijand bijna de poorten van Parijs bereikt. De Franschen hebben zich reeds naar hun pro vincies teruggetrokken en indien noodzake lijk trekken zij verder naar Noord-Afrika, Een gedeelte der regeering heeft Parijs reeds verlaten. Ik Vraag u thans om onbe perkte hulp. Verklaart openlijk, dat Ame rika naar vermogen materiaal zendt, voor het te laat is. DE HOUDING VAN TURKIJE. Uit berichten van de Popoio di Roma en andere bladen blijkt, dat Turkije sedert veertien dagen in Turksch-Thracie, dus aan de Bulgaarsche grens, zeventien divisies infanterie en twee divisies cavalerie heeft samengetrokken. Deze concentratie schijnt de manoeuvres van de Fransche en Engel- sche diplomatie in Bulgarije te ondersteu nen. Turkije schijnt na de Italiaansche oor logsverklaring nog steeds niet van de nood zakelijkheid overtuigd te zijn, zich verre te houden van het conflict, dat reeds zoo vele kleine landen ontzaggelijke offers heeft ge kost. Vandaag of morgen zijn belangrijke besluiten te verwachten. De Westelijke mo gendheden hebben Turkije het noord- Syrische Aleppogebied en zelfs Iraksch ge bied als een belooning voor de Turksche hulp in het vooruitzicht gesteld. De Italiaansche bladen voegen hieraan toe, dat hiermede wederom de Syrische en Arabi sche rechten met voeten getreden en ver raden worden. REIZEN NAAR HET BUITENLAND. Zooals reeds gemeld, bestaat in bijzondere uitzonderingsgevallen de mogelijkheid van reizen naar het buitenland. Aanvragen van gegadigden, wonende in de provincies Noordholland, Utrecht, Gelder land, Overijssel, Drenthe en Groningen, be nevens in de provincie Zuidholland, be noorden de lijn Alphen, Leiden, Katwijk en aanvragen uit 's-Hertogenbosch en Boxtel moeten gericht worden aan het adres: Juliana van Stolberglaan 45, 's-Gravenhage, telefoon 771916. BRITSCHE AFGEZANT TE WASHINGTON. Volgens Associated Press is te Washington een persoonlijke koerier van den Engel- schen koning Robinson genaamd, aangeko men. Robins m, die de reis per Clipper vliegtuig had gemaakt, had belangrijke do cumenten voor de Britsche ambassade te Washington bij zich. Het agentschap wijst op de ongewone voorzorgsmaatregelen, welke Robinson ge nomen had. Tijdens het vliegen des nachts had hij de documentenmap bij zich in bei genomen en deze overdag met een strik aan zijn pols vastgebonden. Om er zeker van te zijn dat de map ingeval het vlieg tuig mocht verongelukken, direct zou zin ken, had Robmson haar met lood ver zwaard. OPROEP DER ITALIAANSCHE KATHOLIEKE ACTIE. De katholieke actie in Italië heeft tot haar leden een oproep gericht, waarbij deze, in een voor het vaderland noodlotzwanger uur, worden opgeroepen hun plicht te doen, zooals hun christelijke gevoelens hun dien ingeven. De oproep verzoekt den leden te bidden voor het vaderland en voor de dapper strijdende troepen en met discipline de taak, welke ieder individueel door 'de overheid wordt opgelegd, te vervullen. HET BOMBARDEMENT VAN TURIJN. Het bombardement van de open stad Turijn heeft in geheel Italië groote veront waardiging gewekt, aangezien een groot aantal slachtoffers onder de burgerbevol king te betreuren is. De bladen verklaren in aansluiting op het officieele communiqué over den lucht aanval op Turijn, dat de bevolking ook in de toekomst in elk geval de volle waarheid te hooren zal krijgen. Het fascistische Italië ziet in de totale waarheid een zijner beste strijdwapens. Er moet alleen nog aan wor den toegevoegd, zoo wordt opgemerkt, dat deze doellooze gewelddaad tegen Turijn op het juiste oogenblik door een analoge en overeenkomstig krachtiger represaille ge volgd zal worden. IERLAND EN DE ITALIAANSCHE OORLOGSVERKLARING. Te Rome* wordt medegedeeld dat de Ier- sche gezant op 6 Juni den minister van buitenlandsche zaken, Ciano, een nota heeft doen toekomen, waarin wordt gezegd, dat ingeval de fascistische regeering zou deel nemen aan het conflict de Iersche regeering haar standpunt van strikte neutraliteit zou handhaven. TURKIJE EN DE STRIJD IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE. Het Bulgaarsche blad Politika meldt uit Istanboel: Men verneemt uit kringen, die in nauw contact staan tot de Turksche regee ring, dat de Sovjet-regeering aan de regee ring van Turkije heeft meegedeeld, dat zij elke actie van Turkije om uit het conflict te blijven zal ondersteunen. VERSCHERPTE CENSUUR IN FRANKRIJK. De Fransche regeering en het Fransche opperbevel hebben beptald, dat berichten over den militairen toestand, die méér be vatten dan den inhoud van het legerbericht, zonder uitdrukkelijke toestemming van de militaire autoriteiten,n iet meer gepubli ceerd mogen worden. Over het vertrek der Parijsche pers uit de hoofdstad zijn thans de volgende bijzon derheden bekend. Re redactiebureaux zijn naar de meest verschillende provinciale bladen overgeplaatst. De „Oeuvre" is in St. Etienne, de „Petit Parisien" in Rennes en de „Paris Soir" in Lyon. In Parijs bevindt zich op het oogenblik nog slechts de continentale redactie van de Amerikaansche New York Herald Tribune. DAGORDERS AAN DE SOLDATEN, DIE IN NOORWEGEN HEBBEN GESTREDEN. De Führer en opperste bevelhebber van de weermacht heeft een dagorder gericht tot de soldaten, die in Noorwegen gestreden hebben: De Führerbetuigt daarinz ijn dank en erkentelijkheid aan alle soldaten van le ger, marine en luchtmacht, die door hun dapperheid en hun offervaardigheid voor het Duitsche rijk hebben geholpen bij het afwenden van een groot gevaar. In het bij zonder die naamlooze soldaten, wier hel denmoed helaas zoo vaak voor de wereld verborgen blijft. OOK EEN DAGORDER VAN VELDMAARSCHALK GOERING. De opperbevelhebber van het luchtwapen generaal-veldmaarschalk Goering, heeft bij het einde van de krijgsverrichtingen in Noorwegen een dagorder aan het luchtwa pen uitgevaardigd. Hij gedenkt in het bijzonder de beman ningen van de transportvliegtuigen, die in onbaatzuchtige bescheidenheid en met nooit tanende energie de voorwaarde voor het gelukken der onderneming hebben gescha pen. JAPANSCHE WOORDVOERDER OVER BERICHTEN UIT NED.-INDIE. Uit Tokio wordt gemeld: Inzake den reeds gemelden aanval van een Nederlandsch-In- disch vliegtuig op een Japansche visschers- boot, heeft de woordvoerder van het depar tement van buitenlandsche zaken verklaard, dat aan den Japansehen consul-generaal te Batavia om een uitvoerig rapport is ver zocht. Men kan rekenen, aldus de woord voerder, op een Japansch protest. In zake de berichten over beweerde Brit- scheh troepenlandingen op Java, heeft de Engelsche regeering haar standpunt in Tokio nog. niet bepaald. Alleen heeft de Engelsche ambassade in Tokio een tegenspraak ge geven. FRANSCHE MINISTERRAAD BIJEEN. Na zijn terugkeer van het front heeft Reynaud gister in een zitting van den mi nisterraad onder voorzitterschap van Le brun een verklaring afgelegd over den militairen en politieken toestand. De zitting duurde 2uur. 21. Dat lijfje wilde maar niet groeien en zijn hoofd groeide wel. Dus had hij een heel groot hoofd, dat een beetje wiebelde op het dunne hal"je. Hij was heel ouder wets gekleed met witte kuitkous n en een rood pandjes jasje. En daaronder een blauw vest. 22. Dat stond gespannen op zijn dikke buikje. Hij droeg een Oranje-hoge-zijde. Zo'n hogen hoed heb je nog nooit gezien. Hij was Oranje van kleur, omdat hij zoveel hield van Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana, Prins Bernhard en van de twee prinsesjes. Door 47) Sanderson zelf leek eerder van streek. Was het ook mogelijk, dat de hoed moed willig was achtergelaten? Mapell zelf had de uniform van een politieagent gedragen, waarschijnlijk om hun handelingen ver trouwen naar buiten bij te zetten en ge vaarlijke belangstelling bij voorbaat te on- derdruken, maar tevens kwam hij daardoor alvast niet in aanmerking om zijn hoed ach ter te laten. Het moest dus Sanderson's hoed zijn. Ook Sanderson zelf moest het redelijke daarvan inzien. Misschien was het Mapell's plan om Sanderson in handen van de justitie te spelen. En hoewel het hem toen niet ge lukt was, was hij daarin later geslaagd. Eerst Hamper, dan Raymond (hetzij dan dat Mapell daarvoor verantwoordelijk was of niet), nu Sanderson. De volgende zou Heckenstein zijn en dan de Gladde. Dan zou Mapell vrij zijn en verlost van mede plichtigen, die teveel wisten! Maar om terug te komen op den dood van Henry Hampe"r. Kon Higgins de uit spraak van het eerste onderzoek doen ver nietigen? Volgens Sanderson was de zelf moord volmaakt in orde, maar over de geestesgesteldheid van het slachtoffer was tot dusverre nog niets bekend. De inspec teur besloot, na rijp nadenken, voor het oogenblik nog maar niets te zeggen. Tijd genoeg daarvoor, wanneer Sanderson's ver haal zou zijn gecontroleerd. Hij was er hee- lemaal nieit zeker van, dat de groote man een juiste verklaring van de feiten van Hamper's dood had gegeven. Toen inspecteur Higgins op Scotland Yard kwam, vond hij tusschen de op hem wachtende post een brief, welke op deze zaak betrekking had. De brief kwam van een der chefs van de Londensche effecten beurs. Hij luidde aldus: Weled. Heer. Naar aanleiding van uw schrijven, waar in U om inlichtingen vraagt betreffende be paalde effecten, waarvan U een lijst met nummers hebt bijgesloten, kan ik U be richten, dat wij daarover enkele mededee- lingen kunnen doen. Indien U een gemach tigde wilt zenden naar Throgmortonroad 79b en daar naar ondergeteekende laat vra gen, zal het mij een genoegen zijn, U de noodige inlichtingen te verschaffen. Hoogachtend, Frank Wrigley. De inspecteur las den brief nog eens over en besloot terstond, dat hij zelf deze „ge machtigde" zou zijn. Hij begaf zich naar Throgmortonroad nummer 79 en was bin nen het halve uur gezeten tegenover den heer Wrigley. „Ik neem aan, inspecteur, dat het geen kwestie van diefstal is met betrekking tot deze stukken ik bedoel, dat de stukken zelf nooit gestolen zijn". „Voor zoover mij bekend neen". De heer Wrigley spreidde in een hulpe loos gebaar zijn handen uit en hief zijn oogen als in een smeekbede omhoog. „Dan zult u ongetwijfeld onze moeilijk heden begrijpen. De stukken zijn waar schijnlijk contant gekocht?" Inspecteur Higgins knikte. Ondanks alle respect hoopte hij maar, dat de heêr Wrig ley spoedig ter zake zou komen. - „Als dat zoo is en de kwestie van dief stal hier niet in aanmerking komt, kan er dus voor een liefhebber geen bezwaar te gen zijn, ze te koopen. Ik ben ervan over tuigd, dat onze politie-autoriteiten van on ze cliënten te onderzoeken, voor wij zaken met hen kunnen doen. Dat zou nogal een handicap zijn". „Precies". „Maar desniettemin, zonder bepaald de geheimen van onze cliënten te moeten schenden, zijn wij altijd gaarne bereid, den autoriteiten alle mogelijke medewerking te verleenen, indien zulks in onze macht ligt". „En heeft zich hier zulk een mogelijkheid voorgedaan, mijnheer Wrigley?" „Ja. Dominions 5 pet. Nummer 3111898 tot 3111907. Vijftig pond per stuk. Tien stukken. Gezonden aan een lid van de ef fectenbeurs ten verkoop. Verkocht tegen honderd en een. Netto winst ongeveer vijf honderd pond. Instructies om dit bedrag in pondbiljetten te zenden aan een adres in Poplar". „Aha! En wat is dit adres?" „Horsestreet nummer 1". „Prachtig. Wanneer wordt het geld ge zonden?" „Is al gebeurd". „Wat?" „U hebt te lang gewacht met het be antwoorden van. onzen brief. Wij namen natuurlijk aan, dat de zaak u verder niet interesseerde". „Maar verdraaid, mijnheer! Ik heb uw brief pas enkele uren geleden ontvangen!" „Het spijt me maar „Doet er niet toe, mijnheer. Ik moet weg. Vriendelijk bedankt". Inspecteur Higgins rende weg. Horsestreet 1, in de wijk Poplar. Waar om hadden die beursmenschen voor den drommel niet gewacht, tot zij iets van hem gehoord hadden? Hij moest dien ochtend den brief zeker over het hoofd gezien heb ben „Hebt u een brief, geadresseerd aan den heer Robinson?" Zoodra hij het bekende kleine boekwinkeltje was binnengegaan, stelde Higgins ademloos deze vraag aan den verveeld uitzienden man achter de toon bank. Het was een ander dan degeen, die hem de vorige maal, toen hij er om infor maties kwam, had te woord gestaan. De man ging naar de lade, welke hij opende, en na eenigen tijd gespannen wach ten kwam hij terug met een pakje. Dit gooide hfj met een smak op de toonbank. „Alsjeblieft. Kosten een shilling". Inspecteur Higgins verwonderde er zich over, dat vijf honderd pond voor een derge lijk gering bedrag gekocht konden worden. Het scheen niet te gelooven. De inspecteur had een kort gesprek met den eigenaar van de zaak en werd geïn stalleerd als assistent van den vermoeid uit zienden man, die hem het pakje had aange boden. Higgins had ongeveer een uur achter de toonbank doorgebracht, toen hij zich niet langer verwonderde over het verveelde ge zicht van den ander, want een saaier baan tje, was niet dankbaar. Gedurende de vele pauzes, dat er niets te doen viel, wandelde hij in den winkel rond, en opnieuw zag hij het vodderige pakket, dat vier velletjes briefpapier, vier enveloppen en een stukje vloeipapier bevatte, met het opschrift: WaardeïWaarde! Waarde! Hij zou veel blij— der geweest zijn met de ontdekking, indien hij niet reedsvernomen had, dat dergelijke pakketjes in bijna iederen winkel van Lon den verkocht werden. Het was de saaiste dag welken Higgins zich kon herinneren. Hij verveelde zich buitengewoon en het was met een zucht van voldoening, dat hij om zeven uur den an der hielp de zaak te sluiten. Hij besloot er den volgenden ochtend ook nog aan te geven in de hoop, dat er alsnog iemand zou opdagen om het pakje bank biljetten op te vragen, en dat hij er daarna een ondergeschikte mee zou belasten. Hij zou niet zooveel tijd in dien winkel ver knoeid hebben, als hij niet overtuigd was geweest, dat de bende geldgebrek zou krij gen en dat een der leden wel gauw zou ko men opdagen. Hij hoopte, dat het -Mapell zou zijn en niet Heckenstein of de Gladde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6