AATSTE RUS SeuiCCetw hoe Amsterdam zijn huis vuil gebruikt. Productie electriciteit. Verbetering onjuiste belasting aangifte nog mogelijk. Oeneraal pardon verlengd tot 15 Juli. Vuurwapens niet ingeleverd. Vrijwel ieder kan oorlogs brood verdragen. Het vragen om ziekenvoedsel. DE CECIL FREEMAN CREGG. TWEEDE BLAD Diverse gemeentebesturen besluiten thans tot het verzamelen van die bestand- deelen van het huishoudafval, welke voor de industrie of andere doeleinden nog van waarde zijn. Over de wijze, waarop het afval te Amsterdam wordt verwerkt, deel de de heer ir. A. M. Noppen, de directeur der stadsreiniging aan het A. N. P. mede, dat het Amsterdamsche huisvuil reeds jarenlang nadat het is opgehaald, verbrand wordt in een verbrandingscentrale in het Noordelijke stadsdeel. De hiervoor vrijkomende warmte levert per etmaal ongeveer 1000 ton stoom, welke gebruikt wordt door de electrische centrale-Noord en omge zet wordt in electrisch arbeidsver mogen. Per jaar wordt hierdoor ge middeld 30 millioen kilowatt uur op gewekt, voldoende electriciteit om 10 procent van de hoofdstad te voor zien. Het verbrandingsproduct is zeer bruik baar voor wegenaanleg. Slechts voedsel- afval behoort niet tot het huisafval, dat verbrand wordt. In Amsterdam hebben ongeveer 3O0 schillenboeren de taak op zich genomen te zorgen, dat groenteafval, aardappelschillen en andere etensresten opgehaald worden. De meeste huisvrouwen bewaren de etenresten voor den schillen boer, meestal afkomstig uit de randge meenten, die dit als veevoeder weer ver knopen of zelf gebruiken. Door het werk van den schillenboer wordt den stadsrei niging veel arbeid en kosten bespaard, terwijl tevens dit afval, dat nog denzelfden dag aan het vee gevoerd wordt, voor be derf wordt gevrijwaard. Gaarne zou de heer Noppen zien, dat ook een dergelijke regeling voor het op halen van lompen in het leven zou worden geroepen. Het uitzoeken van de lompen uit het ingekomen afval, is niet mogelijk. Me talen, behalve die met een laag smeltpunt, zooals tin, koper en zink, worden met be hulp van een sterken magneet uit het afval gesorteerd. Het beenderafval van particulieren is slechts zeer weinig en wordt derhalve verwaarloosd. De slagers verkoopen het beenderafval apart. Over het algemeen kan dan 0">k gezegd worden, dat in de hoofdstad al het afval gebruikt wordt voor nuttige doeleinden. Van verlies is geen sprake. Wat de toe komst op dit gebied zal brengen, is nog niet te overzien. Wel heeft de ervaring uit 19141918 bewezen, dat, zoodra de toe stand moeilijker werd, de hoeveelheid af val aanmerkelijk verminderde en de waarde van het afval vrijwel geheel nihil werd. Inmiddels deelde de heer Nop pen medee, dat door het depar tement van economische zaken landelijke maatregelen inzake het inzamelen en verwerken van nog bruikbaar afval wordt overwogen. GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDHOLLAND. De heer E. Polak geschorst als lid. Ged. Staten van Noordholland deelen het volgende aan de Prov. Staten dezer pro vincie mede: het medelid van Ged. Staten, de heer E. Polak, die op Dinsdag 14 Mei nog aan een buitengewone vergadering van het college had deelgenomen, is in de ge wone vergadering van Ged. Staten van Woensdag 15 Mei niet verschenen, en heeft sindsdien de vergaderingen niet meer bij gewoond. Art. 58 der Provinciale wet schrijft voor, dat een lid van Ged. Staten, dat gedurende een maand zonder geldige reden de verga dering niet bijwoont, door het college in zijn betrekking wordt geschorst tot de eerstkomende gewone of buitengewone zit ting der Staten. Dit voorschrift is impera tief. Ged. Staten zijn dus verplicht een be slissing te nemen. Een geldige reden voor het niet bijwonen van de vergaderingen van Ged. Staten kunnen Gedeputeerden niet aannemen. Het college heeft zich daar om verplicht gezien, zijn medelid, den heer E. Ploka, bij besluit van 15 Juni in zijn be trekking als lid van Ged. Staten te schor sen. Met herhaling en aanvulling van hetgeen onlangs werd medegedeeld wordt bekend gemaakt, dat aan belastingplichtigen die over verstreken belastingjaren hun aangif ten voor de belastingen naar inkomen en vermogen niet hebben gedaan zooals het behoorde, de gelegenheid wordt gegeven hun fout te herstellen door begane onjuist heden te verbeteren zonder dat zij zich daardoor blootstellen aan sancties, welke op het doen van onjuiste aangiften staan. Een juiste of verbeterde aangifte voor de belastingen naar inkomen en vermogen voor het belastingjaar 1940-1041, waaruit blijkt, dat over vroegere jaren onjuiste aangiften zijn gedaan, zal namelijk worden beschouwd als een uit eigen beweging ge dane verbetering van die vroegere onjuiste en onvolledige aangiften. Dit heeft in de eerste plaats tot gevolg, dat tegen de aangevers geen strafvervol ging wegens het doen van onjuiste aangif ten over vroegere jaren zal worden inge steld. Voorts is bepaald, dat bij navorde ring van belasting over vroegere belasting jaren waarvoor de wettelijke termijn voor navordering nog niet is verstreken geen verhooging zal worden gevorderd, en ver der dat ook wegens andere overtredingen van de wetten op de belastingen naar in komen en vermogen zooals het overleggen van valsche of onjuiste boeken, bescheiden en opgaven geen strafvervolging zal wor den ingesteld. Voor hen die hun aangiften over het belastingjaar 1940-1941 reeds hebben gedaan, staat de gelegen heid tot het verbeteren van even- tueele onjuiste aangiften open tot 15 Juli 1940. Ook zij die door de oorlogsomstandighe den of om andere redenen niet in staat zijn verbeterde aangiften vóór 15 Juli 1940 te doen, zullen op straffeloosheid aanspraak hebben, indien zij den inspecteur der di recte belastingen vóór dien datum van de onjuistheid hunner aangiften kennisgeven, met de verklaring, dat zij ten spoedigste een juiste en volledige aangifte zullen doen. Mochen onjuiste aangiften voor de divi dend- en tantièmebelasting of voor de doo- de hand-belasting zijn gedaan dan kunnen ook deze vóór 15 Juli 1940 straffeloos wor den verbeterd. Een gelijk standpunt zal worden inge nomen ten aanzien van de rechten van suc cessie en van schenking, met dien verstande dat zelfs de heffing van de belasting zelve achterwege zal blijven, indien het overlij den of de schenking heeft plaats gehad vóór 1 Mei 1931. Met nadruk wordt tenslotte nog de aandacht gevestigd op het be lang voor de belastingplichtigen van dit generaal-pardon, mede in verband met de spoedig te ver wachten deviezenvoorschriften. De termijn zal in geen geval meer na 15 Juli 1940 worden verlengd. LANDMIJN IN HET WATER. Een laconieke boer. De landbouwer W., woonachtig te Scha penbout (bij Axel) zou een landmijn, die nabij zijn hoeve lag, zelf wel eens even on schadelijk maken, aldus de Crt. Toen hij het gevaarlijke ding vond, nam hij het on der zijn arm en stapte er mee naar den wa terkant, waar eenige jongens aan 't vis- schen waren. Met de woorden: „Die kan geen kwaad meer doen", wierp hij de mijn pardoes in het water.. Een geweldige ontploffing volg de; de boer werd tegen den grond geslagen en de jongens werden onder de modder, die opspatte, bedolven. Vele ruiten sprongen in de woningen. De menschen vluchtten verschrikt naar buiten. Het boertje kwam hen geruststellend te gemoet met de woorden: „Menschen het is niets, maakt toch niet zoo'n drukte, ik zal de schade wel betalen". Man verdronken. - Gisternacht is op den Zwarte weg te den Haag, vermoedelijk door de duisternis misleid, een man te water geraakt en verdronken. Men heeft de identi teit nog niet kunnen vaststellen. Twee inwoners van Den Helder tot zes maanden veroordeeld. In het Marine-commandementsgebouw te Den Helder had gister de ^erste Duitsche terechtzitting plaats, waarin twee inwoners van Den Helder, Nederlanders, terecht stonden wegens diefstal, heling en het bezit van vuurwapenen, dit laatste in strijd met de verordening voor de bezette gebieden. Door den bevelhebber voor de bezette gebieden waren in dit rechterlijk college benoemd de Marine-Oberkriegsgerichts- rat dr. Schattenberg, de korvetten-kapitan dr. Flesche en de matroos Beek. Als toe gevoegd verdediger fungeerde de feldwebel v. Hahn. Wij vernamen echter in een ge sprek met den aanklager, dat de beklaag den ook het recht hebben met de toe stemming van het gerecht zelf een Neder- landsch jurist tot verdediger te kiezen. Een tolk was ter terechtzitting aanwezig. Vooraf deelde de president mede, dat de beklaagden, wanneer zij geen vertrouwen in een der rechters stelden, het recht had den een van hen, of allen af te wijzen. Van dit recht konden zij gebruik maken totdat door den aanklager de aanklacht was in gediend, daarna zou dit recht vervallen zijn. Desgevraagd verklaarden de beklaag den echter, dat zij accoord gingen met de samenstelling van de rechtbank. Nadat de beide rechters door den president waren beeëdigd, deelde de aanklager mede, dat het gerecht de plicht had waar het hier een feit gold, dat met den docd gestraft kan worden beklaagden een verdediger toe te voegen. Hiervoor was aangewezen de feldwebel Von Hahn, die door zijn lang durig verblijf in Holland de Nederlandsche land in de rechten gepromoveerd is. Voorts taal volkomen machtig is en in Duitsch land in de rechten gepromoveerd is. Voorts stond de tol kbeklaagden ten dienste. Het eers twerd verhoord de op 12 De cember 1921 te Nieuw Helvoet geboren D. M. te Den Helder, leerling-geschut- maker op de rijkswerf, waar zijn vader scheepsmaker was. De tweede beklaagde was L. N. geschutmaker op de werf, wiens vader sergeant-majoor-schrijver der K.M. was. Deze beklaagde was 21 jaar er woon de eveneens te Den Helder. Door den aanklager werd beiden ten laste gelegd wat M. betreft, dat hij op 21 Mei 1940 zich een vuurwapen, dat hij Zich wederrechtelijk had toegeëigend, in zijn bezit had, zulks in strijd met de verorde ning voor de bezette gebieden. Aan L. N. werd ten laste gelegd, dat hij ten eigen voordeel een voorwerp, waarvan hij wist, dat het van diefstal afkomstig was, had gekocht en in strijd met genoemde veror dening in zijn bezit had gehouden. De twee beklaagden bekenden bij het verhoor het ten laste gelegde. In zijn reuqisitoir zeide de aanklager dat beiden wisten, dat zij handelden in strijd, zoowel met het Nederlandsche als met het Duitsche recht. De zwaarte van de straf is afhankelijk van wat beide be klaagden dachten en hoofdzaak is, dat de feiten in tijd van oorlog gepleegd werden. De wet van het hoogste commando der Duitsche weermacht moet nagevolgd worden. Spr. wil bij het bepalen van de strafmaat in aanmerking nemen, dat be klaagden de wapens niet reeds in het be zit hadden, toen bekend gemaak twerd, dat vuurwapens moesten worden ingeleverd, doch ze eers tna de bezetting in hun bezit kregen. Voorts is de jeugd van beide be klaagden een verzachtende omstandigheid, terwijl de doodstraf niet in aanmerking komt, omdat het niet in de bedoeling lag het wapen tegen de Duitschers te gebrui ken. Beide beklaagden hebben nog nim mer straf gehad, zoodat tuchthuisstraf ook niet in aanmerking komt. Overigens wilde spr. beide beklaagden gelijk behan delen. Spr. eischte tegen beide beklaagden een gevangenisstraf van 10 maanden. De verdediger voerde aan, dat de beide verdachten zich niet voldoende bewust zijn geweest van den omvang van hun daad. Nadat de rechtbank vervolgens in raad kamer was geweest werden de verdachten tot 6 maanden veroordeeld. De geneeskundig hoofdinspecteur voor de volksgezondheid, dr. C. Banning, schrijft: De ouderen onder ons zullen zich nog den tijd van den vorigen wereldoorlog her inneren, toen er een streng distributiestel sel moest worden ingevoerd. Nu staan we misschien weer aan het begin van een pe riode, dat we niet zullen kunnen krijgen, wat we graag zouden wenschen. Met de suikerdistributie is deze periode al eenigen tijd geleden ingeluid; zonder noemenswaardige moeilijkheden echter, om dat de hoeveelheid toebedachte suiker, ze ker voldoende was te achten voor normale personen. Toch zijn reeds spoedig gevallen geconstateerd, dat patiënten pressie uit oefenden op dén hen behandelenden arts om extra-suiker voor te schrijven. Dit be trof o.a. gevallen, waar extra-suiker niet noodig was. Sinds eenigen tijd is er brood in den han del, dat iets bruiner is dan ons wittebrood. Dit brood en ook het a.s. „oorlogsbrood" is van uitnemende kwaliteit en is goed ver teerbaar. Helaas bereiken mij reeds van verschillende medische kanten berichten, dat het aantal patiënten, dat meent recht te hebben op wittebrood en nu hun dokter las tig vallen met verzoeken om wittebrood briefjes, reeds legio is. Het is ten eenenmale verkeerd te meenen, dat het „oorlogsbrood" maagklachten zou veroorzaken. Het is on juist, dat dit brood minder goed is dan wit tebrood. Met een enkele hooge uitzondering misschien, kan ieder dit brood verdragen. Men achtervolge dus niet zijn huisarts met verzoeken om ander brood. De medicus zal moeten weigeren, ten nadeele van de verhouding patiënt-huisarts. Ik doe een dringend beroep, op de mede werking van het Nederlandsche publiek, om niet iets te willen eischen, dat niemand hun kan verschaffen, endat ook niet noo dig is. Tenslotte mag ik allen wel op het hart drukken, dat wat de één extra toebedeeld zou krijgen, van den ander zal moeten wor den afgetrokken. Door iets te vragen, wat niet strikt noodzakelijk is, benadeelt men ons gansche volk. DE GROOT-NOORDHOLLANDSCHE. Bij de Groot-Noordhollandsche een toeneming van het verzekerd bedrag met 7.7 millioen tot 70.4 mil- lioen. In het verslag van de Vereeniging van Levensverzekering en Lijfrente „De Groot- Noordhollandsche van 1845" te Amsterdam over 1939 werd o.m. medegedeeld dat het achter ons liggende boekjaar, wat betreft den aanvoer van nieuwe verzekeringen buiten gewoon bevredigend is geweest. Het verzekerd bedrag nam toe met 7.771.527. Dat de toename niettegenstaan de de ongunstige omstandigheden bijna ge lijk is aan die van het voorafgaande jaar stemt tot groote tevredenheid. De groote productie is ook dit jaar van bijzonderen in vloed geweest op het winstsaldo. De wiskundige reserve nam toe met 718.474 tot 13.186.962. De mutaties in het verzekerd bedrag zijn als volgt: Bruto afgesloten 12.549.742 Afgevoerd 4.778.215 Netto-toeneming 7.771.527 Stand ultimo 1939 70.479.370 De toename der bruto jaarpremiën met 186.945 is zeer bevredigend. De afvoer anders dan door natuurlijke oorzaken, zijn in het geheel teruggeloopen van 7.29 in 1938 tot 5.90 in 1939 van het gemiddeld verzekerd kapitaal. De gemiddeld benoodigde rente in de be rekening der premiereserve is thans 3.23 Door de verlaging in vorige jaren van de in de reserveberekening gebruikte rentevoet zijn wij er in geslaagd ook dit jaar op een bevredigende rentemarge te kunnen wijzen. De gekweekte rente van de gemiddeld uit staande bedragen was in 1939 4.10, zoodat de rente-marge 0.87 is. De sterftegrondslagen zijn aan den veili- gen kant.. Tengevolge van den snellen groei van het bedrijf in de laatste jaren zijn de doorloo- pende onkosten voortdurend gestegen. Ook 1939 geeft een toename te zien. De resultaten der opslagrekening toonen echter duidelijk aan, dat een dergelijke snelle uitbreiding zonder bezwaren opgevangen kan worden. Tot ons genoegen kunnen we dit jaar wijzen op een grooter voordeelig saldo van de op slagrekening dan in het voorafgaande boek jaar, n.L 73.799. Op de balans per ultimo 1939 komen voor: Vaste eigendommen 2.652.800 Hypotheken 4.105.428 Effecten 2.887.713 Leeningen aan of met garantie van publiekrechtelijke lichamen 4.514.004 Polisbeleeningen 304.806 Per ultimo December werden alle voor belegging aangekochte vaste goederen op nieuw getaxeerd. De balanswaarde van deze bezittingen werd voor gebouwd op 98 voor ongebouwd op 90 gebracht van de laatste taxatie. De verschuldigde huren komen regelmatig binnen. Zelfs als alle afschrijvingen geheel ten laste der exploitatierekening werden gebracht, zou het rendement nog bevredi gend zijn te noemen. Na de afschrijvingen, die wü voorstellen, blijft de boekwaarde 156.250 beneden de voorzichtig gestelde taxatiewaarde. De hypotheken zijn alle eerste hypothe ken op in Nederland gelegen onderpanden. Executies kwamen in het afgeloopen jaar niet voor. Per ultimo December kwam een klein onbetaald bedrag aan hypotheekrente voor, welke achterstand in begin Januari reeds aangezuiverd was. Het verstrekte bedrag is gemiddeld 49.4 van de laatste taxatie. Onze gewoonte getrouw, zijn de effecten naar de officiëele ultimo Decemberkoers gewaardeerd. Daar tengevolge van de stij ging der rentevoet de koersen van obligatiën per uit. 1939 belangrijke koersverschillen te zien geven tegenover uit. 1938, leden wij op onze effectenportefeuille een boekverlies van 752.913, welk bedrag van de extra reserve werd overgeboekt. De uitlootbare effecten, van welke de beurskoers boven pari was, zijn echter voor geen hoogere koers dan 100 opgenomen. Waren alle fond sen tegen beurskoers opgenomen, dan zou de balanswaarde 1032 hooger geweest zijn. De bedrijfswinst 'bedraagt, na afschrijving van alle in 1939 gemaakte eerste onkosten 118.222. Wij stellen voor hieraan de volgende be stemming te geven: extra af te schrijven op vaste eigendommen 17.879 beschikbaar te stellen voor gratificatiën 5.240 toe te voegen aan de extra reserve 95.102 De extra reserve komt hierna op de balans voor met 1.192.611 De 10 dezer gehouden algemeene verga dering heeft de jaarstukken goedgekeurd, ROTTERDAM GAAT NOODWINKELS BOUWEN. Particulieren en gemeente aan den slag. In het kader van den wederopbouw van het door oorlogsgeweld zoo zwaar getroffen centrum van Rotterdam zullen particulieren, wier zaken zijn verwoest, in drie stadsge deelten in de gelegenheid worden gesteld noodwinkels, noodrestaurants en dergelijke inrichtingen te bouwen en in te richten, n.l. in Dijkzicht (een stadswijk begrensd door den ouden West-Zeedijk en het Binnenweg- kwartier), in Bleydorp en aan den Coolsin- gel. Wethouder J. Brautigam deelde mede, dat op genoemde drie plaatsen in totaal onge veer 80 noodzaken groote- en middel- groote winkels, restaurants enz. zullen komen, waarvan ongeveer 60 op den Cool- singel en in Bleydorp en ongeveer 20 in Dijkzicht. Aan al de aanvragen van gegadigden voor groote zaken heeft men kunnen voldoen, niet echter aan alle aanvragen voor nood- restaurants en andere dergelijke inrichtin gen, welk aantal vrij groot was. Het ligt in de bedoeling, dat totaal 10 noodrestaurants worden gebouwd. De grootste ruimte, waar op men voor één zaak beslag mag leggen, is vastgesteld op 600 vierkante meter. De bouw van deze noodzaken is voor rekening van hen, die haar straks zullen betrekken. Naast deze 80 noodzaken zal de gemeente elders 250 kleine noodwinkels bouwen. Vulcaan op Griêksch eiland in werking. - Op een eilandje in de buurt van Korfoe heeft een vulcanische uitbarsting plaats ge had. Het centrum der uitbarsting is onder zee gelegen. Door 50) Inspecteur Higgins las den brief, waar van bij de belangrijkheid terdege voelde, nog eens nauwkeurig over. De oude Ham per was wel een fraai heer geweest, maar blijkbaar had hjj toch getracht, zijn leven te beteren! Toen Higgins den brief nog eens had doorgelezen, stak hij hem weer in de enveloppe en wendde zich weer tot de hospita, die er inmiddels in geslaagd was, Jill Crawford weer tot kalmte te brengen. „Nu, mijn waarde dame, een paar vra gen. Herinnert u zich nog, wanneer deze brief hier is aangekomen?" Alvorens te antwoorden, keek de hospita Jill Crawford vragend aan. Deze knikte hulpeloos. „Zeker, mijnheer. Het was op den avond, dat Tommy Hamper hier met een verbon den arm thuis kwam". „De jonge Hamper was den nacht daar vóór niet thuis gekomen, nietwaar? vroeg Higgins, als terloops. „Neen, mijnheer. Hij had zooiets nog nooit tevoren gedaan. Hij is den heelen nacht uit gebleven en die brief kwam den volgenden avond. Toen Tommy thuis kwam, las hij hem, waarna hij spoedig weer vertrok". „Waarom nam hij hem niet mee?" „Dat mag Joost weten. In zijn haast om weg te komen, heeft hij hem misschien maar ergens neei gelegd en later had hij geen tijd om er naar te zoeken, denk ik". „Juist. En kon juffrouw Crawford hem ook niet vinden?" „Neen. We hebben er samen naar ge zocht." „Waarom?" „Dat had Tommy haar gevraagd, ziet u. WijDe vrouw zweeg, plotseling er aan denkend, dat zij te veel kon zeggen. Hig gins wendde zich tot het meisje en keek haar enkel maar aan. „TTommy schreef me, of ik den brief wilde opzenden". „Dan weet je dus zijn adres?" „Nneen". „Waar moest je dien brief dan naar toe sturen?" Een diep zwijgen volgde. De inspecteur ging naar het meisje toe en zei heel ernstig: „Kijk nu eens hier, beste kind. Al die moeite voor Tommy van je is tot op zekere hoogte heel bewonderenswaardig, maar toch weet je heel goed, dat de politie hem wil spreken. Ik ga eens wat wagen. Tommy houdt zich zonder twijfel verborgen, doodsbang zijn neus buiten de deur te ste ken en gearresteerd te worden. Wij zullen hem op den duur krijgen, daaraan behoeft niet getwijfeld te worden. Nu is mijn aan bod het volgende. Je weet, waar Tommy is Zeg hem, dat hij vrijwillig naar me toe komt en in ruil daarvoor zal ik beloven, mijn best voor hem te doen. Er is natuurlijk nog een alternatief, maar ik heb er altijd een hekel aan, gebruik te maken van ge weld". „Ik zal er over nadenken, mijnheer Higgins. Ubent erg vriendelijk". „Dat is in orde, beste kind". HOOFDSTUK XXXI. Waarin Tommy een goeden raad ontvangt. Gezeten achtei zijn bureau op Scotland Yard, las inspecteur Higgins voor de derde maal' den langen brief van Henry Hamper aan zijn zoon. Indien deze brief geloofd kon worden, had Hamper dus in levensgevaar verkeerd. Hij was zoowel voor Raymond als voor Ma- pell bevreesd. En Raymond was dood, was kort daarna vermoord. Tommy had zijn va der blijkbaar vlak voor het schrijven van dezen brief gesproken en toch had hij, blij kens het proces-verbaal van de schouwing, ontkend zijn vader den laatsten tijd gezien te hebben. Higgens belde en vroeg den bode, die daarop binnenkwam, of deze hem het rapport van agent Summers over de zelfmoordzaak Hamper wilde brengen, als mede den origineelen brief, door Henry Hamper via het bureel van onbestelbare brieven aan Scotland Yard gezonden. Die brief aan Scotland Yard moest ver- valscht zijn. Volgens Sanderson had Mapell hem geschreven. Of anders was deze brief van Hamper aan zijn zoon vervalscht. Die mogelijkheid mocht hij ook niet uit het oog verliezen. Er werd geklopt. „Binnen!" „Het rapport van Summers, meneer, en de brief, waarnaar u vroeg". „Dank je wel." Haastig greep Higgins de genoemde stuk ken. Allereerst vergeleek hij het hand schrift van beide brieven. Voor het geoe fende oog van inspecteur Higgins leek dit op het eerste gezicht hetzelfde, maar toen hij het schrift nauwkeurger met een ver grootglas bestudeerde, ontdekte hij verschil lende kleine afwijkingen, welke er op kon den wijzen, dat een van de beide brieven valsch was. Of beide Ja, dat was ook mogelijk. In ieder geval zag het er naar uit, dat de twee brieven niet door dezelfde hand waren geschreven. Dat was tenminste iets. Nadat hij de brieven nog eens nauwkeu rig bekeken had, opende Higgins het rap port van Summers over de lijkschouwing van Henry Hamper. Er was één punt waar over hij zich zekerheid wenschte te ver schaffen. Had de jonge Hamper werkelijk ontkend, dat hij zijn vader nog kort geleden had ontmoet? Nauwgezet las hij het rapport door. De jonge Hamper had zijn vader geïdentifi ceerd Thomas Hamper kon niet zeggen of de brief in het handschrift van zijn vader was geschreven Neen. Dat was niets definitiefs. Volgens het rapport had Thomas Hamper bij geen enkele gelegenheid ontkend, dat hij zijn vader kort geleden gezien had. Er scheen hem zelfs niet naar gevraagd te zijn. Het was natuurlijk ook mogelijk, dat dit wel gebeurd was, maar dat Summers vergeten had het te memoreeren. H'm. Zelfs al had men hem ernaar gevraagd, dan zou hij er v/aarschijnlijk om gelogen hebben. De oude Hamper had hem vermoedelijk gevraagd zijn mond te houden. En de jonge Hamper had zijn vader gesproken tusschen het oogenblik, waarop juffrouw Hick (waar zou die toch eigenlijk zitten?) den ouden man gewaarschuwd had, dat hij niet meer dron ken thuis mocht komen, en dien tragischen Zondag. Kon dat feit hem helpen? Inspecteur Higgins was in het geheel niet verbaasd, toen hem den volgenden morgen werd medegedeeld, dat een jonge man, Tho mas Hamper genaamd, hem om een onder houd verzocht. Hij was er van overtuigd ge weest, dat Jill Crawford met hem in ver binding was gebleven en dat zijn voorstel en belofte weldra aan den jongen Hamper zou worden overgebracht. Het eenige verrassende school in het feit, dat het aanbod zoo prompt werd geaccep teerd. Waarschijnlijk had Hamper zich heel dicht bij verborgen gehouden. Nadat hij het meisje zijn aanbod had overgebracht, had Higgins tevens een dienstorders uitgevaardigd, blijkens welken Hamper, indien hij gevonden werd, wel onder observatie gehouden moest worden, doch niet gearresteerd mocht worden. Blijk baar waren zijn instructies naar behooren uitgevoerd. „Laat hem binnen, alsjeblieft", zei hij tot den agent, die hem de boodschap had over gebracht, dat Hamper op hem wachtte. Terwijl de jongen een beetje onzeker zijn kamer binnentrad, stond Higgins op en trad hem met uitgestrekte hand tegemoet. „Wel Tommy, ik ben blij, dat je veilig en wel uit het groot huis ontsnapt bent", zei hij. „Alles O.K.?" (Wordt vervolgd.) No. 143 Dit: Zoowel Hitier als M confereeren over de beëindigen van den Mussolini had zijn it zeld van den ministi gaven zich naar den plaats vinden en wa Na de besprekingen van de voor het geb( Hitler en Mussolini Hitler's aankomst Sedert den vroegen ocl de bevolking van Münche bereidingen getroffen voo: den Führer en den Duce. den Führer binnenliep ir dat versierd was met de liaansche vlaggen, werd door een bruisend „heil" menigte. Bij den rit van zijn gevolg door de hoof stad, werden den Führer, veldslagen in het Westen weer in Duitschland terug volking onbeschrijfelijke Rijen dik stond de menig de trottoirs. Alle scholen gister gesloten. Geestdrift jeugd aan de demonstrati rer deelgenomen. Evenal 1937 zal Mussolini weer zij het Prinz Karl-paleis, dat vangst in gereedheid is g Behalve de rijksstadhoi Epp, en de gouwleider waren alle op het oogenb vertoevende persoonlij kh< staat, weermacht en stad met de Duitsche en Italias tooide hoofdstation aanw rijen van troepen verdron schenmenigte en juichte driftig toe. De rit door d< tijdens welke de Führer rechtop in zijn auto stonc triomftocht. Daarna wac! op de voor den middag a: komst van Mussolini. Uit München werd gist De bevolking van Müncfy bewust, dat de oogen van op dit oogenblik op haar daar heel de wereld wacl gen van den Führer en di denkwaardige ontmoeting, beide staatslieden, vindt maanden na de ontmoetin en juist een week na het Italië aan den oorlog, well de zijde van Duitschland. tuigen de mannen en vr< chen van hun trots, dat M waarop het geheele Duitse diepe bewondering èn da zijn Führer en jegens de macht, als eerste stad var sche rijk zich tot woordvo> van het geheele volk om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6