AATSTE RUS
DE
MENSCH EN ZIJN
HOND
NAAR EEN STERKE NEDERLANDSCHE
VOLKSGEMEENSCHAP.
büü DE
RUGGEG RAAT
regeering wil
vergadering
oepen.
.ogsschepen
rransche.
ipvaarders
Wat in ons volk aan meeningen
en plannen leeft.
CECIL FREEMAN CREGG.
de hond.
De baas moet de meester zijn, en
niet
f
Da
van elk goed reclame-plan
CO UR ANTENRECLAME
-
dand
Sxhool
ARTTREINEN.
irouwbare bron, ver-
ctie der Ned. Spoor-
verleend voor het
ien naar het bede-
>o. De extra-trein
stoppen tot het uït-
i reizigers.
zal zijn hersteld, met
ongekend succes den
iet eerste klassers, die
om jongere spe-
bben laten voorbij -
eerste klasser is voor
wil men de in de
:te publieke belang-
uden. Alleen onder
:al men in Utrecht de
st hart tegemoet kun-
neer men ook nog
t feit, dat het komen-
onder buitengewone
irloopen.
en nieuwe constitutie.
ivas meldt, dat de
t voornemen heeft
n nationale vergade-
De regeering wil het
volmachten vragen
we constitutie te gc-
gezag van maar-
ïdwetsherziening zou
:ader van de bestaan-
jinselen en van de
iwe constitutie zal,
door de nationale
eratificeerd of door
van de nationale
<t hieraan toe, dat
:s een groote verte-
;ereserveerd.
'ransche pers over de
mingen.
;rrand wordt gemeld,
e hervorming van de
-, die den snellen her-
nogelijk moet maken,
icht. Het „Journal"
demand ernstig zal
i instellingen en het
inveranderd kunnen
sien" schrijft dat de
Trankrijk met ver
in wacht op elk be-
'étain te Vichy zal
st op de noodzakelijk-
istellingen te reorga-
reenvoudigen en aan
e eischen des lands,
eft voor zijn herstel
'svertoon noodig.
Ier Italiaansche pers.
tendbladen schenken
constitutioneele her-
ankrijk is aangekon-
l zou hebben de fou-
an het parlementaire
itaire plutocratie. De
jst er op, dat deze
irming zou moeten
door een national e
doel bijeen geroepen
>n die op doortasten-
le lichaam moet ver-
ekomstige parlement
ring in te voeren.
op, dat volgens een
nen ook in Engeland
ïervormingen" onder
italitairen en anti-
„Popoio di Roma"
n de eerste gevolgen
oelen.
schepen moeten
iden.
is in den afgeloo-
het volgende offi-
geven:
3 Juli is een be-
ijdmacht, vooral be-
ihepen, die van de
verschenen voor de
'ir, de vlootbasis van
eel van de Fransche
e en de Strassbourg
Istandsverdrag voor
al richtte tot den
airaal, vice-admiraal
over te geven dan
it zinken te brengen.
J stond een termijn
et nemen van een
p den afloop van de-
ervliegtuigen van de
middel van magne-
van Mers El Tebir af.
:he admiraal weiger-
apende de Britsche
vuur op de Fransche
EERSTE BLAD.
menschelijke wet. Het schoot Higgins ech
ter te binnen dat de man misschien nog niet
heelemaal dood was en heel voorzichtig
draaide hij het lichaam om.
Een uitroep, welke zich hier niet laat
weergeven, ontsnapte aan zijn lippen.
Hij staarde in het doode gelaat van den
heer Tyndall, den wapenhandelaar van
Shoreditch
HOOFDSTUK XXXVIII.
Waarin inspecteur Higgins verslag
uitbrengt.
niet te qualificeeren
communiqué verder,
«ring aan de naast de
van Alexandrië voor
;n het bevel gegeven
naar open zee te
;eweld.
angezien deze aanval
3, daar hij gepleegd
nopt van gisteren
Kloppende Hoofdpijn.
Veilig en vlug als geen ander helpt hierbij
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct.
landsche volk bij voortduring blijk heeft
gegeven, de Nederlandsche vrijheden en
tradities op hoogen prijs te stellen, en dat
van een verlangen van eenige importantie
naar een wijziging in regeeringsvorm of
-stelsel bij ons volk in zijn geheel niets
hoegenaamd is gebleken".
Een geheel anderen ton laat dan weer „De
Tijd (R.K.) hooren: „De oude wereld waar
in de parlementaire democratie gehuwd was
aan het kapitalisme en de vrijheidsgedach
te aan de geldmacht, is ontmanteld en ont
kracht". Er moet nu een „nationale con
centratie" komen, met als doelwit de vol
ledige verwezenlijking van de corporatieve
en sociale ordening van het economische
leven. „Bij de vestiging van deze sociale
orde moeten wij den weg voor eendrach
tige samenwerking van het geheele volk
vinden onder een sterk gezag, dat alleen in
staat is de massale vraagstukken van dezen
tijd met de vereischte snelheid, in orde en
recht, op te lossen; een sterk gezag, dat
met het kostbare bezit van den rechtsstaat
niet onvereenigbaar isWij vertrouwen,
dat de mannen, die dit willen en kunnen
doen mannen, die door hun verdiensten
gewaarborgd en anderzijds niet door hun
verleden verbruikt zijn naar voren zul
len treden".
„Welke veranderingen zich ook in de toe
komst mogen voltrekken, afscheid zal moe
ten worden genomen van de liberalistiseh-
kapitalistische gedachtenwereld", aldus laat
„Het Volk" (soc. dem.) zijn stem hooren.
„In den storm van den tijd, dien wij be
leven, kopt een nieuwe sociale orde aan de
poort."
Voor de chr. historische „Nederlander"
staat het vast, dat, wanneer ons volk op den
grondslag van de aloude nationale waarden
zijn bijdrage in den opbouw van de nieuwe
samenleving kan leveren, „niet aan een of
aan enkele groepen de leiding zal moeten
toevallen, maar wij bereid zullen moeten
zijn als volk gezamenlijk een nieuw begin
te maken Wij koesteren de hoop, dat
die bereidheid, indien daarop een beroep
zal worden gedaan, aanwezig zal blijken.
De verschillen in overtuiging, die er van
oudsher zijn geweest, behoeven daaraan niet
in den weg te staan".
Dien roep om Nederlands beste krachten
hoort men ook in het „Utrechtsch Dagblad"
(lib.): „Noch aan sectaristen, noch aan mo
nopolisten bestaat op dit oogenblik behoef
te. Wel aan reëel denkende, besluitvaardige,
karaktervaste en snel handelende mannen
uit één stuk". En voorts: „Mutatie-vrees en
zetelvastheid mogen aan het welzijn des
volks niet in den weg staan. Ook van de zit
tende mannen mag in het belang des volks
maar ook slechts dan een offer worden
gevraagd Ieder verzuim, zelfs ieder uit
stel ten deze zal tot, door geen bewust Ne
derlander gewenschte, consequenties leiden".
Het weekblad „De Waag" (fascistisch) is
van meening, dat „een nieuw stelsel van
veel betere volksche organisatie, misschien
mag men wel zeggen: een systeem van waar
lijk Germaansche democratie aan het worden
is." In dezen geest schrijven ook de nat.-soc.
organen.
Het Handelsblad geeft tenslotte zijn
eigen meening: De beste en meest deskun
dige figuren in Nederland moeten elkander
thans vinden om een hervorming voor te
bereiden waarom de nieuwe omstandighe
den vragen. Maar dan een vernieuwing in
echt-Nederlandschen geest, met behoud dus
van onze hoogste nationale waarden van
geestelijke vrijheid en verdraagzaamheid.
Ons volk zal steeds willen openstaan voor
het nieuwe op elk gebied; maar het zal aan
dit nieuwe steeds op Nederlandsche, eigen
wijze willen vorm geven. Naar eigen karak
ter, naar eigen aard. In dien zin willen wij,
ook evolueerend, ons eigen geestesmerk
blijven dragen.
JieuiMetou
de richting van het licht vuurde. Twee
lichtstralen, bijna gelijktijdig gevolgd door
het geluid van twee schoten en Higgins
voelde een stekende pijn in zijn kuit.
Dan weer absolute stilte, welke dubbel
afstak na het lawaai van zooeven. Inspec
teur Higgins dorst zich niet te bewegen. De
pijn in zijn been was leelijk genoeg, maar
bovendien voelde hij een sterke behoefte
om te kuchen. De rook van het cordiet was
in zijn longen doorgedrongen en het was
alleen maar de gedachte dat de beide an
deren in een zelfden toestand moesten ver-
keeren, welke hem ervan terug vermocht te
houden eens flink te hoesten teneinde zijn
keel van dien prikkelenden rook te bevrij
den.
Eindelijk hield hij het niet langer uit.
Zijn schoten schenen geen uitwerking ge
had te hebben, tenzij of Mapell of Hecken-
stein gewond was en zij hun verwonding
met dezelfde stoïcijnsche kalmte verdroegen
als Higgins zelf. Vastbesloten kwam hij
overeind. Daar hij vlak bij de deur stond,
zocht hij naar den schakelaar van het licht.
Het was nu of nooit. Hij had één of hoog
stens twee kogels in zijn revolver over. De
plicht schreef hem voor tot arrestatie over
te gaan. Misschien kon hij hen overbluffen.
Zoo niet, dan zou Mapell of Heckenstein
overblijven om door den plaatselijken in
specteur, wanneer die eindelijk eens arri
veerde, gearresteerd te worden.
Hij draaide den schakelaar om
Behalve de kat, die midden op den vloer
van de kamer rustig zijn pooten zat af te
likken was de kamer leeg. Toen vloog de
deur van de kamer open en de inspecteur
stormde met zijn mannen binnen.
„Ben je daar eindelijk!" Die banale op
merking verbrak de spanning en aller
oogen richten zich op een gordijn aan het
andere einde van de kamer, dat zachtjes
heen en weer bewoog, hoewel er geen
zuchtje te bekennen was!
„Daarachter! Voorzichtig, ze zijn gewa
pend".
„Dat hoorde ik", merkte de plaatselijke
inspecteur droogjes op.
Achter het gordijn bevond zich een deur,
waarvan de sleutel hen tegenlachte. In hun
haast hadden Mapell en Heckenstein geen
tijd gehad die mee te nemen, wat maar
goed was ook.
Higgins probeerde de deur, die onwrik
baar vast zat, terwijl uit de geluiden die
tot hen doordrongen uit de andere kamer
bleek, dat de twee achtervolgden bezig wa
ren een barricade op te richten.
„Hé daar, jullie! Je kunt je beter over
geven, want we zijn met zoovelen, dat wan
neer je ons allemaal doodschiet, er zeker
nog een half dozijn overblijft!"
Een van de agenten grinnikte maar ver
der werd er niets gehoord.
„Vooruit inspecteur, we kunnen niet
wachten tot ze die deur heelemaal hebben
vastgezet".
Higgins drukte zijn schouders tegen de
deur en dadelijk volgden een paar anderen
zijn voorbeeld. Een gelijkmatige druk en de
deur begon langzaam te wijken. Toen de
barricade eindelijk met een hevig lawaai
onderste boven viel, tuimelde zoowel Hig
gins als zijn beide helpers de kamer bin
nen.
Op hetzelfde oogenblik klonk er uit de
kamer een schot, dat de run van den in
specteur en zijn helpers even stopte. Hun
aarzeling duurde echter maar kort en een
seconde later was de kamer vol menschen.
De inspecteur draaide het licht aan en on
middellijk stonden zij allen doodstil.
Met het gezicht naar omlaag, de rooken-
de revolver nog in de hand, lag daar in een
bloedplas het lichaam van een man, terwijl
in den versten hoek van de kamer een
tweede man stond, die met zijn rechterarm
zijn oogen tegen het licht beschermde. Ka
rakteristiek voor hem, liep Higgins dadelijk
op dezen laatsten man toe, daar hij de
eenige was, die hen nog moeilijkheden zou
kunnen bezorgen.
„Steek je handen maar omhoog, jon
gen!"
De man bewoog zich niet. Higgins greep
zijn pols en trok met een ruk de arm om
laag. Dan deinsde hij verschrikt achteruit.
Dwars over het hoofd van den man liep een
diep rood spoor, blijkbaar veroorzaakt door
een kogel en uit den blik uit de oogen zag
de inspecteur terstond, dat de man althans
voorloopig blind was.
Higgins staarde hem medelijdend aan.
Toen herkende hij hem. Het was Hecken
stein, de lang gezochte autodief en moor
denaar uit Amerika.
En de ander moest dus Mapell zijn.
Higgins keek naar de onbeweeglijke fi
guur. De man had zichzelf het leven beno
men, zich daardoor onttrekkend aan de
Inspecteur Higgins keerde den volgen
den dag in een nadenkende, opgewekte
stemming terug naar Scotland Yard. De
zaak was zoo goed als voor elkaar en hoe
wel hij ongetwijfeld geluk had gehad, ver
heugde hij zich toch in zijn succes.
Voor zijn eigen satisfactie had de inspec
teur net zoo lang in de kamer, waar de
laatste strijd gestreden was, doorgebracht,
tot hij alle kogels, welke uit zijn revolver
waren afgevuurd, had teruggevonden. De
drie kogels, welke hij had gebruikt om het
slot onklaar te maken, waren niet verder
gegaan, maar de vierde welke hij in de
richting van het door de kat veroorzaakte
geluid had afgeschoten, werd ontdekt in
den vloer dicht bij den muur. De laatste
werd tot zijn groote verrassing gevonden
in het plafond, wel een bewijs van zijn fa
natieke poging om uit de lichtstraal van de
lantaarn te geraken.
Wordt vervolgd.
De bullebijter ziet er doorgaans
gevaarlijker en woester uit, dan. hij in
de praktijk blijkt te zijn.
de Fransche admiraliteit zonder verwijl aan
alle oorlogsschepen, die zich in volle zee
bevinden, instructie gegeven om de Britsche
koopvaardijschepen, welke zij ontmoeten,
aan te houden en op iederen nieuwen aanval
met vuur te antwoorden".
Nader wordt uit Berlijn gemeld:
Ten aanzien van het optreden van
de Engelschen bij Oran, verneemt het
D.N.B. nog, dat de Engelscht vloot
groep, die Woensdag voor Oran ver
scheen, bestond uit drie slagschepen
een vliegtuigmoederschip, 3 kruisers,
en een lichte flotilje.
Nadat de Fransche admiraal de En-
gelsche eischen had afgewezen, open
den de Engelschen vuur. De Fransche
vlooteenheden aanvaardden den
strijd. Tegen 19 uur ontwikkelde zich
een zeeslag tusschen de Fransche en
de Britsche zeestrijdkrach'en, over het
verloop waarvan op het oogenblik
nog geen berichten zijn ontvanger
Ook de in Engeland liggende Fran
sche schepen hebben van hun regee
ring hevel gekregen eveneens met ge
weld zee te kiezen en volgens we wa
penstilstandsvoorwaarden Brest aan
te doen.
Nu ons volk zich geleidelijk uiterlijk maar
ook innerlijk begint te herstellen van de
zware slagen, welke het getroffen hebben,
voelt men alom en zoeken en tasten naar
nieuwe vormen voor ons nationaal bestaan,
zoowel op politiek, als op sociaal en econo
misch gebied: zoeken en tasten want hoe
het in de toekomst alles precies worden zal,
weet nog niemand, aldus lezen wij in het
Hbld.
Derhalve kon het ook niet anders, dan dat
in de laatste weken in verschillende krin
gen, en meest onafhankelijk van elkaar,
denkbeelden werden overwogen om de
nieuwe omstandigheden niet eenvoudig pas
sief over ons heen te laten komen, maar
met eigen constructieve krachten daaraan
voor zoover thans mogelijk stuur te
geven.
Het is niet verwonderlijk, dat
deze denkbeelden elkaar nóch in
opzet, nóch in voorloopige uitwer
king overal dekken. Maar toch
spreekt er steeds dezelfde a 1-
gemeene bed oe ling uit, na
melijk deze: de vorming van een
sterke nationale eenheid en van
een, aan de eischen van den nieu
wen tijd aangepaste, volksgemeen
schap.
De ideeën beginnen echter van elkaar te
verschillen, waar het gaat om de mate en
de wijze, waarin en waarop dit nieuwe ver
wezenlijkt zal moeten worden. Bij een ge
meenschappelijke eindbedoeling kan echter
ook uit deze verscheidenheid iets sterks
groeien dat op ware en vrije overtuiging
berust.
Men kan deze verschillende denkbeelden
reeds spoedig in twee, overigens niet scherp
van elkaar te scheiden, groepen onderbren
gen. Het blijkt dan' dat sommigen met een
reconstructie, een herziening, een saneering
van het „oude" meenen te kunnen volstaan,
terwijl anderen, zonder op revolutionnaire
wijze met dat oude te willen breken, juist
van meening zijn, dat thans van iets
nieuws moet worden uitgegaan, dat
los staat van oude belemmeringen en
bieden voor aanpassing aan de plotseling
zoo sterk veranderde verhoudingen.
In een bloemlezing geeft het Hbld. ver
volgens een aantal van die verschillende
plannen en meeningen in het kort weer.
Zoo vinden wij, om te beginnen, in „De
Maasbode" (R.K.) een pleidooi voor de vor
ming van een nationaal blok. Het
blad dringt er daarbij met grooten nadruk
op aan, dat de voormannen der katholieke,
soc.-democratische, anti-revolutionnaire,
chr.-historische, vrijz.-democratische en
liberale partijen ten spoedigste met elkaar
in contact zullen treden. Ook een ds.
Kersten of een Van Houten, behoeft niet te
worden uitgesloten.
In een al iets anderen geest laat dr. H.
Colijn zich uit, wanneer hij in zijn zoo juist
verschenen brochure „Op de grens van twee
werelden" o.m. de opmerking maakt dat hij
geen anderen weg ziet dan dat de leiders
van de groote politieke partijen van weleer
de handen nu ineenslaan. Eerst om in eigen
kring het besef te verdiepen waar het om
gaat, wat er op het spel staat. Dat is: be
houd onzer geestelijke vrijheden en vervol
gens de vorming van een nationaal front,
gerepresenteerd door personen, die met
recht kunnen spreken namens een overwel
digende meerderheid van het Nederlandsche
volk, die het zedelijke recht bezitten, de
wenschen van het Nederlandsche volk on
der de aandacht der Duitsche overheid te
brengen". Aan het blad van dr. Colijn, „De
Standaard", is voorts nog het volgende ont
leend: Dat wij staan voor een „Wende der
Weltwirtschaft" moet als waarschijnlijk
juist worden aanvaard.
De „Nieuwe Rott. Courant" (lib.) hoopt
op „een herleving van den publieken
geest". Het blad erkent, dat zelfs p r i n c i-
p i e e 1 e hervormingen dringend zijn ge-
wenscht. „Doch daar staat tegenover, dat
de overgroote meerderheid van het Neder-
Door
64)
Inspecteur Higgins hield zijn blikken ge
spannen in de richting waar hij dacht zijn
lantaarn te hebben achtergelaten, terwijl
hij zn ooren inspande om elk geluid op te
vangen. Hij had echter een dergelijke af
stand afgelegd dat hij er heelemaaal niet
zeker van was waar hij de lantaarn werke
lijk had neergezet.
Met alle zenuwen gespannen, gereed di
rect te vuren of om, zoo noodig, direct op
zij te springen, stond hij daar.
Toen een van zijn tegenstanders einde
lijk in de door hem opgezette val liep, trof
het hem toch nog onverwachts, want toen
een van de mannen op de lantaarn trapte
of het ding op een of andere wijze aan
raakte, bleek de daardoor ontstane licht
straal juist op den inspecteur gericht te
zijn, die gedurende één seconde, verblind
door het licht, onbewegelijk bleef staan, 'n
duidelijke prooi voor de anderen. Daarop
wierp hij zich terstond opzij, terwijl hij in
i
Meesterschap over den hond is een van
de redenen, een van de vei-klaringen, zoo
men wil, voor de gehechtheid van den hond
aan den mensch. Het is prof. Buitendijk uit
Groningen, die hierop ook in een van zijn
vele boeken over dierpsychologie de aan
dacht vestigt. Maar ook in de practijk blij
ken de soms wonderlijke gevolgen van dit
meesterschap meer dan eens. Eensdeels valt
hieruit bijvoorbeeld misschien wel te ver
klaren, dat een hond, die slecht behandeld
wordt, deze slechte behandeling toch meer
malen met een goede daad reciproceert en
in ieder geval ook zijn slechten meester
trouw blijft.
Anderzijds heb ik zelf in de kynologische
practijk dikwijls treffende staaltjes gezien
van honden, die metterdaad hun „meester"
vonden, erkenden en, vooral ook gehoor
zaamden. Ik herinner mij b.v. het geval van
een Duitschen herdershond- reu, een echte
wat men noemt, harde hond, die voor zijn
baas, die hem van pup af had groot gebracht
het diepste respect had en hem punctueel
gehoorzaam was, maar zich van ieder ander
net precies niets aantrok. Deze hond werd
naar elders verkocht. Zijn nieuwe baas
kwam hem halen en hij ging mee als een
lam. Maar den volgenden dag kwam er al
een telefoontje van den nieuwen naar den
ouden eigenaar, dat er met het dier een
voudig geen huis te houden was. Hij ging
te keer als een dolle stier, was niet te re-
geeren, noch met slaag, noch met goeie
woorden, zoodat iedereen hem maar liever
uit de buurt bleef. En of de oude baas nu
maar eens even wou komen om dien leeuw
tot rede te brengen.
Individualiteit bij den hond.
De oude baas was een verstandig man en
zei, dat hij niet kwam, want dat zou de si
tuatie nog maar verergeren. En hij gaf der.
nieuwen eigenaar den raad het eenvoudig
met Nero uit te vechten; hoe gek dat advies
ook moge klinken, het was juist want de
eenige weg voor den nieuwen eigenaar om
den leeuw er onder te krijgen en er onder te
houden.
De nieuwe baas, ook een verstandig
man, en bovendien voor geen klein ge
ruchtje vervaard, besloot den raad op
te volgen. Hij trok een oud pak aan en
een paar stevige handschoenen en is het
in letterlijken zin met Nero gaan uit
vechten. Het duurde niet lang of de
hond lag onder en hij heeft toen een
uitvoerig pak slaag gehad zijn
laatste. Want van stonde af aan heeft
de man aan Nero geen kind meer gehad.
Hij bleef dezelfde harde hond, die hij al
tijd geweest was, maar hij had een nieuwen
meester gevonden, wien hij zijn verdere le
ven alle aanhankelijkheid heeft betuigd,
waarover hij beshikte en die er een juweel
van een hond aan heeft gehad. Maar Nero
Neen, het meesterschap over den hond
behoeft zich heusch niet alleen en uitslui
tend te uiten via een stok of een zweep, in
tegendeel, wie het met zijn moreele over
wicht af kan, dus alleen met stem en oogen
is veel beter af, en de hond van zulk een
baas natuurlijk ook. Maar in ieder geval, de
baas moet inderdaad baas zijn, en niet de
hond, zooals helaas nog maar al te veel
voorkomt.
De meeste honden zullen onmiddellijk re-
ageeren op een kort, toornig uitgesproken
woord, te meer, omdat zij, behoudens enke
le dagelijks terugkeerende zooals „uit",
„vrouw", „mand" en natuurlijk de dres-
suurwoorden, niet direct de beteekenis van
de woorden begrijpen, doch uiterst fijn zijn
ingesteld op den toon, waarop de woorden
worden uitgesproken.
Neemt U zelf maar eens een proef,
en zegt U eens met een prijzend ge
luid tegen Uw Bello: „Je bent toch ei
genlijk een lam vervelend dier". Hij
zal kwispelend op U afkomen en U be
danken voor zooveel goedheid. Maar
zeg eens op boezen toon „lieve hond"
en Bello zal het hoofd ter aarde buigen
en zich afvragen, wat hij nu weer heeft
uitgehaald dat de toorn des meesters
heeft opgewekt.
Trouwens, iedere dierentemmer, die vol
gens moderne dierpsycbologische methoden
werkt, kent deze ervaringen, en benut ze
voor de volle honderd procent in zijn dage-
lijkschen omgang met veel minder „gecivi
liseerde" dieren dan onze hond. De stem,
de stem buiging speciaal, en het oog, het
harde, dwingende oog van den mensch,
doen ontzaglijk veel, zelfs bij de wildste
dieren, naar de bekende dompteur de Jesse-
lin de Jong mij herhaaldelijk verzekerde.
De temmerszweep is in de meeste gevallen
maar „show", ht eigenlijke werk doet het
menschelijke oog, en dat is het heele ge
heim, waarom een temmer bijna nooit met
zijn rug naar zijn dieren toestaat.
Neemt u zelf de proef maar weer eens,
en kijk uw Bello strak aan, zonder een spier
van uw gezicht te verroeren; tien tegen een,
dat hij verlegen den kop afdraait. Willy Ha
genbeek noodigde mij eens uit, een tijger
door de tralies van de kooi over den kop te
aaien. Toen ik even aarzelde, verzekerde hij
hij, dat ik het in alle gerustheid kon doen,
mits ik het dier maar strak bleef aankij
ken. Ik herinnerde me mijn ervaringen met
honden, en benaderde den tijger, zooals ik
een mij onbekenden hond zou hebben be
naderd, die niet erg betrouwbaar uit zijn
oogen keek. Het ging, de reuzenkat liet zich
rustig over den kop aaien, en begon nog te
spinnen ook!
Zooeven had ik het over harde en zachte
honden, en over het karakter. Het moge
den leek misschien wat vreemd in de ooren
klinken, maar elke hond is inderdaad een
individu, dat men moet leeren kennen op
zijn speciale eigenschappen. De eene is uit
gesproken lui, 'n tweede daarentegen heeft
een onverwoestbare arbeidslust, een derde
voelt niets voor reizen per trein of auto,
terwijl zijn nestbroer de auto niet is uit te
slaan, doch een hevigen hekel heeft aan
loopen naast de fiets, deze is humeurig van
aard, gene doorloopend goed gemutst, en
zoo in alle variaties waarbij het dikwijls op
merkelijk is, dat zulke geestelijke eigen
schappen zich bij het doorfokken op een
bepaalden stamvader vererven.
Ik heb zelf een grootmoeder en klein
dochter gehad, die in geestelijk opzicht el-
kaars evenbeeld waren, dikwijls tot in klei
ne bizonderheden. Maar het geslacht ertus-
schen week dan ook in alle opzichten af,
vrijwel voor de volle honderd procent, zoo
wel in positieven als in negatieven zin.
Met dezen individueelen aanleg van den
hond, die ons eigendom is geworden, heb
ben we rekening te houden, vooral als we
hem wat willen gaan leeren. Want u ver
beelde zich toch vooral niet dat u een hond
iets kunt leeren, waarin hij hoegenaamd
geen zin heeft, of waartoe hij geen aanleg
bezit. Dan is het vrijwel uitgesloten.
KYNOLOOG.
was er nu eenmaal een, die alleen één Mees
ter erkende.
Ik geef dit uiteraard alleen als voorbeeld
en wil er allerminst mee zeggen, dat men
iederen ongehoorzamen hond maar een
vechtpartij en een uitvoerig pak slaag moet
aandoen. Alleen een harde hond zal een pak
slaag zonder wrok accepteeren, als hij het
tenminste verdiend heeft, want op dat punt
zijn de meeste honden uiterst gevoelig, maar
honden met een weeker karakter kan men
met slaan hopeloos bederven, vooral in dien
zin, dat zij dan meer onder de kruipende,
dan onder de loopende dieren kunnen wor
den gerangschikt. Een deskundig oog ont
dekt onmiddellijk den hond die veel klap
pen krijgt.
N.V. ALKMAARSCHE EXPORTVEILING.
ALKMAAR, 3 Juli 1940. Op de heden ge
houden veiling werd betaald voor: Aard
appelen, 3.805.80 en Roode kool 7.20
per 100 kg; Aardbeien 3273 per 100
slof; Aalbessen 8f 11, Doperwten f 4.50
7, Druiven 3130, Peulen 817,
Snijboonen 11.50f 16.50, Dubbele sper-
cieboonen 14.5016, Tomaten 7.60
10,80 per 100 pond; Andijvie 11.90,
Bloemkool le s. f 813.50, 2e s. 47,
Kropsla f 1f 2.90, Komkommers 4
6.70, Meloenen 1622 en Perziken 6
14 per 100 stuks; Peterselie 2.60
3.80, Rabarber 2.603.60, Selderie
0.50—1.50, Uien 4.60—8.90 en Worte
len 57 per 100 bos; Postelein per
bakje 2032 cent; Spinazie per bak (16
pond) 1648 cent.
AMSTERDAM, 4 Juli 1940. Op de heden
gehouden aardappelenmarkt waren de prij
zen onveranderd. Aanvoer 324.000 kg.
SCHAGEN, 4 Juli 1940. Op de heden ge
houden weexveemark waren aanvoer en
prijzen als volgt: 35 Pparden 205775;
20 Geldekoeien (mag.) f 120150; 70
Geldekoeien (vette) f 220—350; 5 Kalf-
koeien 180—290; 5 Pinken 80—120;
75 Nuchtere kalveren 618; 74 Schapen
(vette) 1831; 110 Lammeren 7
15.50; Bokken en Geiten 810; 13
Varkens (mag.) 3035; 16 Varkens
(vette) per kg 6366 cent; 69 Biggen 14
20; Kippen 0.801; 50.000 stuks Kip
eieren 3.704.40.
BROEK OP LANGENDIJK, 4 Juli 1940.
(Langendijker Groentenveiling). 6950 kg
Roode kool 4.906.40; 300 kg Gele kool
6.40; 6650 kg Tomaten: A 20—20.10, B
20, C 20, CC 12 10—12.60; 1830 bos
Peen 5.50f 6.20; 244000 kg Aardappelen:
Schotsche muizen 55.40, Drielingen
3.70— ƒ5.50, Kriel 1.90—3.10, Blauwe
Eigenheimers 78; 50 kg Snijboonen
17.80—18.10; 135 kg Slaboonen 24.20—
25.10; 135 kg Tuinboonen 4.60.
NOORDSCHARWOUDE, 4 Juli 1940
(Noordermarktbond). 160200 kg Aardappe
len: Schotsche muizen 55.40, Drieling
muizen 3.805, Bonken 5 en Kriel
1.502.10.
WARMENHUIZEN, 3 Juli 1940. 40050 kg
Aardappelen: Schotsche muizen 55.10,
grove 5 en drielingen 4.104.50.
HOORN
Op de kaasmarkt waren heden aange
voerd twee stapels kleine boerenkaas, we
gende 520 kilo. De prijs was f 27 per 50
kilo. De handel was goed.