AATSTE RUS DE MENSCH EN ZIJN HOND NAAR EEN STERKE NEDERLANDSCHE VOLKSGEMEENSCHAP. büü DE RUGGEG RAAT regeering wil vergadering oepen. .ogsschepen rransche. ipvaarders Wat in ons volk aan meeningen en plannen leeft. CECIL FREEMAN CREGG. de hond. De baas moet de meester zijn, en niet f Da van elk goed reclame-plan CO UR ANTENRECLAME - dand Sxhool ARTTREINEN. irouwbare bron, ver- ctie der Ned. Spoor- verleend voor het ien naar het bede- >o. De extra-trein stoppen tot het uït- i reizigers. zal zijn hersteld, met ongekend succes den iet eerste klassers, die om jongere spe- bben laten voorbij - eerste klasser is voor wil men de in de :te publieke belang- uden. Alleen onder :al men in Utrecht de st hart tegemoet kun- neer men ook nog t feit, dat het komen- onder buitengewone irloopen. en nieuwe constitutie. ivas meldt, dat de t voornemen heeft n nationale vergade- De regeering wil het volmachten vragen we constitutie te gc- gezag van maar- ïdwetsherziening zou :ader van de bestaan- jinselen en van de iwe constitutie zal, door de nationale eratificeerd of door van de nationale <t hieraan toe, dat :s een groote verte- ;ereserveerd. 'ransche pers over de mingen. ;rrand wordt gemeld, e hervorming van de -, die den snellen her- nogelijk moet maken, icht. Het „Journal" demand ernstig zal i instellingen en het inveranderd kunnen sien" schrijft dat de Trankrijk met ver in wacht op elk be- 'étain te Vichy zal st op de noodzakelijk- istellingen te reorga- reenvoudigen en aan e eischen des lands, eft voor zijn herstel 'svertoon noodig. Ier Italiaansche pers. tendbladen schenken constitutioneele her- ankrijk is aangekon- l zou hebben de fou- an het parlementaire itaire plutocratie. De jst er op, dat deze irming zou moeten door een national e doel bijeen geroepen >n die op doortasten- le lichaam moet ver- ekomstige parlement ring in te voeren. op, dat volgens een nen ook in Engeland ïervormingen" onder italitairen en anti- „Popoio di Roma" n de eerste gevolgen oelen. schepen moeten iden. is in den afgeloo- het volgende offi- geven: 3 Juli is een be- ijdmacht, vooral be- ihepen, die van de verschenen voor de 'ir, de vlootbasis van eel van de Fransche e en de Strassbourg Istandsverdrag voor al richtte tot den airaal, vice-admiraal over te geven dan it zinken te brengen. J stond een termijn et nemen van een p den afloop van de- ervliegtuigen van de middel van magne- van Mers El Tebir af. :he admiraal weiger- apende de Britsche vuur op de Fransche EERSTE BLAD. menschelijke wet. Het schoot Higgins ech ter te binnen dat de man misschien nog niet heelemaal dood was en heel voorzichtig draaide hij het lichaam om. Een uitroep, welke zich hier niet laat weergeven, ontsnapte aan zijn lippen. Hij staarde in het doode gelaat van den heer Tyndall, den wapenhandelaar van Shoreditch HOOFDSTUK XXXVIII. Waarin inspecteur Higgins verslag uitbrengt. niet te qualificeeren communiqué verder, «ring aan de naast de van Alexandrië voor ;n het bevel gegeven naar open zee te ;eweld. angezien deze aanval 3, daar hij gepleegd nopt van gisteren Kloppende Hoofdpijn. Veilig en vlug als geen ander helpt hierbij altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct. landsche volk bij voortduring blijk heeft gegeven, de Nederlandsche vrijheden en tradities op hoogen prijs te stellen, en dat van een verlangen van eenige importantie naar een wijziging in regeeringsvorm of -stelsel bij ons volk in zijn geheel niets hoegenaamd is gebleken". Een geheel anderen ton laat dan weer „De Tijd (R.K.) hooren: „De oude wereld waar in de parlementaire democratie gehuwd was aan het kapitalisme en de vrijheidsgedach te aan de geldmacht, is ontmanteld en ont kracht". Er moet nu een „nationale con centratie" komen, met als doelwit de vol ledige verwezenlijking van de corporatieve en sociale ordening van het economische leven. „Bij de vestiging van deze sociale orde moeten wij den weg voor eendrach tige samenwerking van het geheele volk vinden onder een sterk gezag, dat alleen in staat is de massale vraagstukken van dezen tijd met de vereischte snelheid, in orde en recht, op te lossen; een sterk gezag, dat met het kostbare bezit van den rechtsstaat niet onvereenigbaar isWij vertrouwen, dat de mannen, die dit willen en kunnen doen mannen, die door hun verdiensten gewaarborgd en anderzijds niet door hun verleden verbruikt zijn naar voren zul len treden". „Welke veranderingen zich ook in de toe komst mogen voltrekken, afscheid zal moe ten worden genomen van de liberalistiseh- kapitalistische gedachtenwereld", aldus laat „Het Volk" (soc. dem.) zijn stem hooren. „In den storm van den tijd, dien wij be leven, kopt een nieuwe sociale orde aan de poort." Voor de chr. historische „Nederlander" staat het vast, dat, wanneer ons volk op den grondslag van de aloude nationale waarden zijn bijdrage in den opbouw van de nieuwe samenleving kan leveren, „niet aan een of aan enkele groepen de leiding zal moeten toevallen, maar wij bereid zullen moeten zijn als volk gezamenlijk een nieuw begin te maken Wij koesteren de hoop, dat die bereidheid, indien daarop een beroep zal worden gedaan, aanwezig zal blijken. De verschillen in overtuiging, die er van oudsher zijn geweest, behoeven daaraan niet in den weg te staan". Dien roep om Nederlands beste krachten hoort men ook in het „Utrechtsch Dagblad" (lib.): „Noch aan sectaristen, noch aan mo nopolisten bestaat op dit oogenblik behoef te. Wel aan reëel denkende, besluitvaardige, karaktervaste en snel handelende mannen uit één stuk". En voorts: „Mutatie-vrees en zetelvastheid mogen aan het welzijn des volks niet in den weg staan. Ook van de zit tende mannen mag in het belang des volks maar ook slechts dan een offer worden gevraagd Ieder verzuim, zelfs ieder uit stel ten deze zal tot, door geen bewust Ne derlander gewenschte, consequenties leiden". Het weekblad „De Waag" (fascistisch) is van meening, dat „een nieuw stelsel van veel betere volksche organisatie, misschien mag men wel zeggen: een systeem van waar lijk Germaansche democratie aan het worden is." In dezen geest schrijven ook de nat.-soc. organen. Het Handelsblad geeft tenslotte zijn eigen meening: De beste en meest deskun dige figuren in Nederland moeten elkander thans vinden om een hervorming voor te bereiden waarom de nieuwe omstandighe den vragen. Maar dan een vernieuwing in echt-Nederlandschen geest, met behoud dus van onze hoogste nationale waarden van geestelijke vrijheid en verdraagzaamheid. Ons volk zal steeds willen openstaan voor het nieuwe op elk gebied; maar het zal aan dit nieuwe steeds op Nederlandsche, eigen wijze willen vorm geven. Naar eigen karak ter, naar eigen aard. In dien zin willen wij, ook evolueerend, ons eigen geestesmerk blijven dragen. JieuiMetou de richting van het licht vuurde. Twee lichtstralen, bijna gelijktijdig gevolgd door het geluid van twee schoten en Higgins voelde een stekende pijn in zijn kuit. Dan weer absolute stilte, welke dubbel afstak na het lawaai van zooeven. Inspec teur Higgins dorst zich niet te bewegen. De pijn in zijn been was leelijk genoeg, maar bovendien voelde hij een sterke behoefte om te kuchen. De rook van het cordiet was in zijn longen doorgedrongen en het was alleen maar de gedachte dat de beide an deren in een zelfden toestand moesten ver- keeren, welke hem ervan terug vermocht te houden eens flink te hoesten teneinde zijn keel van dien prikkelenden rook te bevrij den. Eindelijk hield hij het niet langer uit. Zijn schoten schenen geen uitwerking ge had te hebben, tenzij of Mapell of Hecken- stein gewond was en zij hun verwonding met dezelfde stoïcijnsche kalmte verdroegen als Higgins zelf. Vastbesloten kwam hij overeind. Daar hij vlak bij de deur stond, zocht hij naar den schakelaar van het licht. Het was nu of nooit. Hij had één of hoog stens twee kogels in zijn revolver over. De plicht schreef hem voor tot arrestatie over te gaan. Misschien kon hij hen overbluffen. Zoo niet, dan zou Mapell of Heckenstein overblijven om door den plaatselijken in specteur, wanneer die eindelijk eens arri veerde, gearresteerd te worden. Hij draaide den schakelaar om Behalve de kat, die midden op den vloer van de kamer rustig zijn pooten zat af te likken was de kamer leeg. Toen vloog de deur van de kamer open en de inspecteur stormde met zijn mannen binnen. „Ben je daar eindelijk!" Die banale op merking verbrak de spanning en aller oogen richten zich op een gordijn aan het andere einde van de kamer, dat zachtjes heen en weer bewoog, hoewel er geen zuchtje te bekennen was! „Daarachter! Voorzichtig, ze zijn gewa pend". „Dat hoorde ik", merkte de plaatselijke inspecteur droogjes op. Achter het gordijn bevond zich een deur, waarvan de sleutel hen tegenlachte. In hun haast hadden Mapell en Heckenstein geen tijd gehad die mee te nemen, wat maar goed was ook. Higgins probeerde de deur, die onwrik baar vast zat, terwijl uit de geluiden die tot hen doordrongen uit de andere kamer bleek, dat de twee achtervolgden bezig wa ren een barricade op te richten. „Hé daar, jullie! Je kunt je beter over geven, want we zijn met zoovelen, dat wan neer je ons allemaal doodschiet, er zeker nog een half dozijn overblijft!" Een van de agenten grinnikte maar ver der werd er niets gehoord. „Vooruit inspecteur, we kunnen niet wachten tot ze die deur heelemaal hebben vastgezet". Higgins drukte zijn schouders tegen de deur en dadelijk volgden een paar anderen zijn voorbeeld. Een gelijkmatige druk en de deur begon langzaam te wijken. Toen de barricade eindelijk met een hevig lawaai onderste boven viel, tuimelde zoowel Hig gins als zijn beide helpers de kamer bin nen. Op hetzelfde oogenblik klonk er uit de kamer een schot, dat de run van den in specteur en zijn helpers even stopte. Hun aarzeling duurde echter maar kort en een seconde later was de kamer vol menschen. De inspecteur draaide het licht aan en on middellijk stonden zij allen doodstil. Met het gezicht naar omlaag, de rooken- de revolver nog in de hand, lag daar in een bloedplas het lichaam van een man, terwijl in den versten hoek van de kamer een tweede man stond, die met zijn rechterarm zijn oogen tegen het licht beschermde. Ka rakteristiek voor hem, liep Higgins dadelijk op dezen laatsten man toe, daar hij de eenige was, die hen nog moeilijkheden zou kunnen bezorgen. „Steek je handen maar omhoog, jon gen!" De man bewoog zich niet. Higgins greep zijn pols en trok met een ruk de arm om laag. Dan deinsde hij verschrikt achteruit. Dwars over het hoofd van den man liep een diep rood spoor, blijkbaar veroorzaakt door een kogel en uit den blik uit de oogen zag de inspecteur terstond, dat de man althans voorloopig blind was. Higgins staarde hem medelijdend aan. Toen herkende hij hem. Het was Hecken stein, de lang gezochte autodief en moor denaar uit Amerika. En de ander moest dus Mapell zijn. Higgins keek naar de onbeweeglijke fi guur. De man had zichzelf het leven beno men, zich daardoor onttrekkend aan de Inspecteur Higgins keerde den volgen den dag in een nadenkende, opgewekte stemming terug naar Scotland Yard. De zaak was zoo goed als voor elkaar en hoe wel hij ongetwijfeld geluk had gehad, ver heugde hij zich toch in zijn succes. Voor zijn eigen satisfactie had de inspec teur net zoo lang in de kamer, waar de laatste strijd gestreden was, doorgebracht, tot hij alle kogels, welke uit zijn revolver waren afgevuurd, had teruggevonden. De drie kogels, welke hij had gebruikt om het slot onklaar te maken, waren niet verder gegaan, maar de vierde welke hij in de richting van het door de kat veroorzaakte geluid had afgeschoten, werd ontdekt in den vloer dicht bij den muur. De laatste werd tot zijn groote verrassing gevonden in het plafond, wel een bewijs van zijn fa natieke poging om uit de lichtstraal van de lantaarn te geraken. Wordt vervolgd. De bullebijter ziet er doorgaans gevaarlijker en woester uit, dan. hij in de praktijk blijkt te zijn. de Fransche admiraliteit zonder verwijl aan alle oorlogsschepen, die zich in volle zee bevinden, instructie gegeven om de Britsche koopvaardijschepen, welke zij ontmoeten, aan te houden en op iederen nieuwen aanval met vuur te antwoorden". Nader wordt uit Berlijn gemeld: Ten aanzien van het optreden van de Engelschen bij Oran, verneemt het D.N.B. nog, dat de Engelscht vloot groep, die Woensdag voor Oran ver scheen, bestond uit drie slagschepen een vliegtuigmoederschip, 3 kruisers, en een lichte flotilje. Nadat de Fransche admiraal de En- gelsche eischen had afgewezen, open den de Engelschen vuur. De Fransche vlooteenheden aanvaardden den strijd. Tegen 19 uur ontwikkelde zich een zeeslag tusschen de Fransche en de Britsche zeestrijdkrach'en, over het verloop waarvan op het oogenblik nog geen berichten zijn ontvanger Ook de in Engeland liggende Fran sche schepen hebben van hun regee ring hevel gekregen eveneens met ge weld zee te kiezen en volgens we wa penstilstandsvoorwaarden Brest aan te doen. Nu ons volk zich geleidelijk uiterlijk maar ook innerlijk begint te herstellen van de zware slagen, welke het getroffen hebben, voelt men alom en zoeken en tasten naar nieuwe vormen voor ons nationaal bestaan, zoowel op politiek, als op sociaal en econo misch gebied: zoeken en tasten want hoe het in de toekomst alles precies worden zal, weet nog niemand, aldus lezen wij in het Hbld. Derhalve kon het ook niet anders, dan dat in de laatste weken in verschillende krin gen, en meest onafhankelijk van elkaar, denkbeelden werden overwogen om de nieuwe omstandigheden niet eenvoudig pas sief over ons heen te laten komen, maar met eigen constructieve krachten daaraan voor zoover thans mogelijk stuur te geven. Het is niet verwonderlijk, dat deze denkbeelden elkaar nóch in opzet, nóch in voorloopige uitwer king overal dekken. Maar toch spreekt er steeds dezelfde a 1- gemeene bed oe ling uit, na melijk deze: de vorming van een sterke nationale eenheid en van een, aan de eischen van den nieu wen tijd aangepaste, volksgemeen schap. De ideeën beginnen echter van elkaar te verschillen, waar het gaat om de mate en de wijze, waarin en waarop dit nieuwe ver wezenlijkt zal moeten worden. Bij een ge meenschappelijke eindbedoeling kan echter ook uit deze verscheidenheid iets sterks groeien dat op ware en vrije overtuiging berust. Men kan deze verschillende denkbeelden reeds spoedig in twee, overigens niet scherp van elkaar te scheiden, groepen onderbren gen. Het blijkt dan' dat sommigen met een reconstructie, een herziening, een saneering van het „oude" meenen te kunnen volstaan, terwijl anderen, zonder op revolutionnaire wijze met dat oude te willen breken, juist van meening zijn, dat thans van iets nieuws moet worden uitgegaan, dat los staat van oude belemmeringen en bieden voor aanpassing aan de plotseling zoo sterk veranderde verhoudingen. In een bloemlezing geeft het Hbld. ver volgens een aantal van die verschillende plannen en meeningen in het kort weer. Zoo vinden wij, om te beginnen, in „De Maasbode" (R.K.) een pleidooi voor de vor ming van een nationaal blok. Het blad dringt er daarbij met grooten nadruk op aan, dat de voormannen der katholieke, soc.-democratische, anti-revolutionnaire, chr.-historische, vrijz.-democratische en liberale partijen ten spoedigste met elkaar in contact zullen treden. Ook een ds. Kersten of een Van Houten, behoeft niet te worden uitgesloten. In een al iets anderen geest laat dr. H. Colijn zich uit, wanneer hij in zijn zoo juist verschenen brochure „Op de grens van twee werelden" o.m. de opmerking maakt dat hij geen anderen weg ziet dan dat de leiders van de groote politieke partijen van weleer de handen nu ineenslaan. Eerst om in eigen kring het besef te verdiepen waar het om gaat, wat er op het spel staat. Dat is: be houd onzer geestelijke vrijheden en vervol gens de vorming van een nationaal front, gerepresenteerd door personen, die met recht kunnen spreken namens een overwel digende meerderheid van het Nederlandsche volk, die het zedelijke recht bezitten, de wenschen van het Nederlandsche volk on der de aandacht der Duitsche overheid te brengen". Aan het blad van dr. Colijn, „De Standaard", is voorts nog het volgende ont leend: Dat wij staan voor een „Wende der Weltwirtschaft" moet als waarschijnlijk juist worden aanvaard. De „Nieuwe Rott. Courant" (lib.) hoopt op „een herleving van den publieken geest". Het blad erkent, dat zelfs p r i n c i- p i e e 1 e hervormingen dringend zijn ge- wenscht. „Doch daar staat tegenover, dat de overgroote meerderheid van het Neder- Door 64) Inspecteur Higgins hield zijn blikken ge spannen in de richting waar hij dacht zijn lantaarn te hebben achtergelaten, terwijl hij zn ooren inspande om elk geluid op te vangen. Hij had echter een dergelijke af stand afgelegd dat hij er heelemaaal niet zeker van was waar hij de lantaarn werke lijk had neergezet. Met alle zenuwen gespannen, gereed di rect te vuren of om, zoo noodig, direct op zij te springen, stond hij daar. Toen een van zijn tegenstanders einde lijk in de door hem opgezette val liep, trof het hem toch nog onverwachts, want toen een van de mannen op de lantaarn trapte of het ding op een of andere wijze aan raakte, bleek de daardoor ontstane licht straal juist op den inspecteur gericht te zijn, die gedurende één seconde, verblind door het licht, onbewegelijk bleef staan, 'n duidelijke prooi voor de anderen. Daarop wierp hij zich terstond opzij, terwijl hij in i Meesterschap over den hond is een van de redenen, een van de vei-klaringen, zoo men wil, voor de gehechtheid van den hond aan den mensch. Het is prof. Buitendijk uit Groningen, die hierop ook in een van zijn vele boeken over dierpsychologie de aan dacht vestigt. Maar ook in de practijk blij ken de soms wonderlijke gevolgen van dit meesterschap meer dan eens. Eensdeels valt hieruit bijvoorbeeld misschien wel te ver klaren, dat een hond, die slecht behandeld wordt, deze slechte behandeling toch meer malen met een goede daad reciproceert en in ieder geval ook zijn slechten meester trouw blijft. Anderzijds heb ik zelf in de kynologische practijk dikwijls treffende staaltjes gezien van honden, die metterdaad hun „meester" vonden, erkenden en, vooral ook gehoor zaamden. Ik herinner mij b.v. het geval van een Duitschen herdershond- reu, een echte wat men noemt, harde hond, die voor zijn baas, die hem van pup af had groot gebracht het diepste respect had en hem punctueel gehoorzaam was, maar zich van ieder ander net precies niets aantrok. Deze hond werd naar elders verkocht. Zijn nieuwe baas kwam hem halen en hij ging mee als een lam. Maar den volgenden dag kwam er al een telefoontje van den nieuwen naar den ouden eigenaar, dat er met het dier een voudig geen huis te houden was. Hij ging te keer als een dolle stier, was niet te re- geeren, noch met slaag, noch met goeie woorden, zoodat iedereen hem maar liever uit de buurt bleef. En of de oude baas nu maar eens even wou komen om dien leeuw tot rede te brengen. Individualiteit bij den hond. De oude baas was een verstandig man en zei, dat hij niet kwam, want dat zou de si tuatie nog maar verergeren. En hij gaf der. nieuwen eigenaar den raad het eenvoudig met Nero uit te vechten; hoe gek dat advies ook moge klinken, het was juist want de eenige weg voor den nieuwen eigenaar om den leeuw er onder te krijgen en er onder te houden. De nieuwe baas, ook een verstandig man, en bovendien voor geen klein ge ruchtje vervaard, besloot den raad op te volgen. Hij trok een oud pak aan en een paar stevige handschoenen en is het in letterlijken zin met Nero gaan uit vechten. Het duurde niet lang of de hond lag onder en hij heeft toen een uitvoerig pak slaag gehad zijn laatste. Want van stonde af aan heeft de man aan Nero geen kind meer gehad. Hij bleef dezelfde harde hond, die hij al tijd geweest was, maar hij had een nieuwen meester gevonden, wien hij zijn verdere le ven alle aanhankelijkheid heeft betuigd, waarover hij beshikte en die er een juweel van een hond aan heeft gehad. Maar Nero Neen, het meesterschap over den hond behoeft zich heusch niet alleen en uitslui tend te uiten via een stok of een zweep, in tegendeel, wie het met zijn moreele over wicht af kan, dus alleen met stem en oogen is veel beter af, en de hond van zulk een baas natuurlijk ook. Maar in ieder geval, de baas moet inderdaad baas zijn, en niet de hond, zooals helaas nog maar al te veel voorkomt. De meeste honden zullen onmiddellijk re- ageeren op een kort, toornig uitgesproken woord, te meer, omdat zij, behoudens enke le dagelijks terugkeerende zooals „uit", „vrouw", „mand" en natuurlijk de dres- suurwoorden, niet direct de beteekenis van de woorden begrijpen, doch uiterst fijn zijn ingesteld op den toon, waarop de woorden worden uitgesproken. Neemt U zelf maar eens een proef, en zegt U eens met een prijzend ge luid tegen Uw Bello: „Je bent toch ei genlijk een lam vervelend dier". Hij zal kwispelend op U afkomen en U be danken voor zooveel goedheid. Maar zeg eens op boezen toon „lieve hond" en Bello zal het hoofd ter aarde buigen en zich afvragen, wat hij nu weer heeft uitgehaald dat de toorn des meesters heeft opgewekt. Trouwens, iedere dierentemmer, die vol gens moderne dierpsycbologische methoden werkt, kent deze ervaringen, en benut ze voor de volle honderd procent in zijn dage- lijkschen omgang met veel minder „gecivi liseerde" dieren dan onze hond. De stem, de stem buiging speciaal, en het oog, het harde, dwingende oog van den mensch, doen ontzaglijk veel, zelfs bij de wildste dieren, naar de bekende dompteur de Jesse- lin de Jong mij herhaaldelijk verzekerde. De temmerszweep is in de meeste gevallen maar „show", ht eigenlijke werk doet het menschelijke oog, en dat is het heele ge heim, waarom een temmer bijna nooit met zijn rug naar zijn dieren toestaat. Neemt u zelf de proef maar weer eens, en kijk uw Bello strak aan, zonder een spier van uw gezicht te verroeren; tien tegen een, dat hij verlegen den kop afdraait. Willy Ha genbeek noodigde mij eens uit, een tijger door de tralies van de kooi over den kop te aaien. Toen ik even aarzelde, verzekerde hij hij, dat ik het in alle gerustheid kon doen, mits ik het dier maar strak bleef aankij ken. Ik herinnerde me mijn ervaringen met honden, en benaderde den tijger, zooals ik een mij onbekenden hond zou hebben be naderd, die niet erg betrouwbaar uit zijn oogen keek. Het ging, de reuzenkat liet zich rustig over den kop aaien, en begon nog te spinnen ook! Zooeven had ik het over harde en zachte honden, en over het karakter. Het moge den leek misschien wat vreemd in de ooren klinken, maar elke hond is inderdaad een individu, dat men moet leeren kennen op zijn speciale eigenschappen. De eene is uit gesproken lui, 'n tweede daarentegen heeft een onverwoestbare arbeidslust, een derde voelt niets voor reizen per trein of auto, terwijl zijn nestbroer de auto niet is uit te slaan, doch een hevigen hekel heeft aan loopen naast de fiets, deze is humeurig van aard, gene doorloopend goed gemutst, en zoo in alle variaties waarbij het dikwijls op merkelijk is, dat zulke geestelijke eigen schappen zich bij het doorfokken op een bepaalden stamvader vererven. Ik heb zelf een grootmoeder en klein dochter gehad, die in geestelijk opzicht el- kaars evenbeeld waren, dikwijls tot in klei ne bizonderheden. Maar het geslacht ertus- schen week dan ook in alle opzichten af, vrijwel voor de volle honderd procent, zoo wel in positieven als in negatieven zin. Met dezen individueelen aanleg van den hond, die ons eigendom is geworden, heb ben we rekening te houden, vooral als we hem wat willen gaan leeren. Want u ver beelde zich toch vooral niet dat u een hond iets kunt leeren, waarin hij hoegenaamd geen zin heeft, of waartoe hij geen aanleg bezit. Dan is het vrijwel uitgesloten. KYNOLOOG. was er nu eenmaal een, die alleen één Mees ter erkende. Ik geef dit uiteraard alleen als voorbeeld en wil er allerminst mee zeggen, dat men iederen ongehoorzamen hond maar een vechtpartij en een uitvoerig pak slaag moet aandoen. Alleen een harde hond zal een pak slaag zonder wrok accepteeren, als hij het tenminste verdiend heeft, want op dat punt zijn de meeste honden uiterst gevoelig, maar honden met een weeker karakter kan men met slaan hopeloos bederven, vooral in dien zin, dat zij dan meer onder de kruipende, dan onder de loopende dieren kunnen wor den gerangschikt. Een deskundig oog ont dekt onmiddellijk den hond die veel klap pen krijgt. N.V. ALKMAARSCHE EXPORTVEILING. ALKMAAR, 3 Juli 1940. Op de heden ge houden veiling werd betaald voor: Aard appelen, 3.805.80 en Roode kool 7.20 per 100 kg; Aardbeien 3273 per 100 slof; Aalbessen 8f 11, Doperwten f 4.50 7, Druiven 3130, Peulen 817, Snijboonen 11.50f 16.50, Dubbele sper- cieboonen 14.5016, Tomaten 7.60 10,80 per 100 pond; Andijvie 11.90, Bloemkool le s. f 813.50, 2e s. 47, Kropsla f 1f 2.90, Komkommers 4 6.70, Meloenen 1622 en Perziken 6 14 per 100 stuks; Peterselie 2.60 3.80, Rabarber 2.603.60, Selderie 0.50—1.50, Uien 4.60—8.90 en Worte len 57 per 100 bos; Postelein per bakje 2032 cent; Spinazie per bak (16 pond) 1648 cent. AMSTERDAM, 4 Juli 1940. Op de heden gehouden aardappelenmarkt waren de prij zen onveranderd. Aanvoer 324.000 kg. SCHAGEN, 4 Juli 1940. Op de heden ge houden weexveemark waren aanvoer en prijzen als volgt: 35 Pparden 205775; 20 Geldekoeien (mag.) f 120150; 70 Geldekoeien (vette) f 220—350; 5 Kalf- koeien 180—290; 5 Pinken 80—120; 75 Nuchtere kalveren 618; 74 Schapen (vette) 1831; 110 Lammeren 7 15.50; Bokken en Geiten 810; 13 Varkens (mag.) 3035; 16 Varkens (vette) per kg 6366 cent; 69 Biggen 14 20; Kippen 0.801; 50.000 stuks Kip eieren 3.704.40. BROEK OP LANGENDIJK, 4 Juli 1940. (Langendijker Groentenveiling). 6950 kg Roode kool 4.906.40; 300 kg Gele kool 6.40; 6650 kg Tomaten: A 20—20.10, B 20, C 20, CC 12 10—12.60; 1830 bos Peen 5.50f 6.20; 244000 kg Aardappelen: Schotsche muizen 55.40, Drielingen 3.70— ƒ5.50, Kriel 1.90—3.10, Blauwe Eigenheimers 78; 50 kg Snijboonen 17.80—18.10; 135 kg Slaboonen 24.20— 25.10; 135 kg Tuinboonen 4.60. NOORDSCHARWOUDE, 4 Juli 1940 (Noordermarktbond). 160200 kg Aardappe len: Schotsche muizen 55.40, Drieling muizen 3.805, Bonken 5 en Kriel 1.502.10. WARMENHUIZEN, 3 Juli 1940. 40050 kg Aardappelen: Schotsche muizen 55.10, grove 5 en drielingen 4.104.50. HOORN Op de kaasmarkt waren heden aange voerd twee stapels kleine boerenkaas, we gende 520 kilo. De prijs was f 27 per 50 kilo. De handel was goed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 3