de organisatie van den wederopbouw.
notitie
jhizzlecufkiek
Jiexk Schooi
Regeeringscommissaris Ringers over het
opbouwwerk.
Wat gedaan en wat nog te
doen is.
De strategische fouten der geallieerden.
Het slachtverbod voor
varkens.
M. J. BRUSSE
'n Vreem
TWEEDE BLAD.
'T
Een coördineerende taak.
In de dagelij ksche persconferen
tie heeft dr. ir. J. A. Ringers, regee
ringscommissaris voor den weder
opbouw, een uiteenzetting gegeven
van het werk van het regeerings-
commissariaat voor den wederop
bouw.
De heer Ringers herinnerde er aan, dat
het al weer anderhalve maand is geleden, pp
21 Mei j.l., dat het commissariaat zijn om
vangrijke werkzaamheden aanving. Het doel
en de bevoegdheden van het commissariaat
zijn welbekend, terwijl de omschrijving van
den taak van den regeeringscommissaris
luidt, dat deze belast is met: het herstel van
het verkeerswezen, de drooglegging van
onderwaterzettingen, ert den wederopbouw
van steden en dorpen, en al hetgeen daar
mede samenhangt.
De gedachtengang bij het inrichten van
het commissariaat was deze:
Nederland was en is een uitstekend gead
ministreerd land. Op elk gebied van over
heidszorg, zoowel wat het verkeerswezen als
wat drooglegging, bouwwerken, enz. be
treft, vindt men uitstekend geoutilleerde
diensten. Wij moeten in zekeren zin -dus
hopen, dat het regeeringscommissariaat een
kort leven heeft. In ieder geval moet het
niet een nieuw apparaat scheppen, maar de
bestaande outillage zoo groepeeren en co-
ordineeren, dat deze het werk doet. Komt
eenmaal de goede tijd van rust terug, dan
kunnen de bestaande diensten weder hun
vredeswerk voortzetten, zonder dat er af
braak van nieuwe administraties noodig is.
De eerste opdracht was het droogleggen
der onderwaterzettingen. En deel van het
water kon vrij wegloopen, de rest moest
worden weggemalen. Door de provinciale
waterstaatsdiensten werden daartoe een
groot aantal hulpmotorgemalen in dienst ge
steld. Binnen 3 weken waren bijna al de
diepe polders, die hun water niet konder.
laten wegloopen, door bemaling drooggelegd
en kon het landbouw- en veebedrijf daar
weer voortgang hebben.
Voor herstel van het verkeerswezen, dat
door het vernielen van talrijke bruggen, ge
heel in de war was, waren dadelijk twee
diensten paraat: voor de spoorwegen de
Nederlandsche Spoorwegen, voor de lano-
on waterwegen de Rijkswaterstaat. Aan bei
de werden groote delegatiën verst-ekt om te
doen wat noodig was. De werkzaamheden
van den regeeringscommissaris konden zich
daarbij in hoofdzaak beperken tot het na
gaan, waar op bepaalde punten het eene ver
keer aan het andere moest voorgaan, dan
wel een richting moest worden aangegeven
wat het eerst aan de beurt moest komen.
Deze werkzaamheden bleken bijna niet
noodig.
Het spoorboekje zoowel als het herstel Ie
water- en wegenverkeer bewijst, dat het
beroep op deze voortreffelijke diensten niet
tevergeefs is geweest. Nog is voor de spoor
wegen en den rijkswaterstaat, die daarbij
gesteund worden door de Provinciale Wa
terstaatsdiensten, veel te doen, in hoofdzaak
op het gebied van bruggenbouw over de
groote rivieren. Maar ook hier wordt met
energie aan gewerkt.
Daarnaast had de Rijkswaterstaat nog een
andere taak, n.l. het opruimen van de veie
schepen, die in de binnenwateren en in de
havens om het IJselmeer en langs de Schel
de waren gezonken. Ook deze taak is met
groote voortvarendheid ter hand genomer.
en wordt nu voortgezet onder leiding van de
afdeeling vaartuigen van het commissariaat,
die zich bezig houdt met de regeling van
het weer teruggeven aan de eigenaars van
deze gezonken schepen.
De eigenlijke opbouw.
In het voorafgaande werd nog slechts ge
sproken over dat deel van den taak, dat
misschien het best met „voorziening in
eerste moeilijkheden" zou kunnen worder
aangeduid.
Daarnaast is er echter het weder-
opbouwwerk in eigenlijken zin: het
bouwen van nieuwe steden en
nieuwe dorpen, daar, waar het oor
logsgeweld zijn verwoestingen heeft
aangericht.
Dit wederopbouw werk grijpt zoowel door
zijn omvang als door den aard der daarbij
betrokken problemen diep in in het geheel
van onze maatschappelijke structuur. De
vraagstukken, welke zich hierbij voordoen,
zijn van verschillenden aard. Men zou glo
baal kunnen zeggen: de zaak heeft een tech-
nischen, een financieelen en een materiaal-
economischen kant, terwijl zich tenslotte
daarbij ook vraagstukken voordoen, ver
band houdende met de organisatie van den
arbeid. Men kan deze zaken niet van el
kaar scheiden.
De richtlijn, welke in het algemeen bij de
vervulling van deze taak gekozen is, is, dat
alle instanties, die bij de betrokken onder
werpen belang hebben en ook in normale
omstandigheden gehoord worden, hun mee
ning moeten kunnen geven, maar zij moe
ten dit doen op korten termijn en, waar zij
deskundig zijn, kunnen zij dit ook.
De weg wijst ook hier dus weer in de
richting die zooeven voor het herstel van
het verkeerswezen reeds werd aangeduid:
Rotterdam maakt zijn stadsplannen, de
spoorwegen maken een spoorwegplan, wa
terstaat geeft zijn eischen aan uit water
staatkundig oogpunt, architecten moeten
deze bewerken om iets degelijks en schoons
tot stand te brengen, enz., enz. Maar de ver
antwoordelijkheid voor dit alles ligt ten
slotte bij het regeeringscommissariaat. De
regeeringscommissaris moet al deze werken
coördineeren, strijdende belangen met el
kaar in overeenstemming brengen, geschil
len uit den weg ruimen, beslissingen ne
men enz. Kortom hij zorgt voor de groote
lijn.
Dn financiëcle kant.
Ook met den financieelen kant van de
zaak heeft de regeeringscommissaris be
moeienis, omdat het een belangrijk deel van
zijn taak is, te zorgen, dat het niet bij plan
nen maken blijft, doch dat er ook werkelijk
wordt herbouwd. In beginsel zijn allen het
e> over eens, dat het niet billijk zou zijn de
door oorlogsgeweld toegebrachte schade ge
heel ten laste te laten van hen, die meer
direct door dit oorlo"sgeweld getroffen zijn
Nu is de vaststelling der tegemoetkomin
gen in de schade en wa* daarmede verband
houdt zeker geen gemakkelijke materie.
Tal van invloeden spelen hier een rol.
De leider van het departement van finan
ciën wordt daartoe bijgestaan door de be
kende commissie-van Leeuwen, die over dit
onderwerp het departement van financiën
adviseert en thans bezig is een uitvoerige
enquête van de geleden schade te houden
Daarnaast hebben rijksdiensten en de N
derlandsche Spoorwegen nagegaan wat aan
openbare gebouwen en werken voor schade
is toegebracht.
Door het departement van finan
ciën wordt met kracht aan deze
zaak gewerkt en met vreugde kun
nen wij vaststellen, dat ten aanzien
van de eerste lO.OOf schade in
vele gevallen reeds een definitieve
regeling kon worden getroffen.
Talloos velen weten reeds waaraan zij toe
zijn. Doch met het uitkeeren van schade
vergoedingen zijn de nieuwe gebouwen er
nog niet. De regeeringscommissaris moet er
daarom voor zorgen, dat de uit te keeren
vergoedingen werkelijk voor herbouw ge
bruikt worden en men niet van de ontvan
gen gelden gaat rentenieren. Dat kan niet
de bedoeling zijn. Van renteniers geen
kwaad, maar wij hebben nu menschen noo-
dgi, die werken en bouwen. Men demte
voorts aan de hypotheken, die op de ver
woeste panden rusten. Ook met de belangen
van de houders dezer hypotheken moet op
billijke wijze rekening gehouden worden
Een misschien nog belangrijker deel van
het regeeringscommissariaat is de zorg voor
de materiaaleconomie. Als gevolg van den
oorlog zijn voor het oogenblik veel mate
rialen uiterst schaarsch. Het is dus zaak er
voor te waken, dat deze kostbare materialen
slechts gebruikt worden voor werkelijk be
langrijke doeleinden. In de eerste plaats
moet dus als het ware een bouwprogramm
worden opgesteld, waarin al de te onder
nemen werken in volgorde van belangrijk
heid worden geplaatst. Voorts werd de be
paling gemaakt, dat ook voor alle normale
werken een vergunning van den regeerings
commissaris noodig is. Een verbod mocht
natuurlijk slechts met groote voorzichtig
heid worden gegeven: er moest gewerkt
blijven worden.
Naast het materiaalvraagstuk trad hierbij
ook het sociale vraagstuk op den voorgrond
en daarom zal het niet verwonderen, dat
van de groote hoeveelheden werken, die
onderhanden waren (wij schatten deze wer
ken op 240.000.000) 95 vergunning kreeg
om voortgezet te worden. Doch daarmee is
ook een groot gat geslagen in den materiaal-
voorraad van Nederland.
Wel blijft nog genoeg over om op
bescheiden schaal te beginnen met
wederopbouw, maar wij zijn zeer
zeker dat, wanneer import van
bouwmaterialen bezwaren blijft on
dervinden, de wederopbouw zeer
bemoeilijkt zal worden.
Ook indien een werk in beginsel toege
staan wordt, moet er voor worden gewaakt,
dat geen materiaalverspilling plaats heeft.
Het kan niet worden toegestaan, dat zij, die
toevallig over materiaal en over geld om dit
te koopen beschikken, met dit materiaal
kunnen omspringen zonder met het belang
van de gemeenschap rekening te houden.
De heer Ringers is er van overtuigd, dat
de bemoeienis met den materiaaleconomi-
schen kant geen taak van voorbijgaanden
aard is, maar dat ook in vredestijd de mate
riaaleconomie voorop zal moeten staan.
Het spreekt vanzelf dat ten aanzien van
al deze materiaaleconomische problemen ten
nauwste samengewerkt wordt met het
budgetteeringswerk van het departement van
handel, nijverheid en scheepvaart. Men zou
kunnen zeggen, dat handel, nijverheid en
scheepvaart, regeeringscommissariaat voor
den wederopbouw en andere instanties in
dit opzicht tezamen bouwen aan een nieuwe
economische structuur. Laten wij hopen tot
waarachtig heil van het geheele Nederland
sche volk.
Tenslotte wijdde de heer Ringers nog
enkele woorden aan de groote medewerking,
die men van Duitsche zijde bij het te ver
richten werk heeft ondervonden.
TWEE MILITAIREN VERDACHT VAN
DIEFSTAL.
De politie te Soest heeft een opslagplaats
ontdekt, waar een groot aantal gestolen
goederen waren geborgen. Er bevonden zich
onder meer twee rijwielen, verschillende rij-
wielonderdeelen en 80 rollen koperdraad.
Voor de herkomst van een en ander kon
geen verklaring worden gegeven. De geheele
voorraad een heele wagenvracht werd
in beslag genomen en naar een gemeente
gebouw overgebracht.
Als verdacht van dezen diefstal zijn aan
gehouden de soldaten G. H. v. d. K. en J. A„
die na verhoor zijn overgegeven aan den
brigadecommandant der koninklijke mare
chaussee te Baarn.
Nief-ontplo'fe bom plotseling
geëxplodeerd.
Een doode, verscheidene
gewonden.
Enkele dagen geleden waren een zestal
bommen terecht gekomen in de Brunssum-
sche heide. Vijf daarvan ontploften, dooh een
zesde, een z.g blindganger, bleef liggen, na
zich ongeveer vier meter in den grond te
hebben geboord. Nadat van politiewege voor
de noodige voorzorgsmaatregelen was ge
zorgd, zou Donderdag de bom door des
kundigen van de Duitsche weermacht, een
oberfeldwebel en drie ondergeschikten, on
schadelijk worden gemaakt. Ter plaatse
bevonden zich voorts vijf werklieden van de
gemeente Brunssum, en politie, die onder
leiding van den hoofdagent Hendrikx met de
afzetting van het terrein waren belast.
Nadat om acht uur de werkzaamheden bij
het uitgraven van den grond waren begon
nen, werd om negen uur even gepauseerd.
De werklieden begaven zich naar een veilig
gelegen plaats in de heide.
Nauwelijks waren zij daar, of een hevige
slag volgde. De bom was plotseling ont
ploft. Op het moment van de ontploffing
waren, behalve de vier Duitsche deskundi
gen, in de onmiddellijke nabijheid van de
ligplaats nog aanwezig de hoofdagent van
politie Hendrikx, de agent Bex en een
Nederlandsche grenscontroleur, de heer
Kraay.
De geweldige luchtdruk wierp de om
standers tegen den grond, terwijl een hooge
zuil van klei en zand in de lucht spoot. Eén
der Duitsche soldaten werd een eind weg
geslingerd en vond daarbij den dood.
Alle personen werden min of meer onder
neervallenden grond bedolven en allen, uit
gezonderd hoofdagent Hendrikx, liepen
verwondingen op, voornamelijk aan gezicht
en oogen. Na een voorl jopige behandeling in
de verbandkamer van staatsmijn Hendrik
moesten de gewonden zich onder verdere
behandeling stellen van een oogspecialist te
Heerlen, terwijl twee Duitsche militairen in
het ziekenhuis aldaar moesten worden op
genomen.
DOODELIJK ONGEVAL OP
OP ONBEWAAKTEN OVERWEG.
Gistermiddag is op den onbewaakten
overweg in den straatweg tusschen Noord
en Zuidbarge (gemeente Emmen) een doo
delijk ongeval gebeurd. De touwhandelaar
Martens, uit Neuw-Buinen, kwam met een
zwaar beladen transportrijwiel uit Zuid-
Barge, waar hij verschillende landbouwers
had bezocht. Uit de richting Emmen nader
de de trein, die om 16.29 uur te Zuid-Barge
moest aankomen. Martens heeft waarschijn
lijk den trein te laat opgemerkt, hij bevond
zich al op den overweg toen hij het gevaar
pas bemerkte. Vermoedelijk tengevolge van
den schrik kwam hij met zijn rijwiel te val
len juist voor de locomotief. Hij werd ge
grepen en ongeveer vijftig meter meege
sleurd. De man was op slag dood.
LEEK HAAR PORTRET NIET?
Het dorpje Vijfhuizen in de Haarlemmer
meer veel bezocht oord voor kunst- en
landschapschilders is getuige geweest,
zoo meldt de Res. Bode, van een merkwaar
dige gebeurtenis. Terwijl een kunstschilder
een koe zat te schilderen, noodigde een
vriendelijke bewoner hem uit voor de thee,
Zeer begrijpelijk werd dit aanbod met
graagte aanvaard.
Na korten tijd keerde de kunstschilder
naar zijn ezel terug. Groot was zijn verba
zing, toen hij evenwel moest constateeren,
dat zijn „model" in de korte rustpauze zich
niet rustig had gehouden, maar zich zelf
voor den ezel geplaatst en, zijn ruwe tong
als penseel gebruikend, 't doek geheel
schoon gelikt had. Geen streekje verf was
er meer op en was het koetje het met
zijn evenbeeld niet eens en daarom krege
lig geworden? ook het palet was een
grondige schoonmaakbeurt gegeven.
Directeur van den N.V.C.
geeft toelichting.
In verband met het feit dat een slacht
verbod is uitgevaardigd voor vark ons,
vond het A. N. P. den directeur van de
Nederlandsche Veehouderijcentrale be
reid een toelichting te geven over de oor
zaken daarvan en de gevolgen voor de
consumptie van varkensvleesch.
Als resultaat daarvan kan in
de eerste plaats gesteld worden,
dat voorloopig geen drastische
verlaging van de binnenland-
sche consumptie van varkens
vleesch noodig is en ook niet
behoeft te worden verwacht, en
dat voorloopig in dit opzicht geen
reden tot ongerustheid behoeft te
bestaan.
Waarom dan dit slachtverbod is uitge
vaardigd?
Op den voorgrond staat daarbij de vee
voederpositie, zulks in verband met den
import van veevoeder van elders. Het
stopzetten hiervan zal onvermijdelijk
moeten leiden tot een sterke inkrimping
van den varkensstapel, tot ongeveer de
helft van het normale. Bovendien zal dit
ook moeten leiden tot een verminderd
slachtgewicht van de varkens.
De normale jaarlijksche varkenspro
ductie van Nederland bedraagt ongeveer
2 millioen stuks, waarvan l'A millioen
voor binnenlandsch gebruik en circa
500.000 stuks voor export (d. w. z.
bacon, geheel bestemd voor Engeland).
Door- de gewijzigde veevoederpositiè
zal de varkensstapel nu moeten worden
teruggebracht tot ongeveer een millioen
stuks. Hierbij moet re rekening mee
worden gehouden dat de bacon-export
geheel is vervallen.
Dit behoeft echter voorloopig geen
ongerustheid te wekken, daar deze ver
mindering slechts zeer langzaam in wer-
(Van onzen militairen medewerker.)
De gevonden Fransche documenten.
Zooals bekend heeft bij de achtervolging
van een terug wijkenden vijand, de lucht
macht als voornaamste taak dezen terug
tocht te bemoeilijken door de terugtochts
wegen (vooral spoorlijnen) te vernielen en
de daarop terugtrekkende colonnes van troe
pen en treinen te bestoken. Zoo geschiedde
het oók, dat bij den terugtocht der Fran-
schen uit hunne Weygandlinie naar de voor
genomen Loire stelling, de trein, welke het
archief van den Generalen Staf vervoerde,
bij het stadje La Charité, aan de Loire, ver
nield werd, niet verder kon, en in handen
der Duitschers viel. De oogst aan wetens
waardigheden, welke uit dat archief geput
werd, hebben de Duitschers neergelegd in
„het zesde Witboek".
Voor de lezers, die onze serie artikelen
trouw gevolgd hebben, valt er niet veel
nieuws in te ontdekken, want alle plannen,
en de beschouwingen daarover, welke in het
archief zijn gevonden, zijn door ons reeds
eerder onder de oogen gezien en besproken.
De groote verrassing voor de Duitschers be
staat er echter in, dat zij thans, zwart op wit,
de bewijzen in handen hebben, hoe de geal
lieerden voortdurend gepoogd hebben het
omsingelingsfront, om Duitsehland heen,
nauwer aan te trekken en te sluiten, en zoo
doende de blokkade meer effectief te maken.
Duidelijk spreekt er uit, hoe de Engelschen
vóór alles hunne hoop op de overwinning
baseerden op de blokkade, dat zij dus eene
herhaling van den wereldoorlog verwacht
ten, door Duitsehland uit te hengeren en
het alle noodzakelijke grondstoffen voor de
oorlogvoering te ontzeggen. De Franschen
daarentegen zochten de overwinning meer
in de versterking van hunne legers met de
troepen der nieuwe bondgenooten, welke zij
hoopten te vinden in de landen, die Duitseh
land omringen. Terwijl Engeland vooral
aandrong op het bezetten van Scandinavië,
met het oog op afsnijding van den ijzererts-
aanvoer uit Zweden, bekeken de Franschen
deze expeditie meer als hulp aan Finland en
daarmede een bedreiging van Duitsehland
uit het noorden. Generaal Gamelin gevoelde
ook veel meer voor een omsingeling uit het
zuiden, want in dat geval hoopte hij Roe
menië, Joegoslavië, Griekenland en Turkije
aan de zijde der geallieerden te brengen en
zouden deze landen tezamen zijn eigen
legers met 100 divisies versterken.
Generaal Gamelin vergelijkt ook de in
vloeden van het klimaat bij de beide expe
dities en ziet ook op tegen de geringe capa
citeit der ZweeJsche spoorwegen (slechts
één lijn van Lulea langs de kust naar Fin
land) en den eenigen autoweg van Petsamo
zuidwaarts. Hij had ontegenzeggelijk gelijk
als hij de zuidelijke expeditie in alle opzich
ten prefereerde boven een landing in Noor-
sche havens en Petsamo.
Vrij kinderlijk voor een opperbevelhebber,
zegt Gamelin dan, dat de Duitschers ge
dwongen zouden zijn aan hun westfront
evenveel troepen te onttrekken als de ge
allieerden tezamen met hunne nieuwe Bal-
kan-bondgenooten op het zuidfront tegen
over hen zouden stellen. De chef van den
Generalen Staf van het Fransche leger be
hoorde over zuiverder inlichtingen te heb
ben beschikt betreffende de militaire waarde
van het Duitsche leger en moest hebben be
grepen, dat een Duitsch leger, dat strategisch
„op de binnenlijnen opereert", zich tot 50
divisies zou kunnen beperken, om deze te
stellen tegenover een samenraapsel van
allerlei Fransche, Engelsche en diverse
Balkan-troepen met een gezamenlijke sterkte
van ruim 100 divisies, want door zijne homo
geniteit en betere geoefendheid is dat
Duitsche leger, dat slechts defensief behoeft
op te treden, volkomen opgewassen tegen
het bedoelde geallieerde amalgama. Zouden
dan de Duitschers wenschen af te rekenen
met dat zuidfront, dan zou zulks moeten
gebeuren door hunne centrale reserve offen-
sief te laten ingrijpen.
Ook de afsnijding van den petroleum-
aanvoer wordt in het archief besproken.
Gamelin zegt met deze Balkan-expeditie
tevens de Roemeensche oliebronnen te kun
nen „verdedigen óf vernielen". Voorts be
rust in het archief de correspondentie van
den Franschen gezant te Ankara over het
vernielen der petroleumbronnen te Bakoe
en van den petroleumhaven Batoem door de
luchtmacht, evenals ook het beletten der
scheepvaart op de Zwarte Zee, tot vervoer
dezer petroleum naar Duitsehland.
Al deze onderwerpen hebben we in
vroegere artikelen besproken.
Door het bliksemsnelle toeslaan der
Duitschers in het westen, is voor al deze
plannen dezer geallieerden om Duitsehland
met velerlei vijandige landen in te metselen
en te laten verhongeren, niets terecht ge
komen. De groote strategische fout der ge
allieerden is geweest, dat zij niet voldoende
op de hoogte waren van de juiste militaire
kracht van hun tegenstander. Eerlijk gezegd
hadden we zulk een misslag niet verwacht
van den Franschen Generalen Staf.
king zal komen en het nog geruimen tijd
zal duren voordat deze geheel is doorge
voerd, vermoedelijk pas in het begin van
het volgend jaar. Dit wordt veroorzaakt
door het feit, dat door de vermindering
van den import van veevoeder een deel
van den varkensstapel snel zal moeten
worden afgeslacht. Terwijl het normale
aantal slachtingen momenteel op ongeveer
100.000 per maand kan worden gesteld,
zal het noodzakelijk zijn om van nu af tot
1 October a.s. nog 250.000 varkens extra
uit de markt te nemen voor den slacht.
Deze extra-hoeveelheid wordt echter niet
direct voor de consumptie beschikbaar
gesteld, doch opgeslagen in koelhuizen
enz., en vormt aldus een waardevolle
reserve voor den komenden tijd, waarin
het aantal slachtingen zal verminderen
door de inkrimping van den varkens
stapel.
Met de uitvaardiging van het
slachtverbod wordt dus beoogd,
dat de prijzen van het varkens
vleesch in de komende maanden
niet al te veel zullen dalen, ter
wijl daardoor ook wordt voor
komen, dat deze prijzen daarna,
dus in de periode dat minder
slachtvarkens ter beschikking
komen, al te veel zullen stijgen.
Een ander doel van dit verbod is te
komen tot rationeele verdeeling van de
voor slacht bestemde varkens over de
verschillende gebieden in Nederland
Daartoe zal slechts ontheffing van het
slachtverbod door de Nederlandsche
Veehouderijcentrale worden gegeven voor
slachting in centrale slachtplaatsen. De
particuliere slachtingen door slagers thuis
zijn dus practisch hiermede vervallen.
Deze centrale is dus het kernpunt waar
alle aanbiedingen en aanvragen samen
komen. Het aantal van deze centrale
slachtplaatsen zal ongeveer 200 bedragen.
Tenslotte nog de levering van de slacht
varkens aan de Ned. Veehouderijcentrale.
Hierbij is de handel ingeschakeld. Zoo
zullen b.v. in de provincies Noord-
Holland, Zuid-Holland, Utrecht en
Zeeland, waar de varkens tot heden bijna
uitsluitend door bemiddeling van var
kenshandelaren werden verkocht, alleen
ingeschreven varkenshandelaren aan de
centrale leveren. In de andere provincies
kunnen ook de bij een der landbouw-
ciisisorganisaties georganiseerde boeren
hun varkens ter levering opgeven. Voor
de leveringen van den handel is een vas*e
commissie-vergoeding ingesteld, terwijl
voor de verschillende groepen handelaren
per week een maximum-aantal wordt
gesteld voor te leveren varkens. De prij
zen van de geslachte dieren worden voor
het geheele land uniform vastgesteld, ter
wijl de distributie van het voor consump
tie bestemde varkensvleesch zal geschie
den op de normale wijze via de grossiers
en de slagers.
Jongen verdronken. - Gistermiddag
is de zeventienjarige Arie Hermans, wonen
de aan den Rijksstraatweg te Geleen bij het
zwemmen in het Julianakanaal te Urmond
verdronken.
Geen mond- en klauwzeer meer. - In
de week van 23 tot en met 29 Juni heeft
zich noch bij de runderen, noch bij de kal
veren, noch bij varkens, biggen, schapen en
geiten een sterfgeval tengevolge van mond
en klauwzeer voorgedaan.
Onze Vijfde Juni-Opgave.
Nog een aardig cijfergeval.
De drie getallen, benedén de 20000,
waarvan de som der cijfers precies aangaf
het getal waarvan zij de derde macht
waren, zijn de getallen: 5832 (derde macht
van 18 en scm der cijfers 18), 17576 (derde
macht van 26 en som der cijfers 26) en
19683 (derde macht van 27 en som der
cijfers 27).
De getallen 512 en 4913 hadden wij al
als voorbeeld gegeven.
Verschillende goede oplossingen moch
ten wij ditmaal ontvangen.
Toekenning Juni-prjjs.
Bij het controleeren der lijst bleek, dat
de Juni-prijs van 2.50 is gewonnen door
Mej. Marga Westerhof, Nic. Beetskade
alhier, met 159 p. en 5 goede Juni-opl.
Deze prijs is vanaf Maandag bij onze
Administratie af te halen.
Stand der hoogstgeplaatsten per 1 Juli
volgende rubriek.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 1 der Juli-
serie).
Het woord van 10 verschillende letters.
De letters van het bedoelde woord zijn
genummerd van links naar rechts met
1.2.3.4.5.6.7.8.9.0.
In de volgende tien woorden stellen die
cijfers de bedoelde letters voor. Zooals
men ziet vormt de middelste verticale rij
juist het sleutelwoord.
De tien woorden zijn voor 80 zelfst.
nw. enkel of meervoud. Verder is er een
bijv. nw. bij en de naam van een grens
plaats.
Hieronder vindt men de tien woorden
in cijfers:
0—4—1—4—3
0—3—2—5—6
1_5_2—3—3—4—5
1-
3-2-
1-3-
-5—4—4—0
-4—5-
-2—6—6-
-8-
7—8
4—5
i—5
4—5
4—6—6—7
3—2—1—8—2-
1—3—9—4—1
6—2—4—0—1—9—0
Gevraagd worden de tien woorden en
het sleutelwoord.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 12 Juli
12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
NAGEKOMEN PREDIKBEURTEN.
ZONDAG 7 JULI 1940.
Nieuw esoteries kerkgenootschap, Oude
gracht 114, 10.30 voorm., tempeldienst met
openbare voordracht; onderwerp: „Smarten
van Satan". (Verb, opgaaf).
BROEK OP LANGENDIJK, doopsgezinde
gem., 10 uur, ds. R. v. d. Veen te Schagen.
SCHAGEN, geref. kerk, 10 uur (H. A.)
en 6 uur (H. A. en Dankz.), ds. Visch, van
Kolhorn.
BROEK OP LANGENDIJK (Juni).
Geboren: Margje, d. v. Evert Jong en
van Johanna Wever. Trijntje Neli, d. v.
Jan de Ruiter en Magarehta Leijen.
TWE
Twee
op het proi
rolprenten
tor: de eene
speelt op de
zoo heet de
toeschouwer
schrijver is
waarbij een
man wordt
te betalen,
en jaszakken
inhoud ervai
de toon voor
oom, die het
weigert te
ves bij te pa;
een huisknec
durft dezen
voor luisterv:
boos op oom,
't financieren
ook wel belar
en zoo is er
film, waarvan
breken, slecht;
knooping heel
len denken,
spelen de roll
zien dat ook
zocht kan wor
Het tweede
en wekt de
gebrachte moi
verschil dat h
races en dat
zijn. De twee
en Eddy Grei
ste en was eig
nen voor de
zit de kriebel
het bloed en
fabriekt hij e
centen, door
ven en de
die steeds ma;
dat goed. Eind
Eddy zijn zinr
zet en dan sto
De twist eindq
waarbij Joe bel
het racen te lee:
toestemt in de
vervolgen. Van
weinig terecht,
dame in het
verliest, maar
Beiden komen
strijd uit, waart
dood, een strijd
nen. Dat zijn
maakt hem ev<
geschikt, want
weer aan als h
groote rennen
els gewoon toes
aan den kop la
springen van ei
voren, vraagt oj
gen als reserve-
ge aarzeling toesf
wint zijn weder
digt als nummer
Een sensationee
staaltjes geeft
goede vriendschap
te bewonderen als
broederliefde.
„IK STAL
f
Voor dengene,
de misdaad is
lijks een terug,
tegen wat de ma;
noemt voert hij
En, overal opgeje
langzaam, maar
de man, die een
desperado, die
rugschrikt ei
voor de maatschap;;
De gepensiorineer.
my ook dit verteld
aan den dienst n"
leden. In dien 'bai
hebben gehad, w:
samen te spannen
ons korps zwaar z
in 't volgend voor
gestorven.
Want in die tijde
dienst doen. Een
en Franschen bes-
grenzen gekomen
't Zuiden van ons
stallen, geweldplegi
den nacht. Om de d
s nachts vrij om te
ten kwamen we noc
kazerne en moesten
Toen heb ik dan oo
dat er manschappen
dat eindelooze kan
Maar de omstandig]
zoo, dat de menschei
van onze districtshc
angst bevangen wan
Toen werd er doo
avond gerapporteerd
vermoord gevonden
een naburig dorp.
Meteen werden d«
den dokter, den off
rechter-commissaris
mandant te halen. E
het parket op weg
misdaad ei-
Die oude ï-nlani.