de organisatie van den wederopbouw. notitie jhizzlecufkiek Jiexk Schooi Regeeringscommissaris Ringers over het opbouwwerk. Wat gedaan en wat nog te doen is. De strategische fouten der geallieerden. Het slachtverbod voor varkens. M. J. BRUSSE 'n Vreem TWEEDE BLAD. 'T Een coördineerende taak. In de dagelij ksche persconferen tie heeft dr. ir. J. A. Ringers, regee ringscommissaris voor den weder opbouw, een uiteenzetting gegeven van het werk van het regeerings- commissariaat voor den wederop bouw. De heer Ringers herinnerde er aan, dat het al weer anderhalve maand is geleden, pp 21 Mei j.l., dat het commissariaat zijn om vangrijke werkzaamheden aanving. Het doel en de bevoegdheden van het commissariaat zijn welbekend, terwijl de omschrijving van den taak van den regeeringscommissaris luidt, dat deze belast is met: het herstel van het verkeerswezen, de drooglegging van onderwaterzettingen, ert den wederopbouw van steden en dorpen, en al hetgeen daar mede samenhangt. De gedachtengang bij het inrichten van het commissariaat was deze: Nederland was en is een uitstekend gead ministreerd land. Op elk gebied van over heidszorg, zoowel wat het verkeerswezen als wat drooglegging, bouwwerken, enz. be treft, vindt men uitstekend geoutilleerde diensten. Wij moeten in zekeren zin -dus hopen, dat het regeeringscommissariaat een kort leven heeft. In ieder geval moet het niet een nieuw apparaat scheppen, maar de bestaande outillage zoo groepeeren en co- ordineeren, dat deze het werk doet. Komt eenmaal de goede tijd van rust terug, dan kunnen de bestaande diensten weder hun vredeswerk voortzetten, zonder dat er af braak van nieuwe administraties noodig is. De eerste opdracht was het droogleggen der onderwaterzettingen. En deel van het water kon vrij wegloopen, de rest moest worden weggemalen. Door de provinciale waterstaatsdiensten werden daartoe een groot aantal hulpmotorgemalen in dienst ge steld. Binnen 3 weken waren bijna al de diepe polders, die hun water niet konder. laten wegloopen, door bemaling drooggelegd en kon het landbouw- en veebedrijf daar weer voortgang hebben. Voor herstel van het verkeerswezen, dat door het vernielen van talrijke bruggen, ge heel in de war was, waren dadelijk twee diensten paraat: voor de spoorwegen de Nederlandsche Spoorwegen, voor de lano- on waterwegen de Rijkswaterstaat. Aan bei de werden groote delegatiën verst-ekt om te doen wat noodig was. De werkzaamheden van den regeeringscommissaris konden zich daarbij in hoofdzaak beperken tot het na gaan, waar op bepaalde punten het eene ver keer aan het andere moest voorgaan, dan wel een richting moest worden aangegeven wat het eerst aan de beurt moest komen. Deze werkzaamheden bleken bijna niet noodig. Het spoorboekje zoowel als het herstel Ie water- en wegenverkeer bewijst, dat het beroep op deze voortreffelijke diensten niet tevergeefs is geweest. Nog is voor de spoor wegen en den rijkswaterstaat, die daarbij gesteund worden door de Provinciale Wa terstaatsdiensten, veel te doen, in hoofdzaak op het gebied van bruggenbouw over de groote rivieren. Maar ook hier wordt met energie aan gewerkt. Daarnaast had de Rijkswaterstaat nog een andere taak, n.l. het opruimen van de veie schepen, die in de binnenwateren en in de havens om het IJselmeer en langs de Schel de waren gezonken. Ook deze taak is met groote voortvarendheid ter hand genomer. en wordt nu voortgezet onder leiding van de afdeeling vaartuigen van het commissariaat, die zich bezig houdt met de regeling van het weer teruggeven aan de eigenaars van deze gezonken schepen. De eigenlijke opbouw. In het voorafgaande werd nog slechts ge sproken over dat deel van den taak, dat misschien het best met „voorziening in eerste moeilijkheden" zou kunnen worder aangeduid. Daarnaast is er echter het weder- opbouwwerk in eigenlijken zin: het bouwen van nieuwe steden en nieuwe dorpen, daar, waar het oor logsgeweld zijn verwoestingen heeft aangericht. Dit wederopbouw werk grijpt zoowel door zijn omvang als door den aard der daarbij betrokken problemen diep in in het geheel van onze maatschappelijke structuur. De vraagstukken, welke zich hierbij voordoen, zijn van verschillenden aard. Men zou glo baal kunnen zeggen: de zaak heeft een tech- nischen, een financieelen en een materiaal- economischen kant, terwijl zich tenslotte daarbij ook vraagstukken voordoen, ver band houdende met de organisatie van den arbeid. Men kan deze zaken niet van el kaar scheiden. De richtlijn, welke in het algemeen bij de vervulling van deze taak gekozen is, is, dat alle instanties, die bij de betrokken onder werpen belang hebben en ook in normale omstandigheden gehoord worden, hun mee ning moeten kunnen geven, maar zij moe ten dit doen op korten termijn en, waar zij deskundig zijn, kunnen zij dit ook. De weg wijst ook hier dus weer in de richting die zooeven voor het herstel van het verkeerswezen reeds werd aangeduid: Rotterdam maakt zijn stadsplannen, de spoorwegen maken een spoorwegplan, wa terstaat geeft zijn eischen aan uit water staatkundig oogpunt, architecten moeten deze bewerken om iets degelijks en schoons tot stand te brengen, enz., enz. Maar de ver antwoordelijkheid voor dit alles ligt ten slotte bij het regeeringscommissariaat. De regeeringscommissaris moet al deze werken coördineeren, strijdende belangen met el kaar in overeenstemming brengen, geschil len uit den weg ruimen, beslissingen ne men enz. Kortom hij zorgt voor de groote lijn. Dn financiëcle kant. Ook met den financieelen kant van de zaak heeft de regeeringscommissaris be moeienis, omdat het een belangrijk deel van zijn taak is, te zorgen, dat het niet bij plan nen maken blijft, doch dat er ook werkelijk wordt herbouwd. In beginsel zijn allen het e> over eens, dat het niet billijk zou zijn de door oorlogsgeweld toegebrachte schade ge heel ten laste te laten van hen, die meer direct door dit oorlo"sgeweld getroffen zijn Nu is de vaststelling der tegemoetkomin gen in de schade en wa* daarmede verband houdt zeker geen gemakkelijke materie. Tal van invloeden spelen hier een rol. De leider van het departement van finan ciën wordt daartoe bijgestaan door de be kende commissie-van Leeuwen, die over dit onderwerp het departement van financiën adviseert en thans bezig is een uitvoerige enquête van de geleden schade te houden Daarnaast hebben rijksdiensten en de N derlandsche Spoorwegen nagegaan wat aan openbare gebouwen en werken voor schade is toegebracht. Door het departement van finan ciën wordt met kracht aan deze zaak gewerkt en met vreugde kun nen wij vaststellen, dat ten aanzien van de eerste lO.OOf schade in vele gevallen reeds een definitieve regeling kon worden getroffen. Talloos velen weten reeds waaraan zij toe zijn. Doch met het uitkeeren van schade vergoedingen zijn de nieuwe gebouwen er nog niet. De regeeringscommissaris moet er daarom voor zorgen, dat de uit te keeren vergoedingen werkelijk voor herbouw ge bruikt worden en men niet van de ontvan gen gelden gaat rentenieren. Dat kan niet de bedoeling zijn. Van renteniers geen kwaad, maar wij hebben nu menschen noo- dgi, die werken en bouwen. Men demte voorts aan de hypotheken, die op de ver woeste panden rusten. Ook met de belangen van de houders dezer hypotheken moet op billijke wijze rekening gehouden worden Een misschien nog belangrijker deel van het regeeringscommissariaat is de zorg voor de materiaaleconomie. Als gevolg van den oorlog zijn voor het oogenblik veel mate rialen uiterst schaarsch. Het is dus zaak er voor te waken, dat deze kostbare materialen slechts gebruikt worden voor werkelijk be langrijke doeleinden. In de eerste plaats moet dus als het ware een bouwprogramm worden opgesteld, waarin al de te onder nemen werken in volgorde van belangrijk heid worden geplaatst. Voorts werd de be paling gemaakt, dat ook voor alle normale werken een vergunning van den regeerings commissaris noodig is. Een verbod mocht natuurlijk slechts met groote voorzichtig heid worden gegeven: er moest gewerkt blijven worden. Naast het materiaalvraagstuk trad hierbij ook het sociale vraagstuk op den voorgrond en daarom zal het niet verwonderen, dat van de groote hoeveelheden werken, die onderhanden waren (wij schatten deze wer ken op 240.000.000) 95 vergunning kreeg om voortgezet te worden. Doch daarmee is ook een groot gat geslagen in den materiaal- voorraad van Nederland. Wel blijft nog genoeg over om op bescheiden schaal te beginnen met wederopbouw, maar wij zijn zeer zeker dat, wanneer import van bouwmaterialen bezwaren blijft on dervinden, de wederopbouw zeer bemoeilijkt zal worden. Ook indien een werk in beginsel toege staan wordt, moet er voor worden gewaakt, dat geen materiaalverspilling plaats heeft. Het kan niet worden toegestaan, dat zij, die toevallig over materiaal en over geld om dit te koopen beschikken, met dit materiaal kunnen omspringen zonder met het belang van de gemeenschap rekening te houden. De heer Ringers is er van overtuigd, dat de bemoeienis met den materiaaleconomi- schen kant geen taak van voorbijgaanden aard is, maar dat ook in vredestijd de mate riaaleconomie voorop zal moeten staan. Het spreekt vanzelf dat ten aanzien van al deze materiaaleconomische problemen ten nauwste samengewerkt wordt met het budgetteeringswerk van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart. Men zou kunnen zeggen, dat handel, nijverheid en scheepvaart, regeeringscommissariaat voor den wederopbouw en andere instanties in dit opzicht tezamen bouwen aan een nieuwe economische structuur. Laten wij hopen tot waarachtig heil van het geheele Nederland sche volk. Tenslotte wijdde de heer Ringers nog enkele woorden aan de groote medewerking, die men van Duitsche zijde bij het te ver richten werk heeft ondervonden. TWEE MILITAIREN VERDACHT VAN DIEFSTAL. De politie te Soest heeft een opslagplaats ontdekt, waar een groot aantal gestolen goederen waren geborgen. Er bevonden zich onder meer twee rijwielen, verschillende rij- wielonderdeelen en 80 rollen koperdraad. Voor de herkomst van een en ander kon geen verklaring worden gegeven. De geheele voorraad een heele wagenvracht werd in beslag genomen en naar een gemeente gebouw overgebracht. Als verdacht van dezen diefstal zijn aan gehouden de soldaten G. H. v. d. K. en J. A„ die na verhoor zijn overgegeven aan den brigadecommandant der koninklijke mare chaussee te Baarn. Nief-ontplo'fe bom plotseling geëxplodeerd. Een doode, verscheidene gewonden. Enkele dagen geleden waren een zestal bommen terecht gekomen in de Brunssum- sche heide. Vijf daarvan ontploften, dooh een zesde, een z.g blindganger, bleef liggen, na zich ongeveer vier meter in den grond te hebben geboord. Nadat van politiewege voor de noodige voorzorgsmaatregelen was ge zorgd, zou Donderdag de bom door des kundigen van de Duitsche weermacht, een oberfeldwebel en drie ondergeschikten, on schadelijk worden gemaakt. Ter plaatse bevonden zich voorts vijf werklieden van de gemeente Brunssum, en politie, die onder leiding van den hoofdagent Hendrikx met de afzetting van het terrein waren belast. Nadat om acht uur de werkzaamheden bij het uitgraven van den grond waren begon nen, werd om negen uur even gepauseerd. De werklieden begaven zich naar een veilig gelegen plaats in de heide. Nauwelijks waren zij daar, of een hevige slag volgde. De bom was plotseling ont ploft. Op het moment van de ontploffing waren, behalve de vier Duitsche deskundi gen, in de onmiddellijke nabijheid van de ligplaats nog aanwezig de hoofdagent van politie Hendrikx, de agent Bex en een Nederlandsche grenscontroleur, de heer Kraay. De geweldige luchtdruk wierp de om standers tegen den grond, terwijl een hooge zuil van klei en zand in de lucht spoot. Eén der Duitsche soldaten werd een eind weg geslingerd en vond daarbij den dood. Alle personen werden min of meer onder neervallenden grond bedolven en allen, uit gezonderd hoofdagent Hendrikx, liepen verwondingen op, voornamelijk aan gezicht en oogen. Na een voorl jopige behandeling in de verbandkamer van staatsmijn Hendrik moesten de gewonden zich onder verdere behandeling stellen van een oogspecialist te Heerlen, terwijl twee Duitsche militairen in het ziekenhuis aldaar moesten worden op genomen. DOODELIJK ONGEVAL OP OP ONBEWAAKTEN OVERWEG. Gistermiddag is op den onbewaakten overweg in den straatweg tusschen Noord en Zuidbarge (gemeente Emmen) een doo delijk ongeval gebeurd. De touwhandelaar Martens, uit Neuw-Buinen, kwam met een zwaar beladen transportrijwiel uit Zuid- Barge, waar hij verschillende landbouwers had bezocht. Uit de richting Emmen nader de de trein, die om 16.29 uur te Zuid-Barge moest aankomen. Martens heeft waarschijn lijk den trein te laat opgemerkt, hij bevond zich al op den overweg toen hij het gevaar pas bemerkte. Vermoedelijk tengevolge van den schrik kwam hij met zijn rijwiel te val len juist voor de locomotief. Hij werd ge grepen en ongeveer vijftig meter meege sleurd. De man was op slag dood. LEEK HAAR PORTRET NIET? Het dorpje Vijfhuizen in de Haarlemmer meer veel bezocht oord voor kunst- en landschapschilders is getuige geweest, zoo meldt de Res. Bode, van een merkwaar dige gebeurtenis. Terwijl een kunstschilder een koe zat te schilderen, noodigde een vriendelijke bewoner hem uit voor de thee, Zeer begrijpelijk werd dit aanbod met graagte aanvaard. Na korten tijd keerde de kunstschilder naar zijn ezel terug. Groot was zijn verba zing, toen hij evenwel moest constateeren, dat zijn „model" in de korte rustpauze zich niet rustig had gehouden, maar zich zelf voor den ezel geplaatst en, zijn ruwe tong als penseel gebruikend, 't doek geheel schoon gelikt had. Geen streekje verf was er meer op en was het koetje het met zijn evenbeeld niet eens en daarom krege lig geworden? ook het palet was een grondige schoonmaakbeurt gegeven. Directeur van den N.V.C. geeft toelichting. In verband met het feit dat een slacht verbod is uitgevaardigd voor vark ons, vond het A. N. P. den directeur van de Nederlandsche Veehouderijcentrale be reid een toelichting te geven over de oor zaken daarvan en de gevolgen voor de consumptie van varkensvleesch. Als resultaat daarvan kan in de eerste plaats gesteld worden, dat voorloopig geen drastische verlaging van de binnenland- sche consumptie van varkens vleesch noodig is en ook niet behoeft te worden verwacht, en dat voorloopig in dit opzicht geen reden tot ongerustheid behoeft te bestaan. Waarom dan dit slachtverbod is uitge vaardigd? Op den voorgrond staat daarbij de vee voederpositie, zulks in verband met den import van veevoeder van elders. Het stopzetten hiervan zal onvermijdelijk moeten leiden tot een sterke inkrimping van den varkensstapel, tot ongeveer de helft van het normale. Bovendien zal dit ook moeten leiden tot een verminderd slachtgewicht van de varkens. De normale jaarlijksche varkenspro ductie van Nederland bedraagt ongeveer 2 millioen stuks, waarvan l'A millioen voor binnenlandsch gebruik en circa 500.000 stuks voor export (d. w. z. bacon, geheel bestemd voor Engeland). Door- de gewijzigde veevoederpositiè zal de varkensstapel nu moeten worden teruggebracht tot ongeveer een millioen stuks. Hierbij moet re rekening mee worden gehouden dat de bacon-export geheel is vervallen. Dit behoeft echter voorloopig geen ongerustheid te wekken, daar deze ver mindering slechts zeer langzaam in wer- (Van onzen militairen medewerker.) De gevonden Fransche documenten. Zooals bekend heeft bij de achtervolging van een terug wijkenden vijand, de lucht macht als voornaamste taak dezen terug tocht te bemoeilijken door de terugtochts wegen (vooral spoorlijnen) te vernielen en de daarop terugtrekkende colonnes van troe pen en treinen te bestoken. Zoo geschiedde het oók, dat bij den terugtocht der Fran- schen uit hunne Weygandlinie naar de voor genomen Loire stelling, de trein, welke het archief van den Generalen Staf vervoerde, bij het stadje La Charité, aan de Loire, ver nield werd, niet verder kon, en in handen der Duitschers viel. De oogst aan wetens waardigheden, welke uit dat archief geput werd, hebben de Duitschers neergelegd in „het zesde Witboek". Voor de lezers, die onze serie artikelen trouw gevolgd hebben, valt er niet veel nieuws in te ontdekken, want alle plannen, en de beschouwingen daarover, welke in het archief zijn gevonden, zijn door ons reeds eerder onder de oogen gezien en besproken. De groote verrassing voor de Duitschers be staat er echter in, dat zij thans, zwart op wit, de bewijzen in handen hebben, hoe de geal lieerden voortdurend gepoogd hebben het omsingelingsfront, om Duitsehland heen, nauwer aan te trekken en te sluiten, en zoo doende de blokkade meer effectief te maken. Duidelijk spreekt er uit, hoe de Engelschen vóór alles hunne hoop op de overwinning baseerden op de blokkade, dat zij dus eene herhaling van den wereldoorlog verwacht ten, door Duitsehland uit te hengeren en het alle noodzakelijke grondstoffen voor de oorlogvoering te ontzeggen. De Franschen daarentegen zochten de overwinning meer in de versterking van hunne legers met de troepen der nieuwe bondgenooten, welke zij hoopten te vinden in de landen, die Duitseh land omringen. Terwijl Engeland vooral aandrong op het bezetten van Scandinavië, met het oog op afsnijding van den ijzererts- aanvoer uit Zweden, bekeken de Franschen deze expeditie meer als hulp aan Finland en daarmede een bedreiging van Duitsehland uit het noorden. Generaal Gamelin gevoelde ook veel meer voor een omsingeling uit het zuiden, want in dat geval hoopte hij Roe menië, Joegoslavië, Griekenland en Turkije aan de zijde der geallieerden te brengen en zouden deze landen tezamen zijn eigen legers met 100 divisies versterken. Generaal Gamelin vergelijkt ook de in vloeden van het klimaat bij de beide expe dities en ziet ook op tegen de geringe capa citeit der ZweeJsche spoorwegen (slechts één lijn van Lulea langs de kust naar Fin land) en den eenigen autoweg van Petsamo zuidwaarts. Hij had ontegenzeggelijk gelijk als hij de zuidelijke expeditie in alle opzich ten prefereerde boven een landing in Noor- sche havens en Petsamo. Vrij kinderlijk voor een opperbevelhebber, zegt Gamelin dan, dat de Duitschers ge dwongen zouden zijn aan hun westfront evenveel troepen te onttrekken als de ge allieerden tezamen met hunne nieuwe Bal- kan-bondgenooten op het zuidfront tegen over hen zouden stellen. De chef van den Generalen Staf van het Fransche leger be hoorde over zuiverder inlichtingen te heb ben beschikt betreffende de militaire waarde van het Duitsche leger en moest hebben be grepen, dat een Duitsch leger, dat strategisch „op de binnenlijnen opereert", zich tot 50 divisies zou kunnen beperken, om deze te stellen tegenover een samenraapsel van allerlei Fransche, Engelsche en diverse Balkan-troepen met een gezamenlijke sterkte van ruim 100 divisies, want door zijne homo geniteit en betere geoefendheid is dat Duitsche leger, dat slechts defensief behoeft op te treden, volkomen opgewassen tegen het bedoelde geallieerde amalgama. Zouden dan de Duitschers wenschen af te rekenen met dat zuidfront, dan zou zulks moeten gebeuren door hunne centrale reserve offen- sief te laten ingrijpen. Ook de afsnijding van den petroleum- aanvoer wordt in het archief besproken. Gamelin zegt met deze Balkan-expeditie tevens de Roemeensche oliebronnen te kun nen „verdedigen óf vernielen". Voorts be rust in het archief de correspondentie van den Franschen gezant te Ankara over het vernielen der petroleumbronnen te Bakoe en van den petroleumhaven Batoem door de luchtmacht, evenals ook het beletten der scheepvaart op de Zwarte Zee, tot vervoer dezer petroleum naar Duitsehland. Al deze onderwerpen hebben we in vroegere artikelen besproken. Door het bliksemsnelle toeslaan der Duitschers in het westen, is voor al deze plannen dezer geallieerden om Duitsehland met velerlei vijandige landen in te metselen en te laten verhongeren, niets terecht ge komen. De groote strategische fout der ge allieerden is geweest, dat zij niet voldoende op de hoogte waren van de juiste militaire kracht van hun tegenstander. Eerlijk gezegd hadden we zulk een misslag niet verwacht van den Franschen Generalen Staf. king zal komen en het nog geruimen tijd zal duren voordat deze geheel is doorge voerd, vermoedelijk pas in het begin van het volgend jaar. Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat door de vermindering van den import van veevoeder een deel van den varkensstapel snel zal moeten worden afgeslacht. Terwijl het normale aantal slachtingen momenteel op ongeveer 100.000 per maand kan worden gesteld, zal het noodzakelijk zijn om van nu af tot 1 October a.s. nog 250.000 varkens extra uit de markt te nemen voor den slacht. Deze extra-hoeveelheid wordt echter niet direct voor de consumptie beschikbaar gesteld, doch opgeslagen in koelhuizen enz., en vormt aldus een waardevolle reserve voor den komenden tijd, waarin het aantal slachtingen zal verminderen door de inkrimping van den varkens stapel. Met de uitvaardiging van het slachtverbod wordt dus beoogd, dat de prijzen van het varkens vleesch in de komende maanden niet al te veel zullen dalen, ter wijl daardoor ook wordt voor komen, dat deze prijzen daarna, dus in de periode dat minder slachtvarkens ter beschikking komen, al te veel zullen stijgen. Een ander doel van dit verbod is te komen tot rationeele verdeeling van de voor slacht bestemde varkens over de verschillende gebieden in Nederland Daartoe zal slechts ontheffing van het slachtverbod door de Nederlandsche Veehouderijcentrale worden gegeven voor slachting in centrale slachtplaatsen. De particuliere slachtingen door slagers thuis zijn dus practisch hiermede vervallen. Deze centrale is dus het kernpunt waar alle aanbiedingen en aanvragen samen komen. Het aantal van deze centrale slachtplaatsen zal ongeveer 200 bedragen. Tenslotte nog de levering van de slacht varkens aan de Ned. Veehouderijcentrale. Hierbij is de handel ingeschakeld. Zoo zullen b.v. in de provincies Noord- Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland, waar de varkens tot heden bijna uitsluitend door bemiddeling van var kenshandelaren werden verkocht, alleen ingeschreven varkenshandelaren aan de centrale leveren. In de andere provincies kunnen ook de bij een der landbouw- ciisisorganisaties georganiseerde boeren hun varkens ter levering opgeven. Voor de leveringen van den handel is een vas*e commissie-vergoeding ingesteld, terwijl voor de verschillende groepen handelaren per week een maximum-aantal wordt gesteld voor te leveren varkens. De prij zen van de geslachte dieren worden voor het geheele land uniform vastgesteld, ter wijl de distributie van het voor consump tie bestemde varkensvleesch zal geschie den op de normale wijze via de grossiers en de slagers. Jongen verdronken. - Gistermiddag is de zeventienjarige Arie Hermans, wonen de aan den Rijksstraatweg te Geleen bij het zwemmen in het Julianakanaal te Urmond verdronken. Geen mond- en klauwzeer meer. - In de week van 23 tot en met 29 Juni heeft zich noch bij de runderen, noch bij de kal veren, noch bij varkens, biggen, schapen en geiten een sterfgeval tengevolge van mond en klauwzeer voorgedaan. Onze Vijfde Juni-Opgave. Nog een aardig cijfergeval. De drie getallen, benedén de 20000, waarvan de som der cijfers precies aangaf het getal waarvan zij de derde macht waren, zijn de getallen: 5832 (derde macht van 18 en scm der cijfers 18), 17576 (derde macht van 26 en som der cijfers 26) en 19683 (derde macht van 27 en som der cijfers 27). De getallen 512 en 4913 hadden wij al als voorbeeld gegeven. Verschillende goede oplossingen moch ten wij ditmaal ontvangen. Toekenning Juni-prjjs. Bij het controleeren der lijst bleek, dat de Juni-prijs van 2.50 is gewonnen door Mej. Marga Westerhof, Nic. Beetskade alhier, met 159 p. en 5 goede Juni-opl. Deze prijs is vanaf Maandag bij onze Administratie af te halen. Stand der hoogstgeplaatsten per 1 Juli volgende rubriek. Onze Nieuwe Opgave. (No. 1 der Juli- serie). Het woord van 10 verschillende letters. De letters van het bedoelde woord zijn genummerd van links naar rechts met 1.2.3.4.5.6.7.8.9.0. In de volgende tien woorden stellen die cijfers de bedoelde letters voor. Zooals men ziet vormt de middelste verticale rij juist het sleutelwoord. De tien woorden zijn voor 80 zelfst. nw. enkel of meervoud. Verder is er een bijv. nw. bij en de naam van een grens plaats. Hieronder vindt men de tien woorden in cijfers: 0—4—1—4—3 0—3—2—5—6 1_5_2—3—3—4—5 1- 3-2- 1-3- -5—4—4—0 -4—5- -2—6—6- -8- 7—8 4—5 i—5 4—5 4—6—6—7 3—2—1—8—2- 1—3—9—4—1 6—2—4—0—1—9—0 Gevraagd worden de tien woorden en het sleutelwoord. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 12 Juli 12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de Alkmaarsche Courant. NAGEKOMEN PREDIKBEURTEN. ZONDAG 7 JULI 1940. Nieuw esoteries kerkgenootschap, Oude gracht 114, 10.30 voorm., tempeldienst met openbare voordracht; onderwerp: „Smarten van Satan". (Verb, opgaaf). BROEK OP LANGENDIJK, doopsgezinde gem., 10 uur, ds. R. v. d. Veen te Schagen. SCHAGEN, geref. kerk, 10 uur (H. A.) en 6 uur (H. A. en Dankz.), ds. Visch, van Kolhorn. BROEK OP LANGENDIJK (Juni). Geboren: Margje, d. v. Evert Jong en van Johanna Wever. Trijntje Neli, d. v. Jan de Ruiter en Magarehta Leijen. TWE Twee op het proi rolprenten tor: de eene speelt op de zoo heet de toeschouwer schrijver is waarbij een man wordt te betalen, en jaszakken inhoud ervai de toon voor oom, die het weigert te ves bij te pa; een huisknec durft dezen voor luisterv: boos op oom, 't financieren ook wel belar en zoo is er film, waarvan breken, slecht; knooping heel len denken, spelen de roll zien dat ook zocht kan wor Het tweede en wekt de gebrachte moi verschil dat h races en dat zijn. De twee en Eddy Grei ste en was eig nen voor de zit de kriebel het bloed en fabriekt hij e centen, door ven en de die steeds ma; dat goed. Eind Eddy zijn zinr zet en dan sto De twist eindq waarbij Joe bel het racen te lee: toestemt in de vervolgen. Van weinig terecht, dame in het verliest, maar Beiden komen strijd uit, waart dood, een strijd nen. Dat zijn maakt hem ev< geschikt, want weer aan als h groote rennen els gewoon toes aan den kop la springen van ei voren, vraagt oj gen als reserve- ge aarzeling toesf wint zijn weder digt als nummer Een sensationee staaltjes geeft goede vriendschap te bewonderen als broederliefde. „IK STAL f Voor dengene, de misdaad is lijks een terug, tegen wat de ma; noemt voert hij En, overal opgeje langzaam, maar de man, die een desperado, die rugschrikt ei voor de maatschap;; De gepensiorineer. my ook dit verteld aan den dienst n" leden. In dien 'bai hebben gehad, w: samen te spannen ons korps zwaar z in 't volgend voor gestorven. Want in die tijde dienst doen. Een en Franschen bes- grenzen gekomen 't Zuiden van ons stallen, geweldplegi den nacht. Om de d s nachts vrij om te ten kwamen we noc kazerne en moesten Toen heb ik dan oo dat er manschappen dat eindelooze kan Maar de omstandig] zoo, dat de menschei van onze districtshc angst bevangen wan Toen werd er doo avond gerapporteerd vermoord gevonden een naburig dorp. Meteen werden d« den dokter, den off rechter-commissaris mandant te halen. E het parket op weg misdaad ei- Die oude ï-nlani.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6