JVtfVtf1
SP SP fpp
DE MENSCH EN ZIJN HOND
LAATSTE BJJS
mi
+B
■i
JU §§§i
mi 4
m mi m
m
9 iP
#É1
11
Jihaakcidkiek
m 9
mym
k 1H Hl
Qxuncu&tiek
m m m m.
y/W. 'y^/,
WÊ> ÉL
yÊÊ/fy
Aft. VWW.
WsWi. WÉÈ?' lÜÉi
$Wy/
WA f®
WW
m rn m 1
m WA
m
Wm mm 4Êm
''wegt
''wj?
'AvtW 'ATZW
mm. fff
WW/
Radioprogramma voor
Zondag en Maandag.
EEN DIER IS GEEN MENSCH.
Ervaring en reukzin.
$eui£leim
DE
CECIL FREEMAN CREGG.
No. 159
Het Duit
Het Italiaa
De blokkad
Ma
TWEEDE BLAD.
Gedurende de zomermaanden geven wij
elke week een speciaal door den heer
Goud samengesteld z.g. zomerrubriekje,
dat zeker door de schaakliefhebbers op
prijs zal worden gesteld.
In het tournooi te Hamburg in het jaar
1905 kwam in een partij Marshall
Leonhardt onderstaande stelling voor.
Da»
a D c d e i g h
Marshall's laatste zet was 27. Te7Xf7.
Na Da2Xf7 volgt 28. Df4g5f en wit
wint den Toren op d8 met schaak. En
zoo won wit dan ook bij den 34en zet.
Zwart had echter in enkele zetten kun
nen winnen. Er zit een fraai offer in de
stelling.
De oplossing publiceeren wij hieronder,
doch zoodanig, dat 't niet direct te zien is.
•aqaoui jooa jopuoz
yeMZ tuiM uaumSuiuojj aap jinjje eu us
ija ±S3—FJ<3 'OS ijX8e<3 (ua^az
oup UI ■i.gqXS^a68 .loop 4JBAIZ
1®* 8P~BN) £3—SON '66 4-SPFP
'ZoXlOH '88 M+83X93J, 'UXi^X '18
'Suisso|dg
Aan de Dammers.
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1652.
Stand.
Zw. 13 sch. op: 7, 9, 10, 12, 17, 19. 20,
21, 22, 27, 28, 31, 36.
Wit 9 sch. op: 16. 29, 38, 39, 41, 43, 44,
47, 49, en dam op 50.
Oplossing.
1. 39—33 1. 28X48
2. 38—32 2. 27X38
3; 16X18 3. 12X34
4. 41—37 4. 31X42
5. 47—41 5. 36X47
6. 44—39 6. 34X43
7. 50X36!!
Combinaties.
In' den volgenden partijstand was zwart
(de heer G. Pors) aan zet.
Zw. 14 sch. op: 2, 3, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 15,
16, 18, 22, 25, 30.
W. 13 sch. op: 26, 27, 29, 31, 32, 36, 38,
39, 42, 43, 44, 45, 50.
Hij was een schijf voor en had het plan
1520 te spelen. Maar hij zag, dat wit
dan een fraaie combinatie zou kunnen
uitvoeren. Daarom speelde hij den zet
niet.
Na 1520 had wit n.l. kunnen spelen:
1. 29—23
2. 27X 7
3. 39—34
4. 26—21
5. 31X 4!'
1. 18X29
2. 2X11
3. 30X28 (moet
4 sch. slaan.)
4. 16X27
Het volgende kleine, maar zeer fijne
eindspelletje. is van M. Fabre.
Zw. 4 sch. op: 7, 14. 24, 28.
W. 3 sch. op: 16, 21, 31 en dam op 4.
Merkwaardigerwijze kan wit, die aan
zet is, nu winnen. Hij moet n.l. spelen met
dam 4 naar 27. Zwart is dan gedwongen
tot 38—42. Nu wit 16—11, zw. 7X16,
wit 279!! zwart 16X36 en wit wint
door 9X47!!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1653 van P. Kleute Jr.
te Wassenaar.
e.
Zw. 8 sch. op: 1, 18, 22, 23, 24, 28, 41, 45.
W. 8 sch. op: 6, 16, 38. 42, 43, 44, 48, 49.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Zondag 7 Juli.
JAARSVELD, 414,4 M. (8.—12.— en 6.—
7.— NCRV, de VPRO van 7.-8.— en de
VARA van 12.6.en 8.10.30 uur). 8.
ANP-ber. 8.10 Schriftlezing, meditatie. 8.25
Gewijde muziek (gr.pl.) 9.30 NCRV-klein-
koor en -orkest en orgel (opn.) 9.50 Ger.
kerkdienst. Hierna gewijde muziek (gr.pl.)
12.Esmeralda en solisten. 12.45 ANP-ber.
1.VARA-orkest en soliste. 2.Causerie
over Nederlandsche beeldbouwkunst. 2.20
Gr.pl. 3.Tuinbouwhalfuurtje. 3.30 Orgel
spel. 4.Voor de kinderen. 4.15 Pianovoor
dracht. 4.30 Gr.pl. 4.45 De Ramblers. 5.15
Rep. 5.30 De Krekels. 6.Wijdingswoord
met zang en orgelspel. 7.Studiodienst
8.ANP-ber. 8.15 Esmeralda en solist. 9.10
Radiotooneel. 9.25 Bravour en Charme.
10.Orgelspel en zang (gr.pl.) 10.1510.30
ANP-berichten.
KOOTWIJK, 1875 M. (AVRO-uitz.) 7.—
Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Eng.) 7.30 Gr.pl.
9.Altviool en orgel. 10.Morgenwijding.
10.15 Gr.pl. 11.15 Ber. (Eng.) 11.30 Ber.
(VI.) 11.45 Gr.pl. 12.30 Ber. (Duitsch). 1.—
Avro-Amus.-orkest. 1.45 Gr.pl. 2.Ber.
(Duitsch). 2.15 Omroeporkest, koor van de
vereen. „De Vrije Gemeente" en solisten
(met toelichting). 3.Gr.pl. 3.15 Ber.
(Eng.) 3.30 Renova-septet. 4.15 Schilderij-
bespr. 4.30 Avro-dansorkest. 5.Berichten
(Duitsch). 5.15 Avro-Aeolian-orkest en so
list. 6.15 Ber. (Eng.) 6.30 Avro-Amus.-orkest
en de Melody-Sisters. 7.15 Gr.pl. 8.Ber.
(Duitsch). 8.15 ANP-ber., event, gr.pl. 8.30
Ber. (Eng.) 8.45 Ber. (VI.) 9— Gr.pl. 9.15
Ber. (Eng.) 9.30 Gr.pl. 9.45 Ber. (VI.) 10.—
Ber. (Duitsch). 10.15 ANP-ber., sluiting.
1115—11.30 Ber. (Eng.)
Maandag 8 Juli.
JAARSVELD, 414,4 M. (KRO-uitz.) 8.—
ANP-ber. 8.05 Wij begYmen den dag. 8.15
Gr.pl. 10.VP iO-morgenwijding. 10.15
ui
Herhaaldelijk komt het voor, dat
menschen hun huishond allerlei zui
ver menschelijke eigenschappen toe
kennen. Volkomen begrijpelijk overi
gens, omdat inderdaad veel honden,
die intensief aan den dagelijkschen
gang van het huishouden deelnemen,
met wie veel gepraat wordt en die
zelf voldoende intelligentie bezitten
een massa begrijpen, veel aanvoelen
en doorzien, waardoor men gauw
geneigd is te zeggen, dat die hond in
kwestie „een groot intellect" heeft,
zooals ik wel eens een enthousiast
hondenliefhebber heb hooren bewe
ren en dat „alleen het praten hem nog
ontbreekt", gelijk vele lieve oude da
mes haar hondje menigmaal prijzen.
Ik weet, dat de volgende regelen
voor al dezulken een groote deceptie
zullen zijn en toch moet ik ze schrij
ven, wijl de eerlijkheid tegenover den
hond zelf vooral, zulks gebiedt.
Want de hond heeft totaal geen men
schelijke eigenschap, om de doodeen
voudige reden, dat hij een dier is en
een dier blijft, al gaat hij iederen dag
met menschen om, en al leert hij op
den duur aardig wat van de mensche
lijke taal begrijpen.
Allicht zal men mij tegemoet voeren,
dat een van de meest kenmerkende eigen
schappen van den hond is zijn trouw, die
haast spreekwoordelijk is geworden. Te
recht, de hond is trouw, doch dat is de
zelfde trouw, die men overal kan terug
vinden bij het dier dat gewend is in troe
pen of in kudden te leven, de trouw aan
den leider, den aanvoerder. En in een van
mijn vorige artikelen heb ik reeds uiteen
gezet, dat de hond in den mensch zulk een
aanvoerder heeft teruggevonden.
Ervaring.
Alles wat hi' doet berust op het aange
boren en overgeërfde instinct en op zelf-
opgedane ervaring. Waardoor hij in den
meest letterlijken zin des woords door de
schade en schande wijs wordt.
Hoe typisch zulk een ervaring kan na
werken, moge het volgende voorbeeld il-
lustreeren: Ik had een hond, die noodza
kelijk een kleine operatie aan een van de
oogen moest ondergaan. Ik bracht haar,
't was een teef, naast de fiets naar de kli
niek, waar zij eenige dagen moest blijven,
En daar ik wist, hoe kwalijknemend de
oude dame was, haalde ik haar na de ope
ratie, die betrekkelijk weinig om het lijf
had, zelf ook weer terug, juist om te
voorkomen, dat zij aan mijn persoor. mis
schien een hekel zou krijgen. Dat ver
schijnsel deed zich dan ook niet voor maar
maar wel het feit, dat zij het in haar ver
dere leven consequent vertikt heeft om
met mij naast de fiets uit te gaan, terwijl
zij vroeger niet. te houden was, als ik ze
voor een fietstochtje noodigde.
Hier ziet men dus al een heel merkwaar
dig resultaat van een ervaring: tien tegen
één, dat een dier met inderdaad eenig
menschelijk verstand totaal anders zou ge
reageerd hebben. Diezelfde hond heeft in
haar jeugd een pijnlijke behandeling on
dergaan wegens een huidinfectie aan den
kop, met een desinfecteermiddel, waarin
perubalsem was verwerkt. Nadien begon
zij, zelfs na jaren nog, altijd met den kop
over den vloer te wrijven, zoo gauw zij
maar iets rook, dat naar perubalsem
zweemde. Alweer die instinctieve erva-
rings-reactie.
En toch moet ik zeggen, dat ik altijd de
„verstandelijke vermogens" van deze teef
zeer hoog heb aangeslagen. Zij was wat
men noemt een hond met vee" levens
wijsheid, die alles begreep wat er tegen
haar gezegd werd, en van wie ik wel eens
staaltjes heb gezien, die mij deden twij
felen aan de stelling, dat een hond geen
zelfstandige gedachten heeft. Maar ander
zijds deed zij dan weer zulke apert dom
me dingen, dat ik mij er maar weer mee
verzoende.
Ongetwijfeld ziet men bij honden
wel eens staaltjes, en dan vooral bij
honden, die den heelen dag in huis
zijn, waarvan men versteld staat, en
ook de dierpsychologen kennen die.
Toch is tij honderden en nog eens
honderden proeven in de laboratoria
gebleken, dat inderdaad zelfstandig
denken en het uitvoeren van een han
deling, die daarop gebaseerd is, zeer
zelden voorkomt.
Reukzin.
Men moet ook niet vergeten, dat de
hond een geheel ander wereldbeeld heeft
dan wij. Bij den mensch overheerscht in
duidelijke mate het visueele: het oog is
eigenlijk het voornaamste zintuig. Bij den
hond is dat de reuk. Daarom is zoo zal
men zich moeten voorstellen voor den
hond de hem omringende wereld in de
eerste plaats een samenstel van allerlei
geurvlakken en -complexen, terwijl dat
gene wat hij ziet pas op de derde plaats
komt. Iedereen zal wel eens hebben op
gemerkt, dat de hond betrekkelijk slecht
ziet. Meermalen is het mij overkomen,
dat mijn eigen honden mij op een afstand
van ongeveer dertig meter niet opmerk
ten, tenzij zij mij konden ruiken. De reuk
zin bij de honden is formidabel sterk ont
wikkeld er. proeven hebben uitgewezen,
dat zij zelft ongelooflijk kleine spoortjes
van een bepaalde reukstof nog identifi-
ceeren.
Gehoor.
Op de tweede plaats komt het gehoor,
dat ook heel wat scherper is dan dat van
den mensch. Uw hond hoort het piepen
van het tuinhek zeker een paar seconden
vroeger dan Uzelf, en hij kan ook toonfre-
quentdes hooren, die buiten het bereik van
het menschelijk gehoor liggen. Hij kan
zelfs menschen aan hun stap herkennen:
hij ligt al te kwispelen, als U nog niets
hoort.
Jrchtdrift.
Maar, zooals gezegd, het gezicht van
den hond is betrekkelijk slecht. Hij ziet
wel gauw iets, dat zich beweegt en vrij
zeker gaat hij er dan achteraan, omdat
alles wat beweegt zijn jachtdrift opwekt,
maar iets dat stil staat ontdekt hij lang
zoo snel niet.
Vandaar ook, dat men nooit voor een
hond aan den haal moet gaan, omdat
men daardoor zijn jachtinstinct aan
wakkert. Hij zal den voor hem weg
loopenden mensch achterna rennen.
Blijft men daarentegen rustig staan,
dan zal ook de hond blijven staan of
weggaan. Dat is ook de reden, waar
om men van een hond ,dien men niet
vertrouwt, nooit snel de hand moet
terug trekken, want dat geeft bij den
hond een bijt-reactie.
En honden, die zich zeer goed met de
huitkat verdragen, zullen, als Mimi eens
een dolle bui heeft, en in een draf aan den
haal gaat, de verleiding niet kunnen
weerstaan en er achterna gaan. Alweer
een bewijs voor mijn stelling in den aan
vang: de hond weet, dat hij de kat met
vree moet laten en toch wordt hij tegen
over haar het slachtoffer van zijn in
stincten.
Neen, waarde lezer, een hond blijft een
hond, een dier, dat er geen zelfstandig
denkleven op, na houdt gelijk de mensch.
De ervaring doet hem wel eens conse-
qenties zien en begrijpen, maar daar
blijft het dan ook gemeenlijk bij. Wat niet
wegneemt, dat U in Uw hond natuurlijk
Uw trouwste vriend moogt blijven zien,
want dat is hij inderdaad ook, en als U
hem goed behandelt, zult U een zeer ple-
zierigen makker aan hem hebben. Maar:
U blijft de baas. En zie astublieft geen
zelfstandig denkend wezen in hem.
KYNOLOOG.
Jonge dieren zijn altijd lief, maar jonge chow-chows (Chincesche keezen) spannen toch wel de kroon.
Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.Gr.pl.
12.15 KRO-orkest. 12.45 ANP-ber., gr.pl.
1.15 KRO-orkest. 2.Vrouwenuurtje. 3.
Rococo-octet. 3.30 Gr.pl. 5.15 KRO-melodis-
ten. 6.Gr.pl. 6.15 KRO-melodisten. 7.
Vcor de jeugd. 7.15 Gr.pl. 7.30 De Stads
schouwburg te Amsterdam en het Sted.
orkest van Maa"tricht, vraaggesprekken.
7.50 Het hotelbedrijf wacht U, vraaggesprek.
8.ANP-ber. 8.15 Musiquette en solisten.
9.15 Gr.pl. 9.25 Radiotooneel. 9.55 Gr.pl.
10.10 Wij sluitende dag. 10.1510.25 ANP-
berichten.
KOOTWIJK, 1875 M. (NCRV-uitz.) 7.—
Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Eng.) 7.30 Gr.pl.
8.ANP-ber. 8.1J Schriftlezing, meditatie.
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 8.35 Gr.pl. 9.30
Ber. (VI.) 9.45 Orgelconcert. 10.30 Gr.pl.
1045 Pro Arte-trio. 11.15 Ber. (Eng.) 11.30
Ber. (VI.) 11.45 Pro Arte-trio. 12.10 Gr.pl.
12.30 Ber. (Duitsch). 12.45 ANP-ber. 1.—De
Consonanten. 1.45 Gr.pl. 2.— Ber. (Duitsch).
2.15 De Consonanten. 3.Gr.pl. 3.15 Ber.
(Eng.) 3.30 Zang, fluit, orgel en gr.pl. 5.
Ber. (Duitsch). 5.15 Arnh. Orkestvereen.
5.45 Gr.pl. 6.15 Ber. (Eng.) 6.30 Arnh. Or
kestvereen. (7.Ber.) 7.15 Gr.pl. 7.30 Rep.
of muziek. 8.Ber. (Duitrch). 8.15 ANP-
ber. 8.30 Ber. (Eng.) 8.45 Ber. (VI.) 9.
Gem. Zangver. ,,Spangens koor" (opn.) 9.15
Ber. (Eng.) 9.30 Gr.pl. 9.45 Ber. (VI.) 10.—
Ber. (Duitsch). 10.15—10.25 ANP-ber. 11.15
11.30 Berichten (Engelsch).
Door
66)
Er heerschte gedurende eenige oogen-
blikken stilzwijgen, terwijl hoofdinspecteur
Dryan over een en ander scheen na te den
ken.
„Ik zal het nog eens overwegen, Higgins.
Het is een ernstige zaak om een onjuiste
uitspraak te handhaven. Ik denk, dat ik
het eens met den hoofdcommissaris zal be
spreken. Er is zeker geen ander bewijs dan
Sanderson's verklaring?"
„Neen. Behalve dan een klein stukje
gummieslang, dat ik in de asch van het
fornuis daar vond. Maar dat helpt ook al
niet veel, vrees ik".
„H'm. Ik zal er nog eens over denken".
Weer een stilzwijgen en toen vroeg de
hoofdinspecteur:
„En Boby Bunter? Is er iets wat wij voor
den armen kerel kunnen doen?"
Inspecteur Higgins lachte kort.
„U kunt er op rekenen, mijnheer, dat
Bobby onverbeterlijk is".
„H'm. Een goed man, die op het verkeer
de pad is geraakt".
„Van dat „goede man" is mij niets be
kend, mijnheer", antwoordde Higgins een
beetje onvriendelijk, „maar dat hij op het
verkeerde pad is, staat vast".
„Waarvoor houden wij Heckenstein vast?
Moordaanslag? Jij bent natuurlijk de eh
aangevallene".
„Zooiets, hoofdinspecteur, tenzij we hem
tegelijk met Sanderson aan de Amerikaan-
sche politie uitleveren".
„Misschien nog het allerbest. Hoe zit het
met den jongen Hamper? Is hij ontsla
gen?"
„Zeker, mijnheer, evenals Jill Crawford".
„Ik veronderstel, dat je dien Adams zijn
compromitteerende brieven of wat het ook
was, hebt teruggegeven?"
„Natuurlijk, mijnheer".
„Dan, Higgins, veronderstel ik, dat het
als gewoonlijk mijn plicht is je te felicitee-
ren met het succesvolle einde van je on
derzoek". Hoofdinspecteur Dryan stond op
met uitgestrekte rechterhand en een glim
lach op zijn gelaat.
„De heele bende te pakken, hè?"
„Wel, mijnheer, niet eh de heele
bende".
„Wat zullen we nu hebben? O, ik snap
het al. De Gladde, die arme, ouwe Gladde.
Te denken, dat van de heele bende boeven
de Gladde de eenige is, die nog op vrije
voeten rondloopt. Och. Ik herinner mij de
Gladde nog uit mijn tijd". Dryan lachte
zachtjes. „De Gladde. De simpelste van het
heele stel. Het is vreemd, verdraaid
vreemd!" De chef liet zijn vroolijkheid nu
den vrijen loop.
„Ja, mijnheer, ik geef toe, dat het uiterst
geestig is".
Dryan hield op met lachen en keek Hig
gins lang en strak aan.
„H'm." Dan een lange pauze. Opnieuw
„h'm", een langer zwijgen tot de chef ein
delijk ten derde male een ongeloovig ge
brom liet hooren. Hoofdinspecteur Dryan
was geen haar minder scherpzinnig dan de
meeste mannen in zijn positie.
HOOFDSTUK XXXIX.
Waarin de inspecteur een verhaal vertelt.
De vrij gezellenflat van Higgins vormde
een tooneel van heel wat vroolijkheid, want
de inspecteur ontving bij uitzondering een
paar gasten.
De jonge Thomas Hamper, die zich erg
onwennig toonde met *een boord en das
om, was een hunner, evenals juffrouw Jill
Crawford, die er keurig uitzag in een nieu
we gekleede jurk. Er waren nog twee gas
ten. De eene, mevrouw John Smell, enkel en
alleen geinviteerd om zijn op decorum ge
stelde hospita gerust te stellen en als ge
zelschap van Jill, had haar handen vol
aan den tweede, haar zoontje.
De thee was een ongeëvenaard succes
geweest wat betreft de beide dames en den
kleinen jongen; Thomas Hamper scheen
echter niet zeer op zijn gemak, wat toch al
leen aan het boordje kon liggen.
Inspecteur Higgins had zijn gasten ont
haald op eenige boeiende, zij het dan al niet
volkomen waarheidsgetrouwe, geschiede
nissen van zijn vele avonturen. Hij was niet
altijd de held en verschillende van de voor
hem benauwende situaties, welke gewoon
lijk wel een grond van waarheid bevatten,
veroorzaakten groote vroolijkheid.
„En krijgt de politie den misdadiger nog
altijd te pakken mijnheer Higgins?" vroeg
Jill Crawford, die zich buitengewoon scheen
te amuseeren.
„Absoluut!" Dit was misschien niet hee-
1 ernaar waar, maar onder deze omstandig
heden begrijpelijk, en te vergeven.
„Dat is een heel geruststellende gedach
te", merkte mevrouw Smell op, een beetje
hatelijk, want daar zij de dochter was van
hoofdinspecteur Dryan wist zij waarschijn
lijk wel, Wat zij ervan gelooven moest.
Het was onvermijdelijk dat de zaak,
waarbij Hamper, zoowel als Jill zou nauw
betrokken waren geweest, ook ter sprake
kwam.
Inspecteur Higgins vertelde aan Tommy,
dat de eigenaar van het huis, waarin hij
zoo'n ongemakkelijke dertig uren had
doorgebracht, was opgespoord.
„Wie was het?"
„Je vader, Tommy".
„Vader?"
„Ja, maar maak je maar geen illusies,
dat het bezit eenige waarde heeft. Om te
beginnen is het door de bevoegde autori
teiten onbewoonbaar verklaard. Dan zijn er
zonder twijfel nog de noodige betaalde be
lastingen. Zoo op het eerste gezicht zou ik
dan ook zeggen dat het bezit eerder tot de
passiva dan tot de activa behoort en dat in
ieder geval het geld, waarmee het huis ge
kocht is, niet van je vader was, of, indien
dat wel het geval was, dan was het
eh Higgins zweeg. Hij kwam op ge
vaarlijk terrein. Wat hij wilde zeggen, was,
dat de oude Hamper het huis slechts ten
behoeve van de bende gekocht had. De
anderen bleken echter zijn aarzeling te be
grijpen.
Even heerschte er zwijgen, hetwelk door
mevrouw Smell verbroken werd.
,.Ik ga eens even met baby in den tuin wan
delen. Gaat u mee, juffrouw Crawford?"
Verheugd stemde Jill daarin toe en zoo
bleven Higgins en Thomas Hamper alleen.
Er kwam een zonderlinge beklemming
over hen beiden. Higgins had deze gele
genheid rustig afgewacht (en wel een beet
je geënsceneerd ook) maar nu het zoo ver
was, wist hij niet goed hoe te beginnen.
Wat den jongen Hamper betreft, die
draaide op zijn stoel, keek onrustig de ka
mer in het rond, naar zijn schoenen,
overal behalve naar de ernstige oogen van
den inspecteur. Eindelijk verbrak deze de
stilte.
„Er blijkt nog een tweede bezit op naam
van je vader te staan, Tommy".
„Ja?"
Higgins knikte. „Ja, een verlaten land
huisje, buiten. Ken je het?"
„Nee".
„Het ligt op eenigen afstand van Med-
hurst; ik had er vlak bij een auto-ongeval
en moest een dag lang daar in het zieken
huis blijven. A Propos, Tommy, ik heb nog
iets, dat ik je terug wilde geven".
Inspecteur Higgins stond op en liep naar
zijn bureau, vanwaar hij een paar oogen-
blikken later terugkwam met een envelop
pe, welke hij ernstig aan den jongen over
handigde. Het was de laatste brief van
Henry Hamper, welke Jill Crawford had
próbeeren te vinden, maar die den inspec
teur in handen gevallen was.
Wordt vervolgd.
Het opperbe
macht maakte
Bij het eilar
motortorpedobc
zinken gebrach
luchtwapen zet
litair belangrij]
met succes voc
mouth gelukte
van 8000 brt.
del-kaliber in
In het midde
vielen onze gei
sche zeestrijdki
jagers werden
als verloren
Een kruiser v£
schadigd. In
hulpoorlogsschij
tot zinken te
vliegtuigen va:
beschadigde dl
eens gezonken
sche patrouille
aan boord gene
Nachtelijke
ten in Noord
slechts geringe
hebben Deensch
men en maohint
aangevallen,
schip is door
het dek getroffe
manning zijn ge
De vijandelijk
teren in totaal
vliegtuigen wore
Het 27ste legi
sche hoofdkwar
Onze eskade
haalden gisterei
orde hun felle
gen de vliegt
Malta.
Onze jachtvli
jachtvliegtuigen
vlucht gedreven
teruggekeerd.
In Noord-Afi
van Tisnidda, I
met zeer groot
Bovendien wi
lonnes ten Z.O.
deerd. Al onze
keerd.
In Oost-Afrik
terwijl de verste
van Cassala woi
nings- en bom
maakt. Op het
één, en op het
werden zeven v:
nield. Daarenbo
ting aanzienlijke
vijand heeft een
op het Vliegveld
luchtafweer van
vliegtuigen neer;
den koopvaardij
Fort Bardia is
eenheden aangev
militaire gebouw
werd toegebrach
onmiddellijk in.
schip werd door
Naar aanleiding
Amerikaansche to:
que wordt van
zijde verklaard, d
of Britsche zeestr
een blokkade van
overgegaan. Andei
het voornemen, of
samenwerking me
sche staten, de on
stand opmerkzaam
Naar te Washing
verwachten de b
Martinique in de
Fransche zeestrijc
eenige duikbooten
vliegtuigmoedersch
Britsch ultimatum
Volgens door Fr
richten, is het eilai
kade van iedere v<
wereld afgesloten,
oogenblik, dat de
andel(jkheden zulle
Men
oplossi
De New York T
ton: Naar uit het
luidt, zijn de Vere
plan een langdur
eiland Martinique
looft echter, dat h<
worden opgelost. H
Engelschen niet al]
Fransche oorlogsscl
ren uit te loopen.
ook een voorraad g
miliard dollar uit 1