JVtfVtf1 SP SP fpp DE MENSCH EN ZIJN HOND LAATSTE BJJS mi +B ■i JU §§§i mi 4 m mi m m 9 iP #É1 11 Jihaakcidkiek m 9 mym k 1H Hl Qxuncu&tiek m m m m. y/W. 'y^/, WÊ> ÉL yÊÊ/fy Aft. VWW. WsWi. WÉÈ?' lÜÉi $Wy/ WA f® WW m rn m 1 m WA m Wm mm 4Êm ''wegt ''wj? 'AvtW 'ATZW mm. fff WW/ Radioprogramma voor Zondag en Maandag. EEN DIER IS GEEN MENSCH. Ervaring en reukzin. $eui£leim DE CECIL FREEMAN CREGG. No. 159 Het Duit Het Italiaa De blokkad Ma TWEEDE BLAD. Gedurende de zomermaanden geven wij elke week een speciaal door den heer Goud samengesteld z.g. zomerrubriekje, dat zeker door de schaakliefhebbers op prijs zal worden gesteld. In het tournooi te Hamburg in het jaar 1905 kwam in een partij Marshall Leonhardt onderstaande stelling voor. Da» a D c d e i g h Marshall's laatste zet was 27. Te7Xf7. Na Da2Xf7 volgt 28. Df4g5f en wit wint den Toren op d8 met schaak. En zoo won wit dan ook bij den 34en zet. Zwart had echter in enkele zetten kun nen winnen. Er zit een fraai offer in de stelling. De oplossing publiceeren wij hieronder, doch zoodanig, dat 't niet direct te zien is. •aqaoui jooa jopuoz yeMZ tuiM uaumSuiuojj aap jinjje eu us ija ±S3—FJ<3 'OS ijX8e<3 (ua^az oup UI ■i.gqXS^a68 .loop 4JBAIZ 1®* 8P~BN) £3—SON '66 4-SPFP 'ZoXlOH '88 M+83X93J, 'UXi^X '18 'Suisso|dg Aan de Dammers. In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1652. Stand. Zw. 13 sch. op: 7, 9, 10, 12, 17, 19. 20, 21, 22, 27, 28, 31, 36. Wit 9 sch. op: 16. 29, 38, 39, 41, 43, 44, 47, 49, en dam op 50. Oplossing. 1. 39—33 1. 28X48 2. 38—32 2. 27X38 3; 16X18 3. 12X34 4. 41—37 4. 31X42 5. 47—41 5. 36X47 6. 44—39 6. 34X43 7. 50X36!! Combinaties. In' den volgenden partijstand was zwart (de heer G. Pors) aan zet. Zw. 14 sch. op: 2, 3, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 18, 22, 25, 30. W. 13 sch. op: 26, 27, 29, 31, 32, 36, 38, 39, 42, 43, 44, 45, 50. Hij was een schijf voor en had het plan 1520 te spelen. Maar hij zag, dat wit dan een fraaie combinatie zou kunnen uitvoeren. Daarom speelde hij den zet niet. Na 1520 had wit n.l. kunnen spelen: 1. 29—23 2. 27X 7 3. 39—34 4. 26—21 5. 31X 4!' 1. 18X29 2. 2X11 3. 30X28 (moet 4 sch. slaan.) 4. 16X27 Het volgende kleine, maar zeer fijne eindspelletje. is van M. Fabre. Zw. 4 sch. op: 7, 14. 24, 28. W. 3 sch. op: 16, 21, 31 en dam op 4. Merkwaardigerwijze kan wit, die aan zet is, nu winnen. Hij moet n.l. spelen met dam 4 naar 27. Zwart is dan gedwongen tot 38—42. Nu wit 16—11, zw. 7X16, wit 279!! zwart 16X36 en wit wint door 9X47!! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1653 van P. Kleute Jr. te Wassenaar. e. Zw. 8 sch. op: 1, 18, 22, 23, 24, 28, 41, 45. W. 8 sch. op: 6, 16, 38. 42, 43, 44, 48, 49. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Zondag 7 Juli. JAARSVELD, 414,4 M. (8.—12.— en 6.— 7.— NCRV, de VPRO van 7.-8.— en de VARA van 12.6.en 8.10.30 uur). 8. ANP-ber. 8.10 Schriftlezing, meditatie. 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 9.30 NCRV-klein- koor en -orkest en orgel (opn.) 9.50 Ger. kerkdienst. Hierna gewijde muziek (gr.pl.) 12.Esmeralda en solisten. 12.45 ANP-ber. 1.VARA-orkest en soliste. 2.Causerie over Nederlandsche beeldbouwkunst. 2.20 Gr.pl. 3.Tuinbouwhalfuurtje. 3.30 Orgel spel. 4.Voor de kinderen. 4.15 Pianovoor dracht. 4.30 Gr.pl. 4.45 De Ramblers. 5.15 Rep. 5.30 De Krekels. 6.Wijdingswoord met zang en orgelspel. 7.Studiodienst 8.ANP-ber. 8.15 Esmeralda en solist. 9.10 Radiotooneel. 9.25 Bravour en Charme. 10.Orgelspel en zang (gr.pl.) 10.1510.30 ANP-berichten. KOOTWIJK, 1875 M. (AVRO-uitz.) 7.— Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Eng.) 7.30 Gr.pl. 9.Altviool en orgel. 10.Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 11.15 Ber. (Eng.) 11.30 Ber. (VI.) 11.45 Gr.pl. 12.30 Ber. (Duitsch). 1.— Avro-Amus.-orkest. 1.45 Gr.pl. 2.Ber. (Duitsch). 2.15 Omroeporkest, koor van de vereen. „De Vrije Gemeente" en solisten (met toelichting). 3.Gr.pl. 3.15 Ber. (Eng.) 3.30 Renova-septet. 4.15 Schilderij- bespr. 4.30 Avro-dansorkest. 5.Berichten (Duitsch). 5.15 Avro-Aeolian-orkest en so list. 6.15 Ber. (Eng.) 6.30 Avro-Amus.-orkest en de Melody-Sisters. 7.15 Gr.pl. 8.Ber. (Duitsch). 8.15 ANP-ber., event, gr.pl. 8.30 Ber. (Eng.) 8.45 Ber. (VI.) 9— Gr.pl. 9.15 Ber. (Eng.) 9.30 Gr.pl. 9.45 Ber. (VI.) 10.— Ber. (Duitsch). 10.15 ANP-ber., sluiting. 1115—11.30 Ber. (Eng.) Maandag 8 Juli. JAARSVELD, 414,4 M. (KRO-uitz.) 8.— ANP-ber. 8.05 Wij begYmen den dag. 8.15 Gr.pl. 10.VP iO-morgenwijding. 10.15 ui Herhaaldelijk komt het voor, dat menschen hun huishond allerlei zui ver menschelijke eigenschappen toe kennen. Volkomen begrijpelijk overi gens, omdat inderdaad veel honden, die intensief aan den dagelijkschen gang van het huishouden deelnemen, met wie veel gepraat wordt en die zelf voldoende intelligentie bezitten een massa begrijpen, veel aanvoelen en doorzien, waardoor men gauw geneigd is te zeggen, dat die hond in kwestie „een groot intellect" heeft, zooals ik wel eens een enthousiast hondenliefhebber heb hooren bewe ren en dat „alleen het praten hem nog ontbreekt", gelijk vele lieve oude da mes haar hondje menigmaal prijzen. Ik weet, dat de volgende regelen voor al dezulken een groote deceptie zullen zijn en toch moet ik ze schrij ven, wijl de eerlijkheid tegenover den hond zelf vooral, zulks gebiedt. Want de hond heeft totaal geen men schelijke eigenschap, om de doodeen voudige reden, dat hij een dier is en een dier blijft, al gaat hij iederen dag met menschen om, en al leert hij op den duur aardig wat van de mensche lijke taal begrijpen. Allicht zal men mij tegemoet voeren, dat een van de meest kenmerkende eigen schappen van den hond is zijn trouw, die haast spreekwoordelijk is geworden. Te recht, de hond is trouw, doch dat is de zelfde trouw, die men overal kan terug vinden bij het dier dat gewend is in troe pen of in kudden te leven, de trouw aan den leider, den aanvoerder. En in een van mijn vorige artikelen heb ik reeds uiteen gezet, dat de hond in den mensch zulk een aanvoerder heeft teruggevonden. Ervaring. Alles wat hi' doet berust op het aange boren en overgeërfde instinct en op zelf- opgedane ervaring. Waardoor hij in den meest letterlijken zin des woords door de schade en schande wijs wordt. Hoe typisch zulk een ervaring kan na werken, moge het volgende voorbeeld il- lustreeren: Ik had een hond, die noodza kelijk een kleine operatie aan een van de oogen moest ondergaan. Ik bracht haar, 't was een teef, naast de fiets naar de kli niek, waar zij eenige dagen moest blijven, En daar ik wist, hoe kwalijknemend de oude dame was, haalde ik haar na de ope ratie, die betrekkelijk weinig om het lijf had, zelf ook weer terug, juist om te voorkomen, dat zij aan mijn persoor. mis schien een hekel zou krijgen. Dat ver schijnsel deed zich dan ook niet voor maar maar wel het feit, dat zij het in haar ver dere leven consequent vertikt heeft om met mij naast de fiets uit te gaan, terwijl zij vroeger niet. te houden was, als ik ze voor een fietstochtje noodigde. Hier ziet men dus al een heel merkwaar dig resultaat van een ervaring: tien tegen één, dat een dier met inderdaad eenig menschelijk verstand totaal anders zou ge reageerd hebben. Diezelfde hond heeft in haar jeugd een pijnlijke behandeling on dergaan wegens een huidinfectie aan den kop, met een desinfecteermiddel, waarin perubalsem was verwerkt. Nadien begon zij, zelfs na jaren nog, altijd met den kop over den vloer te wrijven, zoo gauw zij maar iets rook, dat naar perubalsem zweemde. Alweer die instinctieve erva- rings-reactie. En toch moet ik zeggen, dat ik altijd de „verstandelijke vermogens" van deze teef zeer hoog heb aangeslagen. Zij was wat men noemt een hond met vee" levens wijsheid, die alles begreep wat er tegen haar gezegd werd, en van wie ik wel eens staaltjes heb gezien, die mij deden twij felen aan de stelling, dat een hond geen zelfstandige gedachten heeft. Maar ander zijds deed zij dan weer zulke apert dom me dingen, dat ik mij er maar weer mee verzoende. Ongetwijfeld ziet men bij honden wel eens staaltjes, en dan vooral bij honden, die den heelen dag in huis zijn, waarvan men versteld staat, en ook de dierpsychologen kennen die. Toch is tij honderden en nog eens honderden proeven in de laboratoria gebleken, dat inderdaad zelfstandig denken en het uitvoeren van een han deling, die daarop gebaseerd is, zeer zelden voorkomt. Reukzin. Men moet ook niet vergeten, dat de hond een geheel ander wereldbeeld heeft dan wij. Bij den mensch overheerscht in duidelijke mate het visueele: het oog is eigenlijk het voornaamste zintuig. Bij den hond is dat de reuk. Daarom is zoo zal men zich moeten voorstellen voor den hond de hem omringende wereld in de eerste plaats een samenstel van allerlei geurvlakken en -complexen, terwijl dat gene wat hij ziet pas op de derde plaats komt. Iedereen zal wel eens hebben op gemerkt, dat de hond betrekkelijk slecht ziet. Meermalen is het mij overkomen, dat mijn eigen honden mij op een afstand van ongeveer dertig meter niet opmerk ten, tenzij zij mij konden ruiken. De reuk zin bij de honden is formidabel sterk ont wikkeld er. proeven hebben uitgewezen, dat zij zelft ongelooflijk kleine spoortjes van een bepaalde reukstof nog identifi- ceeren. Gehoor. Op de tweede plaats komt het gehoor, dat ook heel wat scherper is dan dat van den mensch. Uw hond hoort het piepen van het tuinhek zeker een paar seconden vroeger dan Uzelf, en hij kan ook toonfre- quentdes hooren, die buiten het bereik van het menschelijk gehoor liggen. Hij kan zelfs menschen aan hun stap herkennen: hij ligt al te kwispelen, als U nog niets hoort. Jrchtdrift. Maar, zooals gezegd, het gezicht van den hond is betrekkelijk slecht. Hij ziet wel gauw iets, dat zich beweegt en vrij zeker gaat hij er dan achteraan, omdat alles wat beweegt zijn jachtdrift opwekt, maar iets dat stil staat ontdekt hij lang zoo snel niet. Vandaar ook, dat men nooit voor een hond aan den haal moet gaan, omdat men daardoor zijn jachtinstinct aan wakkert. Hij zal den voor hem weg loopenden mensch achterna rennen. Blijft men daarentegen rustig staan, dan zal ook de hond blijven staan of weggaan. Dat is ook de reden, waar om men van een hond ,dien men niet vertrouwt, nooit snel de hand moet terug trekken, want dat geeft bij den hond een bijt-reactie. En honden, die zich zeer goed met de huitkat verdragen, zullen, als Mimi eens een dolle bui heeft, en in een draf aan den haal gaat, de verleiding niet kunnen weerstaan en er achterna gaan. Alweer een bewijs voor mijn stelling in den aan vang: de hond weet, dat hij de kat met vree moet laten en toch wordt hij tegen over haar het slachtoffer van zijn in stincten. Neen, waarde lezer, een hond blijft een hond, een dier, dat er geen zelfstandig denkleven op, na houdt gelijk de mensch. De ervaring doet hem wel eens conse- qenties zien en begrijpen, maar daar blijft het dan ook gemeenlijk bij. Wat niet wegneemt, dat U in Uw hond natuurlijk Uw trouwste vriend moogt blijven zien, want dat is hij inderdaad ook, en als U hem goed behandelt, zult U een zeer ple- zierigen makker aan hem hebben. Maar: U blijft de baas. En zie astublieft geen zelfstandig denkend wezen in hem. KYNOLOOG. Jonge dieren zijn altijd lief, maar jonge chow-chows (Chincesche keezen) spannen toch wel de kroon. Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.Gr.pl. 12.15 KRO-orkest. 12.45 ANP-ber., gr.pl. 1.15 KRO-orkest. 2.Vrouwenuurtje. 3. Rococo-octet. 3.30 Gr.pl. 5.15 KRO-melodis- ten. 6.Gr.pl. 6.15 KRO-melodisten. 7. Vcor de jeugd. 7.15 Gr.pl. 7.30 De Stads schouwburg te Amsterdam en het Sted. orkest van Maa"tricht, vraaggesprekken. 7.50 Het hotelbedrijf wacht U, vraaggesprek. 8.ANP-ber. 8.15 Musiquette en solisten. 9.15 Gr.pl. 9.25 Radiotooneel. 9.55 Gr.pl. 10.10 Wij sluitende dag. 10.1510.25 ANP- berichten. KOOTWIJK, 1875 M. (NCRV-uitz.) 7.— Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Eng.) 7.30 Gr.pl. 8.ANP-ber. 8.1J Schriftlezing, meditatie. 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 8.35 Gr.pl. 9.30 Ber. (VI.) 9.45 Orgelconcert. 10.30 Gr.pl. 1045 Pro Arte-trio. 11.15 Ber. (Eng.) 11.30 Ber. (VI.) 11.45 Pro Arte-trio. 12.10 Gr.pl. 12.30 Ber. (Duitsch). 12.45 ANP-ber. 1.—De Consonanten. 1.45 Gr.pl. 2.— Ber. (Duitsch). 2.15 De Consonanten. 3.Gr.pl. 3.15 Ber. (Eng.) 3.30 Zang, fluit, orgel en gr.pl. 5. Ber. (Duitsch). 5.15 Arnh. Orkestvereen. 5.45 Gr.pl. 6.15 Ber. (Eng.) 6.30 Arnh. Or kestvereen. (7.Ber.) 7.15 Gr.pl. 7.30 Rep. of muziek. 8.Ber. (Duitrch). 8.15 ANP- ber. 8.30 Ber. (Eng.) 8.45 Ber. (VI.) 9. Gem. Zangver. ,,Spangens koor" (opn.) 9.15 Ber. (Eng.) 9.30 Gr.pl. 9.45 Ber. (VI.) 10.— Ber. (Duitsch). 10.15—10.25 ANP-ber. 11.15 11.30 Berichten (Engelsch). Door 66) Er heerschte gedurende eenige oogen- blikken stilzwijgen, terwijl hoofdinspecteur Dryan over een en ander scheen na te den ken. „Ik zal het nog eens overwegen, Higgins. Het is een ernstige zaak om een onjuiste uitspraak te handhaven. Ik denk, dat ik het eens met den hoofdcommissaris zal be spreken. Er is zeker geen ander bewijs dan Sanderson's verklaring?" „Neen. Behalve dan een klein stukje gummieslang, dat ik in de asch van het fornuis daar vond. Maar dat helpt ook al niet veel, vrees ik". „H'm. Ik zal er nog eens over denken". Weer een stilzwijgen en toen vroeg de hoofdinspecteur: „En Boby Bunter? Is er iets wat wij voor den armen kerel kunnen doen?" Inspecteur Higgins lachte kort. „U kunt er op rekenen, mijnheer, dat Bobby onverbeterlijk is". „H'm. Een goed man, die op het verkeer de pad is geraakt". „Van dat „goede man" is mij niets be kend, mijnheer", antwoordde Higgins een beetje onvriendelijk, „maar dat hij op het verkeerde pad is, staat vast". „Waarvoor houden wij Heckenstein vast? Moordaanslag? Jij bent natuurlijk de eh aangevallene". „Zooiets, hoofdinspecteur, tenzij we hem tegelijk met Sanderson aan de Amerikaan- sche politie uitleveren". „Misschien nog het allerbest. Hoe zit het met den jongen Hamper? Is hij ontsla gen?" „Zeker, mijnheer, evenals Jill Crawford". „Ik veronderstel, dat je dien Adams zijn compromitteerende brieven of wat het ook was, hebt teruggegeven?" „Natuurlijk, mijnheer". „Dan, Higgins, veronderstel ik, dat het als gewoonlijk mijn plicht is je te felicitee- ren met het succesvolle einde van je on derzoek". Hoofdinspecteur Dryan stond op met uitgestrekte rechterhand en een glim lach op zijn gelaat. „De heele bende te pakken, hè?" „Wel, mijnheer, niet eh de heele bende". „Wat zullen we nu hebben? O, ik snap het al. De Gladde, die arme, ouwe Gladde. Te denken, dat van de heele bende boeven de Gladde de eenige is, die nog op vrije voeten rondloopt. Och. Ik herinner mij de Gladde nog uit mijn tijd". Dryan lachte zachtjes. „De Gladde. De simpelste van het heele stel. Het is vreemd, verdraaid vreemd!" De chef liet zijn vroolijkheid nu den vrijen loop. „Ja, mijnheer, ik geef toe, dat het uiterst geestig is". Dryan hield op met lachen en keek Hig gins lang en strak aan. „H'm." Dan een lange pauze. Opnieuw „h'm", een langer zwijgen tot de chef ein delijk ten derde male een ongeloovig ge brom liet hooren. Hoofdinspecteur Dryan was geen haar minder scherpzinnig dan de meeste mannen in zijn positie. HOOFDSTUK XXXIX. Waarin de inspecteur een verhaal vertelt. De vrij gezellenflat van Higgins vormde een tooneel van heel wat vroolijkheid, want de inspecteur ontving bij uitzondering een paar gasten. De jonge Thomas Hamper, die zich erg onwennig toonde met *een boord en das om, was een hunner, evenals juffrouw Jill Crawford, die er keurig uitzag in een nieu we gekleede jurk. Er waren nog twee gas ten. De eene, mevrouw John Smell, enkel en alleen geinviteerd om zijn op decorum ge stelde hospita gerust te stellen en als ge zelschap van Jill, had haar handen vol aan den tweede, haar zoontje. De thee was een ongeëvenaard succes geweest wat betreft de beide dames en den kleinen jongen; Thomas Hamper scheen echter niet zeer op zijn gemak, wat toch al leen aan het boordje kon liggen. Inspecteur Higgins had zijn gasten ont haald op eenige boeiende, zij het dan al niet volkomen waarheidsgetrouwe, geschiede nissen van zijn vele avonturen. Hij was niet altijd de held en verschillende van de voor hem benauwende situaties, welke gewoon lijk wel een grond van waarheid bevatten, veroorzaakten groote vroolijkheid. „En krijgt de politie den misdadiger nog altijd te pakken mijnheer Higgins?" vroeg Jill Crawford, die zich buitengewoon scheen te amuseeren. „Absoluut!" Dit was misschien niet hee- 1 ernaar waar, maar onder deze omstandig heden begrijpelijk, en te vergeven. „Dat is een heel geruststellende gedach te", merkte mevrouw Smell op, een beetje hatelijk, want daar zij de dochter was van hoofdinspecteur Dryan wist zij waarschijn lijk wel, Wat zij ervan gelooven moest. Het was onvermijdelijk dat de zaak, waarbij Hamper, zoowel als Jill zou nauw betrokken waren geweest, ook ter sprake kwam. Inspecteur Higgins vertelde aan Tommy, dat de eigenaar van het huis, waarin hij zoo'n ongemakkelijke dertig uren had doorgebracht, was opgespoord. „Wie was het?" „Je vader, Tommy". „Vader?" „Ja, maar maak je maar geen illusies, dat het bezit eenige waarde heeft. Om te beginnen is het door de bevoegde autori teiten onbewoonbaar verklaard. Dan zijn er zonder twijfel nog de noodige betaalde be lastingen. Zoo op het eerste gezicht zou ik dan ook zeggen dat het bezit eerder tot de passiva dan tot de activa behoort en dat in ieder geval het geld, waarmee het huis ge kocht is, niet van je vader was, of, indien dat wel het geval was, dan was het eh Higgins zweeg. Hij kwam op ge vaarlijk terrein. Wat hij wilde zeggen, was, dat de oude Hamper het huis slechts ten behoeve van de bende gekocht had. De anderen bleken echter zijn aarzeling te be grijpen. Even heerschte er zwijgen, hetwelk door mevrouw Smell verbroken werd. ,.Ik ga eens even met baby in den tuin wan delen. Gaat u mee, juffrouw Crawford?" Verheugd stemde Jill daarin toe en zoo bleven Higgins en Thomas Hamper alleen. Er kwam een zonderlinge beklemming over hen beiden. Higgins had deze gele genheid rustig afgewacht (en wel een beet je geënsceneerd ook) maar nu het zoo ver was, wist hij niet goed hoe te beginnen. Wat den jongen Hamper betreft, die draaide op zijn stoel, keek onrustig de ka mer in het rond, naar zijn schoenen, overal behalve naar de ernstige oogen van den inspecteur. Eindelijk verbrak deze de stilte. „Er blijkt nog een tweede bezit op naam van je vader te staan, Tommy". „Ja?" Higgins knikte. „Ja, een verlaten land huisje, buiten. Ken je het?" „Nee". „Het ligt op eenigen afstand van Med- hurst; ik had er vlak bij een auto-ongeval en moest een dag lang daar in het zieken huis blijven. A Propos, Tommy, ik heb nog iets, dat ik je terug wilde geven". Inspecteur Higgins stond op en liep naar zijn bureau, vanwaar hij een paar oogen- blikken later terugkwam met een envelop pe, welke hij ernstig aan den jongen over handigde. Het was de laatste brief van Henry Hamper, welke Jill Crawford had próbeeren te vinden, maar die den inspec teur in handen gevallen was. Wordt vervolgd. Het opperbe macht maakte Bij het eilar motortorpedobc zinken gebrach luchtwapen zet litair belangrij] met succes voc mouth gelukte van 8000 brt. del-kaliber in In het midde vielen onze gei sche zeestrijdki jagers werden als verloren Een kruiser v£ schadigd. In hulpoorlogsschij tot zinken te vliegtuigen va: beschadigde dl eens gezonken sche patrouille aan boord gene Nachtelijke ten in Noord slechts geringe hebben Deensch men en maohint aangevallen, schip is door het dek getroffe manning zijn ge De vijandelijk teren in totaal vliegtuigen wore Het 27ste legi sche hoofdkwar Onze eskade haalden gisterei orde hun felle gen de vliegt Malta. Onze jachtvli jachtvliegtuigen vlucht gedreven teruggekeerd. In Noord-Afi van Tisnidda, I met zeer groot Bovendien wi lonnes ten Z.O. deerd. Al onze keerd. In Oost-Afrik terwijl de verste van Cassala woi nings- en bom maakt. Op het één, en op het werden zeven v: nield. Daarenbo ting aanzienlijke vijand heeft een op het Vliegveld luchtafweer van vliegtuigen neer; den koopvaardij Fort Bardia is eenheden aangev militaire gebouw werd toegebrach onmiddellijk in. schip werd door Naar aanleiding Amerikaansche to: que wordt van zijde verklaard, d of Britsche zeestr een blokkade van overgegaan. Andei het voornemen, of samenwerking me sche staten, de on stand opmerkzaam Naar te Washing verwachten de b Martinique in de Fransche zeestrijc eenige duikbooten vliegtuigmoedersch Britsch ultimatum Volgens door Fr richten, is het eilai kade van iedere v< wereld afgesloten, oogenblik, dat de andel(jkheden zulle Men oplossi De New York T ton: Naar uit het luidt, zijn de Vere plan een langdur eiland Martinique looft echter, dat h< worden opgelost. H Engelschen niet al] Fransche oorlogsscl ren uit te loopen. ook een voorraad g miliard dollar uit 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 8