OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL
AATSTE RUS
Spoct
SeuUSetoa
de
GEMENGD NIEUWS.
iliil
Nederlandsche militaire
uniformen na 15 Juli
verboden.
CECIL FREEMAN CREGG.
Glimlachje.
houdrubriek" met recepten en wenken voor
dezen tijd.
Iets nieuws is, meenen wij, het provinciale
inlegblad in zeven versies voor negen pro
vincies, waar de Bond afdeelingen heeft. Elk
provinciaal inlegblad wordt geredigeerd door
een provinciale redactrice, en bevat ver-
eenigingsnieuws, provinciale bijzonderheden
en bijdragen in het dialect van de eigen
streek.
Dagblad van Nationaal Front. - Te Den
Haag verscheen gisteren het eerste nummer
van het „Nederlandsch Dagblad", orgaan van
het Nationaal Front. Naast 't weekblad „De
Weg" zal dit dagblad in den vervolge de
doelstellingen en beginselen dezer beweging
in grooter kring bekend maken.
Dr. Borms naar Vlaanderen terug. -
Naar gemeld wordt, is de leider van het
Vlaamsche activisme, dr. August Borms, in
goeden welstand te Parijs aangekomen, van
waar hij naar Vlaanderen is vertrokken. Dr.
Borms was op 10 Mei j.l. naar Frankrijk
gevoerd en is daar eenigen tijd in een kamp
bij Perpignan opgesloten geweest.
Oude man door tram aangereden. -
Gistermiddag is op de Rozengracht te Am
sterdam een 78-jarige man door een wagen
van lijn 13 aangereden, toen hij plotseling
den rijweg overstak. Ernstig gewond werd
het slachtoffer naar het Binnengasthuis ver
voerd.
Oude man verdronken. - Zondag is uit
het Utrechtsche Veer te Leiden het lijk op
gehaald van den 70-jarigen L. F. van S.,
wonende in de Oosterstraat aldaar, die in
den nacht, vermoedelijk ten gevolge van de
duisternis, te water is geloopen en ver
dronken.
Voetbal
ZOMERVOETBAL.
Natuurlijk wordt er ook dezen zomer in
Alkmaar aan zomervoetbal gedaan. Vele
avonden in de week kan men de spelers
bezig zien op de sportvelden. Zoo zal van
avond het politie-team, dat nog ongeslagen
is, op het sportpark zijn tweeden wedstrijd
spelen tegen de Reiniging. Laatstgenoemd
elftal krijgt dus gelegenheid om revanche
te nemen, maar vermoedelijk zal de politie
er prijs op stellen, ongeslagen te blijven!
In elk geval kan men een spannend par
tijtje verwachten.
Tennis
KAMPIOENSCHAP W.-FRIESLAND.
Alkmaarders weerden zich.
Zondag werden te Hoorn de jaarlijk-
sche tenniswedstrijden om het kam
pioenschap van West-Friesland gehou
den. De regen veroorzaakte in den
voormiddag eenige stagnatie in het pro
gramma, zoodat het niet mogelijk was,
het geheele tornooi af te werken. De
nog resteerende partijen zullen a.s. Zon
dag verspeeld worden.
Er was voor dit tornooi een goede bezet
ting met deelnemers uit Hoorn, Erikhuizen
en Alkmaar. Mej. Koppen, kampioene 1939,
verloor van mevr. Manjoero-Groen na een
zeer fraaie partij, waarin de vastheid van
laatstgenoemde de zege beteekende.
Mr. Schuurman bereikte de 3e ronde,
waarin hij tegen Eenhoorn uitkwam. Na
één set, welke de Alkmaarder met 64
won, werd de partij afgebroken. De andere
Alkmaarders sneuvelden reeds in de vo
rige ronden.
Wat het gemengd spel betreft, de heer en
mevr. Schuurman moesten in het zeer ster
ke paar, de heer en mevr. Manjoero na 3
sets hun meerderen erkennen, terwijl in het
heerendubbel mr. Schuurman en Busselman
de derde ronde bereikten na in de tweede
ronde Haasbroek en Seroen met 62,
1113, 63 te hebben geklopt.
De voornaamste uitslagen waren:
Damessingle: mej. A. Noordeloosmej.
Koppen 16, 1—6.
2e ronde: mej. Koppenmevr. Manjoero-
Groen 36, 46; mevr. de Bruijnmevr.
Schuurman 61, 46, 64; mej. de Wit
mevr. Postma 60, 60.
3e ronde: mevr. Manjoeromej. G. de
Leur 60, 60.
Damesdouble: mevr. Schuurman en mevr.
de Bruijnmevr. Manjoero en A. de Wit
4—6, 2—6.
2e ronde: mevr. Manjoero en mej. de Wit
mevr. Postma en mej. Noordeloos 75,
6—2.
Heerensingle: D. BuiskoolH. Schuur
man 06, 26; J. J. de WitJ. J. Haas
broek 16, 16; J. SchmidtJ. Lienesch
16, 16, R. ManjoeroSeroen 26, 75,
63; R. S. PostmaH. Busselman 57,
5—7.
2e ronde: H. SchuurmanJ. Haasbroek
61, 4—6, 62; P. EenhoornJ. Lienesch
62, 46, 63; A. StumpelR. Manjoero
911, 75, 75; H. BusselmanN. G. Hel
der 61, 64.
Heerendouble: G. de Leeuw en W. Hors
man—J. Lienesch en N. Helder 6—3, 2—6,
64; P. Eenhoorn en R. S. PostmaR.
Manjoero en D. Buiskool 26, 36; H.
g|i
M
J*
63. „Ik wist niet, dat de wereld zóó groot was", zuchtte
Kobusje van pure verrukking.,, „Wacht maar", zei de
locomotief, „over vijftig jaar reizen we heel Nederland
door". „Is Nederland dan nóg groter?" vroeg Kobusje.
Toen lachten de beide locomotieven hem uit.
64. Ze lachten zóó hard, dat de stukken cokes uit den
kolenwagen spatten, door het schudden van hun dikke
buiken. Later vertelden ze die domme zet van Kobusje
Bol over aan hun twee kameraden, de locomotieven „De
Hoop" en „De Leeuw".
TWEEDE BLAD.
De weermachtsbevelhebber in Nederland,
de generaal der luchtmacht Christiansen,
heeft het volgende bepaald:
Aan alle officieren, onder-offi
cieren en manschappen, beroeps
militairen en niet-beroepsmilitai-
ren der Nederlandsche weermacht,
die uit den militairen dienst zijn
ontslagen, op pensioen, non-activi
teit of wachtgeld zijn gesteld of
met groot verlof zijn vertrokken en
die niet in de hier beneden (onder
a en b) opgenoemde diensten
werkzaam zijn, is van 16 Juli 1940
af het dragen van de militaire uni
form verboden.
Voor zoover de militaire uniformen en
uitrustingstukken geen privé eigendom
zijn, zal over de inneming daarvan nog een
bevel worden gegeven.
Wie van de bovengenoemde officieren,
onder-officieren en manschappen na 15 Juli
1940 nog in militaire uniform wordt aan
getroffen, maakt zich strafbaar.
Na 15 Juli 1940 zijn tot het dragen van de
militaire uniform slechts gerechtigd:
a. officieren, onderofficieren en man
schappen, fiie tot de mobilisatie-organen
van de Nederlandsche weermacht resp. tot
de afzonderlijke onderdeelen behooren. Bo
vendien is het officieren, die als rechters in
militaire gerechten fungeeren, geoorloofd
voor den duur der zittingen uniform te
dragen.
b. officieren, onderofficieren en man
schappen van den opbouwdienst. Hun uni
form moet het onderscheidingsteeken van
den opbouwdienst dragen.
c. slechts de onder a en vallende offi
cieren zijn na 15 Juli 1940 nog gerechtigd
het zijdgeweer te dragen.
GESNEUVELDE VLIEGERS.
In afwachting van een officieele en vol
ledige opgave bevat „De Vliegwereld" een
lijst van in den strijd gevallen personeel van
de Nederlandsche luchtmacht. Het zijn W.
F. Anceaux (res. Ie lt. vlieger)J. L. van der
As (adsp. res. off. vlieger); L. M. J. Bal-
langée (korporaal luchtschutter)P. T.
Bierema (le lt. vlieger); L. J. W. Blomme-
steijn (res. le lt. waarnemer); A. H. Bodaan
(res. le lt. vlieger); O. W. Douwes Dekker
(serg. vlieger); P. Espeet (serg. adsp. res.
off. vlieger); W. Faber (le lt. waarnemer);
F. Groen (res. le lt. vlieger); G. Hagen
(sergeant luchtschutter); W. J. E. Künzel
(le lt. vlieger K.N.I.-leger)H. Lindner
(serg. luchtschutter); A. J. G. Oostindië
(serg.-majoor vlieger); H. Pauw (res. 2e lt.
vlieger); W. Roosenboom (res. It. waarne
mer); G. J. E. Scheepens (2e lt. \lieger); P.
C. Schoute (res. It. vlieger); A. H. Smoole-
naars (res. 2e lt. vlieger); B. Swagerman Jr.
(res. 2e lt. waarnemer); N. Steenbeek (res.
2e lt. vlieger); B. van Steenbergen (res. It.
waarnemer); F. Stoovelaar (res. 2e lt. waar
nemer); J. C. M. Simon Thomas (res. majoor
waarnemer); T. Vermeulen (2e lt. waarne
mer) en J. Vonk (res. le lt. waarnemer).
Onder de gesneuvelden zijn drie K.L.M.-
vliegers: Anceaux, Groen en Steenbeek.
MITRAILLEUR IN HET NET.
Gedurende de laatste paar weken wer
den door visschers uit het IJselmeer reeds
een paar onafgeschoten granaten en een
kist mitrailleurkogels opgevischt. Thans
heeft één hunner, naar de N. H. Ct. mee
deelt, een zwaren mitrailleur boven water
gehaald. De band met scherpe patronen
zat er nog in. Ook dit oorlogstuig is voor-
loopig op het politiebureau te Hoorn
ondergebracht.
Door
68)
„Het is in orde, Tommy. Ik weet heel
goed, dat je me een oogenblik geleden ver
zekerde, dat je van het bestaan van dat
huisje niets afwist. Je ziet dus dat jij onmo
gelijk dien jongeman kunt zijn".
De ander verviel weer in een gespannen
stilzwijgen.
„Het was een lange wandeling en een
zware nacht. Ik herinner me dat het
sneeuwde. Deze jongeman arriveerde blijk
baar in den vroegen morgen van den vol
genden dag bij het huisje. Hij had een ge
laden geweer in de hand, geen ongewoon
gezicht daar in de buurt waar zooveel ge
jaagd wordt, en moordgedachten in zijn
hart, Tommy. Er heerschte een geheim
zinnige bedrijvigheid in en om het huisje.
Menschen kwamen en gingen. Plotseling
gaat de deur open. Er wordt een groote
man naar buiten gebracht, geboeid aan
twee anderen. Een verleidelijk gezicht,
Tommy, vooral wanneer men bedenkt wel
ke rol die groote man gespeeld heeft bij het
wegwerken van een anderen man, die aan
gasvergiftiging stierf".
Thomas Hamper stond op, keek wild in
het rond, sloeg dan met een snik zijn han
den voor het gelaat en begon zenuwachtig
te huilen. Tommy had een lesje gekregen.
Inspecteur Higgins legde vriendelijk zijn
hand op den schouder van den ander.
„Het doet er niet toe, Tommy, mijn jon
gen. Een bekentenis doet de ziel goed en ik
vermoed, dat deze geschiedenis reeds eerdei
verteld is aan een zekeren advocaat, die
DE VERLICHTINGSVOORSCHRIFTEN
VOOR MOTORRIJTUIGEN.
Een juiste interpretatie.
De K. N. A. C. heeft verschillende vragen
ontvangen, waaruit blijkt, dat de officieele
Nederlandsche vertaling van den Duitschen
tekst der nieuwe voorschriften inzake het
afschermen van motorrijtuiglantaarns hier
en daar tot misverstand aanleiding geeft,
omdat van de gebruikelijke Nederlandsche
terminologie is afgeweken.
Lid 5 van paragraaf 10 van de „Verorde
ning van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied betreffende
het verduisteren" (gepubliceerd in het
Verordeningsblad, stuk 9, van 6 Juli 1940)
bepaalt, in de Nederlandsche vertaling:
„Motorrijtuigen rijden op open
straatwegen met afgedekte voorlampen
en zoeklicht. Bij verkeer van tegenge
stelde richting en in bebouwde kommen
moeten de stadslichten aangestoken
worden. Het rijden met parkeerlichten
is verboden".
In aanmerking genomen de hierboven
bedoelde moeilijkheden, welke het publiek
bij de interpretatie van dit voorschrift on
dervindt, meent de K. N. A. C. er goed aan
te doen, mede te deelen, dat haars inziens
hiermede het volgende is bedoeld:
„Motorrijtuigen moeten op wegen
buiten de bebouwde kom rijden met
afgedekte koplampen en groot licht.
Bij verkeer van tegengestelde richting
en in bebouwde kommen moeten de
koplampen worden gedimd. Het rijden
met stads- of parkeerlampjes is verbo
den".
Voorts schrijft lid 4 van par. lo. voor:
„Richtingaanwijzers mogen worden ge
bruikt".
Aangezen de Duitsche tekst luidt: „Fahrt-
richtungsanzeiger sind weiter zu benut-
zen", beschouwe men dit voorschrift naar
de meening der K. N. A. C. meer in den
zin van: „Richtingaanwijzers moeten wor
den gebruikt".
BOND VAN BOERINNEN EN ANDERE
PLATTELANDSVROUWEN.
Een eigen orgaan.
Het is stellig een bewijs van krachtig ver-
eenigingsleven en tevens een blijk van durf
om in deze tijden eigen idealen te propa-
geeren, dat de Ned. Bond van Boerinnen en
andere Plattelandsvrouwen ter gelegen
heid van zijn tienjarig bestaan voor den
dag komt met de uitgave vart ëen nieuw
tijdschrift.
Reeds lang bestond er in den Bond, die
thans ruim 14000 leden telt, het streven naar
een eigen orgaan, dat uitsluitend voor de
belangen van het platteland, zooals de platte
landsvrouwen die zelf zien en trachten te
verwezenlijken, op de bres zou staan.
De redactie van het nieuwe maandblad
berust bij mevrouw A. C. Wiersma—Risse-
lada te Leeuwarden, terwijl er overigens nog
een redactie-commissie van drie dames is.
Het eerste nummer wordt geopend met een
redactioneel artikel „Trouw moet blijken".
Daarin wordt verklaard, dat, al werd het
arbeidsveld noodgedwongen tijdelijk eenigs-
zins verlegd, de Bond zijn taak getrouw
blijft en doorgaat met zijn werk.
Het artikel „Houdt de lampen brandend"
van H, v. d. H. is een ernstig woord van
geloof in de onschendbaarheid van de
diepste krachten van het leven en een op
roep om pal te staan, trouw te zijn in het
kleine, temidden van het machtig wereld
gebeuren. Daarbij sluit treffend aan het vers
„Voor onze dooden" van Jan H. Eekhout en
een herdenkingsstukje „Waarin wij getroffen
werden", waarin de redactie meedeelt wat
sommige Bondsleden in de oorlogsdagen er
varen moesten.
Van den verdere inhoud noemen wij een
bijdrage „Onze Bondsomroep" met de mede-
deeling, dat de Bond zijn 10-jarig bestaan
dezen herfst hoopt te herdenken met de uit
gave van een „Herdenkingsboek" en een
handwerkwedstrijd, en voorts een „Huis-
zulke vriendelijke dingen over de politie
wist te zeggen. Ir ieder geval ging de
groote man eh naar het buitenland
zonder een aanklach' tegen zijn aanvaller
in 'te dienen".
Tommy hief een vertrokken gezicht om
hoog.
„U bent een prachtkerel, inspecteur. Als
de heele politie was, zooals u
„Dat is ze, Tommy. Negen en negentig en
negen tiende procent ervan. Van de anderen
moet je geen notitie nemen. Dat is een te
verwaarloozen minderheid. In iedere fami
lie komen zwarte schapen voor
HOOFDSTUK XL.
Waarin een goede raad wordt gegeven.
Jill Crawford kwam stralend uit den tuin
terug en de spanning was gebroken.
„Hallo, komen jullie allebei eens naar de
baby kijken! Is het geen schat? Zoo zou ik
er ook wel een willen hebben". Zij wendde
zich tot den inspecteur. „Tommy en ik
gaan binnenkort trouwen, weet u".
Higgins wendde zich tot Tommy, die dap
per probeerde zijn ontroering te verbergen.
Vroolijk verbaasd fronste hij de wenkbrau
wen.
„Het is zoo, mijnheer".
„O, toch waar? H'm. Een beetje aan den
jeugdigen kant, jullie allebei, is het niet?
Eén van onze voornaamste humoristische
bladen gaf laatst een heel goeden raad aan
degenen die op het punt stonden te gaan
trouwen, welke raad sindsdien vermaard
geworden is en vooral voor een stel van
jullie leeftijd zeer toepasselijk".
„Ja?" vroeg Jill gespannen, wier onschul
dige spontaniteit haar een dankbaar offer
maakte voor dergelijke valstrikken.
„Die raad was: Doe het niet".
„O!" Verontwaardigd schudde juffrouw
Crawford het hoofd.,
„Ja, het is een beetje cynische humor. In
jullie geval zou ik er echter nog een klein
woordje tusschen willen zetten: Doe het
nog niet!"
„Aha, dat klinkt beter".
„Jullie bent allebei nog zulke kinderen.
Tommy, jij bent aan Jill verplicht te wach
ten tot je haar een geriefelijk huis zult kun
nen aanbieden. Armoede beteekent veelal
het einde van een gelukkig huwelijk. Tom
my, bij een gedenkwaardige gelegenheid
heb je me eens verteld dat je op school uit
blonk in balspelen en je hebt me toen een
bewijs gegeven het te kunnen met een stuk
kool. Ik geloof wel, dat ik je een baantje in
het vooruitzicht zou kunnen stellen bij een
of andere County cricketclub, indien je
althans eenigen aanleg voor het spel toont
te bezitten".
„Hartelijk dank, mijnheer, maar...."
„Je moet je trouwdag nog een paar jaar
uitstellen".
Beide jonge menschen keken elkaar wei
felend aan, maar voor ze tot een besluit
konden komen, verscheen mevrouw Smell
in de tuindeuren, de baby op haar arm (een
luidruchtig bewijs van haar huwelijksge
luk) en keek den inspecteur boos aan.
„Oom Higgins, je praat klinkklare non
sens".
„Lieve Marjorie, ik dank je hartelijk voor
die lieve woorden en eh andere
dingen", voegde hij er inconsequent aan
toe.
Intusschen stond een man over de reeling
geleund van een op den oceaan dobberende
vrachtboot. Hij was klein, tenger en van
middelbaren leeftijd. Hij staarde in gedach-
1 naar V de golven, "e
schip omringden. Zijn sneeuwwitte haar
woei door den wind omhoog.
Een uitroep van den uitkijk: „Land voor
uit", deed hem opkijken en naar voren
slenteren. Daar, een nauwelijks zichtbare
lijn tegen den horizon, lag het land van zijn
bestemming. Hij zuchtte. Hij had er geen
spijt van, dat hij zijn geboorteland verlaten
had, maarHij richtte zich krachtig op
en er speelde een teere glimlach om zijn
lippen. Het was de Gladde Sudd. Hij droeg
twintig pond in zijn zak en een gebed in
zijn hart voor een zekeren, politie-inspec-
teur. Want eens in zijn leven had hij gepro
beerd op zijn eigen stunteligen manier dien
inspecteur voor een dreigend gevaar te
waarschuwen en inspecteur Higgins
weet z(jn schulden altijd te betalen.
Epiloog.
Een man en een vrouw zaten in de zit
kamer van een privé-suite (gewoonlijk ge
reserveerd voor de schatrijken) van een
luxueus en exclusief hotel op het Europee-
sche continent, De man nipte aan een
whisky-soda, de vrouw las een romannetje.
„Wil, Siss, we zijn er toch mee weg geko
men!" Het was de stem van Thomas Ham
per.
De vrouw keek met een glimlachje op.
„Ja", bevestigde zij, „maar het heeft toch
maar een haar gescheeld".
Thomas Hamper knikte. „Ja, dat is zoo
maar gelukkig zijn we nog al vlugge den
kers".
Een pauze vol herinneringen. „Denk eens
aan dat moment toen Higgins ons in dat
leege huis betrapte. Het kwam er toen op
aan vlug te handelen. Jij liep zwaar over
den vloer om Higgins op onze aanwezigheid
attent te maken en zoodoende alle verden
king y/eeg te nemen, welke bij hem zou
kunnen opkomen, dat wij hem probeerden
te ontloopen. Het ging overigens nog al ge
makkelijk met hem. Jij gaf voor, dat je
mijn meisje was, in plaats van mijn zuster
en hij liep er in. Hoe kwam je er bij om
den naam Jill op te geven?"
„Weet ik niet. Klinkt als het toppunt van
onschuld, vind je niet?"
Hamper lachte.
„Onschuld! Allemachtig! De manier waar
op je den sleutel onder zijn neus wegkaapte
er. in die ruimte voor den kelder wierp, was
handig bijna een beetje te handig".
„Ja. Ik bedierf daardoor bijna het ge
heele spelletje. Ik vertelde Higgings, dat ik
wist dat je op zolder zat. Ik maakte 't echter
goed door te zeggen, dat ik 't voelde dat het
zoo was. Gelukkig dat zijn ridderlijke zij
lachten beiden bij dat woord gedrag om
ons even tezamen te laten voor hij jou on
dervroeg, ons in staat stelde om snel een
gedragslijn vast te stellen".
„Nu, was mijn aanval op Higgins en mijn
poging om te ontvluchten geen mooie bluf
hoewel ik er niet op gerekend had mijn
arm daarbij te verwonden. Toen hij het
over een ziekenhuis had, schrok ik me dood.
Ik had dien nacht nog heel wat te doen".
2
Schuurman en H. BusselmanK. D. Baas
en J. de Wit 75, 61; A. Stumpel en J.
SchmidtJ. Haasbroek en R. Seroen 26,
10—12.
2e ronde: G. de Leeuw en W. Horsman
R. Manjoero en D. Buiskool 26, 46; H.
Schuurman en H. BusselmanJ. Haasbroek
en R. Seroen 62, 1113, 63.
Mixed: de heer en mevr. Horsmande
heer en mevr. Schuurman 16, 06; mej.
J. Koppen en J. Lieneschde heer en mevr.
de Leeuw 63, 97; mevr. Postma en J.
Haasbroekmevr. Wille en A. Stumpel
6—4, 5—7, 3—6.
2e ronde: de heer en mevr. Schuurman
de heer en mevr. Manjoero 57, 75, 36;
mej. J. Koppen en J. Lieneschmevr. de
Bruyn en H. Busselman 36, 62, 36.
Daar leen deze parapluie
zoo lang en stoor me niet!
MODERNE MACHINES VOOR
UW DRUKWERK!
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320.
„Je had het mij wel eens kunnen zeggen.
Ik was vreeselijk bang toen ik je niet kon
vinden. Ik was den heelen dag door een be
moeizieken agent gevolgt".
„Wel, ik was van plan met de anderen
van de bende af te rekenen. Je weet, dat zij
ns die ruzie, ontstaan, omdat zij vonden dat
vader en ik te veel zeggenschap over de
financiën van de bende hadden, den oude
om zeep hielpen. Het zou daarna onze beurt
zijn geweest. Hoe het ook zij, ik ging naar
het huis in Medhurst en was uiterst vei>
baasd daar onzen vriend Higgins reeds aan
te treffen. Hij vroeg mij om een revolver.
Ik zei hem, dat die niet geladen was en hij
geloofde mij. Sanderson echter niet. Die zat
in doodsangst. Dacht, dat zijn laatste uur
geslagen had. Hij zat tusschen twee vuren»
Mapell en mij, om van den inspecteur maar
niet te spreken. Toen de anderen ontdek
ten, dat ik in het huis was, wilden ze mij te
pakken nemen. Ze probeerden zoowel den
inspecteur als mij van kant te maken. Ik
kon zien, dat die goeie, ouwe Higgins er
geen snars van begreep. Hij peinsde maar
over het schijnbaar onzinnige van dien aan
val op zijn persoon weinig vermoedend
dat het vooral om mij te doen was. Ik pro
beerde de anderen te helpen den inspecteur
kwijt te raken. Dat kon ik heel gemakkelijk
doen, want de anderen zouden er toch de
schuld van krijgen niet ik. Maar Hig
gins schijnt onder een gelukkig gesternte
geboren te zijn. Toen hij bijv. dien ladder
naar binnen haalde, liet ik het ding plotse
ling schieten, maar het ding miste hem.
Toen probeerde ik hem in den schoorsteen
naar omlaag te werken, maar zonder succes.
Toen liet ik hem van het dak afglijden,
maar op het laatste moment greep hij de
goot. Het was onbegonnen werk. In ieder
geval moet hij later het Medhurst huis nog
eens nauwkeurig onderzocht hebben. Vond
daar waarschijnlijk ook eenige vinger
afdrukken van mij. Goed dat hij me daar
gezien had. Ik hoop, dat hij er geen een op
onwaarschijnlijke plekken vond. Dat is wel
niet mogelijk, want anders zou een man met
Higgins' hersens dat wel verder onder
zocht hebben".
(Slot volgt).
i