OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL AATSTE RUS Spoct SeuUSetoa de GEMENGD NIEUWS. iliil Nederlandsche militaire uniformen na 15 Juli verboden. CECIL FREEMAN CREGG. Glimlachje. houdrubriek" met recepten en wenken voor dezen tijd. Iets nieuws is, meenen wij, het provinciale inlegblad in zeven versies voor negen pro vincies, waar de Bond afdeelingen heeft. Elk provinciaal inlegblad wordt geredigeerd door een provinciale redactrice, en bevat ver- eenigingsnieuws, provinciale bijzonderheden en bijdragen in het dialect van de eigen streek. Dagblad van Nationaal Front. - Te Den Haag verscheen gisteren het eerste nummer van het „Nederlandsch Dagblad", orgaan van het Nationaal Front. Naast 't weekblad „De Weg" zal dit dagblad in den vervolge de doelstellingen en beginselen dezer beweging in grooter kring bekend maken. Dr. Borms naar Vlaanderen terug. - Naar gemeld wordt, is de leider van het Vlaamsche activisme, dr. August Borms, in goeden welstand te Parijs aangekomen, van waar hij naar Vlaanderen is vertrokken. Dr. Borms was op 10 Mei j.l. naar Frankrijk gevoerd en is daar eenigen tijd in een kamp bij Perpignan opgesloten geweest. Oude man door tram aangereden. - Gistermiddag is op de Rozengracht te Am sterdam een 78-jarige man door een wagen van lijn 13 aangereden, toen hij plotseling den rijweg overstak. Ernstig gewond werd het slachtoffer naar het Binnengasthuis ver voerd. Oude man verdronken. - Zondag is uit het Utrechtsche Veer te Leiden het lijk op gehaald van den 70-jarigen L. F. van S., wonende in de Oosterstraat aldaar, die in den nacht, vermoedelijk ten gevolge van de duisternis, te water is geloopen en ver dronken. Voetbal ZOMERVOETBAL. Natuurlijk wordt er ook dezen zomer in Alkmaar aan zomervoetbal gedaan. Vele avonden in de week kan men de spelers bezig zien op de sportvelden. Zoo zal van avond het politie-team, dat nog ongeslagen is, op het sportpark zijn tweeden wedstrijd spelen tegen de Reiniging. Laatstgenoemd elftal krijgt dus gelegenheid om revanche te nemen, maar vermoedelijk zal de politie er prijs op stellen, ongeslagen te blijven! In elk geval kan men een spannend par tijtje verwachten. Tennis KAMPIOENSCHAP W.-FRIESLAND. Alkmaarders weerden zich. Zondag werden te Hoorn de jaarlijk- sche tenniswedstrijden om het kam pioenschap van West-Friesland gehou den. De regen veroorzaakte in den voormiddag eenige stagnatie in het pro gramma, zoodat het niet mogelijk was, het geheele tornooi af te werken. De nog resteerende partijen zullen a.s. Zon dag verspeeld worden. Er was voor dit tornooi een goede bezet ting met deelnemers uit Hoorn, Erikhuizen en Alkmaar. Mej. Koppen, kampioene 1939, verloor van mevr. Manjoero-Groen na een zeer fraaie partij, waarin de vastheid van laatstgenoemde de zege beteekende. Mr. Schuurman bereikte de 3e ronde, waarin hij tegen Eenhoorn uitkwam. Na één set, welke de Alkmaarder met 64 won, werd de partij afgebroken. De andere Alkmaarders sneuvelden reeds in de vo rige ronden. Wat het gemengd spel betreft, de heer en mevr. Schuurman moesten in het zeer ster ke paar, de heer en mevr. Manjoero na 3 sets hun meerderen erkennen, terwijl in het heerendubbel mr. Schuurman en Busselman de derde ronde bereikten na in de tweede ronde Haasbroek en Seroen met 62, 1113, 63 te hebben geklopt. De voornaamste uitslagen waren: Damessingle: mej. A. Noordeloosmej. Koppen 16, 1—6. 2e ronde: mej. Koppenmevr. Manjoero- Groen 36, 46; mevr. de Bruijnmevr. Schuurman 61, 46, 64; mej. de Wit mevr. Postma 60, 60. 3e ronde: mevr. Manjoeromej. G. de Leur 60, 60. Damesdouble: mevr. Schuurman en mevr. de Bruijnmevr. Manjoero en A. de Wit 4—6, 2—6. 2e ronde: mevr. Manjoero en mej. de Wit mevr. Postma en mej. Noordeloos 75, 6—2. Heerensingle: D. BuiskoolH. Schuur man 06, 26; J. J. de WitJ. J. Haas broek 16, 16; J. SchmidtJ. Lienesch 16, 16, R. ManjoeroSeroen 26, 75, 63; R. S. PostmaH. Busselman 57, 5—7. 2e ronde: H. SchuurmanJ. Haasbroek 61, 4—6, 62; P. EenhoornJ. Lienesch 62, 46, 63; A. StumpelR. Manjoero 911, 75, 75; H. BusselmanN. G. Hel der 61, 64. Heerendouble: G. de Leeuw en W. Hors man—J. Lienesch en N. Helder 6—3, 2—6, 64; P. Eenhoorn en R. S. PostmaR. Manjoero en D. Buiskool 26, 36; H. g|i M J* 63. „Ik wist niet, dat de wereld zóó groot was", zuchtte Kobusje van pure verrukking.,, „Wacht maar", zei de locomotief, „over vijftig jaar reizen we heel Nederland door". „Is Nederland dan nóg groter?" vroeg Kobusje. Toen lachten de beide locomotieven hem uit. 64. Ze lachten zóó hard, dat de stukken cokes uit den kolenwagen spatten, door het schudden van hun dikke buiken. Later vertelden ze die domme zet van Kobusje Bol over aan hun twee kameraden, de locomotieven „De Hoop" en „De Leeuw". TWEEDE BLAD. De weermachtsbevelhebber in Nederland, de generaal der luchtmacht Christiansen, heeft het volgende bepaald: Aan alle officieren, onder-offi cieren en manschappen, beroeps militairen en niet-beroepsmilitai- ren der Nederlandsche weermacht, die uit den militairen dienst zijn ontslagen, op pensioen, non-activi teit of wachtgeld zijn gesteld of met groot verlof zijn vertrokken en die niet in de hier beneden (onder a en b) opgenoemde diensten werkzaam zijn, is van 16 Juli 1940 af het dragen van de militaire uni form verboden. Voor zoover de militaire uniformen en uitrustingstukken geen privé eigendom zijn, zal over de inneming daarvan nog een bevel worden gegeven. Wie van de bovengenoemde officieren, onder-officieren en manschappen na 15 Juli 1940 nog in militaire uniform wordt aan getroffen, maakt zich strafbaar. Na 15 Juli 1940 zijn tot het dragen van de militaire uniform slechts gerechtigd: a. officieren, onderofficieren en man schappen, fiie tot de mobilisatie-organen van de Nederlandsche weermacht resp. tot de afzonderlijke onderdeelen behooren. Bo vendien is het officieren, die als rechters in militaire gerechten fungeeren, geoorloofd voor den duur der zittingen uniform te dragen. b. officieren, onderofficieren en man schappen van den opbouwdienst. Hun uni form moet het onderscheidingsteeken van den opbouwdienst dragen. c. slechts de onder a en vallende offi cieren zijn na 15 Juli 1940 nog gerechtigd het zijdgeweer te dragen. GESNEUVELDE VLIEGERS. In afwachting van een officieele en vol ledige opgave bevat „De Vliegwereld" een lijst van in den strijd gevallen personeel van de Nederlandsche luchtmacht. Het zijn W. F. Anceaux (res. Ie lt. vlieger)J. L. van der As (adsp. res. off. vlieger); L. M. J. Bal- langée (korporaal luchtschutter)P. T. Bierema (le lt. vlieger); L. J. W. Blomme- steijn (res. le lt. waarnemer); A. H. Bodaan (res. le lt. vlieger); O. W. Douwes Dekker (serg. vlieger); P. Espeet (serg. adsp. res. off. vlieger); W. Faber (le lt. waarnemer); F. Groen (res. le lt. vlieger); G. Hagen (sergeant luchtschutter); W. J. E. Künzel (le lt. vlieger K.N.I.-leger)H. Lindner (serg. luchtschutter); A. J. G. Oostindië (serg.-majoor vlieger); H. Pauw (res. 2e lt. vlieger); W. Roosenboom (res. It. waarne mer); G. J. E. Scheepens (2e lt. \lieger); P. C. Schoute (res. It. vlieger); A. H. Smoole- naars (res. 2e lt. vlieger); B. Swagerman Jr. (res. 2e lt. waarnemer); N. Steenbeek (res. 2e lt. vlieger); B. van Steenbergen (res. It. waarnemer); F. Stoovelaar (res. 2e lt. waar nemer); J. C. M. Simon Thomas (res. majoor waarnemer); T. Vermeulen (2e lt. waarne mer) en J. Vonk (res. le lt. waarnemer). Onder de gesneuvelden zijn drie K.L.M.- vliegers: Anceaux, Groen en Steenbeek. MITRAILLEUR IN HET NET. Gedurende de laatste paar weken wer den door visschers uit het IJselmeer reeds een paar onafgeschoten granaten en een kist mitrailleurkogels opgevischt. Thans heeft één hunner, naar de N. H. Ct. mee deelt, een zwaren mitrailleur boven water gehaald. De band met scherpe patronen zat er nog in. Ook dit oorlogstuig is voor- loopig op het politiebureau te Hoorn ondergebracht. Door 68) „Het is in orde, Tommy. Ik weet heel goed, dat je me een oogenblik geleden ver zekerde, dat je van het bestaan van dat huisje niets afwist. Je ziet dus dat jij onmo gelijk dien jongeman kunt zijn". De ander verviel weer in een gespannen stilzwijgen. „Het was een lange wandeling en een zware nacht. Ik herinner me dat het sneeuwde. Deze jongeman arriveerde blijk baar in den vroegen morgen van den vol genden dag bij het huisje. Hij had een ge laden geweer in de hand, geen ongewoon gezicht daar in de buurt waar zooveel ge jaagd wordt, en moordgedachten in zijn hart, Tommy. Er heerschte een geheim zinnige bedrijvigheid in en om het huisje. Menschen kwamen en gingen. Plotseling gaat de deur open. Er wordt een groote man naar buiten gebracht, geboeid aan twee anderen. Een verleidelijk gezicht, Tommy, vooral wanneer men bedenkt wel ke rol die groote man gespeeld heeft bij het wegwerken van een anderen man, die aan gasvergiftiging stierf". Thomas Hamper stond op, keek wild in het rond, sloeg dan met een snik zijn han den voor het gelaat en begon zenuwachtig te huilen. Tommy had een lesje gekregen. Inspecteur Higgins legde vriendelijk zijn hand op den schouder van den ander. „Het doet er niet toe, Tommy, mijn jon gen. Een bekentenis doet de ziel goed en ik vermoed, dat deze geschiedenis reeds eerdei verteld is aan een zekeren advocaat, die DE VERLICHTINGSVOORSCHRIFTEN VOOR MOTORRIJTUIGEN. Een juiste interpretatie. De K. N. A. C. heeft verschillende vragen ontvangen, waaruit blijkt, dat de officieele Nederlandsche vertaling van den Duitschen tekst der nieuwe voorschriften inzake het afschermen van motorrijtuiglantaarns hier en daar tot misverstand aanleiding geeft, omdat van de gebruikelijke Nederlandsche terminologie is afgeweken. Lid 5 van paragraaf 10 van de „Verorde ning van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende het verduisteren" (gepubliceerd in het Verordeningsblad, stuk 9, van 6 Juli 1940) bepaalt, in de Nederlandsche vertaling: „Motorrijtuigen rijden op open straatwegen met afgedekte voorlampen en zoeklicht. Bij verkeer van tegenge stelde richting en in bebouwde kommen moeten de stadslichten aangestoken worden. Het rijden met parkeerlichten is verboden". In aanmerking genomen de hierboven bedoelde moeilijkheden, welke het publiek bij de interpretatie van dit voorschrift on dervindt, meent de K. N. A. C. er goed aan te doen, mede te deelen, dat haars inziens hiermede het volgende is bedoeld: „Motorrijtuigen moeten op wegen buiten de bebouwde kom rijden met afgedekte koplampen en groot licht. Bij verkeer van tegengestelde richting en in bebouwde kommen moeten de koplampen worden gedimd. Het rijden met stads- of parkeerlampjes is verbo den". Voorts schrijft lid 4 van par. lo. voor: „Richtingaanwijzers mogen worden ge bruikt". Aangezen de Duitsche tekst luidt: „Fahrt- richtungsanzeiger sind weiter zu benut- zen", beschouwe men dit voorschrift naar de meening der K. N. A. C. meer in den zin van: „Richtingaanwijzers moeten wor den gebruikt". BOND VAN BOERINNEN EN ANDERE PLATTELANDSVROUWEN. Een eigen orgaan. Het is stellig een bewijs van krachtig ver- eenigingsleven en tevens een blijk van durf om in deze tijden eigen idealen te propa- geeren, dat de Ned. Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen ter gelegen heid van zijn tienjarig bestaan voor den dag komt met de uitgave vart ëen nieuw tijdschrift. Reeds lang bestond er in den Bond, die thans ruim 14000 leden telt, het streven naar een eigen orgaan, dat uitsluitend voor de belangen van het platteland, zooals de platte landsvrouwen die zelf zien en trachten te verwezenlijken, op de bres zou staan. De redactie van het nieuwe maandblad berust bij mevrouw A. C. Wiersma—Risse- lada te Leeuwarden, terwijl er overigens nog een redactie-commissie van drie dames is. Het eerste nummer wordt geopend met een redactioneel artikel „Trouw moet blijken". Daarin wordt verklaard, dat, al werd het arbeidsveld noodgedwongen tijdelijk eenigs- zins verlegd, de Bond zijn taak getrouw blijft en doorgaat met zijn werk. Het artikel „Houdt de lampen brandend" van H, v. d. H. is een ernstig woord van geloof in de onschendbaarheid van de diepste krachten van het leven en een op roep om pal te staan, trouw te zijn in het kleine, temidden van het machtig wereld gebeuren. Daarbij sluit treffend aan het vers „Voor onze dooden" van Jan H. Eekhout en een herdenkingsstukje „Waarin wij getroffen werden", waarin de redactie meedeelt wat sommige Bondsleden in de oorlogsdagen er varen moesten. Van den verdere inhoud noemen wij een bijdrage „Onze Bondsomroep" met de mede- deeling, dat de Bond zijn 10-jarig bestaan dezen herfst hoopt te herdenken met de uit gave van een „Herdenkingsboek" en een handwerkwedstrijd, en voorts een „Huis- zulke vriendelijke dingen over de politie wist te zeggen. Ir ieder geval ging de groote man eh naar het buitenland zonder een aanklach' tegen zijn aanvaller in 'te dienen". Tommy hief een vertrokken gezicht om hoog. „U bent een prachtkerel, inspecteur. Als de heele politie was, zooals u „Dat is ze, Tommy. Negen en negentig en negen tiende procent ervan. Van de anderen moet je geen notitie nemen. Dat is een te verwaarloozen minderheid. In iedere fami lie komen zwarte schapen voor HOOFDSTUK XL. Waarin een goede raad wordt gegeven. Jill Crawford kwam stralend uit den tuin terug en de spanning was gebroken. „Hallo, komen jullie allebei eens naar de baby kijken! Is het geen schat? Zoo zou ik er ook wel een willen hebben". Zij wendde zich tot den inspecteur. „Tommy en ik gaan binnenkort trouwen, weet u". Higgins wendde zich tot Tommy, die dap per probeerde zijn ontroering te verbergen. Vroolijk verbaasd fronste hij de wenkbrau wen. „Het is zoo, mijnheer". „O, toch waar? H'm. Een beetje aan den jeugdigen kant, jullie allebei, is het niet? Eén van onze voornaamste humoristische bladen gaf laatst een heel goeden raad aan degenen die op het punt stonden te gaan trouwen, welke raad sindsdien vermaard geworden is en vooral voor een stel van jullie leeftijd zeer toepasselijk". „Ja?" vroeg Jill gespannen, wier onschul dige spontaniteit haar een dankbaar offer maakte voor dergelijke valstrikken. „Die raad was: Doe het niet". „O!" Verontwaardigd schudde juffrouw Crawford het hoofd., „Ja, het is een beetje cynische humor. In jullie geval zou ik er echter nog een klein woordje tusschen willen zetten: Doe het nog niet!" „Aha, dat klinkt beter". „Jullie bent allebei nog zulke kinderen. Tommy, jij bent aan Jill verplicht te wach ten tot je haar een geriefelijk huis zult kun nen aanbieden. Armoede beteekent veelal het einde van een gelukkig huwelijk. Tom my, bij een gedenkwaardige gelegenheid heb je me eens verteld dat je op school uit blonk in balspelen en je hebt me toen een bewijs gegeven het te kunnen met een stuk kool. Ik geloof wel, dat ik je een baantje in het vooruitzicht zou kunnen stellen bij een of andere County cricketclub, indien je althans eenigen aanleg voor het spel toont te bezitten". „Hartelijk dank, mijnheer, maar...." „Je moet je trouwdag nog een paar jaar uitstellen". Beide jonge menschen keken elkaar wei felend aan, maar voor ze tot een besluit konden komen, verscheen mevrouw Smell in de tuindeuren, de baby op haar arm (een luidruchtig bewijs van haar huwelijksge luk) en keek den inspecteur boos aan. „Oom Higgins, je praat klinkklare non sens". „Lieve Marjorie, ik dank je hartelijk voor die lieve woorden en eh andere dingen", voegde hij er inconsequent aan toe. Intusschen stond een man over de reeling geleund van een op den oceaan dobberende vrachtboot. Hij was klein, tenger en van middelbaren leeftijd. Hij staarde in gedach- 1 naar V de golven, "e schip omringden. Zijn sneeuwwitte haar woei door den wind omhoog. Een uitroep van den uitkijk: „Land voor uit", deed hem opkijken en naar voren slenteren. Daar, een nauwelijks zichtbare lijn tegen den horizon, lag het land van zijn bestemming. Hij zuchtte. Hij had er geen spijt van, dat hij zijn geboorteland verlaten had, maarHij richtte zich krachtig op en er speelde een teere glimlach om zijn lippen. Het was de Gladde Sudd. Hij droeg twintig pond in zijn zak en een gebed in zijn hart voor een zekeren, politie-inspec- teur. Want eens in zijn leven had hij gepro beerd op zijn eigen stunteligen manier dien inspecteur voor een dreigend gevaar te waarschuwen en inspecteur Higgins weet z(jn schulden altijd te betalen. Epiloog. Een man en een vrouw zaten in de zit kamer van een privé-suite (gewoonlijk ge reserveerd voor de schatrijken) van een luxueus en exclusief hotel op het Europee- sche continent, De man nipte aan een whisky-soda, de vrouw las een romannetje. „Wil, Siss, we zijn er toch mee weg geko men!" Het was de stem van Thomas Ham per. De vrouw keek met een glimlachje op. „Ja", bevestigde zij, „maar het heeft toch maar een haar gescheeld". Thomas Hamper knikte. „Ja, dat is zoo maar gelukkig zijn we nog al vlugge den kers". Een pauze vol herinneringen. „Denk eens aan dat moment toen Higgins ons in dat leege huis betrapte. Het kwam er toen op aan vlug te handelen. Jij liep zwaar over den vloer om Higgins op onze aanwezigheid attent te maken en zoodoende alle verden king y/eeg te nemen, welke bij hem zou kunnen opkomen, dat wij hem probeerden te ontloopen. Het ging overigens nog al ge makkelijk met hem. Jij gaf voor, dat je mijn meisje was, in plaats van mijn zuster en hij liep er in. Hoe kwam je er bij om den naam Jill op te geven?" „Weet ik niet. Klinkt als het toppunt van onschuld, vind je niet?" Hamper lachte. „Onschuld! Allemachtig! De manier waar op je den sleutel onder zijn neus wegkaapte er. in die ruimte voor den kelder wierp, was handig bijna een beetje te handig". „Ja. Ik bedierf daardoor bijna het ge heele spelletje. Ik vertelde Higgings, dat ik wist dat je op zolder zat. Ik maakte 't echter goed door te zeggen, dat ik 't voelde dat het zoo was. Gelukkig dat zijn ridderlijke zij lachten beiden bij dat woord gedrag om ons even tezamen te laten voor hij jou on dervroeg, ons in staat stelde om snel een gedragslijn vast te stellen". „Nu, was mijn aanval op Higgins en mijn poging om te ontvluchten geen mooie bluf hoewel ik er niet op gerekend had mijn arm daarbij te verwonden. Toen hij het over een ziekenhuis had, schrok ik me dood. Ik had dien nacht nog heel wat te doen". 2 Schuurman en H. BusselmanK. D. Baas en J. de Wit 75, 61; A. Stumpel en J. SchmidtJ. Haasbroek en R. Seroen 26, 10—12. 2e ronde: G. de Leeuw en W. Horsman R. Manjoero en D. Buiskool 26, 46; H. Schuurman en H. BusselmanJ. Haasbroek en R. Seroen 62, 1113, 63. Mixed: de heer en mevr. Horsmande heer en mevr. Schuurman 16, 06; mej. J. Koppen en J. Lieneschde heer en mevr. de Leeuw 63, 97; mevr. Postma en J. Haasbroekmevr. Wille en A. Stumpel 6—4, 5—7, 3—6. 2e ronde: de heer en mevr. Schuurman de heer en mevr. Manjoero 57, 75, 36; mej. J. Koppen en J. Lieneschmevr. de Bruyn en H. Busselman 36, 62, 36. Daar leen deze parapluie zoo lang en stoor me niet! MODERNE MACHINES VOOR UW DRUKWERK! ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320. „Je had het mij wel eens kunnen zeggen. Ik was vreeselijk bang toen ik je niet kon vinden. Ik was den heelen dag door een be moeizieken agent gevolgt". „Wel, ik was van plan met de anderen van de bende af te rekenen. Je weet, dat zij ns die ruzie, ontstaan, omdat zij vonden dat vader en ik te veel zeggenschap over de financiën van de bende hadden, den oude om zeep hielpen. Het zou daarna onze beurt zijn geweest. Hoe het ook zij, ik ging naar het huis in Medhurst en was uiterst vei> baasd daar onzen vriend Higgins reeds aan te treffen. Hij vroeg mij om een revolver. Ik zei hem, dat die niet geladen was en hij geloofde mij. Sanderson echter niet. Die zat in doodsangst. Dacht, dat zijn laatste uur geslagen had. Hij zat tusschen twee vuren» Mapell en mij, om van den inspecteur maar niet te spreken. Toen de anderen ontdek ten, dat ik in het huis was, wilden ze mij te pakken nemen. Ze probeerden zoowel den inspecteur als mij van kant te maken. Ik kon zien, dat die goeie, ouwe Higgins er geen snars van begreep. Hij peinsde maar over het schijnbaar onzinnige van dien aan val op zijn persoon weinig vermoedend dat het vooral om mij te doen was. Ik pro beerde de anderen te helpen den inspecteur kwijt te raken. Dat kon ik heel gemakkelijk doen, want de anderen zouden er toch de schuld van krijgen niet ik. Maar Hig gins schijnt onder een gelukkig gesternte geboren te zijn. Toen hij bijv. dien ladder naar binnen haalde, liet ik het ding plotse ling schieten, maar het ding miste hem. Toen probeerde ik hem in den schoorsteen naar omlaag te werken, maar zonder succes. Toen liet ik hem van het dak afglijden, maar op het laatste moment greep hij de goot. Het was onbegonnen werk. In ieder geval moet hij later het Medhurst huis nog eens nauwkeurig onderzocht hebben. Vond daar waarschijnlijk ook eenige vinger afdrukken van mij. Goed dat hij me daar gezien had. Ik hoop, dat hij er geen een op onwaarschijnlijke plekken vond. Dat is wel niet mogelijk, want anders zou een man met Higgins' hersens dat wel verder onder zocht hebben". (Slot volgt). i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6