BIJ ONS IN ROTTERDAM
Wat er aan oude gebouwen en kunstwaarden
verloren ging en wat behouden bleef.
Credietverleening aan niet-
ingezetenen.
Garnalenbootje gestrand
bij Schiermonnikoog.
j^irvrnr r»y
ALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 21 JULI 1940.
De behoeite aan recreatie.
Als straks het als een Phoenix uit haar
assche herrezen Rotterdam zich aanmeldt
ir. de rijen der groote steden, dan belooft de
Maasstad een zeer merkwaardige wereld
stad te worden, n.l. een waar men zoo goed
als niets ouds aantreft. Rotterdam was toch
reeds niet rijk gezegend met bouwwerken
en kunstwaarden uit oude tijden van wer
kelijk groote beteekenis. Nu de ramp van
den veertienden Mei juist den ouden stads
driehoek heeft getroffen, is vrijwel alles,
wat er op dit gebied bestond, verloren ge
gaan.
In dit verband mag het als een buitenge
woon gelukkige omstandigheid beschouwd
worden, dat een der belangrijkste stand
beelden van ons land, het bronzen Erasmus-
beeld van Hendrick de Keyser, dat dateert
uit het jaar 1622, geheel ongeschonden be
houden is gebleven. Vreemd stond het daar
midden op het Groote Marktplein, omringd
door ruïnes en woestenijen. Thans heeft het
een veiliger verblijfplaats gekregen op de
binnenplaats van het Museum Boymans,
waar het solide in kratten en zandzakken
is verpakt.
Geen der Rotterdamsche standbeelden is
verloren gegaan of zelfs ook maar bescha
digd. Behalve dat van Erasmus hebben deze
beelden echter geen groote beteekenis, al
mag dat van Van Hogendorp, een werkstuk
van Seis, niet onverdienstelijk genoemd
worden.
Behouden.
Anders staat het met de schade aan de
bouwwerken. Het oude Rotterdam telde
eenige gebouwen van zeer bizondere waar
de. Gelukkig is het uit historisch oogpunt
allerbelangrijkste gebouw, het Schielands-
huis, gespaard gebleven. De voorgevel van
dit gebouw, dat helaas door latere restau
raties nogal „verklungeld" is, kan gerust als
uniek voor ons land beschouwd worden. Het
Schielandshuis is thans, evenals .de Delft-
sche Poort en de St. Laurenskerk, onder
persoonlijke bescherming van Adolf Hitler
komen te staan.
Ook de Delftsche Poort is er vrij goed af
gekomen. Zooals men weet, wat men juist
doende deze poort circa 70 meter te ver
plaatsen, omdat zij het verkeer op het Hof
plein in den weg stond. Men was met deze
werkzaamheden zoo ver gevorderd, dat de
poort reeds weer voor iets meer dan de
helft stond. Nu zijn er wel wat afschilferin
gen, beschadigingen aan de steenen, die
nog op den grond uitgestald lagen, alsmede
aan het beeldhouwwerk, maar een zeer be
vredigende restauratie zal toch wel moge
lijk zijn.
Van den inhoud van de Groote Kerk
heeft men gelukkig een en ander kunnen
behouden. Zoo zijn de praalgraven van
Witte Cornelisz. de With, Kortenaer en Van
Brakel, hoewel gehavend, .naar het Museum
Boy mans overgebracht. Voorts heeft men
enkele deelen van de prachtige hekwerken
kunnen redden, waaronder vooral het
smeedijzeren hek rond het graf van Jan
van Drielenburg een bijzonder exem
plaar is.
Een stad kan opgebouwd worden, mooi
opgebouwd worden zelfs, maar verloren
historische cultuurwaarden zijn niet te her
stellen. Zoo zal Rotterdam een merkwaar
dige stad worden. Het aantal huizen datee
rend van langer her dan 1880, is er met twee
cijfers te schrijven! Het behoeft geen be
toog, dat deze thans meer dan ooit zuinig
bewaard zullen worden!
Wat aan kunstwaarden behouden is ge
bleven, is overgebracht naar 't fraaie Mu
seum Boymans, dat zich mede een kind van
dezen tijd heeft getoond en zijn cultureelen
arbeid met volle kracht voortzet. Den eer
sten dag der opening kwamen er slechts
25 bezoekers, maar spoedig herstelde de pu
blieke belangstelling zich en bevredigde de
Rotterdamsche bevolking haar behoefte
aan cultuur en recreatie hier eenigszins.
Gebrek aan recreatie-mogelijkheden.
r
Er bestaat overigens een vrij nijpend ge
brek aan recreatie-mogelijkheden in de
Maasstad. Café's treft men alleen in de bui
tenwijken, wat dan meestal kleine, matig
geoutilleerde bedrijven zijn. Alle schouw
burgen zijn verloren gegaan -de Groote
Schouwburg was ook al een artistiek bouw
werk van den Rotterdamschen bouwmees
ter Verheul van de bioscopen zijn er
slechts zeven gespaard gebleven, die ge
durende de weekends maar al te vaak het
bordje „uitverkocht" voor de deuren moe
ten hangen en stadswandelingen zijn op het
oogenblik niet erg aanlokkelijk.
Zoo zijn het de randgemeenten, die in de
behoefte aan recreatie moeten voorzien, in
welk verband vooral Hillegersberg goede
beurten maakt met zijn fraaie Bergsche
plassen, zijn Plaswijk-park en zijn Lommer
rijk-complex, waar het Rotterdamsch Phil-
harmonisch Orkest onder leiding van zijn
eminenten dirigent Eduard Flipse, het ver
lies van zeer veel instrumenten en muziek
ten spijt, al weer concerteert en waar Theo
Moens/fde populaire conferencier van de
vroeger zoo vermaarde dancing Pschorr, de
danslustigen rond zich, vereenigt.
Juist dezer dagen is Rotterdam weer een
belangrijk recreatie-oord rijker geworden:
de nieuwe diergaarde, een waar biologisch
en botanisch lustoord, is gedeeltelijk voor
het publiek opengesteld. Men treft hier
mooie voorbeelden van moderne architec
tuur ook hieraan heeft Rotterdam met
het uitbranden van het Bijenkorf gebouw
verloren maar bovenal uitingen van lief
de voor de natuur. Geen enge hokken, geen
marionetten van dieren, maar een leven der
dieren in *<èen omgeving, waar zij zich vrij
gevoelen, waar zij kunnen springen, dra
ven en ravotten en waar dus ook het pu
bliek leerzame uren kan doorbrengen. Voor
al onder de huidige omstandigheden ver
dient deze diergaarde zeer zeker aller be
langstelling en waar het hier een instelling
betreft, die van een zeer breeden opzet
getuigt, mag de Maasstad zich gelukkig
prijzen met dit nieuwe, in een dringende
behoefte voorziend recreatie-oord, dat vol
gens moderne opvattingen binnen het be
reik ligt van breede lagen van de bevol
king. Dit blijkt uit de populaire en uitge
breide voorlichting; dit blijkt ook uit de
laag gestelde entree-prijzen en uit den opzet
der restaurants, waarin onder meer het
fooienstelsel is afgeschaft.
ROTTERDAMMER.
De St. Laurenskerk te Rotterdam in vroegere glorie.
(Foto Lichtbeelden-instituut, Amsterdam)
MAANDBLAD „NEDERLANDSCH
FABRIKAAT".
Het Julinummer van het maandblad „Ne-
derlandsch Fabrikaat" begint met het eerste
van een reeks artikelen over wetenschap
pelijk speurwerk in Nederland ten behoeve
van de industrie van de hand van drs. B.
M. Sweers. De schrijver maakt aan de hand
van voorbeelden uit de practijk duidelijk,
wat onder toegepast wetenschappelijk on
derzoek wordt verstaan, waarna hij een
overzicht geeft van de groepen van labora
toria en instituten, die zich in Nederland op
dit gebied bewegen. Naast de universiteits
laboratoria, de rijksvoorlichtingsdiensten en
o.a. particuliere adviesbureaux, zijn er naar
zijn schatting in ons land ook nog een
kleine honderd „research"-laboratoria van
particuliere ondernemingen met een weten-
schappelijken staf van wellicht 2500 tot 3000
personen.
Hierna volgt een artikel over het nuttig
werk van de Nederlandsche Heidemaat
schappij, geschreven aan de hand van een
gesprek met den heer C. van den Bussche,
president-directeur van deze instelling, en
enkele zijner medewerkers.
Na enkele fabrieksbeschrijvingen en be
richten uit de Nederlandsche industrie,
wordt door de redactie mededeeling gedaan
van de instelling van een vaste kunst-
nijverheidspagina, waarop in het vervolg
steeds afbeeldingen zullen worden gegeven
van kunstzinnige nijverheidsproducten van
den nieuweren tijd. De eerste pagina in deze
rubriek is gewijd aan door A. D. Copier
ontworpen glaswerk van de fabriek „Leer
dam".
Over Neerlands eerste „Zilverstad", Schoon
hoven, schrijft de heer H. M. Lugard. Hier
uit blijkt, dat reeds in de 14de eeuw in
oude archieven van de vestiging van goud
smeden in Schoonhoven wordt melding ge
maakt.
Van den verderen inhoud van het maand
blad noemen wij nog een geestige „Bloe-
men-Overpeinzing", waarin op oorspronke
lijke wijze „de lof der bloemen" wordt ge
zongen en de schrijver tot de conclusie
komt, dat wij „het nog veel meer met bloe
men, dit bij uitstek Nederlandsche product,
moeten aeggen".
IN DE BLOEMBOLLENSTREEK h
macht is men bezig met het rooien der
boilen.
In welke gevallen
geoorloofd.
Overeenkomstig artikel 35, derde lid, der
deviezenverordening 1940 wordt, met mach
tiging van de secretarissen-generaal van de
departementen van financiën, van handel,
nijverheid en scheepvaart en van landbouw
en visscherij, door het deviezeninstituut
bepaald:
1. Het is aan ingezetenen zonder vergun
ning van het deviezeninstituut geoorloofd
ten gunste van niet ingezetenen crediet te
verleenen, voor zoover zulks geschiedt ter
betaling van:
a. Kosten van onderhoud en studie
van hier te lande verblijvende leden
van het gezin van een niet-ingezetene.
b. Verplichte of vrijwillige onder
steuning van ingezetenen.
c. Pensioenen, verschuldigd aan in
gezetenen.
2. De ingezetene, die op grond van het
eerste lid crediet verleent, is verplicht bin
nen een week na de beëindiging van iedpr
kwartaal aan het deviezeninstituut schrif
telijke opgave te doen van alle gedurende
dat kwartaal op grond van zoodanig crediet
verrichte betalingen.
3. Het deviezeninstituut kan in bijzondere
gevallen bepalen, dat credietverleeningen,
als bedoeld in het eerste lid, slechts met
vergunning van dat instituut geoorloofd
zijn.
Deze bekendmaking trad gisteren in
werking.
VEREFFENING, SCHEIDING EN DEELING
VAN INBOEDELS.
Bepalingen voor deelgerechtigde
niet-ingezetenen.
Overeenkomstig Art. 35, derde lid, der
deviezenverordening 1940, wordt met mach
tiging van de secretarissen-generaal van de
departementen van financien, van handel,
nijverheid en scheepvaart en van landbouw
en visscherij, door het deviezeninstituut be-'
paald:
1. Onverminderd het bepaalde bij andere
wetten en verordeningen is het aan execu
teurs-testamentair en aan notarissen, belast
met de vereffening van boedels en nalaten
schappen van ingezetenen, waarin niet-
ingezetenen gerechtigd zijn, zonder vergun
ning van het deviezeninstituut geoorloofd
alle gerechtelijke en buitengerechtelijke
handelingen te verrichten, welke noodig
zijn om den boedel tot effenheid te bren
gen. Betalingen in binnenlandsche betaal
middelen aan executeurs-testamentair en
aan notarissen, zoomede andere handelin
gen, als bedoeld in Artikel 15 der deviezen
verordening 1940, ten gunste van den boedel
zijn eveneens zonder vergunning van het
deviezeninstituut geoorloofd.
2. Scheiding en deeling van boedels en
nalatenschappen van ingezetenen, als be
doeld in het eerste lid, kan zonder afzon
derlijke vergunning van het deviezen
instituut worden tot stand gebracht, met
dien verstande, dat het slechts met vergun
ning van dat instituut geoorloofd is aan de
deelgerechtigden-niet-ingezetenen een groo-
ter deel van de in den boedel aanwezige
buitenlandsche waarden toe te scheiden
dan met hun aandeel overeenkomt.
3. Beschikkingen over de bij de boedel
scheiding door de deelgerechtigden-niet-
ingezetenen verkregen waarden blijven
onderworpen aan de bepalingen van de
deviezenverordening 1940.
Deze bekendmaking trad gister in wer
king.
een groote bedrijvigheid. Met man en
Het uit den grond halen der hyacint-
Opvarenden werden
gered.
De motorreddingboot „Insulinde" van
de Noord- en Zuidhollandsche Redding
Maatschappij, gestationneerd te Oostma-
horn, is gisternacht om twee uur terugge
keerd van een tocht naar de Boschplaat,
een zandbank beoosten Schiermonnikoog,
waar een garnalenbootje was gestrand.
De opvarenden van het bootje, twee jon
gemannen, zijn door de „Insulinde" gered
en naar Oostmahorn gebracht.
De jongelieden, die Vrijdag uit Zout
kamp waren vertrokken, hebben gerui-
men tijd op de Boschplaat, die bij hoog'
water geheel blank staat, doorgebracht.
Zij hebben een dankbaar gebruik gemaakt
van het aldaar op palen staande schip-
breukelingenihuisje, waar zij voedsel
konden vinden. Maandagavond werd 't ge
strande bootje door den commandant van
de Duitsche bezetting van Rottumeroog
opgemerkt.
NAAR EEN EIGEN NEDERLANDSCHEN
BOUWSTIJL.
Een onderhoud met den bouw
meester A. J. Kropholler.
Het A. N. P. had dezer dagen, een onder
houd met den bekenden Wassenaarschen
architect A. J. Kropholler. De heer Krop
holler heeft de laatste jaren verschillende
raadhuizen gebouwd, in een typisch Ne-
derlandschen stijl, o.a. te Waalwijk, Wate
ringen, enz.
Op de vraag of hij nog het bouwen van
eenige raadhuizen in petto had, antwoord
de hij o.m.: „Ja, burgemeesters genoeg, die
mij wilden laten bouwen, maar zij konden
er niet snel mee opschieten. In Leidschen-
dam, Medemblik, Heesch en Helvoirt
kreeg ik de werken aan den gang en deze
raadhuizen komen er dus. In eenige an
dere gemeenten stak de oorlog een spaak
in het wiel".
De heer Kropholler kantte zich tegen
de hypermoderne bouwstijlen, die niets
Nederlandsch meer hebben en volgeng
zijn meening leiden tot een onaesthetische
architectuur. Het is echter nog niet te
laat, aldus verklaarde hij, als het met alle
middelen aansturen op navolging der
dwaasheden van de dessauers, de corlu-
siers en andere buitenlanders langzamer
hand wat minder wordt. Maar het zal niet
zoo heel gemakkelijk gaan, want als men
jaren en jaren lang in' het excentrieke-
heeft gezocht, zijn de gewone middelen en
materialen ons vreemd geworden. Wie
tien jaar lang knalgele gevels heeft ge
bouwd, of kubusstijl nagestreefd, is nog
niet zoo gauw op de hoogte, om van het
eigene in materiaal en vorm iets moois te
scheppen. Dit zullen vele architecten op
nieuw moeten gaan leeren.
De bouwmeester besloot het gesprek
met de opmerking,, dat ook het interieur
zich bij het exterieur moet aanpassen.
Voor de versiering kan ook van een Neder
landsch product gebruik worden gemaakt,
ml. van gebakken klei.
Van de buitenlandsche bouwstijlen be
hoeven wij niet alles te verwerpen al
dus de heer Kropholler maar vóór alles
moeten wij in een Nederlandschen stijl
bouwen, die zich aanpast bij het Neder
landsche landschap.
De Kon. militaire kapel bij den op-
bouwdienst. - Een groot aantal leden van de
Koninklijke Militaire Kapel is Maandag op
geroepen en ingedeeld bij den Opbouw-
dienst. Dit muziekcorps zal onder leiding
staan van den onderkapelmeester der K.M.
K., den heer H. van Vessem.
DE PAARDENSPORT VIERT OP DE VELUWE WEER HOOGTIJ. Dagelijks ziet men de deelnemers (sters). aan het
ruiterkamp van de A.R.M. in de omgeving van Elspeet op de Veluwe rijden. Een groepje ruiters trekt door n zandverstuiving.
NA DE SPORTBEOEFENING des morgens door de manschappen van den Op-
bouwdienst, die te Lisse gelegerd zijn, ziet men reikhalzend uit naar het eten-uit-
deeler.. Sport maakt hongerig. De manschappen laten zich het eten best smaken.