OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL
ïjteuiiletou
Duits
De „Nederlandsche Unie"
ontvangt adhaesie-
betuigingen.
De Alkmaarsche Courant
J. BECHDOLT.
Weer 7£
D. D.A.Z1
licht
ÏWiliLüu uiniili.
trustvorming wordt verstaan, antwoordde
prof. De Quay, dat daarmee beoogd wordt
beperking van de sterke machtsvorming op
economisch gebied van bepaalde concen
traties, zooals men die de laatste jaren in
een groot deel van de wereld en ook in
Nederland heeft zien opkomen. Spr. was
overtuigd, dat bepaalde vormen van be,
drijfsconcentratie noodzakelijk zijn, maar
aan den anderen kant was hij van meeqing,
dat belangrijke uitwassen hebben geleid tot
dien algemeen economischen toestand, die
de welvaart van ons volk heeft benadeeld.
Het gaat tegen dien vorm, waarbij indivi-
duëele belangen en die van bepaalde groe
pen worden gesteund, ten nadeele van de
geheele volksgemeenschap.
Wij willen, zoo zeide spr. nog,
een krachtige centrale leiding, maar
niet, dat alles van boven af wordt
voorgeschreven. Wij willen een lei
ding langs Nederlandschen weg.
Dit zal misschien iets langer duren,
maar dan zal, hetgeen wij voor
staan geworteld zijn in het volk zelf
en zal het volk begrijpen, dat het
zóó moet zijn en niet anders.
De Raad van Bijstand.
Over de samenstelling van den te vormen
Raad van Bijstand kon de voorzitter nog
geen mededeeling doen. Het ligt in de be
doeling om dien Raad organisch en corpora
tief samen te stellen, d.w.z. uit menschen
van de verschillende groepeeringen van ons
volk, met uitsluiting van de politiek en
met afwijzing van het idee, dat er één per
soon zou zijn, die over alles beslist.
Geen intermezzo-regeering.
Prof. de Quay merkte nog op, dat
het niet de bedoeling is, een intermezzo-
regeering te vormen, maar wel, om invloed
uit te oefenen op de voorbereiding van be
paalde maatregelen. De verordeningen van
den Rijkscommissaris vorderen voorberei
dend werk. Ieder burger heeft het recht om
met de secretarissen-generaal besprekingen
te houden en de Unie kan dus aan hen, die
het voorbereidend werk verrichten, haar
wenschen kenbaar maken.
Nadat de voorzitter het standpunt
van afwachten, omdat men staatkundig
toch moet doen, wat de Duitsche overheid
voorschrijft, als het meest ellendige stand
punt had afgewezen, en met nadruk had be
toogd, dat men niet bij de pakken mag
gaan neerzitten, werd de conferentie geslo
ten.
Katholieke organisaties
zenden telegrammen.
De Nederlandsche R. K. Metaalbewer-
kersbond heeft een telegram aan de Ne
derlandsche Unie gezonden, dat luidt als
volgt:
„Aan de „Nederlandsche Unie".
Het hoofdbestuur van den Nederland
schen R.K. metaalbewerkersbond, verte
genwoordigende ruim 23.000 R.K. metaal
bewerkers, op Zaterdag 27 Juli 1940 in
vergadering bijeen, kennis genomen heb
bende van de tot standkoming van de
Nederlandsche Unie, juicht deze totstand
koming van harte toe, betuigt daarmede
zijn volle instemming en zegt spontaan
algeheele medewerking toe.
De katholieke Ned. Boeren- en Tuin-
dersbond zond het volgende telegram:
„De Katholieke Nederlandsche Boeren-
en Tuindersbond, omvattend 77.000 leden,
daartoe speciaal gemachtigd door de
gewestelijke organisaties, betuigt zijn
sympathie met het initiatief van de Ne
derlandsche Unié en koestert de verwach
ting, dat alle landgenooten zich daarin
mogen samenvinden voor den opbouw
van een schoone toekomst".
AFSCHERMING VAN RIJWIEL
VERLICHTING.
De A. N. W. B. vestigt er de aandacht
van de wielrijders op, dat aan de gegeven
verduisteringsvoorschriften nauwkeurig
moet worden voldaan en dat door de po
litie tegen de overtreders van die voor
schriften proces-verbaal zal worden op
gemaakt.
Het is natuurlijk het beste om gebruik
te maken van koplantaarns en afscher-
mers van een der door de Inspectie voor
de luchtbescherming goedgekeurde soor
ten. Andere dan deze mogen niet in den
handel worden gebracht, maar de handel
is nog niet in staat aan de behoefte van
de millioenen wielrijders te voldoen.
Daarom kan men zich voorloopig op de
volgende wijze helpen:
1. voor wat de koplichten
betreft: door bij toepassing van nor
male koplantaarns voor rijwielen ten
minste de achterste helft van den ballon
der gloeilamp in de lantaarn (het deel dat
aansluit aan den lampvoet) deugdelijk
zwart te lakken, voorts de lichtdoorlaten-
de opening der lantaarn zoodanig af te
dekken, dat slechts licht kan worden uit
gestraald door een horizontale spleet van
2X1 cM„ waarvan de bovenzijde niet
boven het midden der lantaarn ligt en
tenslotte de lantaarn zoo te richten, dat
het midden van den lichtbundel het weg
dek op een afstand van 5 M. vóór het
rijwielpad treft;
2. voor wat de achterlich
ten betreft door de bovenste helft
van de lichtdoorlatende opening van een
van het Rijkskeurteeken voorzien rijwiel
achterlicht goed af te schermen. Dit kan
op handige wijze gebeuren door over het
achterlicht een stukje binnenband te
schuiven.
TERUGGAAF MOTORRIJTUIGEN
BELASTING OVER JULI.
De Bond voor Bedrijfsautoverkeer in
Nederland (B. B. N.) bericht ons:
Zooals destijds door het Departement
van Financiën is medegedeeld, zou terug
gave van de motorrijtuigenbelasting wor
den verleend in verhouding van het aan
tal dagen, waarover de kaart loopt tot het
aantal dagen, waarvan werd aangetoond,
dat men niet met het motorrijtuig op
den openbaren weg had kunnen rijden.
Restitutie werd practisch slechts ver
leend, indien in eenig tijdvak de wagen
had stilgestaan, omdat vergunning door
den burgemeester was geweigerd. Deze
maatstaf kan over Juli niet worden aan
gelegd, omdat de vergunningen sedert
1 Juli j.l. voor een maand worden ver
leend.
Thans heeft het Departement van Fi
nanciën bepac13:
„Indien het aantal dagen, dat de wagen
niet gereden heeft, voor de maand Juli
niet nauwkeurig kan worden bepaald,
dient het zoo goed mogelijk te worden
geschat, b.v. aan de hand van de verhou
ding tusschen de hoeveelheid motor
brandstof, die den houder is toegewezen
en de hoeveelheid, die hij onder normale
omstandigheden per maand verbruikte,
doch met inachtname van de mogelijk
heid, dat de houder nog benzine in voor
raad had".
Ter verkrijging van restitutie van de
belasting over Juli kan men zich met den
Ontvanger der Directe Belastingen in
verbinding stellen.
Een bijzondere -regeling maakt het mo
gelijk, dat van 1 Augustus a.s. af ieder,
die in het bezit is van een vergunning 'tot
het verbruiken van motorbrandstof, des-
gewenscht de z.g. 60-dagenkaart kan koo-
pen, welke 1 jaar geldig is en waarvan de
kosten gelijk zijn aan die van een gewone
driemaandenkaart plus 3 pet.
Voorheen werd per jaar slechts één
6Qrdagenkaart verstrekt; de B. B. N.
heeft erop aangedrongen om in de huidige
omstandigheden meer 60-dagenkaarten
per jaar voor denzelfden wagen beschik
baar te stellen. Hieromtrent is nog een
nadere regeling te verwachten.
Dr. de Graaff hoofdredacteur „Utrechtsch
Nieuwsblad". - Met ingang van 1 Augustus
a.s. is tot hoofdredacteur van het Utrechtsch
Nieuwsblad benoemd dr. A. de Graaff. De
heer de Graaff was van I Januari 1937 tot
het afkondigen van de mobilisatie schrijver
van de rubriek „toestand" in de Nieuwe Rot-
terdamsche Courant en leider van haar af-
deeling buitenland.
Bij het zwemmen verdronken. - Gister
middag is te Ammerzoden (N.Br.) de 17-
jarige zoon van de wed. van D. bij het zwem
men in de Maas verdronken. Pogingen om
het stoffelijk overschot te bergen zijn tot
nog toe zonder resultaat gebleven.
HOUTBLOKJES VOOR GAS
GENERATOREN.
Het Staatsboschbeheer deelt het volgende
mee:
De beperktheid der beschikbare hoeveel
heid motorbrandstof is oorzaak, dat thans
pogingen in het werk worden gesteld om een
aantal vrachtauto's door middel van hout
gas in bedrijf te brengen.
Reeds is een aantal houtgasgeneratoren
afgeleverd, dat vermoedelijk tot ten hoogste
1000 kan worden opgevoerd, deze duizend
auto's zullen globaal berekend, jaarlijks
50.000 m3 hout verbruiken, welke hoeveel
heid zonder bezwaar in de Nederlandsche
bosschen kan worden gewonnen, mits alle
boschbezitters er toe medewerken, dat het
daarvóór in aanmerking komende hout ge
reed worde gemaakt. Tot dusverre ging er
in onze bosschen een betrekkelijk groote
hoeveelheid afvalhout, zooals topstukken,
dikke takken, enz., verloren, doordat dit
hout op verschillende plaatsen geen bevredi
gende prijzen kon opbrengen. Thans bestaat
er echter een goede gelegenheid om dit af
valhout tegen behoorlijke prijzen af te zet
ten, mits het worde verwerkt tot kleine
blokjes, die voor de houtgasgeneratoren ge
schikt zijn. De blokjes moeten in behoorlijk
drogen toestand Worden afgeleverd. Het is
derhalve noodig, ze in de zomermaanden te
doen vervaardigen, om ze voldoende droog,
z.g. luchtdroog, te kunnen afleveren. In en
kele maanden moet dus een hoeveelheid
hout gereed worden gemaakt, welke voor
800 generatoren toereikend is om de winter
maanden en de eerste voorjaarsmaanden
door te komen; deze hoeveelheid wordt ge
schat op 20.000 m3. of op 10 tot 12 millioen
kg. Het afvalhout kan thans blijvend ren
dabel worden gemaakt. Immers, er mag wor
den verwacht, dat de houtgasauto's ook zul
len blijven bestaan in tijden, waarin over
een voldoende hoeveelheid'benzine zal kun
nen worden beschikt, aangezien ae ervaring
heeft geleerd, dat houtgas belangrijk goed-
kooper is dan benzine.
CENTRALE POLITIE-FEDERATIE
OPGERICHT,
Op 19 Juli 1940 is opgericht „De centrale
politie-federatie".
De federatie bedoelt de toegetreden orga
nisaties van politiepersoneel te overkoepe
len, teneinde onder meer als zelfstandige
eenheid voor de betrokkenen te kunnen
fungeeren en optreden.
Al hebben stellig de jongste wereldge
beurtenissen een krachtigen stoot tot dit
besluit gegeven, moet toch deze daad in de
eerste plaats gezien worden als de vervul
ling der bij alle toegetredenen reeds jaren
gevoelde behoefte, om de in steeds sterker
mate gelijkgerichte werkzaamheden der
leden te centraliseeren.
Deze gedachte heeft zich in het verleden
reeds duidelijk gemanifesteerd, toen men tot
de samenwerking besloot op het voor de be
trokkenen zoo uiterst belangrijke gebied van
het politie-vakonderwijs, hetwelk thans door
een speciaal daartoe opgerichte stichting in
één hand is gebracht, hetgeen het onderwijs
en het algemeen belang beide zeer te stade
is gekomen. Daarnaast kan nog gewezen
worden op het steeds toenemende aantal
gevallen, waarin samenwerking is gezocht
en op eendrachtige wijzen is verkregen op
incidenteele concrete punten van meer be
langrijken aard, zooals bij wijzigingen van
rechtspositieregelingen e.d.
Het besluit tot de oprichting van de „Cen
trale politie-federatie" wil dus een nood
zakelijke keten in de zich steeds duidelijker
afteekenende lijn zijn, die de geschiedenis
hier heden ten dage in het vereenigings-
leven aanwijst.
Tot de C.P.F. zijn toegetreden de vier
grootste bonden van politiepersoneel in Ne
derland: 1. Algemeene Nederlandsche poli
tiebond, Algemeene bond van politieperso
neel in Nederland, bond christelijke politie
ambtenaren in Nederland, Nederlandsche
r.k. politiebond „St. Michaël". Het totale
aantal individueele leden, welke de federatie
omvat, bedraagt 8918, derhalve het over-
groote deel der Nederlandsche politie-amb-
tenaren.
Voorzitter der federatie is de heer mr. W.
A. J. Visser, burgemeester van Zeist en pre
sident van den Algemeenen Nederlandschen
politiebond"; secretaris is de heer mr. C.
Kruysse, rechtskundig adviseur van den
Algemeenen Nederlandschen politiebond.
Het adres van het secretariaat is: Amersfoort,
Langestraat 55.
BEHANDELING VAN DUITS CHERS IN
NED.-INDIE.
De Indische regeering heeft het plan
opgevat een excursie van journalisten te
organiseeren, teneinde te laten zien dat de
geïnterneerde Duitschers in Indië goed
zijn ondergebracht en over sportterreinen
en ontspanningsterreinen beschikken. In
bevoegde Duitsche kringen betoogt men
echter, dat het Indische gouvernement
zich vergist, als het meent op deze wijze
rekenschap voor zijn houding te kunnen
afleggen. Van Duitsche zijde zijn ontel
bare pogingen gedaan om langs ambtelij
ken weg, rechtstreeks of door bemidde
ling van een neutrale mogendheid, con
tact met de Indische autoriteiten te
krijgen. Deze pogingen zijn onbeantwoord
gebleven. De Indische regeering heeft de
Duitschers in quarantaine stations opge
sloten en door inlanders laten mishande
len. Thans heeft de Duitsche regeering
represailles gesteld, welke zoo lang zullen
duren als de interneering der Duitschers
in Indië. De diskrimineering van de Duit
schers in Indië in de oogen der inlandsche
bevolking moet volgens de meening van
Duitsche kringen beschouwd worden als
een slag in het gezicht van het blanke
ras.
Architecten bij den wederopbouw. - De
Haagsche architectenclub heeft in een brief
aan den regeeringscommissaris voor den
wederopbouw erop aangedrongen, dat de
opdrachten voor het ontwerpen van nieuwe
gebouwen, boerderijen enz. in de gebie
den, welke door verwoestingen zijn geteis
terd, zooveel mogelijk gelijkelijk zullen wor
den verdeeld over de in den lande gevestig
de architecten.
ARRESTANT GING OP DE VLUCHT.
Rijwielen hebben voor vele menschen
nog steeds groote aantrekkingskracht. Dat
was ook het geval met den 23-jarigen jonge
man F. K., wonende in Zwammerdam. Hij
had' twee karretjes weggenomen, waarvan
een in den Haag en had ze in Bodegraven
van de hand gedaan. De politie in Bode
graven had den jongeman echter gesnapt en
Zaterdag werd hij onder geleide van een
veldwachter naar den Haag overgebracht,
waar hij zich verantwoorden moest. Toen
'de veldwachter hier met hem op de tram
wilde stappen, ging zijn arrestant op den
Stationsweg plotseling op de vlucht. Deze
vrijheid was echter van korten duur, want
de veldwachter loste eenige schoten in de
lucht, waarop K. bleef staan en weder ge
arresteerd kon worden. Hij is hierop met
assistentie van de motorpolitie naar het
hoofdbureau overgebracht.
PROVINCIALE EN GEMEENTELIJKE
BELASTINGEN.
De secretaris-generaal van het departe
ment van binnenlandsche zaken is door
den rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied gemachtigd de wet
telijk vereischte goedkeuringen voor het
heffen van provinciale en gemeentelijke
belastingen en van retributies, die over
eenkomstig het Nederlandsche recht aan
dezelfde goedkeuring zijn onderworpen,
te verleenen.
NEDERLANDSCHE MILITAIREN IN
FRANKRIJK.
Teneinde de ingestelde nasporingen te
vergemakkelijken en den terugkeer van
nog in Frankrijk vertoevende militairen te
bespoedigen, wordt aan militairen, die
reeds uit Frankrijk zijn teruggekeerd,
verzocht alle te hunner beschikking
staande gegevens ten aanzien van verblijf
plaatsen, welstand, enz. ten spoedigste
bekend te maken aan het algemeen
informatiebureau, Lange Voorhout 7 te
's-Gravenhage.
Den sedert 1 Juli uit Frankrijk terug
gekeerden militairen wordt bovendien
verzocht aan het algemeen informatie
bureau van hun terugkeer mededeeling te
doen door middel van een briefkaart,
waarop vermeld staan: naam en voor
letters, geboortedatum, rang, onderdeel
en particulier adres.
Geen telefoonverkeer met Duitsch-
land. - Het bericht over herstel van het
telefoonverkeer met Duitschland berust op
een misverstand. Zoodra het openbaar tele
foonverkeer tusschen Nederland en Duitsch
land hersteld is, zal hierover in de bladen
een officieele mededeeling verschijnen.
is het EENIGE DAGBLAD met een
EIGEN STADSKARAKTER.
Dat is de GROOTSTE WAARDE voor den
adverteerder! Tel. 3320.
97. De conducteur werd nu nog bozer. Hij zag KobuSje
dreigend aan. Want conducteurs zijn altijd galant voor
deftige dames. „Ik kon het heus niet helpen", bibber
de Kobusje. „Je krijgt voor straf je stok niet terug",
bulderde de boze man woedend.
98. „Ach meneertje", smeekte Kobusje. Er kwam op
eens een hevige rukwind. Voordat de conducteur er op
verdacht was, vloog zijn pet van zijn hoofd. Hij zette het
direct op een lopen. Maar de pet waaide hoe langer hoe
verder weg. Toen kreeg Kobusje een idee.
DOOS
16)
Jeth! Ja, die was echt de man voor zoo
iets! Mary bedankte haar oude vriendin
voor dien góeden raad. Etta van haar kant
was blij over elke gelegenheid, waardoor
die twee met elkaar in aanraking konden
komen en ze hoopte er voor het geluk van
haar zoon het beste van. Toen Mary met het
geval bij Jeth kwam, luisterde hij heel ern
stig naar haar verhaal. Maar hij betwijfelde
het, net als zijn moeder, of hij er veel aan
zou kunnen doen.
Ze besloten toch, samen naar Allan te
gaan, om er met hem over te praten.
De nieuwe stad Cabinal was nog geen
week oud, toen Jeth en Mary erop uitreden,
om Allan te zoeken. De reeds opgerichte
gebouwen bestonden nog uit ongeschaafde
planken, gegolfd ijzer en asfaltpapier. Be
halve de kroeg en de speelzaal van Moseby
stonden er nog twee andere kroegen', een
hotel en verscheidene winkels. Op den
voorloopipen plattegrond van den bouw
heer was nog slechts één straat geprojec-
"erd die Hoofdstraat zou heeten. Die was
nog niet eens geheel vrij van prairiegras en
reeds zoo vol kuilen en gaten, dat het niet
lang zou duren of de mogelijkheid van be
strating zou onder het oog gezien moeten
worden.
Straatlantaarns bestonden er nog niet en
alleen het licht, dat door het tentlinnen,
waarmee de muren vaak bespannen waren,
naar buiten drong, verminderde 's avonds
de duisternis een weinig. Maar toch waren
er reeds heel w«t bouwterreinen afgeba
kend en kwamen er steeds meer gegadig
den. De menschen waren erop gesteld, in
Cabinal te komen wonen. Als het een kruis
punt van spoorwegen zou worden, wie, weet
hoeveel toekomst er dan niet inzat!
„Als dit goed loopt, dan koop ik er nog
meer land bij, Mary. Ik heb een oogje op
een groot stuk grond een eind verderop.
Daar sticht ik dan mettertijd een stad, die
ik Hanley noem, zoodat mijn kinderen en
kleinkinderen iets hebben om groot op te
gaan".
Hij keek het meisje onderzoekend van ter
zijde aan. Ze wist natuurlijk nog niet, dat
hij haar als zijn toekomstige deelgenoote in
zijn grootsche ondernemingen beschouwde.
Hij had erover gedacht, er nog tijdens dezen
rit over te beginnen, maar door het drukke
praten was het daar nu te laat voor gewor
den. Ze waren nu dichtbij de inrichting van
Moseby aangekomen en hadden nog andere
zaken te doen. Die inrichting was wel de
grootste van heel de plaats. De vloer en de
opstand waren van planken, en het dak van
canvas. Het licht scheen van binnenuit daar
doorheen en de muziek van een accordeon
en een piano, begeleid door het schuifelen en
stampen van voeten, drong naar buiten door
de dunne wanden.
„Als Allan daar is, dan kunnen we het
zoeken voor vanavond wel opgeven" zei
Jeth. „Wacht hier maar even buiten, Mary.
Je bent toch niet bang? Er kan je niets ge
beuren".
„Heelemaal niet", antwoordde Mary, en
toch voelde ze zich in de vreemde omgeving
niet erg'op haar gemak, toen Jeth eenmaal
weg was.
Om zich heen zag ze veel meer men
schen, dan ze gewend was; baardige kerels
met ruw uiterlijk, van ver gekomen voor
het zware werk aan den spoorweg. Daar
naast viel een ander, veel sluwer uitziend
type, blijkbaar uit de groote steden afkom
stig, te onderscheiden. En al deden ze allen
in kleeding en manieren zich voor als men
schen uit het Verre Westen, ze waren toch
niet van het aan Mary bekende slag. Tij
dens heel haar leven in de vallei had Mary
vreemdelingen nooit anders dan met vrien
delijkheid bejegend. Vreemden waren voor
haar altijd toekomstige vrienden geweest.
Maar met dit soort menschen was geen
vriendschap te sluiten. Ze bleven vreemden
en bezorgden haar een onbehagelijk gevoel.
De verandering had zich ongelooflijk snel
voltrokken. Enkele weken nog slechts ge
leden was dit het land van Cabinal ge
weest haar eigen vrije land en nu
voelde ze zich hier als een vreemde eend
in de bijt.
Naast haar stond een deur van een schuur
open en door die deur kwam een man met
den langzamen, eigenaardigen gang van een
ruiter. Mary herkende hem, zei een woordje
tegen haar paard en reed hem achterop. Het
was Allan. Terwijl Jeth naar hem zocht in
de speelzaal van Moseby, was hij ergens
anders vandaan gekomen en liep nu de
eenige straat der nieuwe stad door, zonder
op of om te zien. Toen Mary naast hem ge
komen was, zag ze, dat hij er ongewoon
bleek en betrokken uitzag. Hij had donkere
kringen onder zijn oogen en staarde als een
blinde voor zich uit. Ze moest verscheidene
malen zijn naam zeggen, voordat hij opkeek.
Weifelend keek hij haar aan.
„Ik heb je loopen zoeken", zei Mary. „Ik
wilde je graag eens spreken, Allan. Ik heb
Jeth Hanley al bij Moseby binnengestuurd,
om te zien, of je daar was."
„Ik wil niks met Jeth te maken hebben".
„Ook niet noodig. Laten we ergens heen
gaan, waar we rustig kunnen praten."
„Waarover? Over mij soms? Dat zou toch
maar tijd verknoeien zijn, Mary."
Mary voelde zich geroerd door zijn jon
gensachtige neerslachtigheid. En wat zag
hij er verwaarloosd en slordig uit!
„Toe, laten we •-samen nu eens praten!"
„Nou, ik ben te voet en jij te paard. Ik kan
je niet ontloopen, zelfs al wilde ik. En ik heb
op het oogenblik geen paard meer. Ik heb
mijn laatste bij Moseby verspeeld met mijn
laatsten cent erbij."
„O Allan en wat ga je nu doen?"
„Dat heb ik me ook al afgevraagd. Ik
weet zelf geen raad meer. Ik dacht er net
over, om mezelf voor m'n
„Onzin, Allan. Hoor eens, ik heb een stuk
of zes ponies in de veekraal bij Hanley loo
pen. Je moógt er een uitkiezen, welken je
wilt."
„Ik kan geen aalmoes van je aannemen.
„Aalmoes? Denk je, dat ik het als een
aalmoes beschouw om aan een vriend een
paard te leenen, zoodat hij op zoek naar een
baantje kan gaan?"
„Wie zegt, dat ik een baantje zoek? Ik
ben niet van zins, voor iemand hier in de
buurt te gaan rijden. Iedereen weet, hoe
dwaas ik met tegenover jouw zuster heb
aangesteld."
„Niemand vraagt je, hier in de buurt
werk te zoeken. Neem een van mijn pony's
en rijd naar het Zuidwesten. Daar heeft nie
mand ooit van onze verborgen Vallei ge
hoord. En als je wat gevonden hebt, stuur
me het paard dan terug, of het geld ervoor,
net zooals je zin hebt."
Met grimmig vertrokken mond dacht Allan
na. „Wat geeft het? Ik heb geen baantje
noodig. Ik heb genoeg van het leven. Ik ben
nog altijd gek op Bess en die ellendige
ingenieur heeft me haar afgetroggeld. En
toen heb ik me, om haar te vergeten, als een
dwaas aangesteld. Je wordt hartelijk be
dankt voor je goede bedoelingen, maar dat
is toch niks voor me. Ik moest'er maar een
èind aan maken?"
„Wat je zégt!" spotte Mary. „Heb je dan
een pistool? Of wil je het mijne soms lee
nen? Alleen als ik zoo weinig om Bess
gaf, als jij schijnt te doen, dan zou ik haar
de voldoening niet willen geven, dat ik mij
om haar voor m'n kop schoot."
„Neen, dat doe ik ook niet. Verdraaid, nee!
Hoor eens Mary. Je bent een goede kame
raad voor me. Ik heb nog een en ander hier
in de stad te regelen. Dan ga ik hier van
daan. Als je dus een van je pony's mist, dan
weet je, dat' ik hem meegenomen heb. In
orde?"
„Best!" zei Mary hartelijk. „Maar wat heb
je hier dan nog te regelen? Je bent toch niet
van plan met Ben herrie te maken?"
(Wordt vervolgd.)
No. 178
Het frontbc
als volgt:
Ruim 78.
ruimte tot zi:
legerbericht
het optreden
succes is des
meerderheid
schepen in
voer. Bijna
waren zwaar
Het oorspr
het convooisy
tegendeel ve]
talrijke koopv
bespaart den
delijk het va,
lange jagen
doelen. De vc
de effecten
duikbooten ei
oorlog uit de
koopvaardij
Enge
verlo
Het D. N.
cieel wordt t(
bootjager Wr
lijke actie vei
een gevecht d
lijk vliegtuig
Wren had een
ton en een sn
schip was beu
schut van 12
nen, vier mac]
buizen.
In den nach
Engelsche vlie
Duitschland sl
geworpen, zon
Alleen in Harr
woonwijk. Dc
schermingsorg
schade voorko
nenvliegen vai
twee vijandelij
toestellen en e
in Noord-Fran
telkens één v]
luchtafweerge
liezen van der
vliegtuigen be
tuigen worden
De kapitein
gekeerde Port
verklaard, dat
De Deutsche
de overtuiging
taire gebeurten
verkeerd beoor
het geval gewe
aan, dat Chaml
zijn beroemde i
bus" gehouden
president verkl
Duitschen leger
voor kon zijn, c
tot een offensie
gegaan. Duitsch
ting in" den W
langen winter
Engeland had d
ditieleger te vei
den de Britsche
zich achter de
sen en Chambe
„Hitier heeft de
Franschen en
de D A. Ztg., I
stateeren, dat z
hadden genoten
den loop van
brengen. Want
maanden een vi
gebruik gemaak
samen. Voorbar
verkondigen de
juichend, hoe vc
zij van den gro
schoond blijven,
stoorbaren werp
voeringen van i
schien voldoend
en Italianen voc
zou verwachten
oorlog hun een 1
stelselmatigheid
brengen van d
slagen bijgebrac
naar de mogelijl
Duitschen aanvr
jke zenuwachti