OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL ïjteuiiletou Duits De „Nederlandsche Unie" ontvangt adhaesie- betuigingen. De Alkmaarsche Courant J. BECHDOLT. Weer 7£ D. D.A.Z1 licht ÏWiliLüu uiniili. trustvorming wordt verstaan, antwoordde prof. De Quay, dat daarmee beoogd wordt beperking van de sterke machtsvorming op economisch gebied van bepaalde concen traties, zooals men die de laatste jaren in een groot deel van de wereld en ook in Nederland heeft zien opkomen. Spr. was overtuigd, dat bepaalde vormen van be, drijfsconcentratie noodzakelijk zijn, maar aan den anderen kant was hij van meeqing, dat belangrijke uitwassen hebben geleid tot dien algemeen economischen toestand, die de welvaart van ons volk heeft benadeeld. Het gaat tegen dien vorm, waarbij indivi- duëele belangen en die van bepaalde groe pen worden gesteund, ten nadeele van de geheele volksgemeenschap. Wij willen, zoo zeide spr. nog, een krachtige centrale leiding, maar niet, dat alles van boven af wordt voorgeschreven. Wij willen een lei ding langs Nederlandschen weg. Dit zal misschien iets langer duren, maar dan zal, hetgeen wij voor staan geworteld zijn in het volk zelf en zal het volk begrijpen, dat het zóó moet zijn en niet anders. De Raad van Bijstand. Over de samenstelling van den te vormen Raad van Bijstand kon de voorzitter nog geen mededeeling doen. Het ligt in de be doeling om dien Raad organisch en corpora tief samen te stellen, d.w.z. uit menschen van de verschillende groepeeringen van ons volk, met uitsluiting van de politiek en met afwijzing van het idee, dat er één per soon zou zijn, die over alles beslist. Geen intermezzo-regeering. Prof. de Quay merkte nog op, dat het niet de bedoeling is, een intermezzo- regeering te vormen, maar wel, om invloed uit te oefenen op de voorbereiding van be paalde maatregelen. De verordeningen van den Rijkscommissaris vorderen voorberei dend werk. Ieder burger heeft het recht om met de secretarissen-generaal besprekingen te houden en de Unie kan dus aan hen, die het voorbereidend werk verrichten, haar wenschen kenbaar maken. Nadat de voorzitter het standpunt van afwachten, omdat men staatkundig toch moet doen, wat de Duitsche overheid voorschrijft, als het meest ellendige stand punt had afgewezen, en met nadruk had be toogd, dat men niet bij de pakken mag gaan neerzitten, werd de conferentie geslo ten. Katholieke organisaties zenden telegrammen. De Nederlandsche R. K. Metaalbewer- kersbond heeft een telegram aan de Ne derlandsche Unie gezonden, dat luidt als volgt: „Aan de „Nederlandsche Unie". Het hoofdbestuur van den Nederland schen R.K. metaalbewerkersbond, verte genwoordigende ruim 23.000 R.K. metaal bewerkers, op Zaterdag 27 Juli 1940 in vergadering bijeen, kennis genomen heb bende van de tot standkoming van de Nederlandsche Unie, juicht deze totstand koming van harte toe, betuigt daarmede zijn volle instemming en zegt spontaan algeheele medewerking toe. De katholieke Ned. Boeren- en Tuin- dersbond zond het volgende telegram: „De Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond, omvattend 77.000 leden, daartoe speciaal gemachtigd door de gewestelijke organisaties, betuigt zijn sympathie met het initiatief van de Ne derlandsche Unié en koestert de verwach ting, dat alle landgenooten zich daarin mogen samenvinden voor den opbouw van een schoone toekomst". AFSCHERMING VAN RIJWIEL VERLICHTING. De A. N. W. B. vestigt er de aandacht van de wielrijders op, dat aan de gegeven verduisteringsvoorschriften nauwkeurig moet worden voldaan en dat door de po litie tegen de overtreders van die voor schriften proces-verbaal zal worden op gemaakt. Het is natuurlijk het beste om gebruik te maken van koplantaarns en afscher- mers van een der door de Inspectie voor de luchtbescherming goedgekeurde soor ten. Andere dan deze mogen niet in den handel worden gebracht, maar de handel is nog niet in staat aan de behoefte van de millioenen wielrijders te voldoen. Daarom kan men zich voorloopig op de volgende wijze helpen: 1. voor wat de koplichten betreft: door bij toepassing van nor male koplantaarns voor rijwielen ten minste de achterste helft van den ballon der gloeilamp in de lantaarn (het deel dat aansluit aan den lampvoet) deugdelijk zwart te lakken, voorts de lichtdoorlaten- de opening der lantaarn zoodanig af te dekken, dat slechts licht kan worden uit gestraald door een horizontale spleet van 2X1 cM„ waarvan de bovenzijde niet boven het midden der lantaarn ligt en tenslotte de lantaarn zoo te richten, dat het midden van den lichtbundel het weg dek op een afstand van 5 M. vóór het rijwielpad treft; 2. voor wat de achterlich ten betreft door de bovenste helft van de lichtdoorlatende opening van een van het Rijkskeurteeken voorzien rijwiel achterlicht goed af te schermen. Dit kan op handige wijze gebeuren door over het achterlicht een stukje binnenband te schuiven. TERUGGAAF MOTORRIJTUIGEN BELASTING OVER JULI. De Bond voor Bedrijfsautoverkeer in Nederland (B. B. N.) bericht ons: Zooals destijds door het Departement van Financiën is medegedeeld, zou terug gave van de motorrijtuigenbelasting wor den verleend in verhouding van het aan tal dagen, waarover de kaart loopt tot het aantal dagen, waarvan werd aangetoond, dat men niet met het motorrijtuig op den openbaren weg had kunnen rijden. Restitutie werd practisch slechts ver leend, indien in eenig tijdvak de wagen had stilgestaan, omdat vergunning door den burgemeester was geweigerd. Deze maatstaf kan over Juli niet worden aan gelegd, omdat de vergunningen sedert 1 Juli j.l. voor een maand worden ver leend. Thans heeft het Departement van Fi nanciën bepac13: „Indien het aantal dagen, dat de wagen niet gereden heeft, voor de maand Juli niet nauwkeurig kan worden bepaald, dient het zoo goed mogelijk te worden geschat, b.v. aan de hand van de verhou ding tusschen de hoeveelheid motor brandstof, die den houder is toegewezen en de hoeveelheid, die hij onder normale omstandigheden per maand verbruikte, doch met inachtname van de mogelijk heid, dat de houder nog benzine in voor raad had". Ter verkrijging van restitutie van de belasting over Juli kan men zich met den Ontvanger der Directe Belastingen in verbinding stellen. Een bijzondere -regeling maakt het mo gelijk, dat van 1 Augustus a.s. af ieder, die in het bezit is van een vergunning 'tot het verbruiken van motorbrandstof, des- gewenscht de z.g. 60-dagenkaart kan koo- pen, welke 1 jaar geldig is en waarvan de kosten gelijk zijn aan die van een gewone driemaandenkaart plus 3 pet. Voorheen werd per jaar slechts één 6Qrdagenkaart verstrekt; de B. B. N. heeft erop aangedrongen om in de huidige omstandigheden meer 60-dagenkaarten per jaar voor denzelfden wagen beschik baar te stellen. Hieromtrent is nog een nadere regeling te verwachten. Dr. de Graaff hoofdredacteur „Utrechtsch Nieuwsblad". - Met ingang van 1 Augustus a.s. is tot hoofdredacteur van het Utrechtsch Nieuwsblad benoemd dr. A. de Graaff. De heer de Graaff was van I Januari 1937 tot het afkondigen van de mobilisatie schrijver van de rubriek „toestand" in de Nieuwe Rot- terdamsche Courant en leider van haar af- deeling buitenland. Bij het zwemmen verdronken. - Gister middag is te Ammerzoden (N.Br.) de 17- jarige zoon van de wed. van D. bij het zwem men in de Maas verdronken. Pogingen om het stoffelijk overschot te bergen zijn tot nog toe zonder resultaat gebleven. HOUTBLOKJES VOOR GAS GENERATOREN. Het Staatsboschbeheer deelt het volgende mee: De beperktheid der beschikbare hoeveel heid motorbrandstof is oorzaak, dat thans pogingen in het werk worden gesteld om een aantal vrachtauto's door middel van hout gas in bedrijf te brengen. Reeds is een aantal houtgasgeneratoren afgeleverd, dat vermoedelijk tot ten hoogste 1000 kan worden opgevoerd, deze duizend auto's zullen globaal berekend, jaarlijks 50.000 m3 hout verbruiken, welke hoeveel heid zonder bezwaar in de Nederlandsche bosschen kan worden gewonnen, mits alle boschbezitters er toe medewerken, dat het daarvóór in aanmerking komende hout ge reed worde gemaakt. Tot dusverre ging er in onze bosschen een betrekkelijk groote hoeveelheid afvalhout, zooals topstukken, dikke takken, enz., verloren, doordat dit hout op verschillende plaatsen geen bevredi gende prijzen kon opbrengen. Thans bestaat er echter een goede gelegenheid om dit af valhout tegen behoorlijke prijzen af te zet ten, mits het worde verwerkt tot kleine blokjes, die voor de houtgasgeneratoren ge schikt zijn. De blokjes moeten in behoorlijk drogen toestand Worden afgeleverd. Het is derhalve noodig, ze in de zomermaanden te doen vervaardigen, om ze voldoende droog, z.g. luchtdroog, te kunnen afleveren. In en kele maanden moet dus een hoeveelheid hout gereed worden gemaakt, welke voor 800 generatoren toereikend is om de winter maanden en de eerste voorjaarsmaanden door te komen; deze hoeveelheid wordt ge schat op 20.000 m3. of op 10 tot 12 millioen kg. Het afvalhout kan thans blijvend ren dabel worden gemaakt. Immers, er mag wor den verwacht, dat de houtgasauto's ook zul len blijven bestaan in tijden, waarin over een voldoende hoeveelheid'benzine zal kun nen worden beschikt, aangezien ae ervaring heeft geleerd, dat houtgas belangrijk goed- kooper is dan benzine. CENTRALE POLITIE-FEDERATIE OPGERICHT, Op 19 Juli 1940 is opgericht „De centrale politie-federatie". De federatie bedoelt de toegetreden orga nisaties van politiepersoneel te overkoepe len, teneinde onder meer als zelfstandige eenheid voor de betrokkenen te kunnen fungeeren en optreden. Al hebben stellig de jongste wereldge beurtenissen een krachtigen stoot tot dit besluit gegeven, moet toch deze daad in de eerste plaats gezien worden als de vervul ling der bij alle toegetredenen reeds jaren gevoelde behoefte, om de in steeds sterker mate gelijkgerichte werkzaamheden der leden te centraliseeren. Deze gedachte heeft zich in het verleden reeds duidelijk gemanifesteerd, toen men tot de samenwerking besloot op het voor de be trokkenen zoo uiterst belangrijke gebied van het politie-vakonderwijs, hetwelk thans door een speciaal daartoe opgerichte stichting in één hand is gebracht, hetgeen het onderwijs en het algemeen belang beide zeer te stade is gekomen. Daarnaast kan nog gewezen worden op het steeds toenemende aantal gevallen, waarin samenwerking is gezocht en op eendrachtige wijzen is verkregen op incidenteele concrete punten van meer be langrijken aard, zooals bij wijzigingen van rechtspositieregelingen e.d. Het besluit tot de oprichting van de „Cen trale politie-federatie" wil dus een nood zakelijke keten in de zich steeds duidelijker afteekenende lijn zijn, die de geschiedenis hier heden ten dage in het vereenigings- leven aanwijst. Tot de C.P.F. zijn toegetreden de vier grootste bonden van politiepersoneel in Ne derland: 1. Algemeene Nederlandsche poli tiebond, Algemeene bond van politieperso neel in Nederland, bond christelijke politie ambtenaren in Nederland, Nederlandsche r.k. politiebond „St. Michaël". Het totale aantal individueele leden, welke de federatie omvat, bedraagt 8918, derhalve het over- groote deel der Nederlandsche politie-amb- tenaren. Voorzitter der federatie is de heer mr. W. A. J. Visser, burgemeester van Zeist en pre sident van den Algemeenen Nederlandschen politiebond"; secretaris is de heer mr. C. Kruysse, rechtskundig adviseur van den Algemeenen Nederlandschen politiebond. Het adres van het secretariaat is: Amersfoort, Langestraat 55. BEHANDELING VAN DUITS CHERS IN NED.-INDIE. De Indische regeering heeft het plan opgevat een excursie van journalisten te organiseeren, teneinde te laten zien dat de geïnterneerde Duitschers in Indië goed zijn ondergebracht en over sportterreinen en ontspanningsterreinen beschikken. In bevoegde Duitsche kringen betoogt men echter, dat het Indische gouvernement zich vergist, als het meent op deze wijze rekenschap voor zijn houding te kunnen afleggen. Van Duitsche zijde zijn ontel bare pogingen gedaan om langs ambtelij ken weg, rechtstreeks of door bemidde ling van een neutrale mogendheid, con tact met de Indische autoriteiten te krijgen. Deze pogingen zijn onbeantwoord gebleven. De Indische regeering heeft de Duitschers in quarantaine stations opge sloten en door inlanders laten mishande len. Thans heeft de Duitsche regeering represailles gesteld, welke zoo lang zullen duren als de interneering der Duitschers in Indië. De diskrimineering van de Duit schers in Indië in de oogen der inlandsche bevolking moet volgens de meening van Duitsche kringen beschouwd worden als een slag in het gezicht van het blanke ras. Architecten bij den wederopbouw. - De Haagsche architectenclub heeft in een brief aan den regeeringscommissaris voor den wederopbouw erop aangedrongen, dat de opdrachten voor het ontwerpen van nieuwe gebouwen, boerderijen enz. in de gebie den, welke door verwoestingen zijn geteis terd, zooveel mogelijk gelijkelijk zullen wor den verdeeld over de in den lande gevestig de architecten. ARRESTANT GING OP DE VLUCHT. Rijwielen hebben voor vele menschen nog steeds groote aantrekkingskracht. Dat was ook het geval met den 23-jarigen jonge man F. K., wonende in Zwammerdam. Hij had' twee karretjes weggenomen, waarvan een in den Haag en had ze in Bodegraven van de hand gedaan. De politie in Bode graven had den jongeman echter gesnapt en Zaterdag werd hij onder geleide van een veldwachter naar den Haag overgebracht, waar hij zich verantwoorden moest. Toen 'de veldwachter hier met hem op de tram wilde stappen, ging zijn arrestant op den Stationsweg plotseling op de vlucht. Deze vrijheid was echter van korten duur, want de veldwachter loste eenige schoten in de lucht, waarop K. bleef staan en weder ge arresteerd kon worden. Hij is hierop met assistentie van de motorpolitie naar het hoofdbureau overgebracht. PROVINCIALE EN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. De secretaris-generaal van het departe ment van binnenlandsche zaken is door den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied gemachtigd de wet telijk vereischte goedkeuringen voor het heffen van provinciale en gemeentelijke belastingen en van retributies, die over eenkomstig het Nederlandsche recht aan dezelfde goedkeuring zijn onderworpen, te verleenen. NEDERLANDSCHE MILITAIREN IN FRANKRIJK. Teneinde de ingestelde nasporingen te vergemakkelijken en den terugkeer van nog in Frankrijk vertoevende militairen te bespoedigen, wordt aan militairen, die reeds uit Frankrijk zijn teruggekeerd, verzocht alle te hunner beschikking staande gegevens ten aanzien van verblijf plaatsen, welstand, enz. ten spoedigste bekend te maken aan het algemeen informatiebureau, Lange Voorhout 7 te 's-Gravenhage. Den sedert 1 Juli uit Frankrijk terug gekeerden militairen wordt bovendien verzocht aan het algemeen informatie bureau van hun terugkeer mededeeling te doen door middel van een briefkaart, waarop vermeld staan: naam en voor letters, geboortedatum, rang, onderdeel en particulier adres. Geen telefoonverkeer met Duitsch- land. - Het bericht over herstel van het telefoonverkeer met Duitschland berust op een misverstand. Zoodra het openbaar tele foonverkeer tusschen Nederland en Duitsch land hersteld is, zal hierover in de bladen een officieele mededeeling verschijnen. is het EENIGE DAGBLAD met een EIGEN STADSKARAKTER. Dat is de GROOTSTE WAARDE voor den adverteerder! Tel. 3320. 97. De conducteur werd nu nog bozer. Hij zag KobuSje dreigend aan. Want conducteurs zijn altijd galant voor deftige dames. „Ik kon het heus niet helpen", bibber de Kobusje. „Je krijgt voor straf je stok niet terug", bulderde de boze man woedend. 98. „Ach meneertje", smeekte Kobusje. Er kwam op eens een hevige rukwind. Voordat de conducteur er op verdacht was, vloog zijn pet van zijn hoofd. Hij zette het direct op een lopen. Maar de pet waaide hoe langer hoe verder weg. Toen kreeg Kobusje een idee. DOOS 16) Jeth! Ja, die was echt de man voor zoo iets! Mary bedankte haar oude vriendin voor dien góeden raad. Etta van haar kant was blij over elke gelegenheid, waardoor die twee met elkaar in aanraking konden komen en ze hoopte er voor het geluk van haar zoon het beste van. Toen Mary met het geval bij Jeth kwam, luisterde hij heel ern stig naar haar verhaal. Maar hij betwijfelde het, net als zijn moeder, of hij er veel aan zou kunnen doen. Ze besloten toch, samen naar Allan te gaan, om er met hem over te praten. De nieuwe stad Cabinal was nog geen week oud, toen Jeth en Mary erop uitreden, om Allan te zoeken. De reeds opgerichte gebouwen bestonden nog uit ongeschaafde planken, gegolfd ijzer en asfaltpapier. Be halve de kroeg en de speelzaal van Moseby stonden er nog twee andere kroegen', een hotel en verscheidene winkels. Op den voorloopipen plattegrond van den bouw heer was nog slechts één straat geprojec- "erd die Hoofdstraat zou heeten. Die was nog niet eens geheel vrij van prairiegras en reeds zoo vol kuilen en gaten, dat het niet lang zou duren of de mogelijkheid van be strating zou onder het oog gezien moeten worden. Straatlantaarns bestonden er nog niet en alleen het licht, dat door het tentlinnen, waarmee de muren vaak bespannen waren, naar buiten drong, verminderde 's avonds de duisternis een weinig. Maar toch waren er reeds heel w«t bouwterreinen afgeba kend en kwamen er steeds meer gegadig den. De menschen waren erop gesteld, in Cabinal te komen wonen. Als het een kruis punt van spoorwegen zou worden, wie, weet hoeveel toekomst er dan niet inzat! „Als dit goed loopt, dan koop ik er nog meer land bij, Mary. Ik heb een oogje op een groot stuk grond een eind verderop. Daar sticht ik dan mettertijd een stad, die ik Hanley noem, zoodat mijn kinderen en kleinkinderen iets hebben om groot op te gaan". Hij keek het meisje onderzoekend van ter zijde aan. Ze wist natuurlijk nog niet, dat hij haar als zijn toekomstige deelgenoote in zijn grootsche ondernemingen beschouwde. Hij had erover gedacht, er nog tijdens dezen rit over te beginnen, maar door het drukke praten was het daar nu te laat voor gewor den. Ze waren nu dichtbij de inrichting van Moseby aangekomen en hadden nog andere zaken te doen. Die inrichting was wel de grootste van heel de plaats. De vloer en de opstand waren van planken, en het dak van canvas. Het licht scheen van binnenuit daar doorheen en de muziek van een accordeon en een piano, begeleid door het schuifelen en stampen van voeten, drong naar buiten door de dunne wanden. „Als Allan daar is, dan kunnen we het zoeken voor vanavond wel opgeven" zei Jeth. „Wacht hier maar even buiten, Mary. Je bent toch niet bang? Er kan je niets ge beuren". „Heelemaal niet", antwoordde Mary, en toch voelde ze zich in de vreemde omgeving niet erg'op haar gemak, toen Jeth eenmaal weg was. Om zich heen zag ze veel meer men schen, dan ze gewend was; baardige kerels met ruw uiterlijk, van ver gekomen voor het zware werk aan den spoorweg. Daar naast viel een ander, veel sluwer uitziend type, blijkbaar uit de groote steden afkom stig, te onderscheiden. En al deden ze allen in kleeding en manieren zich voor als men schen uit het Verre Westen, ze waren toch niet van het aan Mary bekende slag. Tij dens heel haar leven in de vallei had Mary vreemdelingen nooit anders dan met vrien delijkheid bejegend. Vreemden waren voor haar altijd toekomstige vrienden geweest. Maar met dit soort menschen was geen vriendschap te sluiten. Ze bleven vreemden en bezorgden haar een onbehagelijk gevoel. De verandering had zich ongelooflijk snel voltrokken. Enkele weken nog slechts ge leden was dit het land van Cabinal ge weest haar eigen vrije land en nu voelde ze zich hier als een vreemde eend in de bijt. Naast haar stond een deur van een schuur open en door die deur kwam een man met den langzamen, eigenaardigen gang van een ruiter. Mary herkende hem, zei een woordje tegen haar paard en reed hem achterop. Het was Allan. Terwijl Jeth naar hem zocht in de speelzaal van Moseby, was hij ergens anders vandaan gekomen en liep nu de eenige straat der nieuwe stad door, zonder op of om te zien. Toen Mary naast hem ge komen was, zag ze, dat hij er ongewoon bleek en betrokken uitzag. Hij had donkere kringen onder zijn oogen en staarde als een blinde voor zich uit. Ze moest verscheidene malen zijn naam zeggen, voordat hij opkeek. Weifelend keek hij haar aan. „Ik heb je loopen zoeken", zei Mary. „Ik wilde je graag eens spreken, Allan. Ik heb Jeth Hanley al bij Moseby binnengestuurd, om te zien, of je daar was." „Ik wil niks met Jeth te maken hebben". „Ook niet noodig. Laten we ergens heen gaan, waar we rustig kunnen praten." „Waarover? Over mij soms? Dat zou toch maar tijd verknoeien zijn, Mary." Mary voelde zich geroerd door zijn jon gensachtige neerslachtigheid. En wat zag hij er verwaarloosd en slordig uit! „Toe, laten we •-samen nu eens praten!" „Nou, ik ben te voet en jij te paard. Ik kan je niet ontloopen, zelfs al wilde ik. En ik heb op het oogenblik geen paard meer. Ik heb mijn laatste bij Moseby verspeeld met mijn laatsten cent erbij." „O Allan en wat ga je nu doen?" „Dat heb ik me ook al afgevraagd. Ik weet zelf geen raad meer. Ik dacht er net over, om mezelf voor m'n „Onzin, Allan. Hoor eens, ik heb een stuk of zes ponies in de veekraal bij Hanley loo pen. Je moógt er een uitkiezen, welken je wilt." „Ik kan geen aalmoes van je aannemen. „Aalmoes? Denk je, dat ik het als een aalmoes beschouw om aan een vriend een paard te leenen, zoodat hij op zoek naar een baantje kan gaan?" „Wie zegt, dat ik een baantje zoek? Ik ben niet van zins, voor iemand hier in de buurt te gaan rijden. Iedereen weet, hoe dwaas ik met tegenover jouw zuster heb aangesteld." „Niemand vraagt je, hier in de buurt werk te zoeken. Neem een van mijn pony's en rijd naar het Zuidwesten. Daar heeft nie mand ooit van onze verborgen Vallei ge hoord. En als je wat gevonden hebt, stuur me het paard dan terug, of het geld ervoor, net zooals je zin hebt." Met grimmig vertrokken mond dacht Allan na. „Wat geeft het? Ik heb geen baantje noodig. Ik heb genoeg van het leven. Ik ben nog altijd gek op Bess en die ellendige ingenieur heeft me haar afgetroggeld. En toen heb ik me, om haar te vergeten, als een dwaas aangesteld. Je wordt hartelijk be dankt voor je goede bedoelingen, maar dat is toch niks voor me. Ik moest'er maar een èind aan maken?" „Wat je zégt!" spotte Mary. „Heb je dan een pistool? Of wil je het mijne soms lee nen? Alleen als ik zoo weinig om Bess gaf, als jij schijnt te doen, dan zou ik haar de voldoening niet willen geven, dat ik mij om haar voor m'n kop schoot." „Neen, dat doe ik ook niet. Verdraaid, nee! Hoor eens Mary. Je bent een goede kame raad voor me. Ik heb nog een en ander hier in de stad te regelen. Dan ga ik hier van daan. Als je dus een van je pony's mist, dan weet je, dat' ik hem meegenomen heb. In orde?" „Best!" zei Mary hartelijk. „Maar wat heb je hier dan nog te regelen? Je bent toch niet van plan met Ben herrie te maken?" (Wordt vervolgd.) No. 178 Het frontbc als volgt: Ruim 78. ruimte tot zi: legerbericht het optreden succes is des meerderheid schepen in voer. Bijna waren zwaar Het oorspr het convooisy tegendeel ve] talrijke koopv bespaart den delijk het va, lange jagen doelen. De vc de effecten duikbooten ei oorlog uit de koopvaardij Enge verlo Het D. N. cieel wordt t( bootjager Wr lijke actie vei een gevecht d lijk vliegtuig Wren had een ton en een sn schip was beu schut van 12 nen, vier mac] buizen. In den nach Engelsche vlie Duitschland sl geworpen, zon Alleen in Harr woonwijk. Dc schermingsorg schade voorko nenvliegen vai twee vijandelij toestellen en e in Noord-Fran telkens één v] luchtafweerge liezen van der vliegtuigen be tuigen worden De kapitein gekeerde Port verklaard, dat De Deutsche de overtuiging taire gebeurten verkeerd beoor het geval gewe aan, dat Chaml zijn beroemde i bus" gehouden president verkl Duitschen leger voor kon zijn, c tot een offensie gegaan. Duitsch ting in" den W langen winter Engeland had d ditieleger te vei den de Britsche zich achter de sen en Chambe „Hitier heeft de Franschen en de D A. Ztg., I stateeren, dat z hadden genoten den loop van brengen. Want maanden een vi gebruik gemaak samen. Voorbar verkondigen de juichend, hoe vc zij van den gro schoond blijven, stoorbaren werp voeringen van i schien voldoend en Italianen voc zou verwachten oorlog hun een 1 stelselmatigheid brengen van d slagen bijgebrac naar de mogelijl Duitschen aanvr jke zenuwachti

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6