TOMATEN, EEN GEZOND EN VITAMINENRIJK VOEDSEL. MacktÊedcfdm !huitlelon Conserveereri van tomatenmoes en -sap. Productiet werk voor den opbouwdienst. Inpoldering bij de Merwede. Bakkers vragen beschuit en banketbloem. De Alkmaarsche Courant J. BECHDOLT. TWEEDE BLAD. 2 De Voedingsraad De tijd breekt aan, waarin de versche tomaten wederom in overvloed en tegen lage prijzen verkrijgbaar zijn. Onge twijfeld zal deze thans populaire vrucht dan weer in velerlei vorm een geziene gast zijn aan onzen dagelijkschen disch. Tomaten zijn gezond en smakelijk, ter wijl men ze inzonderheid ook heeft leeren waardeeren als leverancier van het voor ons lichamelijk welzijn zoo on ontbeerlijke vitamine c. Ook bevat de tomaat nog e^n hoeveelheid provitamine a (carotine) Hoewel de sinaasappel en de citroen niet geheel door de tomaten zijn te vervangen, moet, daar wij vrij zeker niet meer over voldoende zuid vruchten zullen kunnen beschikken, het gebruik van de tomaat als leverancier van deze vitamine toch ten zeerste wor den aanbevolen. Bovendien laat ze zich op zoo velerlei manieren smakelijk verwerken, dat het te begrijpen is, dat de huisvrouw ook buiten het zomerseizoen gaarne in den een of an deren vorm over deze vrucht de beschik king heeft. Wij denken o.a. aan de ingeblikte to matensoep, waarvan de beschikbare voor raad echter nog slechts beperkt is en die dus geleidelijk aan uit den handel gaat ver dwijnen. Het vitamine c-gehalte van deze soep was niet hoog. Laten wij de verdwijnende tomatensoep in blik dus rusten, dan gaan de gedachten in de eerste plaats uit naar het zelf conser- veeren. Het drogen van tomaten, zooals dit b.v. in Italië geschiedt, is niet aanbevelens waardig en in elk geval voor de huisvrouw te omslachtig. Tomaten in het zout hebben dit nadeel, dat de vruchten bijkans niet te ontzouten zijn, zoodat een weinig smakelijk en een vitamine c-arm gerecht overblijft. Tomaten in het zuur en tomaten-jam (ook wel van onrijpe tomaten) zijn eerder als ge notmiddelen dan als voedingsmiddelen te beschouwen, zoodat hiermede slechts kleine hoeveelheden vruchten gemoeid zijn. Steriliseeren. Zoo komen wij als vanzelf terecht bij het steriliseeren. Hiervoor komen in aanmerking de heele vrucht, de tot moes verwerkte vrucht en het uitgeperste sap. Bij het steriliseeren van heele vruchten heeft men minder ruimteverlies en verkrijgt men een oogelij ker product wanneer de tomaten van het schilletje worden ontdaan (zie onderstaand recept). De bereiding van moes kan ook zonder gummiring in gekurkte flesschen tot een goed resultaat leiden. To matensap kan in de keuken waardevolle diensten bewijzen voor de bereiding van soepen en sausen. Het is verder ook. goed te gebruiken als een opwekkende drank. Wie tegen de moeite van het sterili seeren opziet, zou nog zijn toevlucht kunnen nemen tot de z.g. „Deensche methode", namelijk het rauw inmaken van vruchten onder toevoeging van benzoëzure natron. Door dezen naam behoeft men zich niet te laten afschikken, want het betreft hier in wezen een natuurlijk conserveermiddel. In Denemarken volgt men namelijk sinds lang de methode om de z.g. „Vossenbessen" (roode boschbessen) een heelen winter lang goed te houden door ze in potten te doen en met gekookt en daarna afgekoeld water te over gieten. De vruchten behouden op deze wijze hun natuurlijken smaak en geur. Sinds'men ontdekt heeft, dat Benzoëzure natron, die zich in de bessen bevindt, oorzaak is van het niet bederven, is men er toe gekomen om dit natuurlijke conserveermiddel ook voor het rauw bewaren van andere en zelfs van niet gesuikerde vruchten toe te passen. Daartegen behoeft geen bezwaar te bestaan, mits men in het oog houdt, dat de Denen hun roode boschbessen slechts met mate ge nieten, zoodat ook voor op deze wijze ge conserveerde tomaten een niet te veelvuldig gebruik aanbeveling verdient. Voor het overige houde men, wanneer men wil overgaan tot het op de een of andere wijze conserveeren van tomaten in het oog, dat ook hier de gulden regel der matiging aanbeveling verdient. Inmaak toch mag in het wintergetij de slechts dienen ter aanvul ling van groenten en fruit, die ook dan in verschen staat verkrijgbaar zijn, hetgeen doorgaans in grooteren omvang en in rijker afwisseling het geval pleegt te zijn, dat veelal wordt verondersteld. De lage zomer- prijs mag daarom voor de huisvrouw niet de voornaamste reden zijn, die haar tot in maken brengt. En bovendien is tomaten puree in blik tot dusver verkrijgbaar tegen zoodanigen prijs, dat het ook uit dien hoofde aanbeveling verdient om eens na te bij de bewerking der versche vruchten, gaan of de kosten van aankoop en het risico samen met de aan een en ander verbonden huiselijken arbeid, in redelijke verhouding staan tot het nut, dat men met het zelf con serveeren van tomaten kan bereiken. RECEPTEN. Steriliseeren van heele tomaten (in flesschen met gummiring). Ontdoe de tomaten van steeltje en kelk blaadjes, overgiet ze met kokend water, laat ze daarin één a twee minuten staan en ver wijder de velletjes. Leg de vruchten die op deze wijze veel soepeler zijn dan wan neer het schilletje erom blijft zoo dicht mogelijk op elkaar in de flesschen, vul de overblijvende ruimte aan met water tot even boven de vruchten, sluit de flesch op de bekende wijze en steriliseer (of eigenlijk pasteuriseer) ze gedurende een half uur bij een temperatuur van 80 graden Celcius. Steriliseeren van tomatenmoes (in flesschen met gummiring). Was de tomaten, ontdoe ze van steeltje en kelkblaadjes en snijd ze in vierde parten. Laat ze in een wijde pan vlug tot moes koken, al of niet onder toevoeging van kruiden (peterselie, selderij, laurierblad, ui, kruidnagel). Breng de massa over in een vergiet en laat het overtollige vocht even uitlekken. (Bewaar dit om afzonderlijk als sap in te maken) Wrijf het dikke gedeelte door een zeef, zoodat de pitten achter blijven. Breng het over in de schoongemaakte flesschen, sluit die en steriliseer het moes een half uur bij 80 graden Celsius. Indien men gesteld is op zeer dikke to matenpuree, dan kan men het gezeefde moes in een breede pan nog eerst wat inkoken. Steriliseeren van tomatenmoes (in gekurkte flesschen).. Ga op dezelfde wijze te werk als onder 2 is beschreven. Gebruik echter in plaats van weck-flesschen in dit geval flesschen of fleschjes, die met een kurk worden gesloten, desnoods gewone, medieijnfleschjes. Giet het al of niet ingekookte, gezeefde moes door een trechter in de fleschjes tot even onder den hals, bindt er met een „kruistouw" de uitgekookte kruk losjes op. zet de flesschen op een treefje of op een dubbel gevouwen krant in het kc kende water en steriliseer het moes gedurende een half uur. Laat de flesschen iets bekoelen druk er de kurken stevig in, snijdt ze tot aan den rand der flesch bij en. dompel ze tweemaal in ge smolten lak of paraffine. Onder een kruistouw verstaat men twee kruiselings over de kurk gelegde touwtjes, die rond den hals met een derde touw worden samengebonden. Van ieder loshan gend touwtje worden nu de twee uiteinden boven op de kurk samengeknoopt, zoodat gedurende de verhitting de kurk niet van de flesch afvalt. Bewaren van rauwe tomatenmoes. (Overgenomen uit „Rauw inmaken van bessen en andere vruchten", uit het Deensch van Ellen Carlsen, vertaald door M. C. Wal lis de VriesWijt). 4 K.G. tomaten, 50 G. zout, 4 G. benzoë zure natron. Wasch de goed rijpe, maar stevige to maten driemaal, de eerste en de derde maal in schoon water, de tweede keer in water met wat keukenzout. Laat ze uitlekken, snijdt ze doormidden en maal ze. Zeef de puree en roer ze dan 4a 5 minutenImet het zout en de benzoëzure natron. Vul er de zeer goed (in een sodasopje b.v.) gereinigde flesschen mee en kurk die. Reeds zijn hier en daar de korpsen van den opbouwdienst in de omgeving van hun standplaatsen met den arbeid begonnen, waarbij zij aanvatten wat de hand te doen vond. Reeds is een begin gemaakt met de werkzaamheden op het terrein, waar straks het eigen sportcentrum verrijzen zal. Maar dit is toch niet wat de leiding ziet als de eigenlijke taak van den opbouwdienst. Het streven is allereerst gericht op het aanpak ken van productief nationaal werk, dat. gezamenlijk verricht, van direct groot nut is voor de volksgemeenschap in haar geheel. Met zoo'n werk zal Vrijdag 16 Augustus worden aangevangen en men kan zich dan ook voorstellen, dat de opbouwdienst in al zijn geledingen hierin het blij begin van zijn eigenlijken arbeid begroet, Het werk zal worden uitgevoerd aan den noordelijken oever van de Merwede tus- schen Papendrecht en Sliedrecht, waar bui- tendijksche gronden in een totale opper vlakte van 80 H.A. zullen worden ingepol derd en hergeschapen in vruchtbaar akker land. Het 13de korps van den opbouwdenst (commandant majoor J. Mallinckrodt) zal er bezigheid aan hebben voor een periode van twee jaar. Begonnen zal worden met den aanleg van een buitendijk, welke groo- tendeels het beloop zal volgen van een be staande kade over een lengte van circa 2 K.M. Wanneer het werk voltooid is, zullen de rietgronden en graslanden welke thans bij hoogwater onderloopen, rum het drievou dige van de tegenwoordige waarde bezitten. Door het gemeentebestuur van Papen drecht is het, met medewerking van den rijkswaterstaat mogelijk gemaakt, dat de opbouwdienst thans, een maand na den stichtingsdatum, dit omvangrijk werk ter hand kan nemen. Zoo zullen in de komende dagen de korp sen het e enna het ander aan den slag gaan, zoodat binnenkort de opbouwdienst overal in den lande zijn werkzaamheid ont plooit en duizenden krachtige armen dag- in, dag en uit in de weer zijn ter verrijking van den Nederlandschen bodem en het Ne- derlandsche landschap. De samenwerkende organisaties van werkgevers in het bakkersbedrijf hebben zich telegrafisch gewend tot het hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, met het verzoek ten spoedigste maatregelen te willen treffen, opdat aan de broodbakkerijen, die tevens banket en be schuit vervaardigen, beschuitbloem en ban ketbloem ter beschikking wordt gesteld, niet alleen in het belang van deze bedrij ven, doch ook in het belang van het groote aantal arbeiders in deze bedrijven werk zaam. De organisaties wezen in het telegram tevens op de onbillijkheid die in dezen be staat n.l. dat de beschuitfabrieken en ban- ketfabriekën voorzien worden van beschuit- bloem en banketbloem, doch de vele dui zenden kleinere bedrijven, die tevens be schuit en banket maken, op het oogenblik daarvan uitgesloten zijn. KABELBALLON BOVEN NOORD BRABANT. Zondag omstreeks half een dreef te Lin den (N.Br.) een kabelballon op vrij groote hoogte voorbij. Een neerhangende kabel vernielde de electrische leiding, terwijl ook de telefoondraden werden vernield. Aan een paar huizen werd schade aangericht aan de daken en van tal van boomen wer den de takken afgerukt. Het gevaarte verdween met groote snel heid in Oostelijke richting. Ook te Loon op Zand een dorp in Noordbrabant, zag men Zondagmiddag een kabelballon van groote afmetingen zweven. De ballon bewoog zich van Noord-Westelijke in Zuid-Oostei jke richting. Daar het gevaarte vermoed "lijk veel gas verloor kwam het langzaam om laag. In het z.g. Broek, nabij Udenhout raakte het den grond. Spoedig waren er Duitsche legerautoriteiten ter plaatse, die den ballon, vermoedelijk een Engelsche kabelballon in beslag namen. DE INRICHTING VAN HET ZEVENDE LEERJAAR. Verslag Commissie-van Poelje. Verschenen is het verslag van de Com missie-van Poelje, aan welke commissie was opgedragen te onderzoeken, hoe het zevende leerjaar en de eventueele hoogere leerjaren van de school voor gewoon lager onderwijs kunnen worden ingericht, in het bijzondeT ook in verband met de hier en daar' opgeko men neiging om door toevoeging van huis houdelijke vakken aan het onderwijs in die leerjaren een speciaal karakter te geven. De commissie .komt in dit rapport tot de volgende conclusies: 1. Een oplossing van het aan de commis sie voorgelegde vraagstuk moet gezocht worden, zonder dat daarbij aan de grond slagen van de geldende wettelijke onder wijsorganisatie wordt getornd. 2. Wat het onderwijs aan meisjes betreft, mag voorop worden gesteld, dat vooral het nog altijd bestaand tekort aan primair nij verheidsonderwijs voor meisjes een groote rol speelt. Het is daarom gewenscht, dat, zoodra de openbare geldmiddelen dit toelaten, van overheidswege medewerking wordt ver leend tot het stichten van een aantal, de primaire opleiding omvattende, eenvoudige nijverheidsscholen vopr meisjes. 3. Ook wanneer de onder 2 bedoelde scholen zullen zijn gesticht, zullen er meis jes overblijven, die na het doorloopen van de eerste zes jaren van het gewoon lager on derwijs niet naar een nijverheidsschool over gaan. Voor dezen, en, zoolang een beduiden de uitbreiding van het nijverheidsonderwijs voor meisjes niet mogelijk is, ook voor de onder 2 bedoelden, dient normaal wettelijk de mogelijkheid te worden geschapen, dat het zevende en de eventueel volgende leer jaren een onderwijs geven, dat meer dan bet overwegend tot het verstand sprekende on derwijs de belangstelling heeft van de leer lingen,. en dat voor haar verder leven ook grootere praktische waarde heeft dan dit laatste. 4. Voor het zevende leerjaar zal daartoe in den regel geen verdere uitbreiding van de leerstof noodig zijn, dan wordt verkregen door ontwikkeling van het vak nuttige hand werken in de richting van het z.g. lingerie- naaien. 5. Zoodra men verder wil gaan dan onder 4 is aangegeven, dient de oplossing in de eerste plaats te worden gezocht in samen werking tusschen de lagere school en het nij verheidsonderwij s. 6. Is in bepaalde gevallen deze samen werking van de lagere school met een nij verheidsschool niet mogelijk, of moet daarvan om objectief te toetsen redenen worden afgezien, dan dient de mogelijkheid te worden geschapen, dat aan het leerplan van het achtste (eventueel negende) leer jaar der lagere school andere vakken van nijverheidsonderwijs dan lingerienaaien, ge geven door bevoegde leerkrachten, worden toegevoegd. '7. Voor de jongens ligt het vraagstuk anders dan voor de meisjes, omdat de pri maire nijverheidsschool voor jongens steeds een school is, die een bepaalde vakopleiding geeft. Daarom zal voor de jongens, voor zoo ver uitbreiding der leerstof in het geding is, er in den regel mede volstaan moeten wor den, dat praktisch georiënteerd onderwijs in handenarbeid in het leerplan van het zevende en de eventueele hoogere leerjaren wordt opgenomen. Nader dient te worden onderzocht, in welke mate in bepaalde dee- len van het land samenwerking met land en tuinbouwonderwijs mogelijk is, en wat het zevende leerjaar en de eventueele hoo gere leerjaren kunnen doen in de richting van voorbereiding voor die vakken, waar voor een schoolopleiding niet of nog niet bestaat, wellicht niet of moeilijk denk baar is. Katholiek leven in het Nederland van nu. - In afwijking van het voor heden aan gekondigde programma over den zender Jaarsveld 415 m., zal te kwart voor tien 's avonds door den K.R.O. een vraaggesprek worden uitgezonden over de a.s. tentoon stelling van de H. Landstichting te Nij megen, welke gewijd is aan katholieke cul- tureele en sociale arbeid in Nederland. is het EEN1GE DAGBLAD met een EIGEN STADSKARAKTER. Dat is de GROOTSTE WAARDE voor den adverteerder! Tel. 3320 AANGIFTE PETROLEUMVOORRADEN IS VERPLICHT. Strafvervolging tegen wie in gebreke blijven. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, vestigt er bij herhaling de aandacht op, dat verbruikers, die beschik ken over een hoeveelheid van meer dan 200 liter petroleum, welke reeds voor 17 Juni j.l. werd gekocht, verplicht zijn hier van vóór 15 Augustus 1940 schriftelijk op gave te doen bij het rijksbureau voor aard olieproducten, Zeestraat 100-104 te 's-Gra- venhage. De opgave dient te vermelden de aanwe zige hoeveelheid, uitgedrukt in liters, als mede de plaats en de wijze van opslag. Aangezien gebleken is, dat in vele geval len tot op heden niet aan de verplichting tot opgave der voorraden is voldaan, wordt den betrokkenen in hun eigen belang aan geraden alsnog onmiddellijk aan deze ver plichting te voldoen. Zij, die hiermede in gebreke blijven, stellen zich aan strafver volging op grond van de bepalingen der distributiewet 1939 en inbeslagneming der voorraden petroleum bloot. Glimlachje. Zoo Elsje, nu kun je je zak doek wel laten vallen. AMSTERDAM, 14 Aug. 1940. Op de he den gehouden veemarkt waren aanvoer en prijzen als volgt: 212 Vette kalveren, le kw. 8490 cent, 2e kw. 7682 cent en 3e kw. 66 72 cent per kg levendgew.; 48 Nuchtere kalveren 11f 18. BROEK OP LANGENDIJK, 14 Aug. 1940. (Langendijker Groenten veiling). 71000 kg Roode kool 3—3.90; 7850 kg Gele kool 3.40—4.50; 2850 kg Uien 5.20—6.40; 320 bos Peen 4; 143000 kg Aardappelen: Schotsche muizen 3.704.30, Drielingen 1.902.90, Eigenheimers f 2.403.70, Blauwe Eigenheimers 3.203.80; 24500 kg Vroege witte kool 22.10; 50 kg Snijboonen 9—12.10; 4250 kg Slaboonen 9.5010.80; 80 kg Druiven (Franken- thalers) 24.90—30.20; 225 kg Zilveruien 1.40, nep 9.50—10.30. NOORDSCHARWOUDE, 14 Aug. 1940, (Noordermarktbond). 4200 kg Roode kool prijs niet genoteerd; 8600 kg Uien 4.90 5.20, drieling uien 3.30—4.30, nep uien 4; 500 kg Peen 2.60; 142400 kg Aardap pelen: Schotsche muizen 3.704.30, Drieling muizen 2.602.90, Bonken 3.70, Kriel 1.60f 2, Eigenheimers 3.70 4, BI. Eigenheimers 3.10f 3.20; 27600 kg Vroege witte kool 22.10; 60 kg Snij boonen 8.90—9.50; 17800 kg Slaboonen 9.5011; 2700 kg Zilveruien 1.40 1.60, zilvernep f 8f 11.50, drieling 1.60—1.90. WARMENHUIZEN, 13 Aug. 1940. 99900 kg Aardappelen: Schotsche muizen 3.80 4.40, grove 3.70 en drielingen 2.30 2.70, Eigenheimers 3.104.10, Bintjes 2.10—2.30; 475 kg Zilveruien: nep 8— 8.40, drielingen 2.10 en uien 1.40; 8400 kg Roode kool 3; 1700 kg Gele kool 3.80—4.80; 9100 kg Witte kool f 2; 2140 kg Slaboonen 10.4012.10. DOOP 29) Ze bleef op haar plaats op Ben staan wachten. Hij stond met den aanklager in een ernstig gesprek. Ada Moseby liep haar voorbij. Ze glimlachte tegen Mary, die altijd over een dergelijke vriendelijkheid ver wonderd stond. Ada was eigenlijk de eerste, tegenover wie ze van geen toenadering wilde weten. Ondanks haar vriendelijke houding voelde ze argwaan tegen Ada. Ada ging de zaal uit en even later kwam Thurlow met zijn verdediger langs Mary heen. Hij grijnsde triomfantelijk en Mary huiverde voor den man, die voor loon een moordaan slag had gepleegd. Ongedurig keek ze naar Ben. Hij stond nog steeds met den aan klager te praten en ze lachten om een of ander grapje. Ze voelde zich zoo vreemd aan alles om haar heen. Een man, die algemeen als schul dig aan een lage misdaad werd beschouwd, ging vrij uit. En de aanwezigen, die hem voor schuldig hadden gehouden, gingen nu onverschillig heen. En Ben, wiens leven bijna door dien man vernietigd was, stond daar grapjes te maken en te lachen. Was hij dan totaal den tijd vergeten, dat hij hulpe loos in dat spoorwegziekenhuis met den dood lag te worstelen? Ben had haar onder het praten echter niet vergeten. Zoo gauw hij gevoeglijk kon, maakte hij een einde aan het gesprek en kwam naar haar toe. De deur van de rechtszaal stond open en Ada stond buiten, vlak erbij .en toen hij haar zag staan, ving hij een wenk van haar op, die hem aan hun afspraak moest her inneren. Hij begreep, dat het voor Ada een heele waag was hem te spreken te vragen eu dus moest ze hem wel iets zeer belang rijks te vertellen hebben. Hij knikte dus toe stemmend en zag haar heengaan, maar in zijn hart wenschte hij haar mijlen ver weg. Mary stelde voor, samen naar Cabinal terug te rijden. „Liefste, ik kan niet zoo dadelijk weg, als ik gedacht had", zei hij ontwijkend. „Ik ik moet iemand spreken een kennis van me". Hij voelde, dat hij een kleur kreeg en voegde er gejaagd aan toe: „Het is een vrij dringende zakenkwestie. Kun je niet wat hier in de stad rondwandelen en winkels gaan kijken? Of, als je moe bent, in een hotel op me wachten? Ik ben zeker met een uurtje terug. Maar ik moet dien man nood zakelijk spreken". Plotseling wist ze bij intuïtie, dat hij niet naar een man, maar naar een vrouw toe ging en haar niet wilde vertellen, wie die vrouw was. Hij ontweek haar blik. Hij stamelde als een kleine jongen, toen hij het haar mede deelde. Ze was verschrikt en ontstemd. Ze verlangde, hem bij zich te hebben, zijn arm om zich heen te voelen, te luisteren naar zijn geruststellende woorden en zijn ver klaring, dat hij in de hem omringende ge varen voorzichtig zou zijn. Ze hield zich meteen voor, dat ze niet aan hem mocht twijfelen. Hoe kon ze aan hem twijfelen, als ze echt van hem hield? „Natuurlijk", antwoordde ze. „Ik zal wat gaan wnikelen. Misschien kan ik wel een aardigheidje voor Etta Hanley koopen. Maar maak jij dan gauw voort?" „Het duurt hoogstens een uur". Hij kuste haar haastig en ze hield een oogenblik zijn handen vast, als was ze bang hem te verliezen. Toen ging hij en Mary verliet de rechtszaal en liep de hoofdstraat der sombere prairiestad door. Er lag een dikke laag stof en elke voorbijgaande wa gen of ruiter deed het in dikke wolken rondom haar opdwarrelen. „Waarom kan Ben zijn baantje bij den spoorweg er nu toch niet aan geven?" dacht ze. „Dan zouden we ons ergens op een hoeve kunnen vestigen en dadelijk gaan trouwen. Of waarom kan hij geen an der baantje krijgen ergens, waar het veilig is en hij geen vijanden meer heeft?" Ze wist heel goed, dat dit slechts een droomverlangen van haar was. Ze had iets dergelijks al eens aan Ben voorgesteld, maar hij had beslist geweigerd. Hij was nu eenmaal civiel-ingenieur. Hij was trotsch op zijn werk. Hij wilde zijn betrekking er niet aan wagen, enkel en alleen omdat sommige lui in Cabinal het niet op hem begrepen hadden. Zuchtend over haar zorgen begaf ze zich naar hotel Bixby House. En daar zat ze vol ongeduld in een stoffige en ongezellige ka mer op de terugkomst van Ben te wachten. Maar toen het afgesproken uur voorbij was en daarna nog één, werd ze ongerust. Ze gedacht zich opeens, dat het niemand anders dan Ada Moseby zijn kon, met wie Ben een afspraakje gemaakt had. Daarom hadden ze samen zoo gefluisterd en ge lachen. Ze had zich reeds méér erover ver baasd, dat Ada zoo vaak haar gezelschap zocht, omdat ze dit alleen deed, als Ben bij haar was. Nu wist ze zeker, dat het Ada te doen was, om in de nabijheid van Ben te zijn en met hem te praten en gekheidjes te maken. Mary werd woedend. Ze werd angstig. Ze werd jaloersch. HOOFDSTUK XIII. Mary's mededingster. Ben reed naar de plaats van samenkomst bij het katoenboschje. Hij was uit zijn hu meur over het geval en verlangde er naar, dat het voorbij was. Hij had zoo verlangd, na de zitting een poosje rustig met Mary samen te zijn en nu was dit er tusschen gekomen. Maar hij kon de kans ook niet voorbij laten gaan, om mogelijke inlichtingen in te winnen over den man, dien hij zoo graag uit de stad wilde verdrijven. Waarom Ada nu eigenlijk haar hulp kwam aanbieden, wist hij niet zeker. Het was algemeen bekend, dat ze haar man haatte. Misschien zat dat er wel achter. Hij behandelde Ada met de hoffelijkheid, die aan haar schoonheid verschuldigd scheen, maar hij betreurde het, dat hij zoo'n onhan dige en domme leugen tegen Mary ver teld had. Daardoor verkeerde hij in een onaangename stemming, toen hij Ada bij de katoenstruiken zag staan wachten. Haar eerste woorden waren: „je hebt toch tegen niemand verteld, dat we elkaar hier zouden ontmoeten?" „Natuurlijk niet". „Niemand zal ons toch dezen kant heb ben zien uitrijden? Geloof je, dat we hier veilig zijn?" „Ik hoop van wel", antwoordde hij stroef. „Je weet ook wel, wat het zou willen zeggen, als Ace er achter kwam, dat ik je een en ander verteld had. Hij is een ge weldenaar als hij nijdig is. En hij is boven dien gewetenloos Heusch, Ben, ik wil me niet aanstellen, maar ik moet werkelijk uiterst voorzichtig zijn". Hij zei, dat hij ten hoogste waardeerde wat ze voor hem deed en dat hij al het mo gelijke doen zou, om hun ontmoeting ge heim te houden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 5