DE S
Uit den Alkmaarschen Raad.
OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL
W
jteuil
J
De druk der tijdsomstandigheden ligt als
een loodzware last op onze
schouders.
LIMMEN
Financiec
TWEEDE BLAD.
De Raad was tot de goede oude gewoonte
teruggekeerd niet meer des avonds, maar
des middags te vergaderen en het wonder
lijke was, dat niemand van hen, die voor
avondvergaderingen gepleit hebben, daarop
blijkbaar nog prijs stelde.
Wij mogen aannemen, dat de dienst van
Gemeentewerken zeker in staat is het huis
onzer vroedschap zoodanig af te schermen,
dat geen straaltje uit de monumentale licht
kronen naar buiten kan dringen en het zal
waarschijnlijk alleen de vrees zijn geweest,
dat men, vervuld van gedachten over het
wel en wee van zijn medeburgers, te weinig
op zich zelf zou letten en op den terugweg
over de fatale streep zou gaan, dat men de
middagvergaderingen weer zonder morren
geaccepteerd heeft.
Trouwens, er zijn meer dingen, die vroe
ger heftige debatten zouden uitlokken, wel
ke men thans zwijgend voorbij gaat en wat
dat betreft, demonstreert ook de Alkmaar-
sche Raad, dat hij hier en daar reeds met
het verleden heeft gebroken en dat hij zich
bewust is, dat deze tijd een zoo groot moge
lijke samenwerking eischt om de belangen
van stad en bevolking het beste te kunnen
dienen.
De heer B. Hoek, directeur onzer plantsoe
nen, heeft, in verband met het bereiken van
den pensioengerechtigden leeftijd, tegen 1
November eervol ontslag gevraagd en de
Raad besloot hem dit te verleenen met
dankbetuiging voor de vele diensten door
hem aan onze gemeente bewezen.
De burgemeester heeft er daarbij in een
persoonlijk woord nog eens op gewezen
welk een groot aandeel de heer Hoek heeft
gehad in den opbouw van onze plantsoenen
en parken. In niet minder dan 38 dienst
jaren heeft de heer Hoek onze stad in een
kleedje van groen en bloemen gestoken, dat
het oude Alkmaar zoo aantrekkelijk heeft
gemaakt, dat het mede aan zijn werk is te
danken, dat zoo velen onze gemeente als
plaats van inwoning hebben uitverkoren.
Onze prachtige Hout, onze wallen en
plantsoenen in alle deelen der gemeente
hebben het schilderachtige Alkmaar in een
weelde van boomen, struiken en bloemen
gezet en het een bijzondere bekoring gege
ven.
Er moge de laatste jaren bij de slootkan
ten hier en daar eens wat riet over de stra
ten hebben gehangen, er moge eens wat
minder geharkt of gesnoeid zijn, dat alles is
niet de schuld van den heer Hoek, maar
van den financieel zeer ongunstigen toe
stand onzer gemeente, waar men vaak ge
meend heeft op de plantsoenen straffeloos
te kunnen bezuinigen.
Wij zullen op het oogenblik niet nagaan
in hoeverre men dat juist heeft gezien. Een
winkel waar men de etalage verwaarloost
vermindert zijn reclame, maar dank zij den
jarenlange deskundigen arbeid van den
heer Hoek heeft Alkmaar nog altijd den
i^am een der fraaiste steden van ons land
te zijn.
Wij hebben in verloop van jaren den man,
die nu heengaat, meermalen in zijn kweeke
rs die eigenlijk de couveuse van onze
plantsoenen is aan den arbeid gezien, wij
hebben onder zijn deskundige voorlichting
vele wandelingen door onzen onvolprezen
Hout met deszelfs levende have gemaakt en
wij hebben steeds weer kunnen constatee-
ren met welk een groote liefde hij zich ten
volle aan zijn mooie taak heeft gegeven.
In den heer Hoek verliest Alkmaar een
werkzaam ambtenaar, een man met een
eigen meening, waarvoor hij te allen tijde
durfde uitkomen en bovendien een deskun
dige, die steeds bereid was voor optochten
en tentoonstellingen van alle mogelijke
organisaties volkomen belangeloos zijn tijd
en zijn werkkracht beschikbaar te stellen.
Moge hij nog menig jaar van de schoon
heid van onze stad kunnen genieten.
Er waren slechts enkele punten op de vrij
onbeteekenende agenda, die een bijzondere
bespreking verdienen.
De Friesche brug zal waarschijnlijk niet
vernieuwd worden. De in ons land aan
wezige bouwmaterialen zullen allereerst ge
bruikt moeten worden voor noodzakelijke
werken of voor projecten, die een duurzame
werkverruiming geven.
Dat de Friesche brug daardoor, zooals de
burgemeester het noemde, in 4e lucht komt
te hangen dus een soort luchtbrug dreigt
te worden is natuurlijk te betreuren. Men
is in Alkrqaar jarenlang in actie geweest om
dit verkeersobstakel te .verbeteren en de ge-
lukwensch welke het hoofd der gemeente
op 3 Augustus van het vorige jaar tot den
Raad richtte, toen eindelijk het Rijk bereid
bleek de gemeente krachtige financieelen
bijstand voor het maken van een betere
oeververbinding te verleenen, is helaas-wat
te voorbarig geweest.
Dat heeft de burgemeester toen natuur
lijk ook niet kunnen weten en op dat
oogenblik leefden wij nog in het gelukkige
tijdperk, dat alles in Europa althans
uiterlijk pais en vree.was. Er zijn door de
tijdsomstandigheden natuurlijk meer groote
werken niet tot uitvoering gekomen, maar
uitstel is geen afstel en Alkmaar zal onge
twijfeld een nieuwe en moderne kanaalbrug
krijgen, al zal de uitvoering nog wel eeni-
gen tijd op zich laten wachten.
Ons gemeentemuseum is verrijkt door de
schenking van twee kostbare aquarellen
van den schilder Bosboom, die een stadge
noot is geweest en wiens werken hier dus
bijzonder op prijs gesteld worden.
Alkmaar is een stad, die in het verleden
heel wat beroemd geworden vaderlanders
heeft gehuisvest en wij ondersteunen gaarne
de woorden van den burgemeester, die de
hoop uitsprak, dat het thans gegeven voor
beeld velen tot navolging zal strekken.
Dan was er nog de vraag of de zoon van
een tuinder al dan niet in loondienst was als
hij in het bedrijf van zijn vader den kost
en een zakduitje verdient.
Was hij in loondienst dan zou hij in aan
merking komen voor het beschikbaar stel
len van gelden tot het verkrijgen van een
eigen plaatsje in verband met de landarbei-
derswet en dan zou de gemeente dus moe
ten betalen. Was hij het niet en dat was
de opvatting van B. en W. dan kon de
aanvrage worden afgewezen.
De adviezen van diverse deskundigen
waren volkomen tegenstrijdig en de heer
Klaver heeft een lange beschouwing gehou
den waarin hij tot de conclusie kwam, dat
er van een ongeschreven arbeidsovereen
komst kon worden gesproken, zoodat er wel
degelijk van loondienst sprake zou zijn.
De heer Hoijtink betoogde, dat men bij
den Raad van Beroep en in het algemeen in
de sociale wetgeving aanneemt, dat de zoon
bij zijn vader niet in loondienst werkzaam
is en de heer Woldondorp wees er op. dat de
belastingdienst wel degelijk een arbeidsover
eenkomst veronderstelt, zoodat de zoon voor
het gezamenlijke bedrag van kost en inwo
ning, benevens het zakduitje, kan worden
aangeslagen.
In het algemeen bleek, dat men in ons land
den loondienst niet accepteerde, wanneer
men daardoor moest betalen en wel wanneer
men er voordeel uit kon trekken en aange
zien de gemeente hier een financieel offer
zou moeten brengen was het dus vrij logisch,
dat B. en W. zich op het standpunt stelden,
dat zij geen enkele verplichting hadden.
Evenwel, de gemeente heeft wat het wel
en wee harer inwoners betreft min of meer
een moederlijke taak en de meerderheid van
de raadsleden besloot zich dan ook niet op
een star wettelijk standpunt te stellen. Men
streek de handen nog eens ovsy de edelacht
bare harten en besloot den heer Blankendaal
alsnog in de gelegenheid te stellen op kosten
der gemeente op het bedrijf van zijn vader
een eigen plaatsje te stichten.
Ten slotte was er dan nog de Landbouw
Crisis Organisatie, die er bij nader inzien
maar liever van afzag een door de gemeente
te stichten kantoorgebouw van 9000 voor
3000 per jaar te huren, wat ons eerlijk ge
zegd niet verwondert, omdat een jaarlij ksche
huur van ruim dertig procent van de waarde
van het pand bedenkelijk veel op huisjes-
melkerij of in dit geval op kantoormelkerij
begint te gelijken.
De L.C.O. zou dan maar liever het oude
gymnasium voor een bedrag van 150 per
maand willen huren en wij hebben de orga
nisatie opnieuw beklaagd, omdat het door
de scholieren eindelijk ontruimde pand een
nog grootere antiquiteit was, dan alles wat
hun als zoodanig uit de geschiedenis van de
Romeinen werd voorgehouden. Er waren
vloeren, waarin vulpennen spoorloos verdwe
nen om nooit meer te voorschijn te komen
en deuren waardoorheen men op de school
borden kon kijken en de lessen kon blijven
volgen, als men voor straf op de gang moest
vertoeven.
Inmiddels blijkt, dat een legertje werklie
den het ergste kwaad reeds verholpen heeft
en dat de L.C.O. reeds zoodanig beslag op
het gebouw heeft gelegd, dat men in groote
moeilijkheden zou zijn gekomen, wanneer de
Raad het voorstel van B. en W. eens niet ge
accepteerd had.
Er waren nog eenige raadsleden, die
1800 huur voor een geheel schoolgebouw
niet bijster veel vonden, maar het gemeente
bestuur was blijkbaar op de dwalingen zijns
weegs teruggekeerd en stelde thans zooveel
prijs op het behoud van deze organisatie,
dat men het pand waarschijnlijk ook nog
wel voor een kleiner bedrag in huur had
willen geven.
En dan was er en dat was verreweg het
interessantste deel van deze raadsvergade
ring de interpellatie van den heer Stout-
jesdijk.
Er zijn in de weken, die achter ons liggen
verscheidene stadgenooten in donker in onze
grachten terecht gekomen en dat behoeft
niemand te verwonderen, omdat Alkmaar
een bijzonder waterrijke stad is en de steile
wallekanten der grachten nog 'niet voldoende
beveiligd zijn geworden.
Er zijn daardoor hier ter stede reeds drie
dooden te betreuren en het zijn voornamelijk
de beide laatste sterfgevallen geweest, welke
een bijzondere bespreking hebben gekregen,
omdat, naar men mocht aannemen, de beide
drenkelingen de gevolgen van het koude
bad doorstaan zouden hebben, wanneer ze
op een andere wijze behandeld waren ge
worden.
Volgens de verklaringen van den wethou
der van den gemeentelijken geneeskundigen
dienst komen de feiten op het volgende
neer.
Er' liepen, door de duisternis misleid,
twee oude mannen in het water van de
Oudegracht en men slaagde er in hen nog
tijdig op het droge te krijgen.
Men heeft toen de hulp van een dokter
ingeroepen, die het blijkbaar noodzakelijk
vond, dat de beide mannen naar het Centraal
Ziekenhuis overgebracht werden en daarom
om de ziekenauto gebeld heeft.
Ook een der bij de redding betrokkenen
bleek dat reeds te hebben gedaan en de auto
waarin een zuster van het ziekenhuis was
gezeten, verscheen vrij spoedig op de plaats
van het ongeval.
De wethouder laakt het, dat de dokter
daarna naar h-uis gegaan is en zich niet ver
der met het geval bemoeid heeft en de dok
ter die geen gemeentegeneesheer is
stelt zich blijkbaar op het standpunt, dat
zijn bemoeiingen met het geval waren afge-
loopen, omdat hij mocht aannemen, dat de
mannen in een ziekenauto met een verpleeg
ster in veilige handen waren en vanzelf
sprekend in een warm bed van het zieken
huis terecht zouden komen.
Erg vanzelfsprekend schijnt dit niet te zijn
geweest, want toen de slachtoffers in de
ziekenauto waren, werd besloten hen naar
hun woning en niet naar het ziekenhuis te
vervoeren en alleen het feit, dat een van hen
een hoofdwonde had, was de oorzaak, dat
men. ter verzorging daarvan, toch eerst maar
even naar het Centraal Ziekenhuis is ge
reden.
Het wil ons voorkomen, dat de wethou
der, die verklaarde, dat de mannen nog niet
bewusteloos waren, toen ze in de auto ge
bracht werden en daarmee te kennen gaf,
dat het geval niet zoo ernstig was geweest,
de kwestie op dit punt een beetje te lucht
hartig heeft bekeken.
Immers, wanneer het inderdaad niet zoo
ernstig was, vervalt automatisch het verwijt
aan het adres van den geneesheer, die niet
meer naar hen heeft omgekeken en wanneer
er eenvoudig een auto noodig was om de
slachtoffers, die zelf in den auto stapten,
naar huis te brengen, dan had men den
ziekenwagen en de zuster wel thuis kunnen
laten en veel eenvoudiger even een taxi
kunnen bestellen.
We mogen inderdaad aannemen, dat deze
beide oude drenkelingen wel behoefte aan
deskundige verzorging hadden en al moge
men dan in den beginne gemeend hebben,
dat men kon volstaan met hen vlug naar
huis te rijden en in bed te stoppen, toen men,
eenmaal onderweg, besloot toch naar het
ziekenhuis te rijden, was het vanzelfspre
kend, dat men daarbij het risico niet mocht
dragen deze oude menschen nog langer in
hun natte kleeren te laten en dat men ze in
het gesticht van droge kleeren had moeten
voorzien en ze in bed had moeten stoppen
met de warme kruiken, die daarvoor derge
lijke gevallen, volgens den heer Stoutjesdijk,
steeds beschikbaar worden gehouden.
Men heeft dat niet gedaan. Men heeft de
hoofdwonde verzorgd en daarna de slacht
offers nog steeds in hun natte kleeren naar
huis gebracht, waar natuurlijk de familie
leden zich dadelijk over hen ontfermd heb
ben en de zuster zich terugtrok, waarbij het
er weinig op aankomt of die zuster toen
zegd heeft: „Kunt U zich nu redden?" of
„kan ik nu weggaan?"
In allen gevalle is deze zuster wegge
gaan zonder zich verder met de patiënten te
bemoeien en het gevolg van het ongeluk is
geweest, dat beide mannen kort daarna aan
longontsteking zijn gestorven.
Wij zijn het volkomen met den wethou
der eens, dat niemand met zekerheid kan
zeggen of deze slachtoffers van de duister
nis ook niet overleden zouden zijn wanneer
men ze in het Ziekenhuis dadelijk in een
warm bed gestopt had, maar het is duide
lijk, dat de kans op hun behoud dan zeker
veel grooter zou zijn geweest.
Resumeerende komen wij tot de conclu
sie, dat hier zeer ernstige fouten zijn ge
maakt, dat er een tekort was aan medisch
toezicht, een teveel aan veronderstellen,
dat het wel goed zou gaan en dat men in
het Ziekenhuis de patiënten niet heeft be
handeld zooals men dat algemeen had mo
gen verwachten en zooals hun toestand
dat blijkbaar noodzakelijk maakte.
Dat is te betreuren, allereerst voor het
ziekenhuis zelf, dat bekend staat om de
uitstekende wijze waarop men daar ver
pleegd wordt. Men kan daar natuurlijk de
dupe zijn geworden van een al te zelf
standig optreden van een niet voldoende
voor haar taak berekende werkkracht,
maar ook in dat geval moet men consta-
teeren, dat de leiding niet in staat is ge
bleken een dergelijk onoordeelkundig op
treden te voorkomen.
De gemeente krijgt een doceurtje
van 7180. Het uitbreidingsplan is
goedgekeurd.
De raad, die sinds 29 April niet meer had
vergaderd, kwam Donderdagavond 8 uur
bijeen. Na de opening met gebed heeft de
voorzitter, burgemeester Nieuwen-
huijsen in gevoelvolle woorden herdacht de
jonge mannen, die zijn gevallen in den
oorlog en alle anderen, die daardoor have en
goed of het leven verloren. Groote dank
baarheid heeft spr. geuit aan de bevolking,
die de geëvacueerden uit Amersfoort en
Leusden liefdevol heeft ontvangen. Dank
bracht spr. niet alleen aan de burgerij, doch
ook aan alle ambtenaren, politie, luchtbe
scherming en aan allen, die in ruime mate
hun burgerzin hebben betoond.
Bij de ingekomen stukken waren dank
betuigingen van de burgemeesters van
Amersfoort en Leusden. In laatstgenoemde
plaats heeft de raad zijn gevoelens van
dankbaarheid vertolkt.
Medegedeeld werd, dat de „Hoogebrug",
eigendom van de gemeente Uitgeest en den
Groot-Limmer Polder, aan het hoogheem
raadschap H. N. K. is overgegaan.
Met dankbaarheid heeft de raad aange
hoord, dat van het departement van binnen-
landsche zaken bericht is ingekomen, dat
men een douceurtje heeft ontvangen van
7180, teneinde de begrooting 1940 sluitend
te maken.
Hierna ging de raad in geheime zitting.
Na 3 kwartier werd de vergadering her
opend en stelde de voorzitter aan de
orde de benoeming van een lid van het bur
gerlijk armbestuur (vacature-Blauw).
De voordracht luidde: 1. J. Huisman, 2. P.
Koets.
De heeren Bult en Dekker waren
tegen de voordracht. Het was beter om het
B. A. er in te kennen.
De voorzitter zeide, dat dit was
gebeurd.
Wethouder Va 3 k 3 r n g vrees5: oppo
sitie, reden waarom hij voorstelde de voor
dracht terug te nemen.
De heer Dekker redeneerde nog door,
doch de voorzitter sloot het debat met
de mededeeling, dat B. en W. er op zullen
terugkomen.
Daarna kwam aan de orde de „Nadere
regeling administratie B. A. en aanstelling
adm.-controleur".
Bijna alle raadsleden hadden bezwaar, dat
de armenvader op de vingers wordt ge
keken. Zij sloten zicli aan bij de opmerking,
dat hij er voor geschikt moet zijn of niet. Bij
geschiktheid is er geen controleur noodig.
B. en W. zeiden, dat hij alleen behulpzaam
is, niet méér. doch niet overbodig is. Met de
stem van de heer Dekker tegen werd be
sloten een adm.-controleur te benoemen.
Bij de vaststelling van de regeling terzake
inhouding couponbelasting, zeiden B. en W.,
dat de mogelijkheid bestaat om de rente te
verhalen op den geldschieter, reden waarom
zij voorstellen deze gelegenheid te benutten.
Conform besloten.
Zonder hoofdelijke stemming werd be
sloten wijzigingen (alle administratieve) aan
te brengen in de rekening 1938 en begroo
tingen 1939 en 1940.
B. en W. stelden voor om den gemeente
veldwachter van der Ven, die gedurende
vele maanden met volle toewijding en zon
der opdracht, bij nacht en dag zijn werk
verrichtte, een tegemoetkoming te geven in
zijn periodieke verhoogingen ten bedrage
van 100. De raad heeft met dit voorstel
zijn volle instemming betuigd.
Daarna boden B. en W. het uitbreidings
plan der gemeente aan. Er is aan veranderd
de „bevoegdheid van B. en W. om ontheffing
van bouwen of verbouwen te geven (deze
bevoegdheid is aan de raad) en er is aan
toegevoegd, dat er aan de Kapellaan ge
bouwd mag worden. Trots deze duidelijke
toelichting heeft de raad nog enkele punten
uitvoerig (en meermalen allen gelijk
pratend) bedenking gemaakt tegen enkele
gevallen waarin het niet vast staat of bij
brand of een ander ongeval herbouwd mag
worden of niet.
De burgemeester heeft het gebeurde van
harte betreurd en bij een nader onderzoek
zal men zeker niet nalaten de schuldigen
een ernstige berisping te geven, wat het
gebeurde natuurlijk niet meer kan herstel
len, maar zeer zeker de waarborgen zal
geven, dat iets dergelijks in de toekomst
niet meer zal kunnen voorkomen.
Daarnaast heeft de heer Stoutjesdijk in
zijn zeer interessante en goed gedocumen
teerde interpellatie de maatregelen becri-
tiseerd welke tot dusver van gemeentewe
ge zijn genomen om de burgerij van
Alkmaar tegen verdrinkingsgevaar te be
schermen.
Hij heeft er op gewezen, dat de hekken
van onze markten, die in den winter
steeds beschikbaar zijn om op de ijsbanen
wakken af te zetten, nog in zeer onvol
doende mate voor afscherming van de ge
vaarlijke wallekanten in gebruik zijn ge
nomen. Hij heeft medegedeeld, dat de witte
banden welke met koudwaterverf het is
niet te hopen, dat het inderdaad waterverf
zal blijken te zijn langs de grachtranden
heeft geschilderd zóó dicht bij het water
zijn, dat men op hetzelfde oogenblik dat
men over de streep gaat, reeds in het water
terecht komt. Hij heeft er op gewezen, dat
onze reddingshaken van materiaal zijn, dat
recht trekt en dus als haak onbruikbaar
wordt en hij heeft er aan herinnerd dat de
E. H. B. O.-mannen van den luchtbescher
mingsdienst niet in staat zijn een drenke
ling te behandelen, wat in de komende
wintermaanden zeker herhaaldelijk van
hen geëischt zal worden.
Naar de betrokken wethouder mededeel
de, blijkt Alkmaar niet allereerst aan de
beurt om volgens deskundige voorschriften
afdoende tegen verdrinkingsgevaar te wor
den beschermd, maar hoopt men door af
schutting van gevaarlijke overgangen, en
de plaatsen waar men door duisternis mis
leid gemakkelijk te water kan loopen, als
mede door het zoo practisch mogelijk aan
brengen van lichtpunten in de naaste toe
komst de kans op ongelukken zoo gering
mogelijk te maken.
Het wit schilderen van wallekanten, van
toornen en hekken bij bruggen, van brug
leuningen, 'van reddingshaken en het des
noods -op voorstel van een der raadsle
den beschilderen met lichtgevende verf
van de voorwerpen welke men bij een on
geluk direct moet kunnen grijpen, zijn de
maatregelen welke de gemeente in het al
gemeen in toepassing zal kunnen brengen.
Daarnaast heeft de burgemeester den
raad gegeven zich 's avonds niet onoodig
op straat te begeven, wat in het algemeen
natuurlijk een zeer practische raad is, hoe
wel er altijd menschen zullen zijn, die van
tooneelvoorstellingen of uit bioscoopzalen
komen en velen die voor hun arbeid nood
zakelijk in donker naar buiten moeten.
De kans op extra verlichting van een
plaats, waar iemand te water ligt, achtte de
burgemeester uitgesloten. Men zal zich
daar dus moeten behelpen met de zeer on
voldoende verlichting van straat- en zak
lantaarns en wij voorzien, dat in onze
grachten met haar steile wallekanten nog
vele stadgenooten terecht zullen komen
wier redding een uiterst moeilijk probleem
zal zijn.
De luchtbescherming schijnt krachten te
krijgen, die ook de behandeling van dren
kelingen op zich kunnen nemen, maar on
danks dit alles staat vast, dat Alkmaar in
de komende donkere herfst en winter
maanden een zeer gevaarlijke stad wordt
en dat men vooral bij nieuwe maan en op
zwaarbewolkte avonden beter binnen kan
blijven.
Wij gaan in velerlei opzicht donkere da
gen tegemoet en wij kunnen slechts hopen,
dat de druk van dezen tijd in het bij
zonder wat de verduistering betreft zoo
spoedig mogelijk van onze schouders wordt
genomen.
153. De stationschef en de conducteurs stonden van
verre toe te zien. Ze bewonderden Kobusje om zijn dap
perheid. „Hoogheid", sprak Kobusje tot den vreemden
heer, „het spijt me zeer, maar ik mag niet toelaten, dat
dit, Uw gevolg, gebruikt maakt van de mensenwagens.
154. Ik heb achter aan de trein een prachtige, lege en
gerieflijke wagon, die bestemd is voor het vervoer van
beesten. Ik verzoek U vriendelijk, Uw gevolg uit te no
digen, daarin plaats te nemen". „Zoudt U ze dat zelf
niet even willen vragen?"
De voorzitter zeide, dat het uitbrei
dingsplan om de 10 jaar herzien moet
worden en dat de raad altijd de bevoegdheid
heeft om ontheffing te verleenen. Hierna
werd het plan z. h. st. vastgesteld.
Nogmaals de Disseldorperweg.
B. en W. zeiden, dat het moeilijk is om
een geldleening te sluiten voor beharding
e.d. van de Disseldorperv/eg, reden waarom
zij voorstellen voorloopig af te wachten.
De heer Commandeur vond het te
ver gedreven, dat men beweert, dat er geen
1500 is te leenen. En hoe gaat het nu met
de beek, vroeg spr., gaat die dicht of niet?
De voorzitter antwoordde, dat men
is „gestuit op een boom".
Uit de verdere bespreking waaraan alle
raadsleden deelnamen men is blijkbaar
het steeds weer uitstellen beu bleek, dat
B. en W. telkens voor hindernissen komen.
Tenslotte werd-bepaald, dat B. en W. de be
voegdheid krijgen om „elke hindernis op te
ruimen". Wij komen er, aldus de voor
zitter, spoedig op terug.
Om 10 uur ging de raad voor de tweede
maal in geheime zitting ter behandeling re
clames plaatselijke belasting.
KERK EN SCHOOL.
NAGEKOMEN REDIKBEURTEN.
Leger des Heils (stichter William Booth),
Limmerhoek no. 40; Zaterdagavond 8 uur
openluchtmeeting op de Steenenbrug; Zon
dag 10 uur heiligingsdienst, 3.30 uur open
luchtmeeting bij den Kattenberg, 7.30 uur
verlossingsamenkomst; Maandag 2.30 uur
gezinsbond; Dinsdag 7.30 uur soldaten-
samenkomst; Donderdag 7.30 uur bijzondere
samenkomst.
Alle diensten worden geleid door kapi-
teine Dijkmans.
Ned. Leger des Heils, Hekelstraat no. 9;
Zondag 10 uur heiligingsdienst, av. 8 uur
openbare verlosingssamenkomst; Dinsdag
avond 8 uur openbare samenkomst; Don
derdagavond 8 uur mannenbond; Vrijdag
avond 8 uur wijdingsdienst; alle diensten
staan o. 1. v. commandeure Willemse.
Aan de St. Antoniusschool te Bergen
is tot kweekelinge met akte benoemd mej
H, P. Veenboer te Uitgeest.
DERDE BLAD.
Krachtige
zonder a:
Een algen
men midd
Indische
sterke mal
Resultaten
staalindusf
lingen ove
Javasuiker
Reeds gedurende
teekenen waar te
veel minder dan ti
middelen, die uit
aflossingen van ol
gekomen vlottend
er een streven om
mogelijk in huizen
beleggen. In de eer
dege, dat nu een g
vermogens geen in
gedeclareerde divid
kaansche maatscha]
den geïnd, zooveel
getracht, de totale i
den door het beleg
fondsen, waarvan
eenige uitkeering i
toch is dit motief
voornaamste.
Over dit laatste
eerder geschreven,
huidige systeem va
clearing en van ee
schen den gelden er
den waarmede thar
verkeer mogelijk is
mogelijk zal worde:
waarschijnlijk, dat
daling van den gul
dat bijv. in 1936 h<
niet weg, dat men c
heelemaal gerust is,
betrekking tot de k
Het Rijk staat voor
danks het feit, dat d
rug is. De financiën:
feld niet gemakkeli
zich het verschijnsel
voor die goederen,
distributie vallen nc
dan men zich bij toe
van prijsregeling 1
wordt rekening gehi
heid, dat het hoogere
land op den duur va:
in Nederland. Op gr
gingen is het verlek
geld zoekt te beleg
waarvan de waarde
stijgen, indien de k<
mocht dalen. Door I
mogelijkheid om oj
goederen te koopen,
male omstandigheder
men zich in hoofdzaa
len. De prijzen van
laatsten tijd reeds st
dien voelen vele be
om belangrijke bedra
te besteden voor 'dit
indien zij geen of we
bied hebben. Het hu
hen, voor wie het ge
is, dikwijls bezwarer
bezit geeft over het
Bovendien verwachte
die thans niet kunne
later toch aan aand<
zullen kunnen kome:
men o.a. voor Ir
waarschijnlijk geen
voor bepaalde verliez
te passen, zooals
scheepvaart wel het
men dus kort geleder
len van de binnenlan
de mogelijkheid van
deze rubriek geen twi.
kooplust, zooals uit
blijkt, zich ook naar a
plaatst.
Verjeden week wiji
spreking aan de kwes
van de Koninklijke ei
vatting, die men zich
vormd van het bericl
winst dan in het voo
men zich deze vergis
en de opvatting veld
paciteit van het gehei
lijkheid vermoedelijk
weest dan in 1938, oi
levendige kooplust, m
Door JOHNaiC
2)
Niets nieuws op de
satie is oud, redeneer
schappen, gebouwen,
vrouwenvan alles, 1
turen, intrigues, ontde
lemaal meegemaakt!
nieuwsen nu dit! '1
Hij dronk zijn glas le
een. Hij had nog geen
te gaan. Hij dacht wet
pier in het taschje.
Wat is de bedoeling.
Waarom koos ze juist
getrouwd, heb geen ai
en laat me niet chant
niet kan schelen, wat i
denken. Berooving? D,
zijn! Dat meisje
Hij dacht weer aan 1:
zich haar voor te steils
schien had hij het toch
geen avonturierster.
gezien. En toch had ze
gedaan, zijn aandacht
past, dat haar begeleid
En ze scheenverdr.
ze scheen angstig
Ik re'oof, dat ik een
-noot pr tswh m°er vai