DE SPIN. OPA BOL VAN DE IJZEREN KNOL Wij, mannen van den opbouwdienst. O _o o Tucht de onmisbare grondslag. Hoofdpijn en Kiespijn. Spott JMQzzwdw Stukken leuMeton co <D -Q E E O 2 E o <n c O o" O E a> O E ai o z ca CC 0) a* o ai o a> a> E a> E a> _o TWEEDE BLAD Ik wil graag het een en ander vertellen uit het leven van allen dag van den Opbou wer, niet alleen omdat er nog zooveel mis vattingen over dit nieuw leven onder de bur gerij bestaan, maar vooral ook omdat het uitermate prettig is over iets wat men lief begon te krijgen, te praten. Daarom heb ik ook geen moment geaarzeld, toen de redactie zoo vriendelijk was mij te vragen om nu eens iets over den Opbouwdienst te schrij ven, om toe te happen. Ik weet dat ons werk nog lang niet overal wordt begrepen; men heeft zich, simpel af gaande op den naam, een voorstelling er van gevormd, die ver bezijden de werkelijkheid ligt, men heeft verhalen gehoord over tucht en straffen, die gruwelijk overdreven zijn en zóó zou er een kloof kunnen komen tus- schen iets wat aller waardeering waard is en het nu soms dreigt niet te krijgen. En om dit te voorkomen, daaraan wil ik graag mee helpen, want ik heb het werk reeds lief gekregen. Neen, neen, nu niet ophouden met lezen en denken: „ach, dat smoesje ken ik, nu krijg ik een mooi gekleurd verhaaltje te hooren over iets wat in werkelijkheid niet zoo mooi is". Neen, nu toch luisteren, want wat ik ga vertellen, is niet mooi bijgekleurd. Maar men zal toch eerst dienen te weten wat de Opbouwdienst is en hoe er nu geleefd en ge werkt wordt. Maar daarbij zullen we één ding niet uit het oog mogen verliezen, om dat dat onzen blik bij het beschouwen van het nieuwe zoo gemakkelijk vertroebelt en dat is dat er aan de tucht, vooral ook aan de zelftucht, wel iets heeft gemankeerd, toen we nog aan den anderen kant van de lijn •stonden die op 10 Mei is getrokken. Dat nu te critiseeren heeft geen zin. Wél mogen we probeeren van het gebeurde te leeren en uit de feiten, zooals die geweest zijn, onze lessen te trekken. Maar goed, dat ligt aan den anderen kant van 10 Mei en daaronder hebben wij een streep gezet. Het is moeilijk om ons los te maken van oude gewoonten en we zijn zoo geneigd om nog te probeeren in het verleden te leven. Eerlijk gezegd kan ik het bijna niet laten om wat na te mokken en mij te verliezen in din gen die hadden kunnen zijn, als die zus had gedaan en de ander zoo. En natuurlijk is het ook zoo, dat op ieder gebied alles anders was gegaan, wanneer wij allen onzen plicht in het verleden hadden gedaan en ons hadden ge wend en wilden wennen aan een strenge tucht. Maar we wilden niet, omdat het vaak gemakkelijker was de dingen op hun beloop te laten en er ons gemak van te nemen. Vaak was het zoo, dat we wel alles van an deren wilden vergen, doch aan ons eigen persoontje mocht men niet komen. Kijk, dat moet nu anders. En daarom is de grondslag van den Opbouwdienst tucht, tucht en nogmaals tucht. Ik weet het, voor dat woordje schrikken we terug en daarom schrijf ik het er opzettelijk driemaal neer, dat is om er aan te gewennen. Vanzelfspre kend komt de vraag nu bij u naar voren of wij dit niet erg vervelend vonden. Het ant woord is heel kort, n.l. Ja!!! Eerlijk hé? 't Ja, de waarheid, behoeft immers niet ver zwegen te worden. En als ik het anders schreef, zou men mij ook immers niet ge- looven, omdat we stuk voor stuk weten dat wij niet werkelijk aan „tucht" gewend wa ren, want tucht is n.l. voor een zeer groot deel zelfbeheersching en dat is iets wat zeer moeilijk beoefend wordt en wat zorgvuldige training vergt. 'k Zou nu graag dit thema even afwerken, maar dat gaat niet, want ziet u, het is bij halftwee in den middag en vanavond om 7 uur moet ik op wacht en nu moet ik gedu rende den middagdienst ontkleed onder wol en heb dus verplicht rusten, 'k Zou nu aan een neiging kunnen toegeven en kunnen spijbelen, maar dan zou ik in botsing komen met de regels en bovendien met het beoefe nen der zelftucht en ik had het er toch over dat dat er in moet? Straks neem ik den draad weer op. Tucht dus, d. w. z. zich onderwerpen aan welomschreven regels die alle naar een be paald doel leiden, n.l. orde, netheid, zinde lijkheid, wat dus uiterlijk zeer wel waar neembaar is, maar ook innerlijk een zekeren ommekeer moet teweegbrengen. Dit laatste moet zelfs het eerst komen en al het andere is er een uitvloeisel van. En naast en in dit alles wordt er dan gestreefd naar gemeen schapszin en kameraadschap (van hoog tot laag), in het algemeen dus naar een goeden geest. Dit alles ging in het begin moeilijk, even moeilijk als het is om een wild paard aan het tuig te wennen. Maar als het eenmaal ge wend is, dan worden de krachten gelijk ge richt en dan kan er iets tot stand worden gebracht. En aan dat moeilijk werk, het „wennen van sterke wilde paarden aan het tuig", daaraan zijn wij nu bezig in den Op bouwdienst. En de resultaten beginnen reeds zichtbaar te worden, want het inzicht begint door te breken dat we gezamenlijk iets moois tot stand kunnen brengen. De beste ele menten komen reeds naar voren door dag aan dag getuigenis in woord en daad af te leggen van de zelftucht die zich in hen vormt. En deze mannen hebben een mooie kans, want er wordt niet meer in de eerste plaats gevraagd naar de vergaarde school kennis om daarop af te wegen of men voor promotie in aanmerking komt, neen, de flin ke kerels, de kerels met zelfbeheersching en karakter, dia- krijgen hier hun kans. Op dezen grondslag nu wordt er gebouwd in den Opbouwdienst, zelftucht vragend en gevend van vroeg tot laat, in het werk wat we doen, of dat nu exercitie, marsch, zingen, sport, zwemmen of het opruimen van hinder nissen is of in eten, drinken, het behandelen van het wolletje of wat dan ook, steeds vor mend aan ons zelf en aan anderen, om dan ten slotte dit te mogen bereiken, dat straks de werkgevers zullen afvliegen op deze man nen die met vreugde werken willen aan en in een maatschappij waarvan ze zich een deel weten. Of dan allen zich reeds naar de nieuwe regels gevoegd hebben? Weineen! Ettelijke paarden slaan nog v/el eens achteruit of pro beeren listige kneepjes. En die moeten dan even de zweep voelen, tot hun eigen schade. En als het heelemaal niet wil, dan gaan ze er uit, want de Opbouwdienst is geen philan- tropische instelling, waar men voor niets een warm nestje kan zoeken tot men meent dat de bui overgedreven is. Maar een zeer voornaam ding is, dat er een prettige opgewekte geest onder de jongens is, een geest dien wij tijdens de geheele mobilisatie niet hebben gekend. En dat komt door het vele werk, dat we iederen dag weer hebben te doen èn door de onderlinge verbondenheid die er is gekomen, omdat we van hoog tot laag hetzelfde doen en ons door dezelfde regels gebonden weten en omdat we hand in hand hetzelfde werk hebben te ver richten. Over dit werk en dien geest hoop ik een volgenden keer iets te mogen vertellen. O. O. Veilig en vlug als geen ander helpen hierbij altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's hoeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets,genaamd„Mijnhardtjes "Doos 10 en 50ct. De KERN van alle goede reclame COURANTENRECLAME A t h 1 e t i e k KAMPIOENSCHAPPEN NOORD HOLLAND. Het district Noordholland der N.A.U. sloot Zondag op de Sintelbaan het seizoen met het houden van de districtskampioenschap pen. Het weer werkte helaas niet mee, zoo dat de prestaties ver onder de verwachting bleven. De poging om het 100 meter esta fetterecord te breken bleef achterwege om dat de Trekvogelsploeg niet verscheen. Doordat de Sintelbaan door de vele regen doorweekt was hadden de deelnemers op de lange afstanden het lang niet gemakkelijk. De tijden waren dan ook zeer middelmatig. Goede prestaties werden geleverd op de 800 meter, op welk nummer van Gog van Haar lem en Elsinger van A.V. '23 precies gelijk over de eindstreep gingen, bij het hoogsprin gen, waarbij Houtman de 1.80 meter haalde en bij het discuswerpen, waarbij de Zaan- kanter de Graaf niet een worp van 40.65 meter de aandacht op zich vestigde. De 100 meter leverde een felle strijd tus- schen Heyn en Schaap, nadat Heyn aanvan kelijk een kleinen voorsprong genomen had voerde Schaap zijn tempo dermate op, dat hij vrijwel gelijk met Heyn aankwam. Heyn werd door de jury tot winnaar verklaard. Bij de dames kwamen geen verrassingen voor, de prestatie van mej. E. Dammers op het speerwerpen was nog wel de beste. De uitslagen luiden: heeren: 100 meter: 1. Heyn (A.V. '23) 11.1 sec., 2. Schaap (Haarlem) 11.1 sec., 3. Hout man (A.V. '23) 11.2 sec. 200 meter: 1. van Beveren (A.V. '23) 22.6 sec., 2. Schreuder (Haarlem) 23.2 sec. 400 meter: 1. Blok (Olympia) 52 sec., 2. Peereboom (A.A.C.) 52.9 sec. 800 meter: 1. en 2. van Gog (Haarlem) en Elsinger (A.V. '23) beiden 2 min. 3.8 sec. 1500 meter: 1. Koopman (Haarlem) 4 m. 24.5 sec., 2. van Baekel (A.V. '23) 4 min. 29.6 sec. 5000 meter: -1. de Bruyn (A.A.C.) 16 min. 27.4 sec.; 2. Bakker (A.A.C.) 16 min. 34.7 sec. 4 x 100 meter estafette: 1. A.V. 1923 in 43.3 sec., 2. Haarlem 44.7 sec. 4 x 400 meter estafette: 1. A.V. 1923 3 min 42.4 sec., 2. A.A.C. 3 min. 42.6 sec. Polsstokhoogspringen: 1. Verkes (Haar lem) 3.45 meter; 2. Lamoree (Haarlem) 3.35 meter. Hoogspringen: 1. Houtman (A.V. 1923) 1.80 meter, 2. Wolvetang (A.A.C.) 1.75 m. Discuswerpen: 1. de Graaff (Zaanland) 40.56 meter, 2. Oreel (A.P.G.S.) 35.79 meter. Speerwerpen: 1. van Kalken (A.V. 1923) 49.57 meter: 2. Wolvetang (A.A.C.) 46.25 m. Kogelstooten: 1. 'Oreel (A.P.G.S.) 13.29 meter; 2. de Graaff (Zaanland) 12.76 meter. Verspringen: 1. Houtman (A.V. 1923) 6.81 meter; 2. Avis (A.A.C.) 6.13 meter. Dames: 100 meter: 1. mevr. F. Blankers-Koen (Sa- gitta) 12.4 sec.; 2. A. de Vries (A.D.A.) 12.5 sec. 200 meter: 1. A. de Vries (A.D.A.) 26.8 sec.; 2. E. Dammers (Zeeburg) 27.4 sec. 4 x 100 meter estafette: 1. Sagitta in 52 sec., 2. Zeeburg 52.2 sec. Hoogspringen: 1. N. van Balen Blanken (Sagitta) 1.50 meter; 2. R. de Goede (K.N. A.U.) 1.35 meter, 3. mevr. A. Affourtit-Har- tag (A.V. 1937) 1.35 meter. Discuswerpen: 1. A. Niessink (Sagitta) 36.80 meter, 2. S. van Leeuwen (Zeeburg; 32.28 meter. Speerwerpen: E. Dammers (Zeeburg) 35.57 meter, 2. G. Slisser (Sagitta) 35.5# meter. Verspringen: 1. mevr. F. Blankers-Koen (Sagitta) 5.36 meter; 2. N. van Balen-Blan ken (Sagitta) 4.99 meter. Kogelstooten: 1. W. Albers (Sagitta) 10.95 meter, 2. S. van Leeuwen (Zeeburg) 10.24 meter. Wielrennen DE TWEEDE ZESDAAGSCHE TE BUENOS AIRES. Ook aan de tweede Zesdaagsche, welke in de Argentijnsche hoofdstad gehouden werd, namen verschillende Europeesche renners deel. Onze landgenoot van den Broek was gekoppeld aan den Argentijn Stefani, en eindigde met vijf ronden achterstand op de vierde plaats. Het Duitsch-Italiaansche koppel Hiirtgen- Di Paco was verreweg het beste uit het heele veld, met niet minder dan drie ron den voorsprong op het Deensch-Argentijn- sche koppel Christensen-Mathieu en op het Belgische koppel Deneef-Huys, legden zij beslag op de eerste plaats. Hetzelfde kop pel had in het voorjaar ook de eerste Zes daagsche te Buenos Aires reeds gewonnen. DE RONDE VAN PRINCENHAGE. Schulte wint. Voor de vijfde maal heeft gisteren deze ronde plaats gehad. Gerrit Schulte toonde eindelijk weer eens, welk een groot wegren ner hij kan zijn. Op dit zeer zware traect van 88 km. slaagde hij erin op zijn tegen standers een volle ronde van 600 meter uit te loopen. Bij de amateurs was het weer de Rotter dammer C. Smits, die de overwinning wist te behalen. Het ging hem dezen keer niet zoo gemakkelijk, de eindsprint moest ten slotte de beslissing brengen. Hierin toonde de Rotterdammer zich de sterkste voor Ver schuren en Bravenboer. De uitslagen luiden: Profs: 1. G. Schulte Cs-Hertogenbosch) 88 km in 2 uur 16 min. 51.6 sec.; op één ronde: 2. J. Braspenning (Princenhage); 3. A. Steenbakkers (St. Michielsgestel). Amateurs: 1. C. Smits (Rotterdam) 60 km in 1 uur 34 mirt". 48.2 sec.; 2. P. Verschuren (Rotterdam); 3. W. Bravenboer (H.I. Am bacht). Visschen. VISCHWEDSTRIJD TE OUDKARSPEL. De hengelclub Oudkarspel heeft een wedstrijd gehouden langs de kade van de Bleekmeer. Er werd met veel genoegen door de 12 deelnemers gevischt. De eerste prijs werd gewonnen door den heer Hortsveld voor de grootste baars; 21 c.M. Grootste aantal baarzen: le prijs J. Boe- kestein. Grootste aantal maatbaarzen: le prijs A. Visser. V. Polman, O. Bakker en A. Timmerman hadden ieder een 2en prijs. 3e Prijs P. Drost. HENGELWEDSTRIJD TE NOORD- SCHARWOUDE. De hengelclub Ontspanning hield Zondagmorgen een wedstrijd langs de kade van den polder Oudkarspel. De vangst was minder goed dan bij de vorige wedstrijden. In totaal werden 70 baarsjes verschalkt. De uitslag van dezen wedstrijd was als volgt: 1. D. van Seventer.19 stuks; 2. Jb. Bullooper, 11 stuks met de grootste baars, 24 cM.; 3. S. Wormsbecker 11 stuks; 4. A. Timmerman 9 stuks; 5. S. Dekker 7 stuks; 6. St. de Rijke. Schaken. „SCHAAKMAT" TE NOORDSCHARWOUDE. De uitslagen van de voor de competitie 1940-41 van „Schaakmat" gespeelde partijen waren als volgt: le klas: W. KaanK. Bierman 10 G. KeppelJ. Klinkert 0—1 D. Koorndr. J. de Wit 01 dr. J. de WitD. Koorn 01 H. StinsC. Witsmeer 10 2e klas: J. BouwensJ. Ootjers Jb. MolenaarM. Kuilman 10 J. Deutekom-G. Goudsblom 01 K. de VriesA. T. Slis afgebr. 3e klas: J. SchenkG. van Loenen 10 J. KamperJ. Heidsma 10 K. Glas—Jn. Smit 1—0 G. van LoenenJ. IJff 01 179. „Ik verlang een volle baard", zei de bok. „Dat dunne sikje verveelt me gruwelijk en het staat me ook niet." Kobus ging vlak voor hem staan en kriebelde hem een beetje met het stokje in het dunne sikje. Toen groeide de sik tot een baard. Het stond idioot. 180. „Maakt U alsjeblieft die krul uit mijn staart, me neertje Bolus", knorde het varken. „Geef me een net sluik staartje en maak me meteen een beetje slanker. Dun is tegenwoordig de mode." „Twee wensen tegelijk zijn eigenlijk niet toegestaan", antwoordde Kobusje. Paarden DE COURSES TE DUINDIGT. De uitslagen van de gisteren gehouden courses te Duindigt waren als volgt: I. Madeleine prijs: gewonnen door David O (eig. C. A. Oltshoorn te Stomp wijk) in 1.38.4 km-tijd. II. Mignon-prijs: gewonnen door Zampa van Nz. (eig. J. Witteveen te Alkmaar) in 1.30.1 km-tijd. III Lotus-prijs (ren): gewonnen door Al- cala (eig. stal Groenendaal te den Haag) in een halve lengte. IV. Mimosa-prijs: gewonnen door Kozir B (eig. G. J. v. d. Elshout Pzn. te 's-Graven- hage) in 1.32.3 km-tijd. V Minerva-prijs: gewonnen door Amazone G (eig. G. Poppen te Hippolytushoef) in 1.33.6 km-tijd in vier heats geloopen. DE IDENTITEITSBEWIJZEN. Mijnheer de redacteur. In de kennisgeving betreffende de iden titeitsbewijzen staat vermeld dat die be wijzen persoonlijk moeten worden aange vraagd. Is het U ook bekend hoe men dient te handelen ingeval degene wien de aanvra ge betreft ziek, slecht ter been, gebrekkig of van hoogen ouderdom is en het hem (of haar) dus niet mogelijk is om den daartoe benoodigden tijd in de rij te staan? Mag in zoo'n geval een ander lid van het gezin, of van de instelling, waarin de betrokkene verblijft, ,b.v. onder overlegging van de distributie-stamkaart, de aanvrage voor hem (of haar) verrichten? Met eenige inlichting te dien opzichte zult U ongetwijfeld velen verplichten. Vooraf mijn dank. Hoogachtend, W. (Men heeft zich .heden bij ons beklaagd, dat bestelde pasfoto's niet gereed waren waardoor het identiteitsbewijs niet kon worden verkregen, in een dergelijk geval is men ter secretarie bij uitzondering genegen den(n) betrokken nog op een an deren dag te helpen, wanneer kan worden aangetoond, dat het uitstel niet aan zijn of haar nalatigheid is te wijten. Wat gebrekkigen en ouden van dagen betreft, overweegt men een speciale rege ling wanneer vaststaat dat zij evenals zieken inderdaad niet kunnen verschij nen. m Verder lijkt het ons wenschelijker om voor 5 cent een identiteitskaart aan te vragen dan de distributie-stamkaart te laten af stempelen. Men voorkomt daardoor het voortdurend bij zich moeten dragen van de distributiestamkaart, met het risico van verlies, en van het tijdelijk zonder identi teitskaart zijn wanneer door een der huis- genooten daarop bonnen moeten worden afgehaald. Red. Alkm. Crt.) 15) Door JOHNSTON Mc.CULLEY, „Nou, iemand heeft dat toch gedaan en ik geloof, dat ik u er voor behoed heb, voor gek te komen staan tegenover die lui" „Verklaar u nader, mijnheer!" schreeuwde de Spin woedend. „Dat gaat doodgemakkelijk. Toen ik gis teravond op weg was naar het huis van Dwight, hoorde ik een gesprek tusschen een meisje en een boef. Ze spraken over het stelen van de Drie Driehoeken. Stom, om je zoo te laten afluisteren, niet waar?" „Ja, heel stom", beaamde de Spin droog weg. „Ik nam dien boef onderhanden, ging naar binnen en vond het meisje. En daar ik opdracht had, de Driehoeken te bemach tigen moest ik er wel voor zorgen, dat zij ze niet in handen kreeg. Ik danste met haar en "discuteerde met haar. Ik werd door haar drie medeplichtigen aangevallen, maar bleef hun gelukkig de baas. Daarna kwam die geschiedenis met dat licht. Toen het meisje in een limousine wegreed, volgde ik haar in een andere auto. Ze reed naar een kleine villa, waar die drie mannen ook waren en een samenkomst hadden met een zekeren Richard Saxbury". „Wat is dat nou? Heeft Saxbury hen in een villa ontmoet?" riep de Spin. „En Sax bury was de man „Die u opdracht had gegeven, de Driehoe ken voor hem terug te krijgen... Ik zei immers al, dat ze u er tusschen hadden? Ik ben die villa binnengegaan en heb mijn oogen en ooren goed den kost gegeven, waarde heer. En wat denkt u dat ik ge hoord en gezien heb?" „Ja, ga maar door!" riep de Spin. „Saxbury is iemand, die graag zijn geld 'in zijn zak houdt. Hij had afgesproken, u dertigduizend voor dat juweel te geven. Hij maakte een andere afspraak met die keu rige schurken van u, om hen tienduizend te geven. Van u zouden ze maar vijfduizend krijgenze konden dus bij hem meer verdienen". „MaarHoe zat dat verder in elkaar?" „Het meisje gaf hem de Driehoeken en hij overhandigde hun de tienduizend dol lars. Dat alles lag op de tafel, waaromheen ze zaten. Daarop gaf Saxbury aan het meisje nog een namaaksel van de Drie Drie hoeken. Dat moesten ze aan u brengen en van u vijfduizend dollar opstrijken vijf tienduizend bij elkaar. Daarna zou Saxbury ten tooneele verschijnen, het ding, hem door U' aangeboden, bekijken, en verklaren, dat het niet het origineel was. Hij zou weige ren zaken met u te doen. U zoudt het aan alle kanten verloren hebben". „Ga toch verder", drong de Spin aan. „Saxbury zou dan weggaan. Hij zou de Drie Driehoeken voor tien, in plaats van voor dertigduizend dollars in handen heb ben gekregenen die lui van u zouden vijftienduizend hebben of ten minste tien, als u die vijf van hen terugvorderde. Goed begrepen? Keurig opgezet.... Wat?" „Ze zullen er gauw genoeg achter komen dat het zoo keurig niet is!" zei de Spin, zijn lippen bevochtigend en woedend voor zich uit starend. „Hun bedoeling was natuurlijk, u in den waan te brengen, dat mevrouw Dwight dien avond nagemaakte juweelen gedragen had, omdat ze de echte niet durfde dragen, se dert ze wist, dat iemand het erop begrepen had. Uw menschen waren dus veilig voor u; u kon niet gissen, dat zij verraad gepleegd hadden". „Maarmaarhoe ben jij dan aan dit ding gekomen?" „Wel, de politie overviel die villa, waarde heer. Uw menschen hadden zich verdacht gedragen. Ik rende de kamer binnen, deed, nadat ik het licht stukgegooid had, of ik hun medeplichtige was, greep de Driehoe ken en het geld van tafel weg en slaagde erin te ontsnappen. Ze dachten niet anders, dan dat hun medeplichtige het zaakje in handen had. Handig of niet? Zoodoende heb ik tienduizend dollar als onverwacht buitenkansje, en ik krijg vijftienduizend van uen u heb de echte Driehoeken. En als Saxbury verschijnt zal hij niet an ders dan de nagemaakte Driehoeken ver wachten en van u af trachten te komen; terwijl „Terwijl ik heb, als hij komt, de echte zal laten zien en hem noodzaken, mij dertig duizend te betalen, nadat ik de code over genomen heb. Ik kan hem wel dwingen, Warwick! Het zal hem veertigduizend kos ten in plaats van tien. Dat heeft hij ervan, als hij een beetje geld wil uitsparen en daarom zijn woord breekt." „Dat is prachtig bedacht!" zei Warwick. „En jij krijgt je vijftienduizend, zoöals ik je heb toegezegd. Je bent een handige kerel. Als je zoo doorgaat, zal ik je schat rijk maken. We zullen samen succes heb ben. Ik zou van verdriet gestorven zijn, als me dit overkomen was!" „En die verraders?" vroeg Warwick. „Daar weet ik wel weg mee!" „Ik voel me een beetje verantwoordelijk", vervolgde Warwick. „Ik zoti niet graag zien, dat zij gestraft werden, ten gevolge van wat ik u verteld heb. U moet rekenen, ik heb die tienduizend van hen in mijn bezit". „En ze zullen de vijfduizend, die ik hun beloofd heb, moeten teruggeven", zei de Spin. „Ik zal hun vertellen, dat de Driehoe ken, die ze mij gegeven hebben, niet echt waren, wat zoo is, en dat een van mijn andere medewerkers me de 'echte bezorgd heeft. Ze mogen natuurlijk niet te weten komen, dat jij voor me werkt. We moeten je beschesmen, Warwick. De lui, die je van nacht ontmoet hebt, komen hier nooit. Ik gebruik een tusschenpersoon. Voorloopig zal ik hen laten bewaken en niets meer opdragen. Later neem ik wel een definitief besluit". ,Dat komt me uitstekend voor", zei War wick. „Ga nu naar beneden een praatje met mijn nichtje maken. En als ik je laat roe pen, kom dan hier, dan krijg je het geld van me". Warwick ging de trap af en vond Sylvia in de groote woonkamer. „Ik heb opdracht een poosje met u te babbelen", zei hij. „Dat vind ik prettig", antwoordde ze en het scheen Warwick toe, dat een lichte blos haar wangen kleurde. Ze stond bij het raam en had gekeken naar het verkeer der enkele auto's in de overigens stille avenue. Nu kwam ze naar hem toe met een uitgestoken hand, die Warwick warm drukte. Met haar groote oogen keek zij hem vol openhartigheid aan. Neen, dit meisje weet niets van wat er in dit huis omgaat, dacht Warwick. „Zullen we niet gaan zitten?" verbrak Sylvia de stilte, die dadelijk na hun begroe ting tusschen de beide jonge menschen ge vallen was. Zwijgend gaf Warwick aan haar uitnoodi- ging gevolg. „Rookt u?" „Ja, graag". Hij nam een sigaret uit de zilveren doos, die zij hem voorhield, en stak die aan. „Rookt u zelf niet?" vroeg hij en hij kon zichzelf wel verwenschen om zulk een ba nale voor de hand liggende vraag. Het scheen wel, alsof in de tegenwoordigheid van dit eenvoudige meisje van al zijn be drevenheid in den omgang met andere men schen niets meer overbleef dan een domme vraag. (Wordt vervolgd). O cc 0) Q. O CO CS CS "5 c O m o 0) <9 O O IA c O Hei CM O 5 Q> o •4- a a> co <D <b r» cs O c 0 co 1 cö c. CS c 00 00 O O co O CS a 00 '5 ca c 0) jQ v- .0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6