SPORT EN WEDSTRIJDEN. NOTITIE-BOEKJE. „Gebruikt de goederen wagens niet als pakhuisl" Laadt en lost snel en haal uit de wagen wat er in zit. VermaaksLeven in 1939. F 29.000.000 werd besteed aan toegangskaartjes. GEMENGD NIEUWS. Wat er Zondag gespeeld wordt, Alkmaarsche Boys naar Z.F.C. dÏTnËderlandsciie uitgeversbond vergadert. g. n. scheepens overleden. M. J. BRUSSE: 1 aas UIT MIJN Tot besluit: Een herinnering uit den begintijd. TWEEDE BLAD. 2 Dc Nederlandsche spoorwegen hebben een keurig uitgevoerd carton doen ver vaardigen, dat binnenkort in geen enkele expeditie-onderneming mag ontbreken, het welk den verzenders en ontvangers van goederen eraan herinnert, wat zij moeten en kunnen doen om het algemeen belang te dienen. Bijzondere omstandigheden stellen bij zondere eischen en wel zeer in het bijzon der aan het verkeerswezen, dat door de huidige benzlneschaarschte aan banden is gelegd en waardoor ook aan een bedrijf als dat der Nederlanschde spoorwegen bijzonder zware eischen worden gesteld. Deze gelden vooral het goederenvervoer op de spoorwegen. Door de directie der Nederlandsche spoorwegen wordt alles in het werk gesteld om aan de moeilijkheden het hoofd te kun nen bieden. Weliswaar maakt het herstel van de aangerichte oorlogsschade regelma tig voortgang en komt dit vanzelfsprekend de dienstuitvoering ten goede, maar daar mede komt men er niet. Het gaat er in de eerste plaats om het ter beschikking staande goederen materiaal zoo doelmatig mogelijk te ge bruiken, een streven dat reeds lang be staat, maar door den nood der tijden noodzakelijker is geworden, Het is een feit, dat zoowel de verzenders als ontvangers van de wagenladingen meer nog dan de spoorwegen zelf het doelmatig gebruik van het materiaal in de hand kun nen werken. Een wagen die stil staat be antwoordt niet aan het doel waarvoor hij bestemd is, Hoe korter de tijd is, die tus- schen twee opeenvolgende beladingen ver loopt, hoe beter. Kan men den z.g. wagen omlooptijd halveeren, dan volgt daaruit dat men met hetzelfde wagenpark twee maal zooveel goederen kan verzetten, Vandaar het parool van den direc teur, ir. W. F. H. van Rijokevorsel: gebruikt onzen goederenwagen niet als pakhuis laadt en lost snel", De spoorwegen doen het hare om den omlooptijd der wagens zooveel mogelijk te bekorten en naar gelang het spoorwegnet meer hersteld wordt, des te beter zij daar in kunnen slagen, Maar daarnaast doen zij ook een dringend beroep zoowel op de ont vangers als de verzenders van goederen teneinde de verzendingsmogelijkhei zoo hoog als het kan op te voeren. Op tal van ma nieren kan men hiertoe medewerken. Men ontneemt b.v. aan anderen de moge lijkheid goederen te verzenden, wanneer men meer wagens aanvraagt dan strikt noodzakelijk is. Teneinde den tijd van het lossen te bekorten en de emplacementen niet nutteloos te bezetten, moet men méér wagens laten aankomen dan binnen den be paalden tijd gelost kunnen worden. Men sture ook geen wagen terug die gezonden wordt in plaats van de bepaalde soort die werd aangevraagd, doch momentel niet be schikbaar is. Het motto: „Haal uit den wagen wat er in zit" geldt evenens voor het bela den, in dien zin, dat elke kubieke deci meter gebruikt moet worden door vak kundige belading en ook door een mo gelijke combinatie met andere verzen ders, waardoor men het volle profijt van de beschikbake ruimte verkrijgt. Hierbij spelen ook de „papieren" een be langrijke rol. Bij de verzending vuile men vrachtbrieven e.d. met groote zorg in, ter wijl men bij in ontvangstneming van ver zendingen belangrijke vertragingen kan voorkomen door ervoor te zorgen, dat bij aankomst der goederen alle documenten en gegevens ter beschikking staan. Het verdient derhalve aanbeveling er bij de afzenders op aan te dringen, dat zij de factuur en andere bescheiden vooruit zen den. De goederenwagens moeten regelmatig, snel en geheel gevuld kunnen circuleeren. Daarom moet steeds met tempo worden ge laden en gelost, zoo noodig ook des Zater dagsmiddags. Bijzondere omstandigheden stellen bij zondere eischen en daarom roepen de spoorwegen op bovenvermelde wijze hun klanten op het terrein van het goederen vervoer met klem toe: „Haal uit den wagens wat er in zit". Het Centraal bureau voor de statistiek heeft wederom een statistisch onderzoek ingesteld naar het vermaaksleven in Ne derland. Deze uitgave heeft betrekking op alle gemeenten met een verordening op de vermakelijkheidsbelasting. De statistiek geeft allereerst een indruk van de verschillende vormen, waarin be lasting op vermakelijkheden wordt gehe ven. Voor de gezamenlijke gemeenten met een heffing op vermakelijkheden betee- kent deze belasting een inkomstpost van 5'A millioen. De inwoners dezer gemeenten bijna 7 millioen kochten tezamen ongeveer 59 millioen toegangskaar tjes in 1939 en betaalden hiervoor 29 millioen gulden. Dit beteekent, dat elk der inwoners bijna 9 maal per jaar een instelling van vermaak be zoekt, hetgeen hem in totaal op een uitgave van 4,21 komt te staan. Een toegangsbewijs kost te onzent dus gemlddêld 50 cent. De tabellen bevatten onderverdeelin gen voor de provinciën, gemeentegroepen en gemeenten afzonderlijk en voor de verschillende vormen van vermaak als bioscoop, sport, tentoonstellingen, enz. Waar gemeenten door uitzonderlijk hooge of lage bezoekcijfers opvielen, is de oor zaak hiervan nagegaan. Het blijkt, dat de aanwezigheid van bijzondere vermake lijkheden of de omstandigheid, dat een gemeente als vermaakscentrum voor de omgeving fungeert, veelal hooge bezoek cijfers oplevert. Daarnaast is aan invloe den als weersgesteldheid, militaire bezet ting e. d. aandacht geschonken. Rest ons nog te vermelden, dat het boekje'is getiteld: „Statistiek van het be zoek aan vermakelijkheidsinstellingen 1939" en dat het verscheen bij de Rijks uitgeverij te 's-Gravenhage. Taxirijden, maar niet betalen. - Ver kleed in een verpleegsterscostuum heeft een 19-jarig meisje uit de hoofdstad per taxi verschillende tochten gemaakt. Zelfs moest zij een bezoek brengen in Eindhoven. Aan betalen dacht het meisje niet. Gisteren is zij in haar woning aan de Ortheliusstraat te Amsterdam aangehouden en overgebracht naar he bureau Adm. de Ruyterweg, ver dacht van oplichting, Voetbal Morgen zal het programma van den N.V.B. geheel volledig afgewerkt moeten worden, hetgeen beteekent, dat vrijwel alle eerste klassers en lager geplaatste clubs in het veld komen. Zoo vroeg in den aanvang kunnen we moeilijk voorspellingen doen. Wat geven doze voorspellingen trouwens ook, waar nog nauwelijks een stand is op te maken, waar nog slechts hier en daar één wedstrijd gespeeld isl In onze tweede klasse hebben alleen O.S.V. en D.W.V. tegen elkaar gespeeld en de Amsterdammers wonnen. Thans moet D.W.V. naar West-Frisia, wat een moeilijke reis is. Zoo was het tenminste altijd en voor alle clubs: een bezoek aan West-Frisia be- teekende steeds een moeilijke wedstrijd! De Alkmaarsche Boys beginnen de com petitie met een uitwedstrijd tegen Z.F.C., wat lang geen gemakkelijk begin is. Wel start de Alkmaarsche ploeg, die sterk ho mogeen Is en over een gevaarlijke voor hoede beschikt, lang niet kansloos, maar Z.F.C. behoort vermoedelijk tot de sterkste clubs In onze afdeling. A.F.C., dat groote plannen schijnt te heb- De Nederlandsche uitgeversbond heeft gisteren te 's-Gravenhage zijn jaarlijksche algemeene vergadering gehouden. In zijn openingswoord herdaeht de voor zitter, dr. A, M, H. Schepman, hen, die door den oorlog den bond ontvielen. Ook materieel werden uitgevers en vees boekhandelaren zwaar getroffen, aldus spr. De sympathie van hun collega's moge hun ook in het vervolg daarbij tot steun zijn. Reeds kwam deze tot uiting door de bijdragen aan het fonds tot steun van ver woeste boekhandels. In ruime mate is hier aan uit vakkringen bijgeradgen. Het geheele uitgeersvak is verder ernstig getroffen door het verlies van den afzet in Nederlandsch Oost— en West-Indïë en doordat de verbindingen met België langen tijd verbroken waren en nog lang niet weer normaal geworden zijn. De verspreiding van het Nederlandsche boek heeft hierdoor een inkrimping ondergaan, die een gevoe- ligen terugslag op de bedrijven heeft. De eerste dagen na den oorlog had ook in Nederland de verkoop van boeken niet veel te beteekenen, doch geleidelijk kwam er een verbetering die nog steeds aan houdt. Een goede gedachte was het daarom van de boekenweek-commissie een extra campagne voor het boek op touw te zetten. De kansen voor het Nederlandsche boek zijn immers niet slecht. De afgeloopen maanden hebben alle aanleiding gegeven tot bezinning op Nederlandsche cultuur waarden. De omstandigheden leiden verder tot grooter huiselijkheid en daardoro tot lezen of studeeren. Zou het niet mogelijk zijn, dat het voorlezen in de gezinnen weer meer in eere kwam? Een derde factor ten gun ste van het Nederlandsche boek is nog, dat hel wat, dat vroeger uit het buitenland kwam thans ons land niet zal bereiken. ben, zal trachten van V.V.Z. te winnen. Oi het lukken zal, is een andere vraag; de wed strijd is geheel open, temeer, waar niemand de kracht van V.V.Z. kent. Zeeburgia zal vermoedelijk op eigen ter rein van W.F.C. kunnen winnen, zij het met zeer bescheiden cijfers. Alcmaria en O.S.V. hebben vrij, evenals H.R.C., dat uitstel van spelen heeft gekregen tot medio October, In de derde klasse A worden de volgende wedstrijden gespeeld: G.V.QHollandia, Zaandijk—Succes, Q. S.C.—Purmersteljn, Always Forward—Z.V. V. We zullen de uitslagen maar afwachten! In de vierde klasse A zal Bergen het heel moeilijk hebben in den uitwedstrijd tegen Watervogels. Schagui heeft wat meer kans, waar het thuis spoelt tegen C.S.V. uit Cas- tricum. Vitesse uit Castricum zal wel te vreden zijn met .een gelijk spel tegen D.T.S., dat over een goede ploeg schijnt te beschik ken, terwijl A.d.o. uit Heemskerk vermoe delijk Uitgeest zal weten te kloppen. In de vierde klasse B moet Wieringer- waard spelen tegen M.F.C. Twee gelijk waardige ploegen, die elkaar kennen! Sint George, dat zoo fraai begon, moet thuis na tuurlijk van Andijk kunnen winnen, terwijl Nieuwe Niedorp met een kleine overwin ning op B.K.C. tevreden zal zijn! A.F.C. rouwt. Gistermiddag is te Amsterdam in den ouderdom van 60 jaar overleden de heer G. N. Scheepens, in leven eere-voorzitter van de Amsterdamsehe Footballclub A.F.C. De overledene behoorde tot de oprichters van deze oudste Amsterdamsehe voetbal- vereeniging, Al spoedig bleek het, dat de heer Sehepens groote organisatorische be gaafdheden had, waardoor hij dan ook in het bestuur der vereeniging gekozen werd. Dertig jaar heeft hij deel uitgemaakt van dit bestuur, waarvan langen tijd als voor zitter. In deze functie heeft hij zich door zijn werk en door zijn uiterst gemoedelijk karakter tal van vrienden gemaakt in de voetbalwereld. Na zijn aftreden als voorzit ter werd hij tot eere-voorzitter benoemd. Dat zijn werk ook buiten den A.F.C.- kring gewaardeerd werd, blijkt wel uit het feit, dat hij zoowel van den Nederlandschen als van den Amsterdamsehen voetbalbond het bondsonderscheidingsteeken ontving. Met hem is één der figuren heengegaan, die vooral in de beginperiode van het voet bal in ons land veel werk heeft verzet. - Nederlandsche boeken In Duitsche ver taling. - Van „Margreet" door K. van der Geest en „Het klotsende meer" door Evert Zandstra zal een Duitsche vertaling ver schijnen. Beide romans verschenen bij H. P. Leopolds Uitg. Mij. te Den Haag. Opensluitingen. - Bij de Amsterdam sehe politie zijn enkele aangiften van 'open- sluitingen binnengekomen. In een woning aan de le Keucheniusstraat wordt een tasch, inhoudende een bedrag van f 375, vermist, Uit een woning op de Oudeschans is een damestasch met f 120 gestolen. Lijk gevonden langs spoorlijn. - Woens dagavond heeft men langs de spoorlijn Hen- gelo-Oldenzaal het lijk gevonden van een 35-jarigen man H. B. L. Verondersteld wordt, dat de man zich naar een wachtpost langs de spoorlijn heeft willen begeven en dat hij toen door een trein is gegrepen en gedood. LANGS DE NOORDHOLLANDSCHE VOETBALVELDEN. Oudorp I ontvangt Alkmaar I. Alcmaria IV naar Petten. De derby Alkmaar IIAlkmaarsche Boys IV. De eerste klasse C geeft om te beginnen de ontmoeting Oudorp 1 en Alkmaar I en het feit, dat beide ploegen met een overwin ning van start zijn gegaan, doet ons in hei Oudorperland een heftigen strijd verwach ten. De uitslag zal vermoedelijk niet ver van een gelijk spel liggen. Alcmaria IV gaat naar Petten I en van dat reisje konden de withemden wel eens niet veel pleizier beleven, al zal de Pette- ner-club vermoedelijk niet op volle toeren draaien. Schoorl I ontvangt Koedijk I; ongetwij feld worden de punten broederlijk gedeeld. De tweede klasse D laat enkel de derby Alkmaar IIAlkmaarsche Boys IV zien en waar de groen-witten j.l. Zondag eveneen» verdienstelijk werk deden, vermoeden we, dat de vierde elftallers van de Boys aan het kortste eind zullen trekken, wat overi gens geen schande zal zijn, mits de uitslag natuurlijk niet te hoog wordt. In de derde klasse D krijgt Akersloot I bezoek van Vrone II en het zou ons niets verwonderen, als de bezoekende groen zwarten hun tweede nederlaag te slikken krijgen, want ook het vorige seizoen waren de Akerslooters heel wat mans. Koedijk II zou thans tegen de Schoorl- reserves het eerste winstpunt kunnen no- teeren, terwijl de kans groot is, dat Bergen II tegen het bezoekende Oudorp II, de twee de zege al zal die dit keer wel niet zoo groot zijn boekt. Ook de vierde klasse D laat slechts één ontmoeting zien, n.l. D.T.S. III—Egmondla II. Misschien worden de punten gedeeld, hoewel we in de bezoekers het meeste ver trouwen stellen. AFDEELING BIJZONDER VOETBAL. De eerste klasse A. Onze plaatsgenooten, de A.F.C.-ers, spe len nu in eigen omgeving en wel tegen E.S.V. I. De kaasmenschen deden het j.l. Zondag in Bergen niet slecht; iets wat van de bezoekers nu juist niet gezegd kan wor den. We verwachten dan ook, dat de Wes- terweg-bewoners het nu tot de volle winst zullen weten te brengen. Wat te zeggen van V.I.O.S.Berdos? We kennen de kracht van de gastheeren nog niet voldoende en zullen dus afwachten. Zeevogels I ontvangt H.S.V. I en we vree zen dat de Heilooërs hun tweede nederlaag tegemoet gaan. Ook L.S.V.V. I kwam nog niet in actie, zoodat we niet in het minst weten hoe de kansen bij Limmen I kunnen zijn. „MERIJNTJE GIJZENS JEUGD". City-Theater. Wie kent „Merijntje Gijzens jeugd" niet? Vermoedelijk hebben de meesten van hen bovendien nog de vier deelen van „Me rijntje Gijzens jonge jaren" gelezen omdat ze tóch wilden weten wat uit dit fijnzinnige Brabantsche jongetje, zooals A. M. de Jong dit geschapen heeft, zou groeien. Zij zullen telkens weer tot de erkenning geko men zijn, dat ons land in de Jong een uit stekend verteller bezit, die met humor kan schrijven over Brabants plattelandsleven en van zijn figuur over het algemeen men- schen weet te maken, die „uit de verf" en daardoor te accepteeren zijn. Wie wellicht wil bestrijden, dat de boe- Het viel mij in, om u, tot besluit van deze reeks „Uit mijn notitieboekje", een nog wel merkwaardige herinnering te vertellen aan den tijd toen ik juist begonnen was als jong journalist aan die groote, nieuwe krant. Een van de wonderlijkste figuren daar was de goede Don Quichottige secretaris van de redactie in zijn kostelijke groot doen. Och arme, na enkele maanden al smadelijk ont slagen; en sedert ergens in Brazilië manége- directeur. Toch was 't prinselijk, zooals hij, na tafel altijd in rok, op z'n krante-kamers de menschen kon ontvangen, 'n gele roos in zijn knoopsgat, de welkende wangen lichte lijk geblanket. En hoe hij dan plotseling belet kon geven, bijvoorbeeld aan een van de com missarissen, wijl hij nu eerst 'n kwartiertje over z'n dun wandelstokje moest springen om lenig te blijven. Toen die receptie van de volkstribunen bij dat werkloozen-oproer heeft 't hem aange daan. 't Was werkelijk een barre winter. Alle water lag 'n paar maanden dicht; 't bouwbedrijf stond stil en in de stad heersch- te in arbeidersgezinnen echt jammerlijk ge brek. In troepen van duizenden trokken de armen met vrouwen en kinderen de straten door en fanatieken leiders zweepten ze op, zoodat er telkens weer duchtig slag werd geleverd met de politie. Zwermen steenen gonsden dan door de lucht op de helmen af en in de charges met blanke sabels vielen telkens vele gewonden. Er was echte angst in de stad. Overdag de magazijnen met luiken gesloten; de staat van beleg afgekondigd; benden, uit honger op plundering uit, sloegen en gooiden de vensters in, bombardeerden de deuren in de rijkste wijken. De ijverige verslaggevers, 't gevaar van sabelhouen en steenenregens trotseerend, trokken overal mee, den persbouton als vrij geleide in de ééne, 't reporterboekje in de an dere hand. En in kolommen met verontrus tende opsr' v-rtelden zij de onthutste burgerij v,n was. Ons blad, met zijn staf van reporters, ging voor in realistische uitvoerigheid, elk nummer weer. Toen kwam uw dienaar op een avond even 't bureau in gevlogen om jachtend een bulle tin te schrijven van vijf dooden bij 'n af schuwelijk gevecht in een smal straatje. Er, de secretaris van de redactie tripte binnen, op krakende lakschoenen, jeugdiger blozend dan ooit en dandieus in zijn smoking. Hij neuriede 'n zangerig opera-deuntje en tikje er met zijn badientje de maat bij op de tafel, waaraan ik geagiteerd mijn bericht schreef. Tralala! tralala! weer wat moois verzonnen, waarde heer?" Afschuwelijk gevochten vijf kerels dood." In 'n roulade van schaterlachen zong de secretaris uit: „maar da's toch zu kolossal! Geweldig, fameus, zóó'n fantasie! Werk loosheid! hahaha! Wie komt er nu toch op 't idee? Nooit nog van gehoord in al die jaren te Weenen, dat ik er cor respondent ben geweest. Wel nee. Daar wérken de menschen uit 't volk altijd, vech ten ze nóóit. Ach lieber-Herr-Gott, 's ist doch zu kolossal! 'n Gróóte vergis sing Wie zijn de leiders?" Stom verbaasd noemde ik 'n rijtje anar chisten namen, waar elk mensch in die dagen van rilde, 'k Ga er meteen 'n hoofdartikel over schrijven" beweerde de secretaris. In ten hoogste tien regels druks 's even vertellen, dat dit alles alleen maar ontoelaatbare gek heid is, die uit moet zijn. Werkloosheid? Is hier dan geen grond waar. ze in kunnen spitten? En vechten, vechten? Maar da's heelemaal in strijd met 't hoofdbeginsel van onze krant. Waarde vriend, wij zijn immers opgericht voor den wereldvrede. En dit is en blijft 't a-b-c van ons blad. Maar apropos: breng mij die leiders mor gen 's hier. Dan zal ik 't die heeren zelf wel vertellen. Is dat een dwaasheid? Dus mogenavond na tafel, om half acht, als u ze wilt inviteeren? Tenzij ze op die klok juist moeten vechten, natuurlijk Tralala, tra lala. Hahaha! Tóch m'n compliment, mijn waarde heer. Kostelijk verzonnen: vijf doo den! Zoo veel menschen zijn er in dat blijde Weenen niet gestorven, bij mijn weten, in de twintig jaar, dat ik er gewoond heb. Zalige stad; en altijd overal vreugde en vrede, me neer. En die verrukkelijke vrouwen, die chic Also, bis Morgen .zeven uur, conferentie op mijn bureau. Wiederschau!" Neuriënd danste hij weg. Maar 't anderen daags, in de groote zaai waar de sjofele hongertroep weer samen kwam, eiken dag bleeker en trantelig na weer 'n kouden nacht van ellende, toen bracht ik, met goed verholen ironie, de gril van onzen dwazen secretaris over aan de volksmenners. En zij, nog wel wantrouwend, maar toch óók benieuwd wat die meneer van 't groote blad aan hén te zeggen zoud heb ben, beloofden te komen. Dien avond is 't gebeurd. In zijn riante suite gloeiden de electrische kronen hun gouden schijn; 'n ameublement, druk rn weeldig, ingericht naar eigen Weenschen smaak als een jonggezelle-flat met veel luie Turksche crapauds en voor een e 1 ir- men spiegel een lange sofa, belegd met zwermen handschoenen ook bokshand- schoenen zwervende dassen, 'n néces saire met toiletgerei, zilveren poederdoos, 'n laarzentrekker en allerlei borstelen. Wat zwoele schilderijen van Weensche meesters, in breede vergulde lijsten aan de bordeaux- roode wanden en op ezels, zwaar van dra- periëen omhangen, alweer mooie vrouwen in gefaneerde pastels. Achter een Perzisch gor dijn stond zijn douchebad, tegenover het buffet, met een batterij van halve flesschen Veuve Clicot, waarvan er altijd één in 't ijs moest staan, wat heel veel zorgen kostte. Maar midden in de tweede zaal stond aan het bureau ministre van zijn waardigheid, met een vaas roses de France erop; waar hij drie maal daags een versche knoopsgatbloem uit plukte. Verder een etalage van sigaren en sigaretten in Oostersche doozen, een galerij portretten in mora-standaards, ge tuigend van beproefden smaak. En in 't mid den steeds hetzelfde maagdelijke blad ge schept Oud-Hollandsch papier met een groote fantasiekroon van goud erin opge werkt. Hier schikte de secretaris van de redactie zich in zijn antieke Voltaire, om menschen te ontvangen. Bij eiken klop van den por tier op de deur overzag hij in den spiegel opzij ten voeten uit zijn houding, streek zich den immer blonden voorlok rond om de rozige kruin, aaide de wat donkerder ge kleurde snor liefkozend langs de karmozij nen bovenlip, en trok zijn lachje om 't fon kelend nieuwe gebit. Dan klonk zijn stem jong-jolig: „Entréz". En daar verschenen toen vijf kerels, de schrik van de politie en hierom waar schijnlijk ook zoo veelvuldig verbonden, witte lappen, bloeddoorsijpeld om het bo- venhoofd, een arm gezwachteld in een band gedragen; reepen pleisters over het gezicht met lange sabelhouwen. Hun goorbleeke. hongerige gezichten verbeten van wraak, de opgewonden oogen schrijnend van haat. Hun kragen hadden ze kouwelijk opgezet. Daar drongen de ongeschoren kinnen en halzen binnen om warmte. En uit hun klee- ren, doorweekt van 'n heelen dag loopen in ,den sneeuwstorm, mufte een weëe walm, de .broeiïge stank van den saar.igeklitten arme- lui's-troep. Met hun petten op een had er den rand van zijn schurftige bontmuts over z'n voor hoofd getrokken zwarte druppels lekken de uit hun mouwen en hun rafelbroeken, stonden zij op verweekte schoenen als vast gezogen in 't dikke tapijt.- De anders zoo brutale kerels, zoo uit de ellendige massa, staarden versuft in 't fel gouden licht van de weelderige suite. Maar de secretaris, wel even verbaasd over deze curieuse verschijningen, stond hof felijk op en met een gul gebaar, waarin z'n diamanten manchetknoop fonkelde, noodde hij hen binnen. „Bonsoir, bonsoir! welkom, meine Herr- schaften, maar maak 't u toch gemakke lijk" En hij begon vijf leunstoelen aan te rollenTriest weer buiten, och, dat Hoi- landsche klimaat en laat u even van uw hoofddeksels ontdoen. De heeren róóken na tuurlijk. Si'plait". Hij reikte hun de kist groote Bismarchen met die enorme banden. De kerels, de getergde volkstribunen, de aanvuurders van 't hongeroproer, lieten zich door den gegaloneerden portier wezenloos hun petten afnemen, grepen onzeker uit de toegeduwde kist zoo'n geweldig groote si gaar, beten, toen er hun een lucifer werd voorgehouden, de punt, die ze langs zich spuwden, schuw rondziend met slaapdronken oogen als menschen, uit den droom gewekt, die niet weten waar ze in 's hemelsnaam zijn. De secretaris, achterover in zijn Voltaire, blies 'n Russische sigaret nog wat aan en met z'n beminnelijksten glimlach verzekerde hij: „Freut mich sehr Werkelijk zéér gechar meerd door uw bezoek meneeren want volgens onze reporters bent u heel gewich tige potentaten in deze dagen hahaha! Ja, ja heel stellig, u bent de helden van den dag O, neemt u een andere sigaar, meneer, die trekt blijkbaar slecht. Pardon, laat ik u mogen bedienen. Ze zijn wat droog, m'n sigaren. Dat doet de stoomverwarming. Neem toch nooit stoomverwarming. 'k Raad 't iedereen af. Haarden, van die groote ko peren open haarden, ach, je ziet niet an deze zoo innig ge- ders in Weenen dan mlithlichen Brand. „Maar, vrienden, wat ik per slot op deze conferentie met alle bescheidenheid te berde wilde brengen Kijk eens aan, wat is nu toch in waarheid werkloosheid? Dat is heusch 'n onaangenaam gebruik in Holland. Parole d'honneur, nooit iets van gemerkt in Weenen, Kijk eens, waar toch 'n grond is, valt immers te spitten. En de Hollandsche arbeiders zijn kloeke mannen, mijn oprecht compliment, mijne heeren. O, ons jonge blad is de arbeiders van Holland zeer gezind, heel de bevolking zijn wij uitstekend ge zind. Maar in 's hemelsnaam vreedzaam. Als men zich opwindt, heeft men verloren spel. En, 't kan den heeren niet onbekend zijn: 't eenige doel van ons blad is wereldvrede, ontwapening. Trouwens, van mijn geboorte af heb ik aan vechten zoo innig 't land, vind ik 't, entre nous, net als ruzie, zoo ordi nair! O, u kijkt naar die wapentrofee, 'k Scherm alleen maar om lenig te blijven. Onze botten mogen niet roesten, niet waar? Dus, werkloosheid is 'n vergissing. Ik geloof er niet aan. Houd 't voor een geniaal ver zinsel van onze reporters En laat dit nu onze conclusie zijn: vrede, vrede, in de menschen een welbehagen Dusse, niet waar? een artikel in dien geest, hoogsten tien regels want o, die Holland sche langademigheid en 'k doe niet anders dan mijn mede-redacteurs voorhouden: vrede en nooit meer dan tien regels, dat zijn de grondslagen van Eh bien, ik zie 't we zijn 't volkomen eens. Och, ik wist 't wel: de fantasie van onze jonge reporters Maar amusant, hoor, en voor 't publiek kan 't niet bloederig genoeg zijn Hahaha. Au revoir messieurs, au plaisir .1" Hij stond op. En wie van de kerels 't minst verbluft was, stootte zijn buurlui aan om ook op te staan. Slungelig als dronken mannen liepen ze naar de deur: „Voor uw gerecht vaardigde grieven hebben de hoofdredacteur en ik altijd een open oor, vrienden!" Zoodra ze verdwenen waren, viel hij lang uit op de divan en schaterde, schaterde, dat ie er purper van werd in z'n gezicht. Daarop belde hij den concierge. „Om Godswil, dadelijk alle ramen en deuren open Maar dat die kerels onhan delbaar zouden zijn, is 'n leugen. Als lam meren, lammeren, meneer. Eenvoudig een kwestie van tact 't Artikel van negen regels over de werk loosheid is z'n val geworden. Nadruk verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6