SPORT EN WEDSTRIJDEN.
NOTITIE-BOEKJE.
„Gebruikt de goederen
wagens niet als
pakhuisl"
Laadt en lost snel en
haal uit de wagen
wat er in zit.
VermaaksLeven in 1939.
F 29.000.000 werd besteed
aan toegangskaartjes.
GEMENGD NIEUWS.
Wat er Zondag gespeeld
wordt,
Alkmaarsche Boys naar
Z.F.C.
dÏTnËderlandsciie uitgeversbond
vergadert.
g. n. scheepens overleden.
M. J. BRUSSE: 1 aas
UIT MIJN
Tot besluit: Een herinnering
uit den begintijd.
TWEEDE BLAD.
2
Dc Nederlandsche spoorwegen hebben
een keurig uitgevoerd carton doen ver
vaardigen, dat binnenkort in geen enkele
expeditie-onderneming mag ontbreken, het
welk den verzenders en ontvangers van
goederen eraan herinnert, wat zij moeten
en kunnen doen om het algemeen belang
te dienen.
Bijzondere omstandigheden stellen bij
zondere eischen en wel zeer in het bijzon
der aan het verkeerswezen, dat door de
huidige benzlneschaarschte aan banden is
gelegd en waardoor ook aan een bedrijf
als dat der Nederlanschde spoorwegen
bijzonder zware eischen worden gesteld.
Deze gelden vooral het goederenvervoer op
de spoorwegen.
Door de directie der Nederlandsche
spoorwegen wordt alles in het werk gesteld
om aan de moeilijkheden het hoofd te kun
nen bieden. Weliswaar maakt het herstel
van de aangerichte oorlogsschade regelma
tig voortgang en komt dit vanzelfsprekend
de dienstuitvoering ten goede, maar daar
mede komt men er niet.
Het gaat er in de eerste plaats om
het ter beschikking staande goederen
materiaal zoo doelmatig mogelijk te ge
bruiken, een streven dat reeds lang be
staat, maar door den nood der tijden
noodzakelijker is geworden,
Het is een feit, dat zoowel de verzenders
als ontvangers van de wagenladingen meer
nog dan de spoorwegen zelf het doelmatig
gebruik van het materiaal in de hand kun
nen werken. Een wagen die stil staat be
antwoordt niet aan het doel waarvoor hij
bestemd is, Hoe korter de tijd is, die tus-
schen twee opeenvolgende beladingen ver
loopt, hoe beter. Kan men den z.g. wagen
omlooptijd halveeren, dan volgt daaruit
dat men met hetzelfde wagenpark twee
maal zooveel goederen kan verzetten,
Vandaar het parool van den direc
teur, ir. W. F. H. van Rijokevorsel:
gebruikt onzen goederenwagen niet
als pakhuis laadt en lost snel",
De spoorwegen doen het hare om den
omlooptijd der wagens zooveel mogelijk te
bekorten en naar gelang het spoorwegnet
meer hersteld wordt, des te beter zij daar
in kunnen slagen, Maar daarnaast doen zij
ook een dringend beroep zoowel op de ont
vangers als de verzenders van goederen
teneinde de verzendingsmogelijkhei zoo hoog
als het kan op te voeren. Op tal van ma
nieren kan men hiertoe medewerken.
Men ontneemt b.v. aan anderen de moge
lijkheid goederen te verzenden, wanneer
men meer wagens aanvraagt dan strikt
noodzakelijk is. Teneinde den tijd van het
lossen te bekorten en de emplacementen
niet nutteloos te bezetten, moet men méér
wagens laten aankomen dan binnen den be
paalden tijd gelost kunnen worden. Men
sture ook geen wagen terug die gezonden
wordt in plaats van de bepaalde soort die
werd aangevraagd, doch momentel niet be
schikbaar is.
Het motto: „Haal uit den wagen wat
er in zit" geldt evenens voor het bela
den, in dien zin, dat elke kubieke deci
meter gebruikt moet worden door vak
kundige belading en ook door een mo
gelijke combinatie met andere verzen
ders, waardoor men het volle profijt
van de beschikbake ruimte verkrijgt.
Hierbij spelen ook de „papieren" een be
langrijke rol. Bij de verzending vuile men
vrachtbrieven e.d. met groote zorg in, ter
wijl men bij in ontvangstneming van ver
zendingen belangrijke vertragingen kan
voorkomen door ervoor te zorgen, dat bij
aankomst der goederen alle documenten en
gegevens ter beschikking staan.
Het verdient derhalve aanbeveling er bij
de afzenders op aan te dringen, dat zij de
factuur en andere bescheiden vooruit zen
den.
De goederenwagens moeten regelmatig,
snel en geheel gevuld kunnen circuleeren.
Daarom moet steeds met tempo worden ge
laden en gelost, zoo noodig ook des Zater
dagsmiddags.
Bijzondere omstandigheden stellen bij
zondere eischen en daarom roepen de
spoorwegen op bovenvermelde wijze hun
klanten op het terrein van het goederen
vervoer met klem toe: „Haal uit den wagens
wat er in zit".
Het Centraal bureau voor de statistiek
heeft wederom een statistisch onderzoek
ingesteld naar het vermaaksleven in Ne
derland. Deze uitgave heeft betrekking op
alle gemeenten met een verordening op
de vermakelijkheidsbelasting.
De statistiek geeft allereerst een indruk
van de verschillende vormen, waarin be
lasting op vermakelijkheden wordt gehe
ven. Voor de gezamenlijke gemeenten met
een heffing op vermakelijkheden betee-
kent deze belasting een inkomstpost van
5'A millioen.
De inwoners dezer gemeenten
bijna 7 millioen kochten tezamen
ongeveer 59 millioen toegangskaar
tjes in 1939 en betaalden hiervoor
29 millioen gulden. Dit beteekent,
dat elk der inwoners bijna 9 maal per
jaar een instelling van vermaak be
zoekt, hetgeen hem in totaal op een
uitgave van 4,21 komt te staan.
Een toegangsbewijs kost te onzent dus
gemlddêld 50 cent.
De tabellen bevatten onderverdeelin
gen voor de provinciën, gemeentegroepen
en gemeenten afzonderlijk en voor de
verschillende vormen van vermaak als
bioscoop, sport, tentoonstellingen, enz.
Waar gemeenten door uitzonderlijk hooge
of lage bezoekcijfers opvielen, is de oor
zaak hiervan nagegaan. Het blijkt, dat de
aanwezigheid van bijzondere vermake
lijkheden of de omstandigheid, dat een
gemeente als vermaakscentrum voor de
omgeving fungeert, veelal hooge bezoek
cijfers oplevert. Daarnaast is aan invloe
den als weersgesteldheid, militaire bezet
ting e. d. aandacht geschonken.
Rest ons nog te vermelden, dat het
boekje'is getiteld: „Statistiek van het be
zoek aan vermakelijkheidsinstellingen
1939" en dat het verscheen bij de Rijks
uitgeverij te 's-Gravenhage.
Taxirijden, maar niet betalen. - Ver
kleed in een verpleegsterscostuum heeft een
19-jarig meisje uit de hoofdstad per taxi
verschillende tochten gemaakt. Zelfs moest
zij een bezoek brengen in Eindhoven. Aan
betalen dacht het meisje niet. Gisteren is zij
in haar woning aan de Ortheliusstraat te
Amsterdam aangehouden en overgebracht
naar he bureau Adm. de Ruyterweg, ver
dacht van oplichting,
Voetbal
Morgen zal het programma van den
N.V.B. geheel volledig afgewerkt moeten
worden, hetgeen beteekent, dat vrijwel alle
eerste klassers en lager geplaatste clubs in
het veld komen.
Zoo vroeg in den aanvang kunnen we
moeilijk voorspellingen doen. Wat geven
doze voorspellingen trouwens ook, waar
nog nauwelijks een stand is op te maken,
waar nog slechts hier en daar één wedstrijd
gespeeld isl
In onze tweede klasse hebben alleen
O.S.V. en D.W.V. tegen elkaar gespeeld en
de Amsterdammers wonnen. Thans moet
D.W.V. naar West-Frisia, wat een moeilijke
reis is. Zoo was het tenminste altijd en voor
alle clubs: een bezoek aan West-Frisia be-
teekende steeds een moeilijke wedstrijd!
De Alkmaarsche Boys beginnen de com
petitie met een uitwedstrijd tegen Z.F.C.,
wat lang geen gemakkelijk begin is. Wel
start de Alkmaarsche ploeg, die sterk ho
mogeen Is en over een gevaarlijke voor
hoede beschikt, lang niet kansloos, maar
Z.F.C. behoort vermoedelijk tot de sterkste
clubs In onze afdeling.
A.F.C., dat groote plannen schijnt te heb-
De Nederlandsche uitgeversbond heeft
gisteren te 's-Gravenhage zijn jaarlijksche
algemeene vergadering gehouden.
In zijn openingswoord herdaeht de voor
zitter, dr. A, M, H. Schepman, hen, die
door den oorlog den bond ontvielen.
Ook materieel werden uitgevers en vees
boekhandelaren zwaar getroffen, aldus
spr. De sympathie van hun collega's moge
hun ook in het vervolg daarbij tot steun
zijn. Reeds kwam deze tot uiting door de
bijdragen aan het fonds tot steun van ver
woeste boekhandels. In ruime mate is hier
aan uit vakkringen bijgeradgen.
Het geheele uitgeersvak is verder ernstig
getroffen door het verlies van den afzet in
Nederlandsch Oost— en West-Indïë en
doordat de verbindingen met België langen
tijd verbroken waren en nog lang niet weer
normaal geworden zijn. De verspreiding
van het Nederlandsche boek heeft hierdoor
een inkrimping ondergaan, die een gevoe-
ligen terugslag op de bedrijven heeft.
De eerste dagen na den oorlog had ook
in Nederland de verkoop van boeken niet
veel te beteekenen, doch geleidelijk kwam
er een verbetering die nog steeds aan
houdt. Een goede gedachte was het daarom
van de boekenweek-commissie een extra
campagne voor het boek op touw te zetten.
De kansen voor het Nederlandsche boek
zijn immers niet slecht. De afgeloopen
maanden hebben alle aanleiding gegeven
tot bezinning op Nederlandsche cultuur
waarden.
De omstandigheden leiden verder tot
grooter huiselijkheid en daardoro tot lezen
of studeeren. Zou het niet mogelijk zijn,
dat het voorlezen in de gezinnen weer meer
in eere kwam? Een derde factor ten gun
ste van het Nederlandsche boek is nog,
dat hel wat, dat vroeger uit het buitenland
kwam thans ons land niet zal bereiken.
ben, zal trachten van V.V.Z. te winnen. Oi
het lukken zal, is een andere vraag; de wed
strijd is geheel open, temeer, waar niemand
de kracht van V.V.Z. kent.
Zeeburgia zal vermoedelijk op eigen ter
rein van W.F.C. kunnen winnen, zij het
met zeer bescheiden cijfers.
Alcmaria en O.S.V. hebben vrij, evenals
H.R.C., dat uitstel van spelen heeft gekregen
tot medio October,
In de derde klasse A worden de volgende
wedstrijden gespeeld:
G.V.QHollandia, Zaandijk—Succes, Q.
S.C.—Purmersteljn, Always Forward—Z.V.
V. We zullen de uitslagen maar afwachten!
In de vierde klasse A zal Bergen het heel
moeilijk hebben in den uitwedstrijd tegen
Watervogels. Schagui heeft wat meer kans,
waar het thuis spoelt tegen C.S.V. uit Cas-
tricum. Vitesse uit Castricum zal wel te
vreden zijn met .een gelijk spel tegen D.T.S.,
dat over een goede ploeg schijnt te beschik
ken, terwijl A.d.o. uit Heemskerk vermoe
delijk Uitgeest zal weten te kloppen.
In de vierde klasse B moet Wieringer-
waard spelen tegen M.F.C. Twee gelijk
waardige ploegen, die elkaar kennen! Sint
George, dat zoo fraai begon, moet thuis na
tuurlijk van Andijk kunnen winnen, terwijl
Nieuwe Niedorp met een kleine overwin
ning op B.K.C. tevreden zal zijn!
A.F.C. rouwt.
Gistermiddag is te Amsterdam in den
ouderdom van 60 jaar overleden de heer
G. N. Scheepens, in leven eere-voorzitter
van de Amsterdamsehe Footballclub A.F.C.
De overledene behoorde tot de oprichters
van deze oudste Amsterdamsehe voetbal-
vereeniging, Al spoedig bleek het, dat de
heer Sehepens groote organisatorische be
gaafdheden had, waardoor hij dan ook in
het bestuur der vereeniging gekozen werd.
Dertig jaar heeft hij deel uitgemaakt van
dit bestuur, waarvan langen tijd als voor
zitter. In deze functie heeft hij zich door
zijn werk en door zijn uiterst gemoedelijk
karakter tal van vrienden gemaakt in de
voetbalwereld. Na zijn aftreden als voorzit
ter werd hij tot eere-voorzitter benoemd.
Dat zijn werk ook buiten den A.F.C.-
kring gewaardeerd werd, blijkt wel uit het
feit, dat hij zoowel van den Nederlandschen
als van den Amsterdamsehen voetbalbond
het bondsonderscheidingsteeken ontving.
Met hem is één der figuren heengegaan,
die vooral in de beginperiode van het voet
bal in ons land veel werk heeft verzet.
- Nederlandsche boeken In Duitsche ver
taling. - Van „Margreet" door K. van der
Geest en „Het klotsende meer" door Evert
Zandstra zal een Duitsche vertaling ver
schijnen. Beide romans verschenen bij H. P.
Leopolds Uitg. Mij. te Den Haag.
Opensluitingen. - Bij de Amsterdam
sehe politie zijn enkele aangiften van 'open-
sluitingen binnengekomen. In een woning
aan de le Keucheniusstraat wordt een tasch,
inhoudende een bedrag van f 375, vermist,
Uit een woning op de Oudeschans is een
damestasch met f 120 gestolen.
Lijk gevonden langs spoorlijn. - Woens
dagavond heeft men langs de spoorlijn Hen-
gelo-Oldenzaal het lijk gevonden van een
35-jarigen man H. B. L. Verondersteld wordt,
dat de man zich naar een wachtpost langs
de spoorlijn heeft willen begeven en dat hij
toen door een trein is gegrepen en gedood.
LANGS DE NOORDHOLLANDSCHE
VOETBALVELDEN.
Oudorp I ontvangt Alkmaar I.
Alcmaria IV naar Petten. De
derby Alkmaar IIAlkmaarsche
Boys IV.
De eerste klasse C geeft om te beginnen
de ontmoeting Oudorp 1 en Alkmaar I en
het feit, dat beide ploegen met een overwin
ning van start zijn gegaan, doet ons in hei
Oudorperland een heftigen strijd verwach
ten. De uitslag zal vermoedelijk niet ver
van een gelijk spel liggen.
Alcmaria IV gaat naar Petten I en van
dat reisje konden de withemden wel eens
niet veel pleizier beleven, al zal de Pette-
ner-club vermoedelijk niet op volle toeren
draaien.
Schoorl I ontvangt Koedijk I; ongetwij
feld worden de punten broederlijk gedeeld.
De tweede klasse D laat enkel de derby
Alkmaar IIAlkmaarsche Boys IV zien en
waar de groen-witten j.l. Zondag eveneen»
verdienstelijk werk deden, vermoeden we,
dat de vierde elftallers van de Boys aan
het kortste eind zullen trekken, wat overi
gens geen schande zal zijn, mits de uitslag
natuurlijk niet te hoog wordt.
In de derde klasse D krijgt Akersloot I
bezoek van Vrone II en het zou ons niets
verwonderen, als de bezoekende groen
zwarten hun tweede nederlaag te slikken
krijgen, want ook het vorige seizoen waren
de Akerslooters heel wat mans.
Koedijk II zou thans tegen de Schoorl-
reserves het eerste winstpunt kunnen no-
teeren, terwijl de kans groot is, dat Bergen
II tegen het bezoekende Oudorp II, de twee
de zege al zal die dit keer wel niet zoo
groot zijn boekt.
Ook de vierde klasse D laat slechts één
ontmoeting zien, n.l. D.T.S. III—Egmondla
II. Misschien worden de punten gedeeld,
hoewel we in de bezoekers het meeste ver
trouwen stellen.
AFDEELING BIJZONDER VOETBAL.
De eerste klasse A.
Onze plaatsgenooten, de A.F.C.-ers, spe
len nu in eigen omgeving en wel tegen
E.S.V. I. De kaasmenschen deden het j.l.
Zondag in Bergen niet slecht; iets wat van
de bezoekers nu juist niet gezegd kan wor
den. We verwachten dan ook, dat de Wes-
terweg-bewoners het nu tot de volle winst
zullen weten te brengen.
Wat te zeggen van V.I.O.S.Berdos? We
kennen de kracht van de gastheeren nog
niet voldoende en zullen dus afwachten.
Zeevogels I ontvangt H.S.V. I en we vree
zen dat de Heilooërs hun tweede nederlaag
tegemoet gaan. Ook L.S.V.V. I kwam nog
niet in actie, zoodat we niet in het minst
weten hoe de kansen bij Limmen I kunnen
zijn.
„MERIJNTJE GIJZENS JEUGD".
City-Theater.
Wie kent „Merijntje Gijzens jeugd" niet?
Vermoedelijk hebben de meesten van hen
bovendien nog de vier deelen van „Me
rijntje Gijzens jonge jaren" gelezen omdat
ze tóch wilden weten wat uit dit fijnzinnige
Brabantsche jongetje, zooals A. M. de
Jong dit geschapen heeft, zou groeien. Zij
zullen telkens weer tot de erkenning geko
men zijn, dat ons land in de Jong een uit
stekend verteller bezit, die met humor kan
schrijven over Brabants plattelandsleven
en van zijn figuur over het algemeen men-
schen weet te maken, die „uit de verf" en
daardoor te accepteeren zijn.
Wie wellicht wil bestrijden, dat de boe-
Het viel mij in, om u, tot besluit van deze
reeks „Uit mijn notitieboekje", een nog wel
merkwaardige herinnering te vertellen aan
den tijd toen ik juist begonnen was als jong
journalist aan die groote, nieuwe krant. Een
van de wonderlijkste figuren daar was de
goede Don Quichottige secretaris van de
redactie in zijn kostelijke groot doen. Och
arme, na enkele maanden al smadelijk ont
slagen; en sedert ergens in Brazilië manége-
directeur. Toch was 't prinselijk, zooals hij,
na tafel altijd in rok, op z'n krante-kamers
de menschen kon ontvangen, 'n gele roos in
zijn knoopsgat, de welkende wangen lichte
lijk geblanket. En hoe hij dan plotseling belet
kon geven, bijvoorbeeld aan een van de com
missarissen, wijl hij nu eerst 'n kwartiertje
over z'n dun wandelstokje moest springen
om lenig te blijven.
Toen die receptie van de volkstribunen bij
dat werkloozen-oproer heeft 't hem aange
daan. 't Was werkelijk een barre winter.
Alle water lag 'n paar maanden dicht; 't
bouwbedrijf stond stil en in de stad heersch-
te in arbeidersgezinnen echt jammerlijk ge
brek. In troepen van duizenden trokken de
armen met vrouwen en kinderen de straten
door en fanatieken leiders zweepten ze op,
zoodat er telkens weer duchtig slag werd
geleverd met de politie. Zwermen steenen
gonsden dan door de lucht op de helmen af
en in de charges met blanke sabels vielen
telkens vele gewonden.
Er was echte angst in de stad. Overdag
de magazijnen met luiken gesloten; de staat
van beleg afgekondigd; benden, uit honger
op plundering uit, sloegen en gooiden de
vensters in, bombardeerden de deuren in de
rijkste wijken.
De ijverige verslaggevers, 't gevaar van
sabelhouen en steenenregens trotseerend,
trokken overal mee, den persbouton als vrij
geleide in de ééne, 't reporterboekje in de an
dere hand. En in kolommen met verontrus
tende opsr' v-rtelden zij de onthutste
burgerij v,n was. Ons blad, met zijn
staf van reporters, ging voor in realistische
uitvoerigheid, elk nummer weer.
Toen kwam uw dienaar op een avond even
't bureau in gevlogen om jachtend een bulle
tin te schrijven van vijf dooden bij 'n af
schuwelijk gevecht in een smal straatje. Er,
de secretaris van de redactie tripte binnen,
op krakende lakschoenen, jeugdiger blozend
dan ooit en dandieus in zijn smoking. Hij
neuriede 'n zangerig opera-deuntje en tikje
er met zijn badientje de maat bij op de tafel,
waaraan ik geagiteerd mijn bericht schreef.
Tralala! tralala! weer wat moois
verzonnen, waarde heer?"
Afschuwelijk gevochten vijf kerels
dood."
In 'n roulade van schaterlachen zong de
secretaris uit: „maar da's toch zu kolossal!
Geweldig, fameus, zóó'n fantasie! Werk
loosheid! hahaha! Wie komt er nu
toch op 't idee? Nooit nog van gehoord
in al die jaren te Weenen, dat ik er cor
respondent ben geweest. Wel nee. Daar
wérken de menschen uit 't volk altijd, vech
ten ze nóóit. Ach lieber-Herr-Gott, 's ist
doch zu kolossal! 'n Gróóte vergis
sing Wie zijn de leiders?"
Stom verbaasd noemde ik 'n rijtje anar
chisten namen, waar elk mensch in die dagen
van rilde,
'k Ga er meteen 'n hoofdartikel over
schrijven" beweerde de secretaris. In ten
hoogste tien regels druks 's even vertellen,
dat dit alles alleen maar ontoelaatbare gek
heid is, die uit moet zijn. Werkloosheid?
Is hier dan geen grond waar. ze in kunnen
spitten? En vechten, vechten? Maar da's
heelemaal in strijd met 't hoofdbeginsel van
onze krant. Waarde vriend, wij zijn immers
opgericht voor den wereldvrede. En dit is en
blijft 't a-b-c van ons blad.
Maar apropos: breng mij die leiders mor
gen 's hier. Dan zal ik 't die heeren zelf wel
vertellen. Is dat een dwaasheid? Dus
mogenavond na tafel, om half acht, als u ze
wilt inviteeren? Tenzij ze op die klok juist
moeten vechten, natuurlijk Tralala, tra
lala. Hahaha! Tóch m'n compliment, mijn
waarde heer. Kostelijk verzonnen: vijf doo
den! Zoo veel menschen zijn er in dat blijde
Weenen niet gestorven, bij mijn weten, in de
twintig jaar, dat ik er gewoond heb. Zalige
stad; en altijd overal vreugde en vrede, me
neer. En die verrukkelijke vrouwen, die
chic Also, bis Morgen .zeven uur,
conferentie op mijn bureau. Wiederschau!"
Neuriënd danste hij weg.
Maar 't anderen daags, in de groote zaai
waar de sjofele hongertroep weer samen
kwam, eiken dag bleeker en trantelig na
weer 'n kouden nacht van ellende, toen
bracht ik, met goed verholen ironie, de gril
van onzen dwazen secretaris over aan de
volksmenners. En zij, nog wel wantrouwend,
maar toch óók benieuwd wat die meneer van
't groote blad aan hén te zeggen zoud heb
ben, beloofden te komen.
Dien avond is 't gebeurd. In zijn riante
suite gloeiden de electrische kronen hun
gouden schijn; 'n ameublement, druk rn
weeldig, ingericht naar eigen Weenschen
smaak als een jonggezelle-flat met veel
luie Turksche crapauds en voor een e 1 ir-
men spiegel een lange sofa, belegd met
zwermen handschoenen ook bokshand-
schoenen zwervende dassen, 'n néces
saire met toiletgerei, zilveren poederdoos, 'n
laarzentrekker en allerlei borstelen. Wat
zwoele schilderijen van Weensche meesters,
in breede vergulde lijsten aan de bordeaux-
roode wanden en op ezels, zwaar van dra-
periëen omhangen, alweer mooie vrouwen in
gefaneerde pastels. Achter een Perzisch gor
dijn stond zijn douchebad, tegenover het
buffet, met een batterij van halve flesschen
Veuve Clicot, waarvan er altijd één in 't ijs
moest staan, wat heel veel zorgen kostte.
Maar midden in de tweede zaal stond aan
het bureau ministre van zijn waardigheid,
met een vaas roses de France erop; waar hij
drie maal daags een versche knoopsgatbloem
uit plukte. Verder een etalage van sigaren
en sigaretten in Oostersche doozen, een
galerij portretten in mora-standaards, ge
tuigend van beproefden smaak. En in 't mid
den steeds hetzelfde maagdelijke blad ge
schept Oud-Hollandsch papier met een
groote fantasiekroon van goud erin opge
werkt.
Hier schikte de secretaris van de redactie
zich in zijn antieke Voltaire, om menschen
te ontvangen. Bij eiken klop van den por
tier op de deur overzag hij in den spiegel
opzij ten voeten uit zijn houding, streek zich
den immer blonden voorlok rond om de
rozige kruin, aaide de wat donkerder ge
kleurde snor liefkozend langs de karmozij
nen bovenlip, en trok zijn lachje om 't fon
kelend nieuwe gebit. Dan klonk zijn stem
jong-jolig: „Entréz".
En daar verschenen toen vijf kerels, de
schrik van de politie en hierom waar
schijnlijk ook zoo veelvuldig verbonden,
witte lappen, bloeddoorsijpeld om het bo-
venhoofd, een arm gezwachteld in een band
gedragen; reepen pleisters over het gezicht
met lange sabelhouwen. Hun goorbleeke.
hongerige gezichten verbeten van wraak,
de opgewonden oogen schrijnend van haat.
Hun kragen hadden ze kouwelijk opgezet.
Daar drongen de ongeschoren kinnen en
halzen binnen om warmte. En uit hun klee-
ren, doorweekt van 'n heelen dag loopen in
,den sneeuwstorm, mufte een weëe walm, de
.broeiïge stank van den saar.igeklitten arme-
lui's-troep.
Met hun petten op een had er den rand
van zijn schurftige bontmuts over z'n voor
hoofd getrokken zwarte druppels lekken
de uit hun mouwen en hun rafelbroeken,
stonden zij op verweekte schoenen als vast
gezogen in 't dikke tapijt.- De anders zoo
brutale kerels, zoo uit de ellendige massa,
staarden versuft in 't fel gouden licht van
de weelderige suite.
Maar de secretaris, wel even verbaasd
over deze curieuse verschijningen, stond hof
felijk op en met een gul gebaar, waarin z'n
diamanten manchetknoop fonkelde, noodde
hij hen binnen.
„Bonsoir, bonsoir! welkom, meine Herr-
schaften, maar maak 't u toch gemakke
lijk" En hij begon vijf leunstoelen aan te
rollenTriest weer buiten, och, dat Hoi-
landsche klimaat en laat u even van uw
hoofddeksels ontdoen. De heeren róóken na
tuurlijk. Si'plait". Hij reikte hun de kist
groote Bismarchen met die enorme banden.
De kerels, de getergde volkstribunen, de
aanvuurders van 't hongeroproer, lieten zich
door den gegaloneerden portier wezenloos
hun petten afnemen, grepen onzeker uit de
toegeduwde kist zoo'n geweldig groote si
gaar, beten, toen er hun een lucifer werd
voorgehouden, de punt, die ze langs zich
spuwden, schuw rondziend met slaapdronken
oogen als menschen, uit den droom gewekt,
die niet weten waar ze in 's hemelsnaam zijn.
De secretaris, achterover in zijn Voltaire,
blies 'n Russische sigaret nog wat aan en met
z'n beminnelijksten glimlach verzekerde hij:
„Freut mich sehr Werkelijk zéér gechar
meerd door uw bezoek meneeren want
volgens onze reporters bent u heel gewich
tige potentaten in deze dagen hahaha!
Ja, ja heel stellig, u bent de helden van
den dag O, neemt u een andere sigaar,
meneer, die trekt blijkbaar slecht. Pardon,
laat ik u mogen bedienen. Ze zijn wat droog,
m'n sigaren. Dat doet de stoomverwarming.
Neem toch nooit stoomverwarming. 'k Raad
't iedereen af. Haarden, van die groote ko
peren open haarden, ach, je ziet niet an
deze zoo innig ge-
ders in Weenen dan
mlithlichen Brand.
„Maar, vrienden, wat ik per slot op deze
conferentie met alle bescheidenheid te berde
wilde brengen Kijk eens aan, wat is nu
toch in waarheid werkloosheid? Dat is
heusch 'n onaangenaam gebruik in Holland.
Parole d'honneur, nooit iets van gemerkt in
Weenen, Kijk eens, waar toch 'n grond is,
valt immers te spitten. En de Hollandsche
arbeiders zijn kloeke mannen, mijn oprecht
compliment, mijne heeren. O, ons jonge blad
is de arbeiders van Holland zeer gezind,
heel de bevolking zijn wij uitstekend ge
zind. Maar in 's hemelsnaam vreedzaam. Als
men zich opwindt, heeft men verloren spel.
En, 't kan den heeren niet onbekend zijn:
't eenige doel van ons blad is wereldvrede,
ontwapening. Trouwens, van mijn geboorte
af heb ik aan vechten zoo innig 't land, vind
ik 't, entre nous, net als ruzie, zoo ordi
nair! O, u kijkt naar die wapentrofee,
'k Scherm alleen maar om lenig te blijven.
Onze botten mogen niet roesten, niet waar?
Dus, werkloosheid is 'n vergissing. Ik geloof
er niet aan. Houd 't voor een geniaal ver
zinsel van onze reporters En laat dit
nu onze conclusie zijn: vrede, vrede, in de
menschen een welbehagen Dusse,
niet waar? een artikel in dien geest,
hoogsten tien regels want o, die Holland
sche langademigheid en 'k doe niet anders
dan mijn mede-redacteurs voorhouden:
vrede en nooit meer dan tien regels, dat zijn
de grondslagen van Eh bien, ik zie 't
we zijn 't volkomen eens. Och, ik wist 't
wel: de fantasie van onze jonge reporters
Maar amusant, hoor, en voor 't publiek kan
't niet bloederig genoeg zijn Hahaha.
Au revoir messieurs, au plaisir .1"
Hij stond op. En wie van de kerels 't minst
verbluft was, stootte zijn buurlui aan om ook
op te staan. Slungelig als dronken mannen
liepen ze naar de deur: „Voor uw gerecht
vaardigde grieven hebben de hoofdredacteur
en ik altijd een open oor, vrienden!"
Zoodra ze verdwenen waren, viel hij lang
uit op de divan en schaterde, schaterde, dat
ie er purper van werd in z'n gezicht. Daarop
belde hij den concierge.
„Om Godswil, dadelijk alle ramen en
deuren open Maar dat die kerels onhan
delbaar zouden zijn, is 'n leugen. Als lam
meren, lammeren, meneer. Eenvoudig een
kwestie van tact
't Artikel van negen regels over de werk
loosheid is z'n val geworden.
Nadruk verboden.