DE SPIN.
DE TROONSAFSTAND VAN KONING WILLEM I
UW KINDJE
VERKOUDEN
Humor aan 't loket.
Felle brand in Schijndel.
Drie perceelen en een
schuur vernield.
GEMENGD NIEUWS.
Radioprogramma voor
Woensdag.
De eeuwige
strijd
tusscheri
plicht
en
liefde.
7 October 1840
op Het Loo.
TWEEDE BLAD.
De identificatieplicht wordt nauwgezet
vervuld. Welke plicht wordt tegenwoordig
niet nauwgezet vervuld? Het gaat alles
van een leien dakjeals dat dakje ten
minste heel gebleven is. De mannen van
buiten komen in drommen naar de stad
met hun stamkaarten en portretje, ook al
komt hun dat geloop op kostelijk verlet te
staan. En waar veel menschen bijeen zijn
komt de humor om den hoek kijken, onge
zocht. Vooral onder de zeer bejaarden, die
met de maatregelen van den tijd mee moe
ten, al gaat het nog zoo stroef. De ambte
naar spreekt ze aan in hun eigen taaltje:
„Oe iete gij?"
„Ik zü Nolleke van de Ramberg".
„Van de Ramberg? Is dad oewe „Van?"
„Neeje. Mijne „van" is Schrokkers".
„Geboren?"
„Da's nogal glad, anders stond ik er nie".
„Wanneer zijde gij geboren?"
„Ik zij van 't jaar zeuvetig en ik sij
seuvetig".
„En, welken dag?"
„Op m'nne verjaardag".
„Ge mot hier geen flauke kul staan ver-
koopen, Schrokkers".
„Neeje, want daar k rij ge je geen bon-
rekes voor. Op den eerste Maai".
„Oe beroep?"
„Wablief?"
„Wagge doet?"
„M'n eigen dood chagreneeren tusschen-
beije".
De ambtenaar grijnst: „Ik vraag, wagge
doet, om aan de kost te komen?"
„Daar doei ik niks voor, da doed ons
Jans. Vraag 't maar aan den dieje, die neven
me staat. Da's m'nne gebuur".
„Bende landbouwer?"
„Neeje, ik ben 'nnen boer. Ik werk op
'nnen akker en niet op bouwgrond".
„Ed 'n petretje bij oe?"
Asteblieftkekt 'r 't mooi nie af".
,,'t Dug niet, Schrokkers, daar staade
mee oe pet op".
„Welnou, wa gift da? Ik draag altij 'n
pet. Die zet ik alleenig af, ak naar bed
gaai. En in ben hoef ik da ding toch niet te
laten zien?"
„Ik kan dit toch nie accepteeren. Ge mot
'n nieuw laten maken".
„Wa kos me da?"
„Twee kwartjes de drie".
„Drie? Ik heb er toch maar één noodig".
„Dan kost 't toch twee kwartjes".
„Da's afzetterij".
„Affeceeren, Schrokkers, de volgende
week terug komen met 'n nieuw portretje,
anders madde niemeer buiten komen. Dan
pakken z'oe op".
„En, dan is d'rl oorlog ineens gedaan
Oudoe. As 'nne mensch nie suf is, zullen
z't 'm wel maken!"
(Dagblad van N.-Brab.)
POSTVERKEER MET HET NEUTRALE
BUITENLAND.
Met ingang van gister zijn gewone en
aangeteekende drukwerken, monsters, ac-
ten en gemengde zendingen voortaan ook
in het verkeer tusschen Nederland en het
neutrale buitenland weder toegelaten.
OVERBOORD GEVALLEN EN
VERDRONKEN?
Twee schippers vermist.
Gistermiddag werd op de Vecht bij Om
men een vrachtboot onder stoom opge
merkt, welke stuurloos ronddreef. Bij on
derzoek bleken de beide opvarenden G.
Veltman en zijn zwager H. Korthuis, die in
dienst zijn van den vrachtvaarder H. van
Elburg, niet meer aan boord te zijn. Het
vermoeden bestaat dat zij door nog niet op
gehelderde oorzaak overboord zijn gesla
gen en verdronken. De politie is terstond
begonnen te dreggen doch is er niet in ge
slaagd de mannen te vinden. Velthuis was
gehuwd en vader van twee kinderen. Kort
huis was ongehuwd.
In den nacht van Zondag op Maandag
heeft te Schijndel een felle brand gewoed,
waardoor drie perceelen en een landbouw-
schuur geheel zijn vernield. De brand ont
stond, aldus het Vbld., in den kruideniers
winkel van den heer A. Manders op de
Steeg. In korten tijd stonden woon-en win
kelhuis in lichter laaie, waarna het vuur
spoedig oversloeg naar de boerderij van
den landbouwer J. Aarts. Het vee kon uit
den stal in veiligheid worden gebracht.
Drie kalveren en een aantal, varkens en
kippen kwamen in de vlammen om. Door
den feilen wind ontstond een geweldige von
kenregen, waardoor ook de woning van den
heer A. v. d. Boogaart werd aangetast.
Tenslotte sloeg het vuur nog over op de
landbouwschuur van J. Santegoeds, welke
eveneens geheel afbrandde. Verdere uit
breiding kon door de brandweer worden
voorkomen. De winkelinventaris en de win
kelgoederen, de landbouwvoórraden van
Aarts, de inboedel van v. d. Boogaart en
de oogst vaan Santegoeds, welke in de
verbande schuur was opgeslagen, ging ver
loren. De schade wordt slechts voor een
klein deel door verzekering gedekt.
ADVERTEEREN IN DE KRANT
BRENGT U NADER TOT DEN KLANT.
Nationale commissie tegen het alcoho
lisme. - In de afgeloopen week vergaderde
de Nationale commissie tegen het alcoho
lisme te Utrecht onder voorzitterschap van
prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine. Onder
meer werd het rapport der commissie graae-
beperking besproken, in welke commissie
voorlichting werd ontvangen van enkele des
kundigen buiten den eigen kring der geheel
onthouders. De N.C.A. zal zich over het
vraagstuk van de beperking van graantoe-
wijzing aan de alcoholindustrie tot de regee
ring wenden.
Door trein gegrepen en gedood. - Gister
avond is de 23-jarige B. de Bruin te Wad-
denoyen, die op zijn rijwiel den onbewaakten
overweg bij wachtpost 38 passeerde, door
den trein, die om 20.16 uit Geldermalsen
naar Tiel vertrekt, gegrepen. De ongelukkige
was op slag dood.
Oudheidkundige vondst. - De gemeente
veldwachter te Bunnik, de heer F. Meems,
heeft een belangrijke historische vondst ge
daan. Het betreft een urn uit den Romein-
schen tijd, welke gedeeltelijk met asch, ge
deeltelijk met nog gaaf gebeente was ge
vuld. De urn werd gevonden op ruim 2
meter diepte, op een plaats, waar onder lei
ding van de Nederlandsche Heidemaat
schappij, oude fortificaties worden wegge
ruimd. De urn is geschonken aan het Pro
vinciaal Utrechtsch genootschap voor kun
sten en wetenschappen.
Duitsche opperbevelhebber in ons land.
-Het A.N.P. meldt: De opperbevelhebber van
het Duitsche leger, generaal-veldmaarsehalk
von Brauchitsch vertoefde Zaterdagmiddag
in Den Haag. De generaal-veldmaarsehalk
bracht een bezoek aan den rijkscommissaris
rijksminister Seyss-Inquart en aan den mili
tairen bevelhebber in ons land, generaal der
luchtmacht Fr. Christiansen.
Radiorede zomerpostzegels. - Woens
dagavond 9 October zal de waarnemende
secretaris-generaal, waarnemend hoofd van
het departement van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, mr. H. J. Reinink, van 19.50
tot 20.00 uur over beide zenders een radio
rede houden over de zomerpostzegels.
Onder een vallende hijschkraan geraakt
en gedood. - Zaterdag heeft op de scheeps
werf Wilton-Feijenoord te Schiedam een
ongeluk plaats gehad met doodelijken af
loop. Bij het vervoeren van een fundage
van 4ton met een hijschkraan, geplaatst
op een bok, kantelde de hijschkraan en ge
raakte de kraanmachinist, A. A. P., uit de
Huismanstraat 83, Schiedam, onder de
kraan. Hij werd vrijwel onmiddellijk ge
dood.
Prof. v. Schelven bij „Nationaal Front".
Prof. dr. A. A. v. Schelven, hoogleeraar in
de geschiedenis aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, is uit de a.r. partij getreden tot
het Nationaal Front van A. Meijer overge
gaan, daar de a.r. zijn overtuiging de geref.
kerken in Nederland geheel en al verpoli
tiekt zijn. Prof. dr. van Schelven was vroe
ger geref, predikant te Moorssen en te Vlis-
singen.
JAARSVELD, 414,4 M. (KRO-uitz.) 8
ANP-ber. 8.15 Wij beginnen den dag. 8.30
Gr.pl. 10.VPRO-morgenwijding. 10.15
Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.Ber.
12.05 Gr.pl. 12.15 Rocoeo-octet. 12.45 Nieuws-
en econ ber. ANP en gr.pl. 1.15 Geza Kiss
en zijn Hongaarsch orkest. 1.45 Gr.pl. 2.
Vrouwenuurtje. 3.— KRO-melodisten en
solist. 3.45 KRO-orkest. 4.30 Kinderuurtje.
5.15 Nieuws- en econ. ber. ANP. 5.30 Gr.pl.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.05 Musiquette.
6.30 KRO-Groot-Amus.-orkest. 6.45 Ber.
6.50 KR'Ó-Groot-Amus.-orkest. 7.Vragen
van den dag (ANP) 7.15 Gr.pl. 7.20 Deel.
met muz. omlijsting. 7.50 Zomerpostzegels,
causerie. 8.ANP-ber., gr.pl. 8.15 KRO-
Groot-Amus.-orkest. 8-30 Radiotooneel met
luisterwedstrijd. 8.50 Wij sluiten den dag.
8.559.ANP-berichten.
KOOTWIJK, 1875 M. (AVRO-uitz.) 7.—
Ber. (Duitsch). 7.15 Ber. (Eng.) 7.30 Gr.pl.
8.—ANP-ber., gr.pl. 8.40 Orgelspel. 9.Ber.
(Duitsch). 9.15 Gr.pl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gr.pl. 10.50 Zang met pianobegelei
ding. 11.15 Ber. (Eng.) 11.30 Avro-Amus.-
orkest en gr.pl. 12.30 Ber. (Duitsch). 12.45
Nieuws- en econ. ber. ANP. 1.De Roman
cers en soliste. 2.Ber. (Duitsch). 2.15
Avro-Aeolianorkest. 3.— Avro-Amus.-orkest
(opn.) 3.30 Ber. (Eng.) 3.45 Gr.pl. 4.15
Avro-Amus.-orkest. 5.Ber. (Duitsch). 5.15
Nieuws- en econ. ber. ANP. 5.30 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart: „Stoommachines
en stoomketels aan boord van schepen"
causerie. 6.Orgel en piano. 6.15 Berich
ten (Eng.) 6.30 Gr.pl. (met toelichting). 7.
Vragen van den dag (ANP). 7.15 Gr.pl. 7.30
Ber. (Eng.) 7.45 Gr.pl. 7.50 Zomerpost
zegels, causerie. 8.Ber. (Duitsch).- 8.15
ANP-ber. 8.25 Gr.pl. 8.30 Ber. (Eng.) 8.45
Gr.pl. 8.559.ANP-ber., sluiting.
AFLOOP VAN VERKOOPINGEN.
Te Alkmaar.
Zaterdag j.l. vond, ten overstaan van
notaris Hilbrand te Opdam, in het Gulden
Vlies te Alkmaar de eindtoewijzing plaats
van het landhuis met 'boerderij aan den
Heilooërdijk 31 te Alkmaar.
Nadat het geheel, groot ongeveer
12.29.85 H.A., Zaterdag 28 September in
bod was gebracht op 4234C.G5 en thans
bij diverse combinaties en afslag op
45604.82 was gebracht, werd het bij de
eindcombinatie op 1050 gemijnd door
den heer A. Baas te'Alkmaar.
Het geheel heeft dus opgebracht
46654.82.
UITSLAG VEILING
gehouden bij opbod, op Zaterdag 5 October
1940 te Alkmaar, ten overstaan van den
notaris mr. C. J. de Lange, van de kapitale
boerenplaats, bestaande uit huis met Z.H.
veestalling, schuur, erf, boomgaard, tuin en
diverse perceelen weiland, aan- en nabij-
den Bergerweg in de gemeente Bergen, ge
veild in de navolgende perceelen:
1. huis, veestalling, schuur, erf,
boomgaard en tuin, groot
0.80.40 ha
f
6130.00
X
weiland,
groot
3.15.50
ha
f
8234.55
3.
it
3.72.80
s
9916.48
4.
3.11.60
it
f
8600.16
5.
II
it
3.39.30
ii
f
6786.00
6.
tl
it
3.60.80
it
f
7396.40
7.
tl
it
1.57.10
It
f
4948.65
8.
it
ii
1.68.10
It
5295.15
Totaal 21.05.60 ha 57307.39
De afslag en combinaties blijven bepaald
op Zaterdag 12 October a.s. des voormid-
gs elf uur, (aanvang 12 uur) in café
Central aan het Hofplein te Alkmaar.
/\>-S b ^n'' dan ttee1, r"9 en korstje In met
X K Dampo.Wonderlijkzooalsdèlhelpt!
li 50 cL T"ke 40 et. Doos 30ct.
Waarschijnlijk is nooit in de geschie
denis door een volk aan een koning
zooveel vertrouwen en liefde geschon
ken als aan koning Willem I door de
Nederlanders. En de koning zijnerzijds
had daaraan behoefte. Hij kon in de
staatsvormen van den nieuwen tijd zich
alleen op zijn plaats gevoelen, wanneer
hem door de volgzaamheid van zijn
raadslieden, de gedweeheid van zijn
volksvertegenwoordigers en de tevre
denheid zijner onderdanen alle vrijheid
werd gelaten, het Staatsbestuur onbe
lemmerd uit te oefenen.
Maar daarmee is tevens de betrekkelijke
zwakte van zijn positie geteekend. Want
toen eenige jaren na den Belgischen op
stand ons land bleek gebukt te gaan onder
een ontzettenden schuldenlast als vrucht
van de politiek des konings, begon de liefde
en het vertrouwen van het volk plaats te
maken voor ontevredenheid en wantrou
wen. Het verlangen naar openhartige publi
catie van den financieëlen toestand van het
land werd door den koning beschouwd als
een teeken, dat men in hem een ambtenaar
ging zien, die verantwoording van zijn be
heer schuldig was. Men eischte waarborgen
tegen misbruik van gezag, verantwoorde
lijkheid van de ministers en verschillende
andere belangrijke hervormingen in het
staatsbestuur te zien aangebracht. Dit alles
deed bij den koning het verlangen opko
men, zich van den last der regeering te
ontdoen.
Daarbij kwam nog een andere omstandig
heid, die dezen wensch nog sterker maakte.
12 October 1837 was koningin Frederike
Louize Wilhelmina overleden. Dit verlies
was juist in dezen tijd van groeiende zor
gen voor den koning dubbel zwaar, omdat
de koningin de eenige was geweest, tot wie
hij zonder omwegen altijd had kunnen gaan
met zijn moeilijkheden. Het gemis aan deze
vertrouwelijkheid deden twee jaar later het
verlangen ontstaan, niet langer alleen te
blijven, maar een tweede huwelijk aan te
gaan, en wel met gravin Henriëtte d'Oultre-
mont.
Verminderde populariteit van
Willem I.
De gravin was niet alleen een Belgische,
maar bovendien katholiek, twee oorzaken,
waardoor in breede kringen verzet kwam
tegen des konings voornemen. Onlusten
dreigden zelfs, die een ernstige verwijde
ring tusschen volk en vorstenhuis zouden
hebben kunnen veroorzaken, en de kroon
prins gevoelde met het volk mede. Hij zag,
hoe de eerbied en verknochtheid voor den
koning afnamen, en menigeen zelfs zoo ver
ging, in het publiek van zijn afkeuring
tegenover den koning blijk te geven. Steeds
meer werd hieraan ook in het publiek en in
geschrifte uiting gegeven. De oudste predi
kanten van Amsterdam verschenen geza
menlijk bij den koning op audiëntie, om
hem de verplichtingen in herinnering te
brengen, die jegens de hervormde kerk op
hem rustten door zijn belijdenis en zijn ko
ningschap.
De moeilijke keus.
Het was niet de eenige maal in de ge
schiedenis, dat een vorst moest kiezen tus
schen de ingeving van zijn hart en de plich
ten van zijn waardigheid. Willem I begreep,
dat hij een Belgische en roomsche vrouw
niet als koning mocht trouwen, maar de be
hoefte aan kalmte en huiselijke rust was
sterker dan de gehechtheid aan een gezag,
waarvan de onaangenaamheden dagelijks
schenen toe te nemen.
In den herfst van 1840 ging hij onver
wacht uit den Haag naar het Loo, waar te
gelijk waren ontboden zijn zoons en klein
zoons, de ministers en de leden van den
Raad van State. Op 7 October deelde hjj
hun daar in de Groote Zaal van het Paleis
mede, dat hij besloten had, afstand van den
troon te doen ten behoeve van den kroon
prins. Denzelfden dag deden twee procla
maties, een van den vader en een van den
zoon, het volk weten, dat koning Willem II
den troon had bestegen.
Koning Willem II.
Zoo werd de kroonprins op 48-jarigen
leeftijd tot de regeering geroepen. De om
standigheden hadden er niet toe geleid, dat
zijn vermogens en karakter zich bijzonder
hadden kunnen ontwikkelen. Willem II had
eigenlijk zijn geheele leven doorgebracht
onder de strenge hoede van zijn vader; en
het voorbeeld van den vader, die zich al le
veel met kleinigheden placht bezig te hou
den, was voor hem niet bijster aanlokke
lijk. Daartegenover stond echter een groo
te scherpzinnigheid en vlugheid van be
grip, die hem in staat stelde, zeer snel door
te dringen tot de kern van een zaak of een
geschrift. Wanneer hij een stuk doorlas,
dacht de toeschouwer menigmaal, dat hij er
al te vluchtig overheen liep, maar dan bleek
ai spoedig, dat men zich had vergist, want
dat de koning geheel op de hoogte was.
Reeds in Spanje had Wellington getuigd,
dat zelfvertrouwen een eigenschap was, die
de koning miste, en sedert dien was dit niet
in hem versterkt.
Het volk, waarover Willem II de regee
ring aanvaardde, was uitgeput en moede
loos, en iemand als de nieuwe koning zou
een lang leven en bijzonder gunstige om
standigheden noodig hebben gehad, om het
vervallene te herstellen en het volk nieuwe
geestkracht in te blazen. Hij heeft slechts
acht jaren geleefd, maar ook daarin onge
twijfeld door de hervorming van ons staats
bestel zich voor ons volk verdienstelijk ge
maakt.
ffauilteion
Door JOHNSTON Mc.CULL ET.
35)
„Maar., meneer... meent u dit?" vroeg
Pelkingham.
„Zeker. Het is een zakelijke transactie
en ik zou blij zijn, als je dien schurk te
pakken kon nemen. Ik heb wel iemand, die
het een buitengewoon prettig werkje zal
vinden, George William Cardlew van een
deel van zijn onrechtvaardig verworven
geld af te halen. Maak nu maar gauw datje
hier vandaan komt, jongmensch, want bin
nen een paar uur is het klaarlichte dag. En
de storm is ook over. Kom hier overmor-
genavond precies om negen uur en bel aan
de voordeur als een fatsoenlijk man".
Pelkingham stond op en haastte zich
naar buiten.
XXIV.
Ontsnapt.
John Warwick knoopte zijn handschoe
nen dicht en nam zijn stok op.
„Togo", zei hij tegen zijn Japatischen
huisknecht, „ik ga naar de club. Na een
poosje zal ik daar weggaan en me ergens
ander heen begeven. Misschien kom ik niet
voor morgenochtend vroeg terug. Maar dat
gaat jou natuurlijk niet aan.
„Neen, vereerde meester".
„Mocht iemand komen, dan weet je niet
zeker, waar ik heen ben".
„Begrepen, mijnheer".
„Hm! Je bent erg begrijpend! 'n Snug
gere kop ben je hè?"
„Ja, mijnheer".
„Hij geeft het nog toe ook!" mompelde
Warwick zijn woning verlatend.
De club was vrij ver weg, maar Warwick
besloot toch te wandelen. Het was een
mooie avond na een prachtigen dag en hij
voelde behoefte om rustig te kunnep den
ken.
„Rare orders... wat?" bromde hij, den
kend aan wat de Spin hem dien middag
opgedragen had. „Ouwe George Cardlew
Stel je voor! Cardlew, een van m'n bes
te vrienden. Zóó best, dat hij in vereeniging
met eenige andere goede vrienden me voor
ettelijke duizenden benadeeld heeft!"
De Spin had hem de geschiedenis van
Pelkingham oververteld en Warwick had
de taak gretig op zich genomen. Tot nog
toe had hij openlijk gewerkt en zijn succes
aan zijn handigheid te danken gehad
Vanavond moest hij een echte misdaad vol
voeren; hij moest inbreken in een huis en
een pak papieren uit de brandkast van een
ander weghalen. De Spin had hem de com
binatie van het letterslot opgegeven.
Warwick kende die brandkast goed ge
noeg. Hij was vaak in de biblotheek van
Cardlew geweest. Hij zou zijn zaklantaarn
zelfs niet noodig hebben, totdat hij aan
de lettercombinatie begon. Hij had er echt
zin in.
Hij liep zijn club binnen en bracht
drie uur door met praten, rooken en eten,
kaart- en biljartspelen. Hij was al spoedig
het middelpunt. Tegen middernacht ver
klaarde hij moe te zijn en ging nog een
half urtje in de krant zitten lezen. En toen
de anderen in een feilen politieken rede
twist gewikkeld waren, sloop hij er stille
tjes vandoor. Er was geen maan en War
wick hield zich zooveel mogelijk in de
schaduwen op de Avenue. Toch wandelde
hij niet sluiperig. Hij liep stevig door. als
iemand, die naar huis verlangt, zwaaiena
met zijn stok en zijn hoed achterop het
hoofd. Warwick paste er wel voor op, dat
een kennis hem langs de straat zag slui
pen. Hij had bijna een uur noodig om aan
het huis van Cardlew te komen. Het was
een voordeel voor hem, dat hij het huis
door en door kende. Hij wist precies, waar
de familie en waar het personeel sliep. Hij
wist, hoe hij van de serre in de huiskamer
moest komen en hoe hij door de gang ge
makkelijk naar de biblotheek kon gaan. Hij
was nergens bang voor.
Op een donkeren hoek dicht bij het huis
bleef hij staan en verkende den omtrek. Er
brandde nergens licht in het huis. War
wick verliet het trottoir en liep geruisch-
loos over het grasveld, zich aldoor in de
schaduw houdend. Hij sloop naar het huls
toe en bereikte de serre. Eenmaal meende
hij niet ver weg iemand te hooren kuchen
en hield zich een poosje schuil. Nu voelde
hij een beetje angst. Maar het was ook ge
vaarlijk het huis van een ander binnen te
dringen, als die ander allicht zou schieten,
voordat hij onderhandelde of vragen stel
de. Vrij gewaagd! Maar heel gewone kerels
deden het als iets van weinig beteekenis,
dus mocht hij niet falen. Hij kroop de serre
binnen en trachtte voorzichtig een der gla
zen deuren te openen. De knippen zaten er
niet op.
„Vrij zorgeloos van het personeel", dacht
hij, ,,'n Invitatie voor dieven en zoo
wat?"
Hij duwde de deur zachtjes open en trad
de huiskamer binnen. Geen enkel geluid
trof zijn oor. Een oogenblik stelde hij zich
voor, wat een arrestatie voor hem betee-
kenen zou. Groote artikelen in de kranten.
Consternatie onder zijn vrienden, zijn
clubgenooten, de dames, die hem graag tot
man gehad zouden hebben. En dan..
Sylvia! Hij zette die gedachte zuchtend
opzij. Hij moest nu zijn hoofd bij zijn werk
zien te houden. Langzaam sloop hij de huis
kamer door, tastend naar de meubels, om
er niet tegen aan te stooten. Hij wilde zijn
zaklantaarn niet gebruiken, als het niet be
slist noodig was.
In de gang aangekomen, zocht hij zijn
weg verder naar de biblotheek. Vlak voor
de deur bleef hij staan luisteren. Geen ge
luid drong tot hem door; hij begon zich
veilig te voelen.
De deur van de biblotheek stond op een
kier. Centimeter voor centimeter duwde
Warwick haar zachtjes open. De deur
kraakte of piepte niet. Hij stapte naar bin
nen. En gaf bijna een schreeuw van ver
bazing. Want voor de brandkast lag een
man geknield. Het licht van een zaklan
taarn gleed over het letterslot. De man
hield zijn oor tegen de deur aan als luis
terde hij naar het klikken van de tuime
laars in het slot en trok de deur langzaam
open.
Warwick sloot de gangdeur achter zich
en sloop geluidloos naar de plek, waar bij
zijn weten de lichtschakelaar zaf. Hij haal
de zijn pistool voor den dag, draaide plot
seling het licht' op en richtte zijn wapen op
den man.
„Handen omhoog!" beval hij zachtjes. De
inbreker keerde zich naar hem om, maar
stak toch de handen in de hoogte en liet
daarbij een pakje bankbiljetten en een
handvol juweelen, die hij uit de brandkast
had gestolen, vallen.
„Zoo!" zei Warwick fluisterend. „Bezig
dingen van waarde te gappen, hé?"
„Je hebt me ertusschen", erkende de in
breker.
„Op z'n tijd wordt iedereen gesnapt, weet
je?"
„Wie ben je? Cardlew ben je niet, dat
weet ik", zei de inbreker.
„Zoo! Ken je Cardlew dus?"
„Ik probeer geen kraakje, als ik niet pre
cies van iedereen en alles goed op de hoog
te ben".
„Ik ben hier toevallig te gast en kom
net Uit mijn club. Wel een beetje laat, wat?
Ik geloof, dat dit een bofje is voor mijn
heer Cardlew en den inhoud van zijn
brandkast. Ga midden in de kamer staan".
De man gehoorzaamde. Warwick nam
hem goed op. Hij zag een kwaadaardig in
dividu van middelbare gestalte met een
aan opium verslaafd uiterlijk.
„Hm. 'n Verstand van lager orde", brom
de hij voor zich heen.
„Nou, wat hen je van plan met me uit te
voeren?"
„Och, de politie erbij halen, dunkt me".
Warwick voelde zich op zijn gemak.
Mocht iemand in het huis hem hooren, of
mocht Cardlew beneden komen, dan kon
Warwick immers zeggen, dat hij toevallig
voorbijkwam en eigenaardige lichtflitsen
door de ramen zag schijnen; voor onder
zoek naar binnen gegaan, had hij den man
bij de brandkast betrapt.
„Als je me aan de politie overlevert,
zullen mijn kameraden wel met je afreke
nen".
„Alsjublieft geen dreigementen! Dat
klinkt al te dwaas! Waarom verdien jij je
brood niet op een eerlijke manier, man?"
„Dat kunnen deftige lui gemakkelijk zeg
gen".
„Nou nog brutaal worden ook?"
„Nou, doe me eens wat!" zei de ander
uitdagend.
„Wil je zoo graag de kast in, mannetje?
Ga daar op dien stoel zitten".
(Wordt vervolgd).