1ST".
kmaar.
MAT.
H
1
1
1
adres
toeken
RIES.
delaren
maat
maar.
De taak van „Winterhulp"
Coördineeren, niet opruimen of
beconcurreeren.
De heer Piek geeft een
toelichting.
Glimlachje.
Tram reed in volle vaart
op trailer.
'FEUILLETON
Mr. STEVENS UIT
aai
ft
i
laar
gelijks
5 uur
ar en
uur.
TWEEDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 20 NOVEMBER 1940.
DE AARDBEVING IN ROEMENIE. 7 Het reddingwerk op de puinhoopen van den
12 verdiepingen hoogen Carlton-wolkenkrabber te Boekarest. (Hoffmann)
Het A.N.P. meldt:
In een persconferentie heeft de
heer C. Piek, directeur-generaal van
de Winterhulp Nederland, gesproken
over eenige onderwerpen, die in
verband met deze actie actueel zijn.
In de eerste plaats behandelde hij
de kwestie van het collecteeren. De
verordening 109 bevat een algemeen
verbod, waarop uitzonderingen mo
gelijk zijn. In den beginne zijn die
uitzonderingen door de procureurs
generaal vrij veelvuldig toegestaan,
maar in de afgeloopen weken is men
de verordening s'raffer gaan toepas
sen.
Natuurlijk hebben de betrok
kenen levendig gereageerd, en
om nu den stroom van aanvra
gen op het hoofdkantoor van
winterhulp nu eenigszins te stui
ten, deelde de heer^Piek mede,
dat er eerlang een verduidelij
king officieel zal worden bekend
gemaakt, waarin het kerkelijk
leven in breeden omvang zal
worden vrijgelaten op het punt
van collecteeren. Ook worden bij
wijze van algemeene dispensatie
voor de St. Nicolaasfeestjes de
verordening buiten werking ge
steld.
Deze feesten kunnen naar vast ge
bruik doorgaan, zij worden daarbij
verondersteld onder de auspiciën van
winterhulp te worden gehouden. De
organisatoren van dergelijke feestjes
kunnen dus op den gewonen voet
hun gang gaan, alleen zal de heer
Piek de toezending van een beknopt
verslag op prijs stellen. Voor het
overige moeten allen, die in twijfel
verkeeren of de verordening 109 op
hen van toepassing is, zich wenden
tot den secr.-gen. van het dept. van
justitie dus niet tot winterhulp.
Tot het hoofdbureau van winter
hulp te 's-Gravenhage kunnen zich
de organisaties op charitatief gebied
wenden, die op eigen wijze binnen
het raam van winterhulp willen ver
der werken. Het is niet de bedoe
ling, dat de actie dezer organisaties
wordt afgebroken. Coördineeren, niet
opruimen of beconcurreeren is de
taak van winterhulp, zooals de heer
Piek die ziet. Dergelijke aanvragen
kunnen echter eerst na 25 Nov. wor
den ingezonden.
Wat het werk van Winterhulp Ne
derland zelf betreft, kon de heer
Piek gewagen van de groote mede
werking, welke hij van de zijde der
secretarissen-generaal en van de
commissarissen der provincies onder
vindt. Ook het contact met de bur
gemeesters verloopt aangenaam. De
heer Piek reist het land rond en
houdt in elke provincie besprekin
gen in vergaderingen van telkens 60
tot 80 burgemeesters. De organisatie
groeit intusschen en wordt uitge
bouwd over alle groepen der Neder-
landsche samenwerking. Geen groep,
welke dap ook, wordt daarbij uitge
schakeld.
Negatieve reactie.
De publieke opinie echter is
nog niet wat zij wezen moet. De
heer Piek moest daarover bit
tere woorden zeggen. Is het geen
kwajongenswerk, wanneer in
het land 60 tot 70 procent van
de plakkaten van winterhulp
worden afgescheurd? Dit ge
tuigt van een geest, die tegen
gesteld is- aan het ware volks
belang.
Hetzelfde geldt voor de versprei
ding van allerlei dwaze geruchten.
Er is gezegd, dat het geld naar
Duitschland zou gaan. Alsof Duitsch-
land hier niet op veel eenvoudiger
wijze geld zou kunnen krijgen, als
het dat wilde! Heeft de heer Piek
dan in zijn financieele commissie,
in de accountantscontrole en in de
samenstelling van den staf van me
dewerkers dan nog niet genoeg
waarborgen geschapen tegen derge
lijke praatjes? Zelfs komt het voor,
dat hij voor een Duitscher wordt
aangezien. „Hij spreekt goed Ne-
derlandsch", zegt men dan verwon
der^. Nogmaals, aldus de heer Piek,
de winterhulp Nederland werkt al
leen ten gunste van het Nederland-
sche volk, zooals de rijkscommissa
ris en anderen toch afdoende duide
lijk hebben verklaard.
Ons volk leeft in een toestand
van passiviteit. Daar wil de
heer Piek niet over oordeelen,
als deze mentaliteit maar niet
de belangen van het eigen
volk schaadt.
Het Nederlandsche volk moet zijn
krachten bijeenrapen en sterk wor
den. Tegen hen, die zich in deze da
gen tegen de gemeenschapsgedachte
meenen te moeten verzetten, zal de
heer Piek den handschoen opnemen.
In de arbeid van winterhulp ziet
hij een middel om te komen tot een
organisatie der liefdadigheid in
breeder verband, tot een coördina
tie van de vele met de beste bedoe
lingen opgezette particuliere acties,
waardoor en groote vereenvoudi
ging en efficiency zal worden ver
kregen. Indien men weet dat in
1939 in Nederland 9400 collectes zijn
gehouden en men vergelijkt daarbij
de sociale nooden die toch ongedekt
bleven, dan ziet men toch wel in
dat op het gebied der liefdadigheid
nog wel een en ander te doen is. De
inzameling van 29 en 30 November
wordt gehouden onder de directe
verantwoordelijkheid van de burge
meesters. Dezen doen hun best. Mo
ge de bevolking, aldus de heer Piek,
hen in hun arbeid steunen, opdat
deze een succes worden.
De datums 29 en 30 November zijn
gekozen omdat op die dagen de
meeste menschen wel over hun
loon kunnen beschikken en omdat
andere data moeilijk waren. Moch
ten er menschen zijn die lever later
een gift zenden, dan wordt bij dezen
herinnerd aan het gironummer
5553, en aan de mogelijkheid om bij
elke bank op de rekening van win
terhulp bij de kasvereeniging te
Amsterdam bijdragen te storten.
Als Jansen uit visschen gaat,
neemt hij de noodige voorzorgs
maatregelen.
TORPEDO'S VOOR ENGELAND. Snelbooten nemen torpedo's aan boord. Lang
zaam dalen de reusachtige projectielen op de boot en worden daar op de voor hen
bestemde plaatsen gebracht, (Hoffmann)
KONING MICHAEL VAN ROEMENIE EN DE KONINGIN-MOEDER NAMEN DEEL
AAN HET FEEST VAN DE LEGIONNAIRS TE LASI. Op dit feest waren tevens
vertegenwoordigers van de Hitler-Jugend en van de ItaliaanscheFascistische jeugd
tegenwoordig. Koning Michaël en de Koningin-Moeder bij het inspecteeren van de
eerewacht van de Hitler-Jugend. (Hoffmann)
Twee dooden.
Gistermiddag reed op den Schie-
damscheweg te Rotterdam een tram
van lijn 16 met volle vaart op een
auto met aanhangwagen, welke uit
de Spanjaardstraat kwam. De aan
hangwagen kantelde en sloeg om,
waarbij twee personen, die zich
naast de auto bevonden, er onder
geraakten. Een 28-jarige vrouw
werd op slag gedood en een 45-jari-
ge man ernstig gewond. Beide
slachtoffers werden door den G. G.
D. naar het ziekenhuis aan den
Bergweg vervoerd. De man is in
loop van den avond overleden.
BOMMEN OP ONS LAND.
Het A.N.P. meldt: In den nacht
van Maandag op Dinsdag hebben de
Engelsche luchtaanvallen hier te
lande geen noemenswaardige schade
aangericht.
NAGELATEN BETREKKINGEN
VAN VERMISTE AMBTENAREN.
Tijdelijk pensioen.
Met terugwerkende kracht tot 10
Mei 1940 is een beschikking ver
schenen van den secretaris-generaal
van het departement van binnen-
landsche zaken nopens een regeling
voor tijdelijk pensioen aan de nage
laten betrekkingen van vermiste
burgerlijke ambtenaren en van ver
miste gewezen burgerlijke en mili
taire ambtenaren, voor zoover de
vermissing onmiddellijk het gevolg
is van den oorlogstoestand.
Blijkens deze beschikking is het
bepaalde in artikel 44 der pensioen
wet 1922 (Staatsblad no. 240) en in
artikel 18 der militaire weduwen-
wet 1922, zoomede hetgeen in an
dere met die artikelen verband
houdende wettelijke voorschriften
terzake is bepaald, mede van toe
passing op de vrouw en de kinde
ren van een amtenaar, die niet in
de uitoefening van zijn dienst ver
mist geraakt en op de vrouw en de
kinderen van een gewezen burger
lijk ambtenaar, respectievelijk van
een gewezen militairen ambtenaar,
die is vermist geraakt, indien de
vermissing onmiddellijk, dan wel
middellijk het gevolg is van den
op 10 Mei 1940 ingetreden oorlogs
toestand en er, ter beoordeeling van
den pensioenraad, bedoeld in arti
kel 10 van eerstgenoemde en in ar«
tikel 4 van laatstgenoemde wet, ge
gronde redenen bestaan om aan te
nemen, dat de vermiste vóór het
eindigen van dien oorlogstoestand is
overleden.
DE GEHEIMZINNIGE SCHOTEN
IN LEIDSCHENDAM.
Den geheelen dag is Maandag te
Leidschendam het onderzoek inzake
de aanslagen op de woningen van
burgemeester Banning en den ge
meentearchitect den heer de Regt,
met kracht voortgezet, echter zonder
eenig tastbaar resulaat. Ook is een
bezoek gebracht aan eenige schuit
jes, welke aan de overzijde van de
burgemeesteiswoning lagen gemeerd
en niet mochten vertrekken; 1 doch
'ook hier leverde het onderzoek geen
resultaat op. Een gedeelte van den
Oostvliet. is door gemeentepersoneel
afgedregd, doch het wapen, waar
mede de schoten Zaterdagnacht zijn
gelost, is nog niet gevonden.
Ml R. WffiEN. DETROIT
25)
„U verzamelt postzegels?" vroeg
Ben Beverly, wiens scherpe oogen
dadelijk de albums ontdekt hadden.
„Heerlijk! U moet me uw verzame
ling straks eens laten zien".
„Graag", zei Sherman, „maar
eerst wil ik u vertellen, wat er al
lemaal op de „Santa Barbara" ge
beurd is".
„Goed, gaat uw gang".
Sherman deed zijn relaas. Boven
op de brug voerde de eerste officier
het commando en langzaam gleed
de „Santa Barbara" naar de open
zee. Alle passagiers waren weer aan
boord.
Terwijl Sherman vertelde, pakte
Ben Beverly een album en bekeek
hij de postzegels. Sherman onder
brak zijn verhaal.
„Straks misschien beter. Het leidt
u af!"
„O", zei Ben Beverly, „de geschie
denis is verder niet interessant
meer. Ik heb me de stukken over
Grizzard laten geven, maar er staat
niet veel in. Nooit hebben ze hem
iets kunnen bewijzen. Kapitein Uw
verzameling is prachtig. Die van mij
ook. We zouden heel wat zegels
kunnen ruilen, als u eens in Wash
ington komt".
„Natuurlijk", zei Sherman, „maar
nu komen we aan het geval-Stevens.
Die werd overboord gegooid
„En verdronk waarschijnlijk"
knikte Ben Beverly. „Nou, wat is
dat! Deze zegel is toch
„Neen, hij verdronk juist niet",
zei Sherman geraakt. „Hij werd op-
gevischt en gaf den volgenden dag
een filmspeler een pak slaag, dien
hij ervoor aanzag, dat hij hem dat
bad wegens een ruzie had aange
daan. Maar wij gelooven dat geen
van allen".
„Dan was het Grizzard", zei Ben
Beverly beslist. „Grizzard doet zoo
iets zonder dat het gemerkt wordt".
„Grizzard heeft den heelen avond
gebiljart".
„Dat is juist zijn groote kunst; hij
begaat een moord en doet tege
lijkertijd een spelletje billard. Hij
heeft steeds een alibi. Wie is Ste
vens?"
„Een heer, die voor een groot
concern in Afrika zaken doet".
„Voor welk concern?"
„Dat is bij zulke menschen altijd
een zakengeheim", meende de kapi
tein. „Stevens is naar mijn meening
werkelijk een gentleman".
„Op uw meening komt het niet
aan", zei Beverly vriendelijk. „Weet
u, misdaden gebeuren altijd alleen,
omdat de menschen tevoren een
verkeerde meening hebben". Ben
Beverly wees op het- album. „Deze
groene
„Mr. Beverly", zeide de kapitein,
„ieder uur kan er weer wat gebeu
ren. We moeten snel handelen! Wilt
u Grizzard arresteeren?"
„Waarom?" vroeg de onverstoor
bare detective. „Eerst moet ik hem
toch iets ten laste kunnen leggen.
Dat hij Grizzard heet en de grootste
wacht even, de grootste schooier
is hij nog niet laten we zeggen
een van de grootste schooiers van
Amerika is, dat is niet voldoende,
kapitein. Onze wetten eischen zoo
veel omslag. Wij van de polftie
vangen de kerels dan komen de
rechters, die willen dit en dat heel
precies weten, zoomaar iets is voor
hen niet genoeg de schurk stelt
een cautie foetsji, foetsji, hij is
weg. Vertelt u maar rustig verder.
Iets over Stevens! Hij heeft er de
zen Don dus flink van langs gege
ven, hè?"
„Ja". Sherman wilde op tafel
trommelen, doch het gelukte hem
met inspanning van alle krachten
zich te beheerschen. „Zooals ik zeg,
ik geloof niet aan de schuld van
Don Alvarez".
„Kwaad zal hem dat pak slaag in
ieder geval, niet hebben gedaan", zei
Ben Beverly nadenkend. „Hij heeft
eens in een film voor inspecteur
van politie gespeeld. Voor de op
vatting, die hij van de politie heeft,
gun ik- hem zijn pak rammel. Nu
moet alleen de regisseur nog wat
hebben".
„Maar mijnheer!" stoof Sherman
woedend op.
„Stil maar, ik weet, dat ik niet
zakelijk genoeg ben. Maar weet u.
teveel zakelijkheid komt in ons be
roep niet altijd van pas. Ik moet
toch ook de passagiers een beetje
leeren kennen. Laat u maar eens
de passagierslijst brengen en ver
telt u mij maar van iedereen iets. Ik
bedoel, Wie hij het hof maakt, of
hij hoog speelt en wat zijn liefheb
berijen zijn. Ik moet namelijk zien
te vinden, op wien die knappe
Grizzard het werkelijk voorzien
heeft".
„Dan zitten we hier diep in den
nacht nog", zuchtte Sherman.
„Kan uw eerste officier u niet
vervangen?"
„Jawel".
„Nu dan. Laat u maar een flesch
whisky komen. Sigaren heb ik bi.i
me. We zullen het ons maar gezel
lig maken".
„Goed", zei Sherman koel. Daar
na belde hij om den wensch van
den dorstigen Ben Beverly te doen
vervullen.
HOOFDSTUK XVI.
„Een nieuwe passagier", zei Ben
Beverly drie uren later, „wordt,
nadat zich verschillende dingen
hebben afgespeeld,- van bepaalde
zijde waarschijnlijk goed in het vi
zier genomen. Dan komt het fatale
oogenblik, dat hij zich moet voor
stellen.
Ik houd niet van dat spelletje
met valsche namen en zulke din
gen. Bovendien moet ik zonder op
te vallen alle plaatsen van het schip
met inbegrip van de commandobrug
kunnen betreden. Dat zou echter
opvallen, zoolang ik in mijn gewone
pakje rondloop. Daarom houd ik
het voor het beste, dat ik een uni
form krijg. U kunt u op de zwijg
zaamheid van de bemanning verla
ten, niet?"
„Beslist", zei kapitein Sherman.
„Desondanks zullen we voorzich
tig zijn. Strooit u het praatje maar
rond, dat ik ja, wat ik ben, dat
moet u weten".
„Jefferson is ziek geworden en in
Casablanca achtergebleven" zei de
kapitein. „Hij heeft een aanval van
malaria. U kunt de plaats van Jef
ferson innemen".
„Welke functie heeft die man?"
„Hij had binnendienst. Alle ste
wards
„Kapitein", zei Ben Beverly, „ik
wil me er niet toe leenen, de dames
de japon dicht te knoopen!"
„Onzin", zei de kapitein. „Dat
hoeft u ook niet. U hoeft alleen
maar met een tamelijk stréng ge-
zich rond te loopen en naar het een
en ander peinzend te kijken, dat is
genoeg. Bij ons loopt alles op rol
letjes, ik heb mijn menschen aan
een touwtje. U bent in zeker op
zicht een soort controleur. U heeft
geen streng voorgeschreven dienst,
maar u kunt iedere hut binnen
gaan om te zien, of alles in orde is.
Ik zal u steeds zeggen, welke beve
len u telkens als chef van den bin
nendienst zult hebben te geven. Ik
vertel u ook iederen keer, hoe u be
velen te geven hebt, om de men
schen een rad voor de oogen te
draaien. De bemanning heeft haar
bezigheden en niemand heeft tijd
om zich met u te bemoeien. Alleen
ae officieren zullen dadelijk wat
merken en die moet ik even in ver
trouwen nemen".
„Is er onder hen geen rotte ap
pel?"
„Ik wil de hand voor ze in het
vuur steken. We kunnen op hun
zwijgzaamheid rekenen".
„Goed, dat is dan in orde". Ben
Beverly dronk met een tevreden
gezicht zijn twaalfde glas leeg. „Nu
de uniformkwestie! Hoe kom ik aan
zoo'n ding?"
„Ik zal wel iets passends voor u
vinden. Maar u mag in dienst niet
rooken!" (Wordt vervolgd).
Vilf
iifl
'lilt