A De steeri der wijzen vroeger en thans Elke Lepel helpt/ f Transmutatie van elementen is thans zeer wel mogelijk. Nieuwe energie-bronnen voor de toekomst? GEMEENTERADEN Amsterdamsche brief. Van fietsers en trammers. UIT DEN ALK Een korte dag u •1 Uit de middeleeuwen zijn ons tal van authentieke dan wel gefanta seerde- verhalen overgebleven, in het middelpunt waarvan geheim zinnige mannen staan, halve of heele toovenaars, ook wel en wellicht in de meest gevallen bedriegers, die hun geheele leven arbeidden met mysterieuze formules, met allerlei nog mysterieuzer stoffen en mengsels, met kolven en retorten. Het waren de alche misten, in zekeren zin de voorganngers van de tegenwoordige che mici, die hun tijd doorbrachten met het zoeken naar den steen der wijzen, waardoor het mogelijk zou zijn allerlei oiiedele metalen in edele, ja zelfs in goud te veranderen. Het is zonder meer duidelijk: hijwien het gelukken zou den steen der wijzen te vinden, zou op slag een rijk en vermogend man zijn, de machtigen der aarde zouden zich tot hem wenden, hij zou de bescherming genieten van koningen en keizers, want het goud zou bij bakken vol zijn laboratorium uitgedragen worden. Trouwens, ook zonder dat zij de juiste methode hadden gevonden konden deze alchemisten zich al verheugen in de gunst van de grooten der aarde, en menigeen onder hen kon van den koning of den keizer net zoo veel geld los krijgen als hij maar hebben wou, want al die sommen zouden zich wel eens honoreeren.,.. Die kapitalen zijn hooit gehonoreerd, en al het geld, dat gestoken is in de middeleeuwsche alchemisterij is verloren geld geweest, be houdens dan het feit, dat deze scheikundige vorschei's, voor zoo ver zij althans serieus en geen bedrieger waren, toch wel het oen en ander hebben gevonden, waarop de latere chemie heeft kunnen voortbouwen. Ondanks alle pogingen, ondanks alle witte of zwarte magie, ondanks alle toovonaarsbezweringer», ondanks zelfs honderden volle en nieuwe manen, die er een zeer actieve rpi in hebben gespeeld, is het nooit of te nimmer gelukt den steen der wij zen te vinden behalve dan mis schien in zuiver geestelijken zin is het nooit gelukt uit onedele me talen edele te maken, laat staan zuiver goud, En het is nog niet eens zoo heel l2ng geleden, dat de moderne schei kunde het streven der alchemisten met een medelijdend schouderopha len voorbij ging, en leeraarde, dat onze geheele wereld is opgebouwd uit een bepaald aantal elementen, die op zichzelf de grondstoffen zijn, welke elementen niet in elkaar kun nen overgaan. Daarbij werd dan tevens geleerd, dat de materie, de stof, dus de ele menten, bestaan uit zeer kleine deeltjes, de moleculen, die op hun beurt weer worden gevormd door atomen, de kleinste en verder on deel- of splitsbare eenheden van het element, Punt. Uit. Voor de wetenschap echter bestaat er geen punt, en geen uit, Zij gaat steeds verder, en steeds dieper op de dingen in, en zoo is men in de laatste vijftien jaar langzaam maar zeker tot de conclusie geko men, dat men er met die atomen uiteindelijk nog lang niet was, dat die atomen eigenlijk wereldjes op zichzelf zijn, waarin zich dingen af spelen, waarvan men voor dien geen flauwe notie had kortom, de che mische wetenschap en ook de phy- siea beleefde een revolutie, zooals nog weinig wetenschappen ooit heb ben meegemaakt, of misschien nog zullen meemaken. Groote geleerden, scherpzinnige vorschers en schitterende en vernuf tige instrumenten gaven het aanzien aan.de moderne atoomtheorie welke de laatste jaren zooveel opzien en furore heeft gemaakt, en die ons in- KOSTBAAR FOTOTOESTEL GESTOLEN. Dezer dagen kwam een Leidsche fotohandelaar tot de onaangename ontdekking, dat uit zijn étalage een kostbaar fototoestel terwaarde van ruim 500 gulden was verdwe nen. De politie werd van de ver missing in kennis gesteld. Er werd nagegaan, wie den winkel in de laatste uren had bezocht, waarbij de verdenking viel op een 25-jari- gen jongeman, E. R. M. Toen de rechercheur zich aan diens woning vervoegde, bleek M. juist naar Utrecht te zijn vertrokken. Onmid dellijk werd de Utrechtsche politie gewaarschuwd, zoodat de jonge man bij aankomst direct aange houden kon worden. Bij fouillee ring bleek hij het fototoestel nog in zijn bezit te hebben, zoodat ont kennen onmogelijk was. M. is naar Leiden overgebracht. TER MONSTERING AANGEWEZEN PAARDEN. Verkoopverbod. Het rijksbureau voor de voedsel voorziening in oorlogstijd maakt be kend, dat het verkoopen van paar den, die zijn aangewezen om ter monstering voor de Duitsohe vorde ringscommissies te verschijnen, ten strengste verboden is. De paarden, die voor deze monstering zijn be stemd, moeten in ieder geval worden voorgeleid en het wegblijven van deze monstering kan inbeslagneming van de paarden ten.gevolge hebben. Koopers van paarden worden er op gewezen, dat het koopen van een paard, dat nog ter monstering moet verschijnen, eveneens verboden is en dat inbeslagneming van een der gelijk paard kan volgen, zicht in tal van dingen, onder andere in de structuur van de stof, en in tallooze chemische en physische pro cessen heeft verduidelijkt en ver helderd. Zij, de atoomtheorie, heeft de wetenschap tot de conclusie ge leid, dat materie eigenlijk niet an ders is dan energie, gebonden ener gie weliswaar, en dat de popular gezegd eleetrische samenstelling ,van het atoom kenmerkend is voor de stof zelf. Ruwweg, zonder nu in détails te treden kan worden ge zegd, dat de samenstelling van de atoomkern, en het aantal daar om heen draaiende protonen en éiectre- nen voor ieder element verschillend is, maar ook voor leder element op zichzelf, constant, al kent men te genwoordig ook de zoogenaamde isotopen, dat zijn variaties van het zelfde element, die zleh van elkaar onderscheiden door 'n iets verschil lend atoomgewicht, Zoo kent men bijvoorbeeld „zwaar water", dat is water met een iets zwaarder atoom - gewicht dan normaal. Alles, wat zich binnen de grer, zen van het atoom afspeelt, is tegen woordig het onderwerp' van heel veel studie en onderzoekingen wij! men aan de hand van de uitkomsten dezer onderzoekingen verklaringen kan vinden voor tal van verschijn selen, Dat dit onderzoek buitenge woon inspannend en moeilijk is, kan reeds worden geconcludeerd uit hei feit, dat men hier te doen heeft met afmetingen zoo ontzagwekkend klein, dat zelfs de sterkste micros coop hier den dienst tVeigert. Maar door deze onderzoekingen is men eveneens tot de conelusie ge komen, dat deze oude alchemisten, waarover we het in den aanvang hadden, toch nog zoo gek niet wa ren. Althans niet in dezen zin, dat het wal degelijk in beginsel moge lijk is, om het eene element om te zetten in het andere, dus om uit 011. edele metalen edele te maken. Al leen: langs chemischen weg, en Ja alchemisten kenden geen anderen, kan het niet. Maar hij, die de wegen der moderne atoom-physica heeft leeren bewandelen, erkent de prin- cipjeele mogelijkheid. Wat is toch hét geval? Men heeft ontdekt, dat het zeer wel mogelijk is om veranderingen in een bepaalde atoomkern aan te brengen, en in de banen, welke de electronen daar omheen afleggen En aangezien wij hierboven reeds uiteen zetten, dat een bepaalde kern- samenstelling en een bepaald aantal electronen het karakter van het element bepalen, hebben we hier dus inderdaad den steen der wijzen; wij kunnen het karakter van een element veranderen, dus het eene over laten gaan in het andere. Transmutatie noemt men dat. Het zou ons te ver voeren, om haarfijn uiteen te zeten, 'hoe men deze transmutatie tct stand brengt. Het principe van deze onge twijfeld interessante bezigheid is, dat men uit bepaalde atomen electronen en ook kernbestand- deelen wegschiet, door deze atomen en hun kernen als het ,ware te brmbardeeren mét zeer harde eleetrische stralen die ook weer uit sterk electrisch geladen deeltjes bestaan. Daarbij komen ontzaglijk hooge. eleetrische spanningen te pas, zoodat het zonder meer duidelijk is, dat deze methode om het eene element te veranderen in het andere, groote sommen gelds verslindt, meer dan de middeleeuwsche koningen en kei zers hun alchemisten toestopten om hun proeven voort te zetten., Voorloopig zullen wij dus nog wel geen fabrieken zien verrijzen, waarin men uit kwik goud maakt door middel van electronenbombar- dementen. Maar men vraagt zich momenteel in de laboratoria, waar deze werkzaamheden verricht wor den, af, hoe men zich eenmaal de bij zulk een atoomsplitsing vrij ko mende energie zal kunnen ten nutte maken. Want deze energieën zijn ontzagwekkend groot, vergeleken bij alle andere energiebronnen, waar over de menschheid momenteel de beschikking heeft. En in de?e richting ra at in hoofd zaak het denken van de tegenwoor dige atoomphysici; hoe zal de menschheid, ie jaarlijks geweldige hoeveelheden energie noodig heeft, en haar bronnen eveneons met het jaar ziet slinken (hoe lang houden onze steenkolen- en aardolievoorra- deft het nog-,) zich onmeetbare hoe veelheden kinnen temmen in de eerste plaats, en vervolgens er een nuttig gebruik van kunnen maken? Want men heeft bciekend, dat 'in de atomen van bijvoorbeeld een gram water of hout mgeveer 25 millioen K.W.U, beschikbaar is. Het Is inderdaad voor de technici om van te watertanden. De groote moeilijkheid is echter, dat het even tueel vrij komen van deze energie- ophooping zulke verwoestende krach ten zou meebrengen, dat het op een totale vernietiging zou uitloopen. Blijft dus nog altijd de vraag: hoe zal de rnensch ook deze natuur kracht aan zich kunnen binden? De vraag is nog op geen stukken na beantwoord, en toch gloort reeds aan de kim een verrassend nieuwe toe komst. Maar eerst moet ook in dit pro bleem al wederom de steen der wij zen werden gevonden. NOORDSCHARWOUDE. De begrooting 1941 vastgesteld. De gemeenteraad vergaderde Vrijdagmiddag onder leiding- van ourgemeester jhr, A. L, van Speng- ,er De heer Schril ver was afwezig. In zijn openingswoord heeft de voorzitter een gedachtenisrede uitge sproken n, a. v, het overlijden van uaron Roëli, den commissaris dezer provincie, De gemeenterekening over het dienstjaar 1038 was goedgekeurd van Ged, Staten terug ontvangen, In verband met de opmerkingen van Ged. Staten werden" de posten voor steunverloening en werkver schaffing in de begroeting 1940 ver. minderd. Bij de behandeling van de begroa- tingen voor 1941 deelde de voorzitter mede, dat de gemeentebegrooting fluitend is gemaakt, zij het met heel wat, hoofdbrekens, door f 2000 te ge bruiken van de reservé van 4500, welke indertijd gevormd is, Het is best mogelijk, dat deze reserve niet aangesproken moet worden, als do uitkeeringen van het rijk een beetje meevallen. De reserveering van f 1000 van de uitkeering van het P. E, N, voor de overdracht van het G. E. B. heeft dit jaar niet kunnen geschieden, ih tegenstelling met de drie voorgaande jaren, waardoor nu 3000 in reserve 'is, B, en W. stelden voor, de verhoo- ging van de vergoeding aan den ad ministrateur van het Maatschappelijk Hulpbetoon achterwege te laten, nu de samenvoeging van de Langen- dijker gemeenten voor de deur staat, De heer D u y v e s was van mee rling, dat er bij de samenvoeging nog wel meer te regelen en te ver anderen zou zijn. Men kan het sala ris toch verhoogen tot aan dien tijd? Da v oorzitter vestigde er de aandacht op. dat ook ten aanzien van andere zaken een afwachtende hou ding wordt aangenomen in verband met de samenvoeging. De heer K o o ij zeide, dat B. en W. van oordeel waren, dat de samen- veeging per 1 Janunri tot stand zou komen, zoodat het besluit overbodig zou zijn. Als dit niet doorgaat, kan men toch achteraf ook nog een be slissing nemen van terugwerkende kracht. De voorzitter merkte op, dat het werk meer beschouwd moet wor den als liefdewerk. Het is geen amb tenaar, maar er moet er ook geen van '.emaakt worden. De vergoedingen in andere gemeenten is veel minder. Men diant deze functie te beschou wen als een eere-p_ositie. De heer B r u ij n was vóór ver hooging van het salaris. Ten aanzien van den administrateur gaat z.i. deze rodeneering van eere-pogitie niet op. Nadat nog eenige heeren het woord gevoerd hadden en de heer Kooij had herinnerd aan het eertijds gedane voorstel om het salaris ep' 150 te brengen, besloot men de begrooting van het M.H. goed te keuren, waard'oor de administrateur dus 200 per jaar zal ontvangen. Als gem.-subsidie wordt 10.000 ge raamd. De heer Van den Abeele merkte op, dat hoewel besloten is, dat geregeld controle zou worden uitgeoefend, B. en W. dit nog niet gecfaan hebben. De voorzitter antwoordde, dat er reeds -controle bestond door dat de gelden in termijnen werden uitgekeerd. De heer D u y v e s rapporteerdei dat de gemeentebegrooting 1941 in orde was bevonden. De heer J. Kliffen vroeg, hoe het stond met de toegezegde bespre kingen over het gezamenlijk strooi en van zand bij gladheid. De vorzitter zeide, dat hier over in verband met de samenvoe ging van de Langendijker gemeen ten niet gesoroken wasa. Daarna werd de gemeentebegroo ting vastgesteld, voor den gewonen dienst op een totaal van 106.823.72 en voor den kapitaaldienst op een totaal bedrag van 42632.56. De heer Van den Abeele besprak de werving Van arbeiders voor Duitschland. Als er landarbeiders -aar DU'tscHLpd gaan. blijven zij 3' /traanden weg. Kunnen B. en W. ei nog iets aan doen, dat er voldoende arbeiders beschikbaar blijven, voor deze streek? Ook zijn er vele arbei ders aan het baggeren. Deze kun nen den geheelen winter ongeveer doorgaan, maar moeten zij ook naar Duitschland als zij nu tengevolge van de vorst niet kunnen baggeren? De voorzitter heeft hierop geant woord, dat B. en W, de voorschrif ten moeten uitvoeren. Een advies, zooals de heer Van den Abeele vraagt, ligt niet binnen hun compe titie. OUDORP. De raad dezer gemeente kwam Vrijdagavond bijeen onder voorzit terschap van burgemeester W, Bos. De heeren Jongebloed en Corbié waren afwezig. Aan het r. k. Lyceum te Alkmaar werd voor het cursusjaar 1939/1940 f 100 subsidie verleend. Afgewezen werd een verzoek om subsidie van de commissie voor ma- laria-bestrijding. Blijkens ontvangen schrijven van het departement van sociale zaken werd de steunregeling verlengd tot en met 28 Juni 1941, De gemeenterekening 1938 werd gewijzigd conform de opmerkingen van Ged. Staten. In verband met de te verleenen vergoedingen, aan de r. k. scholen werden de uitgaven van de open bare school voor het jaar 1941 be groot op f 10.31 per leerling De uit gaven over 1939 werden vastgesteld op f 11.92 per leerling. De gemeente-begrooting werd vastgesteld op een totaal aan in komsten en uitgaven van ruim 70,000 en de begrooting van het burgpeUP- 0r, f Q(579 gg w.o, 8500 subsidie van de gq- neente. Voor het komende belastingjaar zullen 75 opeenten worden geheven op de gemeentefondsbelastin'g. Na toelichting van de voorzitter werd besloten aan dit verzoek in principe medewerking ta verleenen aan een verzoek van het r. k. school bestuur tot het beschikaar stellen van de bgnoodigde gelden voor; o. de inrichting van een gymnastiek lokaal; b. het aanschaffen van leer en hulpmiddelen voor het gymnas-" tlekonderwijs; c. het betegelen van de cn°elolaats achter de school. KLEINE TUINEN BEVROREN KAMERPLANTEN. In een winter ais deze, nu in vele huizen minder gestookt wordt dan men gewend was, zai het voor me nige liefhebber niet zoo eenvoudig zijn om alle kamerplanten vpor be vriezen te behoeden. 'Hoe dikwijls zijn de planten niet over verschillen de kamers verdeeld, om over de hail of gang nog maar niet eens te spre ken, en wanneer we ons slechts één enkele brandende kachel in huis kunnen permitteeren, is het aller minst eenvoudig, alle planten in dat eene vertrek onder te brengen. En zoo zullen er veie planten in de kou moeten blijven staan wegens plaatsgebrek, met alle gevolgen van. dien. Het is voor heel veel planten op zchzeif heelemaal geen bezwaar bm den winter in een koud vertrek door te brengen, als we er dan maar om denken ze daar weinig of geen water te geven, want het water verdampt in de kou zeer Ln^zaam, blijven de planten dus lang nat, dan kan rot ting bet gevolg zijn, terwijl zij bij vorst eerder bevriezen, dan een plant die volkomen droog staat.' We eonstateeren of een plant be vroren is aan een zekere glazigheid van stengels en bladeren, terwijl dikwijls de kleur ook verandert en de bladeren een treurenden stan i aannemen. Een bevroren plant be hoeft nog heelemaal geen hopeloos geval te zijn, mits we haar maar niet meenemen naar de warme kamer, want dan is zij onherroepelijk ver loren, èn is het middel erger dan de kwaal. Wanneer we er maar voor zorgen dat de ontdooiing uiterst langzaam kan geschieden, zijn we al een eind op den goeden weg en daartoe zetten we zoo'n bevroren exemplaar in een donker koel vertrek, dat maar net vorstvrij is, en begieten daar de bla deren met koud water, dat het vries punt ook al weer niet te ver te boven mag gaan. Na deze behandeling la ten we haar rustig in deze koele duisternis staan, tot de plant ge heel ontdooid zal zijn, eerst als zij haar normale gedaante weer heeft gekregen mogen we haar in eer. verwarmde kamer brengen, waar zü dan een plaatsje krijgt in het volle licht. Tot de planten die het beste tegen vorst bestand ziin behooren Aralla. Aspidistra en Azalea, terwijl de Stei van Betlehem die er- op bet oog zoo teer uitziet een vorst van 7 graden verdragen kan. De meeste kruid achtige planten als Primula's, Bego nia's en Balsaminen zijn bij vorst het eerste weg. Veel kunnen we voorkomen door de planten 's avonds met kranten te bedekken of liever bij strenge vorst ra te wikkelen, terwijl groote for- sche planten, die moeilijk met kran ten te beschermen zijn, in een oude wollen deken of molton gerold kun- r-en warden een uitstekend voorbe hoedmiddel, speciaal aan te beve len als we eenige dagen uit de stad caan. We leggen dan de op die ma pier ingepakte planten gewoon op Een wetenschappelijk aangelegde bewoner van de maan of van Mars, die ons Amsterdammers bij wijze van pas-ontdekten vreemden volks stam onder de loupe zou nemen, zou ons in zijn studie waarschijnlijk in twee groepen verdeelen, die van de' trammers en die van de fietsers. De derde groep, die van de schaar- sche wandelaars, zou hij daarbij on getwijfeld als een te verwaarloozen factor uitschakelen. En de vierde groep, die van de hoogst zeldzame menschen in auto's, wel die zou hij later nog wel eens afzonderlijk bekijken, al zou hij er, naar ik aan neem, voorloopig alvast dit van zeg gen, dat deze lieden z.i, tot een blijkbaar tegelijkertijd bevoorrech ten en.... langzaam uitstervenden menschenstam behoorden. In elk ge val, zijn voornaamste aandacht zou hij wijden aan het verschil tus- schen de fietsers en de trammers! Hij zou dat een heel erg moeilijk probleem vinden. Beliooren de trammers tot een hoogere kaste dan de fietsers, of omgekeerd? Eers' denkt hij; de fietsers zijn vast en zeker een lager soort menschen, zij moeten immers zichzelf voorttrap pen en zij moeten tegen kouden wind en natten regen optornen, ter wijl de trammers in een beschutten wagen vervoerd worden, waarin zelfs banken staan. Maar als de man ivan Mars of van de maan zich dan zelf in zoo'n tramwagen onder de trammers zou begeven, zou hij toch weer aan het twijfelen raken. Neen, die fietsers zijn hier de aristocraten en de trammers zijn hier de slaven, zou hij in zich zelf mompelen. Want: alleen slaven laten Zich zoo behan delen als die trammers zich dat laten doen, Luister b.v. hoe die geuni- formde slavendrijver hen toe schreeuwt: naar voren alstublieft, naar vóren zeg ik, blijf toch'niet al lemaal bij den ingang staan! En dan, laten de slaven zich met norsche, doch gedweeë gezichten verder hun hok induwen. Daar hangen ze dan aan lussen, er is zoo weinig plaats voor hen, dat ze op eikaars schoenen moeten gaan staan, daar zwaaien ze kreu nend tpgen elkaar op, als de wagen een bocht omgaat, en de slaven drijver reept maar boos en toornig: 'n beetje gauwer uitstappen, alste- blieft en: schiet daar een beetje meer op, alsteblieft! en zóó nijdig zegt hij dat, dat de man van Mars of van de maan wel moet aanne men, dat clat woord „alsteblieft" een zelfde soort .uitdrukking is als die men op zijn planeet met het woord vloek pleegt te betitelen. Zoo zou die man van Mars of van de maan ongeveer redenoeren, maar het pro bleem waarvoor hij zich geplaatst zag, zou hij er niet mee opgelost hebben De stad zonder ondergrondsche. Trouwens, wij Amsterdammers zélf zijn het er ook niet met ons zelf Qver eens, wie cr nu eigenlijk het barste en moeilijkste leven leiden: wij, die 's ochtends naar ons werk vervoerd worden in een slavenwa- gen 'waarin we eiken dag opnieuw geradbraakt worden tegen beta ling nog wel of zij die 's och- tens op hun fiets naar de city trach ten te komen. En dus leggen we dat probleem dan maar aan de pructijk voor: als we een paar maanden in de tram gereden en geleden hebben, probeeren we 't maar weer eens met de fiets, en als we genoeg hebben van dat levensgevaarlijke fietsen door een levensgevaarlijke binnen stad, prol eeren we 't maar weer eons met de tram. Maar echt geluk kig en tevreden zijn we nooit, We zullen het ook nooit kunnen worden met die nauw- en raar-gebouwde binnenstad van ons, waar we eiken ochtend toch maar binnen moeten zien te komen, hoewei dat met die paar benauwde toegangswegen eigenlijk niet gaat. Hadden we maar, als Londen, Berlijn eri Parijs, een ondergrondsche, die het straatver keer ontlastte, maar omdat Amster dam nu eenmaal op een moeras en niet op grond gebouwd is, kunnen we eenvoudig bij gebrek aan grond geen ondergrondsche maken. Had den we maar niet zulke smalle Leid sche- en Utrechtsche- en Spiegel straten," maar ja die zijn er nu eenmaal en we Veranderen ook lie ver niets meer aan onze binnenstad, sinds we ons achteraf dóód hebben moeten schamen over dat gedempte Rokin, dat eens zoo mooi en .zoo echt-Amsterdamsch was, terwijl het numaar laat ons daarover liever zwijgen. Met z'n achthonderdduizend Am sterdammers zijn we en daarvan moet de helft op z'n tijd allemaal Zoodra U een lepel Abdijsiroop hebt ingenomen voelt U aj direct de ver* zachtende. slijmoplossende werking. Na elke lepel bemerkt U dat de slijm loskomt, dat Uwhoest minder scherp en minder veelvuldig wordt. Ge zult U prettiger voelen, minder afgemat. Binnen enkele dagen zal Abdijsiroop dien naren hoest verdreven hebben. Deze werking dankt AKKER's Ab dijsiroop aan haar samenstelling uit oude beproefde geneeskruiden, waaraan nu nog is toegevoegd de krachtig hoeststillende stof codeïne. Terecht zegt. men thans dan ook ,,'s-Werelds beste Hoestsiroop" is: AKKER 'S v&istèzkte Eenige der 20 vneeskr. ruiden De staat van beleg in Turkije. (D.N.B.) - De staat van beleg in "stanboel en de omliggende gebieden, 's met drie maanden verlengd. Het overlijden van Kalüo, (D.N.B.) - Voor het geheele and is 'ot aan de begrafenis van het stoffe lijk overschot van oud-president Kallio rouw afgekondigd. Gister eri np' den dag der bijzetting luiden alle 'ok^-en te 12 en te 18 uur. den grond in de kamer, in ieder geval uit de buurt van.de ramen. Voorkomen is ook in dit geval vrij wat gemakkelijker dan genezen. A. C. MULLER—IDZERDA. ogen hoest, grie^%^bronchitis"asthma lacon SO ct.. f 1.50 f 2 40. f 4.20. Alom verkrui aar aret die dierbaar-ouderwetsche tram v'an ons de Léidschestraat door vraag niet hoe, maar 'tlükt. En met z'n tweehonderd vijftigduizend fiet sers zijn we in Amsterdam en die moeten op z'n tijd óók allemaal de Leidschestraat doorvraag niet hoe, maar 't lukt, Hoe lukt 't dan? Laat ons bij de fietsende kwart millioen blijven. Koelbloedige anarchie, 't Lukt ons, dank zij de koelbloe dige anarchie waarmede wij alle verkeersregels plachten te overtre den, Stoplicht rood, dat beteekende, dat je niet stopte, maar gauw de ver boden straat overflitste! Een stop- streep, die gold voor auto's en wa gens, maar niet voor ons eigenge reide fietsers! Zooveel mogelijk ach ter elkaar fietsen, dat beteekende, dat je zooveel mogelijk naast elkaar fietste! U moest ons zoo breed mo gelijk zien uitzwermen, als het stop licht omgedraaid werd en wij met acht fietsers op een rij heel het ove rige verkeer achter ons blokkeer den, terwijl wij officieel maar met hoogstens twéé per gelid voor de stopstreep mochten wachten! En dan hingen we, al fietsend, met on zen eenen arm aan een tram of lie ten ons op dezelfde manier door een vrachtwagen meesleepen! En als we dan plotseling moesten loslaten, vielen we natuurlijk tegen andere fietsers op en dan lagen we boven en over en onder elkaar. Of we haalden elkaar in, met 'n groo ten uithaal links of rechts van de fietsers vóór ons en dwars tegen alle regelen van de inhaalkunst in. Echte vrijbuiters waren we, echte verkeersanarchisten, echte indivi dualisten van de fietserij, En heelemaal mis werd het met ons, toen het minder druk met auto's op den weg werd. Toen zagen we onze kans pas goed schoon.' Nu was de heele straat voor óns, nu werd het pas goed eiken morgen en avond een ongeorganiseerde massa-aanval per fiets op die gedeelten van de straat, die ons officieel niet toege wezen waren.... De bekeering tot de deugd. Totdat we het blijkbaar al te bont maakten. We waren in de kranten vermaand om ons te beteren, maar het hielp niet. We werden door luid- sprekerauto's achtervolgd, waaruit ons daverend toegeroepen werd, hoe we ons hadden te gedragen, maar ook dat hielp niet al te veel. Dom dat we waren om trots alles in ons anarchisme te volharden! Want nu is het uit.... gehelmde Duitsche verkeerspolitie samen met brave Amsterdamsche agen ten, wier blauw-zwarte uniform bij die van hun Duitsche collega's vergeleken wel erg negentiende- eeuwsch aandoet, hebben ons vorige week op bijna eiken drukken hoek van drukke straten opgewacht en gecontroleerd. En stevig! Eens klaps kónden we het nu! Eens klaps fietsten we zoo model ais we 't nog nooit gedaan hadden, netjes achter elkaar in de rij, niet meer gearmd; zelfs niet met ons liefste vriendinnetje, keurig vlak achter de stopstreep wachtend en nooit met meer dan twee naasl elkaar, sierlijk-pretiès de bochten nemend,'kortom: zóó als'het eigen lijk altijd had moeten zijn. En wee degenen onder ons, die zelfs toen nog last van hun anarchistisch verleden bleken te hebben Hand op het hart: 't was maar goed ook, dat men eindelijk met ons fietsers eens streng werd. En daar om schikken we ons nu zonder mop peren in 't strenge toezicht, waar van ons schuldbesef ons zegt, dat wij het verdiend hebben. Alleenals we er tegelijkertijd een vijf keer breedere Leidsche en Utrechtsche en Spiegelstraat bij hadden gekre gen, zouden we heelemaal blij zijn. Om van onze stille hoop te zwijgen, dat we misschien toch nog op zeke ren dag eens wakker' zullen worden en dat er dan eensklaps trams zullen rijden, die de helft goedkooper zijn en "waarin voor ons allemaal een rustige zitplaats gereserveerd is. Want dan fietsen we heelemaal •iiet meer en zijn de klachten over anze aharchistische fietszonden van- zèlf de wereld uit! Wij gaan, met ingang van 1 nuari, aan alle scholen de lieha lijke' oefening invoeren en zullen er ook voor zorgen, dat t Alkmaarsche jongen voortaar een onzer grachten kan va zonder dat hij op eigen kracht v den hoogen wallekant kan be ken. Of hij dan nog op het dl komt, hangt hoofdzakelijk eventueele voorbijgangers af, niet wegneemt, dat het een 1 heugend feit is, dat het in 01 Raad zoo vaak bepleite sch zwerhmerr nu eindelijk tot wei liikheid zal worden. Heelemaal vrijwillig heeft gemeente dat niet gedaan, v het onderwijs in de lichamel opvoeding is nu voor alle openl en daardoor ook voor de bij: dere scholen een verp.lich voor de gemeenten geworden, t maar is weliswaar noodlijd maar een plicht is nu eenmaal plicht en het Edelachtbare ge schap, dat Donderdagmiddag onze raadszaal conspireerde, dan ook niet het minste bezv het gemeentelijk tekort met kosten van deze verplichting verhoogen. Het eenige d«t sommige ra; leden naar voren brachten was het onderwijs in de lichame! oefening door de gewone on wijzers zal worden gegeven men vreesde met grooten vrc dat er onder de oudere jaargar der Alkmaarsche paedagogen er daar wel eens stramme figi kunnen schuilen voor wie diepe kniebuiging, het maken een „vogelnestje" in de vingen, hoogstandje op de brug of verbeteren van een sehoolrecor de „Overdekte" door gebrek training eenige moeilijkheden kunnen opleveren. Dit gevaar scheen inderdaad denkbeeld^;, maai' de bui'gem ter deed uitkomen, dat er r'sze lessen hoofdzakelijk •enge krachten gebruik zal wo: ■;einaakt, die bovendien nog 1 n-halingscursus zullen volgen ■vaaif niet schriftelijke vn, waarna men blijkbaar wacht, dat zij zoo buigzaam zv zijn, dat 'zij evengoed, en z goedkooper, les kunnen geven ma vakleeraven, die de Couwenhoven bij deze rege wilde inschakelen. Met ingang van 1 Januari ook de eveneens vele jaren in Raad ter sprake gebrachte kin bijslagregeiing worden ingevt Dat kost geld, maar omdat eveneens verplichtend is gewor plaatst men ook de kosten daa „ijskoud" op onze begrooting, langzamerhand een afschi'ik\ kend voorbeeld van gemeente noodlijdendheid is geworden, de zekerheid, dat men zelfs in Haag het daarvoor genoteerde drag niet zal kunnen schrappe Nadat te voren in principe i tot kinderbijslag was besb heetft de ,Raad daarvoor kort leden een bedrag van 6000 o begrooting gebracht waarvar gemeente die een eigen r ling treft vermoedelijk sl< een 3000 zal moeten bet dank zij de voordeelige oms digheid, dat in Alkmaar slecht: 42-tal kinderen van gemeente soneel van deze' regeling zi profiteeren. Nu de begrootingspost door Raad was goedgekeurd en de slag verplichtend is gowo: vond de heer Van de Vall zee recht, dat de tijd om princip bezwaren naar voren te bre verstreken is, in tegenstelling den heer Eriks, die de mee verkondigde, dat men de g: gezinnen béter kan helpen hun belasting te verlagen, door hun loonen te verhoogen, dat kinderbijslag altijd het ge met zich brengt, dat arbeiders kleine gezinnen bij sollicitatii voorkeur zullen genieten. Bovendien verzette hij zich 1 het in de regeling opnemen enkele niet verplichte ambten B. en W. wilden, zooals mei gewoonlijk zegt, liever geen s gezichten zien. Zij wilden oo niet verplichte ambtenaren ir geluk van den kinderbijslag deelen, zij wezen er met n dere raadsleden op, dat de Eriks destijds tegen den betro begrootingspost geen enkel zwaar had gemaakt en zwi dure eeden, dat zij bij geen ei vacature naar het kindertal den sollicitant zullen informe Ondanks het sprookje van ooievaar waaraan geen raadslid meer geloof schiji hechten werd besloten het van de gemeentelijke vroed1 wen van 10 op 12.50 per leverde wereldburger te bre daar gebleken is, dat de oude niet langer gehandhaafd worden. Nu alles duurder wordt, deze tariefsverhooging doo raadsleden algemeen billijk vonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1940 | | pagina 6