fill
X
x
v «-S1
"SI?
1^°
Een gemakkelijk voedzaam
middagmaal voor
weinig geld.
De aardappelen in de schil
koken en brandstof
besparen,
Klein fruit, een factor voor
onze voedselvoorziening.
SlüSpl
o
co
Bevroren aardappelen.
Hoe ze weer eetbaar
worden.
Het behoud van de
voedingswaarde.
Artikel van den
voedingsraad.
Huishoudelijke voor
lichting op voedings-
gebied.
O
-»
CO
O
LU
ce.
>-
ca
9
Q
O
2
«3 sf
&S"S v
.S|ïï|'
Si55'35'!jc.oSs^&|D<SoHoi3Ê
!>0 s 6a Si-a.s c !>i SKt ja -0mS
2 >0
ifi O
(p rS O
75
a
O T?
C bi)
rë rë *3
-*-> 3
O <A
wandjes binnen in het sponzige deeg
wat steviger en zal de taart bij af
koeling niet krimpen.
Mocht mevrouw géén baat vinden
bij deze raad, dan willen wij gaarne
haar recept ontvangen, omdat ons dat
misschien meer zegt.
Zandgebak wordt soms ook met
eieren gemaakt en ook dat zakt na
bekoeling. Daarvoor is een andere
reden, maar vermoedelijk doelt de
vraagster niet op dat soort deeg.
En nu nog iets naar aanleiding
van het gebruik van eenden
eieren.
Zoo voor en na kan men in de
couranten een waarschuwing lezen
om voorzichtig te zijn met het ge
bruik van eendeneieren.
Er zijn eendeneieren in den ver
koop, die zijn besmet met para-
typhusbacillen. Deze eieren kunnen
zonder schade worden gebruikt in
alle gevallen, waarbij verhitting tot
100 gr. gedurende 8 a 10 minuten is
toegepast, zoodat ze tot binnen toe
goed heet zijn geweets.
Hoe gek het ook lijken mag, maar
ln gebak is dat niet het geval.
Zacht en sponzig gebak (ook
brood), wordt van binnen nooit
100 gr. C., het daar aanwezige ei
wordt dus ook niet voldoende verhit
om er op te kunnen rekenen, dat de
paratyphus-bacillen zijn gedood.
Gebruikt dus alleen eendeneieren,
als ge zeker zijt van de herkomst en
deskundigen (van den keuringsdienst
van waren b.v.) U zeggen, dat deze
eieren afkomstig zijn van een on
besmette bron.
Of gebruik de eendeneieren alleen
gekookt, hard gekookt, verwerkt in
eierragout, eiergehakt en dergelijke
gerechten, die het vleesch kunnen
vervangen.
Doe geen eendeneidooier in soep of
Saüs, waarbij ze meestal niet heeter
worden dan 80 gr., alweer tenzij ge
zeker weet, dat de eieren vertrouwd
Zijn.
Na deze beantwoording van een
VTaag met een verlengstuk nog even
een paar andere kleinigheden.
Als men zuinig is met de
kaas, omdat die kaas niet meer
gekocht kan worden in de hoeveel
heden, die men wel zou wenschen,
dan komt het vóór dat de kaas hard
wordt en droog. Jammer van de kaas,
hinderlijk bij het snijden of schaven,
ifjdroovend als Ze geraspt moet
Worden.
Voorkomen doet men dit euvel
leeds door de aangesneden kaas in
een vochtig doekje te wikkelen en
zoo te bewaren. Is de kaas eenmaal
droog, dan is dat niet voldoende
meer. Zacht en zeer goed te snijden
Wordt ook de hardste kaas als ze
«enigen tijd in water wordt gelegd.
Om een harde korst weer behoor
lijk zacht te maken is een verblijf
Ónder water van 6 tot 8 uur vol
doende. Wil men de kaas een nacht
fir het water laten staan, dan is het
verstandig om zout in het water te
doen, want de kaas (de buitenkant
vooral) wordt flauw. Dat is wel te
begrijpen, aangezien zout gemakke
lijk in water oplost.
Na even uitlekken en afdrogen is
de kaas weer geschikt om op tafel te
Worden gezet.
Gesneden rookvleesch
houdt U op dezelfde manier vochtig,
d.w.z. door het in een vochtig doekje
te bewaren.
Als U het droge rookvleesch in
water legt wordt het natuurlijk óók
Weer beter, maar de pittige rook-
smaak gaat meteen sterk achteruit.
Er zal echter nu wel geen kans
meer op zijn, dat rookvleesch zóó
droog wordt; men koopt en kan niet
meer zooveel koopen dat het uit
drogen zal.
Sommige huisvrouwen hadden van
oudsher de gewoonte om den winter
t« beginnen met een muisje
rookvl eesch en ook dat kan
droog worden, als het wat warm
hangt. Zie het vraagstuk van de rook
worst.
Zoo'n hard en droog stukje rook
vleesch kan niet goed gesneden
worden maar wél kan het worden
geraspt.
Misschien probeerde U nog nooit
geraspt rookvleesch op de boter
ham?
Voor kinderen, voor oude men-
schen of voor zieken is rookvleesch
in geraspten vorm véél gemakke
lijker te eten dan aan plakjes ge
sneden rookvleesch. Wat voor hén
goed en smakelijk is, dat kan ook de
gezonden wel bekoren, als het rook
vleesch zelf er aanleiding toe geeft.
Bij het probeeren zult U opmer
ken, dat het erg zuinig is bovendien.
Een rasp is tegenwoordig een in
de huishouding onmisbaar stuk ge
reedschap. We raspen n.l. veel.
Een grove rasp of rauwkost-
r a s p kan (evenals lie rauwkost-
molen) zorgen voor geraspte worte
len, rammenas, koolraap, kool, biet,
radijs (als het gróóte radijs .is, anders
raspt men z'n vingers), selderijknol
e.d.
In de rauwkostmolen kan dan
bovendien nog bladgroente worden
fijngemaakt, dat gaat op een rasp
niet.
Al deze fijngemaakte groenten
kunnen vooral in den winter, voor
zoover ze dan te krijgen zijn, een
bron van gezondheid zjjn voor de
heele familie.
Als deze rauwe, geraspte groente
al of niet vermengd met zout, krui
den of slasaus, wordt gegeven als
een belegging op de boterham of als
een extra toevoegseltje bij het mid
dagmaal, dan krijgen de huisgenoo-
ten zeker voldoende vitaminen.
In een tijd als deze, nu de sinaas
appelen te duur zijn voor regelmatig
gebruik, de tomaten duur of niet te
krijgen en de appelen slecht kunnen
worden bewaard, is het zaak naar
andere rauwe producten om te zien.
In den vorm van rauwe groenten
en vruchten bij de boterham en in
het middagmaal, geven ze niet alleen
een welkome afwisseling, maar ook
een noodzakelijke toevoeging.
Voor één ding zouden we dan nog
willen waarschuwen: Maal, rasp of
snijdt de groenten zoo kort mogelijk
voor het gebruik. Laat ze geen uren
lang geraspt staan, want zij gaan in
waarde achteruit als ze worden
blootgesteld aan de lucht.
En maar dat is voor huisvrou
wen niet eens noodig het te rele-
veeren zorg dat rauwe groenten
en vruchten grondig gewasschen en
schoongemaakt zijn, vóór ze worden
gebruikt. R. L.—H.
's Winters maken we graag ge
bruik van de mogelijkheid om ons
geheele middagmaal in één pan te
bereiden: de erwtensoep en de
stamppot vormen daarvan algemeen
bekende voorbeelden.
Voor die voorkeur bestaat een af
doende reden, immers het eten komt
in de ééne soepterrine of de ééne
schaal wel lekkerder warm op tafel
dan wanneer het uit diverse pannen
in verschillende schalen moet wor
den overgeschept. In dezen tijd hech
ten we bovendien waarde aan de
brandstofbesparing, die de éénpans-
methode meebrengt.
Alles met elkaar feiten genoeg, die
er ons toe kunnen brengen om de
stevige soep en den stamppot aan te
vullen met nog een derde éénpans-
type, dat in Holland minder bekend
is: het gerecht van met elkaar ge
kookte groente en aardappelen (soms
ook vleesch), waarvan de ingrediën
ten echter ten slotte niet worden
dooreengestampt, maar losjes door
elkaar geroerd, zóó, dat alle be-
standdeelen duidelijk zichtbaar blij
ven.
Zóó'n gerecht heeft boven den
stamppot zelfs iets vóór: de' aardap
pelen hebben minder kans op verlies
van vitamine C dan wanneer ze tij
dens het stampen volop met lucht
in aanraking worden gebracht.
Misschien moeten we even aan de
„vreemdigheid" wennen; dat geldt
echter alleen voor den allereersten
keer, dat we met het gerecht kennis
maken, want als we het eenmaal ge
proefd hebben, komen we er zeker
op terug en krijgt het zijn vaste
plaats in het week-menu!
Een paar recepten beide zonder
vleesch, maar beide bijzonder sma
kelijk wijzen den weg aan de huis
vrouw, die er de proef mee wil
nemen; het eerste voorbeeld leert
ons het exra-kaasrantsoen op voor-
deelige wijze gebruiken:
Stoofpot met wortelen en uien
(2 a 3 personen).
150 g (I54 ons) belegen of
jonge kaas, 1250 g (2yz pond)
aardappelen, 750 g (1% pond)
wortelen, 2 a 3 groote uien,
4 dL (4 kleine theekopjes)
melk, 40 g (2 afgestreken eet
lepels) boter of vet, wat zout,
misschien wat peper.
Leg de schoongeboende, in parten
gesneden aardappelen in de pan met
een bodempje kokend water; leg er
de in niet te dunne stukjes gesneden
wortelen en uien op en de boter of
het vet; sluit de pan stevig dicht en
laat op een zacht vuur alles samen
gaar en ongeveer droog worden (on
geveer 54 uur).
Giet er de melk bij, laat die aan
den kook komen en roer dan alles
losjes door elkaar; meng er ten slotte
de geraspte of in blokjes gesneden
kaas door en laat die even mee
warm worden.-
Stoofpot van wortelen, uien en
groene erwten of witte boonen
200 g(2 ons) groene erwten of
witte boonen, 1 kg aardappe
len, 3/4 kg wortelen, 2 a 3
groote uien, 4 dl (4 kleine
theekopjes) melk, 40 g (2 af
gestreken eetlepels) boter of
vet, wat zout.
Zet de geweekte erwten of boonen
op met zooveel van het weekwater,
dat ze ruim bedekt zijn; voeg er
54 eetlepel van de boter of het vet
bij en laat ze op een zacht vuur gaar
worden (la iy2 uur).
Schep met een schuimspaan de
boonen uit de pan; vul het achterge
bleven kooknat aan met de melk en
laat die aan den kook komen. Leg on
der in de pan de schoongeboende, in
partjes gesneden aardappelen, be
strooid met wat zout, daarop de in
niet te dunne stukjes gesneden wor
telen en uien en tenslotte de gaar-
gekookte boonen. Leg er de rest van
de boter of het vet op en laat op een
zacht vuur in de stevig gesloten pan
alles met elkaar gaar worden (onge
veer 54 uur).
Roer de bestanddeelen losjes door
elkaar, giet het overtollige kooknat
in een sauskom en breng het gerecht
over in een dekschaal of op een
vleeschschotel; presenteer er het
kooknat afzonderlijk bij.
In plaats van de 4 dl melk, die in
de beide reoepten voorkomt en die
aan het gerecht zeer bepaald een
hoogere waarde geeft, is ook uitste
kend taptemelkpoeder te gebruiken.
Hiervan wordt dan 40 g (8 afge
streken eetlepels) aangemengd met
eerst een kleine hoeveelheid van de
4 kopjes water, tot zich een dik, vól
kernen glad papje heeft gevormd.
Dit papje wordt geleidelijk verdund
met het overige water.
De dienst voor de kleine boeren
bedrijven, weik ereeds eerder heeft
getoond te weten, hoe men met een
voudige middelen een goed verzorgd
boekje (zoowel wat inhoud als
illustratie betreft) kan samenstel
len, heeft thans in samenwerking
met de „Stichting voor Huishoude
lijke Voorlichting ten plattelande"
een practisch werkje uitgegeven,
gewijd aan teelt (en gebruik!) van
klein fruit. (Genoemde Dienst is
gevestigd Bezuidenhoutscheweg 83
te 's-Gravenhage.)
Deze uitgave verdient thans aan
dacht buiten de kringen der direct
geïnteresseerden, te weten de boe
renbedrijven. Immers tal van stads
bewoners beschikken over eenigen
tuingrond, welke onder de huidige
omstandigheden zonder veel moeite
en kosten doch met goede resulta
ten kan worden dienstbaar gemaakt
aan de voedselvoorziening van het
gezin. Hiervoor is geen bijzondere
bedrevenheid in bodembewerking
nooodig; voor vele soorten „klein
fruit" wordt bovendien geen teelt-
grond van zeer bijzondere samen
stelling vereischt. Bessen, fram
bozen, aardbeien, kunnen op gewo
nen tuingrond en zonder deskundi
ge verzorging tot bloei en.vrucht
worden gebracht.
Een aantal soorten kunnen in het
vroege voorjaar worden geplant,
zoodat het boekje ook in dit opzicht
op een goed tijdstip verschijnt.
Bovendien vindt de stadsbewoner,
die reeds thans vruchtenstruiken in
zijn tuin heeft daarvoor vele prac-
tische aanwijzingen.
Doch hiermede is deze uitgave
niet uitgeput. Wanneer de hier ge
boden wenken worden opgevolgd
beschikt de huisvrouw over een
hoeveelheid fruit uit eigen tuin,
waarmede zij haar huisgenooten
niet alleen tracteeren kan, doch
waarvan zij tevens uit een oogpunt
van voedselvoorziening van het
gezin een goed gebruik kan maken.
Daarvoor biedt het boekje practi-
sche raadgevingen in den vorm van
recepten, zoowel voor rauw fruit
als de daaruit bereide compotes,
limonadesiropen en niiet te vergeten,
den „weckvoorraad" voor den vol
genden winter. Deze recepten kan
men zelve varieeren naar gelang
van de beschikbare ingrediënten.
Nu de huisvrouw moet zorgen het
benoodigde eiwit ook aan andere
bronnen te ontleenen dan de ge
bruikelijke (vleesch, visch, eieren
en kaas, welke immers niet onbe
perkt ter beschikking staan) kan zij
met succes gebruik maken van
kwark of hangop, welke zich zeer
goed leenen voor combinatie met
geconserveerde of versche vruchten
of met jam. Een tweetal eenvoudige
recepten mogen dit verduidelijken:
Kwark met sappige vruchten
(4 personen).
250 gr. kwark, 1/4 liter melk,
250 gr. (54 pond') vruchten,
b.v. aardbeien, frambozen,
boschbessen of bramen, ongev.
30 gr. (2 afgestreken eetlepels)
suiker-
Klop de kwark door elkaar niet
de melk, die er scheutje voor
scheutje wordt bijgevoegd.
Roer er de gewasschen en goed
droog uitgelekte vruchten door,
tegelijk met de suiker. Dien het
gerecht dadelijk op.
Kwark met jam.
250 gr. kwark, 11 liter melk, 4
afgestreken eetlepels van de
een of andere jam. Klop met
een garde geleidelijk de melk
door de kwark, en roer het dan
gelijkmatig door de zoo noodig
verdunde kwark. Presenteer er
•beschuitjes bij.
Vs "Ë-S.
n ft J3 o
3 U 'd
3
O
C
«1 jQ
G
a
o
W rS
SP S h e
-
ï-irt/S
rt S, <a
ti)
iz? 5^0)
t o hj -
s
fli V-'
2||
fe O
<D 5 cd ij
js-ïï-g 4»
3 3 P "O
ft ^5 :r? o o
M Cr'd o
Si ff t> u
415 8
■I v 2 c a
h-C-P aJS'l
B fiC ft O °o s g>
.s, e ft 9. M s3 is
.'r? p. co 5
re Só
Q.S S3
o" öo-e t> o
We hebben reeds 't een en ander
verteld over onze kamerplanten en
de vorst, maar we' kunnen nog heel
wat meer schade lijden in een kou
den winter, om van bevroren water
leidingen nog maar niet eens te spre
ken.
Daar zijn allereerst onze aard
appelen, waarvan menigeen dezen
winter wat opgedaan heeft en die
hij netjes in een hoek van den zolder
heeft laten storten, zonder er mis
schien bij te denken, dat 't ook op
zolder vriezen kan. Nu zullen de in
huis bewaarde aardappelen niet zoo
spoedig van de vorst te lijden heb
ben, maar we doen toch goed er
flink kranten over te leggen en een
oud kleed, wat de vorst tegenhoudt.
Werkelijk bevroren aardappelen
gaan, zoodra ze ontdooien, tot rotting
over en zijn ''an natuurlijk totaal
ongeschikt voo" de consumptie, maar
vóór het zoover is, moet er 'n flinke
vorst over heen gegaan zijn, terwijl
het publiek reeds van bevroren
aardappelen spreekt, als ze tenge
volge van de koude een eenigszins
zoeten smaak hebben aangenomen.
Wat is er nu gebeurd in dergelijke,
vrij onsmakeli'ke aardappelen? Daar
voor moeten we even nagaan hoe
een aardappel zich zelf onderhoudt.
Zooals elk levend wezen verbruikt
ook de aardappel zuurstof, waarbij
het reservevoedsel (zetmeel aard
appelmeel) langzaam vermindert,
wat in het voorjaar al heel gemak
kelijk te constaleeren is. In gewone
omstandigheden wordt het zetmeel
eerst in suiker omgezet, om voor de
ademhaling dienst te doen. Als de
temperatuur hoog genoeg is, wordt
de gevormde suiker meteen ver
bruikt (verbrand), maar wanneer ds
temperatuur sterk daalt, tot om het
vriespunt, dan kan wél de suiker
vorming doorgaan, maar de adem
haling kan dor>r de koude zoo goed
als niet plaats vinden. Er blijft dus
te veel suiker achter, waardoor de
aardappel haar onaangenamen zoeten
smaak krijgt. Dit euvel is echter nog
best te verhelpèn als we ze een dag
of twee bij kamertemperatuur bewa
ren, de ademhaling zal dan weer
normaal gaan functionneeren en de
opgehoopte suiker zal verdwijnen.
A. C. MULLER—IDZERDA.
Een voorbeeld van moderne
stamppotbereiding.
Een halve eeuw geleden bekom
merde men zich nog niet zoo zeer
cm het vitaminegehalte van ver
schillende voedingsmiddelen, daar
men met het bestaan van deze stof
fen hoegenaamd niet op de hoogte
v/as. Ook bij de spijsbereiding wer
den vanzelfsprekend geen maatrege
len getroffen om de waarde van
dergelijke stoffen voor de voeding
te behouden.
Thans heeft de wetenschap op dit
gebied belangrijke vorderingen ge
maakt en op een moderne voedings
tabel (dit is een lijst waarop de sa
menstelling van allerlei voedings
middelen "voorkomt) vinden we
naast getallen betreffende het ge
halte aan eiwitten, vetten, kool
hydraten (meel en suiker) en zou
ten, ook aanduidingen betreffende
het gehalte aan verschillende vita
mines 1).
Op de huisvrouw rust nu de taak
cm te zorgen dat het voedsel dat zij
op tafel brengt, niet meer dan nood
zakelijk in voedingswaarde verschilt
van de op de tabel aangegeven
waarden; deze hebben n.l. betrek
king op niet toebereide producten.
Welke maatregelen moet de huls
vrouw nemen om deze taak zoo goed
mogelijk te volbrengen?
In het kort komen deze hierop
neer:
le groenten en aardappelen zui
nig schoonmaken en dit zoo
kort mogelijk voor de berei
ding doen;
2e vermijden dat groente of aard
appelen langen tijd in water
staan;
3e zoo weinig mogelijk water ge
bruiken bij het koken van
aardappelen, groenten en
stamppotten;
4e deze gerechten niet langer ko
ken dan voor het gaar maken
noodig is (ong. uur).
Een der dagelijksche mogelijkhe
den van toepassing van deze maat
regelen vindt U in onderstaand re
cept van boerenkoolstampot ver
werkt. In plaats van worst ol
vleesch is gebruik gemaakt van
taptemelkpoeder en kaas. Dit smaakt
uitstekend en is zeer voedzaam.
2 kg. aardappelen, 1 kg. boe
renkool, 1 eetlepel boter, 100 gr.
(-1 ons) belegen 40 plus kaas,
100 gr. (1 ons) taptemelkpoeder,
2 kopjes water, 1 eetlepel zout.
Boerkenkoolstamppot op
moderne wijze met bruine jus.
(Voor 4 personen).
Neem de gewasschen bladeren van
de boerenkool met 4 of 5 tegelijk bij
elkaar en snijd ze in reepjes (de
nerven meesnijden!). Boen de aard
appelen schoon met een hare borstel
of met een pannenspons (de schil
mag er gerust geheel of ten deele
om blijven). Zet de boerenkool op
met 2 kopjes water en laat ze even
slinken. Doe er zoo gauw mogelijk
(zoodra er ruimte is) de in vieren
gesneden aardappelen bij, zorg dat
deze onder in de pan komen. Laat
groente en aardappelen samen gaar
worden (Yj uur). Stamp ze door el
kaar onder toevoeging van het zout,
de geraspte kaas, 1 eetlepel boter en
het met weinig lauw water aange
mengde taptemelkpoeder. Houd Van
dit laatste 2 eetlepels (niet aange
mengd) apart voor de jus.
Bruine jus (zonder vleesch).
2 eetlepels boter, 2 eetlepels
taptemelkpoeder, 2 eetlepels
bloem, 1theelepel tomaten-
purée of stukje ui, 54 L. water.
Laat de boter in een koekenpan
of in een steelpan met dikken
bodem bruin worden. Voeg het
taptemelkpoeder en de bloem
beide droog toe en laat deze mee
bruin worden. Verdun daarna
onder voortdurend roeren met
het water. Maak de jus op
smaak met een theelepel
tomatenpurée of wat geraspte ui
in een beetje zout.
A. J. REIDING.
1) Een voedingstabel, welke reke
ning houdt met de nieuwste ge
gevens, werd samengesteld door Dr.
E. G. van 't Hoog, Privaat-docent in
de voedingsleer aan de Gem. Univer
siteit van Amsterdam en mej.- M«r-
tine Wittop Koning. Zij wordt uit
gegeven door de Commissie inzake
Huishoudelijke Voorlichting en Ge
zinsleiding te 's-Gravenhage, Be-
zuidenhout 67.
Het bewaren .van winter
groenten en fruit.
Als bewaarplaats van winter
groenten en fruit komt de kelder in
aanmerking, mits deze vorstvrij is
en op een zonnigen, milden dag ge
lucht kan worden. Bij zeer strenge
vorst hangt u voor het raampje een
mat of iets dergelijks om de koude
buiten te houden.
Voor groenten en fruit neemt u,
zoo mogelijk, een gescheiden ruim
te, daar het fruit samen met aard
appelen en groente bewaard, snel
ler aan bederf onderhevig is. Is er
geen kelder, dan kan een vorstvrij
frisch kamertje, speciaal voor fruit,
uitstekende diensten doen.
In den kelder komen dan:
le. de aardappelen. Deze mogen
niet nat in den kelder gebracht. Ze
moeten op een donkere, niet te war
me plaats bewaard worden, daar zij
anders snel gaan kiemen. Zij blij
ven n.l. na het oogsten doorgroeien,
halen adem en loopen uit.
Gaat het om een kleine voorraad,
dan kunt u deze in wat kleine kisten
laten staan, de kisten niet geheel ge
vuld en een paar latjes voor lucht-
circulatie er tusschen. Een grootere
partij kan stroo of losse turf wor
den gelegd. Regelmatig nazien en
omzetten om schieten te voorkomen,
is noodig. Het beste is een kist van
latwerk, waar de aardappelen boven
ingaan en onder uit een schuine
ruif, toeloopen, zooals voor anthra-
ciet vaak in gebruik is. De aardap
pelen komen dan vanzelf bij herha
ling in beweging.
2e. de groenten. Enkele hiervan,
als sluitkool (roode-, witte- en sa-
voyekool) en bloemkool kunt u met
een touwtje aan den stronk en met
den kop naar beneden ophangen.
Van de bloemkool verwijdert u eerst
de stugge bladeren, terwijl de soe
pele binnenste als beschutting over
de bloem gevouwen worden. De
ruimte mag vooral niet te warm en
te droog zijn, want dan wordt alles
rimpelig en slap.
Deze kool, wortelen, kroten, knol
rapen, schorseneeren e.d. kunt u ook
goed in den tuin opkuilcn, op wat
stroo of latwerk leggen, met stroo
afdekken en zooveel aarde erop, dat
alles vorstvrij blijft. Bij 't openen en
voor 't verbruik goed controleeren:
„het minste moet eerst op".
Uien kunt u het eenvoudigste in
een onbenut kamerte leggen; ze
kunnen gerust een paar graden vorst
hebben.
Brusselsch lof voor eigen gebruik
kan in den kelder of in een donkere
kast in vochtig zand worden inge
graven, reeds bij eenige warmte loo
pen de wortels uit en de geel-groene
losse bladeren kan men regelmatig
oogsten.
Het fruit wordt, zooals gezegd,
apart gehouden. Appels kunnen,
mits vorstvrij en niet te warm, ook
op den zolder bewaard worden. Eén
verwarmingskelder is niet geschikt
voor het bewaren van fruit. Worm
stekige en schurftige vruchten ko
men niet voor bewaren in aanmer
king, daarom moet u de vruchten
stuk voor stuk nakijken. Voor het
bewaren neemt u liefst handgeplukt
fruit.
Appels hebben dikwijls een min
of meer vettige schil, dat bij sommi
ge soorten zeer goed is te merken.
Door deze eigenschap, worden de
vruchten beschermd en drogen min
der snel uit. Niet ieder beschikt
over een aparte fruitbewaarplaats.
Eenige kranten uitgespreid op den
vloer van zolder, vorstvrije kast of
kamer zijn zeer geschikt om het
fruit er één laag dik op uit te sprei
den, niet meer. Bij verbruik telkens
controleeren. Is de ruimte beperkt,
dan kunnen ook eenige kistjes boven
op elkaar dienst doen, telkens met
een paar latjes er tusschen voor
luchtcirculatie.
Bij zeer strenge koude dekt u het
fruit extra af. Bij zachter weer moet
die deklaag verwijderd worden, daar
d." vruchten anders gaan broeien en
rotten.
HONDEN- EN KATTENBROOD.
Van 1 tot en met 31 Januari 1941
wordt op bon no. 10 van de voeder-
kaart voor honden beschikbaar
gesteld voor:
groep I 10 kg. hondenbrood
groep II 10 kg. hondenbrood
groep III 8 kg. hondenbrood
groep IV 5 kg. hondenbrood
groep V 4 kg. hondenbrood
groep VI 3 kg. hondenbrood
Op bon 10 van de voederkaart
voor katten wordt over dezelfde
periode 154 kg. kattenbrood be
schikbaar gesteld.
Na 31 Januari 1941 mag bon no,
10 niet meer worden aangenomen.
HET JUISTE GEBRUIK VAN ONS
KAASRANTSOEN.
Het is van belang thans de
groote verschillen in vetgehalte
en eiwitgehalte goed in het oog
te houden!
Slechts weinigen kennen de groote
verscheidenheid in onze Nederland-
sche kaassoorten. Wel bevatten ze
alle de bestanddeelen van de melk en
zou men ze dus kunnen beschouwen
als melk in vasten vorm, doch de
verschillen in bereiding en samen
stelling zijn zoodanig, dat men deze
terdege in het oog dient te houden,
teneinde de kaas als voedingsmiddel
goed te kunnen beoordeelen en te
gebruiken.
Belangrijke verschillen ontstaan
er, doordat zoowel uit volle melk als
uit gedeeltelijk of geheel ontroomde
melk kaas wordt bereid en soms
kruiden (kruidnagels of komijn)
worden toegevoegd. Het aantal
soorten en smaken is echter veel
grooter dan hierdoor zou zijn te ver
wachten.
Door andere verschillen in de be
reiding, o.a. door de rijping, korten
of langen bewaartjjd, is het product
buitengewoon gevarieerd en kan
men inderdaad spreken van honder
den soorten en smaken.
Zooals het met meer levensmidde
len gaat, is het ook met kaas gesteld:
.men moet ze. lééren eten! Of
eigenlijk is het bij kaas iets anders:
men moet de soorten, die het best in
den smaak, vallen leeren vinden.
Meen daarbij niet, dat kaas uit
sluitend een broodbelegging moet
zijn!
Vooral ifi dézen'tijd is dat een vef-
keerd begrip, daar wij er nu im
mers op uit moeten zijn onze rant
soenen zoo goed mogelijk te gebrui
ken en tekorten aan het eene product
indien mogelijk door een ander pro
duct aan te vullen. Men vergete dan
ook nimmer, dat kaas een hoog
eiwitgehalte heeft en, evenals
vleesch, geschikt is om den warmen
maaltijd te completeeren. Met slechts
.54 Ons 20 plus .kaas per persoon kun
nen we een maaltijd van aardappe
len en groente tenminste even voed
zaam maken als van aardappelen,
vleesch en groente.
Voor sommige gezinnen is het aan
te bevelen de helft van het kaas
rantsoen te bestemmen voor brood
belegging en eenmaal per week een
warmen maaltijd met kaas te ge
bruiken. Vooral voor kinderen kan
dit van belang zijn, omdat kaas een
hoog kalkpercentage heeft en de
vette soorten ook in belangrijke mate
vitaminen bevatten.
Wij gebruiken daarom bij voor
keur de vette soorten de volvette
en 40 plus kaas naar gelang van
onzen smaak en van hetgeen wij
kunnen besteden. Men denke echter
niet, dat 20 plus of magere kaas
geen voedingseigenschappen zou
hebben! Haar gehalte aan eiwitten,
:-i ver-