fill X x v «-S1 "SI? 1^° Een gemakkelijk voedzaam middagmaal voor weinig geld. De aardappelen in de schil koken en brandstof besparen, Klein fruit, een factor voor onze voedselvoorziening. SlüSpl o co Bevroren aardappelen. Hoe ze weer eetbaar worden. Het behoud van de voedingswaarde. Artikel van den voedingsraad. Huishoudelijke voor lichting op voedings- gebied. O -» CO O LU ce. >- ca 9 Q O 2 «3 sf &S"S v .S|ïï|' Si55'35'!jc.oSs^&|D<SoHoi3Ê !>0 s 6a Si-a.s c !>i SKt ja -0mS 2 >0 ifi O (p rS O 75 a O T? C bi) rë rë *3 -*-> 3 O <A wandjes binnen in het sponzige deeg wat steviger en zal de taart bij af koeling niet krimpen. Mocht mevrouw géén baat vinden bij deze raad, dan willen wij gaarne haar recept ontvangen, omdat ons dat misschien meer zegt. Zandgebak wordt soms ook met eieren gemaakt en ook dat zakt na bekoeling. Daarvoor is een andere reden, maar vermoedelijk doelt de vraagster niet op dat soort deeg. En nu nog iets naar aanleiding van het gebruik van eenden eieren. Zoo voor en na kan men in de couranten een waarschuwing lezen om voorzichtig te zijn met het ge bruik van eendeneieren. Er zijn eendeneieren in den ver koop, die zijn besmet met para- typhusbacillen. Deze eieren kunnen zonder schade worden gebruikt in alle gevallen, waarbij verhitting tot 100 gr. gedurende 8 a 10 minuten is toegepast, zoodat ze tot binnen toe goed heet zijn geweets. Hoe gek het ook lijken mag, maar ln gebak is dat niet het geval. Zacht en sponzig gebak (ook brood), wordt van binnen nooit 100 gr. C., het daar aanwezige ei wordt dus ook niet voldoende verhit om er op te kunnen rekenen, dat de paratyphus-bacillen zijn gedood. Gebruikt dus alleen eendeneieren, als ge zeker zijt van de herkomst en deskundigen (van den keuringsdienst van waren b.v.) U zeggen, dat deze eieren afkomstig zijn van een on besmette bron. Of gebruik de eendeneieren alleen gekookt, hard gekookt, verwerkt in eierragout, eiergehakt en dergelijke gerechten, die het vleesch kunnen vervangen. Doe geen eendeneidooier in soep of Saüs, waarbij ze meestal niet heeter worden dan 80 gr., alweer tenzij ge zeker weet, dat de eieren vertrouwd Zijn. Na deze beantwoording van een VTaag met een verlengstuk nog even een paar andere kleinigheden. Als men zuinig is met de kaas, omdat die kaas niet meer gekocht kan worden in de hoeveel heden, die men wel zou wenschen, dan komt het vóór dat de kaas hard wordt en droog. Jammer van de kaas, hinderlijk bij het snijden of schaven, ifjdroovend als Ze geraspt moet Worden. Voorkomen doet men dit euvel leeds door de aangesneden kaas in een vochtig doekje te wikkelen en zoo te bewaren. Is de kaas eenmaal droog, dan is dat niet voldoende meer. Zacht en zeer goed te snijden Wordt ook de hardste kaas als ze «enigen tijd in water wordt gelegd. Om een harde korst weer behoor lijk zacht te maken is een verblijf Ónder water van 6 tot 8 uur vol doende. Wil men de kaas een nacht fir het water laten staan, dan is het verstandig om zout in het water te doen, want de kaas (de buitenkant vooral) wordt flauw. Dat is wel te begrijpen, aangezien zout gemakke lijk in water oplost. Na even uitlekken en afdrogen is de kaas weer geschikt om op tafel te Worden gezet. Gesneden rookvleesch houdt U op dezelfde manier vochtig, d.w.z. door het in een vochtig doekje te bewaren. Als U het droge rookvleesch in water legt wordt het natuurlijk óók Weer beter, maar de pittige rook- smaak gaat meteen sterk achteruit. Er zal echter nu wel geen kans meer op zijn, dat rookvleesch zóó droog wordt; men koopt en kan niet meer zooveel koopen dat het uit drogen zal. Sommige huisvrouwen hadden van oudsher de gewoonte om den winter t« beginnen met een muisje rookvl eesch en ook dat kan droog worden, als het wat warm hangt. Zie het vraagstuk van de rook worst. Zoo'n hard en droog stukje rook vleesch kan niet goed gesneden worden maar wél kan het worden geraspt. Misschien probeerde U nog nooit geraspt rookvleesch op de boter ham? Voor kinderen, voor oude men- schen of voor zieken is rookvleesch in geraspten vorm véél gemakke lijker te eten dan aan plakjes ge sneden rookvleesch. Wat voor hén goed en smakelijk is, dat kan ook de gezonden wel bekoren, als het rook vleesch zelf er aanleiding toe geeft. Bij het probeeren zult U opmer ken, dat het erg zuinig is bovendien. Een rasp is tegenwoordig een in de huishouding onmisbaar stuk ge reedschap. We raspen n.l. veel. Een grove rasp of rauwkost- r a s p kan (evenals lie rauwkost- molen) zorgen voor geraspte worte len, rammenas, koolraap, kool, biet, radijs (als het gróóte radijs .is, anders raspt men z'n vingers), selderijknol e.d. In de rauwkostmolen kan dan bovendien nog bladgroente worden fijngemaakt, dat gaat op een rasp niet. Al deze fijngemaakte groenten kunnen vooral in den winter, voor zoover ze dan te krijgen zijn, een bron van gezondheid zjjn voor de heele familie. Als deze rauwe, geraspte groente al of niet vermengd met zout, krui den of slasaus, wordt gegeven als een belegging op de boterham of als een extra toevoegseltje bij het mid dagmaal, dan krijgen de huisgenoo- ten zeker voldoende vitaminen. In een tijd als deze, nu de sinaas appelen te duur zijn voor regelmatig gebruik, de tomaten duur of niet te krijgen en de appelen slecht kunnen worden bewaard, is het zaak naar andere rauwe producten om te zien. In den vorm van rauwe groenten en vruchten bij de boterham en in het middagmaal, geven ze niet alleen een welkome afwisseling, maar ook een noodzakelijke toevoeging. Voor één ding zouden we dan nog willen waarschuwen: Maal, rasp of snijdt de groenten zoo kort mogelijk voor het gebruik. Laat ze geen uren lang geraspt staan, want zij gaan in waarde achteruit als ze worden blootgesteld aan de lucht. En maar dat is voor huisvrou wen niet eens noodig het te rele- veeren zorg dat rauwe groenten en vruchten grondig gewasschen en schoongemaakt zijn, vóór ze worden gebruikt. R. L.—H. 's Winters maken we graag ge bruik van de mogelijkheid om ons geheele middagmaal in één pan te bereiden: de erwtensoep en de stamppot vormen daarvan algemeen bekende voorbeelden. Voor die voorkeur bestaat een af doende reden, immers het eten komt in de ééne soepterrine of de ééne schaal wel lekkerder warm op tafel dan wanneer het uit diverse pannen in verschillende schalen moet wor den overgeschept. In dezen tijd hech ten we bovendien waarde aan de brandstofbesparing, die de éénpans- methode meebrengt. Alles met elkaar feiten genoeg, die er ons toe kunnen brengen om de stevige soep en den stamppot aan te vullen met nog een derde éénpans- type, dat in Holland minder bekend is: het gerecht van met elkaar ge kookte groente en aardappelen (soms ook vleesch), waarvan de ingrediën ten echter ten slotte niet worden dooreengestampt, maar losjes door elkaar geroerd, zóó, dat alle be- standdeelen duidelijk zichtbaar blij ven. Zóó'n gerecht heeft boven den stamppot zelfs iets vóór: de' aardap pelen hebben minder kans op verlies van vitamine C dan wanneer ze tij dens het stampen volop met lucht in aanraking worden gebracht. Misschien moeten we even aan de „vreemdigheid" wennen; dat geldt echter alleen voor den allereersten keer, dat we met het gerecht kennis maken, want als we het eenmaal ge proefd hebben, komen we er zeker op terug en krijgt het zijn vaste plaats in het week-menu! Een paar recepten beide zonder vleesch, maar beide bijzonder sma kelijk wijzen den weg aan de huis vrouw, die er de proef mee wil nemen; het eerste voorbeeld leert ons het exra-kaasrantsoen op voor- deelige wijze gebruiken: Stoofpot met wortelen en uien (2 a 3 personen). 150 g (I54 ons) belegen of jonge kaas, 1250 g (2yz pond) aardappelen, 750 g (1% pond) wortelen, 2 a 3 groote uien, 4 dL (4 kleine theekopjes) melk, 40 g (2 afgestreken eet lepels) boter of vet, wat zout, misschien wat peper. Leg de schoongeboende, in parten gesneden aardappelen in de pan met een bodempje kokend water; leg er de in niet te dunne stukjes gesneden wortelen en uien op en de boter of het vet; sluit de pan stevig dicht en laat op een zacht vuur alles samen gaar en ongeveer droog worden (on geveer 54 uur). Giet er de melk bij, laat die aan den kook komen en roer dan alles losjes door elkaar; meng er ten slotte de geraspte of in blokjes gesneden kaas door en laat die even mee warm worden.- Stoofpot van wortelen, uien en groene erwten of witte boonen 200 g(2 ons) groene erwten of witte boonen, 1 kg aardappe len, 3/4 kg wortelen, 2 a 3 groote uien, 4 dl (4 kleine theekopjes) melk, 40 g (2 af gestreken eetlepels) boter of vet, wat zout. Zet de geweekte erwten of boonen op met zooveel van het weekwater, dat ze ruim bedekt zijn; voeg er 54 eetlepel van de boter of het vet bij en laat ze op een zacht vuur gaar worden (la iy2 uur). Schep met een schuimspaan de boonen uit de pan; vul het achterge bleven kooknat aan met de melk en laat die aan den kook komen. Leg on der in de pan de schoongeboende, in partjes gesneden aardappelen, be strooid met wat zout, daarop de in niet te dunne stukjes gesneden wor telen en uien en tenslotte de gaar- gekookte boonen. Leg er de rest van de boter of het vet op en laat op een zacht vuur in de stevig gesloten pan alles met elkaar gaar worden (onge veer 54 uur). Roer de bestanddeelen losjes door elkaar, giet het overtollige kooknat in een sauskom en breng het gerecht over in een dekschaal of op een vleeschschotel; presenteer er het kooknat afzonderlijk bij. In plaats van de 4 dl melk, die in de beide reoepten voorkomt en die aan het gerecht zeer bepaald een hoogere waarde geeft, is ook uitste kend taptemelkpoeder te gebruiken. Hiervan wordt dan 40 g (8 afge streken eetlepels) aangemengd met eerst een kleine hoeveelheid van de 4 kopjes water, tot zich een dik, vól kernen glad papje heeft gevormd. Dit papje wordt geleidelijk verdund met het overige water. De dienst voor de kleine boeren bedrijven, weik ereeds eerder heeft getoond te weten, hoe men met een voudige middelen een goed verzorgd boekje (zoowel wat inhoud als illustratie betreft) kan samenstel len, heeft thans in samenwerking met de „Stichting voor Huishoude lijke Voorlichting ten plattelande" een practisch werkje uitgegeven, gewijd aan teelt (en gebruik!) van klein fruit. (Genoemde Dienst is gevestigd Bezuidenhoutscheweg 83 te 's-Gravenhage.) Deze uitgave verdient thans aan dacht buiten de kringen der direct geïnteresseerden, te weten de boe renbedrijven. Immers tal van stads bewoners beschikken over eenigen tuingrond, welke onder de huidige omstandigheden zonder veel moeite en kosten doch met goede resulta ten kan worden dienstbaar gemaakt aan de voedselvoorziening van het gezin. Hiervoor is geen bijzondere bedrevenheid in bodembewerking nooodig; voor vele soorten „klein fruit" wordt bovendien geen teelt- grond van zeer bijzondere samen stelling vereischt. Bessen, fram bozen, aardbeien, kunnen op gewo nen tuingrond en zonder deskundi ge verzorging tot bloei en.vrucht worden gebracht. Een aantal soorten kunnen in het vroege voorjaar worden geplant, zoodat het boekje ook in dit opzicht op een goed tijdstip verschijnt. Bovendien vindt de stadsbewoner, die reeds thans vruchtenstruiken in zijn tuin heeft daarvoor vele prac- tische aanwijzingen. Doch hiermede is deze uitgave niet uitgeput. Wanneer de hier ge boden wenken worden opgevolgd beschikt de huisvrouw over een hoeveelheid fruit uit eigen tuin, waarmede zij haar huisgenooten niet alleen tracteeren kan, doch waarvan zij tevens uit een oogpunt van voedselvoorziening van het gezin een goed gebruik kan maken. Daarvoor biedt het boekje practi- sche raadgevingen in den vorm van recepten, zoowel voor rauw fruit als de daaruit bereide compotes, limonadesiropen en niiet te vergeten, den „weckvoorraad" voor den vol genden winter. Deze recepten kan men zelve varieeren naar gelang van de beschikbare ingrediënten. Nu de huisvrouw moet zorgen het benoodigde eiwit ook aan andere bronnen te ontleenen dan de ge bruikelijke (vleesch, visch, eieren en kaas, welke immers niet onbe perkt ter beschikking staan) kan zij met succes gebruik maken van kwark of hangop, welke zich zeer goed leenen voor combinatie met geconserveerde of versche vruchten of met jam. Een tweetal eenvoudige recepten mogen dit verduidelijken: Kwark met sappige vruchten (4 personen). 250 gr. kwark, 1/4 liter melk, 250 gr. (54 pond') vruchten, b.v. aardbeien, frambozen, boschbessen of bramen, ongev. 30 gr. (2 afgestreken eetlepels) suiker- Klop de kwark door elkaar niet de melk, die er scheutje voor scheutje wordt bijgevoegd. Roer er de gewasschen en goed droog uitgelekte vruchten door, tegelijk met de suiker. Dien het gerecht dadelijk op. Kwark met jam. 250 gr. kwark, 11 liter melk, 4 afgestreken eetlepels van de een of andere jam. Klop met een garde geleidelijk de melk door de kwark, en roer het dan gelijkmatig door de zoo noodig verdunde kwark. Presenteer er •beschuitjes bij. Vs "Ë-S. n ft J3 o 3 U 'd 3 O C «1 jQ G a o W rS SP S h e - ï-irt/S rt S, <a ti) iz? 5^0) t o hj - s fli V-' 2|| fe O <D 5 cd ij js-ïï-g 4» 3 3 P "O ft ^5 :r? o o M Cr'd o Si ff t> u 415 8 ■I v 2 c a h-C-P aJS'l B fiC ft O °o s g> .s, e ft 9. M s3 is .'r? p. co 5 re Só Q.S S3 o" öo-e t> o We hebben reeds 't een en ander verteld over onze kamerplanten en de vorst, maar we' kunnen nog heel wat meer schade lijden in een kou den winter, om van bevroren water leidingen nog maar niet eens te spre ken. Daar zijn allereerst onze aard appelen, waarvan menigeen dezen winter wat opgedaan heeft en die hij netjes in een hoek van den zolder heeft laten storten, zonder er mis schien bij te denken, dat 't ook op zolder vriezen kan. Nu zullen de in huis bewaarde aardappelen niet zoo spoedig van de vorst te lijden heb ben, maar we doen toch goed er flink kranten over te leggen en een oud kleed, wat de vorst tegenhoudt. Werkelijk bevroren aardappelen gaan, zoodra ze ontdooien, tot rotting over en zijn ''an natuurlijk totaal ongeschikt voo" de consumptie, maar vóór het zoover is, moet er 'n flinke vorst over heen gegaan zijn, terwijl het publiek reeds van bevroren aardappelen spreekt, als ze tenge volge van de koude een eenigszins zoeten smaak hebben aangenomen. Wat is er nu gebeurd in dergelijke, vrij onsmakeli'ke aardappelen? Daar voor moeten we even nagaan hoe een aardappel zich zelf onderhoudt. Zooals elk levend wezen verbruikt ook de aardappel zuurstof, waarbij het reservevoedsel (zetmeel aard appelmeel) langzaam vermindert, wat in het voorjaar al heel gemak kelijk te constaleeren is. In gewone omstandigheden wordt het zetmeel eerst in suiker omgezet, om voor de ademhaling dienst te doen. Als de temperatuur hoog genoeg is, wordt de gevormde suiker meteen ver bruikt (verbrand), maar wanneer ds temperatuur sterk daalt, tot om het vriespunt, dan kan wél de suiker vorming doorgaan, maar de adem haling kan dor>r de koude zoo goed als niet plaats vinden. Er blijft dus te veel suiker achter, waardoor de aardappel haar onaangenamen zoeten smaak krijgt. Dit euvel is echter nog best te verhelpèn als we ze een dag of twee bij kamertemperatuur bewa ren, de ademhaling zal dan weer normaal gaan functionneeren en de opgehoopte suiker zal verdwijnen. A. C. MULLER—IDZERDA. Een voorbeeld van moderne stamppotbereiding. Een halve eeuw geleden bekom merde men zich nog niet zoo zeer cm het vitaminegehalte van ver schillende voedingsmiddelen, daar men met het bestaan van deze stof fen hoegenaamd niet op de hoogte v/as. Ook bij de spijsbereiding wer den vanzelfsprekend geen maatrege len getroffen om de waarde van dergelijke stoffen voor de voeding te behouden. Thans heeft de wetenschap op dit gebied belangrijke vorderingen ge maakt en op een moderne voedings tabel (dit is een lijst waarop de sa menstelling van allerlei voedings middelen "voorkomt) vinden we naast getallen betreffende het ge halte aan eiwitten, vetten, kool hydraten (meel en suiker) en zou ten, ook aanduidingen betreffende het gehalte aan verschillende vita mines 1). Op de huisvrouw rust nu de taak cm te zorgen dat het voedsel dat zij op tafel brengt, niet meer dan nood zakelijk in voedingswaarde verschilt van de op de tabel aangegeven waarden; deze hebben n.l. betrek king op niet toebereide producten. Welke maatregelen moet de huls vrouw nemen om deze taak zoo goed mogelijk te volbrengen? In het kort komen deze hierop neer: le groenten en aardappelen zui nig schoonmaken en dit zoo kort mogelijk voor de berei ding doen; 2e vermijden dat groente of aard appelen langen tijd in water staan; 3e zoo weinig mogelijk water ge bruiken bij het koken van aardappelen, groenten en stamppotten; 4e deze gerechten niet langer ko ken dan voor het gaar maken noodig is (ong. uur). Een der dagelijksche mogelijkhe den van toepassing van deze maat regelen vindt U in onderstaand re cept van boerenkoolstampot ver werkt. In plaats van worst ol vleesch is gebruik gemaakt van taptemelkpoeder en kaas. Dit smaakt uitstekend en is zeer voedzaam. 2 kg. aardappelen, 1 kg. boe renkool, 1 eetlepel boter, 100 gr. (-1 ons) belegen 40 plus kaas, 100 gr. (1 ons) taptemelkpoeder, 2 kopjes water, 1 eetlepel zout. Boerkenkoolstamppot op moderne wijze met bruine jus. (Voor 4 personen). Neem de gewasschen bladeren van de boerenkool met 4 of 5 tegelijk bij elkaar en snijd ze in reepjes (de nerven meesnijden!). Boen de aard appelen schoon met een hare borstel of met een pannenspons (de schil mag er gerust geheel of ten deele om blijven). Zet de boerenkool op met 2 kopjes water en laat ze even slinken. Doe er zoo gauw mogelijk (zoodra er ruimte is) de in vieren gesneden aardappelen bij, zorg dat deze onder in de pan komen. Laat groente en aardappelen samen gaar worden (Yj uur). Stamp ze door el kaar onder toevoeging van het zout, de geraspte kaas, 1 eetlepel boter en het met weinig lauw water aange mengde taptemelkpoeder. Houd Van dit laatste 2 eetlepels (niet aange mengd) apart voor de jus. Bruine jus (zonder vleesch). 2 eetlepels boter, 2 eetlepels taptemelkpoeder, 2 eetlepels bloem, 1theelepel tomaten- purée of stukje ui, 54 L. water. Laat de boter in een koekenpan of in een steelpan met dikken bodem bruin worden. Voeg het taptemelkpoeder en de bloem beide droog toe en laat deze mee bruin worden. Verdun daarna onder voortdurend roeren met het water. Maak de jus op smaak met een theelepel tomatenpurée of wat geraspte ui in een beetje zout. A. J. REIDING. 1) Een voedingstabel, welke reke ning houdt met de nieuwste ge gevens, werd samengesteld door Dr. E. G. van 't Hoog, Privaat-docent in de voedingsleer aan de Gem. Univer siteit van Amsterdam en mej.- M«r- tine Wittop Koning. Zij wordt uit gegeven door de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Ge zinsleiding te 's-Gravenhage, Be- zuidenhout 67. Het bewaren .van winter groenten en fruit. Als bewaarplaats van winter groenten en fruit komt de kelder in aanmerking, mits deze vorstvrij is en op een zonnigen, milden dag ge lucht kan worden. Bij zeer strenge vorst hangt u voor het raampje een mat of iets dergelijks om de koude buiten te houden. Voor groenten en fruit neemt u, zoo mogelijk, een gescheiden ruim te, daar het fruit samen met aard appelen en groente bewaard, snel ler aan bederf onderhevig is. Is er geen kelder, dan kan een vorstvrij frisch kamertje, speciaal voor fruit, uitstekende diensten doen. In den kelder komen dan: le. de aardappelen. Deze mogen niet nat in den kelder gebracht. Ze moeten op een donkere, niet te war me plaats bewaard worden, daar zij anders snel gaan kiemen. Zij blij ven n.l. na het oogsten doorgroeien, halen adem en loopen uit. Gaat het om een kleine voorraad, dan kunt u deze in wat kleine kisten laten staan, de kisten niet geheel ge vuld en een paar latjes voor lucht- circulatie er tusschen. Een grootere partij kan stroo of losse turf wor den gelegd. Regelmatig nazien en omzetten om schieten te voorkomen, is noodig. Het beste is een kist van latwerk, waar de aardappelen boven ingaan en onder uit een schuine ruif, toeloopen, zooals voor anthra- ciet vaak in gebruik is. De aardap pelen komen dan vanzelf bij herha ling in beweging. 2e. de groenten. Enkele hiervan, als sluitkool (roode-, witte- en sa- voyekool) en bloemkool kunt u met een touwtje aan den stronk en met den kop naar beneden ophangen. Van de bloemkool verwijdert u eerst de stugge bladeren, terwijl de soe pele binnenste als beschutting over de bloem gevouwen worden. De ruimte mag vooral niet te warm en te droog zijn, want dan wordt alles rimpelig en slap. Deze kool, wortelen, kroten, knol rapen, schorseneeren e.d. kunt u ook goed in den tuin opkuilcn, op wat stroo of latwerk leggen, met stroo afdekken en zooveel aarde erop, dat alles vorstvrij blijft. Bij 't openen en voor 't verbruik goed controleeren: „het minste moet eerst op". Uien kunt u het eenvoudigste in een onbenut kamerte leggen; ze kunnen gerust een paar graden vorst hebben. Brusselsch lof voor eigen gebruik kan in den kelder of in een donkere kast in vochtig zand worden inge graven, reeds bij eenige warmte loo pen de wortels uit en de geel-groene losse bladeren kan men regelmatig oogsten. Het fruit wordt, zooals gezegd, apart gehouden. Appels kunnen, mits vorstvrij en niet te warm, ook op den zolder bewaard worden. Eén verwarmingskelder is niet geschikt voor het bewaren van fruit. Worm stekige en schurftige vruchten ko men niet voor bewaren in aanmer king, daarom moet u de vruchten stuk voor stuk nakijken. Voor het bewaren neemt u liefst handgeplukt fruit. Appels hebben dikwijls een min of meer vettige schil, dat bij sommi ge soorten zeer goed is te merken. Door deze eigenschap, worden de vruchten beschermd en drogen min der snel uit. Niet ieder beschikt over een aparte fruitbewaarplaats. Eenige kranten uitgespreid op den vloer van zolder, vorstvrije kast of kamer zijn zeer geschikt om het fruit er één laag dik op uit te sprei den, niet meer. Bij verbruik telkens controleeren. Is de ruimte beperkt, dan kunnen ook eenige kistjes boven op elkaar dienst doen, telkens met een paar latjes er tusschen voor luchtcirculatie. Bij zeer strenge koude dekt u het fruit extra af. Bij zachter weer moet die deklaag verwijderd worden, daar d." vruchten anders gaan broeien en rotten. HONDEN- EN KATTENBROOD. Van 1 tot en met 31 Januari 1941 wordt op bon no. 10 van de voeder- kaart voor honden beschikbaar gesteld voor: groep I 10 kg. hondenbrood groep II 10 kg. hondenbrood groep III 8 kg. hondenbrood groep IV 5 kg. hondenbrood groep V 4 kg. hondenbrood groep VI 3 kg. hondenbrood Op bon 10 van de voederkaart voor katten wordt over dezelfde periode 154 kg. kattenbrood be schikbaar gesteld. Na 31 Januari 1941 mag bon no, 10 niet meer worden aangenomen. HET JUISTE GEBRUIK VAN ONS KAASRANTSOEN. Het is van belang thans de groote verschillen in vetgehalte en eiwitgehalte goed in het oog te houden! Slechts weinigen kennen de groote verscheidenheid in onze Nederland- sche kaassoorten. Wel bevatten ze alle de bestanddeelen van de melk en zou men ze dus kunnen beschouwen als melk in vasten vorm, doch de verschillen in bereiding en samen stelling zijn zoodanig, dat men deze terdege in het oog dient te houden, teneinde de kaas als voedingsmiddel goed te kunnen beoordeelen en te gebruiken. Belangrijke verschillen ontstaan er, doordat zoowel uit volle melk als uit gedeeltelijk of geheel ontroomde melk kaas wordt bereid en soms kruiden (kruidnagels of komijn) worden toegevoegd. Het aantal soorten en smaken is echter veel grooter dan hierdoor zou zijn te ver wachten. Door andere verschillen in de be reiding, o.a. door de rijping, korten of langen bewaartjjd, is het product buitengewoon gevarieerd en kan men inderdaad spreken van honder den soorten en smaken. Zooals het met meer levensmidde len gaat, is het ook met kaas gesteld: .men moet ze. lééren eten! Of eigenlijk is het bij kaas iets anders: men moet de soorten, die het best in den smaak, vallen leeren vinden. Meen daarbij niet, dat kaas uit sluitend een broodbelegging moet zijn! Vooral ifi dézen'tijd is dat een vef- keerd begrip, daar wij er nu im mers op uit moeten zijn onze rant soenen zoo goed mogelijk te gebrui ken en tekorten aan het eene product indien mogelijk door een ander pro duct aan te vullen. Men vergete dan ook nimmer, dat kaas een hoog eiwitgehalte heeft en, evenals vleesch, geschikt is om den warmen maaltijd te completeeren. Met slechts .54 Ons 20 plus .kaas per persoon kun nen we een maaltijd van aardappe len en groente tenminste even voed zaam maken als van aardappelen, vleesch en groente. Voor sommige gezinnen is het aan te bevelen de helft van het kaas rantsoen te bestemmen voor brood belegging en eenmaal per week een warmen maaltijd met kaas te ge bruiken. Vooral voor kinderen kan dit van belang zijn, omdat kaas een hoog kalkpercentage heeft en de vette soorten ook in belangrijke mate vitaminen bevatten. Wij gebruiken daarom bij voor keur de vette soorten de volvette en 40 plus kaas naar gelang van onzen smaak en van hetgeen wij kunnen besteden. Men denke echter niet, dat 20 plus of magere kaas geen voedingseigenschappen zou hebben! Haar gehalte aan eiwitten, :-i ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8