sch" fen I.V. ERSITEIT rER". >us pvoering ue rieden E f. 2394 KE STAND •.RICHTEN De financieele verhouding tusschen rijk, provincie en gemeente. Welke veranderingen op komst zjjn. op onderwijsgebied kwaardige t bijzonder ag betreft. ITIELJE, Bvende have Amsterdam, ndagen 3,10, 1941, telkens het gebouw Koorstraat. .25 of f 1.75 l (naar keuze) reet bij den v. Houten- ïrsus wordt lichtbeelden. Stad en Om- wachten vele up dezen be- interessanten redes* irenmagazijn NT VAN f. idel, Nijver- vij zing voor mdelaren de te plakken, en kunnen si inleveren ■at wederom gelegenheid periode „E" VAR. ix en Irene, drs. :n M. de Ruiter, z. van Theodorus oper. Marijke, 2. Boeks en H. P. iena H. J., d. van en A. Kluft. van Dirk Bakker argaretha, d. van iet en C. Jaspers. Hcolaas van der Wilhelmina F. A. iet W. Tengnagel, Volkers, gehuwd ■s, 56 jaar. CNDIJK, 24 Febr. ling). 64600 kg 600 kg Gele kool ritte kool 5.10; e uien drielingen Peen 4.20; 3500 OUDE, 24 Febr. 101600 kg 100 kg Gele kool ritte kool 5.10; ve uien en drie- kg Peen f 4.20, ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 24 FEBRUARI 1941 IWMIMWM—MM——I—lig— UIMMW Ml 'Tl De beteekenis der nieuwe inkomstenb «lasting. Dezer dagen heeft de secretaris generaal van binnenlandsche zaken aan de gemeentebesturen een cir culaire doen toekomen waarin de regeling van de gevolgenvoor de provincies, het gemeentefonds en de gemeenten, van de vervanging van de tot dusver bestaande belas tingen naar het inkomen door een enkele inkomstenbelasting wordt medegedeeld. In deze circulaire wordt o. m. „Zou de bestaande wetgeving gehandhaafd zijn, dan zou de op brengst van verschillende midde len, welker opbrengst van het Inkomen afhankelijk is, aanmer kelijk zijn gedaald. Aanvankelijk werd immers de opbrengst van de gemeentefondsbelasting voor het belastingjaar 1941/1942, welke op brengst voor het daaraan vooraf gaande belastingjaar nog op 65 millioen werd geraamd, begroot op 52 millioen. Dit beteekent dus, dat. een lagere opbrengst van onge veer 20 pet. werd verwacht. Met deze verwachting is in het alge meen door de gemeentebesturen rekening gehouden bij het opma ken van de begrootingen voor het jaar 1941. In zooverre beteekent de regeling voor 1941 voordeel voor de gemeenten. 26 Millioeu meer beschik baar voor de gemeenten. Dientengevolge komt voor de gemeenten aan hoofdsom en op centen op de gemeentefondsleblas- ting een bedrag van pl.m. 26 millioen (2 X 20 pet. van 65 millioen) meer beschikbaar, dan zonder wijziging in het belasting systeem het geval geweest zou zijn. Eigenlijk is het voordeel nog groo- ter, omdat ten behoeve van de ge meenten over een bedrag, gelijk aan de opbrengst van alle opcen ten, die op de gemeentefondsbelas ting geheven konden worden, be schikt wordt, terwijl er toch altijd nog een aantal gemeenten was, dat deze opcenten niet tot het maxi mum-aantal hief. De regelen, welke artikel 8 van verordening no. 30-1941 voor steun aan gemeenten vereischt, zijn nog niet vastgesteld. Voorloopig kan echter reeds worden medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt, het in den aanhef van dat artikel om schreven verschil in de eerste plaats te bestemmen tot het geven jyan een bijdrage aan die gemeen ten, die met de feitelijke heffing over 1940/1941 niet meer uitkomen en die nog de mogelijkheid gehad zouden hebben, het aantal opcen ten op te voeren. Gemeenten, welke in deze om standigheid verkeeren, kunnen voorshands zoo noodig een uitkee- ring uit het gemeentefonds terzake ramen, welke niet meer zal kunnen bedragen dan het verschil tusschen de opbrengst van 75 opcenten op de Gemeentefondsbelasting 1940,41 en de opbrengst van het werkelijk geheven aantal opcenten over dat jaar. Er moet op worden gerekend, dat deze uitkeering slechts dan zal worden toegekend, indien de overi ge opcentenheffingen voor het jaar 1941 tot het maximum zijn opge voerd en, voor wat de personeele belasting betreft, zoodanige tarie ven gelden dat een opbrengst wordt verkregen, gelijk aan drie maal de hoofdsom volgens 't wet telijk tarief. De vraag is gesteld, hoe moet worden gehandeld met de gevol gen van de overneming van de radiodistributiebedrijven door het Rijk, ook wat de opbrengst van precariorechten betreft. In ant woord daarop kan worden mede gedeeld, dat wordt overwogen, de gemeenten een zekere tegemoet koming te verleenen wegens het wegvallen van inkomsten terzake. In verband hiermede bestaat er geen hezwaar tegen, de desbetref fende inkomstposten op de begroo tingen voorshands te handhaven. Een toelichting. Vanwege het departement van binnenlandsche zaken werd aan het Volksbl. nog de beteekenis uiteengezet van de regeling met betrekking tot de nieuwe inkom stenbelasting. Hierbij werd o. m. medegedeeld: Door de enkele inkomstenbelas ting worden alle, tot dusver be staande belastingen naar het in komen, vervangen. In het nieuwe tarief is dus ook verwerkt de be lasting naar het inkomen, die tot dusverre werd geheven ten behoe ven van de gemeenten, het Ge meentefonds en de provinciën. Hierdoor zijn zeer belangrijke inkomsten aan gemeenten, Ge meentefonds en provinciën ontval len en daarin moest worden voor zien. Maar dit kon niet op stel en sprong gebeuren, want de finan cieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten is een moeilijke mate rie. Daarom is voor 1941 een tijde lijke regeling getroffen. De tijdelijke regeling is zoodanig, dat èn aan de provinciën èn aan de gemeenten èn aan het Gemeente fonds de opbrengst wordt gewaar borgd van hef geen zij het vorige jaar uit de vervallen belastingen naar het inkomen hebben gehaald. Zij krijgen dus voor dit eene jaar een uitkeering, de provinciën ter vervanging van de opcenten op de Rijksinkomstenbelasting, het Ge meentefonds enn het Werkloos- li eidsusbsidiefonds ter vervanging, respectievelijk van de hoofdsom der Gemeentefondsbelasting en van de vijf en twintig opcenten op deze belasting, en de gemeenten ter vervanging van de door haar geheven opcenten op deze belas ting. Echter is tevens bepaald, dat over volgende jaren aan de pro vinciën, het Gemeentefonds en de gemeenten uit de nieuwe Inkom stenbelasting (waarvan de Loon belasting tot dusverre het eenige ingevoerde onderdeel is) een deel wordt uitgekeerd, dat in een ze kere verhouding staat tot de op brengst van die belasting. De be doeling is dus, dat de uitkeeringen niet zullen worden gefixeerd. In het algemeen krijgen de pro vinciën het Gemeentefonds en de gemeenten, wat zij' het vorige jaar hebben genoten. Bij de provinciën telt echter ook nog mee, wat zij zich hadden voorgesteld dit jaar t? heffen. Voor de provinciën, elf in getal, is zulk een regeling mogelijk. Het aantal gemeenten is echter te groot, dan dat zoodanige regeling voor haar practisch uitvoerbaar zou zijn. Voordeel voor de gemeenten. De getroffen regeling zoo,ver klaarde men bevat een groote tegemoetkoming aan de gemeen ten. Wan het is duidelijk, dat, wanneer de tot dusver bestaande belastingen van kracht waren ge bleven, de opbrengst daarvan in het komende belastingjaar onder den druk der tegenwoordige om- KIJKDAG bij Frederi'k Muller Co. te Amsterdam, voor d eheden te houden veiling van oude en moderne schilderijen, antiquiteiten etc., afkomstig van oud-Amsterdamsche verzamelingen. Ook worden er eenige eikenhouten kamers met ebbenhouten fineerwerk geveild. In een der kamers staat een prachtig oud-Holiandsche kast uit de 17de eeuw, welke door een der liefhebbers grondig wordt bekeken. (Polygoon) standigheden heel wat minder zou zijn geweest. Lat aan de gemeen ten is gewaarb.orgd, wat zij het vorige jaar hebben gehad, is dus heel belangrijk. Zij kunnen nu uit gaan van een opbrengst, die aan zienlijk hooger is, dan waarop zij, ware de nieuwe maatregel niet getroffen, dit jaar hadden kunnen rekenen. Dit voordeel kan strekken tot vermindering en, misschien in enkele gevallen, tot opheffing van de aanvankelijk geraamde tekorten op de gemeentebegrooting. Vermelding verdient voorts nog de volgende bijzonderheid van de nieuwe regeling. Onder de oude regeling gingen niet alle gemeen ten tot het maximum van vijf en zeventig opcenten op de gemeente fondsbelasting. De ingezetenen van dergelijke gemeenten zien nu echter op hun belastingbiljet van de nieuwe in komstenbelasting de volle vijf en zeventig opcenten verdisconteerd. Dit brengt meer geld in het laatje. De hoogere opbrengst, die hiervan het gevolg is, wordt gestort in een nieuw ingestelde tweede afdeeling van het Gemeentefonds. In deze tweede afdeeling wordt bovendien gestort wat het Rijk tot dusverre beschikbaar stelde voor noodlij dende gemeenten en voor gemeen ten, die een extra-bijdrage noodig hadden. Op deze wijze heeft het Gemeen- fonds tweeërlei functie. Vooreerst blijft bestaan zijn oude functie: die van een regeling der vaste uitkee ringen krachtens de Wet-de Geer van 1929 en ten tweede zullen (uit de tweede afdeeling) voortaan ge meenten, die haar begrooting niet uit eigen middelen sluitend kunnen maken, worden gesteund. Dit is het uitgangspunt voor den opbouw van een nieuwe regeling voor hulpver leening aan gemeenten, die de eindjes niet aan elkaar kunnen knoopen. IN DE SCHOOL der Neutrale Schoolvereeniging te den Haag is heden een tentoonstelling gehouden van de door de leerlingen zelf gekweekte bloembollen. Een groepje deelnemers wachtend op de, jury. (Polygoon) Radiotoespraak dr. J. van Dam. De secretaris-generaal van het de partement van opvoeding, weten schap en cultuurbescherming, prof. dr. J. van Dam, heeft een radiorede gehouden, waaraan wij het volgende ontleenen: Wat ik u vanavond te zeggen heb. gaat eenigszins in de richting van het programma, maar ik beperk mij doelbewust tot dingen, waarvan il: met een zekere waarschijnlijkheid kan zeggen, dat zij zullen worden volbracht. Ik behandeld in kort be stek zes punten van zeer verschei den aard, de positie van onze moe dertaal, de versterking van den in vloed van den staat op het onderwijs, de universiteiten, de lichamelijke op voeding, de opleiding der leerkrach ten en de positie van den bezitter van de onderwijsacte. Taalonderwijs Wat de positie van het Neder- landsch betreft, is het mijn bedoe ling, dat aan onze moedertaal in on derwijs, wetenschap en cultuur een belangrijker plaats wordt toegekend dan thans het geval is. In voorbe reiding is daarom een hervorming van het onderwijs in het Neder- landech aan onze scholen. Het aantal uren zal worden uitgebreid en het onderwijs zal door een zorgvuldig overwogen handleiding worden ge regeld, die, met behoud van de mo gelijkheid eigen inzicht te volgen, zekere lijnen zal trekken, waarlangs dit onderwijs zich moet ontwikkelen om de kennis van en de liefde tot de moedertaal en de daaruit uitgedrukte cultuurwaarden te versterken. Wij weten allen, dat onze taal thans neg sterker dan vroeger is blootgesteld aan het gevaar van een verandering en daartegen moet het onderwijs waken. In verband daarmede is het plan ontworpen tot stichting van een wetenschappelijk middelpunt voor de studie van de Nederlandsche taal en heemkunde. T.a.v. het spel lingvraagstuk heb ik hoop de kloof tusschen de sch'oolspelling en de of- ticieele spelling te doen verdwijnen. Staat en school. Bij het tweede onderwerp, verster king van den invloed van den staat op het onderwijs, betreed ik een ter rein vol voetangels en klemmen. De staat heeft betrekkelijk geringen in vloed op het lager onderwijs en be perkt zich er toe, toezicht te houden en he geld te betalen. De tegenwoor dige situatie van ons land, de onrust onder ouderen en jongeren en het feit, dat ook de jeugd zich meer dan vroeger voor de politiek interesseert, maakt het noodzakelijk, dal de overheid de mogelijkheid moet be zitten eeh zeker toezicht op het on derwijzend personeel uit te oefenen. Daarom is er o.a. een verordening in JARENLANG HEBBEN BEWONERS VAN DIT HUIS OP HET „HELLEND VLAK'' GELEEFD en was deze woning een bezienswaardigheid van Duivendrecht. Nu men het niet overbodige bordje „onbewoonbaar verklaarde woning" heeft aange bracht, is men er maar toe over gegaan het „huis" te sloopen. (Polygoon) voorbereiding, die controle op de benoemingen voorschrijft door een goedkeuringsrecht op benoemingen in te voeren of bij de univers: teiten door invoering van de be krachtiging van de benoemingen door het Nederlandsche bestuur. De universiteit. Wat de universiteiten betreft, cok daar moet gestreefd worden naar een versterking van het centrale gezag. Er is een verordening in voorbereiding, die aan den rector, den president-curator, het college van rector- en assessoren en in laa ste instantie aan den secretaris generaal, een grootere bevoegdheid geeft en daarmede de mogelijkheid schept, de catastrophe van Leiden en Delft te vermijden. Twee kwesties staan thans in -het middelpunt van het hooger onderwijs: die van Delft 'en Leiden en die der Joodsche stu denten. Wat de laatste betreft, is het overbodig, het standpunt van de Duitsche bezetting nog weer eens uiteen te zetten. Ik heb daarom ge meend goed te doen, in mijn be sprekingen over deze kwestie de be langen van de toekomstige Joodsche studeten voorloopig op te offeren aan die van de thans studeerenden en ik heb dan ook een toezegging ontvangen, die zoodanig luidt, dat een aanzienlijk deel van de thans studeerenden de gelegenheid zal krijgen, hun studie te voltooien. Eén maatregel moet ik nog even toeliel. ten die, van het verbod voor niet- ingeschreven Joodsche studenten zonder toestemming van het de partement examen te doen.Hij neeft ten doel, te beletten, da; iemand een studie gaat beginnen, zonder zich te laten inschrijven, wai bij enkele faculteiten mgelijk is. Wie regelmatig ingeschrevoen geweest is, behoeft niet te vreezen, niet tot eer. examen te worden toegelaten, ook al zou hij in dit examenjaar zelf r.iet ingeschreven geweest zijn. In dit verband wijs ik met nadruk op de wenschelijk, dat de rust aan de universiteiten gehandhaafd blijft. Daar is nu uit Leiden een betreu renswaardig feit te vermelden. En kele dwazen of kwaadwilligen heb ben deze week in Leiden een soort ultimatum aangeplakt, dat de her opening der universiteit eischt. Ieder een kan begrijpen, dat dit de slecht ste v/eg is om dit doel te bereiken. Onderwijzersopleiding. T.a.v. het onderwijs in de licha melijke opvoeding, dat op 1 Januan aan alle lagere scholen verplicht is gesteld, zal binnenkort een regeling tot stand komen, die aan alle on derwijzers, die dit onderwijs geven, de zoozeer gewenschte leiding en in structie waarborgt. Bij de onderwij zersexamens zullen voortaan spe ciale gecommitteerden, bezitters van de acte m.o. gymnastiek, toezicht op de examens in het vak lichame lijke oefening'houden. Zij, die een niet voldoende examen in dit vak afleggen, zullen niet meer de be voegdheid krijgen om dit vak te on- üerwij zen. Voorts is in voorbereiding een verlenging van de studie aan de kweekschool tot vier jaren, uitbrei ding van de leerstof wordt niet be cogd. Dientengevolge zal er in 1942 geen onderwijzersexamen worden gehouden, behalve dan voor die on- gelukkigen, die in 1941 mochten wor den afgewezen. Bij het kweekschool- eindexamen zal het' schriftelijk werk voor alle candidaten gelijk zijn aan dat voor het staatsexamen voor on derwijzer. Ook de opleiding van de leeraren voor het voorbereidend, hooger en middelbaar onderwijs moet m.i. dringend op het punt van het paedagogische worden verbeterd. De plannen van het departement op dit punt zijn echter nog niet afge- slöten. Leerlingensehaat. De leerlingeschaal-verbetering be teekent, gezien de schoolbevol king van dit oogenblik er ter stond ongeveer 2000 onderwijzers plaatsen meer te vervullen zijn. Ver der mag er op gerekend worden, dar er in ,1942 nog verscheidene honder den plaatsen bijkomen. Het is n.i. een bekend verschijnsel, dat de ge meente- en schoolbesturen hun leer lingen zoo over de scholen weten te verdeelen, dat de gemiddelde school bevolking zich vlak bij een grens- getal beweegt. Men mag er rekening mee houden, dat er in totaal onge veer 2650 nieuwe, vaste onderwij zersplaatsen open komen. De rijkscommissaris heeft mij op gedragen, op de salarissen van de in communauteit levende geestelijken 40 te korten. Deze maatregel zal bij sommigen verzet, bij anderen be grip, bij weer anderen zelfs tevre denheid opwekken; de bezoldiging immers van de z.g. kloosterlingen is al vele jaren ter sprake geweest. Het op deze wijze bespaarde geld komt natuurlijk uitstekend te pas dit is ook de bedoeling van den rijks commissaris voor de zoo lang ge wenschte verbetering van de leer- lingenschaal. Er is nu een regeling ontworpen, waarbij een eenmans- school tot 35 en een tweemansschool tot 75 leerlingen gaat, daarna komt er voor iedere 45 kinderen een leerkracht bij. Daar in het volgende jaar de onderwijzersexamens, be halve voor de gezakten, uitvallen, komen er 1600 onderwijzers minder aan; daar er ongeveer eenzelfde aan tal jaarlijks den dienst verlaat, zul len over twee jaar meer dan 4000 nieuwe krachten een plaats als on derwijzer kunnen vinden. Het aan tal kweekscholen zal naar verhou ding van de gebleken behoefte wor den verminderd. Er volgt nog een maatregel, die in de kringen der r.k. onderwijswereld met gemengde gevoelens zal worden opgenomen. De rijkscommissaris heeft mij opgedragen, te bewerken, dat de geestelijken, die hoofden van r.k. leekenscholen zijn hun functie neerleggen. Het gevolg van dezen maatregel zal zijn, dat er thans een groot aantal hoofdenplaatsen, d.w.z. de hoogstbezoldigde plaatsen, voor leekenonderwijzers, en dat zal in verreweg de meeste gevailen betee- kenen, voor getrouwde onderwijzers, beschikbaar komen. De onbillijkheid, die daarin lag, dat de best bezoldigde betrekking voor een ongehuwde ge reserveerd bleef, wordt dus daardoor weggenomen. Dit is uit sociaal oog punt niet zonder beteekenis. TWEEDE BLAD. DE COMMISSARIS-GENERAAL Dr. Wimmer bracht Vrijdag een bezoek aan de provincie Noord-Brabant. De commissaris-generaal wordt begroet door Mr. F. J. van Lanschot' bij zijn, bezoek aan de veemarkt te 's-Hertogerabosch. Geheel rechts Jhr. Mr. Dr. A. B. M. G. v. Rijkckevorsel, commissaris van de provincie Noord-Brabant. (Het Zuiden)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5