Distributie-Nieuws ra? TO BONNEN-NIEUWS. (Week van 17 Maart tot en met 24 Maart). halt pond holer oi margarine half pond boter oi een halt pond marganne daarna geen petroleum meer v. verlicht. één eenheid branastoffen vijlde periode één eenheid cokes vijlde periode (anthraciet, steenkolen, briketien ol tun] V-ÏUI ffl f DE HUISVROUW VRAAGT EN GEEFT ZELF RAAD Een weekmenu in distributietijd. CL 05 05 w" CL O <T> O N y N «3! 3* 'U CL 0) 3 co' CL 0>' (5 3 3 "3 (D 0) CL H rt- Öa (O O w üa C 05 05 3 Q O TO 05 - w-W 0) <3! a CO a (0 i O 05 H' :hter de en Q) *3 M (JO g o (5 3 i CL n> M iD 3 05 i den voor 3 CD het stig- 05 op. :grsvs» iris-os 8 S- K N ft a g - lo-»„g. - t? 3 it n> c, - j. a 3 II 3 3 cCD - is a QJ O a h- M. Fa N |B p, p« d u cr ■-- fL "öSS'"S»ÏN&3Sii'S [fl '1 P I 03 I (I> fD O '"S C* 3 fD K j-3 3 co cr <J O O V fD z AS O" >-■ t-SJ gioügajl p 9,2 s8 H g o S-S't" 2 gLe a-s.gf re H !-• £3 S <ra I T i £3 BON No. GELDIG RANTSOEN 17 AD 17 Maart t. en m. 13 April 1 kilogram 18 AD 17 Maart t. en m. 27 April O 125 gr. koffie of 50 gr. thee of 250 gram koffiesurrogaat 07 BB 08 BB Geldig tot en met 23 Maart 17 Maart t.enm. 23 Maart (30 Maart) 100 gram of 100 gram roggebrood of 1 rantsoen robak 5 Bik. 24 Febr. t. en m. 23 Maart 50 gram brood half rantsoen qebak 35 gram meel of bloem (geen boekweifmeel). 07 BK 08 BK Geldig tot en met 23 Maart 17 Maart t. en m. 23 Maart (30 Maart) half pond boter of margarine of 2 ons vet 07 Vetk. 08 Vetk. Geldig tot en met 23 Maart 17 Maart t. 'en m. 23 Maart (30 Maart) half pond margarine of boter of 2 ons vet 07 VK 10 Maart t. en m, 19 Maart (23 Maart) xxxx) 1 ons vleesch of 1 rantsoen vleeschwaien 07 Worst e. d. 10 Maart t. en m. 19 Maart (23 Maart) xxxx) 1 rantsoen vleeschw. 11 AD 24 Febr. t. en m. 23 Maart half pond 08 AD 24 Febr. t. en m. 20 April half pond 07 AD 24 Febr. t. en m. 20 April half pond 09 AD 24 Febr. t. en m. 20 April 1 ons 10 AD 24 Febr. t. en m. 20 April 1 ons 61 en 71 10 Maart t. en m. 23 Maart (6 April) 1 ons per bon 91 AD 82 AD Geldig t. en m. 23 Maart 17 Maart t. en m. 23 Maart (30 Maart) 1 ei 15 AD 24 Febr. t. en m. 30 Maart een pond 16 AD 117 xxx) 1 Maart t. en m. 30 Maart 1 Jan. t. en m. 30 April xx) zie noot xxx) zie noot P Z periode 9 PZ E 24 Febr. t. en m.20 April 24 Febr. t. en m. 31 Maart 2 liter 2 liter 15, 16 en 17 (haarden en kachels) 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41 (centrale verwarming) 1 Maart t. en m, 31 Maart 1 Maart t. en m. 31 Maart één eenheid vaste brandstoffen één eenheid vaste brandstoffen X ARTIKcL Suiker Koffie en Thee Brood of gebak Bloem, brood of gebak Boter Vet V' leesch V.eeschwaren Rijst, rijstebloem, rijstemeel, rijstgries o} grutfenmeel Gort, gortmout of grutten Havermout, havervlokken, haver- bloem, aard.meelvlekken, gort, gortmout of grutten Vermicelli, Macaroni of Spaghetti Maizena, griesmeel, sago, aard appelmeel of puddingpoeder of puddingsauspoeder of rijst- stijfsel of glansstijfsel Kaas Eieren Peulvruchten Zeep Petroleum Brandstoffen A D: Algem. distributiebon!. B B: Broodbonboekje. B K: Boterkaart. Bik.: Bioemkaart. X K: Vleeschkaart. Vetk.: Vetkaart. xx) 150 gram toiletzeep (nieuwe samenstelling) of 120 gram huishoudzeep of 150 gram zachte zeep, of 300 gram zachte zeeppasta of 250 gram zeep poeder of 600 gram wasch- poeder. xxx) Voor mannel. pers. boven 15 jaar 50 gr. scheerzeep, of één tube dan wel een pot scheer- crême. Op aparte scheerzeepbon! xxxx) Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan worden ge kocht, bedraagt 75 grapt voor gerookt of gekookt varkei. i-, rund- of kalfsvleesch en voor gerookte worstsoorten, 110 gram voor gekookte worst soorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nierbrood en 150 gram voor bloedworst. (m O N 4* L£< O O W-I »-t i (D i to 3 o CO 4 (D rr™ 3. o. £3 2 3 M. 05 3 £L P* s P (T) <1 P *4. c/3 8 S' O. SS 8* t I w 15 l e+ O {J* O trf" P g C to "ft 5 "r-t- W S+ o C+ O O l&ll s g 2 O CL cf a t- ti- w g wlsf&S 3- a S-ffi3 3' 8 S'g'cratra 2 3 2 K13 2- 3 P 05 3 p 3 g4 3* ^TO (O b 7 p> 3 n> <ra £5 3 to P fD (D f0 »-• 2 3 TO CL (D 3 P £5 ki »-j (0 S F 2 3 fl> m ö- 1/3 K N n> 9) ÏSK-§3< ff 8 3 3 2. fl> N raw®» 5 O Su.sa« g- ra ?3P?ïS3 3 CO I n> No. 34. (VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG). 17 Maart 1941. HUISHOUDELIJKE PROBLEMEN IN OORLOGSTIJD. Dank zij een mededeelzame leze res cespreken we vandaag het koken van eieren. Wordt U nu nog niet boos en zegt U niet dat het onzinnig is om in dezen tijd te spreken over het koken van eieren, want heusch, daar kan reden voor zijn. Natuurlijk kunt U allemaal eieren kokener z ij n niet eens veel eieren om te koken en het gaat héélemaal niet over het Zondagsche eitje, dat we met eenig ceremonieel onthoof den teneinde de heele familie goed te doordringen van het feit, dat wij „ons ei'' opeten. Het gaat dezen keer over inge maakte eieren. Een onzer lezeressen is begaan met de klachten van andere huis vrouwen, die kalkeieren en water- glas-eieren niet heel kunnen houden bij het koken. Zij geeft een remedie aan, die velen van U misschien wel kennen, anderen echter n.et. Deze in dank ontvangen en door gegeven raad is echter tevens aan leiding tot verdere eierontboeze- mingen. Mevrouw raadt ons aan om met een fijne stopnaald een gaatje te prikken in het ei op de plaats, waar de luchtkamer van het ei zich be vindt. Meestal is dat aan de stompe zijde van het ei, soms zit het aan de zijkant. Het doorprikken van de eier schaal is een goed middel indien het gaat over waterglaseieren. Die schaal is n.l. min of meer verstopt geraakt, de lucht kan niet meer ont wijken. Bij het verwarmen zet de lucht in het ei uit, vindt géén uit weg door de schaal en zoekt op de zwakste plelc een uitweg te maken. Daar, op die zwakke plek, barst het ei. De onplezierige gevolgen zijn: uitgeloopen eieren, verloren gegaan eiwit, waterige restanten ei in de eierschaal, om dit verlies te voor komen, maakt mevrouw dus één of twee gaatjes met de stopnaald en voorkomt meteen het barsten van het ei. Dit middel zal echter niet baten bij kalkeieren, want daar barst de schaal niet, omdat er geen uitweg voor de lucht is, maar omdat de schaal zoo broos is geworden. Een gaatje extra verhelpt het euvel niet. Men probeert dan het barsten te voorkomen door b.v. de eieren met koud water op te zetten en héél langzaam aan de kook te brengen. Mocht de schaal barsten, dan heeft zich al een laagje gestold eiwit ge vormd en loopt het ei niet meer zoo erg uit. Tijdens het koken moeten al deze eieren zachtjes blijven koken en niet tegen elkaar botsen, ook dat is nog een voorbehoedmiddel tegen verder stuk gaan. Het toevoegen van wat azijn aan het kookwater bevordert ook het stollen van het eiwit en gaat dus het uitloopen van het eiwit tegen. Er zijn nog meer hulpmiddeltjes, zooals het wikkeien van het ei in een dun lapje of in een taai vloei- i papier, ook al om het barsten van de brosse eischaal zooveel mogelijk te voorkomen. Maar het meest afdoende middel om een smakelijk gestold ei te krijgen zonder bezwaren van ge barsten schalen is toch wel, de schaal er af te doen en het ei zon der schaal te laten stollen. Gepocheerde eieren zijn daarvan een zeer simpel voorbeeld. Eieren, gestold in een klein kopje, een soufflépotie of een „Eierkoch" vormen het tweede voorbeeld van deze werkwijze. Een „Eierkoch" bestaat uit een klein petje van vuurvast glas com pleet met deksel en klem. Het ei wordt daarin gebroken, voorzien van zout of suiker, het potje wordt ge sloten en gezet in een pan met water. Dit water moet niet hard koken, het mag slechts tot aan de kook komen, want dan stolt het ei zacht en smakelijk en wordt niet stug. Inplaats van- de eierkoch kan bovengenoemd soufflépotje, kopje of kannetje ook dienst doen. Het glazen eierpotje met deksel maakt zoo'n aardig figuur op de ontbijttafel, dat we het de moeite waard vonden er even extra de aan dacht op te vestigen. Restantjes. Mochten er kleine restantjes zijn op te maken, dan kan onder in zoo'n potje natuurlijk een restje groente of saus worden gedaan, wat vruch tenmoes voor een zoet gerecht, stukjes visch of kaas voor een zout. Alles te samen kan zoo'n eier- gerechtje van ingemaakte eieren het vleesch in het middagmaal ver vangen. Van het verwerken van deze eieren tot het vervangen van ont brekende eieren is maar een klein stapje. Misschien is het gebruik van custardpoeder in pannekoeken al bekend? Het geeft de gele kleur en den •ndruk van eieren in het beslag, bovendien helpt custardpoeder om bij het bakken een beter resultaat te krijgen. Maar het kan ook bij wentelteefjes het ei vervangen. Door de melk ge roerd geeft het de gewenschte gele kleur; het brood, dat doortrokken raakt van deze vloeistof, zal bij het gaar bakken, eenige stevigheid krijgen; kortom het custardpoeder vervangt hier werkelijk het ei. Paneeren. Als U een ei wilt gebruiken om paneermeel te doen vastkleven aan visch, vleesch of andere heerlijk heden, dan helpt weer een ander vervangingsmiddel, n.l. een papje van bloem en water. Dat papje moet iets dunner zijn als het béslag, dat voor appelbeig nets wordt gemaakt, maar mag niet te dun zijn, zoodat het niet blijft hangen aan het te paneeren vleesch e.d. Het stuk, dat gepaneerd moet worden, wordt in dit bloempotje ge doopt, moet even uitlekken, wordt daarna in paneermeel gewenteld. Zoo noodig wordt de bewerking her haald, maar in elk geval is het mogelijk om een keurig korstje van paneermeel te krijgen, ook zonder dat er ei aan te pas komt. Preparaten. Er is in enkele plaatsen van ons iand ook al een preparaat in den handel dat kippen-eiwit met succes kan vervangen. Vermoedelijk zal het over korten tijd in het geheele land verkrijgbaar zijn. Vooral in den tijd van versche vruchten zal het een welkom hulp middel zijn om „bonvrije" nagerech ten te maken. Stijf geklopt kunsteiwit met wat limonadestroop of zoete pudding- saus uit fleschjes gezoet en gekleurd, gemengd met wat fijngemaakte versche vruchten en desnoods met gelatine stijf gehouden, dat geeft een heerlijke vruchtenschuimpudding. Zoodra de rabarber wat goedkoo- per is, kan het ook daarmee worden geprobeerd. Inplaats van limonadestroop, die als zoetmiddel natuurlijk altijd vrij duur is, kan saccharine worden ge bruikt of saccharine en suiker beide. Het meest smakelijke effect krijgt men bij het gebruik van saccharine als zoetstof, wanneer er half suiker half zoetstof wordt gebruikt. Eén tobbetje zoetstof staat gelijk met 7 a 8 gram suiker en het is ver standig om van de zoetstof niet te veel te nemen en ze niet mee te laten koken. Sommige fabrikaten kunnen n.l. wel tegen koken en an deren niet. Het juist genoemde kunstmatige eiwit kan stijfgeklopt gebruikt wor- ZUIDSCHARWOUDE. EXTRA BROODBONNEN VOOR TUINDERS. De formulieren voor het aanvra gen van extra broodbonnen voor tuinbouwers kunnen bij de plaatse lijke distributiekantoren op uiterlijk Dinsdag 18 Maart a.s. worden aan gevraagd. In dezelfde week moeten ze weer ingevuld worden ingeleverd. De halve broodkaarten voor zwaren arbeid zullen dan moeten worden in geleverd en worden dan omgewis seld tegen heele broodkaarten. De stamkaart zal moeten worden over gelegd. den in puddingen, warm, zoowel als koud, in schoteltjes, die luchtig moeten worden, in schuimsauzen, vruchtenmoes, maar ook in zoute gerechten, zooals aardappelpurée, havermoutkoekjes als ..vleeschver- vanging enz. Er wordt zelfs „slagroom" van ge maakt met behulp van wat olie. Het poedervormige eiwit kan bovendien nog gebruikt worden om de voedingswaarde van stamppotten, soepen en dergelijke gerechten te verhoogen. Het behoeft er dan alleen maar doorgeroerd te worden. Van een praatje over het koken van ingemaakte eieren is dit artikel geworden een verzameling eier- wenken, waarbij ook het vervan gingsmiddel niet is vergeten. Zoo heeft feitelijk „elck wat wils", want niet ieder heeft eieren kunnen inmaken en menigeen voelt toch be hoefte aan de diensten, die het ei in de keuken kan verrichten. R. L.—H. Het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad deelt het volgende weekmenue mede, waarbij rekening is gehouden met de distributie. MAANDAG: Aardappelsoep met verschil lende groenten. Een smakelijke voedzame soep maakt men van 300 gr. soepbeentjes, ly2 kg. aardappelen, 200 gr. tapte- melkpoeder of 300 gr. gehakt, 3 liter water, bladselderij, peterselie, 100 gr. wortelen, 100 gr. spruitjes, 1 flinke ui, 50 gr. boter of margarine of 40 gr. vet. De soepbeentjes met 1 liter water den vereischten tijd trekken, daarna de bouillon zeven. De ongeschilde, flink schoon geboende aardappelen in parten snijden en met de gesnip perde ui, de selderij, de spruitjes en de gesnipperde wortelen in de helft van den bouillon in een half uur gaar koken. Alles tot een gelijk matige puree stampen en langzamer hand verdunnen met de rest van de bouillon, het water en de glad aan gemengde melkpoeder. Het vet toe voegen en de soep nog even doorko ken; in de soepterinne de fijnge hakte peterselie toevoegen. Indien men van gehakt gebruik maakt, worden de met wat zout en peper aangemaakte gehaktballetjes in een deel van den bouillon gaar gekookt. Deze worden na het stam pen van de aardappelen bij de ver dunde soep gevoegd. Dikke rijst in melk. Deze maakt men van 1 liter melk of taptemelk, 200 gr. rijst, 50 gr. sui ker en een citroenschilletje. De melk aan de kook brengen en de gewasschen rijst en het schilletje toevoegen. Alles zachtjes gaar laten worden in ongeveer 1 y, uur. Voor het opdoen de suiker er door roeren, daar dit voordeeliger in het gebruik DINSDAG. Aardappelen. 1 kg. consumptieaardappelen in de schil koken. Raapstelen. Men nemen 1 kg. raapstelen, wat zout, een weinig melk of taptemelk en een beetje aardappelmeel. De schoongemaakte, in stukjes ge sneden gewasschen raapstelen met het aanhangende water opzetten en in ongeveer een half uur gaar ko ken. Dan een weinig melk toevoegen en het vocht binden met wat aard appelmeel. De groente niet nasto- ven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 7