DE TREKKING
31 MAART a.s.
K0LE1F0MZEN
Lord Listor Legende
HET GEHEIM
serieuse kennismaking
Kijkt goed uit uw oogen
Adoectenllm
Net Meisje
VANGT AAN
fjxiuMetou
Huisje
POLITIERECHTER
Distributie-zondaren.
ARRONDISSEMENTS
RECHTBANK
DIENSTBODE
Keuken-Werkmeisje,
De uitslagen zullen regelmatig
in DIT BLAD bekend gemaakt
worden.
NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS.
net Dagmeisje,
Verloren een Bril met br. étui,
J. P. J. BESTEMAN,
Marktstraat.
ZONDAG
GULDEN VUES
HEEFT SELEEN
BESCHIKBAAR
Opticien IBINK.
i®S£vmiHUHn-r*"'
de rijtuiefhaf
VAN HET
DOODEUJ&F GIF.
EERSTE BLAD.
4
Zitting van Maandag.
Nu de carbonaden niet meer te
krijgen zijn, lijken ze dubbel zoo
lekker dan anders en het is dan
ook niet te verwonderen, dat van de
varkentjes, die er nog zijn, er wel
eens eentje stiekum verdwijnt. De
honger naar varkensvleesch en de
kans op een zoet winstje zijn vaak
sterker dan de bedreiging met
strenge straffen. En met de scha
pebout eerst, volkomen ten on
rechte, door velen maar matig ge
waardeerd uit onkunde is het
precies hetzelfde.
Zoodoende kreeg de Alkmaarsche
politierechter, mr. Krabbe, Maan
dag in een zitting, die van 's mor
gens tien uur tot des namiddags
vijf uur duurde met een onder
breking voor het consumeeren van
eenige versterkingen een heele
vleet zondaren op het matje vóór
zich, die schuldig waren aan het
clandestien slachten van varkegp
en/of schapen.
Een Sinterklaasvarken.
De eerste was een koopman uit
Bakkum, die met Sinterklaas een
varken had geslacht, zonder daar
toe vergunning te hebben gevraagd
en gekregen. Hij vertelde zelf, dat hij
waarschijnlijk wel vergunning tot
slachten zou hebben gekregen, als
hij het had gevraagd en zijn
vleeschbonnen had ingeleverd. Hij
had een groot gezin en rijk was hij
niet bepaald.
De officier zei, dat het erger was
dan het leek, hij vorderde, met het
oog op de generale preventie, 2
weken gevangenisstraf.
De rechter veroordeelde den man
tot 50 boete of 30 dagen, met ver
beurdverklaring van het varken,
dat inmiddels reeds aan de vrij-
bank was verkocht.
Een bestreden leuze.
Een slager uit Oudendijk had een
vermoedelijk clandestien geslacht
varken gekocht, en in zijn kelder
verborgen onder wat hooi, in de
pekel gezet als hartigheidje achter
af voor zich zelf en wat kennissen
De officier zei, dat deze slager
op vleeschkeuringsgebied slecht be
kend staat en de leuze huldigt:
knoei maar raak. Op grond daarvan
vorderde de officier twee maanden
gevangenisstraf.
De verdediger, mr. dr. Buiskool
uit Schagen, betoogde, dat de sla
ger niet zoo'n zwart schaap is als
de officier deed voorkomen. De man
heeft een blanco strafregister en hij
staat gunstig bekend. Alleen wordt
hij wat „link" genoemd. Aan die
„linkheid" twijfelde de pleiter wei
een beetje. Pleiter noemde eenige
z.i. verzachtende omstandigheden en
vroeg tenslotte een geldboete, in-
plaats van gevangenisstraf.
Na wat re- en dupliek van offi
cier en verdediger veroordeelde de
rechter den slager tot 100 boete of
30 dagen en verbeurdverklaring
van het gepekelde varken.
Toch in moeilijkheden gekomen.
Een veehouder uit Uitgeest had
in November door een volgens
hem „onbekende" een varken
laten slachten in zijn huis.
De veehouder voerde als verweer
aan, dat het varken zwaarder woog,
dan het volgens de voorschriften
mocht wegen. Om niet in moeilijk
heden te raken had hij het maar
laten slachten en was daardoor in
nog grootere moeilijkheden ge
raakt.
De echter vond, dat de man ego
ïstisch was geweest door een var
ken alleen voor zich zelf te willen
houden, waarop verdachte ant
woordde: Dat moest ik wel, een an
der denkt niet aan mij.
De officier zei, dat van overheids
wege een circulaire was ontvangen,
waarin aangedrongen werd op het
opleggen van hooge straffen aan
distibutiezondaars. Hij vorderde
daarom twee weken gevangenis
straf. De rechter veroordeelde den
veehouder tot 75 boete of 25
dagen.
Betrapt op clandestien slachten.
Juist toen hij bezig was met het
clandestien slachten van twee scha
pen in een boetje op het land, werd
een slager te Heerhugowaard door
marechaussee Rol betapt. Dat
bracht den man op het justitieele
matje. Bovendien had hij de scha
pen, alvorens met het slachten aan
te vangen, niet volgens de voor
schriften van den rijkscommissaris
verdoofd.
De officier vroeg drie weken ge
vangenisstraf. Het vonnis was 75
boete of 30 dagen.
Ook een vrachtrijder te Limmen
was door de politie bij een clan
destiene slachterij betrapt, een paar
dagen vóór Kerstmis. De slachterij
betrof een varken en een schaap
De man zei, het arm te hebben.
Hij had wat vleesch voor zich zelf
willen hebben en ook een zoet
winstje willen maken. De schapen
bout op Kerstmis en de karbonaden
met Nieuwjaar waren nu niet
doorgegaan.
Nadat de officier drie weken ge
vangenisstraf had gevraagd, kreeg
de vrachtrijder nu van den rechter
75 boete of 25 dagen op zijn bo
terham.
Een kaasje in twee weken voor
twee personen.
Na de varkens en de schapen
kwamen de boter en de kaas. Een
Schellinkhouter slager had op 21
October van den bedrijfsleider van
een zuivelfabriek 14,Edammer ka
zen gekocht. Elk jaar was hij in
Mei en in October gewend een half-
jaarlijksch partijtje in te slaan. Der
gelijke hoeveelheden mag men
echter sinds lang niet meer tege
lijk koopen. Maar daar ging het nu
niet om. De kazen waren gekocht,
nadat een dag te voren de kaasdis
tributie was ingegaan en dus bon
nen waren vereischt. En van bón
nen was bij de transactie geen
sprake geweest.
De rechter begreep maar niet,
dat verdachte, die volgens eigen
zeggen slechts 10 gulden in de weert
verdiende, voor wintig gulden kaas
tegelijk kon koopen en ook begreep
hij niet, dat verdachte, die alleen
maar een vrouw had, in veertien
dagen een kaas op kon.
Verdachte begreep op zijn beurt
niet, dat een kaasje in de veertien
dagen veel was en de bedrijfsleider
die als getuige werd gehoord, ant
woordde op een desbetreffende
vraag van den rechter wijselijk,
dat hij er buiten bleef, of iemana
als verdachte wel veertien kazen
tegelijk kon koopen.
De officier vroeg 30 boete of 20
dagen. Het vonnis was 15 boete
of 10 dagen.
De bedrijfsleider kwam er ook
niet zonder kleerscheuren af. Hij
had niet. zonder bonnen mogen le
veren aan den vorigen verdachte.
Zijn verweer was, dat hij de dis
tributie was immers maar één dag
oud van distributie nog niets of
ficieel wist want hij had de noodige
bescheiden nog niet ontvangen.
De rechter aanvaardde dat ver
weer niet en de officier vond zelfs
aanleiding tot het vragen van 80
boete of 40 dagen hechtenis. Het
vonnis was 60 boete of 30 dagen.
Steengruis in plaats van boter.
Wel heel erg had een landarbeider
uit Blokker het gemaakt. Die had een
mevrouw uit zijn woonplaats weten
te bewegen tot het koopen van een
vaatje met 40 pond boter tegen den
prijs van 53,30. Een dag na de leve
ring kreeg de mevrouw achterdocht.
Ze stak met een breinaald in de
boter en toen bleek, dat de breinaald
op anderhalven centimeter diepte
reeds op een laag steengruis stootte.
In het heele vat zat slechts twee pond
boter, die bovendien onbruikbaar
De landarbeider betoonde tegen
over den rechter niet veel berouw.
Hij zei een beste reden te hebben
gehad voor zijn daad. Die reden was.
dat hij veel werkloos en vaak zon
der steun had gezeten.
Het bleek, dat hij iets dergelijks
al eens eerder met een vat vet had
uitgehaald.
De officier vond het natuurlijk bar
en vorderde 5 maanden gevangenis
straf.
De rechter vond het geval zoo
eigenaardig, dat hij de zaak terug
wees naar den rechter-commissaris
voor een voorlichtingsrapport om
trent den persoon van verdachte.
Diefstal om te kunnen
tracteeren.
Op het kantoor van de Alkmaar
sche Ijzergieterij werd uit de man
tels van eenige meisjes telkens wat
geld vermist. Om den dief te vinden
net de directie gemerkt geld in de
mantelzakken doen, en met succes.
Ma een mislukte poging werd de dief
bij een tweede proef gevat. Het
was een jeugdige kantoorbediende.
Deze stond nu voor den rechter,
tamelijk onverschillig en zeer vrij
moedig, eigenlijk brutaal. Hij gaf
alleen den diefstal toe, waarbij hij
werd betrapt. Van de andere gappe-
rijen wist hij niets. Als motief gaf hij
op, dat hij op het kantoor had willen
tracteeren, maar dat niet had kun
nen doen van zijn 32,50 salaris per
maand.
De directeur, ir. Vos, die als ge
tuige werd gehoord, gaf een uit
voerig relaas van den gang van
zaken en zei ook nog, dat het trac
teeren op de fabriek ten strengste
was verboden, omdat sommigen zich
dat niet konden permitteeren.
De rechter vroeg verdachte, of
een vroegere veroordeeling van hem
door den kinderrechter geen indruk
had gemaakt.
Verdachte: Wel iets.
Verdachte zei verder, van een ver
bod van tracteeren niets te weten.
De officier noemde den jongeman
zoo hard als staal. Zelfs nu en de
officier keek verdachte aan stond
verdachte te lachen.
Verdachte, den officier in de rede
vallend: Ik lach om U!
De officier vroeg zes maanden ge
vangenisstraf.
De rechter vond den jongeman
zoo'n raar geval, dat hij de zaak aan
hield voor een voorlichtingsrapport,
uit te brengen door den heer Wig-
ger^
Zitting van Dinsdag.
Diefstal bij het K. D. C.
Voor de Alkmaarsche rechtbank
stond Dinsdag terecht de 37-jarige
los-werkman J. P., uit Alkmaar,
die op 13 Februari zich toegang had
verschaft tot de magazijnen van
het Alkmaarsch Kleeding- en Dek
kingcomité. Juist had hij een zak
gevuld met twee blauwe ketelpak
ken, kousen en sokken en een aan
tal hemden, toen de bode van het
comité aan het magazijn kwam en
P. betrapte. P. gedroeg zich zeer
deemoedig, pakte den zak weer uit,
maar toen hij weg was, bleek, dat
hij toch nog tersluiks een ketelpak
onder zijn jas mee had kunnen
nemen.
Wegens diefstal en poging tot
diefstal had hij zich te verantwoor
den. Hij erkende hetgeen hem ten
laste was gelegd, doch hij scheen
het den bode zeer kwalijk te ne
men, dat die werk van de zaak had
gemaakt. Hij sprak er van dat de
bode hem „opgehangen" had.
De president gaf hem daarover
een geducht standje. De bode had
niets dan zijn plicht gedaan door
den diefstal aan den voorzitter van
het comité te melden.
Verdachte bleef van overtuiging,
dat de bode gemeen was geweest,
waarop de president vaststelde, dat
P. elk inzicht in het verkeerde
van zijn daad miste.
Het bleek, dat P. reeds verschil
lende veroordeelingen wegens ver
nieling en mishandeling en ook één
wegens diefstal achter den rug
had.
De officier vorderde 8 maanden
gevangenisstraf.
Verdachte zei wel veel spijt te
hebben van zijn daad. Hij vroeg een
geldboete, omdat hjj weer eenige
maanden aan het werk was en een
gezin had te onderhouden.
Uitspraak over veertien dagen.
Berouwvolle zondaar.
De Heldersche werkman H. B.,
thans gedetineerd, had te Noord-
scherwoude in een dronken bui,
toen zijn eigen fiets gestolen bleek,
de fiets van een ander weggenomen
en later voor tien guldens ver
kocht. Verdachte betoonde veel be
rouw. Hij had nog nooit iets gesto
len en hij beloofde den president,
die hem vaderlijk toesprak, zich
vrijwillig te laten opnemen in een
landkolonie, om van zijn drank
zucht af te raken, want de drank
zucht bracht hem tot verkeerde
dingen. Ook was hij spontaan be
reid de schade aan den eigenaar
van de fiets te vergoeden. Door een
en ander maakte hjj een goeden in
druk.
De officier vorderde vier maan
den gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Kamminga,
achtte het opleggen van een der
gelijk gevangenisstraf niet de juis
te manier om dezen man, die kin
deren heeft, te helpen. De man zag
zijn fout volkomen in en behalve
zijn zwakheid ten aanzien van den
drank, mocht hij een flinke kerel
worden genoemd, die rondborstig
van aard was. Pleier vroeg ver
dachte een straf op te leggen, met
aftrek van preventief, zóó, dat hij
onmiddellijk na het vonnis vrij zou
komen.
Uitsoraak over veertien dagen.
De Heer en Mevrouw
VAN DIJK—KALLANSEE
geven met blijdschap kennis van
de geboorte van hun Dochter
GEERTRUIDA FRANCISCA.
Enschede, 18 Maart 1941.
Min. Loudonlaan 19.
Gevraagd tegen half April in ge
zin z.k. een
voor dag en nacht, zelfstandig kun
nende werken en koken, niet be
neden 18 jaar, v.g.g.v. en liefst
wonende in Alkmaar. Aanmelden
's avonds na 8 uur, Emmastraat 65.
gevraagd van 8—3. Zaterdags den
geheelen dag. Zondags vrij.
STATIONSSTRAAT 15.
Mevr. DEKKERKRULL, Esch-
doornlaan 11, Wormerveer, vraagt
per 1 Mei een ervaren
zwart en katoendragend, v.g.g.v.,
hulp van 2e meisje aanwezig.
NETTE JONGEMAN 25 jaar,,
n. onb., wenscht
met jongedame van 2224 jaar.
Brieven met foto onder letter
P 979 bureau van dit blad.
Een bejaard echtpaar zoekt te
Alkmaar of Heiloo een
met 2 groote en 1 kleine kamer,
plus keuken, tuintje of desnoods
plaats, heel graag op het zuiden.
Huurprijs f 28 p. m.
Brieven onder letter R 980,
Bureau van dit Blad.
LEDENVERGADERING van de Afdeeling Bergea en Schoor!
op Zaterdag. 22 Maart 1941, te 15.30 uur',
in „De Oude Prins" te Bergen.
Agenda:
1. Notulen.
2. Verslag van den Secretaris over 1940.
3. Rekening en verantwoording van den Penningmeester over 1940.
"4. Verslag van de Commissie bedoeld in art. 9 der statuten en
décharge van Bestuur en Penningmeester.
5. Verkiezing van 3 leden van het Bestuur wegens periodiek
aftreden. (Dadelijk herkiesbaar, art. 7 der statuten.)
6. Aanwijzing afgevaardigden en plaatsvervangers voor de
Algemeene Vergadering van het NederL Roode Kruis.
7. Rondvraag. G. VAN TERWISGA, Voorzitter.
J. W. HOP, Secretaris.
Mevr. ELEM A, Kennemerstraat-
weg 51, vraagt voor direct
van 8 tot 5 uur. Aanm. tusschen
5 en 6 uur.
Gevraagd te Alkmaar liefst omtrek
station: Zitkamer en slaapk. of
zit-slaapkamer met gebruik v.
keuken door echtpaar z.k. of pen
sion. Br. m. prijsopg. onder lett. K.E.
Boekhandel Trapman N.V. Schagen.
waarschijnlijk op fietspad Alkmaar-
Avenhorn. Terug tegen bel.
Bangert 359, Zwaag post Blokker.
Ontvangen
EEN PRACHTCOLLECTIE
HYPOTHEEKBANK
NOORD-HOLLANDSCH
GRONDCREDIET N.V.
VOORDAM 11 ALKMAAR
voor le HYPOTHEKEN
DAN KOOPT U
EEN BRIL BIJ
Het adres voor precies®
uitvoering van uw recept.
Eigen optische slijperij.
Leverancier Ziekenfonds
LAAT t.o. de K.R. Kerk
Tel. 4320.
£\10V6D 7) PIJUJIÉI fyfoP
rqs\ «mumefi
Laai 1ï8-160-reL- 4667-atkmoar
OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN
LANDBOUW EN VISSCHERIJ.
MAXIMUMPRIJZEN GROENE ZAAI-ERWTEN.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd maakt
bekend, dat met ingang van 19 Maart 1941 de volgende maximum
prijzen zijn vastgesteld voor den verkoop onderscheidenlijk den
koop van door den Nederlandschen Algemeenen Keuringsdienst
goedgekeurde, voor zaaidoeleinden bestemde, groene erwten aan,
onderscheidenlijk door, telers: 22.per 100 kg. voor groene
zaai-erwten van den eersten nabouw en 21.per 100 kg. voor
groene zaai-erwten van den tweeden en ouderen nabouw, met dien
verstande, dat deze prijzen zijn berekend inclusief 1.per
100 kg. provisie voor tusschenpersonen en detaillisten en dat deze
prijzen gelden bij levering boordvrij of vrij op wagon of wagen.
Door FRANK F. BRAUN.
9)
Ze stond van den stoel, waarop
zij languit gelegen had, op. Juf
frouw hielp haar met het aantrek
ken van haar blouse. Het was een
heel mooie blouse van donkere
chiffon-zijde, in plooien getrokken
en geheel volgens de mode.
Haar costuum was van zulk een
c diep blauw, dat men het voor
zwart kon houden. Ze zette haar
donkeren hoed op haar geverfde
roode haren. Tot haar spijt moest
ze henna gebruiken. Ze werd al een
beetje grijs.
Toen ze eindelijk klaar was en
haar abonnementskaart was afge-
teekend, was er weer een half uur
voorbij. Ze liep snel de trap af en
versmaadde zonder te denken aan
haar hartkwaal de lift. Angelica
zou zeker al op haar wachten.
Angelica Fabreani had de auto
jn een der zijstraten geparkeerd.
Ze had met het kleine open wa
gentje nooit moeilijkheden, het pas
te in elk gaatje.
Ze was uitgestapt en keek naar
de uitstalling van een boekhandel.
Daar werd zfi aangesproken door
een slanken donkeren heer met een
ietwat geelachtige gelaatskleur.
Hij nam zijn hoed af, zoodat men
zijn gezicht goed zien kon.
„Dag, Angelica", zei hij.
De aangesprokene draaide zich
om. „Wat laat je me daar schrik
ken! Goeden morgen, Otto. Hoe
gaat het? Wat doe je hier om dezen
tijd?" Ze gaven elkaar de hand.
Otto Hom zette zijn hoed weer
op. „Ik moet naar het kantonge
recht", zei hij, „en ik zag toen je
auto staan. Toen ben ik naar je toe
gekomen".
„Ik wacht op mfin moeder. Ze
kan ieder oogenblik komen".
„Hoe is ze eronder?"
Angelica haalde haar schouders
op. Ze veranderde van onderwerp.
„Hebben jullie op het gerecht iets
nieuws gehoord? Is er al een spoor
gevonden?"
Otto Hom schudde het hoofd.
„Wij op het gerecht?" zei hij vra
gend. „Dat is het werk van de po
litie. Daar ben je mee in de war".
„Och ja, natuurlijk".
Hun blikken onderzochten el
kaar.
„Is het niet vreeselijk? Peter
Braubach is gelukkig buiten ge
vaar".
„Ja, ik was gisteren bij hem"
Otto Horn zweeg en keek naar den
grond. Daarop zei hü toch nog:
„Een zonderlinge vent, die neef van
je. Ik kreeg den indruk, dat hij een
bepaalde verdenking heeft".
„Wat?!"
„Ja, heusch. Je weet waarschijn
lijk niet, dat Joachim mij een paar
maal geld geleend heeft. Tamelijk
veel geld. Ik had toen een verve
lende geschiedenis, die in orde ge
maakt moest worden. Je broer
heeft me toen geholpen. Er zijr.
schuldbekentenissen van en ik zal
het geld terugbetalen, zoodra ik
daartoe in staat ben". Hij was ver
legen, knipte een denkbeeldig stof
je van zijn jasrevers en ging voort:
„Ik moet eerlijk zeggen, dat ik niet
begrijp, hoe Peter Braubach eigen
lijk iets van die zaak afweet".
,Jk weet er ook van Otto, Joa
chim heeft er eens over gesproken.
Terloops".
„Dat vind ik heel onplezierig".
„Dat hoeft heelemaal niet. Ik zal
Peter zeggen we gaan nu naar
hem toe - dat hij over zulke dingen
niet meer spreken moet".
Ze hief plotseling haar hoofd op
Haar blik scheen Otto te doorbo
ren. „Heeft hij eenigen grond voor
zijn verdenking laten blijken? Je
begrijpt, de dingen zien er vaak zoo
uit, dat je ze zoowel goed als ver
keerd kunt uitleggen".
Otto Horn nam zijn hoed weer
af. Hij hield hem nu in de hand
Hij had het warm gekregen. Die
Angelica ondervroeg hem, alsof hij
een verhoor onderging. „Neen, dat
niet", antwoordde hij, zijn woorden
wegend. „Braubach bedoelde waar
schijnlijk, omdat Joachim mijn
schuldeischer is, dat ik belang bij
zijn dood zou hebben".
Angelica keek hem aan. Haar
blik was diep blauw en volkomen
vaag. Desondanks voelde hij zien
niet behagelijk en meende te be
merken, dat haar blik voor hem
niets goeds beduidde.
„Dat zal de politie waarschijn
lijk ook wel aannemen. Vooral-
wanneer Peter den inspecteur een
wenk geeft".
„Wat moet ik dan doen?"
„Je kunt niets doen. Het zal al
les wel blijken".
„Geloof je, dat ze er achter zul
len komen, wie de dader is?"
„Zeker. Ik zou me er, als ik geen
schuld had, niet verder over op
winden".
„Wat is dat voor een gekke uit
drukking van je, Angelica!"
Haar oogen bewogen zich zeer
snel, twee- tot driemaal toe. Ove
rigens verried haar gezicht niets.
,.Je hebt gelijk", zei ze, „dat was
heel dwaas van me gezegd".
„Is de politie al bij jullie ge
weest?"
„Nee, merkwaardig genoeg niet"
„Ze hebben mij verhoord".
„En?"
Otto Horn wist niet dadelijk, wat
hij moest antwoorden. Hij keek
naar het fraaie rood van haar be
wegelijke lippen. „Ik heb in alles
de waarheid gezegd. Dat spreekt
toch vanzelf".
„Natuurlijk", zei Angelica.
Daarop zwegen ze.
Het was zonderling; ze waren
goede bekenden geweest; ze kenden
elkaar lang en gingen familiaar
met elkaar om. Een andere betrek
king dan die van een goede kame
raadschap had er tusschen hen
nooit bestaan. Maar nu merkten ze
beiden, dat er iets anders was ge
worden. Ze overdachten ieder
woord, voordat ze het uitsprakèn.
Het was bijna -alsof ze elkaar be
spiedden.
Otto sprak het uit. „Het is een
afgrijselijke geschiedenis, vind je
r.iet? Je voelt je op geen enkele
manier meer vrij. Steeds zit je bij
jezelf te overleggen: Zou dit of dat
ook niet verkeerd uitgelegd kun
nen worden, wat je wilt zeggen?
Zeg het liever niet en houd je
mond maar!"
„Ja", zei Angelica. „Je hebt ge
lijk". Ze trok de consequentie uit
zijn woorden en stak hem haai
hand in de donkere handschoen
toe. Maar daar kwam juist mevr
Fabreani aan. Otto Horn begroette
haar. Hij kuste haar eerbiedig de
nand.
„Mevrouw Fabreani", zei hfi, „ik
heb u gisteren een bezoek willet
brengen, maar het meisje zei, da'
u niet kon ontvangen. Ik wilde u
van harte condoleeren. Ik heb een
goeden vriend verloren, maar u een
zoon; dat is veel, veel meer".
Mevrouw Fabreani bleef zwijgend
staan. Toen zei ze als zinloos:
„Mijnheer Hom wisselde met
Angelica een blik en voegde eraan
toe: „Komt u morgen- of overmor-
genavond bij ons. We zullen u graag
ontvangen".
„Nu", zei Angelica, „we wilden
juist afscheid nemen". Ze stak nog
eens haar hand uit „Tot ziens".
Otto Hom boog zich ook over de
ze hand. „Ik zal graag komen".
Daarna stond hij alleen. Steeds nog
voor de uitstalling van den boek
handel. Hij keek strak naar een
van de boeken in de étalage. Het
had een geel omslag en er was een
Chinees op afgebeeld. China vroe
ger en nu. De Chinees keek hem
aan en glimlachte. Weer glimlachte
er iemand. Over hem?
Otto beet zijn tanden op elkaar.
Hij draaide zich om. Hij dacht er
opeens aan, dat hjj de dames wel
eens bij het instappen had kunnen
helpen, maar hij zag, dat de auto
bewaarder juist de auto uit de file
langs den trottoirband weghielp.
Hij zou te laat komen. Dus wendde
hij zich snel om en liep in de te
genovergestelde richting heen.
Angelica reed naar het zieken
huis en zette haar auto weer in een
lijstraat.
(Wordt vervolgd).