DE TREKKING 31 MAART a.s. K0LE1F0MZEN Lord Listor Legende HET GEHEIM serieuse kennismaking Kijkt goed uit uw oogen Adoectenllm Net Meisje VANGT AAN fjxiuMetou Huisje POLITIERECHTER Distributie-zondaren. ARRONDISSEMENTS RECHTBANK DIENSTBODE Keuken-Werkmeisje, De uitslagen zullen regelmatig in DIT BLAD bekend gemaakt worden. NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS. net Dagmeisje, Verloren een Bril met br. étui, J. P. J. BESTEMAN, Marktstraat. ZONDAG GULDEN VUES HEEFT SELEEN BESCHIKBAAR Opticien IBINK. i®S£vmiHUHn-r*"' de rijtuiefhaf VAN HET DOODEUJ&F GIF. EERSTE BLAD. 4 Zitting van Maandag. Nu de carbonaden niet meer te krijgen zijn, lijken ze dubbel zoo lekker dan anders en het is dan ook niet te verwonderen, dat van de varkentjes, die er nog zijn, er wel eens eentje stiekum verdwijnt. De honger naar varkensvleesch en de kans op een zoet winstje zijn vaak sterker dan de bedreiging met strenge straffen. En met de scha pebout eerst, volkomen ten on rechte, door velen maar matig ge waardeerd uit onkunde is het precies hetzelfde. Zoodoende kreeg de Alkmaarsche politierechter, mr. Krabbe, Maan dag in een zitting, die van 's mor gens tien uur tot des namiddags vijf uur duurde met een onder breking voor het consumeeren van eenige versterkingen een heele vleet zondaren op het matje vóór zich, die schuldig waren aan het clandestien slachten van varkegp en/of schapen. Een Sinterklaasvarken. De eerste was een koopman uit Bakkum, die met Sinterklaas een varken had geslacht, zonder daar toe vergunning te hebben gevraagd en gekregen. Hij vertelde zelf, dat hij waarschijnlijk wel vergunning tot slachten zou hebben gekregen, als hij het had gevraagd en zijn vleeschbonnen had ingeleverd. Hij had een groot gezin en rijk was hij niet bepaald. De officier zei, dat het erger was dan het leek, hij vorderde, met het oog op de generale preventie, 2 weken gevangenisstraf. De rechter veroordeelde den man tot 50 boete of 30 dagen, met ver beurdverklaring van het varken, dat inmiddels reeds aan de vrij- bank was verkocht. Een bestreden leuze. Een slager uit Oudendijk had een vermoedelijk clandestien geslacht varken gekocht, en in zijn kelder verborgen onder wat hooi, in de pekel gezet als hartigheidje achter af voor zich zelf en wat kennissen De officier zei, dat deze slager op vleeschkeuringsgebied slecht be kend staat en de leuze huldigt: knoei maar raak. Op grond daarvan vorderde de officier twee maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. dr. Buiskool uit Schagen, betoogde, dat de sla ger niet zoo'n zwart schaap is als de officier deed voorkomen. De man heeft een blanco strafregister en hij staat gunstig bekend. Alleen wordt hij wat „link" genoemd. Aan die „linkheid" twijfelde de pleiter wei een beetje. Pleiter noemde eenige z.i. verzachtende omstandigheden en vroeg tenslotte een geldboete, in- plaats van gevangenisstraf. Na wat re- en dupliek van offi cier en verdediger veroordeelde de rechter den slager tot 100 boete of 30 dagen en verbeurdverklaring van het gepekelde varken. Toch in moeilijkheden gekomen. Een veehouder uit Uitgeest had in November door een volgens hem „onbekende" een varken laten slachten in zijn huis. De veehouder voerde als verweer aan, dat het varken zwaarder woog, dan het volgens de voorschriften mocht wegen. Om niet in moeilijk heden te raken had hij het maar laten slachten en was daardoor in nog grootere moeilijkheden ge raakt. De echter vond, dat de man ego ïstisch was geweest door een var ken alleen voor zich zelf te willen houden, waarop verdachte ant woordde: Dat moest ik wel, een an der denkt niet aan mij. De officier zei, dat van overheids wege een circulaire was ontvangen, waarin aangedrongen werd op het opleggen van hooge straffen aan distibutiezondaars. Hij vorderde daarom twee weken gevangenis straf. De rechter veroordeelde den veehouder tot 75 boete of 25 dagen. Betrapt op clandestien slachten. Juist toen hij bezig was met het clandestien slachten van twee scha pen in een boetje op het land, werd een slager te Heerhugowaard door marechaussee Rol betapt. Dat bracht den man op het justitieele matje. Bovendien had hij de scha pen, alvorens met het slachten aan te vangen, niet volgens de voor schriften van den rijkscommissaris verdoofd. De officier vroeg drie weken ge vangenisstraf. Het vonnis was 75 boete of 30 dagen. Ook een vrachtrijder te Limmen was door de politie bij een clan destiene slachterij betrapt, een paar dagen vóór Kerstmis. De slachterij betrof een varken en een schaap De man zei, het arm te hebben. Hij had wat vleesch voor zich zelf willen hebben en ook een zoet winstje willen maken. De schapen bout op Kerstmis en de karbonaden met Nieuwjaar waren nu niet doorgegaan. Nadat de officier drie weken ge vangenisstraf had gevraagd, kreeg de vrachtrijder nu van den rechter 75 boete of 25 dagen op zijn bo terham. Een kaasje in twee weken voor twee personen. Na de varkens en de schapen kwamen de boter en de kaas. Een Schellinkhouter slager had op 21 October van den bedrijfsleider van een zuivelfabriek 14,Edammer ka zen gekocht. Elk jaar was hij in Mei en in October gewend een half- jaarlijksch partijtje in te slaan. Der gelijke hoeveelheden mag men echter sinds lang niet meer tege lijk koopen. Maar daar ging het nu niet om. De kazen waren gekocht, nadat een dag te voren de kaasdis tributie was ingegaan en dus bon nen waren vereischt. En van bón nen was bij de transactie geen sprake geweest. De rechter begreep maar niet, dat verdachte, die volgens eigen zeggen slechts 10 gulden in de weert verdiende, voor wintig gulden kaas tegelijk kon koopen en ook begreep hij niet, dat verdachte, die alleen maar een vrouw had, in veertien dagen een kaas op kon. Verdachte begreep op zijn beurt niet, dat een kaasje in de veertien dagen veel was en de bedrijfsleider die als getuige werd gehoord, ant woordde op een desbetreffende vraag van den rechter wijselijk, dat hij er buiten bleef, of iemana als verdachte wel veertien kazen tegelijk kon koopen. De officier vroeg 30 boete of 20 dagen. Het vonnis was 15 boete of 10 dagen. De bedrijfsleider kwam er ook niet zonder kleerscheuren af. Hij had niet. zonder bonnen mogen le veren aan den vorigen verdachte. Zijn verweer was, dat hij de dis tributie was immers maar één dag oud van distributie nog niets of ficieel wist want hij had de noodige bescheiden nog niet ontvangen. De rechter aanvaardde dat ver weer niet en de officier vond zelfs aanleiding tot het vragen van 80 boete of 40 dagen hechtenis. Het vonnis was 60 boete of 30 dagen. Steengruis in plaats van boter. Wel heel erg had een landarbeider uit Blokker het gemaakt. Die had een mevrouw uit zijn woonplaats weten te bewegen tot het koopen van een vaatje met 40 pond boter tegen den prijs van 53,30. Een dag na de leve ring kreeg de mevrouw achterdocht. Ze stak met een breinaald in de boter en toen bleek, dat de breinaald op anderhalven centimeter diepte reeds op een laag steengruis stootte. In het heele vat zat slechts twee pond boter, die bovendien onbruikbaar De landarbeider betoonde tegen over den rechter niet veel berouw. Hij zei een beste reden te hebben gehad voor zijn daad. Die reden was. dat hij veel werkloos en vaak zon der steun had gezeten. Het bleek, dat hij iets dergelijks al eens eerder met een vat vet had uitgehaald. De officier vond het natuurlijk bar en vorderde 5 maanden gevangenis straf. De rechter vond het geval zoo eigenaardig, dat hij de zaak terug wees naar den rechter-commissaris voor een voorlichtingsrapport om trent den persoon van verdachte. Diefstal om te kunnen tracteeren. Op het kantoor van de Alkmaar sche Ijzergieterij werd uit de man tels van eenige meisjes telkens wat geld vermist. Om den dief te vinden net de directie gemerkt geld in de mantelzakken doen, en met succes. Ma een mislukte poging werd de dief bij een tweede proef gevat. Het was een jeugdige kantoorbediende. Deze stond nu voor den rechter, tamelijk onverschillig en zeer vrij moedig, eigenlijk brutaal. Hij gaf alleen den diefstal toe, waarbij hij werd betrapt. Van de andere gappe- rijen wist hij niets. Als motief gaf hij op, dat hij op het kantoor had willen tracteeren, maar dat niet had kun nen doen van zijn 32,50 salaris per maand. De directeur, ir. Vos, die als ge tuige werd gehoord, gaf een uit voerig relaas van den gang van zaken en zei ook nog, dat het trac teeren op de fabriek ten strengste was verboden, omdat sommigen zich dat niet konden permitteeren. De rechter vroeg verdachte, of een vroegere veroordeeling van hem door den kinderrechter geen indruk had gemaakt. Verdachte: Wel iets. Verdachte zei verder, van een ver bod van tracteeren niets te weten. De officier noemde den jongeman zoo hard als staal. Zelfs nu en de officier keek verdachte aan stond verdachte te lachen. Verdachte, den officier in de rede vallend: Ik lach om U! De officier vroeg zes maanden ge vangenisstraf. De rechter vond den jongeman zoo'n raar geval, dat hij de zaak aan hield voor een voorlichtingsrapport, uit te brengen door den heer Wig- ger^ Zitting van Dinsdag. Diefstal bij het K. D. C. Voor de Alkmaarsche rechtbank stond Dinsdag terecht de 37-jarige los-werkman J. P., uit Alkmaar, die op 13 Februari zich toegang had verschaft tot de magazijnen van het Alkmaarsch Kleeding- en Dek kingcomité. Juist had hij een zak gevuld met twee blauwe ketelpak ken, kousen en sokken en een aan tal hemden, toen de bode van het comité aan het magazijn kwam en P. betrapte. P. gedroeg zich zeer deemoedig, pakte den zak weer uit, maar toen hij weg was, bleek, dat hij toch nog tersluiks een ketelpak onder zijn jas mee had kunnen nemen. Wegens diefstal en poging tot diefstal had hij zich te verantwoor den. Hij erkende hetgeen hem ten laste was gelegd, doch hij scheen het den bode zeer kwalijk te ne men, dat die werk van de zaak had gemaakt. Hij sprak er van dat de bode hem „opgehangen" had. De president gaf hem daarover een geducht standje. De bode had niets dan zijn plicht gedaan door den diefstal aan den voorzitter van het comité te melden. Verdachte bleef van overtuiging, dat de bode gemeen was geweest, waarop de president vaststelde, dat P. elk inzicht in het verkeerde van zijn daad miste. Het bleek, dat P. reeds verschil lende veroordeelingen wegens ver nieling en mishandeling en ook één wegens diefstal achter den rug had. De officier vorderde 8 maanden gevangenisstraf. Verdachte zei wel veel spijt te hebben van zijn daad. Hij vroeg een geldboete, omdat hjj weer eenige maanden aan het werk was en een gezin had te onderhouden. Uitspraak over veertien dagen. Berouwvolle zondaar. De Heldersche werkman H. B., thans gedetineerd, had te Noord- scherwoude in een dronken bui, toen zijn eigen fiets gestolen bleek, de fiets van een ander weggenomen en later voor tien guldens ver kocht. Verdachte betoonde veel be rouw. Hij had nog nooit iets gesto len en hij beloofde den president, die hem vaderlijk toesprak, zich vrijwillig te laten opnemen in een landkolonie, om van zijn drank zucht af te raken, want de drank zucht bracht hem tot verkeerde dingen. Ook was hij spontaan be reid de schade aan den eigenaar van de fiets te vergoeden. Door een en ander maakte hjj een goeden in druk. De officier vorderde vier maan den gevangenisstraf. De verdediger, mr. Kamminga, achtte het opleggen van een der gelijk gevangenisstraf niet de juis te manier om dezen man, die kin deren heeft, te helpen. De man zag zijn fout volkomen in en behalve zijn zwakheid ten aanzien van den drank, mocht hij een flinke kerel worden genoemd, die rondborstig van aard was. Pleier vroeg ver dachte een straf op te leggen, met aftrek van preventief, zóó, dat hij onmiddellijk na het vonnis vrij zou komen. Uitsoraak over veertien dagen. De Heer en Mevrouw VAN DIJK—KALLANSEE geven met blijdschap kennis van de geboorte van hun Dochter GEERTRUIDA FRANCISCA. Enschede, 18 Maart 1941. Min. Loudonlaan 19. Gevraagd tegen half April in ge zin z.k. een voor dag en nacht, zelfstandig kun nende werken en koken, niet be neden 18 jaar, v.g.g.v. en liefst wonende in Alkmaar. Aanmelden 's avonds na 8 uur, Emmastraat 65. gevraagd van 8—3. Zaterdags den geheelen dag. Zondags vrij. STATIONSSTRAAT 15. Mevr. DEKKERKRULL, Esch- doornlaan 11, Wormerveer, vraagt per 1 Mei een ervaren zwart en katoendragend, v.g.g.v., hulp van 2e meisje aanwezig. NETTE JONGEMAN 25 jaar,, n. onb., wenscht met jongedame van 2224 jaar. Brieven met foto onder letter P 979 bureau van dit blad. Een bejaard echtpaar zoekt te Alkmaar of Heiloo een met 2 groote en 1 kleine kamer, plus keuken, tuintje of desnoods plaats, heel graag op het zuiden. Huurprijs f 28 p. m. Brieven onder letter R 980, Bureau van dit Blad. LEDENVERGADERING van de Afdeeling Bergea en Schoor! op Zaterdag. 22 Maart 1941, te 15.30 uur', in „De Oude Prins" te Bergen. Agenda: 1. Notulen. 2. Verslag van den Secretaris over 1940. 3. Rekening en verantwoording van den Penningmeester over 1940. "4. Verslag van de Commissie bedoeld in art. 9 der statuten en décharge van Bestuur en Penningmeester. 5. Verkiezing van 3 leden van het Bestuur wegens periodiek aftreden. (Dadelijk herkiesbaar, art. 7 der statuten.) 6. Aanwijzing afgevaardigden en plaatsvervangers voor de Algemeene Vergadering van het NederL Roode Kruis. 7. Rondvraag. G. VAN TERWISGA, Voorzitter. J. W. HOP, Secretaris. Mevr. ELEM A, Kennemerstraat- weg 51, vraagt voor direct van 8 tot 5 uur. Aanm. tusschen 5 en 6 uur. Gevraagd te Alkmaar liefst omtrek station: Zitkamer en slaapk. of zit-slaapkamer met gebruik v. keuken door echtpaar z.k. of pen sion. Br. m. prijsopg. onder lett. K.E. Boekhandel Trapman N.V. Schagen. waarschijnlijk op fietspad Alkmaar- Avenhorn. Terug tegen bel. Bangert 359, Zwaag post Blokker. Ontvangen EEN PRACHTCOLLECTIE HYPOTHEEKBANK NOORD-HOLLANDSCH GRONDCREDIET N.V. VOORDAM 11 ALKMAAR voor le HYPOTHEKEN DAN KOOPT U EEN BRIL BIJ Het adres voor precies® uitvoering van uw recept. Eigen optische slijperij. Leverancier Ziekenfonds LAAT t.o. de K.R. Kerk Tel. 4320. £\10V6D 7) PIJUJIÉI fyfoP rqs\ «mumefi Laai 1ï8-160-reL- 4667-atkmoar OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VISSCHERIJ. MAXIMUMPRIJZEN GROENE ZAAI-ERWTEN. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd maakt bekend, dat met ingang van 19 Maart 1941 de volgende maximum prijzen zijn vastgesteld voor den verkoop onderscheidenlijk den koop van door den Nederlandschen Algemeenen Keuringsdienst goedgekeurde, voor zaaidoeleinden bestemde, groene erwten aan, onderscheidenlijk door, telers: 22.per 100 kg. voor groene zaai-erwten van den eersten nabouw en 21.per 100 kg. voor groene zaai-erwten van den tweeden en ouderen nabouw, met dien verstande, dat deze prijzen zijn berekend inclusief 1.per 100 kg. provisie voor tusschenpersonen en detaillisten en dat deze prijzen gelden bij levering boordvrij of vrij op wagon of wagen. Door FRANK F. BRAUN. 9) Ze stond van den stoel, waarop zij languit gelegen had, op. Juf frouw hielp haar met het aantrek ken van haar blouse. Het was een heel mooie blouse van donkere chiffon-zijde, in plooien getrokken en geheel volgens de mode. Haar costuum was van zulk een c diep blauw, dat men het voor zwart kon houden. Ze zette haar donkeren hoed op haar geverfde roode haren. Tot haar spijt moest ze henna gebruiken. Ze werd al een beetje grijs. Toen ze eindelijk klaar was en haar abonnementskaart was afge- teekend, was er weer een half uur voorbij. Ze liep snel de trap af en versmaadde zonder te denken aan haar hartkwaal de lift. Angelica zou zeker al op haar wachten. Angelica Fabreani had de auto jn een der zijstraten geparkeerd. Ze had met het kleine open wa gentje nooit moeilijkheden, het pas te in elk gaatje. Ze was uitgestapt en keek naar de uitstalling van een boekhandel. Daar werd zfi aangesproken door een slanken donkeren heer met een ietwat geelachtige gelaatskleur. Hij nam zijn hoed af, zoodat men zijn gezicht goed zien kon. „Dag, Angelica", zei hij. De aangesprokene draaide zich om. „Wat laat je me daar schrik ken! Goeden morgen, Otto. Hoe gaat het? Wat doe je hier om dezen tijd?" Ze gaven elkaar de hand. Otto Hom zette zijn hoed weer op. „Ik moet naar het kantonge recht", zei hij, „en ik zag toen je auto staan. Toen ben ik naar je toe gekomen". „Ik wacht op mfin moeder. Ze kan ieder oogenblik komen". „Hoe is ze eronder?" Angelica haalde haar schouders op. Ze veranderde van onderwerp. „Hebben jullie op het gerecht iets nieuws gehoord? Is er al een spoor gevonden?" Otto Hom schudde het hoofd. „Wij op het gerecht?" zei hij vra gend. „Dat is het werk van de po litie. Daar ben je mee in de war". „Och ja, natuurlijk". Hun blikken onderzochten el kaar. „Is het niet vreeselijk? Peter Braubach is gelukkig buiten ge vaar". „Ja, ik was gisteren bij hem" Otto Horn zweeg en keek naar den grond. Daarop zei hü toch nog: „Een zonderlinge vent, die neef van je. Ik kreeg den indruk, dat hij een bepaalde verdenking heeft". „Wat?!" „Ja, heusch. Je weet waarschijn lijk niet, dat Joachim mij een paar maal geld geleend heeft. Tamelijk veel geld. Ik had toen een verve lende geschiedenis, die in orde ge maakt moest worden. Je broer heeft me toen geholpen. Er zijr. schuldbekentenissen van en ik zal het geld terugbetalen, zoodra ik daartoe in staat ben". Hij was ver legen, knipte een denkbeeldig stof je van zijn jasrevers en ging voort: „Ik moet eerlijk zeggen, dat ik niet begrijp, hoe Peter Braubach eigen lijk iets van die zaak afweet". ,Jk weet er ook van Otto, Joa chim heeft er eens over gesproken. Terloops". „Dat vind ik heel onplezierig". „Dat hoeft heelemaal niet. Ik zal Peter zeggen we gaan nu naar hem toe - dat hij over zulke dingen niet meer spreken moet". Ze hief plotseling haar hoofd op Haar blik scheen Otto te doorbo ren. „Heeft hij eenigen grond voor zijn verdenking laten blijken? Je begrijpt, de dingen zien er vaak zoo uit, dat je ze zoowel goed als ver keerd kunt uitleggen". Otto Horn nam zijn hoed weer af. Hij hield hem nu in de hand Hij had het warm gekregen. Die Angelica ondervroeg hem, alsof hij een verhoor onderging. „Neen, dat niet", antwoordde hij, zijn woorden wegend. „Braubach bedoelde waar schijnlijk, omdat Joachim mijn schuldeischer is, dat ik belang bij zijn dood zou hebben". Angelica keek hem aan. Haar blik was diep blauw en volkomen vaag. Desondanks voelde hij zien niet behagelijk en meende te be merken, dat haar blik voor hem niets goeds beduidde. „Dat zal de politie waarschijn lijk ook wel aannemen. Vooral- wanneer Peter den inspecteur een wenk geeft". „Wat moet ik dan doen?" „Je kunt niets doen. Het zal al les wel blijken". „Geloof je, dat ze er achter zul len komen, wie de dader is?" „Zeker. Ik zou me er, als ik geen schuld had, niet verder over op winden". „Wat is dat voor een gekke uit drukking van je, Angelica!" Haar oogen bewogen zich zeer snel, twee- tot driemaal toe. Ove rigens verried haar gezicht niets. ,.Je hebt gelijk", zei ze, „dat was heel dwaas van me gezegd". „Is de politie al bij jullie ge weest?" „Nee, merkwaardig genoeg niet" „Ze hebben mij verhoord". „En?" Otto Horn wist niet dadelijk, wat hij moest antwoorden. Hij keek naar het fraaie rood van haar be wegelijke lippen. „Ik heb in alles de waarheid gezegd. Dat spreekt toch vanzelf". „Natuurlijk", zei Angelica. Daarop zwegen ze. Het was zonderling; ze waren goede bekenden geweest; ze kenden elkaar lang en gingen familiaar met elkaar om. Een andere betrek king dan die van een goede kame raadschap had er tusschen hen nooit bestaan. Maar nu merkten ze beiden, dat er iets anders was ge worden. Ze overdachten ieder woord, voordat ze het uitsprakèn. Het was bijna -alsof ze elkaar be spiedden. Otto sprak het uit. „Het is een afgrijselijke geschiedenis, vind je r.iet? Je voelt je op geen enkele manier meer vrij. Steeds zit je bij jezelf te overleggen: Zou dit of dat ook niet verkeerd uitgelegd kun nen worden, wat je wilt zeggen? Zeg het liever niet en houd je mond maar!" „Ja", zei Angelica. „Je hebt ge lijk". Ze trok de consequentie uit zijn woorden en stak hem haai hand in de donkere handschoen toe. Maar daar kwam juist mevr Fabreani aan. Otto Horn begroette haar. Hij kuste haar eerbiedig de nand. „Mevrouw Fabreani", zei hfi, „ik heb u gisteren een bezoek willet brengen, maar het meisje zei, da' u niet kon ontvangen. Ik wilde u van harte condoleeren. Ik heb een goeden vriend verloren, maar u een zoon; dat is veel, veel meer". Mevrouw Fabreani bleef zwijgend staan. Toen zei ze als zinloos: „Mijnheer Hom wisselde met Angelica een blik en voegde eraan toe: „Komt u morgen- of overmor- genavond bij ons. We zullen u graag ontvangen". „Nu", zei Angelica, „we wilden juist afscheid nemen". Ze stak nog eens haar hand uit „Tot ziens". Otto Hom boog zich ook over de ze hand. „Ik zal graag komen". Daarna stond hij alleen. Steeds nog voor de uitstalling van den boek handel. Hij keek strak naar een van de boeken in de étalage. Het had een geel omslag en er was een Chinees op afgebeeld. China vroe ger en nu. De Chinees keek hem aan en glimlachte. Weer glimlachte er iemand. Over hem? Otto beet zijn tanden op elkaar. Hij draaide zich om. Hij dacht er opeens aan, dat hjj de dames wel eens bij het instappen had kunnen helpen, maar hij zag, dat de auto bewaarder juist de auto uit de file langs den trottoirband weghielp. Hij zou te laat komen. Dus wendde hij zich snel om en liep in de te genovergestelde richting heen. Angelica reed naar het zieken huis en zette haar auto weer in een lijstraat. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 4