DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
WINTERHULP iffNEDERLAND
71
1ANB0D
Duizenden Serviërs leggen de wapens
neer.
Bombardement op
Belfort.
IS ER NOOD IN NEDERLAND?
De WHN zegt: Ja!
En officieele rapporten van vóór 10 Mei
bevestigen dit volkomen.
VERDU1STERÏNGS-
TIJDEN
van 20.41 tot 6.36
DACHT
SL WAS.
AS IK.
)MEN.
inzenden.)
ITERDAGS
goederen.
jf regels
ntant.
ote en kleine
mpotten. Br.
dit blad.
ige mantels
bruidstoilet,
Jop, xn prima
MASTRAAT
aschmachine
ijs 37.50.
STRAAT 31,
ding o.a. een
iaat; 2 cost.
1. 12 j.
ree persoons
nbouw.
likte Radio-
ïder U.K.G.,
v.
Bierkade 6,
nann hand-
itie 10, 15,
10, 15, 20,
lofdijkstraat
maar.
3 gebruikte
of meer
3. merk en
onder letter
1.
weedehands
in goeden
t. 67 jaar.
3 onder lett.
ad.
nikte eleetr.
et wringer.
59 aan het
I, moet als
uden Sin-
je witte
papierrol-
xlkmaar.
e houding
mover Ja-
sluiten van
verbeteren,
rersehil be
lls- en neu-
arde de
iet-aanvals-
spact prac-
IN DE
TEN.
(D. N. B.)
leven ge-
ïgen neer-
New-York
lo (Texas)
'ongevallen
lijke vlieg-
e leerling-
Jcnally, die
cte in het
g bezoekt,
twee per
een vlieg-
an Bingh-
'evangenis-
tgezeten te
pogingen
een ren-
s hem ver
staat te
16 April.
1900 kg
Gele kool
witte kool
[2.10.
16 ApriL
)0 kg Roo-
Deensche
Vpril 1941.
30; 700 kg
g D. witte
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN DAG, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.10
franco door het geheele Rijk 2.63.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
143e Jaargong No. 90.
Directeur; C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Twee bladen.
Donderdag 17 April 1941
Het Duitsche
legerbericht.
Berlijn, 16 April (D.N.B.) Het
opperbevel van de weermacht
maakt bekend
„De overblijfselen van het Ser
vische leger gaan de ontbinding
tegemoet. Duitsche gemotoriseerde
troepen drongen tot Serajeiwo op en
bezetten de stad. Duizenden Ser
viërs legden de wapens neer. Het
aantal gevangenen en de buit ne
men met het uur toe. Het lucht-
wapen bombardeerde spoorwegin
stallaties en militaire steunpunten
in het zuiden van de Herzegowina,
alsmede een vlootsteunpunt aan de
Adriatisehe zee. Duikbommenwer
pers plaatsten voor de Dalmatische
kust voltreffers op een groot ge
wapend vrachtschip, dat na den
aanval met slagzij bleef liggen. Een
ander groot koopvaardijschip werd
bij het eiland Brazza zwaar be
schadigd en een vliegboot door
mitrailleurvuur vernield.
In Griekenland hebben snelle
troepen met de teruggaande Brit-
sche en Grieksche formaties door
scherpe achtervolging aan den voet
van den Olympus en de bergen ten
W hiervan strijd geleverd.
Aan het Grieksche front brach
ten formaties duikbommenwerpers
den ten zuiden van de Servia terug
wijkenden vijand zware verliezen
toe. In luchtgevechten werden drie
Britsche vliegtuigen omlaag ge
schoten en op Grieksche vliegvelden
zeventien vijandelijke Vliegtuigen in
brand geschoten. In de haven van
Piraeus werden opnieuw negen
groote schepen door bommen zwaar
beschadigd.
In Noord-Afrika werd een door
oorlogsschepen ondersteunde aan
val van Britsche pantserstrijdkrach
ten op Solloem afgeslagen.
In den afgeloopen nacht vielen
sterke formaties gevechtsvliegers
de belangrijke Britsche ravitaillee-
ringshaveri en scheepsbouwstad
Belfast in Noord-Ierland aan. Reeds
de eerste aanvalsgolven plaatsten
voltreffers in bet havengebied en
op de wapenfabrieken der stad.
Talrijke brsiant- en brandbom
men deden op de Harland- 'en
Wolff werven uitgebreide branden
ontstaan. Tegelijkertijd vielen an
dere formaties gevechtsvliegtuigen
voor den oorlog belangrijke doelen,
vooral havensteden aan de Engel-
sche Oost- en Zuidkust doeltreffend
aan.
Bij pogingen om overdag naar de
bezette gebieden te vliegen en door
eigen acties van jachtvliegtuigen
tegen de Britsche zuidkust verloor
de vijand op 15 April in luchtge
vechten zes jachtvliegtuigen en een
gevechtsvliegtuig. Eigen verliezen
deden zich hierbij niet voor.
In den nacht van 15 op 16 April
heeft de vijand alleen storingsaan-
vallen ondernomen op het Noord -
Duitsche kustgebied. Door neerge
worpen bommen ontstond slachts
geringe materieele schade. De ma
rine-artillerie schoot een vijandelijk
vliegtuig neer. In de periode van 11
tot 15 April verloor de vijand 135
vliegtuigen en vier versperringsbal
lons. Hiervan werden 24 vliegtui
gen in luchtgevechten, 11 door de
luchtdoelartillerie, 3 door de mari
ne neergeschoten. 97 op den grond
staande vliegtuigen werden ver
nield. In dezelfde periode gingen 32
eigen vliegtuigen verloren.
Duitsche aanvallen op schepen
in den Piraeus.
Berlijn, 16 April (D.N.B.) Negen
schepen met ongeveer 60.000 tot
70.000 b.r.t. gezamenlijke tonnage
werden in de haven van den Piraeus
zwaar beschadigd, toen de Duitsche
luchtmacht Opnieuw aanvallen op
koopvaardijschepen ondernam, die
voor het vervoer der Engelschen en
voor de verzorging van belang zijn.
Aan de kust van Dahnatië werd
bovendien een koopvaardijschip
door Duitsche stuka's zoo zwaar
beschadigd, dat het aan den grond
gezet moest worden.
Engelsche aanval afgeslagen.
Berlijn ,16 April (D.N.B.) For
maties van het Duitsche Afrikacorps
hebben op 15 April 1941 in Noord-
Afrika een door oorlogsschepen on
dersteunden aar.val van Britsche
pantserstrijdkrachtën afgeslagen.
De Engelsche troepen leden opnieuw
verliezen.
Londen aangevallen.
Berlijn, 17 April (D.N.B.) Sterke
gevechtsformaties van het Duitsche
luchtwapen hebben in den nacht van
Woensdag op Donderdag onophou
delijk haveninstallaties en voor den
oorlog belangrijke doelen te Londen
en in de Theemsmonding aangeval
len, naar het D.N.B. verneemt. Reeds
de eerste bemanningen konden bij
goed aanvalsweer en helder zicht
uitstekende resultaten van hun
bommen melden. In de havengebie
den aan weerskanten van de Theems
werden zware vernielingen aange
richt en talrijke groote branden
waargenomen.
De luchtoorlog.
Berlijn, 16 April (D.N.B.) Bij de
aanvallen van het Duitsche lucht
wapen in den afgeloopen n&cht werd
o.a. ook Liverpool getroffen, waar
voor den oorlog belangrijke instal
laties in het havengebied en in het
N. deel der stad werden geraakt en
hevige branden en ontploffingen op
treden. Een andere aanval was op
Portland gericht, waar een groote
brand op de staatswerf werd veroor
zaakt en verscheidene treffers ge
plaatst op de torpedofabriek Port
land-Weymouth.
In het kanaal St. George werden
verscheidene Britsche vrachtbooten
door vliegtuigen van de gewapende
Duitsche verkenning vernietigend
getroffen.
Vandaag is overdag door enkele
Duitsche gevechtsvliegtuigen een
aanval op Great Yarmouth onderno
men. Daarbij konden bomtreffers
met groote uitwerking op een groote
maalderijen in een pakhuisloods
aan de Westzijde van de rivierarm
waargenomen worden.
Britsche vliegtuigen naar
Noord-Duitschland.
Berlijn, 17 April (D.N.B.) Het
Britsche luchtwapen heeft in dén
afgeloopen nacht, naar aan het
D.N.B. wordt medegedeeld* een vrij
groot aantal vluchten naar Nooi-d-
Duitschland gemaakt en getracht
havensteden in het kustgebied aan te
vallen. Slechts weinig vliegtuigen
slaagden er in hun doel te bereiken
en daar eenige bommen neer te wer
pen. De overige toestellen wierpen
him bommen in het wilde weg uit.
Volgens de op het oogenblik be
schikbare berichten is een toestel
door nachtjagers neergeschoten. De
tot dusver geconstateerde schade xs
gering.
Naar het D.N.B. verneemt, zijn bij
den aanval van vier Britsche vlieg
tuigen op de Duitsche Noordzeekust
door brisantbommen een sanatorium,
een pastorie en twee ziekenhuizen
ernstig beschadigd. Ongewapende
visschersvaartuigen werden met ma
chinegeweervuur bestookt. Ver van
elk militair doel werd schade aange
richt, terwijl personen werden ge
troffen.
De aanval op Londen.
Berlijn, 17 April (D.N.B.) De aan
val op Londen is door het Duitsche
luchtwapen, naar het D.N.B. ver
neemt, met zeer sterke strijdkrach
ten uitgevoerd. Den. geheelen nacht
heerschten goede weeromstandig;
heden voor den aanval en een uit
stekend zicht op den grond. Alle in
oen strijd geworpen eskaders kon
den hun brisant- en brandbommen
neerwerpen. In de haven en dockin-
stallaties en in de voor den oorlog
belangrijke doelen in het overige
deel der stad zijn groote vernielin
gen en branden veroorzaakt.
„LANDEN GEZOCHT".
Het Parijsche dagblad „Oeuvre"
heeft dezer dagen een grappige ad
vertentie gepubliceerd, welke in
Fransche politieke kringen groote
vroolijkheid veroorzaakt heeft.
De advertentie luidde aldus:
„LANDEN GEZOCHT".
Gezocht een land, dat bereid is de
hulp van Engeland te aanvaarden.
Landing van het expeditieleger ver
achter het front, totale nederlaag en
overhaaste inscheping, binnen den
kortst mogelijken tijd gewaarborgd.
Mijnontploffing. (D.N.B.) - In
een steenkoolmijn op Hokkaido is
vandaag door nog niet bekende
oorzaken een ontploffing ontstaan.
Daarbij werden 30 mijnwerkers ge
dood. Een aantal andere arbeiders
werd gewond.
Zie verder Buitenland pag. 2, 2e blad.
(Van onzen Haagschen
correspondent).
Na maanden van ingespannen wer
ken de organisatie' moest immers
in het najaar „uit den grond worden
gestampt" zal Winterhulp-Neder
land 15 Mei haar eerste werkperiode
afsluiten. Met taaie vasthoudendheid
hebben de organisatoren van dit.lof
waardig werk doorgezet. Hun moeite
is in ieder geval niet geheel onbe
loond gebleven, want een deel van
het wantrouwen en de antipathie,
welke aanvankelijk in niet geringe
mate aan de W.H.N. ten deel vielen,
kon worden overwonnen. Juist den
laatsten tijd mocht geconstateerd
worden, dat velen zich tenslotte door
de voor ieder controleerbare daden
van deze instelling hebben toten
overtuigen en winnen.
De laatst-gehouden collecte is hier
van een sprekend bewijs: de op
brengst was grooter dan die van
iedere voorgaande collecte en lag
zelfs aanzienlijk hooger dan het ge
middelde bedrag van alle overige
collecten tezamen. Ons volk toonde
zich grootendeels nog reëel en nuch
ter genoeg, om bereid te zijn, zijn
ongelijk te erkennen en ook de W.
H. N. naar haar daden welspre
kende daden! te beoordeelen.
Met niet minder taaie vasthou
dendheid heeft de leiding' van de W.
H. N. keer op keer betoogd, dat er
inderdaad in Nederland nood, en zelfs
groote xood, he^ischt. Toen zij haar
arbeid aanving. was de W.H.N. hier
van reeds ten volle overtuigd; thans,
na zooveel maandeii practisch werk,
op ruime schaal, treedt zij voor het
Nederlandsche volk en zegt met na
druk: „onze verwachtingen zijn nog
overtroffen; de nood was - en is
nog veel grooter dan ook wij hebben
vermoed".
Het ligt niet in den aard van den
Nederlander om met zijn nood „te
koop te loopen"; nog minder om er
mee te coq-.etteeren.
Het aantal z.g. stille armen, dat de
werkers van de W.H.N. op hun toch
ten door de steden en dorpen van
ons land ontdekten, was dan ook on
rustbarend groot. Derhalve wil de
W.H.N. haar eerste werkperiode niét
afsluiten zonder eex-st ons geheele
volk over de haar opgedane ervarin
gen te hebben ingelicht.
Zou de W.H.N. echter slechts haar
eigen ervaringen zonder meer me-
dedeelen, dan zou een belangrijk
deel van het Nederlandsche publiek
argwaan koesteren, omdat het nu
eenmaal tot nog toe getoond heeft,
niet ten veile van het goede doel
van de W.H.N. overtuigd te zijn.
Daarom heeft de leiding van het
hoofdkantoor van de W.H.N. in een
landelijke persconferentie, middels
een rapport, haar beweringen ge
staafd met gegevens, gepubliceerd in
officieele rapporten van de Neder
landsche regeering van vóór den
tienden Mei 1940 ofschoon haar
eigen ervaringen vaak ruimer, in
vele gevallen helaas ook dieper,
lagen. In vergelijking met deze laat
ste zijn de gegevens van vóór 10
Mei slechts een zwakke weerspiege
ling van de huidige behoeften onder
ons volk.
Het levenspeil.
Allereerst wordt nxgegaan op welk
levenspeil de bevolking van Neder
land zich bevindt. De gegevens over
de inkomstenbelasting geven hiervan
een aardige voorstelling.
De hiernavolgende cijfers betref
fen alleen diegenen, die belasting be
talen, dus een inkomen hebben van
800 of meex. De meesten dezer be
lastingbetalers onderhouden uit dit
inkomen nog een gezin. Tevens zijri
hierin niet begrepen de ondersteunde
werkloozen, die immers geen belas
ting behoeven te betalen, en andere
categorieën armlastigen. In dezelfde
perioden als waarover onderstaande
inkomstencijfers gelden, n.l. van 1
Mei 1937 tot 30 April 1938, waren ge
middeld 362124 ondersteunde werk
loozen en bij werkverruimingen ge
plaatste werkloozen ingeschreven.
Voor het belastingjaar 1 Mei 1938
tol 30 April 1939 werden de volgen
de gegevens inkomens vóór kin
deraftrek genoteerd: 47.18 pet. of
643649 personen verdienen van
800 tot 1400; 27.07 pet. of
369295 personen verdienen van
1400 tot 2000; d. i. tesamen
74.25 pet. of 1.012944 personen met
minder dan 2000; 13.46 pet. of
183599 personen verdienen van
f 2000 tot 3000; dus 87.71 pet. ot
1.196.543 personen met minder dan
f 3000; 12.29 pet. of 167865 perso
nen verdienen 3000 of meer.
Hieruit leeren wij, dat bijna de
helft aller belastingbetalers met de
van hen afhankelijke personen moe
ten leven van een inkomen van
tusschen de 800 en 1400, ter
wijl 88 pet. der bevolking minder
dan 3000 verdient.
Een officieel onderzoek naar de
gezinsuitgaven van personen die
minder dan 1400 verdienen, toont
aan, dat deze gezinnen in doorsnee
op de volgende wijze hun gelden
besteden:
Voeding 491; huishuur 180;
woning 127; kleeding en schoei
sel 87; belasting 16; ontspan
ning 19; ontwikkeling 16; di
versen 187.
De gemiddelde gezinsgrootte is
4.93 dus Bijna 5 personen. Van de
ze bedragen moeten dus 5 personen
leven. Wanneer men alleen het be
drag neemt, dat per gezinslid aan
voeding besteed wordt, dan is dit
99.50 per jaar en dus per dag
0.27 per gezinslid.
Het gemiddelde tekort per week
bij deze gezinnen is 54 ct. In de
zelfde perioden, waarin de onder
zoekingen plaats vonden, liggen
de kosten van een minimum voe
ding per dag iets daarboven, zoo
dat gesproken moet worden van 'n
voeding, die beneden het minimum
ligt. Wanneer men nu bedenkt, dat
de werkloozen in Nederland, voor
zoQver zij gezinnen hebben, binnen
deze zelfde inkomstenklasse vallen,
dan kan ieder de eenige juiste en
voor de hand liggende conclusie
trekken, namelijk, dat in de werk-
loozen-gezinnen de toestand nog
slechter is.
Een onderzoek bij 700 werkloo-
zen-gezinnen uit het geheele land,
in allerlei omstandigheden levende,
gedurende alle seizoenen, en inge
steld naar aanleiding van een toe
zegging van den minister van so
ciale zaken in een kamerzitting van
5 Maart 1936, leverde de volgende
resultaten op:
De gemiddelde grootte der ge
zinnen bedraagt ten naastebij 6
personen; man, vrouw en 4 kinde
ren. Omtrent het budgetonderzoek
komt men tot de conclusie, dat de
kosten van voeding over het geheele
land practisch gelijk zijn.
Voor de 9 steuntariefklassen wij
zen de budgetten, behalve voor de
tweede klasse, alle een nadeelig
saldo aan, dat van de tweede tot de
negende klasse geleidelijk toe
neemt. Bovendien moet worden
aangenomen, dat een groot deel der
ondersteunden schulden bij leve
ranciers heeft gemaakt. Vergelij
king der budgetten van werkloo-
zen-gezinnen met die van werken
den (met een inkomen van 1400
of minder per jaar) toont aan,,
in welke mate het werkloozen-ge-
zin zich bezuinigingen oplegt:
6 pet. aan huishuur, 7 pet. aan vuur
en licht, 25 pet. aan voeding, 47 pet
aan kleeding en wasch, 52 pet. aan
verzekeringen en 58 pet. aan overi
ge uitgaven.
Het gemiddelde nadeelige saldo
bedraagt voor alle klassen 58 ct.
per week. Het nadeelig saldo is in
den winter het grootste (98 ct.),
neemt in de lente af (62 ct.) en is
het geringst in den zomer (14 ct.).
Hierbij moet worden opgemerkt,
dat tegenover de hoogere brand-
stoffenuitgaven in den winter de
brandstoffenbijslag staat.
De budgettekorten loopen op tot
15.1 Kleinstgemiddelde is 3.1
bij gezinnen van 3 personen. Hoog
ste gemiddelde tekort is 11.5 bij
gezinnen met 10 personen. Er is dus
minder welvaart bij gezinnen met
veel kinderen.
Huishuur kan niet verminderd
worden zonder te verhuizen. Op vuur
Kan niet bezuinigd worden zonder de
gezondheid te benadeelen en op
iicht niet zonder groot ongerief. Op
voeding bezuinigt men in de eerste
instantie op kwaliteit en in tweede
instantie op kwantiteit. Bezuiniging
cp kleeding en wasch met 47 is
niet mogelijk zonder de aanvulling
van de kleerenkast te verwaarloozen.
Tijdens de werkloosheid gaan huis
raad en kleeding door niet aanvul
ling dan ook snel achteruit. Ook de
inkomens beneden 1400 der wer
kenden zijn onvoldoende, daar zij
een gemiddeld tekort per week van
54 ct. hebben.
Vergelijking van de budgetten met
lage en hooge voedingscijfers maakt
het aannemelijk, dat hierbij ook be
grippen van moraal en fatsoen een
xol spelen. De gezinnen met lage
voedingscijfers verkiezen veelal hon
gerlijden boven schulden maken,
gezinnen met hooge voedingscijfers
maken veelal alles ondergeschikt aan
een ruime voeding.
In het algemeen is het voor de
werkloozen mogelijk zich, mede dank
z(j de voor hen gedistribueerde le
vensmiddelen, een voeding te ver
schaffen, die zoowel kwantitatief als
kwalitatief aan redelijke eischen
voldoet. Ongetwijfeld is de samen
stelling voor verbetering vatbaar,
doch dit is tevens het geval bij de
voeding der niet-werkloozen.
Al bestaat over het algemeen de
mogelijkheid, dat de voeding der
werkloozen voldoende is, toch is in
24 van de gezinnen de voeding
krap of matig te noemen (het over
eenkomstige cijfer bij de werkenden
bedraagt 6 terwijl de Ca, Fe,
eiwit- en vitamine A-voorziening bij
resp. 31, 26, 20 en 10 van de ge
zinnen beneden de door de commisï
sie gestelde normen blijft.
Ongunstige beïnvloeding van be
staande tuberculose door lage wel
vaart is waargenomen. In verband
hiermede is hetzelfde voor de werk
loozen onder de oogen te zien.
Geneeskundige rapporten en mee-
ningen der medici wijzen erop, dat
;n het algemeen de gezondheidstoe
stand der werkloozen-gezinnen niet
onrustbarend is, maar dat toch tel
kens symptomen worden waarge
nomen, die tot voorzichtigheid in dit
oordeel noodzaken. Uit de rapporten
van de artsen blijkt, dat de gezond
heidstoestand bij de werkloozen niet
belangrijk slechter is dan bij de
werkenden.
Wat het platteland betreft kan
worden vastgesteld dat men, behalve
in de kleistreken in het Noorden en
Westen van ons land, op de zand- en
veengronden in het Oosten en
Zuiden om en onder het minimum
leeft. Vooral in vele kleine boeren
bedrijven heerschen noodtoestanden,
zoowel ten aanzien van het huis
houden en de woonruimte als van
voeding en kleeding. Met name de
onderkleeding laat dikwijls veel te
wenschen over. Zakjes voor verpak
king van meel, rijst en kippenvoer
worden vrij algemeen gebruikt voor
het maken van onderkleertjes voor
de kinderen. 90 der gezinnen bezit
niet van elk stel onderkleeding 2
stuks. Bij de kinderen moet vaak
s avonds de kleeding worden gewas-
schen, opdat zij den volgenden dag
weer naar sctxool zullen kunnen
gaan. Men verzuimt naar een zuige-
jingen-consultatiebureau te gaan,
daar men zich schaamt voor de kleer
tjes van de baby.
Armenzorg.
Wat de armenzorg betreft, die in
Nederland van overheids- en parti
culiere zijde werd beoefend, mogen
de volgende getallen een indruk
geven:
Aantal instellingen van weldadig
heid op 1 Januari 1938: 8187, met een
toename van 71 tegenover 1937. Hier
van waren 6923 instellingen voor
ondersteuning in geld en levens
behoeften.
Aan 572.210 personen werd onder
steuning verleend. Hieronder zijn
niet begrepen de ondersteunde valide
werkloozen en in werkverschaffing
werkende werkloozen.
De ondersteuning met geld en
levensbehoeften bedroeg 60.691.250.
Hiervan werd 84 door de overheid
en 16 door kerkelijke en liefda
dige instellingen betaald.
Deze getallen hebben dus betrek
king op liefdadigheid in engeren zin
Men is verplicht te verduis
teren tusschen zonsondergang
en zonsopgang, dus heden
avond
Maans op- en ondergang
17 April:
op 2,14 onder 11.13.
De totale uitgaven van alle soorten
hulpbetoon bedragen 130.646.854.
Hierbij komen aan onk. f 4.279.326,
hetgeen een totaal uitmaakt van
134.926.180.
Hiervan werd 109.526.351, of
81.18 door de overheid gedragen
en 25.399,829 of 18.82 door ker
kelijke en particuliere instellingen.
Hierbij komt nog 1.318.670 aan
steun van verschillende crisiscomité's
en Zuiderzeesteun. Bovendien be
steedden in hetzelfde jaar Rijk en
gemeenten aan werkverschaffing en
werkloozensteun f 135.193.500, waar
in niet is begrepen steun uit bijdra
gen van leden van werkloozenkassen.
Samenwerking noodig.
Met dit somber en sober relaas be
sluit de W.H.N. haar eerste werk
periode, de conclusies van een en
ander aan ons latend. Het col
lecteverbod blijft ech
ter na 15 Mei vankracht,
want het werd uitgevaardigd om een
samenwerking een hoognoodige
samenwerking! op het terrein der
liefdadigheid te bevorderen. Helaas
js. de toestand nog steeds zoo, dat
(jpkele groote landelijke organisaties
cièze samenwerking niet wenschen,
en soms zelfs saboteeren. Zoo is het
in bepaalde gemeenten aan onder
steunden van de diaconie verboden,
steun van de W.H.N. aan te nemen,
op straffe van verlies van den diaco-
nalen steun! Het laat zich verstaan,
dat de autoriteiten deze dingen niet
blijvend zullen kunnen dulden. O n-
dertusschen worde»
onze behoeftige land-
genooten de onschul
dige slachtoffers dezer
schuldige verdeeld
heid. Dit zal straks, wanneer op
15 Mei de W.H.N. haar werkzaamhe
den naar buiten voorloopig afsluit,
nog sterker het geval worden, daar
andere organisaties door het bestaan
de collecteverbod niet over voldoen
de middelen kunnen beschikken om
de nooden, welke ook in den zomer
in vele gezinnen blijven heerschen,
te lenigen. Het probleem van een
coördinatie der liefdadigheid in ons
land wordt dus binnen enkele we
ken wel bijzonder urgent.
Het zou immers misdadig zijn, de
zen onderlingen strijd te willen uit
vechten op de ruggen onzer be
hoeftige landgenooten. Dit mag niet
gebeuren! Een dringend beroep op
allen, die .in dit opzicht invloed
kunnen doen gelden, is derhalve
allerminst misplaatst. Indien men
bereid is, rond de groene tafel
plaats te nemen, kan er nog heel
wat worden bereikt! In verschil
lende plaatsen werd trouwens het
bewijs geleverd, dat samenwer
king, ook onder auspiciën van de
W. H. N., zeer wel mogelijk is. Wij
noemen b.v. Rotterdam, waar zelfs
een zeer breede samenwerking
werd verkregen, waaraan o.a.
wordt deelgenomen door Maat
schappelijk Hulpbetoon, de steunre
geling, den socialen dienst van de
Unie, den socialen dienst van de
N. S. B., de stichtingen Rotterdam-
1939 en Rotterdam-1940, enz.
Of moet ons geheele land eerst
een lot als dat van Rotterdam on
dergaan, alvorens men zich zijn
saamhoorigheid en zijn verant
woordelijkheid bewust wordt?
t