PAM BIJ DE HAANAPEN
HET GEHEIM
JxuilCeton
DOODEUJKE GIF.
AMSTERDAMSCHE
BEURS
PUBLICATIES
LAATSTE BERICHTEN
n-V,
BURGERLIJKE STAND
GEMEENTERADEN
UIT DE PERS.
SPORJ
VAM HET
I
2
EERSTE BLAD
BERGEN.
Uitreiking melk- en cacaokaarten
voor kinderen. - Hierbij wordt be
kend gemaakt, dat de uitreiking van
melk- en cacaokaarten voor kinderen,
die geboren zijn in Februari en
Maart 1927 en in Februari en Maart
1937, zal plaats vinden op Zaterdag
19 April 1941, van 912 uur op het
Distributiebureau, Kerkstraat 2. Dis
tributie-stamkaarten medenemen.
Opvoering van De Rozenkrans. -
Dinsdagavond werd in de Rustende
Jager een opvoering gegeven van de
Rozenkrans, het stuk, dat reeds
meer dan 1400 maal ten tooneele
werd gebracht. Ook nu werd het uit
stekende spel der uitvoerenden en
wij noemen dan speciaal Enny Mols-
de Leeuwe en Pièrre Mols in de
hoofdrollen door de aanwezigen
zeer gewaardeerd. De publieke be
langstelling was evenwel niet groot.
AFLOOP VAN VERKOOPINGEN.
De uitslag van de Woensdag ge
houden veiling bij opbod, ten over
staan van notaris G. A. Verkade
van de volgende perceelen was:
1. Woonhuis en erf aan de Hooft-
straat no. 1 op 3300; 2. idem no.
3 3310; 3. idem no. 5 op 3325; 4
idem no. 7 op 3325; 5. idem no. 11
op 3380; 6. idem no. 15 op 3340.
De afslag blijft bepaald op Woens
dag 23 April 1941 's avonds om 6
uur (aanvang 7 uur) in 't Gulden
Vlies.
De heer P. A. Mentzel, cancidaat
te Amsterdarp, heeft bedankt voor
het beroep naar de herv. gemeen
te van Egmond-Binnen e.a. en aan
genomen dat naar Hoogkarspel.
Mej. P. Petri te Egmond aan Zee
is benoemd als kweekelinge met acte
aan de bijzondere r.k. lagere school
te Egmond-Binnen.
OPGAVE
AMSTERDAMSCHE BANS N.V.
Bijkantoor Alkmaar,
van Donderdag 17 April 1941
STAATSLEENINGEN.
4 Nederland 1941
4 Nederland 1940 II
3—334 Nederl. 1938
3 Ned.-lndië 1937
BANK-INSTELL1NGEN
Ansterd Bank
Hande' Mij. Cert. v.
2501371/,
Koloniale Bank 199'/,
Ned. Ind. Handelsbank 141
IND. OND. BINNENL.
Alg. Kunstzijde Unie
Caïvé Delft Cert.
NederL Ford
Lever Bros
Phil. Gloeil. Gem. Bezit 2371/°
IND. OND. BUiTENL.
Am. Smelting
Anaconda
Bethleh Steel
Cities Service
General Motors
Kennecott Copper
Vor k.
977/is
96"/m
8/%
88Ul10
.118
133
7/
.260
135
34V,
20i/°
64%
3»/i6
391/,
30
North American Rayon17
Republic Steel lfil/„
Standard Brands 431/
Steel comm,40
CULTUUR MAATSCH.
H. V. A466
Java Cultuur276
Ned. Ind. Suiker Unie 270
Verg. Vorstenlanden .12,5/.
PETROLEUM. /s
Kon. Petr.<258
Phillips Oil 3]
Shell Union
Tide Water
RUBBERS.
Amsterd. Rubber
Deli Bat. Rubber
Hessa Rubber
Oostkust
Serbadjadi
lnterc. Rubber
SCHEEPVAARTEN.
HollandAmerika lijn 12^l/s
JavaChina—Japan lijn lo5
Kon. Ned Stoomboot 156
Scheepvaart Unie ,187
TABAKKEN.
Deli Batavia .207
Oude Deli298
Senetnbah225
«7.
7|6/M
.283
.224
.1.411/°
16b'/,
135
31/,
AMER. "SPOORWEGEN.
Atchison lopeka
Illinois Central
Southern Pacific
Southern Railw,
Union Pacific
Pan Pac
2U/8
65/,
,7$/<
10
751/,
35/,
BURGEMEESTER en WET
HOUDERS van ALKMAAR bren
gen ter algemeene kennis, dat in
het Gemeenteblad van Alkmaar
nr. 1724 is opgenomen het besluit
van den Raad dier gemeente van
10 April 1941 waarbij is vastgesteld
een Verordening tot wijziging
der Verordening, houdende be
palingen betreffende indienst
neming door de gemeente van
personeel op arbeidsovereen
komst.
Deze verordening is heden afge
kondigd en gedurende drie maanden
ter gemeente-secretarie ter lezirig
gelegd. Zij is aldaar tevens in af
druk, tegen betaling der kosten,
verkrijgbaar.
Alkmaar, 17 April 1941.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
F. H. VAN KINSCHOT,
Burgemeester.
A. KOELM-A, Secretaris.
DRANKWET
(Staatsblad 1931, nr. 476).
Ingekomen is een verzoek van den
heer J. Meuleveld, alhier, om een
VERLOF B. verlof voor den
verkoop uitsluitend van alcohol
vrijen drank voor gebruik ter plaat
se van verkoop in het perceel
Verdronkenoord nr. 107.
Binnen twee weken na dagteeke-
ning dezer kan een ieder schrifte
lijk bezwaren tegen het verleenen
van dit verlof indienen.
Alkmaar, 17 April 1941.
Burgemeester en Wethouders"
van Alkmaar,
F. H. VAN KINSCHOT,
Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
(Ongecorrigeerd.),
plm 2u
9'7,
96%
873/,
8-3/<
118'/,
140
l->9%
142
132
74'/,
255
133-i/°
238-2^
35V,
201-3/.
643/,-5
35/s
39%
29-V,
17
167,
43/,
453-63
2 V,
459 61
276
;70
125-7
257-60
31
7'/s
283
222
141
160
13i
37s
121-2
156
153
1S6J-7
209",
27
228'/,
2'%
6V8-è
774
10
75%
3°/;o
P. MOLTMAKER OVERLEDEN.
Op 59-jarigen leeftijd is te Utrecht
overleden de heer P. Moltmaker, lid
van de Eerste Kamer en voorzitter
van de Nederlandsche vereeniging
van spoor- en tramwegpersoneel.
De overledene werd geboren +e
Arnhem op 13 Sept. 1882. Hij be
zocht de lagere school en kwam
reeds jong in dienst bij de Staats
spoorwegen te Utrecht als admini
stratieve kracht op het hoofdadmini
stratiegebouw. Hij sloot zich aan bij
de sociaal-democratische arbeiders
partij en trad toe tot de Nederland
sche vereeniging van spoor- en
tramwegpersoneel. Van deze veree
niging werd hij in Juli 1912 voorzit
ter. In 1919 nam hij ontslag als amb
tenaar in dienst van de Staatsspoor
wegen om bezoldigd voorzitter der
Nederlandsche vereeniging te wor
den. Als voorzitter kreeg de heer
Moltmaker zitting in den loonraad
der inmiddels gefusionneerde Neder
landsche Spoorwegen, die in 1926
plaats maakte voor den personeels-
raad waarvan de heer Moltmaker
voorzitter werd en tot 1939 bleef.
In 1912 werd de heer Moltmaker
tot lid van den gemeenteraad van
Utrecht gekozen. Hij bleef dit tot
begin 1924. Op 19 September 1923
deed hij zijn intrede in de Eerste
Kamer.
Het Nederlandsch Verbond van
Vakvereeniging, in welks dage-
lijksch bestuur de heer Moltmaker
meer dan 25 jaar zitting had, ver
tegenwoordigde hij in den Hoogen
Raad van Arbeid. In 1931 bezocht hij
namens het N.V.V. met twee andere
bestuursleden Nederlandsch-Indië.
Van de Internationale Transportar
beiders Federatie was de heer Molt
maker meer dan 25 jaar bestuurs
lid.
BRAND IN MEUBELFABRIEK TE
ZWOLLE.
Gisteravond heeft te Zv/olle een
felle brand gewoed in de meubel
fabriek der firma W. Jekel aan de
Nieuwstraat. Het vuur greep, door
den brandbaren inhoud der fabriek
zoo snel om zich heen, dat het ge-
heelé, uit drie verdiepingen be
staande pand, in minder dan geen
tijd in lichterlaaie stond. Het is on
danks het 'krachtig optreden van
de brandweer geheel uitgebrand.
Kostbare machines gingen daarbij
verloren. Enkele belendende per
ceelen kregen eveneens - schade.
Voor wat de meubelfabriek der
firma Jekel aangaat, wordt de
schade door verzekering gedekt.
DE ZES MANTELBAVIANEN
VAN HUN UITSTAPJE
TERUG.
Zooals elders gemeld, hebben zes
mantelbavianen, die sedert de
Paaschdagen de apenkolonie in den
Haagschen dierentuin opvroolijkten,
gisteravond kans gezien het apen
rotseiland te ontvluchten door den
Ringvijver over te zwemmen, een
prestatie, die geen van de vorige be
woners van de apenrots in zijn ajse-
hoofd had gekregen. Een achtervol
ging had geen resultaat>
Hedenochtend half negen evenwel
is het zestal uit eigen beweging in
den tuin teruggekeerd trek in een
stevig ontbijt zal wel een voorname
drijfveer zijn geweest en over een
door het personeel klaargelegde
plank over den Ringvijver in den
apenrots binnengaan, waar hun och
tendmaaltijd op de meest aanlokke
lijke wijze in de nachthokken was
gereed gezet.
Daarna werden de deuren van de
nachthokken tijdelijk gesloten en,
nadat het personeel zijn taak had
verricht, de plank weggenomen.
Intusschen zijn maatregelen ge
troffen om een herhaling van derge
lijke ongeoorloofde uitstapjes te voor
komen.
ALKMAAR.
GEBOREN: Mar ja, d. van Casper
Kieft en D. Glijnis.
GETROUWD: Simon Dingerdis en
Maria Bleeker. Hermanus H. A.
Groet en Jannetje Laan. Cornells
Tromp en Ca'harina G. Robregt.
OUDKARSPEL.
Dinsdagavond vergaderde de
raad der gemeente, onder voorzitter
schap van burgemeester A. J. Wijn-
veld.
Alle raadsleden waren aanwezig,
behalve de heer Borst om de bekende
redenen.
Ged, Staten verleenden machti
ging, zoolang de gemeeutebegrooting
voor 1941 nog niet is goedgekeurd,
tot op de helft van de over den
dienst 1941 geraamde bedragen uit
gaven te doen; hetzelfde college heeft
goedgekeurd de tweede wijziging der
gemeeutebegrooting voor het dienst
jaar 1940. Beide stukken werden
voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen was het verslag van de
stichting Midder.standsborgstellings-
fonds „Hollands Noorderkwartier"
over 1940. Voor deze gemeente waren
7 aanvragen behandeld, waarvan er
1 werd ingetrokken, 3 afgewezen en
3 toegestaan.
Ingekomen was mede het verslag
van de stichting voor geestelijke
volksgezondheid in Noordholland
over het tijdvak 1 September 1939 tot
31 December 1940.'Dit verslag betreft
de nazorg voor geesteszieken.
Ingekomen was voorts het verslag
van den agent der arbeidsbemidde
ling over 1940. De voorzitter deelde
mede, dat de arbeidsbureaux per
1 Mei a.s. worden opgeheven. Hier
voor in de plaats zullen gewestelijke
bureaux worden ingesteld. Ook in
Alkmaar komt een dergelijk bureaux,
waaronder dan deze gemeente zal
ressorteeren. Zij, die dus na 1 Mei
c.s. werkloos geraken, zullen zich
dan in Alkmaar als werkloos zijnde
moeten 'aanmelden.
Voorts was ingekomen een rond
schrijven van Ged. Staten van
Noordholland inzake Kindertoe
lage-regeling voor bur
gemeesters, secretaris
sen en ontvangers.
De voorzitter deelde mede, dat B.
en W. over dit rondschrijven niet
homogeen zijn, hoewel de meerder
heid zich er mede accoord ver
klaarde.
Met 4 voor en 2 tegen werd na
eenige discussie besloten met het
rondschrijven accoord te gaan. Te
gen stemden de heeren Bakker en
Kalverdijk.
B. en W. stelden vervolgens voor
de beschikbaarsteling van een bij
drage ten behoeve van de steunver-
leening-B voor 1941, welke voor de
gemeente 38 zal bedragen. Werd
goedgekeurd.
Voorts stelden B. en W. voor de
betaling van het aandeel der ge
meente (30 pet.) in de over 1940
schuldig gebleven rente door voor
schotnemers van de in 1931 ver
leende voorschotten aan tuinbou
wers. De voorzitter merkte hierbij
op, dat het B. en W. niet meege
vallert was, dat niet méér rente be
taald is, het is toch een goed sei
zoen geweest, terwijl toch alle
landhuren wel aan de gemeente
zijn betaald. Spr. vond het een
groote onbillijkheid ten opzichte
van de menschen, die niet nog die
per in de schuld wilden geraken
en er in 1931 niet aan mee wilden
doen. De betaling deze rente aan
de boerenleenbanken is toch een
erezaak. Het aandeel der gemeente
zal bedragen 111.60.
De heer P. Rijper: Laat de ge
meente deze menschen die de ren
te niet betalen nog eens aanschrij
ven. Nu het toch een verlies is.
moet de gemeente dit zoo klein
mogelijk houden.
De heer Kalverdijk merkte op.
dat de pachtwet de voornaamste
factor is, dat de landhuren aan de
gemeente zijn beaald. De wet is de
stok achter de deur. Bovendien is
het seizoen niet zoo best geweest
als de voorzitter wel denkt.
Na nog eenige discussies werd
tenslotte zender stemming beslo
ten het aandeel te betalen. Tot
slot volgde de vaststelling van de
rekening van M. H.
De subsidie bedroeg 12.500. Er
was een tekort van 185.62, zoodat
de subsidie met dit bedrag zal
worden verhoogd.
ONVERSTANDIG, WANT
ONGEMOTIVEERD.
De Nederlander waar
schuwt tegen de op het oogenblik
nogal voorkomende neiging om de
dingen in een te rooskleurig licht te
stellen.
„In een tijd vol zorgen en narig
heid zal ieder, die het met zijn volk
mei meent, behoefte gevoelen om
anderen, waar mogelijk, moed in te
spreken en vertrouwen in een betere
toekomst op te wekken. Dat is een
goed werk.
Maar men bereikt radicaal het
tegenovergestelde van wat men be
oogt, als men de zaken te mooi voor
stelt. Dan immers is straks als de
waarheid aan het licht komt de
teleurstelling dubbel groot. Terwij)
bovendien het nadeel ontstaat, dat
het volk in volgende gevallen nieu
we pogingen tot opbeuring óók
als zij gerechtvaardigd zijn mei
wantrouwen zal bejegenen. Dubbele
schade dus.
Een tamelijk sterk voorbeeld van
zulk een zonder twijfel goed be
doelde, maar psychologisch gansch
verkeerde voorlichting is bij voor
beeld te vinden in het onderhoud
dat het A.N.P. eenigen tijd geleden
had met den voorzitter van de A
V.M., de Algemeene Vereeniging
voor Melkvoorziening.
Wij citeeren het entrefilet over dit
onderhoud uit de Limburger Koerier.
„Er bestaat hier en daar in ons
land eenig gebrek aan melk, vooraj
in het z.g. wettelijk gebied of den
gicoten stedendriehoek, waarin Am
sterdam, den Haag, Rotterdam er.
Utrecht liggen. De voorzitter van de
Algemeene Vereeniging voor Melk
voorziening of A.V.M., de heei
Blink, heeft daarover eenigen uitleg
aan het A.N.P. verstrekt. De melk
voorziening van het wettelijk ge
bied, waar de bevolking het dichtst
bijeen woont, kan thans in de win
termaanden, daar de melkgift van dt
koeien afneemt, niet geheel verzorgd
worden door de boerderijen in ht
wettelijk gebied zelf. Dit komt va
het tekort aan krachtvoer, dat than
van overzee niet aangevoerd ka'
worden. Het gevolg is, dat het bui
tenwettelijk gebied van Friesland tot
en met Limburg mede moet zorgen
voor de melkvoorziening van Hol
land en Utrecht. Dit gaat niet van
een leien dakje vanwege de ver
keersmoeilijkheden en dus komt hel
voor, dat men in het wettelijk gebied
niet steeds zijn volle behoefte aan
melk kan bevredigen, zooals het ook
voorkomt, dat men in het buiten
wettelijk gebied terwille van de
voorziening in Holland en Utrecht
zich wat bekrimpen moet. Over
enkele weken, als ei
weervolop eigen voeder
voor de runderen za)
zijn, is dit leed geleden
Men neme dus de tijdelijke beper
kingen, waartoe men hier en daar
genoodzaakt is, niet al te tragisch
op."
Wij spatieeren, aldus de Nederl
verder, in dit stukje één zin. Wam
het stukje stond in de L. K. van 29
Januari j.l. En „enkele weken" later
was het leed niet geleden, maar
werd de melkdistributie aangekom
digd.
Waarmede weer een flinke stool
is toegebracht aan het vertrouwen,
dat het volk aan dergelijke berich
ten misschien nog hecht.
Nog eens, het is volkomen onver
klaarbaar waarom men tot derge
lijke naïeve methoden van voorlich
ting zijn toevlucht neemt. Men be
reikt er niets mee, althans niets
goeds.
Ons volk is wij schreven het al
eerder nuchter en verstandig ge
noeg om harde noodzakelijkheden
rustig onder oogen te zien en tege
moet te treden. Maar het is ook
wantrouwend genoeg om als Het
éénmaal, zij het met goede bedoe
lingen, bij den neus is genomen -
voortaan geen bericht van dien aard
meer te gelooven.
Daarom kan in het volksbelang
niet genoeg worden gepleit voor
waarheid en klaarheid bij de volks-
v oorlichting.
De pers kan daarbij een nuttige
rol spelen mits zij dan niet eerst via
het A.N.P. om het nu maar eens
symbolisch uit te drukken van
wege de melkvoorziening boter op
het hoofd krijgt!"
—■v
SCHOOI. WEDSTRIJDEN.
Hieronder volgen de uitslagen
van Dinsdag en Woensdag.
Dinsdag 15 April.
B. I Julianaschool IWilhelmi-
raschool I 10; Centr. 7e l.j. III
Heiloo I 02; St. Pancras ICentr.
7e l.j. II 4—0.
C. I Lindenschool ITesselscha-
deschool I 10; Vondelschool I
Rochadeleschool I 10; Stompeto-
ren INic. Beetsschool I 05.
Tesselschadeschool I ingeloot.
C. II. Wilhelminaschool IIJu
lianaschool II 50; Vondelschool
IIStompetoren II 20; Rochda-
leschool IILindenschool III 10.
Woensdag 16 April.
B. I. Julanaschool IHeiloo I
01; St. Panera? IKoedijk I
3—2.
C. I. Lindenschool INic. Beets
school I 43 (n.s.); Vondelschool
1Tesselschadeschool I 31.
C. II. Rochadelschool II—Wil
helminaschool IX 06; Vondel
school IILindenschool II 20.
Tafeltennis.
SUCCESSEN VOOR LUTO.
Op de Zondag in de Handels
beurs te Utrecht gehouden natio
nal kampioenschappen brachten de
Luto-dubbels S. Jansen van Jorks-
veldP. Bruin en W. Poeze.1.
Woudstra het tot een uitstekend
resultaat door den titel van Neder
landsch kampioen heeren-dubbel,
resp. 2e en 3e klasse op hun naam
te brengen. Zij mogen dus voortaan
het door de N. T. T. B. beschikbaar
gestelde teeken op hun shirt dra
gen. Voor Luto en mooi succes. In
het heeren enkelspel 2e klasse
slaagde Jansen van Jorksveld er in
zich in de demi-finale te plaatsen.
Hij verloor daar echter na een
spannende 3-setspartij, zoodat hij
zich met een 4en prijs moest tevre
den stellen. Wim Poeze werd door
den lateren kampioen in zijn klasse
uitgeschakeld.'
Zoowel J. Brandse als H. de
Lange wisten het in het heeren-en-
kelspel le klasse tot de laatste
acht te brengen. Vooral voor
Brandse was het jammer dat hij
toen op onfortuinlijke wijze van
den Geldersehen kampioen Berg
man verloor.
233. Want terugkeren naar de raket, om nieuwe
levensmiddelen te halen, duurt te lang en ook hij heeft
erge nonger en dorst gekregen. Hij zal nu proberen de
gestolen voorraad eerst op te sporen. Uit de wagen
neemt hij een hoeveelheid touw.
234. Hij hangt dit over zijn schouder. Vervolgens
neemt hij een zeer sterke loupe. Hij wil trachten het
spoor, dat de apen zullen hebben nagelaten, te volgen.
Misschien vindt hij ook Pam terug.
33)
Door FRANK F. BRAUN.
Ze schudde haar hoofd. „Ik blijf
hier. Maar iemand moet den moord
op zich nemen om den werkelijken
dader op een dwaalspoor te brengen
en een veilig gevoel te geven. Om
hem, kort gezegd, daarheen te krij
gen, dat hij in de val loopt".
„Weer je dan, wie het gedaan
heeft?"
„Ja, ik weet het. Maar ik heb nog
geen bewijzen".
Het heele tooneel had iets on
werkelijks. Daar zaten twee jonge
menschen bij elkaar en bespraken
dingen, die betrekking hadden op
een moord en op een arrestatie.
a sof ze van tennis spraken of van
nog minder opwindende zaken.
Ot.t.o Horn lachte zacht, maar zijn
stem had een hijzonderen klank,
toen hij zeide:
,Je hebt eens gezegd, Angelica.
91s IS Me werkelijk noodig had,
dan zou je bij me komen Dat was
in ieder geval, voordat je Ladislaus
Marezali ontmoet had. Ik had ge
dacht, dat je nu wel naar hem
zoudt gaan".
„Ik ben bij hem geweest".
„En?" Zijn gezicht kwam dichter
bij het hare.
„Hij heeft geweigerd zooals ik
wel gedacht had".
„Dus ben ik hij zocht naar
de juiste woorden, ben ik je
laatste hoop?" Zijn glimlach kon
pijn doen.
„Ja, Otto", bekende zé, zonder
omwegen.
Hij knikte. Zijn glimlach ver
dween. „Dan doe ik het". Ze keken
elkaar in de oogen. Angelica ging
voor zijn blik niet uit den weg.
„Ben je niet bang?"
Hij hoorde haar vraag niet.
„Ben ik misschien wel te ver
trouwen? Ik zou je wel eens in den
steek kunnen laten. Ladislaus
heeft me verzekerd, dat hij van me
hield. Maar dit verzoek- heeft hij
toch maar afgewezen".
Otto Horn scheen zijn woorden
van ver weg te halen. „Misschien
houd ik meer van je, Angelica?"
„Daar heb je nog nooit over ge
sproken".
„Zou dat eenig doel hebben ge-
>ad? Je was blijkbaar je hart al
kwijt en ik maak me niet graag be
lachelijk".
„Otto
„Ja?"
„Mag ik je een zoen geven?"
„Ik verlang geen belooning voor
uit, madame". Hij sloot de oogen.
Zijn gezicht werd bleek; het was in
het geheel nietbruin meer. Toen
boog Angelica zich voorover en gaf
hem een lange kus.
Otto Horn verroerde zich niet.
Hij voelde, dat er, als hij toetastte,
iets kapot ging, wat nog maar aan
het ontkiemen was.
Angelica zei: „Dank je".
Hij drukte de nagels in zijn
handpalm. Waarvoor dankt ze me.
dacht hij; hij wist het werkelijk
niet precies; en toen vernam hij
haar laatste woorden: „Ik wist wer
kelijk niet, bij wien ik hoorde".
Toen was het voorbij.
Angelica begon te spreken. Ze
had schitterende oogen. Ze ont
vouwden hun plan. Hij luisterde
toe. Zweetdruppels stonden er op
zijn voorhoofd.
„Ben je nu bang. Otto?" Ze keek
hem onzeker aan.
„Nee", zei hij, „ik vertrouw op
jou, op jouw handigheid en ook op
dien knappen hoofdinspecteur Ky-
bander. Jullie zult me er wel weer
uit krijgen".
Hij riep de juffrouw, betaalde en
zei heesch: „Het is al diep in den
nacht, we moeten er voor ditmaa1
een eind aan maken".
Buiten hadden ze spoedig een
taxi gevonden. Toen ze was inge
stapt, boog hij zich over haar hand;
daarop wierp hij het portier dicht.
Hij ging naar huis als in een droom
toestand. Maar dat eene was zeker;
hij zou zijn woord gestand doen.
Het was de eenige, nooit weerko-
mende kans, om tegen Ladislaus
Marezali het troef-aas uit te spe
len. Troef-aas, harten-aas. Angelica
had hem de kaart toegestopt.
HOOFDSTUK XIII.
Vroeg in den morgen ontving
Otto Horn het verzoek, om als ge
tuige in de zaak Fabreani om tien
uur op kamer twee honderd acht
tien te komen.
Hij las het formulier over in bij
na vroolijke stemming. Goed, dacht
hij, dat is ook een manier. Hij
schoor zich en kleedde zich aan
als voor een zeer formeel bezoek.
„Moet u vandaag examen doen?"
vroeg het dienstmeisje nieuwsgie
rig, toen zé hem uitliet, „Bent u ad
vocaat, als u weer thuiskomt?"
„Ja", zei Otto, „wel zoo iets". Hij
reed naar zijn kantoor, schreef een
brief met de mededeeling, dat, hij
den eersten tijd niet op kantoor
kon komen en legde dien op het
bureau van mr. Uleschot. Hij keek
m zich heen. De kamers lagen in
een grijze schemering. Zou hij daar
nog eens aan den ouderwetschen
schrijftafel komen te zitten? Het
was heelemaal niet zeker. Zijn
vulpen lag nog op zijn bureau. Die
wilde hij tenminste meenemen.
Op het hoofdbureau kwam hij
veel te vroeg aan. Maar hij had ge
luk, wat men dan geluk zou kun
nen noemen. Hoofdinspecteur Ky-
bander was altijd vroeg bij de
hand. Hij zat reeds in zijn kamer
en had zelfs al de geraniums weer
water gegeven. De hoofdinspecteur
was ook niet kleingeestig. Daar
Horn er nu eenmaal was, nam hij
hem meteen mee naar de betreffen
dc afdeeling,
Otto Horn moest zijn vingers en
handpalmen eerst op een inktkus
sen drukken en dan op een stuk
wit papier zetten. De opvolger van
Bertillon, die hier de leiding had.
keek het papier onderzoekend na.
„Heel mooi", zei hij dan zonder
beteekenis. --
Kybander nam den jongen man
weer met zich mee. „U wilde zeker
uw werk niet verzuimen", merkte
hij vriendelijk op, „Nu, het is half
negen, u komt nog op tijd".
„Ik zal mijn werk wel lang moe
ten verzuimen, inspecteur. Ik zou
U graag even spreken".
Ze stonden op de gang voor ka
mer twee honderd ?pK't4i'-n Kybar
der keek den jongen man aan. Ei
was iets in dit gezicht, dat hem
verdacht-voorkwam. „Zoo..", zei
hij, „nu, komt u dan maar binnen".
Hij maakte de deur weer achter
zich op slot. „Gaat u zitten. Heett
het iets met het geval Fabreani te
maken?"
„Ja, inderdaad, en het is geloof
ik beter, dat ik blijf staan. Ik heb
een bekentenis af te leggen. Ik beb
Joachim Fabreani vergiftigd".
Het was eruit. Hij perste de lip
pen op elkaar. Nu flink blijven, de
eerste minuut nog volhouden; la
ter zou alles wel vanzelf gaan.
Maar hij voelde, hoe zijn knieën
begonnen te beven. Hij ging toch
oog zitten. De blik van den hoofd
inspecteur deed hem pijn. Zijn ver
klaring had toch niet het succes,
dat hij ervan verwacht had.
Hoofdinspecteur Kybander bleef
volkomen kalm. Zijn blik was al
leen onderzoekend en afkeurend.
„Hebt u daar wel goed over na
gedacht, mijnheer Horn?" vroeg hij
na een pauze.
„Waarom vraagt u me dat?"
De hoofdinspecteur ging tegen
over den jongen man zitten. Hij had
het gevoel dat dit onderhoud toch
nog langer zou duren. „Omdat u
naar mijn moemng heelemaal niet
de mr:u:i rar I. it" zei hij.
"gd;.
Ij UI
;:!L
1 J