menschen en honden. AMSTERDAMSCÜE BEURS LAATSTE BERICHTEN De toestand in Irak. Zwitserland begint thans uitverkocht" te raken. Geen deviezen, maar waren. ii BURGERLIJKE STAND De kampioenscompetitie begonnen. Het Westen komt er niet te best af. Be Quick kampioen in het Noorden. EERSTE BLAD Over de vraag, of de dieren er ook een (soort) spraak op na houden, is al veel geschreven, en nog meer is er geredetwist over de vraag, of spe ciaal de hond, onze trouwe vriend, een eigen taal heeft, in dien zin, dat hij er zich bij zijn soortgenooten mee verstaanbaar kan maken. Of dat in derdaad het geval is, ik moet werkelijk zeggen, dat ik het niet weet, al heb ik meermalen gemerkt, dat mijn eigen honden voor speciale dingen ook specifieke geluidjes hadden, waarmee ze elkaar ergens attent'op maken, hetzij eten, hetzij een andere hond, die natuurlijk uit de buurt verdreven moet worden, hetzij de komst van den baas of de vrouw. Het Ouwe Wijf, dat altijd buitengewoon veel behagen had in de vecht partijen van haar zoon, den Bul, waarschuwde hem steeds als er een vreemdeling in de buurt was, een vreemde hond wel te verstaan, met een heel bijzonder geluidje, dat ook nooit werd misverstaan, want zoo gauw de Bul het hoorde, rezen zijn manen al overeind, en was er een diepe grol in zijn keel. Vervolgens ging zijn neus de lucht in, en weg was hij. Fluiten en roepen hielp dan niet meer: hij zag, wat je noemt bloed, en je kreeg hem niet eerder naar huis, of je moest hem persoon lijk in zijn nekvel grijpen, en hem van zijn slachtoffer wegsleuren. Mama ging er dan heel kalmpjes achteraan, blijkbaar om eens te zien hoe het geval afliep. Maar daarover wilde ik het nu niet hebben; wel over de vraag in het algemeen, of dieren, en dan spe ciaal de honden, zich onder elkaar verstaanbaar kunnen maken. Toe vallig kwam mij dezer dagen in han den een interessant opstel over deze materie van de hand van professor dr. Baege uit Jena, die een ziens wijze ontwikkelt, welke zeker de moeite waard is, er kennis van te ne men. De hoogleeraar constateert dan. dat onze huishond een groote collec tie verschillende geluiden tot zij in beschikking heeft, zulks in tegenstel ling tot veel andere dieren, die slechts in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld in den paringstijd, of in oogenblikken van gevaar, geluid ge ven. De hond kan blaffen, huilen, janken, jengelen, knorren, brommen enz. En daarbij komt nog, dat de meeste van deze uitingen op zich zelf ook weer niet gelijk van toon en hoogte zijn, doch ieder voor zich weer in verschillende soorten gema nifesteerd worden. Bovendien gaat de geluidsvorming van den hond dikwijls ook nog gepaard met' ka rakteristieke lichaamsbewegingen, bepaalde houdingen en bewegingen van het geheele lichaam of van en kele deelen daarvan. Elk van deze lichamelijke en hoorbare uitdruk kingsbewegingen is physiologisch bepaald, en treedt altijd slechts bij zeer bepaalde gemoedstoestanden, en dan ook uitsluitend bij deze op. Daardoor zijn wij juist in de gele genheid uit deze uitdrukkingsvor men een conclusie te trekken over den oogenblikkelijken gemoedstoe stand van het dier. De hond bezit dus een taal zegt prof. Baege in zooverre als hij evenals de mensch, in staat ?s gemoedstoestanden door het voort brengen van geluiden (en geba ren) t uitdrukking te brengen. Maar anderzijds is deze taal uit den aard der zaak lang niet zoo veelzijdig en gecompliceerd als die der menschen. Zoo ontbreken den hond in de eerste plaats de mede klinkers, want de door hem ge produceerde klanken bestaan in hoofdzaak uit aan elkaar geregen of op zichzelf staande klinkers. Voorts ontbreekt deri hond het vermogen tot articulatie, dat is de duidelijke vereeniging en scheiding van de op zichzelf staande geluiden. Ja, de hond is beslist niet in staat de afzonderlijke klanken van zijn taal van elkaar te isoleeren, dus eiken klank op zichzelf staande voort te brengen, of ze zelfstandig met el kaar te verbinden, omdat hij die be paalde klanken of klankverbindin gen alleen dan vermag voort te brengen, als hij zich in dien ge moedstoestand bevindt, waarin al leen die bepaalde klanken of gelui den passen. De hond is daarom ook niet in staat de geluiden van zijn taal vrij en willekeurig voort ie brengen, omdat zij nog onverbreke lijk verbonden zijn met een bepaal den psychischen toestand. OPGAVB amsteroamsche bank n.v. By kantoor Alkmaar. van Maandag 5 Mei 1941 Vor. k. 8JVi„ 116 us 1917/3 STAATSLEENINUtN. 4 Nederland 1941 4 Nederland 1940 11 3-3K Ned- 3 Ned -Indië 1937 bank-instellincen Amsterd Bank Handel Mii. Cert. v. 250 Koloniale Bank ivi Ned Ind Handelsbank 1 al IND. OND BINNENL. Alg Kunstzijde Unie 127 Caleé Delft Cert. 74 Nederl Ford. .235 Lever Brostj7 Phil Gloeil Gem Rezit 2191/. cuituijr maatsch s h v a Java Cultuur Ned Ind Suiker Unie Verg Vorslei.landen PETROLEUM. Kon Petr RUBBERS. Amsterd Rubber Deli Bat Rubber HessaRubber Oostkust Serhadiadi SCHEEPVAARTEN. Holland—Amerika lijn nu Java China Japan lijn 143 Kon Ned Stoomboot l^Vs scheepvaart Unie 1/7 tabakken. Heli Batavia .201 Oude Heli2hb Senembab .217 .427 .'2i5 255 117 237 .263 .208 1 ,6 158 •130 116 m 2 u 9V/a v7 89'/, 8 7 Va 117 116 191 131 129 /4 295 116 211V» 419 25 251 llo 234 26^ 20 13' 152 DO II 14- 157 178 201 <68'/. 215 Zonder eenigen twijfel heeft onze huishond, waarschijnlijk juist door zijn innerlijke verbondenheid sedert eeuwen met den mensch, het, in ver gelijking tot andere dieren, zeer ver gebracht op het gebied van uitdruk- kingsmoglijkheden; zijn „vocabulai re" gaat wat dat betreft veel verder dan die van een kat bijvoorbeeld, die toch ook al aardig de kunst ver staat om ons iets aan het verstand te brengen. Prof. Baege is echter van oordeel, dat de dieren, dus ook de hond, mei het vermogen hebben om ons men schen door middel yan die taal in derdaad „iets aan het verstand" te brengen. Althans: een besliste be doeling bij den hond, om ons iets mede te deelen door middel van ge luid of gebaar houdt hij vooralsnog voor uitgesloten. Een stelling die vele honden-eigenaars waarschijnlijk niet zullen kunnen onderschrijven. Ik zelf trouwens ook niet voor de volle honderd procent, want mijn da gelij ksche omgang met verschillende honden, verschillend van ras zoowel als van aanleg en karakter, heeft mij wel tot de conclusie gebracht, dat de bedoeling om iets te bereiken, hetzij door geluid of gebaar, toch wel dikwijls voorzit. Baege adstrueert zijn meening al dus: hoewel de hond geen mededee- lingsbedoeling heeft, werken zijn ge baren en geluiden als mededeelingen op den mensch. En hoe komt dat tot stand? Doordat namelijk zeer be paalde gemoedstoestanden samen gaan met altijd weer dezelfde gelui den of/en gebaren, zijn wij in staal uit deze uitingen ook altijd weer conclusies te trekken omtrent den oogenblikkelijken gemoedstoestand van het dier. Met andere woorden: voor den mensch worden de door den hond geproduceerde geluiden en gebaren via den weg van de erva ring tot mededeelingen omtrent zijn toestand, wij weten dus, op grond van die ervaring of onze vriend uit wil, of hij honger heeft, dan wei dorst. Maar in deze redeneering past niet het stereotiepe en zeer wonderlijke gebaar van Djoekie, die als ze dorst had, met haar drinkensbak pleegde te rammelen, precies zooals iemand, die er nog „eentje pikken" wil, tegen zijn glaasje tikt. Hier zat mijns in ziens wel degelijk een bedoeling voor, vooral als ze dan bovendien met het gezicht van een smartlijder intensief naar de waterkraan keek. Verder gaande stelt Baege de vraag, in hoeverre, en zoo ja hoe, dat overbrengen van mededeelingen op andere honden, of zoo men wil op andere dieren tot stand komt. Men noemt dat gewoonlijk „Verstandi- gung" van de dieren onder elkaar Maar dat is niet juist, want die uit drukking veronderstelt verstand, waartoe men zich tot zijn medemen- schen wendt, en van een bedoeling tot mededeelen. Zoo komt men on willekeurig weer op den weg, die leidt naar het beoordeelen van de dieren naar menschelijke maatsta ven, en naar mensch-psychologische begrippen. Maar de dierpsychologen, die van een vermenschelijking van de die ren niets moeten hebben waarin ze mijns inziens weer volkomen ge lijk hebben probeeren dit vraag stuk ongeveer als volgt te verkla ren: de hoogere dieren zijn op bio logische gronden zeer sterk verbon den met alle gebeurtenissen, die zich in hun onmiddellijke omgeving voi- tiekken. Ze maken ze mee, ze be speuren ze zelfs in hun eigen reac ties en meebewegingen. Die reacties leveren weer bepaal de geluiden en bewegingen op, be- hoorende bij een bepaalden ge moedstoestand, en die geluiden en bewegingen wekken denzelfden ge moedstoestand bij soortgenooten op, die de geluiden hooren. Als bijvoor beeld een hond bezig is iets te ach tervolgen, dan zal hij in dien ge moedstoestand van actieven jager, klanken uitstooten, die andere hon den opwekken, aan die jacht ook te gaan deelnemen. Dan is er dus geen sprake van het bewust overbrengen en ontvangen van een mededeeling, doch alleen van een bepaalden ge moedstoestand, iets wat Baege heel typisch, maar volkomen duidelijk, noemt: „seelische Ansteckung". Het zou dus eigenlijk in den grond van de zaak precies hetzelfde zijn, als het onwillekeurig mee gaan lachen .of mee gaan huilen van menschen onder elkaar, zonder dat er een woord gewisseld is'. Het gebeurer wordt gevoelsmatig, zonder het te begrijpen, geregistreerd als het ware. KYNOLOOG. (Ongecorrigeerd.), Irak kan 300.000 man mobili- seeren. Beiroet, 4 Mei. (D.N.B.) In toon aangevende Iraaks.che kringen ver klaart men, dat Irak 300.000 man kan mobiliseeren en in staat is, tegen der, Britschen inval ook zonder buiten- landsche hulp den noodigen tegen stand te bieden. Voorschriften voor de bevolking. Bern, 4 Mei. (D.N.B.) Naar het Fransche ganetschap Ofi uit Bagdad meldt, heeft de Iraaksche regeering medegedeeld, dat krachtens haar be sluit het werk op de olievelden van de Iracian Petroleum Company ge staakt is. Er wordt ook geen petro leum door de buisleiding naar Haifa gezonden. In bepaalde raffinaderijen wordt nog gewerkt voor het Iraak sche leger. Uit bezuinigingsover wegingen heeft de regeering besloten tot rantsof neering van benzine voor patriculiere wagens. In een speciale mededeeling van het Iraaksche opperbevel wordt ge zegd: Vijandelijke vliegtuigen heb ben Zaterdag de open stad Falloeja, gelegen aan de Euphraat tusschen Bagdad en Habbanijah, gebombar deerd, waarbij een moskee getrof fen is. Er zijn slachtoffers onder de burgerbevolking gevallen. Met het oog op de mogelijkheid van luchtaanvallen op de steden heeft het opperbevel de bevolking de volgende voorschriften gegeven: 1 koelbloedigheid bewaren en zich in de schuilgelegenheden be geven. 2. Geen samenscholingen op straat. 3 Niet met geweren schieten op vliegtuigen, die zich op groote hoogte bevinden. 4. Geweerkogels sparen, niet ge bruiken tegen vliegtuigen, maal later tegen den vijand. Britsche troepen in Basra aan land gezet. Rome, 4 Mei (D.N.B.) Volgens een bericht van de Popoio di Roma zijn Vrijdag 1300'0 Britsche soldaten en den volgenden dag ongeveer 20 000 Indiërs in Basra aan land gezet. Ook vanuit Thansjordanië wordt versterking gehaald. Sympathiebetoogingen. Rome, 4 Mei (D.N.B.) De Mes- saggero meldt, dat in alle centra van het nabije oosten sympathie betoo gingen voor Irak worden gehouden, In Cairo, is de bewakingsdienst versterkt. Talrijke personen zijn c.oor de Britsche politie gearres teerd. In Jeruzalem en Jaffa zijn nieuwe onlusten uitgebroken. De Britsche troepen hebben op de me nigte geschoten, waarbij dooden en gewonden zijn gevallen. Voor de ambtswoning van den' Britschen hoogen commissaris is een bom ont ploft. Radiorede van Irakschen premier. Bern, 5 Mei (D.N.B.) O.F.I. meldt o Bagdad, dat de Iraksche minis ter-president voor de radio tegen- 05 er het Iraksche volk en de Irak sche weermacht zijn waardeering heeft uitgesproken voor de in de eerste uren van den strijd betoonde vaderlandsliefde. De regeering, zoo zeide hij, is vastbesloten alles te doen ter verzekering van de eer en ter bescherming van het land. Volgens hetzelfde bericht van O.F.I. duren de betoogingen voor de regeering in het geheele land voort. De omsingeling van Habbaniyah. Bern, 5 Mei (D.N.B.) In een of- iicieeie mededeeling uit Bagdad wordt, naar O. F. I. meldt, ver klaard, dat de omsingeling van Habbaniyah steeds nauwer wordt aangehaald, terwijl het Britsche militaire kamp ononderbroken on der artillerievuur staat. Engelsche vliegtuigen zijn tusschen 4 en 6 boven Hasj id verschenen en heb ben bommen neergeworpen, die eenige slachtoffers maakten. Toen de strijd met Iraksche jachttoestel ie-n begon werd een Britsch toestel van het type Wellingon brandend neergeschoten. Zondagochtend heb ben Britsche vliegtuigen voor de eerste maal boven Bagdad gevlogen en bommen neergeworpen. Een der aanvallers werd neergeschoten. (Van onzen correspondent.) Zurich, April. Zwitserland is een dicht be volkt land, dat een schralen bo dem heeft, arm is aan grond stoffen en geen rechtstreekschen toegang tot de wereldzeeën heeft. Het land moet derhalve geregeld waren (grondstoffen en levensmiddelen) invoeren om zijn bevolking een bestaansmo gelijkheid te verschaffen. Ten einde de inkoopen in het buiten land te kunnen betalen, voert Zwitserland een groot gedeelte der ingevoerde waren in „ver edelden" vorm als afgewerkte fabrikaten weer uit. De waarde van deze z.g. „Fertigfabrikate" is des te hooger, naarmate er meer arbeid aan is besteed. De factor arbeid speelt in het Zwit- schersch economisch leven dan ook een leidende rol en het land is op goed geschoolde arbeiders en technisch personeel aangewe zen. Maar evenzeer en dat vormt in de tegenwoordige tijds omstandigheden natuurlijk een groote moeilijkheid op den re- gelmatigen invoer van' grond stoffen. In het laatste „normale" jaar 1938 was de verhouding van Zwit- serland's in- en uitvoer de volgende (in millioenen francs): Invoer levensmiddelen 445.9 (28 pet.), grondstoffen 570.0 (35 pet.), gewerkte fabrikaten 1151.6 (87 pet.) Uitvoer levensmiddelen 79.2 16 pet.), grondstoffen 85.8 (7 pet.), af- geewrkte fabrikaten 1151.6 (87 pet.) Door deze situatie 'konden alle takken van het beroeps- en bedrijfs leven zich sterk specialiseeren. De industrie voerde de meest geschikte grondstoffen in en zij was daardoor in staat, 5'oortreffelijke kwaliteits producten voort te brengen en te exporteeren. De landbouw, die al evenmin door de natuur wordt be gunstigd, concentreerde zich op vee voeder, veeteelt en fruitteelt, waar bij eveneens producten van uitste kende kwaliteit werden voortge bracht. Kortom, het geheele econo mische leven was op belangrijke in voeren en groote uitvoeren inge steld. Plotseling onderbroken. De oorlog heeft deze ontwikke ling eensklaps onderbroken. Deson danks houdt de export zich nog ver rassend goed; niet alleen naar de Europeesche staten, doch ook naar overzee. Uitvoer: 1938 1316 millioen francs, 1939 1298 millioen francs, 1940 1315 millioen francs. Wat echter aanleiding tot groote bezorgdheid geeft, dat is het inkrim pen der importen. De statistiek geeft hierover nog een geruststellend beeld: Invoer: 1938 1607 millioen francs, 1939 1890 millioen francs, 1940 1853 millioen francs. Deze getallen zijn echter zeer mis leidend, want zij verbergen het feit, dat de prijzen intusschen geweldig zijn gestegen en de hoeveelheid der geïmporteerde goederen dus voort durend afnam. Getallen daarover worden niet meer gepubliceerd. Vol gens deskundige schattingen heeft de mindere-invoer in 1940 echter 30 a 40 pet bedragen! Het is duidelijk, dat dit, wanneer de export gelijk blijft, voor een land als Zwitserland gelijk staat met een „uitverkoop". De exportgetallen zijn weliswaar gelijk gebleven, doch men mag aannemen, dat ook hier prijs- verhoogingen hebben plaats gevon den. Deze prijsverhoogingen der af gewerkte fabrikaten zijn evenwel minder hoog dan die der grondstof fen. Bovendien worden de gestegen prijzen der grondstoffen eerst enkele maanden later bij de „Fertigfabri kate" zichtbaar, daar de tijd der be werking er tusschen ligt. Wij komen dus tot de conclusie, dat een eeni- germate verminderde export staat tegenover een import-inkrimping, die m de laatste maanden op hoogst bedenkelijke wijze toeneemt. Ruilverkeer. De vraag is nu, bij welke invoe ren het grootste gebrek optreedt. In dit verband kan men het volgende vaststellen: Alle waren uit de over- zeesche landen zijn vrijwel in het geheel niet meer te krijgen en alle industrieën, die op deze grondstoffen zijn aangewezen, loopen groot ge vaar. Zoo ziet de textielindustrie, die wol en katoen verwerkt, haar voor raden steeds meer slinken. De machine-industrie daarentegen ontvangt de meeste metalen van continentale markten, waardoor zij zich-de verkoopsconjunctuur ten nut te kan maken. Toch bestaat ook voor haar het gevaar, dat de toevoeren plotseling ophouden. Het is daarom van het grootste belang, dat een le vendig ruilverkeer met de leveran ciers wordt onderhouden. In de prac- tijk gaat het thans zoo, dat Duitsch- land voor bestelde machines telkens de noodige grondstoffen beschikbaar stelt. Het stemt tot verheugenis, dat het Zwitsersche departement van economische zaken de totstandko ming van dergelijke transacties zoo veel mogelijk bet'ordert. Er zijn echter ook handelsverdra gen, zooals dat met de Sovjet-Unie. waarbij bovenbeschreven principe niet wordt gévolgd. Het betreft hier een contract voor machineleveran ties voor een bedrag van 100 mil lioen francs, waarbij men dan voedingsmiddelen, hout en grond stoffen voor de chemisch- en de tex tielindustrie ontvangt, maar geen enkel, zoo zeer benoodigd, metaal. Men troost zich er in Zwitsersche in- dustriekringen mee, dat er slechts sprake is van een zeer losomlijnd schema-verdrag, waarbij noch be treffende hoeveelheden of typen, noch wat de prijzen aangaat, nadere bijzonderheden werden vastgesteld. Het dagblad „Die Tat" merkt in dit verband op: „Het beste, wat we kun nen doen, is ons voorloopig te ver blijden over de mooie sohn van hon derd millioen francs; het overige moeten we dan maar aan de parti culiere industrie overlaten Tot eiken prijs. Het spreekt vanzelf, dat de Zwit sersche regeering tot eiken prijs tracht, de noodige grondstoffen in te voeren, niet alleen uit de Europee sche landen, doch ook uit overzee. De Engelschen zijn principieel be reid, Zwitserland telkens toestem ming voor het transport van waren voor twee maanden te verleenen, hetgeen echter wel uitermate wei nig is. Onder deze omstandigheden blijft er voor Zwitserland niets anders over, dan zich nog meer clan vroeger tot den handel met de continentaal- Europeesche staten te beperken. Reeds vóór den oorlog kwamen 70 pet. der in Zwitserland ingevoerde goederen uit Europa; Zwitserland le verde zelf 60 pet. aan die landen. De ontbrekende 30, resp. 40 pet. zullen. KUNST EN WETENSCHAP HAARLEMSCHE ORKEST- VEREENIGING. Hoewel tamelijk laat, wat den tijd betreft (we zijn nu toch al in Mei), was het tweede en laatste concert van de tweede reeks, door de H.O.V. j.i. Zaterdagmiddag in de Harmonie gegeven, drukker bezocht dan het eerste concert der genoemde reeks. Onder leiding van den heer Toon Verheij opende het program met de ouverture „Coriolan" van Beetho- ren, die direct al belangstelling wekt door de machtige crescendi en accen ten waarmede het werk begint en met het tweede thema dat er een belangrijke plaats inneemt en welks melodie zeer gevoelig voorgedragen werd. Hierop zou het pianoconcert van Grieg volgen, doch daar de solist, de heer Theo v. d. Pas, nog niet aan- 55 ezig was, besloot men de tweede symphonie van Brahms, die na de pauze uitgevoerd zou worden, ais tweede nummer te geven. Al is deze symphonie o.a. in le, 3e en 4e deel niet zoo diepzinnig als andere 5ver- ken van dezen componist, toch moet men ingespannen luisteren om er werkelijk van te kunnen genieten en vooral wat het tweede deel, het Ada gio non troppo der symphonie be treft. Wat daarvan gezegd is, is zoo echt waar, n.l. „het geheele stuk is van een diepzinnige schoonheid, die eerst dan genoten kan worden, wan neer de hoorder met liefde en met concentratie van zijn 'bevattingsver mogen zich tot luisteren zet". Een boeiende vertolking viel het werk ten deel, hetgeen men van een diri gent als Verhey niet anders kon ver wachten. De heer v. d. Pas was inmiddels gearriveerd en dus ging het pianocon cert van Grieg na de pauze. Het .werd een glorieus besluit van dezen con certenreeks. Alles werkte daartoe mede. le Een schitterende pianist, die het stuk innig-muzikaal en brillant speelde, 2e een volgzame en waar noodig ondergeschikt klinkende or kestbegeleiding en een buitenge woon mooi stuk muziek van „den Chopin van het Noorden", zooals Grieg door Hans von Bülow ge noemd werd. Aan het slot weerklonk het ap plaus dan ook als een ovatie aan pianist, dirigent en orkestmusici. Aldus het einde dezer concert reeks. Zeer velen ook vanuit Alk- rnaar's omstreken hebben er van genoten. Een „tot weerziens" blijve daarom niet achterwege. Tot volgend winterseizoen? Of zou de mogelijkheid ook bestaan, dat men dezen zomer (de koude zal toch wel eenmaal verdwijnen) met een lichter, min of meer populair pro gramma in den muziektuin concer teert? A. K. ALKMAAR. GEBOREN: Johanna' M., d. van Reinier J. Schouten en J. M. Denie. Dick Jan, z. van Dirk de Waard en A. Popken. Patricia, d. van Jacobus J. Houbaer en B. C. M. van der Tas. Aloysius E., z. van Koen- raad K. Rustenburg en H. M. B. van Dijk. Betje, d. van Hendrik Prins en G. Hollenberg. Aagje, d. van Gerrit Jansen en J. Visser. OVERLEDEN: Gerrit J. Nieuwen - kamp, wedr. van A. Molenaar, 75 jaar. Johannes van der Velden 39 jaar. Anna M. Vogel, gehuwd met J. H. Schenke, 58 jaar. Jacob Wortel, wedr. van T. Kloosterboer, 74 jaar. Voetbal In 2A wint A.F.C. van V.V.Z. en de Alkm. Boys behalen een ilinke zege op W.F.C. E.D.O. wint met 2-1 van H.V.C. Ook H.F.C.wint. Gisteren is de kampioenscompeti tie ingezet met de wedstrijden He raclesA.D.O. en V.S.V.P.S.V. In een wedstrijd, die niet op hoog peil stond won Heracles met 31 van A.D.O. Met rust had Almelo een 10-voorsprong. Vier minuten voor tijd was het 20 voor Heracles. In de laatste vier minuten scoorde eik der partijen eenmaal. V.S.V.P.S.V. bracht door den feilen wind ook al geen hoogstaand spel. V.S.V. had tot vlak voor het einde met 10 de leiding. In de laatste minuut kwam de gelijkma ker. Hieraan was ook de V.S.V.-spil debet, die in eigen doel schoot bij een P.S.V.-aanval. Ook de vijfde kampioen is bekend. Het heeft er anders gespannen in Groningen. Be Quick won na verlen- gig met 10. H.S.C. miste vlak voor rust een strafschop. Dit bleek later een dure misser te zijn geweest. In 2 A houdt A.F.C. moedig vol in den strijd met Z.F.C. om het kam pioenschap. Zij won. in Zaandam met 2—0 van V.V.Z. De Alkm. Boys stel den zich definitief veilig door in Wormerveer met 30 te winnen. West-Frisia sloeg Zeeburgia met 4-0 en D.W.V. behaalde één punt in Oostzaan. De stand is nu: Z.F.C. 17 12 3 2 41-21 27 A.F.C. 17 11 4 2 47-32 26 D.W.V. 17 10 3 4 47-28 23 Alcm. Victr. 16 8 3 5 33-30 19 West-Frisia 17 7 3 7 44-35 17 O.S:V. 17 6 3 8 47-40 15 W.F.C. 18 5 4 9 25-40 14 Zeeburgia 17 5 3 9 21-31 13 Alkm. Boys 16 3 4 9 27-35 10 V.V.Z. 16 2 0 14 15-54 4 De groote strijd in 2 B is door E.D.O. gewonnen. Zij versloeg H.V.C. in Amersfoort met 21 en heeft nu een prachtkans op het kam pioenschap. H.F.C. behaalde een nut tige overwinning op de Kennemers, 10. R.C.H. won met 31 van Hil versum. Volendam speelde 44 met Spartaan en Hercules sloeg Water graafsmeer met 41. In 3 A leed Z.V.V. weer een ne derlaag op eigen veld. Zaandijk won met 20. In 4 A verloren zoowel D.T.S. als B.K.C., de eerste in Schagen, <ie tweede thuis tegen Medemblik. W.F.C.—ALKM. BOYS 0—3. Op verdiende wijze hebben de Boys in een aantrekkelijken wed strijd W.F.C. verslagen, hoewel de Alkmaarders met invallers voor van der Horst, Slikker en Pater Jr. uit kwamen. Deze invallers waren resp. Stam, Brouwer en Kemp; de laat ste Lezette de spilplaats en deed voortreffelijk werk, vooral in de tweede helft. Over den wedstrijd het volgende: De Boys speelden eerst tegen 5vind, doch dit belette him niet om keer op keer voor het W.F.C.-doel te verschijnen. De achterhoede der blauw-wit.ten hield stand, hoewel ze geluk had toen een schitterende kop bal van Appel nog maar net door den keeper kon worden weggewerkt. Aan den anderen kant verrichtte Stam uitstekend werk, waarbij hij goed werd bijgestaan door Pater Sr. en Radsma. Na een half uur wist de Groot, die de midvoorplaats bezette, met een tam schot te doelpunten, 10. Voor de rust werd er niet meer gescoord. Na de rust waren de W.F.C.-ers sterk in den aanval, doch ook nu wist de Alkmaarsche achterhoede stand te houden. Poetskoke, die zijn afscheidswedstrijd speelde, viel voor al op. Snel achter elkaar wisten de Boys de zege tot een feit te maken door twee snelle uitvallen met een doelpunt te besluiten. De tweede goal kwam via Appel bij de Groot, die met een schitterend schot doel puntte. Eenige oogenblikken later, dadelijk na den aftrap, liep Gouds blom door alles heen en scoorde, 30. In de resteerende minuten poogden de W.F.C.-ers de eer nog te redden, doch Stam c.s. waren niet te passeeren. C.S.V.—MEERVOGELS 1—1. Hoewel C.S.V. den geheelen wed strijd een groote veldmeerderheid heeft getoond is het bij gebrek aan 'n goeden schutter bij een gelijk spel gebleven. Direct blijkt de C.S.V.- voorhoede in haar gewijzigden vorm een beter aanvalsvijftal te zijn, doch vele goede .kansen gingen door slecht schieten verloren. Vijf minu ten voor de rust werd een voorzet van rechts door Boot benut. 10. Na de rust weer hetzelfde spel- beeld, doch doordat nu de goed spe lende rechtsbuiten Schmidt Jr. meer in het spel betrokken werd, kwamen er vele kansen, doch zonder resul taat. Een plotselinge uitval van Meer vogels en 't was 11. In de resteerende tijd deed C.S V. 5'ele pogingen het winnende doel punt te scoren, doch 't lukte niet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 3