menschen en honden.
AMSTERDAMSCÜE
BEURS
LAATSTE BERICHTEN
De toestand in Irak.
Zwitserland begint thans
uitverkocht" te raken.
Geen deviezen, maar waren.
ii
BURGERLIJKE STAND
De kampioenscompetitie begonnen.
Het Westen komt er niet te best af.
Be Quick kampioen in het Noorden.
EERSTE BLAD
Over de vraag, of de dieren er ook een (soort) spraak op na houden, is
al veel geschreven, en nog meer is er geredetwist over de vraag, of spe
ciaal de hond, onze trouwe vriend, een eigen taal heeft, in dien zin, dat
hij er zich bij zijn soortgenooten mee verstaanbaar kan maken. Of dat in
derdaad het geval is, ik moet werkelijk zeggen, dat ik het niet weet, al
heb ik meermalen gemerkt, dat mijn eigen honden voor speciale dingen
ook specifieke geluidjes hadden, waarmee ze elkaar ergens attent'op
maken, hetzij eten, hetzij een andere hond, die natuurlijk uit de
buurt verdreven moet worden, hetzij de komst van den baas of de vrouw.
Het Ouwe Wijf, dat altijd buitengewoon veel behagen had in de vecht
partijen van haar zoon, den Bul, waarschuwde hem steeds als er een
vreemdeling in de buurt was, een vreemde hond wel te verstaan, met
een heel bijzonder geluidje, dat ook nooit werd misverstaan, want zoo
gauw de Bul het hoorde, rezen zijn manen al overeind, en was er een
diepe grol in zijn keel. Vervolgens ging zijn neus de lucht in, en weg
was hij. Fluiten en roepen hielp dan niet meer: hij zag, wat je noemt
bloed, en je kreeg hem niet eerder naar huis, of je moest hem persoon
lijk in zijn nekvel grijpen, en hem van zijn slachtoffer wegsleuren.
Mama ging er dan heel kalmpjes achteraan, blijkbaar om eens te zien
hoe het geval afliep.
Maar daarover wilde ik het nu
niet hebben; wel over de vraag in
het algemeen, of dieren, en dan spe
ciaal de honden, zich onder elkaar
verstaanbaar kunnen maken. Toe
vallig kwam mij dezer dagen in han
den een interessant opstel over deze
materie van de hand van professor
dr. Baege uit Jena, die een ziens
wijze ontwikkelt, welke zeker de
moeite waard is, er kennis van te ne
men. De hoogleeraar constateert dan.
dat onze huishond een groote collec
tie verschillende geluiden tot zij in
beschikking heeft, zulks in tegenstel
ling tot veel andere dieren, die
slechts in bepaalde omstandigheden,
bijvoorbeeld in den paringstijd, of in
oogenblikken van gevaar, geluid ge
ven. De hond kan blaffen, huilen,
janken, jengelen, knorren, brommen
enz. En daarbij komt nog, dat de
meeste van deze uitingen op zich
zelf ook weer niet gelijk van toon en
hoogte zijn, doch ieder voor zich
weer in verschillende soorten gema
nifesteerd worden. Bovendien gaat
de geluidsvorming van den hond
dikwijls ook nog gepaard met' ka
rakteristieke lichaamsbewegingen,
bepaalde houdingen en bewegingen
van het geheele lichaam of van en
kele deelen daarvan. Elk van deze
lichamelijke en hoorbare uitdruk
kingsbewegingen is physiologisch
bepaald, en treedt altijd slechts bij
zeer bepaalde gemoedstoestanden, en
dan ook uitsluitend bij deze op.
Daardoor zijn wij juist in de gele
genheid uit deze uitdrukkingsvor
men een conclusie te trekken over
den oogenblikkelijken gemoedstoe
stand van het dier.
De hond bezit dus een taal
zegt prof. Baege in zooverre als
hij evenals de mensch, in staat ?s
gemoedstoestanden door het voort
brengen van geluiden (en geba
ren) t uitdrukking te brengen.
Maar anderzijds is deze taal uit
den aard der zaak lang niet zoo
veelzijdig en gecompliceerd als die
der menschen. Zoo ontbreken den
hond in de eerste plaats de mede
klinkers, want de door hem ge
produceerde klanken bestaan in
hoofdzaak uit aan elkaar geregen
of op zichzelf staande klinkers.
Voorts ontbreekt deri hond het
vermogen tot articulatie, dat is de
duidelijke vereeniging en scheiding
van de op zichzelf staande geluiden.
Ja, de hond is beslist niet in staat de
afzonderlijke klanken van zijn taal
van elkaar te isoleeren, dus eiken
klank op zichzelf staande voort te
brengen, of ze zelfstandig met el
kaar te verbinden, omdat hij die be
paalde klanken of klankverbindin
gen alleen dan vermag voort te
brengen, als hij zich in dien ge
moedstoestand bevindt, waarin al
leen die bepaalde klanken of gelui
den passen. De hond is daarom ook
niet in staat de geluiden van zijn
taal vrij en willekeurig voort ie
brengen, omdat zij nog onverbreke
lijk verbonden zijn met een bepaal
den psychischen toestand.
OPGAVB
amsteroamsche bank n.v.
By kantoor Alkmaar.
van Maandag 5 Mei 1941
Vor. k.
8JVi„
116
us
1917/3
STAATSLEENINUtN.
4 Nederland 1941
4 Nederland 1940 11
3-3K Ned-
3 Ned -Indië 1937
bank-instellincen
Amsterd Bank
Handel Mii. Cert. v.
250
Koloniale Bank ivi
Ned Ind Handelsbank 1 al
IND. OND BINNENL.
Alg Kunstzijde Unie 127
Caleé Delft Cert. 74
Nederl Ford. .235
Lever Brostj7
Phil Gloeil Gem Rezit 2191/.
cuituijr maatsch s
h v a
Java Cultuur
Ned Ind Suiker Unie
Verg Vorslei.landen
PETROLEUM.
Kon Petr
RUBBERS.
Amsterd Rubber
Deli Bat Rubber
HessaRubber
Oostkust
Serhadiadi
SCHEEPVAARTEN.
Holland—Amerika lijn nu
Java China Japan lijn 143
Kon Ned Stoomboot l^Vs
scheepvaart Unie 1/7
tabakken.
Heli Batavia .201
Oude Heli2hb
Senembab .217
.427
.'2i5
255
117
237
.263
.208
1 ,6
158
•130
116
m 2 u
9V/a
v7
89'/,
8 7 Va
117
116
191
131
129
/4
295
116
211V»
419
25
251
llo
234
26^
20
13'
152
DO
II
14-
157
178
201
<68'/.
215
Zonder eenigen twijfel heeft onze
huishond, waarschijnlijk juist door
zijn innerlijke verbondenheid sedert
eeuwen met den mensch, het, in ver
gelijking tot andere dieren, zeer ver
gebracht op het gebied van uitdruk-
kingsmoglijkheden; zijn „vocabulai
re" gaat wat dat betreft veel verder
dan die van een kat bijvoorbeeld,
die toch ook al aardig de kunst ver
staat om ons iets aan het verstand te
brengen.
Prof. Baege is echter van oordeel,
dat de dieren, dus ook de hond, mei
het vermogen hebben om ons men
schen door middel yan die taal in
derdaad „iets aan het verstand" te
brengen. Althans: een besliste be
doeling bij den hond, om ons iets
mede te deelen door middel van ge
luid of gebaar houdt hij vooralsnog
voor uitgesloten. Een stelling die
vele honden-eigenaars waarschijnlijk
niet zullen kunnen onderschrijven.
Ik zelf trouwens ook niet voor de
volle honderd procent, want mijn da
gelij ksche omgang met verschillende
honden, verschillend van ras zoowel
als van aanleg en karakter, heeft mij
wel tot de conclusie gebracht, dat
de bedoeling om iets te bereiken,
hetzij door geluid of gebaar, toch
wel dikwijls voorzit.
Baege adstrueert zijn meening al
dus: hoewel de hond geen mededee-
lingsbedoeling heeft, werken zijn ge
baren en geluiden als mededeelingen
op den mensch. En hoe komt dat tot
stand? Doordat namelijk zeer be
paalde gemoedstoestanden samen
gaan met altijd weer dezelfde gelui
den of/en gebaren, zijn wij in staal
uit deze uitingen ook altijd weer
conclusies te trekken omtrent den
oogenblikkelijken gemoedstoestand
van het dier. Met andere woorden:
voor den mensch worden de door
den hond geproduceerde geluiden en
gebaren via den weg van de erva
ring tot mededeelingen omtrent zijn
toestand, wij weten dus, op grond
van die ervaring of onze vriend uit
wil, of hij honger heeft, dan wei
dorst.
Maar in deze redeneering past niet
het stereotiepe en zeer wonderlijke
gebaar van Djoekie, die als ze dorst
had, met haar drinkensbak pleegde
te rammelen, precies zooals iemand,
die er nog „eentje pikken" wil, tegen
zijn glaasje tikt. Hier zat mijns in
ziens wel degelijk een bedoeling
voor, vooral als ze dan bovendien
met het gezicht van een smartlijder
intensief naar de waterkraan keek.
Verder gaande stelt Baege de
vraag, in hoeverre, en zoo ja hoe, dat
overbrengen van mededeelingen op
andere honden, of zoo men wil op
andere dieren tot stand komt. Men
noemt dat gewoonlijk „Verstandi-
gung" van de dieren onder elkaar
Maar dat is niet juist, want die uit
drukking veronderstelt verstand,
waartoe men zich tot zijn medemen-
schen wendt, en van een bedoeling
tot mededeelen. Zoo komt men on
willekeurig weer op den weg, die
leidt naar het beoordeelen van de
dieren naar menschelijke maatsta
ven, en naar mensch-psychologische
begrippen.
Maar de dierpsychologen, die van
een vermenschelijking van de die
ren niets moeten hebben waarin
ze mijns inziens weer volkomen ge
lijk hebben probeeren dit vraag
stuk ongeveer als volgt te verkla
ren: de hoogere dieren zijn op bio
logische gronden zeer sterk verbon
den met alle gebeurtenissen, die zich
in hun onmiddellijke omgeving voi-
tiekken. Ze maken ze mee, ze be
speuren ze zelfs in hun eigen reac
ties en meebewegingen.
Die reacties leveren weer bepaal
de geluiden en bewegingen op, be-
hoorende bij een bepaalden ge
moedstoestand, en die geluiden en
bewegingen wekken denzelfden ge
moedstoestand bij soortgenooten op,
die de geluiden hooren. Als bijvoor
beeld een hond bezig is iets te ach
tervolgen, dan zal hij in dien ge
moedstoestand van actieven jager,
klanken uitstooten, die andere hon
den opwekken, aan die jacht ook te
gaan deelnemen. Dan is er dus geen
sprake van het bewust overbrengen
en ontvangen van een mededeeling,
doch alleen van een bepaalden ge
moedstoestand, iets wat Baege heel
typisch, maar volkomen duidelijk,
noemt: „seelische Ansteckung". Het
zou dus eigenlijk in den grond van
de zaak precies hetzelfde zijn, als
het onwillekeurig mee gaan lachen
.of mee gaan huilen van menschen
onder elkaar, zonder dat er een
woord gewisseld is'. Het gebeurer
wordt gevoelsmatig, zonder het te
begrijpen, geregistreerd als het
ware.
KYNOLOOG.
(Ongecorrigeerd.),
Irak kan 300.000 man mobili-
seeren.
Beiroet, 4 Mei. (D.N.B.) In toon
aangevende Iraaks.che kringen ver
klaart men, dat Irak 300.000 man kan
mobiliseeren en in staat is, tegen der,
Britschen inval ook zonder buiten-
landsche hulp den noodigen tegen
stand te bieden.
Voorschriften voor de bevolking.
Bern, 4 Mei. (D.N.B.) Naar het
Fransche ganetschap Ofi uit Bagdad
meldt, heeft de Iraaksche regeering
medegedeeld, dat krachtens haar be
sluit het werk op de olievelden van
de Iracian Petroleum Company ge
staakt is. Er wordt ook geen petro
leum door de buisleiding naar Haifa
gezonden. In bepaalde raffinaderijen
wordt nog gewerkt voor het Iraak
sche leger. Uit bezuinigingsover
wegingen heeft de regeering besloten
tot rantsof neering van benzine voor
patriculiere wagens.
In een speciale mededeeling van
het Iraaksche opperbevel wordt ge
zegd: Vijandelijke vliegtuigen heb
ben Zaterdag de open stad Falloeja,
gelegen aan de Euphraat tusschen
Bagdad en Habbanijah, gebombar
deerd, waarbij een moskee getrof
fen is. Er zijn slachtoffers onder de
burgerbevolking gevallen.
Met het oog op de mogelijkheid
van luchtaanvallen op de steden
heeft het opperbevel de bevolking
de volgende voorschriften gegeven:
1 koelbloedigheid bewaren en
zich in de schuilgelegenheden be
geven.
2. Geen samenscholingen op
straat.
3 Niet met geweren schieten op
vliegtuigen, die zich op groote
hoogte bevinden.
4. Geweerkogels sparen, niet ge
bruiken tegen vliegtuigen, maal
later tegen den vijand.
Britsche troepen in Basra
aan land gezet.
Rome, 4 Mei (D.N.B.) Volgens
een bericht van de Popoio di Roma
zijn Vrijdag 1300'0 Britsche soldaten
en den volgenden dag ongeveer
20 000 Indiërs in Basra aan land
gezet. Ook vanuit Thansjordanië
wordt versterking gehaald.
Sympathiebetoogingen.
Rome, 4 Mei (D.N.B.) De Mes-
saggero meldt, dat in alle centra van
het nabije oosten sympathie betoo
gingen voor Irak worden gehouden,
In Cairo, is de bewakingsdienst
versterkt. Talrijke personen zijn
c.oor de Britsche politie gearres
teerd. In Jeruzalem en Jaffa zijn
nieuwe onlusten uitgebroken. De
Britsche troepen hebben op de me
nigte geschoten, waarbij dooden en
gewonden zijn gevallen. Voor de
ambtswoning van den' Britschen
hoogen commissaris is een bom ont
ploft.
Radiorede van Irakschen
premier.
Bern, 5 Mei (D.N.B.) O.F.I. meldt
o Bagdad, dat de Iraksche minis
ter-president voor de radio tegen-
05 er het Iraksche volk en de Irak
sche weermacht zijn waardeering
heeft uitgesproken voor de in de
eerste uren van den strijd betoonde
vaderlandsliefde. De regeering, zoo
zeide hij, is vastbesloten alles te
doen ter verzekering van de eer en
ter bescherming van het land.
Volgens hetzelfde bericht van
O.F.I. duren de betoogingen voor de
regeering in het geheele land voort.
De omsingeling van Habbaniyah.
Bern, 5 Mei (D.N.B.) In een of-
iicieeie mededeeling uit Bagdad
wordt, naar O. F. I. meldt, ver
klaard, dat de omsingeling van
Habbaniyah steeds nauwer wordt
aangehaald, terwijl het Britsche
militaire kamp ononderbroken on
der artillerievuur staat. Engelsche
vliegtuigen zijn tusschen 4 en 6
boven Hasj id verschenen en heb
ben bommen neergeworpen, die
eenige slachtoffers maakten. Toen
de strijd met Iraksche jachttoestel
ie-n begon werd een Britsch toestel
van het type Wellingon brandend
neergeschoten. Zondagochtend heb
ben Britsche vliegtuigen voor de
eerste maal boven Bagdad gevlogen
en bommen neergeworpen. Een der
aanvallers werd neergeschoten.
(Van onzen correspondent.)
Zurich, April.
Zwitserland is een dicht be
volkt land, dat een schralen bo
dem heeft, arm is aan grond
stoffen en geen rechtstreekschen
toegang tot de wereldzeeën
heeft. Het land moet derhalve
geregeld waren (grondstoffen
en levensmiddelen) invoeren om
zijn bevolking een bestaansmo
gelijkheid te verschaffen. Ten
einde de inkoopen in het buiten
land te kunnen betalen, voert
Zwitserland een groot gedeelte
der ingevoerde waren in „ver
edelden" vorm als afgewerkte
fabrikaten weer uit. De waarde
van deze z.g. „Fertigfabrikate"
is des te hooger, naarmate er
meer arbeid aan is besteed. De
factor arbeid speelt in het Zwit-
schersch economisch leven dan
ook een leidende rol en het land
is op goed geschoolde arbeiders
en technisch personeel aangewe
zen. Maar evenzeer en dat
vormt in de tegenwoordige tijds
omstandigheden natuurlijk een
groote moeilijkheid op den re-
gelmatigen invoer van' grond
stoffen.
In het laatste „normale" jaar
1938 was de verhouding van Zwit-
serland's in- en uitvoer de volgende
(in millioenen francs):
Invoer levensmiddelen 445.9 (28
pet.), grondstoffen 570.0 (35 pet.),
gewerkte fabrikaten 1151.6 (87 pet.)
Uitvoer levensmiddelen 79.2 16
pet.), grondstoffen 85.8 (7 pet.), af-
geewrkte fabrikaten 1151.6 (87 pet.)
Door deze situatie 'konden alle
takken van het beroeps- en bedrijfs
leven zich sterk specialiseeren. De
industrie voerde de meest geschikte
grondstoffen in en zij was daardoor
in staat, 5'oortreffelijke kwaliteits
producten voort te brengen en te
exporteeren. De landbouw, die al
evenmin door de natuur wordt be
gunstigd, concentreerde zich op vee
voeder, veeteelt en fruitteelt, waar
bij eveneens producten van uitste
kende kwaliteit werden voortge
bracht. Kortom, het geheele econo
mische leven was op belangrijke in
voeren en groote uitvoeren inge
steld.
Plotseling onderbroken.
De oorlog heeft deze ontwikke
ling eensklaps onderbroken. Deson
danks houdt de export zich nog ver
rassend goed; niet alleen naar de
Europeesche staten, doch ook naar
overzee.
Uitvoer: 1938 1316 millioen francs,
1939 1298 millioen francs, 1940 1315
millioen francs.
Wat echter aanleiding tot groote
bezorgdheid geeft, dat is het inkrim
pen der importen. De statistiek geeft
hierover nog een geruststellend
beeld:
Invoer: 1938 1607 millioen francs,
1939 1890 millioen francs, 1940 1853
millioen francs.
Deze getallen zijn echter zeer mis
leidend, want zij verbergen het feit,
dat de prijzen intusschen geweldig
zijn gestegen en de hoeveelheid der
geïmporteerde goederen dus voort
durend afnam. Getallen daarover
worden niet meer gepubliceerd. Vol
gens deskundige schattingen heeft
de mindere-invoer in 1940 echter 30
a 40 pet bedragen!
Het is duidelijk, dat dit, wanneer
de export gelijk blijft, voor een land
als Zwitserland gelijk staat met een
„uitverkoop". De exportgetallen zijn
weliswaar gelijk gebleven, doch men
mag aannemen, dat ook hier prijs-
verhoogingen hebben plaats gevon
den. Deze prijsverhoogingen der af
gewerkte fabrikaten zijn evenwel
minder hoog dan die der grondstof
fen. Bovendien worden de gestegen
prijzen der grondstoffen eerst enkele
maanden later bij de „Fertigfabri
kate" zichtbaar, daar de tijd der be
werking er tusschen ligt. Wij komen
dus tot de conclusie, dat een eeni-
germate verminderde export staat
tegenover een import-inkrimping,
die m de laatste maanden op hoogst
bedenkelijke wijze toeneemt.
Ruilverkeer.
De vraag is nu, bij welke invoe
ren het grootste gebrek optreedt. In
dit verband kan men het volgende
vaststellen: Alle waren uit de over-
zeesche landen zijn vrijwel in het
geheel niet meer te krijgen en alle
industrieën, die op deze grondstoffen
zijn aangewezen, loopen groot ge
vaar. Zoo ziet de textielindustrie, die
wol en katoen verwerkt, haar voor
raden steeds meer slinken.
De machine-industrie daarentegen
ontvangt de meeste metalen van
continentale markten, waardoor zij
zich-de verkoopsconjunctuur ten nut
te kan maken. Toch bestaat ook voor
haar het gevaar, dat de toevoeren
plotseling ophouden. Het is daarom
van het grootste belang, dat een le
vendig ruilverkeer met de leveran
ciers wordt onderhouden. In de prac-
tijk gaat het thans zoo, dat Duitsch-
land voor bestelde machines telkens
de noodige grondstoffen beschikbaar
stelt. Het stemt tot verheugenis, dat
het Zwitsersche departement van
economische zaken de totstandko
ming van dergelijke transacties zoo
veel mogelijk bet'ordert.
Er zijn echter ook handelsverdra
gen, zooals dat met de Sovjet-Unie.
waarbij bovenbeschreven principe
niet wordt gévolgd. Het betreft hier
een contract voor machineleveran
ties voor een bedrag van 100 mil
lioen francs, waarbij men dan
voedingsmiddelen, hout en grond
stoffen voor de chemisch- en de tex
tielindustrie ontvangt, maar geen
enkel, zoo zeer benoodigd, metaal.
Men troost zich er in Zwitsersche in-
dustriekringen mee, dat er slechts
sprake is van een zeer losomlijnd
schema-verdrag, waarbij noch be
treffende hoeveelheden of typen,
noch wat de prijzen aangaat, nadere
bijzonderheden werden vastgesteld.
Het dagblad „Die Tat" merkt in dit
verband op: „Het beste, wat we kun
nen doen, is ons voorloopig te ver
blijden over de mooie sohn van hon
derd millioen francs; het overige
moeten we dan maar aan de parti
culiere industrie overlaten
Tot eiken prijs.
Het spreekt vanzelf, dat de Zwit
sersche regeering tot eiken prijs
tracht, de noodige grondstoffen in te
voeren, niet alleen uit de Europee
sche landen, doch ook uit overzee.
De Engelschen zijn principieel be
reid, Zwitserland telkens toestem
ming voor het transport van waren
voor twee maanden te verleenen,
hetgeen echter wel uitermate wei
nig is.
Onder deze omstandigheden blijft
er voor Zwitserland niets anders
over, dan zich nog meer clan vroeger
tot den handel met de continentaal-
Europeesche staten te beperken.
Reeds vóór den oorlog kwamen 70
pet. der in Zwitserland ingevoerde
goederen uit Europa; Zwitserland le
verde zelf 60 pet. aan die landen. De
ontbrekende 30, resp. 40 pet. zullen.
KUNST EN WETENSCHAP
HAARLEMSCHE ORKEST-
VEREENIGING.
Hoewel tamelijk laat, wat den tijd
betreft (we zijn nu toch al in Mei),
was het tweede en laatste concert
van de tweede reeks, door de H.O.V.
j.i. Zaterdagmiddag in de Harmonie
gegeven, drukker bezocht dan het
eerste concert der genoemde reeks.
Onder leiding van den heer Toon
Verheij opende het program met de
ouverture „Coriolan" van Beetho-
ren, die direct al belangstelling wekt
door de machtige crescendi en accen
ten waarmede het werk begint en
met het tweede thema dat er een
belangrijke plaats inneemt en welks
melodie zeer gevoelig voorgedragen
werd.
Hierop zou het pianoconcert van
Grieg volgen, doch daar de solist,
de heer Theo v. d. Pas, nog niet aan-
55 ezig was, besloot men de tweede
symphonie van Brahms, die na de
pauze uitgevoerd zou worden, ais
tweede nummer te geven. Al is deze
symphonie o.a. in le, 3e en 4e deel
niet zoo diepzinnig als andere 5ver-
ken van dezen componist, toch moet
men ingespannen luisteren om er
werkelijk van te kunnen genieten en
vooral wat het tweede deel, het Ada
gio non troppo der symphonie be
treft. Wat daarvan gezegd is, is zoo
echt waar, n.l. „het geheele stuk is
van een diepzinnige schoonheid, die
eerst dan genoten kan worden, wan
neer de hoorder met liefde en met
concentratie van zijn 'bevattingsver
mogen zich tot luisteren zet". Een
boeiende vertolking viel het werk
ten deel, hetgeen men van een diri
gent als Verhey niet anders kon ver
wachten.
De heer v. d. Pas was inmiddels
gearriveerd en dus ging het pianocon
cert van Grieg na de pauze. Het .werd
een glorieus besluit van dezen con
certenreeks. Alles werkte daartoe
mede. le Een schitterende pianist, die
het stuk innig-muzikaal en brillant
speelde, 2e een volgzame en waar
noodig ondergeschikt klinkende or
kestbegeleiding en een buitenge
woon mooi stuk muziek van „den
Chopin van het Noorden", zooals
Grieg door Hans von Bülow ge
noemd werd.
Aan het slot weerklonk het ap
plaus dan ook als een ovatie aan
pianist, dirigent en orkestmusici.
Aldus het einde dezer concert
reeks. Zeer velen ook vanuit Alk-
rnaar's omstreken hebben er van
genoten. Een „tot weerziens" blijve
daarom niet achterwege.
Tot volgend winterseizoen? Of zou
de mogelijkheid ook bestaan, dat
men dezen zomer (de koude zal toch
wel eenmaal verdwijnen) met een
lichter, min of meer populair pro
gramma in den muziektuin concer
teert?
A. K.
ALKMAAR.
GEBOREN: Johanna' M., d. van
Reinier J. Schouten en J. M. Denie.
Dick Jan, z. van Dirk de Waard
en A. Popken. Patricia, d. van
Jacobus J. Houbaer en B. C. M. van
der Tas. Aloysius E., z. van Koen-
raad K. Rustenburg en H. M. B. van
Dijk. Betje, d. van Hendrik Prins
en G. Hollenberg. Aagje, d. van
Gerrit Jansen en J. Visser.
OVERLEDEN: Gerrit J. Nieuwen -
kamp, wedr. van A. Molenaar, 75
jaar. Johannes van der Velden 39
jaar. Anna M. Vogel, gehuwd met
J. H. Schenke, 58 jaar. Jacob
Wortel, wedr. van T. Kloosterboer,
74 jaar.
Voetbal
In 2A wint A.F.C. van V.V.Z. en de Alkm. Boys
behalen een ilinke zege op W.F.C.
E.D.O. wint met 2-1 van H.V.C. Ook H.F.C.wint.
Gisteren is de kampioenscompeti
tie ingezet met de wedstrijden He
raclesA.D.O. en V.S.V.P.S.V. In
een wedstrijd, die niet op hoog peil
stond won Heracles met 31 van
A.D.O. Met rust had Almelo een
10-voorsprong. Vier minuten voor
tijd was het 20 voor Heracles. In
de laatste vier minuten scoorde eik
der partijen eenmaal.
V.S.V.P.S.V. bracht door den
feilen wind ook al geen hoogstaand
spel. V.S.V. had tot vlak voor het
einde met 10 de leiding. In de
laatste minuut kwam de gelijkma
ker. Hieraan was ook de V.S.V.-spil
debet, die in eigen doel schoot bij
een P.S.V.-aanval.
Ook de vijfde kampioen is bekend.
Het heeft er anders gespannen in
Groningen. Be Quick won na verlen-
gig met 10. H.S.C. miste vlak voor
rust een strafschop. Dit bleek later
een dure misser te zijn geweest.
In 2 A houdt A.F.C. moedig vol in
den strijd met Z.F.C. om het kam
pioenschap. Zij won. in Zaandam met
2—0 van V.V.Z. De Alkm. Boys stel
den zich definitief veilig door in
Wormerveer met 30 te winnen.
West-Frisia sloeg Zeeburgia met 4-0
en D.W.V. behaalde één punt in
Oostzaan.
De stand is nu:
Z.F.C. 17 12 3 2 41-21 27
A.F.C. 17 11 4 2 47-32 26
D.W.V. 17 10 3 4 47-28 23
Alcm. Victr. 16 8 3 5 33-30 19
West-Frisia 17 7 3 7 44-35 17
O.S:V. 17 6 3 8 47-40 15
W.F.C. 18 5 4 9 25-40 14
Zeeburgia 17 5 3 9 21-31 13
Alkm. Boys 16 3 4 9 27-35 10
V.V.Z. 16 2 0 14 15-54 4
De groote strijd in 2 B is door
E.D.O. gewonnen. Zij versloeg
H.V.C. in Amersfoort met 21 en
heeft nu een prachtkans op het kam
pioenschap. H.F.C. behaalde een nut
tige overwinning op de Kennemers,
10. R.C.H. won met 31 van Hil
versum. Volendam speelde 44 met
Spartaan en Hercules sloeg Water
graafsmeer met 41.
In 3 A leed Z.V.V. weer een ne
derlaag op eigen veld. Zaandijk won
met 20.
In 4 A verloren zoowel D.T.S. als
B.K.C., de eerste in Schagen, <ie
tweede thuis tegen Medemblik.
W.F.C.—ALKM. BOYS 0—3.
Op verdiende wijze hebben de
Boys in een aantrekkelijken wed
strijd W.F.C. verslagen, hoewel de
Alkmaarders met invallers voor van
der Horst, Slikker en Pater Jr. uit
kwamen. Deze invallers waren resp.
Stam, Brouwer en Kemp; de laat
ste Lezette de spilplaats en deed
voortreffelijk werk, vooral in de
tweede helft.
Over den wedstrijd het volgende:
De Boys speelden eerst tegen
5vind, doch dit belette him niet om
keer op keer voor het W.F.C.-doel
te verschijnen. De achterhoede der
blauw-wit.ten hield stand, hoewel ze
geluk had toen een schitterende kop
bal van Appel nog maar net door
den keeper kon worden weggewerkt.
Aan den anderen kant verrichtte
Stam uitstekend werk, waarbij hij
goed werd bijgestaan door Pater Sr.
en Radsma. Na een half uur wist de
Groot, die de midvoorplaats bezette,
met een tam schot te doelpunten,
10. Voor de rust werd er niet meer
gescoord.
Na de rust waren de W.F.C.-ers
sterk in den aanval, doch ook nu
wist de Alkmaarsche achterhoede
stand te houden. Poetskoke, die zijn
afscheidswedstrijd speelde, viel voor
al op. Snel achter elkaar wisten de
Boys de zege tot een feit te maken
door twee snelle uitvallen met een
doelpunt te besluiten. De tweede
goal kwam via Appel bij de Groot,
die met een schitterend schot doel
puntte. Eenige oogenblikken later,
dadelijk na den aftrap, liep Gouds
blom door alles heen en scoorde,
30. In de resteerende minuten
poogden de W.F.C.-ers de eer nog te
redden, doch Stam c.s. waren niet te
passeeren.
C.S.V.—MEERVOGELS 1—1.
Hoewel C.S.V. den geheelen wed
strijd een groote veldmeerderheid
heeft getoond is het bij gebrek aan
'n goeden schutter bij een gelijk spel
gebleven. Direct blijkt de C.S.V.-
voorhoede in haar gewijzigden vorm
een beter aanvalsvijftal te zijn,
doch vele goede .kansen gingen door
slecht schieten verloren. Vijf minu
ten voor de rust werd een voorzet
van rechts door Boot benut. 10.
Na de rust weer hetzelfde spel-
beeld, doch doordat nu de goed spe
lende rechtsbuiten Schmidt Jr. meer
in het spel betrokken werd, kwamen
er vele kansen, doch zonder resul
taat. Een plotselinge uitval van
Meer vogels en 't was 11.
In de resteerende tijd deed C.S V.
5'ele pogingen het winnende doel
punt te scoren, doch 't lukte niet.