KRUSCHE PAM BIJ DE HAANAPEN. J Rheumatische pijnen De handel in slacht schapen en slacht- runderen. De strijd tegen de jeugdwerkloosheid. DE NIEUWE STRUCTUUR IN BELGIE. TWEEDE BLAD. Reeds tientallen van laren werden miljoenen lijders aan ©ver de heele wereld, door Kruschen van dit lijden verlost Neem toch óók onder voortdu rende controle van scheikun- dige-apotheker G. J. Logger Bij apoth- en drog. 1 62, 1.47, 0.76, 0.41 PRIJZENBESCHIKKING CHEMISCHE PRODUCTEN NO. 1. Blijkens een in de Staatscourant van 12 dezer afgekondigde be schikking van den secretaris-gene raal van het departement van han- cel, nijverheid en scheepvaart worden door hem voor een aantal chemische producten, te weten aluminiumsulfaat, bariumcarbo- naat, natriumacetaat en salmiak maximumprijsregelingen vastge steld, waardoor, voor zoover noo- dig, de prijzenbeschikking invoer- goederen no. 1 voor de prijsbema- hng dezer goederen buiten werking treedt. De inhoud dezer maximum- prijsregelingen zal door het Rijks bureau voor chemische producten, Koningskade 15, 's-Gravenhage, periodiek in de vakbladen worden bekend gemaakt en overigens op aanvraag aan de belanghebbenden worden medegedeeld. HET RAPEN, VERVOEREN EN VERKOOPEN VAN EIEREN. Het hoofdbestuur der Nederland- sche Vereeniging tot Bescherming van Vogels, Heerengracht 540 te Amsterdam schrijft ons: Uit verschillende berichten, wel- k - tij de vereeniging zijn inge komen, valt af te leiden, dat niet overal de hand wordt gehouden aan de bepalingen, welke ten aanzien van het rapen, vervoeren en ver- koopen van eieren zijn uitgevaar digd en dat o.a. thans nog in restaurants en winkels eieren van kieviten en andere volgels worden aangeboden. Het rapen, van de eieren van kie viten, tureluurs, grutto's, kemp hanen, scholeksters, wulpen, wa terhoentjes en meerkoeten was slechts geoorloofd tot en met 19 April, het vervoeren en verkoopen van die eieren tot en met 21 April. Thans mogen alleen nog geraapt worden de eieren van zilver meeuwen en wat de provincies Groningen, Friesland, Noordhol land, Zuidholland en Zeeland be treft ook de eieren van kok meeuwen. De andere in Nederland broeden de meeuwensoorten zijn, ook wat de eiren betreft, beschermd De eieren van deze meeuwen en van groote sterns, vischdiefjes en Noordsch-e sterns mogen slechts uitgehaald worden na verkregen vergunning van het departement van landbouw en visscherij en wel tot en met 14 Juni. De eieren van dwergsterns, lachsterns en zwarte sterns vallen niet onder deze rege ling en mogen derhalve niet uitge haald, vervoerd of verkocht wor den. Het ligt voor de hand, dat de rechten van grondeigenaars en grondgebruikers door de voren staande regeling niet beknot wor den. Het hoofdbestuur der vereeniging roept de medewerking van alle vogelvrienden in Nederland in om haar in te lichten, schriftelijk of telefonisch van geconstateerde overtredingen. Het rijksbureau voor de voedsel voorziening in oorlogstijd deelt mede, dat de secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherij een tweetal besluiten heeft uitgevaardigd, waarin beper- kende regelen zijn'gesteld ten aan, zien van den handel in voor de slacht geschikte schapen en run deren. Het verhandelen en afleveren van alle voor de slacht geschikte schapen en alle voor de slacht ge schikte runderen, welke van een zoodanige kwaliteit zijn, dat zij bij classificatie zouden worden inge deeld in een van de klassen AA, A of B, is verboden. De slachtscha pen en AA, A en B runderen mogen alleen verhandeld en afgeleverd worden aan de door de Nederland sche Veehouderij centrale erkende marktveehandelaren ter levering aan de Nederlandsche Veehouderij centrale met gebruikmaking van de daarvoor bestemde opgavekaarten. In uitzonderingsgevallen bestaat de gelegenheid ontheffing te ver krijgen van de in bedoeld besluit gestelde verbodsbepalingen. Men wende zich daartoe tot den provin cialen voedselcommissaris of tot de Nederlandsche veehouderijcentrale. De aandacht van belanghebben den wordt er nog op gevestigd, dat niet alleen het te koop - aanbieden en verkoopen, maar ook het koopen van de slachtschapen en van de siachtrunderen van de klassen AA, A en B verboden en dientengevolge strafbaar is. DE VONDSTEN TE KUINRE. Professor dr. A. E. van Giffen, directeur van het Biologisch- Archeologisch Instituut der Rijks universiteit te Groningen, heeft een bezoek gebracht aan Kuinre, waar bij hij vergezeld was van twee ingenieurs der Zuiderzeewerken. Prof. van Giffen kwam tot de slotsom, dat de verschillende scherven, steenen en beenderen v/elke thans tentoongesteld zijn in het, raadhuis van Kuinre, afkomstig moeten zijn uit de dertiende of veertiende eeuw. Een stel grove beenderen is vermoedelijk afkom stig van een edelhert, een dier, dat destijds in deze streken voorkwam. Een scherf, van Siegsburg-aarde- werk is ter vérdere bestudeering medegenomen. Deze scherf is be langwekkend, wegens de voorstel ling van een massaterechtstelling en eenige moeilijk te ontcijferen v/oorden, die zij vertoont. De stee nen resten der fundamenten zijn volgens den onderzoeker afkomstig van laat-middeleeuwsche bewo ning. Het onderzoek zal dezen zomer worden voortgezet. EEN JAN VAN GALENPARKBAD. Zaterdag a.s. zal indien de weers omstandigheden het toelaten, het Jan van Galenparkbad officieel door den regeeringseommissaris van Amsterdam geopend worden. Hiermede zal in het westelijk ge deelte van de stad in een groote behoefte worden voorzien, daar de 230.000 inwoners van dit gedeelte tot nu toe, behalve van een over dekt bad, van een dergelijke inrich ting verstoken zijn gebleven. Ook in verband met het toekomstige schoolzwemmen zal dit fraaie bad Beetsstraat te Amsterdam om zich ongetwijfeld van groot nut zijn. 277. Nu en dan moet worden gekampeerd, om uit te rusten. Dan worden de tenten opgeslagen. Er zijn nu al verscheidene dagen verlopen, sedert zij de maanbewo ners bevrijdden en de reis duurt nog lang. 278. Doch ook het laatste gedeelte van de tocht ver loopt goed en na enige dagen zien ze in de verte het raket staan, dat hen naar de aarde terug zal brengen. „Gelukkig" zucht Pam. Onderhoud met den heer Van Lier. Bij de uitvoering van het plan om stad en platteland nader tot elkaar te brengen door de stads jeugd tijdelijk te doen deelnemen aan het werk op de boerderij, was een der leidende gedachten hier door mede tot het resultaat te ko men van een beperking en zoo mogelijk tot opheffing van de jeugdwerkloosheid. Nu met ingang van 1 Mei de ge westelijke arbeidsbureaux hun werkzaamheid zijn begonnen, heb ben wij ons gewend tot den waar nemend directeur-generaal van het rijksarbeidsbureau, den heer Th. van Lier en wij hebben hem de vraag voorgelegd, hoe het rijks arbeidsbureau staat tegenover de jeugdwerkloosheid en welke maat regelen genomen zullen worden om dit euvel voor het opgroeiende ge slacht tot het verleden te doen behooren. De cijfers betreffende de jeugd werkloosheid waren aldus de heer van Lier niet zoo veront rustend en tijdens den oorlog is het aantal niet bijzonder toegenomen, maar absoluut nauwkeurige cijfers zijn niet gemakkelijk te geven, omdat voor de jeugd, die dikwijls nog een deel van het gezin vormt, het begrip werkloosheid betrekke lijk is. Jeugdregistratie bestond tot vóór 1 Mei slechts in 50 gemeenten in Nederland en de bemiddeling voor jeugdige personen liep tot de grens van den 18-jarigen leeftijd. Daar boven werden zij wanneer zij zich als werkloos opgaven inge schreven bij de arbeidsbeurzen, zooals dat met ieder volwassen arbeidslooze gebeurde. Nu is de grens verlegd tot 21 jaar. De jongens en meisjes tot dien leeftijd hooren thans tot de groep jeugdige werkzoekenden, en die maatregel is zeer toe te juichen, omdat het gebied tusschen 18 en 21 jaar van zoo overwegend be lang is. Het is nu onze taak, aldus de heer van Lier, een juist beeld te krijgen van de werklooze jeugd, waarbij wij in de gelegenheid zijn het meest geschikte voor den aan staanden deelnemer aan het pro ductieproces te vinden. Hoe vaak gebeurt het niet, dat een jongen, die de lagere school heeft verlaten, een baantje als loopjongen, als aankomend maga zijnknecht, of als „loopende band krachtje" in een fabriek krijgt. Hij is volkomen ongeschoold, krijgt weinig loon, maar kan het eenvou dige werk, waarvoor geen oplei ding noodig is, verrichten. Op een gegeven oogenblik echter heeft hij b.v. als hij 18 of 19 jaar is ge worden zijn „financieel pla fond" bereikt. De zaak of de in' dustrie, waar hij werkt, kan aan zijn verzoek om loonsverhooging niet voldoen, omdat zijn werkgever is ingesteld op het massa ge- en verbruik van jong personeel tegen een laag loon. Wegens „slapte' werd de jongen of meisje ontsla gen en de werkgever nam den volgenden dag nieuw jong perso' neel aan om het budget niet in gevaar te brengen. De beste jon gens vinden een baantje waarvpor niet al te veel scholing is, beginnen een eigen zaakje of leeren zichzelf het een en ander, maar dikwijls blijft het krukken en half werk. Het is dus een eerste eisch, dat de jeugd voor een beroep geschoold wordt. Hier ligt een taak voor den staat. Scholing en herscholing moet zoo veel mogelijk in de bedrijven zelf of in nauw contact daarmede, ge schieden ten bate van de gemeen schap. De staat, zoo stel ik me voor, zal in de toekomst verordenend kunnen optreden op het gebied van de scholing, die deels in eigen werkplaatsen van de fabrieken en bedrijven kan worden uitgevoerd. Theorie en praktijk en algemeen vormend onderwijs moeten samen gaan en het stelsel van leerlingop- ieiding dient veel verder te worden rioorgevoerd. Die opleiding moet ook open staan voor jeugdigen van 20 a 21 jaar. De jongens en meisjes, die pas van school komen, behooren zich in de toekomst allen te melden bij een bureau voor beroepskeuzevoorlich ting, welk landelijk centraal zal worden georganiseerd door het rijksarbeidsbureau, doch zoo worden ingericht dat er bij alle 37 geweste lijke arbeidsbureaux een afdeeling voor beroepsvoorlichting ten dienste staat van de jeugd. De stadsjeugd zal het platteland leeren kennen en liefde voor het land en zijn bevolking opdoen. Ook het tekort aan geschikte arbeids krachten, dat in sommige tijden op het plattelan zich doet gevoelen, zal worden aangevuld. Bovendien bestaat thans de moge lijkheid de mannelijke jeugd boven 18 jaar onder de werkverschaffing onder te brengen. Ons streven is in Nederland 2000 jongelui tijdelijk op het platteland te plaatsen en 500 kunnen wij een jaar contract voor den landbouw in Duitschland verschaffen. Zij krij gen daar een volledige opleiding tot landarbeider, waarna zij kunnen kiezen of zij in de toekomst in Verjonging Tan het administratieve kader. Het belang van het Ministerie van Binnen- landsche Zaken. Uitschakeling van de gemeenteraden. IV. (Van onzen correspondent.) Brussel, April 1941. De maatregelen die de basis moe ten leggen van de nieuwe structuur van het sociale en economische leven in België zijn weliswaar niet volledig en geven slechts een rich ting aan, maar deze richting is op zich zelf van belang. Ingevolge de wet van 10 Mei 1940 op de over dracht van de bevoegdheid, voorzien in geval van bezetting van het grondgebied zijn het de ecretaris- sen-generaal van de ministeries die elk binnen hun bevoegdheid het land besturen. Men zou zich aan overdrijving bezondigen indien men moest beweren, dat de meeste secre tarissen-generaal zich niet aan de omstandigheden aanpassen. Maar de nieuwe orde opbouwen is een an dere kwestie. Dat veronderstelt nog meer dan loyale medewerking met de Duitsche autoritieten, het terrein willen voorbereiden waarop, bij den vrede, de nieuwbouw zal worden opgetrokken. Gedurende verschei dene maanden heeft dan ook een zekere malaise geheerscht in ver band met de werkzaamheid der secretarissen-generaal, waarvan sommigen een passiviteit aan den dag legden die hun voornaamste be drijvigheid was en een voorbeela voor locale besturen om de onder richtingen van de centrale leiding met dezelfde passiviteit te onthalen, .vat op het gebied van de bevoor rading en de beteugeling van den sluikhandel tot waarlijk onmoge lijke toestanden heeft geleid. Men houdt zich aan de wettelijkheid, zoo heet het, de wettelijkheid van het oude regime, weliswaar," en het criterium is dat eenmaal zooniet de toestanden van voor 10 Mei 1940 dan toch de Staat van voor dien datum zal verrijzen en dit staats leven zich zal ontwikkelen in een zekere continuïteit, afgestemd op wat vroeger was, waarmee thans reeds rekening moet gehouden wor- dene. Om het terrein voor de nieu we orde op te bouwen moet echter deze wettelijkheid wel eens over het hoofd worden gezien. Er is nu eenmaal een oorlogsrevolutie over het land heen gegaan die alle vroe gere banden heeft verbroken en krachten heeft los gewerkt die thans een weg zoeken, aarzelend in de onzekerheid voor de toekomst, maar aan Vlaamschen kant, bij de intellectueele kringen, is men over tuigd dat, hoe deze toekomst ook zijn mag, het oogenblik is aangebroken om de sleutelposities te bezetten, ten einde bereid te zijn. Menig Vlaamsch hart, dat van jongsaf in den strijd heeft gestaan om een beter lot voor zijn volk te bevech ten is, na een gewetenscrisis, ten slotte onder den indruk gekomen van de mogelijkheden der toekomst, mogelijkheden die wellicht een his torische lotsbestemming zullen be palen welke, voor den Nederland- schen stam in zijn geheel in het verleden zoo onnatuurlijk is ge weest. Dit zou ook geestdrift kun nen zijn, een geestdrift die getem perd is door de berekening van de omstandigheden v.-slke voor Vlaan deren nog onbekenden bevatten. Van het bewind der secretarissen- generaal is getuigd, dat het niet het bewind is van „de groote commie zen". Men heeft er de overweging aan verbonden dat deze ambtenaren de groote inspiratie missen die lei ding geeft in moeilijke omstandig heden. Hoe dan ook is het een feit dat de dorheid van het ambtenaren- bewind van laag tot hoog wordt be schouwd als nadeelig in de huidige omstandigheden en daarom heeft de Duitsche macht den- maatregel genomen, de vorige maand, volgens dewelke dragers van openbare functies definitief hun ambt moeten neerleggen op het einde van de maand tijdens dewelke zij hun zes tigste levensjaar bereiken. Hierop kunnen uitzonderingen worden toe gestaan. Als dragers van openbare functies worden beschouwd alle hoofden van ministeries en alle an dere eigenlijke rijksambtenaren, rijkspersoneel der eerste catego rie; de magistraten van het open baar ministerie en de leden van het Rekenhof; de provinciegouverneurs, de arrondissementscommissarissen, de leden der bestendige deputaties, de provinciale griffiers; de burge meesters, wethouders, gemeente secretarissen, politiecommissarissen. Voor de zittende magistratuur zal een bijzondere regeling worden ge troffen. Deze maatregel, die nu reeds van kracht is, heeft geleid tot verschei dene nieuwe aanstellingen van secretarissen-generaal. Men begrijpt dat hij verstrekkende gevolgen heeft, ook voor de plaatselijke be sturen waarin de oude garde sterk is vertegenwoordigd. Het kan ter loops worden gezegd, dat de mili taire bevelhebber van behoedzaam heid heeft getuigd, want andere radicale middelen hadden ook mo gelijk geweest om óe verandering van kader tegen te gaan. Door de bezorgdheid om de rust in het land te verzekeren en slechts stap na stap vooruit te schrijden, wordt het Duitsch militair bestuur in dit land overigens gekenmerkt. In de eerste plaats werd de heer G. Romsee benoemd tot secretaris generaal van het ministerie van bin- nenlandsehe zaken. De heer G. Rom see behoort tot een bekende Lim- burgsehe familie en is ingeschreven aan de Brusselsche balie, was voor 10 Mei Kamerlid voor Limburg en na 10 Mei werd hij wn. gouverneur van Limburg. Er was geruimen tijd sprake van zijn benoeming tot secretaris-generaal van justitie. Deze post is dan toevertrouwd ge worden aan een magistraat, een Waal, den heer G. Schuind, raads heer bij het Hof van Beroep, terwijl de heer Romsee naar binnenland- sche zaken ging, waar, in verband met de kwestie der burgemeesters, heel wat belangrijke beslissingen zijn te nemen. De heer Romsee heeft onmiddellijk een besluit genomen waardoor hij de baan vrij maakt. Dit luidt dat het hoofd van het mi nisterie van binnenlandsche zaken ambtelijk ontslag kan verleenen aan burgemeesters die in de onmo gelijkheid zijn om hun ambt uit te oefenen. Deze formuleering betee- kent dat als onmogelijkheid wordt beschouwd het feit van onder de toepassing te vallen der verorde ning inzake de leeftijdsgrens. Voor burgemeesters, die zich niet vol doende rekenschap geven van de plichten die aan hun ambt in de huidige omstandigheden zijn ver bonden, blijven de maatregelen van afzetting voorzien die door de ge meentewet zijn bepaald. Het besluit voorziet eveneens dat het hoofd van het ministerie burge meesters kan benoemen voor den duur van den oorlog. Al is de benoe ming van den heer G. Romsee niet gepaard gegaan met een program matische verklaring, toch staat het vast dat hij, als leider van het depar tement, slechts personen zal aanstel len die zich willen inspannen om den nieuwbouw op te trekken en in Vlaanderen slsechts die personen zal benoemen die volksverbonden zijn. Bovendien mag men ook aannemen dat hij zelfs bij voorkeur hiervoor personen kiezen zal die buiten den gemeenteraad staan. Men weet dat tot dusver in België de burgemees ters werden benöemd door den ko ning, gekozen uit den gemeente raad. Het is ook vrijwel zeker dat de heer Romsee een proef zal doen met het stelsel van den ambtenaar burgemeester, zooals dat in Neder land bestaat. Denzelfden dag waarop het eerste besluit van den heer Romse» is ver schenen, verscheen ook een nieuwe verordening van den chef van het militair bestuur, waarbij de werk zaamheid van de gemeenteraden wordt verboden voor den duur van den oorlog. Het is betreurenswaardig te moeten vaststellen, zoo luidde o.m. de verordening> dat de meerder heid van de gemeenteraden instede van hun ervaring in het belang van de gemeente heelemaal ter beschik king te stellen van den burgemees ter, blijkbaar hun taak meenden te moeten zien in een angstvallig be hartigen van hun bevoegdheden, in het uitoefenen van een kleingeestig toezicht op ieder initiatief van den burgemeester, er zorg voor dragend dat deze op geen enkel punt het spoor vaon de oude traditie verliet. Een zoodanige houding is even wel onvereenigbaar met den ver antwoordelijkheidszin waarmede, in de tegenwoordige omstandighe den ieder, die een openbare werk zaamheid uitoefent, moet bezield zijn. In den huidigen toestand moet immers van alle in het openbaar leven staande krachten een on voorwaardelijke samenwerking kun nen worden verlangd, die door geen kortzichtige bedenkingen ge remd wordt. Indien de gemeentera den de eischen van hun tijd niet hebben willen begrijpen moet van hun verdere medewerking worden afgezien. De samenstelling van nieuwe gemeenteraden, die aan de openbare meening zouden beant woorden is onmogelijk. Derhalve dient de vertegenwoordiging van de gemeentebelangen voorloopig aan de burgemeesters en aan de schepenen te worden toevertrouwd. Veel wethouders en burgemees ters zullen echter moeten worden vervangen. Dit beteekent dus dat er een nieuwe leidende elite zal tot stand komen. Voor de Brusselsche agglomeratie zelf kan dit tot be langrijke wijzigingen leiden. De meerderheid van de leidende per sonen moeten n.l. worden ver vangen. Indien de opvolgers waar omtrent wordt verwacht dat zij in Vlaanderen en in verscheidene centrale besturen Vlamingen zul len zijn, de kunst verstaan om zich volledig te doen gelden, dan kun nen hieruit voor de toekomst be langrijke resultaten volgen, die geen enkelen Vlaming of Neder lander onverschillig laten. 50 JAAR VEREENIGING TOT INSTANDHOUDING VAN HET CONCERTGEBOUW. Heden herdenkt de Vereeniging tot instandhouding van het Con certgebouw haar 50-jarig bestaan. Het bestuur van het Concertge bouw heeft aan den voorzitter, den heer D. W. H. Patijn, als bewijs van groote erkentelijkheid voor al het geen de jubileerende vereeniging voor het Concertgebouw heeft ge daan, de concertgebouwmedaille in zilver aangeboden. BOSCH- EN HEIDEBRAND. Veertien dagen geleden heeft op „de Hocht" te Markelo een bosch- en heidebrand gewoed, die een groot gedeelte van het complex in de asch heeft geltegd. En thans is hier wederom een felle 1 rand uit gebroken. Wat er den vorigen keer nog gespaard is gebleven ging dit maal verloren. Verscheidene hec taren hoog opgaande dennen wer den door het vuur verteerd. Veel jong wild en gevogelte kwam in de vlammen om. Omtrent de oorzaak tast men in het duister. Woning uitgebrand. - Vanoch tend omstreeks vijf uur is te Rijs- oord, gemeente Ridderkerk, een huis, waarin twee gezinnen woon den, uitgebrand. De oorzaak is niet bekend. De aangrenzende woningen kregen veel waterschade. Duitschland of Nederland willen werken. Uit de thans reeds verkregen cijfers blijkt, dat op het gebied van de bestrijding van de jeugdwerk loosheid nog zeer veel te doen is. Door de instelling van de geweste lijke arbeidsbureaux, aldus de heer van Lier, zijn wij in staat dit euvel met kracht te bestrijden. CREMATIE PROF. DR. C. WINKLER. Onder zeer groote belangstelling vond Maandagmiddag op Wester- veld de crematie plaats van wijlen prof. dr. C. Winkler, oud-hoogleer- aar aan de universiteit te Utrecht. De plechtigheid werd door tal van hoogleeraren van de Utrecht- sche universiteit en van de gemeen telijke universiteit van Amsterdam, waarvan de overledene eveneens tal van jaren verbonden was, bijge woond, alsmede door vele andere geleerden. Namens den Utrechtschen senaat nam prof. dr. H. R. Kruijt afscheid van den diep betreurden collega en grooten geleerde, „ons aller vriend" Namens de gemeentelijke univer siteit van Amsterdam sprekend, herinnerde prof. dr. B. Brouwer er aan, dat het nu 26 jaar geleden is. dat prof. Winkler de universiteit van Amsterdam verlaten heeft. Er zijn nog tal van leden', die met dankbaarheid terugdenken aan de dagen, dat prof. Winkler in hun midden was. Prof. dr. C.. U. Ariëns Kappers, directeur van het herseninstituut te Amsterdam, sprak als een der oud ste leerlingen vol lof over het on derwijs van prof. Winkler. Zijn heengaan is niet alleen een groot verlies voor ons land, maar ook voor de neurologische wetenschap in haar geheel. Prof. dr. H. W. Stempers sprak woorden van afscheid namens de leerlingen uit zijn Utrechtschen tijd. Hij schetste uitvoerig de groo te verdiensten van den geleerde. Nadat de jongste zoon eenige woorden had gesproken, werd de kist neergelaten. De oudste zoon dankte de aanwezigen voor hunne belangstelling. INGEZONDEN STUKKEN WINTERVOEDSEL VOOR DE VOGELS. Geachte Redactie, Met veel genoegen lees ik altijd 's-Maandags het nieuws voor de Huisvrouwen. Al veel nuttige wenken hebben er in gestaan. Nu had ik hier een wenk, niet zoozeer voor het huisgezin, maar meer voor onze vogels, die 'tvan den winter weer geheel van ons, menschen moeten hebben. Vindt U het ge schikt voor uw blad? Tegenwoordig koken we bijna dagelijks pap. Ik doe dit altijd in een z.g.n. vleeschpan, omdat de bodem goed dik is, en de pap niet zoo gauw aanbrandt, wat vooral tegenwoordig met taptemelk graag wil. Toch zit er altijd een korstje op den bodem, dit schraap ik er af met een mes en doe het op een blikje (sigarenblikje) en laat dit drogen op het gasfornuis (onder de gasvlam) of in de zon. Op zoo'n blikje kunnen eenige restjes, die, als ze goed droog zijn, er af genomen worden, en bewaard worden in een zak. Als men dit den geheelen zomer doet, heeft men een aardige verzameling voor den strengen winter. Ik week dan da gelijks eenige korsten in lauw water en geef dat aan de vogels. Ze zijn er dol op en 't kost ons niets dan een beetje moeite. We zullen misschien van den winter heel weinig brood kunnen missen en op deze manier kunnen we ze toch iets geven. Ik heb het nu al twee strenge winters gedaan en ben nu al weer druk aan 't opsparen. Met dank voor de opname Mevr. STRUBBE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5