KRUSCHE
PAM BIJ DE HAANAPEN.
J
Rheumatische pijnen
De handel in slacht
schapen en slacht-
runderen.
De strijd tegen de
jeugdwerkloosheid.
DE NIEUWE STRUCTUUR IN BELGIE.
TWEEDE BLAD.
Reeds tientallen van laren werden
miljoenen lijders aan
©ver de heele wereld, door Kruschen van
dit lijden verlost Neem toch óók
onder voortdu
rende controle
van scheikun-
dige-apotheker
G. J. Logger
Bij apoth- en drog. 1 62, 1.47, 0.76, 0.41
PRIJZENBESCHIKKING
CHEMISCHE PRODUCTEN NO. 1.
Blijkens een in de Staatscourant
van 12 dezer afgekondigde be
schikking van den secretaris-gene
raal van het departement van han-
cel, nijverheid en scheepvaart
worden door hem voor een aantal
chemische producten, te weten
aluminiumsulfaat, bariumcarbo-
naat, natriumacetaat en salmiak
maximumprijsregelingen vastge
steld, waardoor, voor zoover noo-
dig, de prijzenbeschikking invoer-
goederen no. 1 voor de prijsbema-
hng dezer goederen buiten werking
treedt. De inhoud dezer maximum-
prijsregelingen zal door het Rijks
bureau voor chemische producten,
Koningskade 15, 's-Gravenhage,
periodiek in de vakbladen worden
bekend gemaakt en overigens op
aanvraag aan de belanghebbenden
worden medegedeeld.
HET RAPEN, VERVOEREN EN
VERKOOPEN VAN EIEREN.
Het hoofdbestuur der Nederland-
sche Vereeniging tot Bescherming
van Vogels, Heerengracht 540 te
Amsterdam schrijft ons:
Uit verschillende berichten, wel-
k - tij de vereeniging zijn inge
komen, valt af te leiden, dat niet
overal de hand wordt gehouden aan
de bepalingen, welke ten aanzien
van het rapen, vervoeren en ver-
koopen van eieren zijn uitgevaar
digd en dat o.a. thans nog in
restaurants en winkels eieren van
kieviten en andere volgels worden
aangeboden.
Het rapen, van de eieren van kie
viten, tureluurs, grutto's, kemp
hanen, scholeksters, wulpen, wa
terhoentjes en meerkoeten was
slechts geoorloofd tot en met 19
April, het vervoeren en verkoopen
van die eieren tot en met 21 April.
Thans mogen alleen nog geraapt
worden de eieren van zilver
meeuwen en wat de provincies
Groningen, Friesland, Noordhol
land, Zuidholland en Zeeland be
treft ook de eieren van kok
meeuwen.
De andere in Nederland broeden
de meeuwensoorten zijn, ook wat
de eiren betreft, beschermd De
eieren van deze meeuwen en van
groote sterns, vischdiefjes en
Noordsch-e sterns mogen slechts
uitgehaald worden na verkregen
vergunning van het departement
van landbouw en visscherij en wel
tot en met 14 Juni. De eieren van
dwergsterns, lachsterns en zwarte
sterns vallen niet onder deze rege
ling en mogen derhalve niet uitge
haald, vervoerd of verkocht wor
den.
Het ligt voor de hand, dat de
rechten van grondeigenaars en
grondgebruikers door de voren
staande regeling niet beknot wor
den.
Het hoofdbestuur der vereeniging
roept de medewerking van alle
vogelvrienden in Nederland in om
haar in te lichten, schriftelijk of
telefonisch van geconstateerde
overtredingen.
Het rijksbureau voor de voedsel
voorziening in oorlogstijd deelt
mede, dat de secretaris-generaal
van het departement van landbouw
en visscherij een tweetal besluiten
heeft uitgevaardigd, waarin beper-
kende regelen zijn'gesteld ten aan,
zien van den handel in voor de
slacht geschikte schapen en run
deren.
Het verhandelen en afleveren
van alle voor de slacht geschikte
schapen en alle voor de slacht ge
schikte runderen, welke van een
zoodanige kwaliteit zijn, dat zij bij
classificatie zouden worden inge
deeld in een van de klassen AA,
A of B, is verboden. De slachtscha
pen en AA, A en B runderen mogen
alleen verhandeld en afgeleverd
worden aan de door de Nederland
sche Veehouderij centrale erkende
marktveehandelaren ter levering
aan de Nederlandsche Veehouderij
centrale met gebruikmaking van de
daarvoor bestemde opgavekaarten.
In uitzonderingsgevallen bestaat
de gelegenheid ontheffing te ver
krijgen van de in bedoeld besluit
gestelde verbodsbepalingen. Men
wende zich daartoe tot den provin
cialen voedselcommissaris of tot de
Nederlandsche veehouderijcentrale.
De aandacht van belanghebben
den wordt er nog op gevestigd, dat
niet alleen het te koop - aanbieden
en verkoopen, maar ook het koopen
van de slachtschapen en van de
siachtrunderen van de klassen AA,
A en B verboden en dientengevolge
strafbaar is.
DE VONDSTEN TE KUINRE.
Professor dr. A. E. van Giffen,
directeur van het Biologisch-
Archeologisch Instituut der Rijks
universiteit te Groningen, heeft een
bezoek gebracht aan Kuinre, waar
bij hij vergezeld was van twee
ingenieurs der Zuiderzeewerken.
Prof. van Giffen kwam tot de
slotsom, dat de verschillende
scherven, steenen en beenderen
v/elke thans tentoongesteld zijn in
het, raadhuis van Kuinre, afkomstig
moeten zijn uit de dertiende of
veertiende eeuw. Een stel grove
beenderen is vermoedelijk afkom
stig van een edelhert, een dier, dat
destijds in deze streken voorkwam.
Een scherf, van Siegsburg-aarde-
werk is ter vérdere bestudeering
medegenomen. Deze scherf is be
langwekkend, wegens de voorstel
ling van een massaterechtstelling
en eenige moeilijk te ontcijferen
v/oorden, die zij vertoont. De stee
nen resten der fundamenten zijn
volgens den onderzoeker afkomstig
van laat-middeleeuwsche bewo
ning. Het onderzoek zal dezen
zomer worden voortgezet.
EEN JAN VAN GALENPARKBAD.
Zaterdag a.s. zal indien de weers
omstandigheden het toelaten, het
Jan van Galenparkbad officieel
door den regeeringseommissaris
van Amsterdam geopend worden.
Hiermede zal in het westelijk ge
deelte van de stad in een groote
behoefte worden voorzien, daar de
230.000 inwoners van dit gedeelte
tot nu toe, behalve van een over
dekt bad, van een dergelijke inrich
ting verstoken zijn gebleven. Ook
in verband met het toekomstige
schoolzwemmen zal dit fraaie bad
Beetsstraat te Amsterdam om zich
ongetwijfeld van groot nut zijn.
277. Nu en dan moet worden gekampeerd, om uit te
rusten. Dan worden de tenten opgeslagen. Er zijn nu al
verscheidene dagen verlopen, sedert zij de maanbewo
ners bevrijdden en de reis duurt nog lang.
278. Doch ook het laatste gedeelte van de tocht ver
loopt goed en na enige dagen zien ze in de verte het
raket staan, dat hen naar de aarde terug zal brengen.
„Gelukkig" zucht Pam.
Onderhoud met den
heer Van Lier.
Bij de uitvoering van het plan
om stad en platteland nader tot
elkaar te brengen door de stads
jeugd tijdelijk te doen deelnemen
aan het werk op de boerderij, was
een der leidende gedachten hier
door mede tot het resultaat te ko
men van een beperking en zoo
mogelijk tot opheffing van de
jeugdwerkloosheid.
Nu met ingang van 1 Mei de ge
westelijke arbeidsbureaux hun
werkzaamheid zijn begonnen, heb
ben wij ons gewend tot den waar
nemend directeur-generaal van het
rijksarbeidsbureau, den heer Th.
van Lier en wij hebben hem de
vraag voorgelegd, hoe het rijks
arbeidsbureau staat tegenover de
jeugdwerkloosheid en welke maat
regelen genomen zullen worden om
dit euvel voor het opgroeiende ge
slacht tot het verleden te doen
behooren.
De cijfers betreffende de jeugd
werkloosheid waren aldus de
heer van Lier niet zoo veront
rustend en tijdens den oorlog is het
aantal niet bijzonder toegenomen,
maar absoluut nauwkeurige cijfers
zijn niet gemakkelijk te geven,
omdat voor de jeugd, die dikwijls
nog een deel van het gezin vormt,
het begrip werkloosheid betrekke
lijk is.
Jeugdregistratie bestond tot vóór
1 Mei slechts in 50 gemeenten in
Nederland en de bemiddeling voor
jeugdige personen liep tot de grens
van den 18-jarigen leeftijd. Daar
boven werden zij wanneer zij
zich als werkloos opgaven inge
schreven bij de arbeidsbeurzen,
zooals dat met ieder volwassen
arbeidslooze gebeurde.
Nu is de grens verlegd tot 21
jaar. De jongens en meisjes tot
dien leeftijd hooren thans tot de
groep jeugdige werkzoekenden, en
die maatregel is zeer toe te juichen,
omdat het gebied tusschen 18 en
21 jaar van zoo overwegend be
lang is.
Het is nu onze taak, aldus de
heer van Lier, een juist beeld te
krijgen van de werklooze jeugd,
waarbij wij in de gelegenheid zijn
het meest geschikte voor den aan
staanden deelnemer aan het pro
ductieproces te vinden.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat
een jongen, die de lagere school
heeft verlaten, een baantje als
loopjongen, als aankomend maga
zijnknecht, of als „loopende band
krachtje" in een fabriek krijgt. Hij
is volkomen ongeschoold, krijgt
weinig loon, maar kan het eenvou
dige werk, waarvoor geen oplei
ding noodig is, verrichten. Op een
gegeven oogenblik echter heeft hij
b.v. als hij 18 of 19 jaar is ge
worden zijn „financieel pla
fond" bereikt. De zaak of de in'
dustrie, waar hij werkt, kan aan
zijn verzoek om loonsverhooging
niet voldoen, omdat zijn werkgever
is ingesteld op het massa ge- en
verbruik van jong personeel tegen
een laag loon. Wegens „slapte'
werd de jongen of meisje ontsla
gen en de werkgever nam den
volgenden dag nieuw jong perso'
neel aan om het budget niet in
gevaar te brengen. De beste jon
gens vinden een baantje waarvpor
niet al te veel scholing is, beginnen
een eigen zaakje of leeren zichzelf
het een en ander, maar dikwijls
blijft het krukken en half werk.
Het is dus een eerste eisch, dat
de jeugd voor een beroep geschoold
wordt. Hier ligt een taak voor den
staat.
Scholing en herscholing moet zoo
veel mogelijk in de bedrijven zelf
of in nauw contact daarmede, ge
schieden ten bate van de gemeen
schap. De staat, zoo stel ik me voor,
zal in de toekomst verordenend
kunnen optreden op het gebied van
de scholing, die deels in eigen
werkplaatsen van de fabrieken en
bedrijven kan worden uitgevoerd.
Theorie en praktijk en algemeen
vormend onderwijs moeten samen
gaan en het stelsel van leerlingop-
ieiding dient veel verder te worden
rioorgevoerd. Die opleiding moet ook
open staan voor jeugdigen van 20 a
21 jaar.
De jongens en meisjes, die pas
van school komen, behooren zich in
de toekomst allen te melden bij een
bureau voor beroepskeuzevoorlich
ting, welk landelijk centraal zal
worden georganiseerd door het
rijksarbeidsbureau, doch zoo worden
ingericht dat er bij alle 37 geweste
lijke arbeidsbureaux een afdeeling
voor beroepsvoorlichting ten dienste
staat van de jeugd.
De stadsjeugd zal het platteland
leeren kennen en liefde voor het
land en zijn bevolking opdoen. Ook
het tekort aan geschikte arbeids
krachten, dat in sommige tijden op
het plattelan zich doet gevoelen,
zal worden aangevuld.
Bovendien bestaat thans de moge
lijkheid de mannelijke jeugd boven
18 jaar onder de werkverschaffing
onder te brengen.
Ons streven is in Nederland 2000
jongelui tijdelijk op het platteland
te plaatsen en 500 kunnen wij een
jaar contract voor den landbouw in
Duitschland verschaffen. Zij krij
gen daar een volledige opleiding tot
landarbeider, waarna zij kunnen
kiezen of zij in de toekomst in
Verjonging Tan het administratieve kader.
Het belang van het Ministerie van Binnen-
landsche Zaken. Uitschakeling van de
gemeenteraden.
IV.
(Van onzen correspondent.)
Brussel, April 1941.
De maatregelen die de basis moe
ten leggen van de nieuwe structuur
van het sociale en economische
leven in België zijn weliswaar niet
volledig en geven slechts een rich
ting aan, maar deze richting is op
zich zelf van belang. Ingevolge de
wet van 10 Mei 1940 op de over
dracht van de bevoegdheid, voorzien
in geval van bezetting van het
grondgebied zijn het de ecretaris-
sen-generaal van de ministeries die
elk binnen hun bevoegdheid het
land besturen. Men zou zich aan
overdrijving bezondigen indien men
moest beweren, dat de meeste secre
tarissen-generaal zich niet aan de
omstandigheden aanpassen. Maar de
nieuwe orde opbouwen is een an
dere kwestie. Dat veronderstelt nog
meer dan loyale medewerking met
de Duitsche autoritieten, het terrein
willen voorbereiden waarop, bij den
vrede, de nieuwbouw zal worden
opgetrokken. Gedurende verschei
dene maanden heeft dan ook een
zekere malaise geheerscht in ver
band met de werkzaamheid der
secretarissen-generaal, waarvan
sommigen een passiviteit aan den
dag legden die hun voornaamste be
drijvigheid was en een voorbeela
voor locale besturen om de onder
richtingen van de centrale leiding
met dezelfde passiviteit te onthalen,
.vat op het gebied van de bevoor
rading en de beteugeling van den
sluikhandel tot waarlijk onmoge
lijke toestanden heeft geleid. Men
houdt zich aan de wettelijkheid,
zoo heet het, de wettelijkheid van
het oude regime, weliswaar," en het
criterium is dat eenmaal zooniet de
toestanden van voor 10 Mei 1940
dan toch de Staat van voor dien
datum zal verrijzen en dit staats
leven zich zal ontwikkelen in een
zekere continuïteit, afgestemd op
wat vroeger was, waarmee thans
reeds rekening moet gehouden wor-
dene. Om het terrein voor de nieu
we orde op te bouwen moet echter
deze wettelijkheid wel eens over
het hoofd worden gezien. Er is nu
eenmaal een oorlogsrevolutie over
het land heen gegaan die alle vroe
gere banden heeft verbroken en
krachten heeft los gewerkt die
thans een weg zoeken, aarzelend in
de onzekerheid voor de toekomst,
maar aan Vlaamschen kant, bij de
intellectueele kringen, is men over
tuigd dat, hoe deze toekomst ook zijn
mag, het oogenblik is aangebroken
om de sleutelposities te bezetten,
ten einde bereid te zijn. Menig
Vlaamsch hart, dat van jongsaf in
den strijd heeft gestaan om een
beter lot voor zijn volk te bevech
ten is, na een gewetenscrisis, ten
slotte onder den indruk gekomen
van de mogelijkheden der toekomst,
mogelijkheden die wellicht een his
torische lotsbestemming zullen be
palen welke, voor den Nederland-
schen stam in zijn geheel in het
verleden zoo onnatuurlijk is ge
weest. Dit zou ook geestdrift kun
nen zijn, een geestdrift die getem
perd is door de berekening van de
omstandigheden v.-slke voor Vlaan
deren nog onbekenden bevatten.
Van het bewind der secretarissen-
generaal is getuigd, dat het niet het
bewind is van „de groote commie
zen". Men heeft er de overweging
aan verbonden dat deze ambtenaren
de groote inspiratie missen die lei
ding geeft in moeilijke omstandig
heden. Hoe dan ook is het een feit
dat de dorheid van het ambtenaren-
bewind van laag tot hoog wordt be
schouwd als nadeelig in de huidige
omstandigheden en daarom heeft
de Duitsche macht den- maatregel
genomen, de vorige maand, volgens
dewelke dragers van openbare
functies definitief hun ambt moeten
neerleggen op het einde van de
maand tijdens dewelke zij hun zes
tigste levensjaar bereiken. Hierop
kunnen uitzonderingen worden toe
gestaan. Als dragers van openbare
functies worden beschouwd alle
hoofden van ministeries en alle an
dere eigenlijke rijksambtenaren,
rijkspersoneel der eerste catego
rie; de magistraten van het open
baar ministerie en de leden van het
Rekenhof; de provinciegouverneurs,
de arrondissementscommissarissen,
de leden der bestendige deputaties,
de provinciale griffiers; de burge
meesters, wethouders, gemeente
secretarissen, politiecommissarissen.
Voor de zittende magistratuur zal
een bijzondere regeling worden ge
troffen.
Deze maatregel, die nu reeds van
kracht is, heeft geleid tot verschei
dene nieuwe aanstellingen van
secretarissen-generaal. Men begrijpt
dat hij verstrekkende gevolgen
heeft, ook voor de plaatselijke be
sturen waarin de oude garde sterk
is vertegenwoordigd. Het kan ter
loops worden gezegd, dat de mili
taire bevelhebber van behoedzaam
heid heeft getuigd, want andere
radicale middelen hadden ook mo
gelijk geweest om óe verandering
van kader tegen te gaan. Door de
bezorgdheid om de rust in het land
te verzekeren en slechts stap na
stap vooruit te schrijden, wordt het
Duitsch militair bestuur in dit land
overigens gekenmerkt.
In de eerste plaats werd de heer
G. Romsee benoemd tot secretaris
generaal van het ministerie van bin-
nenlandsehe zaken. De heer G. Rom
see behoort tot een bekende Lim-
burgsehe familie en is ingeschreven
aan de Brusselsche balie, was voor
10 Mei Kamerlid voor Limburg en
na 10 Mei werd hij wn. gouverneur
van Limburg. Er was geruimen tijd
sprake van zijn benoeming tot
secretaris-generaal van justitie.
Deze post is dan toevertrouwd ge
worden aan een magistraat, een
Waal, den heer G. Schuind, raads
heer bij het Hof van Beroep, terwijl
de heer Romsee naar binnenland-
sche zaken ging, waar, in verband
met de kwestie der burgemeesters,
heel wat belangrijke beslissingen
zijn te nemen. De heer Romsee heeft
onmiddellijk een besluit genomen
waardoor hij de baan vrij maakt.
Dit luidt dat het hoofd van het mi
nisterie van binnenlandsche zaken
ambtelijk ontslag kan verleenen
aan burgemeesters die in de onmo
gelijkheid zijn om hun ambt uit te
oefenen. Deze formuleering betee-
kent dat als onmogelijkheid wordt
beschouwd het feit van onder de
toepassing te vallen der verorde
ning inzake de leeftijdsgrens. Voor
burgemeesters, die zich niet vol
doende rekenschap geven van de
plichten die aan hun ambt in de
huidige omstandigheden zijn ver
bonden, blijven de maatregelen van
afzetting voorzien die door de ge
meentewet zijn bepaald.
Het besluit voorziet eveneens dat
het hoofd van het ministerie burge
meesters kan benoemen voor den
duur van den oorlog. Al is de benoe
ming van den heer G. Romsee niet
gepaard gegaan met een program
matische verklaring, toch staat het
vast dat hij, als leider van het depar
tement, slechts personen zal aanstel
len die zich willen inspannen om
den nieuwbouw op te trekken en in
Vlaanderen slsechts die personen zal
benoemen die volksverbonden zijn.
Bovendien mag men ook aannemen
dat hij zelfs bij voorkeur hiervoor
personen kiezen zal die buiten den
gemeenteraad staan. Men weet dat
tot dusver in België de burgemees
ters werden benöemd door den ko
ning, gekozen uit den gemeente
raad. Het is ook vrijwel zeker dat de
heer Romsee een proef zal doen
met het stelsel van den ambtenaar
burgemeester, zooals dat in Neder
land bestaat.
Denzelfden dag waarop het eerste
besluit van den heer Romse» is ver
schenen, verscheen ook een nieuwe
verordening van den chef van het
militair bestuur, waarbij de werk
zaamheid van de gemeenteraden
wordt verboden voor den duur van
den oorlog. Het is betreurenswaardig
te moeten vaststellen, zoo luidde
o.m. de verordening> dat de meerder
heid van de gemeenteraden instede
van hun ervaring in het belang van
de gemeente heelemaal ter beschik
king te stellen van den burgemees
ter, blijkbaar hun taak meenden te
moeten zien in een angstvallig be
hartigen van hun bevoegdheden, in
het uitoefenen van een kleingeestig
toezicht op ieder initiatief van den
burgemeester, er zorg voor dragend
dat deze op geen enkel punt het
spoor vaon de oude traditie verliet.
Een zoodanige houding is even
wel onvereenigbaar met den ver
antwoordelijkheidszin waarmede,
in de tegenwoordige omstandighe
den ieder, die een openbare werk
zaamheid uitoefent, moet bezield
zijn. In den huidigen toestand moet
immers van alle in het openbaar
leven staande krachten een on
voorwaardelijke samenwerking kun
nen worden verlangd, die door
geen kortzichtige bedenkingen ge
remd wordt. Indien de gemeentera
den de eischen van hun tijd niet
hebben willen begrijpen moet van
hun verdere medewerking worden
afgezien. De samenstelling van
nieuwe gemeenteraden, die aan de
openbare meening zouden beant
woorden is onmogelijk. Derhalve
dient de vertegenwoordiging van
de gemeentebelangen voorloopig
aan de burgemeesters en aan de
schepenen te worden toevertrouwd.
Veel wethouders en burgemees
ters zullen echter moeten worden
vervangen. Dit beteekent dus dat
er een nieuwe leidende elite zal tot
stand komen. Voor de Brusselsche
agglomeratie zelf kan dit tot be
langrijke wijzigingen leiden. De
meerderheid van de leidende per
sonen moeten n.l. worden ver
vangen. Indien de opvolgers waar
omtrent wordt verwacht dat zij
in Vlaanderen en in verscheidene
centrale besturen Vlamingen zul
len zijn, de kunst verstaan om zich
volledig te doen gelden, dan kun
nen hieruit voor de toekomst be
langrijke resultaten volgen, die
geen enkelen Vlaming of Neder
lander onverschillig laten.
50 JAAR VEREENIGING TOT
INSTANDHOUDING VAN HET
CONCERTGEBOUW.
Heden herdenkt de Vereeniging
tot instandhouding van het Con
certgebouw haar 50-jarig bestaan.
Het bestuur van het Concertge
bouw heeft aan den voorzitter, den
heer D. W. H. Patijn, als bewijs van
groote erkentelijkheid voor al het
geen de jubileerende vereeniging
voor het Concertgebouw heeft ge
daan, de concertgebouwmedaille in
zilver aangeboden.
BOSCH- EN HEIDEBRAND.
Veertien dagen geleden heeft op
„de Hocht" te Markelo een bosch-
en heidebrand gewoed, die een
groot gedeelte van het complex in
de asch heeft geltegd. En thans is
hier wederom een felle 1 rand uit
gebroken. Wat er den vorigen keer
nog gespaard is gebleven ging dit
maal verloren. Verscheidene hec
taren hoog opgaande dennen wer
den door het vuur verteerd. Veel
jong wild en gevogelte kwam in de
vlammen om. Omtrent de oorzaak
tast men in het duister.
Woning uitgebrand. - Vanoch
tend omstreeks vijf uur is te Rijs-
oord, gemeente Ridderkerk, een
huis, waarin twee gezinnen woon
den, uitgebrand. De oorzaak is niet
bekend. De aangrenzende woningen
kregen veel waterschade.
Duitschland of Nederland willen
werken.
Uit de thans reeds verkregen
cijfers blijkt, dat op het gebied van
de bestrijding van de jeugdwerk
loosheid nog zeer veel te doen is.
Door de instelling van de geweste
lijke arbeidsbureaux, aldus de heer
van Lier, zijn wij in staat dit euvel
met kracht te bestrijden.
CREMATIE
PROF. DR. C. WINKLER.
Onder zeer groote belangstelling
vond Maandagmiddag op Wester-
veld de crematie plaats van wijlen
prof. dr. C. Winkler, oud-hoogleer-
aar aan de universiteit te Utrecht.
De plechtigheid werd door tal
van hoogleeraren van de Utrecht-
sche universiteit en van de gemeen
telijke universiteit van Amsterdam,
waarvan de overledene eveneens
tal van jaren verbonden was, bijge
woond, alsmede door vele andere
geleerden.
Namens den Utrechtschen senaat
nam prof. dr. H. R. Kruijt afscheid
van den diep betreurden collega en
grooten geleerde, „ons aller vriend"
Namens de gemeentelijke univer
siteit van Amsterdam sprekend,
herinnerde prof. dr. B. Brouwer er
aan, dat het nu 26 jaar geleden is.
dat prof. Winkler de universiteit
van Amsterdam verlaten heeft. Er
zijn nog tal van leden', die met
dankbaarheid terugdenken aan de
dagen, dat prof. Winkler in hun
midden was.
Prof. dr. C.. U. Ariëns Kappers,
directeur van het herseninstituut te
Amsterdam, sprak als een der oud
ste leerlingen vol lof over het on
derwijs van prof. Winkler. Zijn
heengaan is niet alleen een groot
verlies voor ons land, maar ook
voor de neurologische wetenschap
in haar geheel.
Prof. dr. H. W. Stempers sprak
woorden van afscheid namens de
leerlingen uit zijn Utrechtschen
tijd. Hij schetste uitvoerig de groo
te verdiensten van den geleerde.
Nadat de jongste zoon eenige
woorden had gesproken, werd de
kist neergelaten. De oudste zoon
dankte de aanwezigen voor hunne
belangstelling.
INGEZONDEN STUKKEN
WINTERVOEDSEL VOOR DE
VOGELS.
Geachte Redactie,
Met veel genoegen lees ik altijd
's-Maandags het nieuws voor de
Huisvrouwen. Al veel nuttige
wenken hebben er in gestaan. Nu
had ik hier een wenk, niet zoozeer
voor het huisgezin, maar meer voor
onze vogels, die 'tvan den winter
weer geheel van ons, menschen
moeten hebben. Vindt U het ge
schikt voor uw blad?
Tegenwoordig koken we bijna
dagelijks pap. Ik doe dit altijd in
een z.g.n. vleeschpan, omdat de
bodem goed dik is, en de pap niet
zoo gauw aanbrandt, wat vooral
tegenwoordig met taptemelk graag
wil. Toch zit er altijd een korstje
op den bodem, dit schraap ik er af
met een mes en doe het op een
blikje (sigarenblikje) en laat dit
drogen op het gasfornuis (onder de
gasvlam) of in de zon.
Op zoo'n blikje kunnen eenige
restjes, die, als ze goed droog zijn,
er af genomen worden, en bewaard
worden in een zak. Als men dit den
geheelen zomer doet, heeft men
een aardige verzameling voor den
strengen winter. Ik week dan da
gelijks eenige korsten in lauw
water en geef dat aan de vogels.
Ze zijn er dol op en 't kost ons
niets dan een beetje moeite. We
zullen misschien van den winter
heel weinig brood kunnen missen
en op deze manier kunnen we ze
toch iets geven.
Ik heb het nu al twee strenge
winters gedaan en ben nu al weer
druk aan 't opsparen.
Met dank voor de opname
Mevr. STRUBBE.