De zorg voor onze portemonnaie
i
Is?*!
S-al
3|MIa
8*1141
g 3 -s
S1Ï8JS
jllfll
Ij! Ml;
DE VLEESCHVOORZIENING.
UIT HET LEVEN VAN
DE RABARBER.
ca
as p
1 8 S
c S 5
sSsf"i!
ZUINIG ZIJN
EET WORTELTJES EN
RABARBERSLA.
c
O)
s
O
O)
O
->
0»
n
Prijsbeheerschingsinstanties blijven actief en
vinden steeds nieuwe middelen.
Politieagenten met prijslijst.
(Van onzen Haagschen
correspondent).
De afdeeling Prijsbeheer -
sching van den dienst van den
Gemachtigde voor de prijzen,
welke is belast met de zorg,
prijsopdrijvingen te voorko
men en op te sporen, is nog
geen half jaar oud, en dus
mag men niet verwachten, dat
een dergelijk apparaat reeds
tot in de perfectie is uitgeba
lanceerd. In Duitschland werd
reeds vier jaren geleden met
de prijsbeheersching begon
nen, en onder veel rustiger
omstandigheden dan wij die
thans kennen. Derhalve zou
het niet billijk zijn, nu reeds
vergelijkingen te gaan maken,
al mogen de resultaten, die tot
dusver ten onzent werden ge
boekt, zeker niet onbevredi
gend worden genoemd.
In ieder geval kan men van de
zen dienst niet zeggen, dat het
„alweer een ambtelijke instantie"
is, die dus krachtens haar antece
denten langzaam-werkend en on-
practisch zou zijn. Het tegendeel
is het geval. In dien betrekkelijk
korten tijd werd niet alleen het
geheele, tot dusver onbekende, ap
paraat opgebouwd, doch tevens
werden reeds tal'looze overtredin
gen achterhaald en vele nuttige
maatregelen, ter bescherming van
ons economisch leven, getroffen.
De straffen, die door de Inspec
teurs voor de Prijsbeheersching.
werden opgelegd, waren meestal
lang niet malsch, en het ligt in de
bedoeling, naar Mr. J. A. M. Pott,
hoofd van de afdeeling Prijsbe
heersching, ons dezer dagen te
verstaan gaf, binnenkort nog har
dere slagen uit te deelen. Er wordt
hierbij zeker niet de lijn getrok
ken: een winkelier, die vandaag
een z.g.n. Tuchtbeschikking tot een
bedrag van idem zooveel maal
honderd gulden de boeten zijn
ongelimiteerd thuis gestuurd
krijgt, moet binnen 10 a 14 dagen
het volle pond betaald hebben. Al
leen voor een boete van meer dan
500 gulden kan het slachtoffer in
beroep gaan, en wel uitsluitend bij
den Gemachtigde voor de Prijzen;
dus min of meer ,,in het hol van
den leeuw". Hij kan zich daartoe
echter van een advocaat bedienen.
Ook hier kan de zaak evenwel niet
getraineerd worden, want een snel
vonnis wordt ook hier geveld.
De Inspecteurs voor de Prijsbe
heersching, die een groote macht
en zelfstandigheid genieten, kun
nen echter geen vrijheidsstraffen
opleggen. Mede hiertoe werd de
zer dagen het ambt van „economi-
schen rechter" ingesteld. Het kan
immers voorkomen, dat een „prijs-
opdrijver" verdient, eenigen tijd
uit de maatschappij verbannen te
worden; b.v. een slager, die zich
niet alleen schuldig maakte aan
woekerwinst, doch bovendien nog
ondeugdelijk vleesch verhandelde.
In zoo'n geval geeft de Prijzen-
inspecteur de zaak in handen van
den economischen rechter, die er
voor zorgt, dat de gemeenschap
voor eenigen tijd van dezen para
siet wordt verlost, hetgeen in dit
geval tevens voor de volksgezond
heid van de grootste beteekenis is.
Momenteel behandelt ieder de*
Vijf Prijzen-Inspecteurs reeds onge
veer 200 zaken per week, wat dus
voor het geheele land op circa 1000
gevallen per week neerkomt. Hoe
mee» bét prijsbefaeerechmgsappa-
raat „ingewerkt" raakt, des te groo-
ter zal dit aantal worden. Want
naarmate de controle intensiever
wordt, blijkt het aantal „ontmaske
ringen" toe te nemen. Dit heeft
reeds ertoe geleid, dat naast iederen
inspecteur enkele adjunct-inspec
teurs zijn benoemd. Zoodoende telt
de afdeeling-Prijsbeheersching thans
ongeveer 100 personen; een aantal,
dat binnenkort ongetwijfeld nog
eenige uitbreiding zal moeten on
dergaan. Het moet echter ook weer
niet te groot worden, daar dit aan
het snelle en doeltreffende function-
neeren van het apparaat niet ten
goede zou komen. En een der eerste
vereischten is een vlotte behande
ling met een snel vonnis.
Controle op den winkelier.
Een der laatste, preventieve,
maatregelen van de afdeeling-Prijs
beheersching is de verplichting voor
de winkeliers tot het prijzen van
een groot aantal artikelen. Een
politie-agent behoeft' hierdoor
slechts z'n blik over een etalage té
laten gaan, om te controleeren of
er geen ongeoorloofde prijzen wor
den gevraagd. Weliswaar ontbreekt
het hem thans nog aan een uitvoeri
ge prijslijst, doch ook hieraan wordt
gewerkt.
„De afdeeling Prijsbeheer
sching zal n.l. binnenkort over
gaan tot „documenteeren", het
geen wil zeggen, dat aan alle
politiecorpsen in den lande
kleine, handige boekjes zullen
worden verstrekt, die vol ge
drukt zijn met een massa „prij-
zen-wetenschap". Men ver
wacht, hiermede aan allen, die
krachtens hun functie den strijd
moeten voeren tegen ongeoor
loofde prijsopdrijvingk een
nieuw en doeltreffend wapen in
de hand te kunnen geven. Met
name voor de politie in de
groote steden, die reeds een deel
van haar corps heeft gereserveerd
voor de controle op de Prijs-
voorschriften en de Hamster-
wet, zal dit „documentatie-ma-
teriaal" van groote waarde kun
nen zijn om het gestelde doel
billijke prijzen en geen woe
kerwinst te dienen en te be
naderen.
Controle op groothandel en
fabrikant.
De z.g. „verticale" controle d.i.
de controle op den groothandel en
op de fabrikanten blijft in han
den van de ambtenaren der diverse
Rijksbureaux. Is er dus een fabriek,
die vermoedelijk te veel vraagt voor
haar textielproducten, dan reizen er
één of meer ambtenaren van het
Rijksbureau voor de Textiel heen,
zoomede een vertegenwoordiger van
den Accoutantsdienst, die dan te-
samen grondig nagaan, hoe het ge
val in elkaar zit. Want de officieele
instanties begrijpen heel goed, dat
het kwaad, ook al wordt de in over
treding zijnde winkelier gestraft,
vaak dieper schuilt. Het is immers
dikwijls zoo, dat de winkelier te
duur verkoopt, omdat de grossier
hem te veel liet betalen; terwijl dan
bij het verdere onderzoek weer
blijkt, dat de grossier door den fa
brikant is afgezet. In zoo'n geval
worden straffen uitgedeeld over de
geheele linie; straffen die, naar
mate men de bron nadert, in
scherpte en gevoeligheid toenemen.
Met een goed recept voor
dit voorjaarsgerecht, dat
ook zonder het suiker
rantsoen aan te spreken
smakelijk kan zijn.
In De Streek, de omgeving van
Beverwijk en het Westland ver
bouwt men op groote schaal rabar
ber en dit geschiedt met zooveel
zorg, dat reeds vroeg in het voor
jaar deze gezonde, rozeroode
groente op de veilingen kan ver
schijnen.
Wat weten velen van ons eigen
lijk van de sappige, dikke blad
stelen, die daar op de markt en in
de winkels prijken en ons het ge
voel geven, dat de winter nu wer
kelijk achter den rug is? Zou het
veel meer zijn dan dat ze goed
smaken en bovenal dat ze zooveel
suiker noodig hebben?
Daarmee doen we evenwel de
rabarber en onze kweekers te kort.
Want is het niet vreemd, dat wij
over het algemeen vrijwel niets
weten van de herkomst van ons
voedsel, waar we toch dagelijks
mee te maken hebben?
Daarom willen we U een paar
wetenswaardigheden vertellen uit
het „leven van de rabarber" en U
tevens eenigszins geruststellen, wat
betreft het groote kwantum suiker,
dat voor de bereiding noodig zou
zijn, want het kan ook anders!
De vermenigvuldiging van deze
planten vindt op heel eigenaardige
wijze plaats, n.l. in den herfst door
„scheuren", dat is verdeeling van
den wortelstok. Ze geschiedt ook
wel door zaad, doch dan alleen met
het doel nieuwe soorten te winnen.
Reeds het eerstvolgend jaar is er
eenige opbrengst. Merkwaardig is
voorts, dat de kweeker moet zorgen
voor een ruimte van ten minste
1 meter tusschen de planten on
derling, daar ze later een zeer
grooten omvang krijgen! Dat de
rabarberplant de goede zorgen
waard is, blijkt wel uit het feit,
dat ze zes tot acht jaar kan blijven
staan.
Behalve als groente worden de
bladstelen ook wel gebruikt voor
het vervaardigen van huishoudjam
en wijn (rabarberwijn), terwijl het
ook aanbeveling verdient om voor
het vervaardigen van slaatjes van
allerlei soorten groenten, inplaats
van azijn, rabarbersap te gebrui
ken, dat men verkrijgt door de
stelen tot moes te raspen en dit
moes door een doekje uit te wrin
gen. Rabarber werkt bovendien
uitstekend laxeerend.
Een recept voor zeer smakelijke
rabarber, waarbij geen suiker be
hoeft te worden gebruikt, volgt
hieronder:
Rabarbermoes met gecon
denseerde melk met sui
ker. (4 Personen). (Recept
van A. J. Goetheer).
1 pond rabarber 1/-J blikje ge
condenseerde melk met suiker.
Maak de rabarber schoon en
snijdt ze in kleine stukjes. Kook ze
met weinig water in ongeveer
5 minuten gaar. Laat het moes
afkoelen en roer er daarna de ge
condenseerde melk met suiker
door.
Ook in dezen tijd van suiker-
rantsoeneering kunnen, we dus
rabarber eten!
MANVA BEUKMAN.
EEN DEZER DAGEN WERDEN REEDS DE EERSTE PRINSESSE-
BOONEN op de Beverwijksche veiling aangevoerd. De eerste
pluk van de boonen, welke als tusschenteelt bij de tomaten in de
kassen worden gekweekt. (Polygoon)
O tTj 0 hi
pi O 0 rg
2 <D
r?J -H O 7J
.21 lij
.•s
a
ft
,2 x
•S 1
0 TJ
;o
0 2
twP
cd
cd
■+->
w 1
O
_G
u
IA
_a>
o
in V
"35 öi
O) n
W X
M U O
0 G
OS
C r-i
i Cd 0 B
'P rH
h w cd m,
i -t-» .t? cd c
3 X! ri
o m ft 0
2 w 2 cj S
0 0
o
T3
■8 12
ftx*
O H tt)
C jg 0 TJ
-g 0
fcfl Cd
O 0 C
H cd 00 «o
XI 0 0
0 X? N rö
in
0
f 3
0
"■i cd
cd
s 5
+J cd
•SM
I»
.5
O
Q
I
I C M
&g.'1
<n t-*
.2
O
oo i> 0
TJ
O
ft2 .8*
2« o
8°
TJ
g
0 «r-4
x:
w
8-°
XI O
xs
•5
<0
•3 <u jS
I S
O
w CO
0 0)
CW
0
X!
c o c
CO d h
f-i Én
XI
T-j TJ G £3
+-> 0 'H
■S 8 3
u o tl
Cd LO Cj r-<
O ?0 3 Uy
W rH wPh
O
•o S o
cu
m j -a o - b 5
-5— N g S a I a .a S k
Md D ÜJ H h p> W
O fi n 2 SP e
s-y 2R'oS3;>"iill,.Hfy
•-I'S - 8 oi wa3oóC'g^i'3£
-° 8* c S S "C 2 -ü S
s
Q
cd w
X> G
cd
fl rH 0 .0 J
g g g 4- 8 t
0 c H
3 fl *5* 00 f
w J-'Sx
1 a Cd G TJ 2 j-4
L .5 eg tto r b g
i 7^ w cdü
M Pt öjO J T5
a j *r:
J P-. r u
:-s
Martine Wittop Koning schrijft
ons:
Zuinig zijn moet ik dien raad
eigenlijk nog wel geven?
Zijn we niet al zoo zuinig moge
lijk: op onze kleeren, op ons huis
raad, op onze brandstof, op onze
zeep, op ons voedsel? Probeeren
we niet om al die dagelijksche le
vensbehoeften, waarvoor we de ons
toebedeelde bonnen moeten offeren
(plus nog ons geld!) zoo lang mo
gelijk te laten strekken?
Ja, dat doen we allemaal; en des
te zorgvuldiger, naarmate de rant-
soneering van de betreffende le
vensbehoeften krapper is.
Daar hebt u b.v. de aardappelen.
Wie vroeger nog wel eens een
royale hand van schillen had, die
neemt nu slechts het allernoodza
kelijkste van den buitenkant weg;
wie.zich het dun schillen reeds tot
gewoonte had gemaakt, die gaat het
eens probeeren met het koken van
ongeschilde aardappelen goed
ajgeboend en schoongewasschen
natuurlijk.
En als ze na de proef de uitkomst
vergelijkt met wat ze anders aan
afval gewend was achter te laten,
komt zij tot de conclusiedat elke
vijf aardappelen van vroeger nu
zijn uitgedijd tot zes, m. a. w. dat
ze vroeger op de zes aardappelen
pr één verspild heeft.
Dat wil in dezen tijd van karige
aardappelportietjes heel wat zeg
gen afgezien nog van het feit,
dat we in den niet geschilden aard
appel de voedingswaarde bijna vol
ledig bewaren, terwijl de geschilde
altijd een gedeelte van zijn voe
dingsstoffen zal verliezen, vooral
wanneer voor het koken een ruime
hoeveelheid water wordt gebruikt.
Pat daarin verschillende voedings
stoffen oplossen heeft tot gevolg,
dat we van de aardappelen op ons
bord minder zullen profiteeren dan
wel mogelijk is.
Dat kunnen we zoo ooit! op
't oogenblik vast en zeker niet goed
keuren: we wennen ons dus aan om
de aardappelen slechts met „een
bodempje" water op te zetten, juist
zooveel of liever „zoo weinig"
els er in ongeveer y, uur op ver
koken kan. Afgieten is dan over
bodig, we schudden de gare aard
appelen slechts even om en brengen
ze dan droog over in de schaal.
Weet U wel, dat U op die manier
ook nog zout spaart? De hoeveelheid,
die we gewend waren te berekenen
op de ruime hoeveelheid water en
die voor 't grootste deel met dat
water in den gootsteen terechtkwam,
kan bij de „aardappelen in de schil"
geheel worden weggelaten: hun
eigen eenigszins ziltige smaak
komt zóó sterk uit, dat toevoeging
van keukenzout gewoonlijk over
bodig is. Hebben we te maken met
niet geheel betrouwbare soorten,
waarvan bij het schoonmaken nogal
eens een stuk moet worden wegge
sneden en waarvan dus het inwen
dige wèl wat smaak kan verliezen,
dan voegen we een ietsje zout aan
het bodempje water toe: met die
kleine hoeveelheid, waarvan niets
verloren gaat, bereiken we hetzelfde
als met het veel grootere kwantum,
dat we gewend waren in de met
water gevulde aardappelpan te doen.
Zuinigheid met onze brandstof is
tevens een natuurlijk gevolg van
deze bereidingswijze: het bodempje
water is véél vlugger aan de kook
dan de pan vol: onze gaspit behoeft
slechts een oogenblik op volle
kracht te branden; na een paar
minuten draaien we ze af op den
spaarbrander en laten daarop onze
aardappelen gaar worden.
Tenslotte nog dit.
De kookmethode, die zeer zeker
voor dezen tijd speciaal van groote
beteekenis moet zijn, zal ook onder
In den loop van den zomer kan rantsoen
verruiming worden verwacht.
Naar het Rijksbureau voor de
oedselvoorziening meedeelt, kan
worden verwacht, dat, behoudens
onvoorziene omstandigheden, het
mogelijk zal zijn, in den loop van
dezen zomer tot een verruiming van
het vleeschrantsoen over te gaan.
Zooals reeds is meegedeeld, is een
zekere vermindering van den vee
stapel met het oog op de voederpo
sitie noodzakelijk en bedraagt het
percentage, waarmee de veestapel
extra moet worden gekort, twintig.
Het vleesch, dat hierdoor beschik
baar komt, zal vermoedelijk niet
slechts tot de vorming van een re
serve voor den winter 1941-1942,
maar ook, in den loop van dezen
zomer, tot een vergrooting van het
vleeschrantsoen in staat stellen.
Deze vergrooting kan worden ge
vonden in een verkorting van den
geldigheidsduur van den vleesch-
bon. Gelijk men weet, is de N duur
van dezen bon thans van zestien tot
acht dagen verkort, doch krijgt men
over die acht dagen dan ook maar
de helft van het rantsoen, zoodat de
totale hoeveelheid vleesch, die men
in zestien dagen kan krijgen, onge
wijzigd blijft. De reden voor dezen
technischen maatregel is, dat het on
doenlijk was gebleken, iederen sla
ger een voorraad voor zestien dagen
ineens te leveren. De veemarkten
worden wekelijks gehouden, zoodat
de aanvoerperiode een week be
draagt. Aanvoer- en" afvoerperiode
dekten elkaar dus niet. Nu hierin,
door middel van een halveering der
afvoerperiode, verbetering is ge
bracht, hoopt men, te kunnen zor
gen, dat de slagers genoeg vleesch
zullen hebben om de bons te hono-
reeren.
Intusschen is, voor de vleesch-
voorziening in de allernaaste toe
komst, de weersgesteldheid een te
genvaller. De hoop, dat' de koeien in
dezen tijd genoeg voeder in het wei
land zouden hebben, om voldoende
in gewicht toe te nemen, is tot nu
toe niet verwezenlijkt. Is men ech
ter den tegenwoordigen, moeilijken
tijd door, dan kan de verwachting,
dat een verruiming van het vleesch
rantsoen in den loop van den zomer
mogelijk zal zijn, gewettigd worden
geacht.
De frauduleuze slachtingen.
Aan het bovenstaande moge wor
den verbonden een krachtige op
wekking tot alle landgenooten van
goeden wille om zich te onthouden
van bevordering van frauduleuze
slachtingen. Zij, die van deze slach
tingen op eenigerlei wijze profijt
trekken, toonen een bedenkelijk ge
mis aan sociaal besef. Dit geldt niet
alleen voor veehouders, die fraudu
leuze slachtingen verrichten, maar
ook voor handelaren en slagers, die
menschen in de verleiding brengen,
zich vleesch, van frauduleuze slach
tingen afkomstig, aan te schaffen,
en voor de consumenten, die van de,
hun geboden, gelegenheid gebruik
maken. Frauduleuze slachtingen be
lemmeren een rechtvaardige verdee
ling van de beschikbare hoeveelheid
vleesch, welke gelijkelijk aan alle
landgenooten ten goede behoort te
komen.
De menschen, wier moreele besef
niet krachtig genoeg schijnt, om hen
ervan te weerhouden, van fraudu
leuze slachtingen te profiteeren,
moeten, althans in hun eigen be-
normale omstandigheden zooveel vóór
hebben boven de ouderwetsche
„afkook"-methode, dat we ze ter-
wille van onze gezondheid en ter-
wille van onze huishoudbeurs zullen
b 1 ij v e n toepassen.
Hoe eerder we er ons aan wennen,
des te beter!
lang, bedenken, dat vleesch, van
frauduleuze slachtingen afkomstig,
ir. vele gevallen ernstig gevaar voor
de gezondheid oplevert. Immers, bij
de slachtingen zoowel als bij de be
waring van het vleesch ontbreekt
elke waarborg voor een juiste be
handeling in het belang van de hy
giëne. Met behulp van enkele voor
beelden van gevallen, die zich heb
ben voorgedaan, kan dit worden dui
delijk gemaakt.
Een geneesheer bleek in zijn kel
der een frauduleus geslacht schaap
te bewaren, dat hij voor vijf-en-
veertig gulden had gekocht, maar
dat ziek geweest en zijn natuurlijken
dood gestorven was. De eigenaar
van het schaap had het cadaver voor
vijf gulden verkocht. De geneesheer
die uiteraard de gevaren van der
gelijk vleesch zeer goed kende, was
ontzet, ton hij vernam, hoe de zaak
zich had toegedragen.
In de omgeving van Schalkwijk
troffen de controleurs een fraudee-
rénd slachter aan, die varkens eerst
op de boerderij doodde en dan per
kruiwagen vervoerde naar het sta
tion, waar zij in een, niet meer in
gebruik zijnde, retirade afgeslacht
werden.
In verscheidene gevallen consta
teerden controleurs, dat vleesch, van
frauduleuze slachtingen afkomstig,
in slaapgelegenheden was verbor
gen.
In dit verband wordt uit een pro
ces-verbaal het volgende geciteerd:
„Nadat wij de geheele woning vas r
verdachte, B., doorzocht hadden, medj
uitzondering van de plaats, waar heï
bed der echtelieden stond, en geeflf
resultaat hadden bereikt, verzochten
wij B., zijn echtgenoote, die op hel!
bed lag, te doen opstaan. Na eenigaj
minuten verliet de echtgenoote vag
B. het bed en zei B.: „Komt maaij
binnen, heeren; de kogel is nu tociji
door de kerk; hier is het varken.'»
daarbij doelende op een zak, in hou»
dende vleesch, afkomstig van tweS
frauduleus geslachte varkens, naast
de vrouw onder de dekens verstopt'^,
In een ander geval vond men aaij
stangen, in een bedstede aangé»
bracht, hammen en stukken speS
hangende.
Legio zijn de gevallen, waarin ge»
slacht wo'rdt in varkenshokken, waai!
de uitwerpselen der dieren overal hl
het rond liggen.
Velen, die vleesch, van fraudulent»
ze slachtingen afkomstig, in hu:
hebben, verbergen het op de mees'
onhygiënische plaatsen, wanneer zg;
controleurs zien aankomen. Zoo heeft
men eens een half schaap in eeaj
W.C. aangetroffen; een ham, op ee$
vliering onder oude stoflappen ver*
borgen; en, in een kist achter eelj
kippenhok, onder hout verborgerfc
vleesch van drie of vier varkens.
En voor vleesch, op een dergelijks
manier behandeld, betaalt men i*S
niet zoo weinig gevallen fantastiscüjl
hooge prijzen! 1
Bovendien zullen bij hen, die ojjj
onwettige wijze vleesch hebben gen
kocht, bij ontdekking van dit fel|
niet alleen het desbetreffend^
vleesch, maar ook andere gehamstet*
de voorraden worden weggehaald.
Het voorlichtingsbureau van den
voedingsraad schrijft:
Nu de aardappelen zijn gerant
soeneerd, verdient het aanbeveling
om bij de samenstelling van het
menu vooral de wortelen niet te
vergeten. Peen immers, bevat on
der meer vitamine C, die ook in
aardappelen voorkomt. Daar aard
appelen slechts in beperkte mate
zijn te verkrijgen, leveren zij thans
niet de gebruikelijke hoeveelheid
van deze vitamine aan het middag
maal. Het is volkomen waar, dat
ook andere groenten vitamine C
bevatten, maar wortelen zijn op het
oogenblik overvloedig en goedkoop
te krijgen.
Deze groente heeft, behalve dat
zij vitamine C bevat, nog andere,
zeer goede eigenschappen voor de
voeding.
Zoo bevat peen een sterk gele
plantenkleurstof, naar den Latijn-
schen naam van den wortel Caro-
tine geheeten. In de donkere peen-
soorten komt zij het meeste voor.
Carotine nu wordt in 's menschen
lichaam omgezet in vitamine A.
Ook dit vitamine is voor de voeding
heel belangrijk. Melk, boter en
eieren leveren eveneens vitamine
A op. Maar aangezien ook deze
voedingsmiddelen gerantsoeneerd
zijn, komt ook deze vitamine allicht
niet meer in dezelfde mate in de
voeding voor, als vroeger het geval
was.
Bovendien bevat tevens de pe
terselie, die men meestal over de
worteltjes strooit, in ruime mate
vitamine A. Een beetje peterselie
kort voordat men de peen opdient,
fijngehakt, verhoogt voor de mees
te menschen sterk de smakelijk
heid van het gerecht.
De wortelen, die rijk aan kool
hydraten (zetmeel en suiker) zijn,
hebben nog een voordeel, dat moe
der de vrouw naar waarde weet te
schatten. Het is namelijk een
groente, die weinig slinkt. De hoe
veelheid. ervan, welke men per
persoon voor het middagmaal
noodig heeft, bedraagt rauw ge
wogen, tweehonderdvijftig granf
(een half pond). Hierin treft mett
ruim twintig gram koolhydrate:
aan, een behoorlijke portie va;
deze kostelijke voedingsstof.
Het schillen of schrappen van oMI
peen kan men bij de bereiding ery
van beter achterwege laten. Wa
het hooge vitaminegehalte beVin.
zich in den regel aan den buiten*
kant van de wortelen en voorat
tegenwoordig mogen geen uitste*
kende voedingsbestanddeelen t9
loor gaan. Het is alleszins voldoen*
de, de peen met een ruw borsteltjq
terdege te boenen, waardoor teven®
de haartjes van de worteltjes wow
den verwijderd, en te wasschen.
Velen meenen, dat worteltjes
zeer lang moeten koken, maar dit
is onjuist. Men kan ze in een hali
uur gaar en droog koken. Op deze
wijze behouden zij hun voedings»
waarde en het is dus verstandig zQ
niet langer op het vuur te lateH
staan. 4
Niet alleen gekookt, maar ook
rauw smaakt peen goed. Veel kin*
deren houden ervan, een wortel
rauw te „knauwen". Men stelle heil
hiertoe volop in de gelegenheid^,
het is gezonde kost. Volwasseneiï
geven Vermoedelijk de voorkeu®
aan „een rauw hapje" bij de bo*
terham of middagmaal. Zulk eert
rauw hapje van peen te maken, iS'
heel aanbevelenswaardig. Zeer fijat
geraspt, in een mengsel van ei»
troensap of rabarbersap en eert;
beetje gecondenseerde melk, vormt
de rauwe groente een smakelijM
gerecht.
Het bereiden va«|
rabarbersap.
Om rabarbersap te bereide»,
strijke men vingerlange, ongeschil»
de stukjes rabarber over een. rauw*
kostrasp. Als deze stukjes tot dq
helft zijn afgeschaafd, moet meif
ze omkeeren. Dan neemt men dtui
de uitgeraspte vezels in de hand};
waarna men de rest kan raspen
Wanneer men het moes en
vezels in een doekje wringt en he
uitgeperste laat bezinken, heef
men een heldere frisch-zure^
stof, die dagen lend goed blijft.