De zorg voor onze portemonnaie i Is?*! S-al 3|MIa 8*1141 g 3 -s S1Ï8JS jllfll Ij! Ml; DE VLEESCHVOORZIENING. UIT HET LEVEN VAN DE RABARBER. ca as p 1 8 S c S 5 sSsf"i! ZUINIG ZIJN EET WORTELTJES EN RABARBERSLA. c O) s O O) O -> 0» n Prijsbeheerschingsinstanties blijven actief en vinden steeds nieuwe middelen. Politieagenten met prijslijst. (Van onzen Haagschen correspondent). De afdeeling Prijsbeheer - sching van den dienst van den Gemachtigde voor de prijzen, welke is belast met de zorg, prijsopdrijvingen te voorko men en op te sporen, is nog geen half jaar oud, en dus mag men niet verwachten, dat een dergelijk apparaat reeds tot in de perfectie is uitgeba lanceerd. In Duitschland werd reeds vier jaren geleden met de prijsbeheersching begon nen, en onder veel rustiger omstandigheden dan wij die thans kennen. Derhalve zou het niet billijk zijn, nu reeds vergelijkingen te gaan maken, al mogen de resultaten, die tot dusver ten onzent werden ge boekt, zeker niet onbevredi gend worden genoemd. In ieder geval kan men van de zen dienst niet zeggen, dat het „alweer een ambtelijke instantie" is, die dus krachtens haar antece denten langzaam-werkend en on- practisch zou zijn. Het tegendeel is het geval. In dien betrekkelijk korten tijd werd niet alleen het geheele, tot dusver onbekende, ap paraat opgebouwd, doch tevens werden reeds tal'looze overtredin gen achterhaald en vele nuttige maatregelen, ter bescherming van ons economisch leven, getroffen. De straffen, die door de Inspec teurs voor de Prijsbeheersching. werden opgelegd, waren meestal lang niet malsch, en het ligt in de bedoeling, naar Mr. J. A. M. Pott, hoofd van de afdeeling Prijsbe heersching, ons dezer dagen te verstaan gaf, binnenkort nog har dere slagen uit te deelen. Er wordt hierbij zeker niet de lijn getrok ken: een winkelier, die vandaag een z.g.n. Tuchtbeschikking tot een bedrag van idem zooveel maal honderd gulden de boeten zijn ongelimiteerd thuis gestuurd krijgt, moet binnen 10 a 14 dagen het volle pond betaald hebben. Al leen voor een boete van meer dan 500 gulden kan het slachtoffer in beroep gaan, en wel uitsluitend bij den Gemachtigde voor de Prijzen; dus min of meer ,,in het hol van den leeuw". Hij kan zich daartoe echter van een advocaat bedienen. Ook hier kan de zaak evenwel niet getraineerd worden, want een snel vonnis wordt ook hier geveld. De Inspecteurs voor de Prijsbe heersching, die een groote macht en zelfstandigheid genieten, kun nen echter geen vrijheidsstraffen opleggen. Mede hiertoe werd de zer dagen het ambt van „economi- schen rechter" ingesteld. Het kan immers voorkomen, dat een „prijs- opdrijver" verdient, eenigen tijd uit de maatschappij verbannen te worden; b.v. een slager, die zich niet alleen schuldig maakte aan woekerwinst, doch bovendien nog ondeugdelijk vleesch verhandelde. In zoo'n geval geeft de Prijzen- inspecteur de zaak in handen van den economischen rechter, die er voor zorgt, dat de gemeenschap voor eenigen tijd van dezen para siet wordt verlost, hetgeen in dit geval tevens voor de volksgezond heid van de grootste beteekenis is. Momenteel behandelt ieder de* Vijf Prijzen-Inspecteurs reeds onge veer 200 zaken per week, wat dus voor het geheele land op circa 1000 gevallen per week neerkomt. Hoe mee» bét prijsbefaeerechmgsappa- raat „ingewerkt" raakt, des te groo- ter zal dit aantal worden. Want naarmate de controle intensiever wordt, blijkt het aantal „ontmaske ringen" toe te nemen. Dit heeft reeds ertoe geleid, dat naast iederen inspecteur enkele adjunct-inspec teurs zijn benoemd. Zoodoende telt de afdeeling-Prijsbeheersching thans ongeveer 100 personen; een aantal, dat binnenkort ongetwijfeld nog eenige uitbreiding zal moeten on dergaan. Het moet echter ook weer niet te groot worden, daar dit aan het snelle en doeltreffende function- neeren van het apparaat niet ten goede zou komen. En een der eerste vereischten is een vlotte behande ling met een snel vonnis. Controle op den winkelier. Een der laatste, preventieve, maatregelen van de afdeeling-Prijs beheersching is de verplichting voor de winkeliers tot het prijzen van een groot aantal artikelen. Een politie-agent behoeft' hierdoor slechts z'n blik over een etalage té laten gaan, om te controleeren of er geen ongeoorloofde prijzen wor den gevraagd. Weliswaar ontbreekt het hem thans nog aan een uitvoeri ge prijslijst, doch ook hieraan wordt gewerkt. „De afdeeling Prijsbeheer sching zal n.l. binnenkort over gaan tot „documenteeren", het geen wil zeggen, dat aan alle politiecorpsen in den lande kleine, handige boekjes zullen worden verstrekt, die vol ge drukt zijn met een massa „prij- zen-wetenschap". Men ver wacht, hiermede aan allen, die krachtens hun functie den strijd moeten voeren tegen ongeoor loofde prijsopdrijvingk een nieuw en doeltreffend wapen in de hand te kunnen geven. Met name voor de politie in de groote steden, die reeds een deel van haar corps heeft gereserveerd voor de controle op de Prijs- voorschriften en de Hamster- wet, zal dit „documentatie-ma- teriaal" van groote waarde kun nen zijn om het gestelde doel billijke prijzen en geen woe kerwinst te dienen en te be naderen. Controle op groothandel en fabrikant. De z.g. „verticale" controle d.i. de controle op den groothandel en op de fabrikanten blijft in han den van de ambtenaren der diverse Rijksbureaux. Is er dus een fabriek, die vermoedelijk te veel vraagt voor haar textielproducten, dan reizen er één of meer ambtenaren van het Rijksbureau voor de Textiel heen, zoomede een vertegenwoordiger van den Accoutantsdienst, die dan te- samen grondig nagaan, hoe het ge val in elkaar zit. Want de officieele instanties begrijpen heel goed, dat het kwaad, ook al wordt de in over treding zijnde winkelier gestraft, vaak dieper schuilt. Het is immers dikwijls zoo, dat de winkelier te duur verkoopt, omdat de grossier hem te veel liet betalen; terwijl dan bij het verdere onderzoek weer blijkt, dat de grossier door den fa brikant is afgezet. In zoo'n geval worden straffen uitgedeeld over de geheele linie; straffen die, naar mate men de bron nadert, in scherpte en gevoeligheid toenemen. Met een goed recept voor dit voorjaarsgerecht, dat ook zonder het suiker rantsoen aan te spreken smakelijk kan zijn. In De Streek, de omgeving van Beverwijk en het Westland ver bouwt men op groote schaal rabar ber en dit geschiedt met zooveel zorg, dat reeds vroeg in het voor jaar deze gezonde, rozeroode groente op de veilingen kan ver schijnen. Wat weten velen van ons eigen lijk van de sappige, dikke blad stelen, die daar op de markt en in de winkels prijken en ons het ge voel geven, dat de winter nu wer kelijk achter den rug is? Zou het veel meer zijn dan dat ze goed smaken en bovenal dat ze zooveel suiker noodig hebben? Daarmee doen we evenwel de rabarber en onze kweekers te kort. Want is het niet vreemd, dat wij over het algemeen vrijwel niets weten van de herkomst van ons voedsel, waar we toch dagelijks mee te maken hebben? Daarom willen we U een paar wetenswaardigheden vertellen uit het „leven van de rabarber" en U tevens eenigszins geruststellen, wat betreft het groote kwantum suiker, dat voor de bereiding noodig zou zijn, want het kan ook anders! De vermenigvuldiging van deze planten vindt op heel eigenaardige wijze plaats, n.l. in den herfst door „scheuren", dat is verdeeling van den wortelstok. Ze geschiedt ook wel door zaad, doch dan alleen met het doel nieuwe soorten te winnen. Reeds het eerstvolgend jaar is er eenige opbrengst. Merkwaardig is voorts, dat de kweeker moet zorgen voor een ruimte van ten minste 1 meter tusschen de planten on derling, daar ze later een zeer grooten omvang krijgen! Dat de rabarberplant de goede zorgen waard is, blijkt wel uit het feit, dat ze zes tot acht jaar kan blijven staan. Behalve als groente worden de bladstelen ook wel gebruikt voor het vervaardigen van huishoudjam en wijn (rabarberwijn), terwijl het ook aanbeveling verdient om voor het vervaardigen van slaatjes van allerlei soorten groenten, inplaats van azijn, rabarbersap te gebrui ken, dat men verkrijgt door de stelen tot moes te raspen en dit moes door een doekje uit te wrin gen. Rabarber werkt bovendien uitstekend laxeerend. Een recept voor zeer smakelijke rabarber, waarbij geen suiker be hoeft te worden gebruikt, volgt hieronder: Rabarbermoes met gecon denseerde melk met sui ker. (4 Personen). (Recept van A. J. Goetheer). 1 pond rabarber 1/-J blikje ge condenseerde melk met suiker. Maak de rabarber schoon en snijdt ze in kleine stukjes. Kook ze met weinig water in ongeveer 5 minuten gaar. Laat het moes afkoelen en roer er daarna de ge condenseerde melk met suiker door. Ook in dezen tijd van suiker- rantsoeneering kunnen, we dus rabarber eten! MANVA BEUKMAN. EEN DEZER DAGEN WERDEN REEDS DE EERSTE PRINSESSE- BOONEN op de Beverwijksche veiling aangevoerd. De eerste pluk van de boonen, welke als tusschenteelt bij de tomaten in de kassen worden gekweekt. (Polygoon) O tTj 0 hi pi O 0 rg 2 <D r?J -H O 7J .21 lij .•s a ft ,2 x •S 1 0 TJ ;o 0 2 twP cd cd ■+-> w 1 O _G u IA _a> o in V "35 öi O) n W X M U O 0 G OS C r-i i Cd 0 B 'P rH h w cd m, i -t-» .t? cd c 3 X! ri o m ft 0 2 w 2 cj S 0 0 o T3 ■8 12 ftx* O H tt) C jg 0 TJ -g 0 fcfl Cd O 0 C H cd 00 «o XI 0 0 0 X? N rö in 0 f 3 0 "■i cd cd s 5 +J cd •SM I» .5 O Q I I C M &g.'1 <n t-* .2 O oo i> 0 TJ O ft2 .8* 2« o 8° TJ g 0 «r-4 x: w 8-° XI O xs •5 <0 •3 <u jS I S O w CO 0 0) CW 0 X! c o c CO d h f-i Én XI T-j TJ G £3 +-> 0 'H ■S 8 3 u o tl Cd LO Cj r-< O ?0 3 Uy W rH wPh O •o S o cu m j -a o - b 5 -5— N g S a I a .a S k Md D ÜJ H h p> W O fi n 2 SP e s-y 2R'oS3;>"iill,.Hfy •-I'S - 8 oi wa3oóC'g^i'3£ -° 8* c S S "C 2 -ü S s Q cd w X> G cd fl rH 0 .0 J g g g 4- 8 t 0 c H 3 fl *5* 00 f w J-'Sx 1 a Cd G TJ 2 j-4 L .5 eg tto r b g i 7^ w cdü M Pt öjO J T5 a j *r: J P-. r u :-s Martine Wittop Koning schrijft ons: Zuinig zijn moet ik dien raad eigenlijk nog wel geven? Zijn we niet al zoo zuinig moge lijk: op onze kleeren, op ons huis raad, op onze brandstof, op onze zeep, op ons voedsel? Probeeren we niet om al die dagelijksche le vensbehoeften, waarvoor we de ons toebedeelde bonnen moeten offeren (plus nog ons geld!) zoo lang mo gelijk te laten strekken? Ja, dat doen we allemaal; en des te zorgvuldiger, naarmate de rant- soneering van de betreffende le vensbehoeften krapper is. Daar hebt u b.v. de aardappelen. Wie vroeger nog wel eens een royale hand van schillen had, die neemt nu slechts het allernoodza kelijkste van den buitenkant weg; wie.zich het dun schillen reeds tot gewoonte had gemaakt, die gaat het eens probeeren met het koken van ongeschilde aardappelen goed ajgeboend en schoongewasschen natuurlijk. En als ze na de proef de uitkomst vergelijkt met wat ze anders aan afval gewend was achter te laten, komt zij tot de conclusiedat elke vijf aardappelen van vroeger nu zijn uitgedijd tot zes, m. a. w. dat ze vroeger op de zes aardappelen pr één verspild heeft. Dat wil in dezen tijd van karige aardappelportietjes heel wat zeg gen afgezien nog van het feit, dat we in den niet geschilden aard appel de voedingswaarde bijna vol ledig bewaren, terwijl de geschilde altijd een gedeelte van zijn voe dingsstoffen zal verliezen, vooral wanneer voor het koken een ruime hoeveelheid water wordt gebruikt. Pat daarin verschillende voedings stoffen oplossen heeft tot gevolg, dat we van de aardappelen op ons bord minder zullen profiteeren dan wel mogelijk is. Dat kunnen we zoo ooit! op 't oogenblik vast en zeker niet goed keuren: we wennen ons dus aan om de aardappelen slechts met „een bodempje" water op te zetten, juist zooveel of liever „zoo weinig" els er in ongeveer y, uur op ver koken kan. Afgieten is dan over bodig, we schudden de gare aard appelen slechts even om en brengen ze dan droog over in de schaal. Weet U wel, dat U op die manier ook nog zout spaart? De hoeveelheid, die we gewend waren te berekenen op de ruime hoeveelheid water en die voor 't grootste deel met dat water in den gootsteen terechtkwam, kan bij de „aardappelen in de schil" geheel worden weggelaten: hun eigen eenigszins ziltige smaak komt zóó sterk uit, dat toevoeging van keukenzout gewoonlijk over bodig is. Hebben we te maken met niet geheel betrouwbare soorten, waarvan bij het schoonmaken nogal eens een stuk moet worden wegge sneden en waarvan dus het inwen dige wèl wat smaak kan verliezen, dan voegen we een ietsje zout aan het bodempje water toe: met die kleine hoeveelheid, waarvan niets verloren gaat, bereiken we hetzelfde als met het veel grootere kwantum, dat we gewend waren in de met water gevulde aardappelpan te doen. Zuinigheid met onze brandstof is tevens een natuurlijk gevolg van deze bereidingswijze: het bodempje water is véél vlugger aan de kook dan de pan vol: onze gaspit behoeft slechts een oogenblik op volle kracht te branden; na een paar minuten draaien we ze af op den spaarbrander en laten daarop onze aardappelen gaar worden. Tenslotte nog dit. De kookmethode, die zeer zeker voor dezen tijd speciaal van groote beteekenis moet zijn, zal ook onder In den loop van den zomer kan rantsoen verruiming worden verwacht. Naar het Rijksbureau voor de oedselvoorziening meedeelt, kan worden verwacht, dat, behoudens onvoorziene omstandigheden, het mogelijk zal zijn, in den loop van dezen zomer tot een verruiming van het vleeschrantsoen over te gaan. Zooals reeds is meegedeeld, is een zekere vermindering van den vee stapel met het oog op de voederpo sitie noodzakelijk en bedraagt het percentage, waarmee de veestapel extra moet worden gekort, twintig. Het vleesch, dat hierdoor beschik baar komt, zal vermoedelijk niet slechts tot de vorming van een re serve voor den winter 1941-1942, maar ook, in den loop van dezen zomer, tot een vergrooting van het vleeschrantsoen in staat stellen. Deze vergrooting kan worden ge vonden in een verkorting van den geldigheidsduur van den vleesch- bon. Gelijk men weet, is de N duur van dezen bon thans van zestien tot acht dagen verkort, doch krijgt men over die acht dagen dan ook maar de helft van het rantsoen, zoodat de totale hoeveelheid vleesch, die men in zestien dagen kan krijgen, onge wijzigd blijft. De reden voor dezen technischen maatregel is, dat het on doenlijk was gebleken, iederen sla ger een voorraad voor zestien dagen ineens te leveren. De veemarkten worden wekelijks gehouden, zoodat de aanvoerperiode een week be draagt. Aanvoer- en" afvoerperiode dekten elkaar dus niet. Nu hierin, door middel van een halveering der afvoerperiode, verbetering is ge bracht, hoopt men, te kunnen zor gen, dat de slagers genoeg vleesch zullen hebben om de bons te hono- reeren. Intusschen is, voor de vleesch- voorziening in de allernaaste toe komst, de weersgesteldheid een te genvaller. De hoop, dat' de koeien in dezen tijd genoeg voeder in het wei land zouden hebben, om voldoende in gewicht toe te nemen, is tot nu toe niet verwezenlijkt. Is men ech ter den tegenwoordigen, moeilijken tijd door, dan kan de verwachting, dat een verruiming van het vleesch rantsoen in den loop van den zomer mogelijk zal zijn, gewettigd worden geacht. De frauduleuze slachtingen. Aan het bovenstaande moge wor den verbonden een krachtige op wekking tot alle landgenooten van goeden wille om zich te onthouden van bevordering van frauduleuze slachtingen. Zij, die van deze slach tingen op eenigerlei wijze profijt trekken, toonen een bedenkelijk ge mis aan sociaal besef. Dit geldt niet alleen voor veehouders, die fraudu leuze slachtingen verrichten, maar ook voor handelaren en slagers, die menschen in de verleiding brengen, zich vleesch, van frauduleuze slach tingen afkomstig, aan te schaffen, en voor de consumenten, die van de, hun geboden, gelegenheid gebruik maken. Frauduleuze slachtingen be lemmeren een rechtvaardige verdee ling van de beschikbare hoeveelheid vleesch, welke gelijkelijk aan alle landgenooten ten goede behoort te komen. De menschen, wier moreele besef niet krachtig genoeg schijnt, om hen ervan te weerhouden, van fraudu leuze slachtingen te profiteeren, moeten, althans in hun eigen be- normale omstandigheden zooveel vóór hebben boven de ouderwetsche „afkook"-methode, dat we ze ter- wille van onze gezondheid en ter- wille van onze huishoudbeurs zullen b 1 ij v e n toepassen. Hoe eerder we er ons aan wennen, des te beter! lang, bedenken, dat vleesch, van frauduleuze slachtingen afkomstig, ir. vele gevallen ernstig gevaar voor de gezondheid oplevert. Immers, bij de slachtingen zoowel als bij de be waring van het vleesch ontbreekt elke waarborg voor een juiste be handeling in het belang van de hy giëne. Met behulp van enkele voor beelden van gevallen, die zich heb ben voorgedaan, kan dit worden dui delijk gemaakt. Een geneesheer bleek in zijn kel der een frauduleus geslacht schaap te bewaren, dat hij voor vijf-en- veertig gulden had gekocht, maar dat ziek geweest en zijn natuurlijken dood gestorven was. De eigenaar van het schaap had het cadaver voor vijf gulden verkocht. De geneesheer die uiteraard de gevaren van der gelijk vleesch zeer goed kende, was ontzet, ton hij vernam, hoe de zaak zich had toegedragen. In de omgeving van Schalkwijk troffen de controleurs een fraudee- rénd slachter aan, die varkens eerst op de boerderij doodde en dan per kruiwagen vervoerde naar het sta tion, waar zij in een, niet meer in gebruik zijnde, retirade afgeslacht werden. In verscheidene gevallen consta teerden controleurs, dat vleesch, van frauduleuze slachtingen afkomstig, in slaapgelegenheden was verbor gen. In dit verband wordt uit een pro ces-verbaal het volgende geciteerd: „Nadat wij de geheele woning vas r verdachte, B., doorzocht hadden, medj uitzondering van de plaats, waar heï bed der echtelieden stond, en geeflf resultaat hadden bereikt, verzochten wij B., zijn echtgenoote, die op hel! bed lag, te doen opstaan. Na eenigaj minuten verliet de echtgenoote vag B. het bed en zei B.: „Komt maaij binnen, heeren; de kogel is nu tociji door de kerk; hier is het varken.'» daarbij doelende op een zak, in hou» dende vleesch, afkomstig van tweS frauduleus geslachte varkens, naast de vrouw onder de dekens verstopt'^, In een ander geval vond men aaij stangen, in een bedstede aangé» bracht, hammen en stukken speS hangende. Legio zijn de gevallen, waarin ge» slacht wo'rdt in varkenshokken, waai! de uitwerpselen der dieren overal hl het rond liggen. Velen, die vleesch, van fraudulent» ze slachtingen afkomstig, in hu: hebben, verbergen het op de mees' onhygiënische plaatsen, wanneer zg; controleurs zien aankomen. Zoo heeft men eens een half schaap in eeaj W.C. aangetroffen; een ham, op ee$ vliering onder oude stoflappen ver* borgen; en, in een kist achter eelj kippenhok, onder hout verborgerfc vleesch van drie of vier varkens. En voor vleesch, op een dergelijks manier behandeld, betaalt men i*S niet zoo weinig gevallen fantastiscüjl hooge prijzen! 1 Bovendien zullen bij hen, die ojjj onwettige wijze vleesch hebben gen kocht, bij ontdekking van dit fel| niet alleen het desbetreffend^ vleesch, maar ook andere gehamstet* de voorraden worden weggehaald. Het voorlichtingsbureau van den voedingsraad schrijft: Nu de aardappelen zijn gerant soeneerd, verdient het aanbeveling om bij de samenstelling van het menu vooral de wortelen niet te vergeten. Peen immers, bevat on der meer vitamine C, die ook in aardappelen voorkomt. Daar aard appelen slechts in beperkte mate zijn te verkrijgen, leveren zij thans niet de gebruikelijke hoeveelheid van deze vitamine aan het middag maal. Het is volkomen waar, dat ook andere groenten vitamine C bevatten, maar wortelen zijn op het oogenblik overvloedig en goedkoop te krijgen. Deze groente heeft, behalve dat zij vitamine C bevat, nog andere, zeer goede eigenschappen voor de voeding. Zoo bevat peen een sterk gele plantenkleurstof, naar den Latijn- schen naam van den wortel Caro- tine geheeten. In de donkere peen- soorten komt zij het meeste voor. Carotine nu wordt in 's menschen lichaam omgezet in vitamine A. Ook dit vitamine is voor de voeding heel belangrijk. Melk, boter en eieren leveren eveneens vitamine A op. Maar aangezien ook deze voedingsmiddelen gerantsoeneerd zijn, komt ook deze vitamine allicht niet meer in dezelfde mate in de voeding voor, als vroeger het geval was. Bovendien bevat tevens de pe terselie, die men meestal over de worteltjes strooit, in ruime mate vitamine A. Een beetje peterselie kort voordat men de peen opdient, fijngehakt, verhoogt voor de mees te menschen sterk de smakelijk heid van het gerecht. De wortelen, die rijk aan kool hydraten (zetmeel en suiker) zijn, hebben nog een voordeel, dat moe der de vrouw naar waarde weet te schatten. Het is namelijk een groente, die weinig slinkt. De hoe veelheid. ervan, welke men per persoon voor het middagmaal noodig heeft, bedraagt rauw ge wogen, tweehonderdvijftig granf (een half pond). Hierin treft mett ruim twintig gram koolhydrate: aan, een behoorlijke portie va; deze kostelijke voedingsstof. Het schillen of schrappen van oMI peen kan men bij de bereiding ery van beter achterwege laten. Wa het hooge vitaminegehalte beVin. zich in den regel aan den buiten* kant van de wortelen en voorat tegenwoordig mogen geen uitste* kende voedingsbestanddeelen t9 loor gaan. Het is alleszins voldoen* de, de peen met een ruw borsteltjq terdege te boenen, waardoor teven® de haartjes van de worteltjes wow den verwijderd, en te wasschen. Velen meenen, dat worteltjes zeer lang moeten koken, maar dit is onjuist. Men kan ze in een hali uur gaar en droog koken. Op deze wijze behouden zij hun voedings» waarde en het is dus verstandig zQ niet langer op het vuur te lateH staan. 4 Niet alleen gekookt, maar ook rauw smaakt peen goed. Veel kin* deren houden ervan, een wortel rauw te „knauwen". Men stelle heil hiertoe volop in de gelegenheid^, het is gezonde kost. Volwasseneiï geven Vermoedelijk de voorkeu® aan „een rauw hapje" bij de bo* terham of middagmaal. Zulk eert rauw hapje van peen te maken, iS' heel aanbevelenswaardig. Zeer fijat geraspt, in een mengsel van ei» troensap of rabarbersap en eert; beetje gecondenseerde melk, vormt de rauwe groente een smakelijM gerecht. Het bereiden va«| rabarbersap. Om rabarbersap te bereide», strijke men vingerlange, ongeschil» de stukjes rabarber over een. rauw* kostrasp. Als deze stukjes tot dq helft zijn afgeschaafd, moet meif ze omkeeren. Dan neemt men dtui de uitgeraspte vezels in de hand}; waarna men de rest kan raspen Wanneer men het moes en vezels in een doekje wringt en he uitgeperste laat bezinken, heef men een heldere frisch-zure^ stof, die dagen lend goed blijft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8