O 5 S 2 m 3 to g T> Geen aanbranden van taptemelk De rhabarber en enkele recepten. Extra-eirantsoe». De geldigheidsduur van de bonnen. VOOR DE HUISVROUW. Leert taptemelk ge bruiken. Nu de aardappelen „op de bon" zijn. Het doordraaien van groenten. zx 3 a tu <y K K <U <u i~: <u P T3 3 K <U MO- 00 LU k( g M 01 ai R* a •O o 3 t M Oir O O) G S 3 ft 3 9- CO O^l bj K C <u r s-g-S e g '8.-S «J -O 5 n 3 C e JS O 2 P °-= 3 «■OgM O <L> U S 3 ÜJ co N 5 UJ LU O 0Q 13 o ai M - i M 3 <D 'c ai 3 S? i5 ai OD -c f. rt <D S.S5 a> ra -o g- (0 W N <U G Ti v <d a> <i> <u u ft .BPz C <1> 3 S G TS S ÏS4 3 SjiS «ÓS ïcï :>CDs G 0) G ■"S-S S c 3 T1 CO S OJ G O G 1 bJD O O O 2 öjo fi O'?' to x O W> H I x! «1 - U Q) CO O O r& G a) G (5 03 cö ti a «M rG tuo g <U g x! (1) X3 to T? rp H X 'H O SM/ 'O u o g m IOJ^OOG.XJqcucdgG.GOQ^ X5 T3 r* g 42 p,X2 g x 'H inplaats van onze gezondheid ten goede te komen! Nastoven is uit den toooze, aangezien hierdoor het vita mine-C gehalte aanzienlijk vermin dert. We roeren liever bij het op dienen een klontje boter of vet door de groente, zooals ook b.v. bij dop erwten gewoonte is. Mocht er nog wat kookvocht overblijven, dan ver mengen we dat met wat aardappel meel en roeren er op het laatste oogenblik een klontje boter door. Ook kan dergelijk groenténat ver werkt worden in soep. Men heeft wel berekend, dat de mensch per dag 2 y2 ons groente noodig heeft. Wanneer we steeds dié groente koopen, welke het meest aan de markt, dus het minst schaarsch is, en geduldig wachten, tot de „primeurs" goedkooper geworden zijn, dan volgen we den meest eco- nomischen weg! Ook verdient het aanbeveling een gedeelte der groente .steeds rauw te eten, klaargemaakt als „slaatje", want niet alleen heeft men daarvoor minder groote hoe veelheden noodig, aangezien er dan van slinken geen sprake kan zijn, doch bovendien zijn rauwe groen ten buitengewoon gezond en smake lijk. Als saus kunnen we gebruik maken van hangop of met wat melk verdunde kwark, op smaak afge maakt met wat peper en zout, wat mosterd, fijngehakte peterselie, to- matenpurée of gesnipperde ui. Op die wijze is geen slaolie noodig en het eiwitgehalte van de hangop of kwark maakt het gerecht vollediger. Aardappelen vooral gekookt in de schil zijn een voedingsmid del van buitengewone waarde en "nu zij gerantsoeneerd zijn kunnen wc ons niet veroorloven, om door een verouderde bereidingswijze al lerlei stoffen uit den aardappel ver loren te laten gaan, welke Moeder Natuur voor ons bestemd heeft en stellig niet voor vuilnisvat en goot steen. Boenen we aardappels, na eenigen tijd geweekt te hebben, flink af met een hard borsteltje en water en koken we ze met een bo dempje water op, dezelfde wijze als groente, dus in een goedgesloten pan eerst op een flink vuur, daarna op den spaarbrander, dan komen de goede consumptie-aardappelen kruimig uit de schil op ons bord en -hebben ze niet alleen haar eigen typischen smaak behouden, welke het gebruik van veel zout overbodig maakt, maar bovendien leveren ze ons dan naast zetmeel nog eiwit, vitamines en mineralen (vitamines B en C, kalk, fosfor, ijzer en spo ren van jodium). Niet alleen wat de voedingswaarde betreft is deze bereidingswijze voordeelig, doch ook het kwantum vaart er wel bij, want door het schillen en verkeerde koken verloren we het gewicht van één aardappel op elke vijf of zes, hetgeen nu uitgesloten is. Huisvrouwen, neemt eens de proef! U zult gaan houden van de stevige, knapperige stronkjes van de sla, van de pittige aardappelen in de schil, van het „slaatje", van de fijngesneden groene blaadjes vanUw bosjes radijs! U zult waarschijnlijk deze voedingswijze zelfs op den duur niet langer zien als een noodmaatregel, om U in moeilijke tijden zoo goed mogelijk te redden, maar als de eenige juiste voor het behoud van smaak en voe dingswaarde. Menige huisvrouw zal tegenwoor dig naast melk taptemelk gebrui ken, teneinde ook in deze tijden de voeding zoo volledig mogelijk te doen zijn. Taptemelk mist weliswaar zoo 'goed als geheel het oorspronkelijk in de melk aanwezige vet, maar het is een verkeerd begrip, dat tapte melk slechts een geringe voedings waarde zou hebben. Met uitzonde ring van het vet zijn de bestand- deelen der volle melk in taptemelk in dezelfde hoeveelheden aanwezig. Deze verschaft ons dus eiwit, kool hydraten, de voor ons lichaamson- derhoud onmisbare kalk, die zon der behulp van melk in ons dage- lijksch voedsel slechts spaarzaam voorkomt, verder fosfor en ijzer. Het gemis aan vet komt bovendien in den lageren prijs tot uiting, zoo dat er ook geen reden zou bestaan dezen drank thans niet te gebruiken. Vele huisvrouwen hebben, hetzij uit eigen ervaring, hetzij van „hoo- ren zeggen", neiging om het gevaar van aanbranden der taptemelk te overschatten. Dit gevaar is niet aan wezig vcor hen, die oordeelkundig te werk gaan. Ja, maar zullen sommige lezeressen denken, wat kan ik dan doen, om taptemelk niet te laten aanbranden? Inderdaad moet taptemelk voor zichtiger gekookt worden dan volle. De oplossing is echter eenvoudig: we smeren den binnenkant van de pan in met een heel klein beetje vet of boter (het vette papier van een pakje boter is reeds voldoende) en roeren af en toe. Een tweede manier om taptemelk te koken is deze: men laat in de pan „een bodempje" water aan de kook komen, giet dit weg en kookt ver volgens de melk, onder af en toe roeren. Taptemelk kan uitstekend ge bruikt worden in pappen, soepen, .stamppotten, sausen, vlaas en pud ding- en verhoogt op die wijze de voedingswaarde van onzen maaltij den, die dan, wanneer ze b.v. vleeschloos zijn, toch een hoeveel heid eiwit van beteekenis bevatten. Een voedzame soep, waarvoor we de witte boonen kunnen gebruiken, die we aan ons peulvruchtenrant- sen ontleenen, is de volgende: Witte-boonensoep ('voor 4 personen) 300 g (3 ons) witte boonen, 2 liter water, 400 g(8 middel matig groote) aardappelen, eenige zomerworteltjes, 1 prei of 1 ui, wat bladselderij en perterselie, 4 dl (4 theekop jes) taptemelk, 50 g (2afge streken eetlepel) boter of vet, wat zout. Laat de gewasschen boonen 1 a 2 dagen weeken in de helft van de opgegeven hoeveelheid water (1 liter dus)zet ze met hetzelfde water op, voeg er 1 lepel van het vet bij en laat ze op een zacht vuur gaar worden (ongeveer 1 uur). Stamp de boonen tot een gelij k£ purée en verdun die geleidelijk met de taptemelk en 1 liter water. Laat de soep aan de kook komen, voeg er de in blokjes gesneden aardappelen, de gesnipperde groenten (behalve de peterselie) en de rest van het vet bij en laat de soep zachtjes nog 20 a 30 minuten doorkoken, af en toe roerende om de aardappelen ge deeltelijk fijn te wrijven en dus de soep meer gebonden te maken. Maak tenslotte de soep af met zooveel zout als voor den smaak noodig blijkt. Boer op het laatste oogenblik de peterselie door de soep en laat deze niet meekoken (behoud van vitamine C!). Een pikante saus zal voor vele huisvrouwen een uitkomstbeteeke- nen, nu het moeilijk is om goede jus te maken. Ook voor deze saus ge bruiken we, ter verhooging van de voedingswaarde, taptemelk. Tomatensaus (voor 4 personen). •y2 liter taptemelk, 20 g (2 af gestreken eetlepels) aardap pelmeel of maizena, 30 g (1% afgestreken eetlepel) boter, wat zout, een bouillonblokje of wat aroma, 1 eetlepel dikke tomatenpurée, een theelepel tje geraspte ui. Laat een klein stukje van de boter smeltend in de pan rondloopen; giet er de taptemelk in, laat die aan den kook komen en los er het bouillon blokje in op.' Meng het aardappel meel of de maizena met een klein scheutje koud water tot een vloei baar papje,giet dit roerend in de melk en laat de saus een oogenblik doorkoken, steeds roerende. Neem de pan van het vuur, klop met een vork vlug de in kleine klontjes ver deelde boter door de saus, en daar na. de tomatenpurée en het thee lepeltje geraspte ui. Maak ze verder op smaak af met wat zout en mis schien wat aroma. MANYA BEUKMAN. Het voorlichtingsbureau van den voedingsraad deelt het volgende mede: De rhabarber is een van de eerste planten, die in het vroege voorjaar het ontwaken der natuur aankon digt. Zij is bij ieder bekend en wordt met graagte gegeten. Om haar goede eigenschappen is het ge- wenscht nog eens de aandacht op deze groente te doen vallen. Het moes, dat om zijn frisschen zuren smaak wordt gegeten, kan als broodlegging de plaats innemen van appelstroop, jam of andere be leggingen. Velen maken geen gebruik van rhabarber, daar men meent met het suikerrantsoenniet uit te komen, omdat bij de bereiding nog al wat suiker noodig is. De suiker kan ech ter geheel of gedeeltelijk door zoet- middelen worden vervangen. Deze hebben geen voedingswaarde, zoo dat men de suiker op andere wijze tot zich dient te nemen. Het is niet juist bij de bereiding van rhabarber dubbefkoolzure soaa te gebruiken, daar deze het vita mine-C vernietigt en hierdoor de waarde van deze groente verloren gaat. Wel kunnen de stukjes rhabar ber met ruim water worden opgezet en hiermede aan de kook worden gebracht. Daarna wordt het zure vocht afgegoten in een kom e.i wordt er suiker of een zoetmiddel aan toegevoegd. Men heeft na afkoe ling een gezonden, verfrisschenden drank. Voor de achtergebleven rha barber, die men nu tot moes kookt, is minder suiker noodig. Ook kan men de ongeschilde rhabarbersten- gels in blokjes snijden, deze vervol gens wasschen en met het aanhan gende water op een zacht vuur ir^ ongeveer 15 minuten gaar koken. Daarna deze tot moes wrijven en desverkiezend met een weinig mai zena of aardappelmeel binden. Eerst na afkoeling suiker toevoegen, daar de benoodigde hoeveelheid dan veel geringer is. Ook kan de suiker ge heel of gedeeltelijk door een zoet middel worden vervangen. De zuurgraad van de rhabarber is niet altijd een nadeel; bij het con- serveeren is het zelfs een voordeel. Men kan rhabarber inmaken, zonder dat deze nogmaals in de flesschen verhit behoeft te worden. De plan tenzuren houden de ontwikkeling van verderf veroorzakende bacteriën tegen. Men snijdt de ongeschilde rhabar- berstelen in stukjes, wascht deze, zet ze met aanhangend water op en laat ze fijn koken. Met dit moes worden de goed uit gekookte (20 min.) flesschen tot een paar vingers breed onder den rand gevuld. Tenslotte worden de fles schen met goed uitgekookte kurken gesloten, waarna men het boven einde in gesmolten lak doopt, zooda nig dat de kurk geheel is bedekt. Nu volgen nog twee recepten. 's-Gravenhage, 3 Juni. De se cretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Woensdag 4 Juni tot en met Zondag 8 Juni a.s. de met „51" genummerde bon van de „bonkaart algemeen", recht geeft op het koopen van één ei. Deensch rhabarbergerecht. 500 gr. rhabarber, ongeveer 70 gr. suiker (6 afgestreken eetlepels), 2,0 gr. aardappelmeel (2 afgestreken eetlepels). De ongeschilde rhabarber in stuk jes snijden, wasschen, opzetten met ruim water, aan de kook brengen en het vocht afgieten. (Dit niet weg doen, maar vermengen met suiker en oud laten worden. Na afkoeling heeft men een smakelijken, fris schen dranjr). De rhabarber tot moes koken, vermengen met de suiker en binden met het aange mengde aardappelmeel. Alles door en door koud laten worden. Voor het gebruik neemt men die pe borden, doet hierin een portie van de vruchtenmassa en overgiet deze met gekookte, koude melk of taptemelk. Tenslotte strooit men er wat beschuit- of biscuitkruimeis over. In plaats van melk kan men een koude vanillesaus nemen. Rhabarberlimonade. 3 kg. rhabarber, mooie roode ste len, ongeveer 2 liter water, een va nillestokje. De ongeschilde, in blokjes gesne den, gewasschen rhabarber opzetten met hét vanillestokje en alles samen laten trekken. Het vocht mag niet koken. Als alles flink uitgetrokken is, de massa door een doek of een paardeharen zeef gieten en zonder persen uit laten lekken. Nu het sap meten en op elk dl (klein kopje) vocht 100 gr voegen. Onder nu eri dan roeren (zoodat suiker en ci troenzuur oplossen) een dag laten staan, daarna de schoongemaakte flesschen ermee vullen, afsluiten met een lapje, niet met een kurk. Het overgebleven moes kan tot het eerste gerecht verwerkt wor den. Niet meer geldig na den vastgestelden tijd. De secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherij maakt bekend, dat in den vervolge de voor het koo pen van distributiegoederen aan te wijzen bonnen niet meer, zoo als tot dusverre het geval was, nog eenige dagen na afloop van de distributieperiode, voor welke zij zijn geldig verklaard, mogen worden gebruikt. Een uitzonde ring geldt voor de bonnen, welke recht geven op kaas; deze mogen, evenals tot dus verre, nog gedurende twee we ken na afloop van de distribu tieperiode voor. het koopen van kaas worden gebruikt. De aandacht wordt er op geves tigd, dat de regeling, volgens welke bonnen, die zijn geldig verklaard voor een op Maandag aanvangende distributieperiode, ook reeds op den, daaraan voorafgaanden Zatei*dag en Zondag mogen worden gebruikt, blijft gehandhaafd. L door MARTINE WWTOP KONING. „Het betere is een vijand van het goede", zegt een Fransch spreek woord; iets wat op zichzelf verdien stelijk is, vermindert voor ons in waarde, wanneer we er iets naast stellen, dat nog méér goede eigen schappen heeft. Die waarheid geldt ook op voe- dingsgebied. Een voedingsmiddel kan ons uitstekende diensten bewijzen, kan in waarde verscheidene andere levensmiddelen overtreffen, maar els we het gaan vergelijken met iets wat ons nog méér te geven heeft, dan is er groote kans, dat het in onze achting daalt en dit wel des te méér', naarmate we aan dat „nóg betere" gewend zijn geraakt. Zouden we melk niet kennen als „volle" melk, dan zouden we zonder twijfel enthousiast zijn voor een voedingsmiddel dat ons zooals taptemelk doet op voordeelige wijze ruim voorziet van zéér hoog staand eiwit, ons bovendien helpt aan de lang niet. altijd gemakkelijk te bereiken hoeveelheid kalk in ons dagrantsoen, een belangrijk aandeel heeft in het op peil houden van onze vitamine B-voorziening en ons ten slotte nog een hoeveelheid koo^y- draten brengt. Zoo'n voedingsmiddel kunnen we met het volste recht „goed" noemen; en nu het „betere" in den vorm van volle melk maar karig tot onze beschikking staat, nu is met recht de goede kans voor taptemelk aan gebroken. Het is van. belang voor de huis vrouw, dat ze dit tot nu toe be trekkelijk weinig gebruikte voe dingsmiddel in zijn eigenaardigheden leert kennen. Taptemelk is, door haar gebrek aan vet, eerder geneigd tot aanbran den dan volle melk. Een eenvoudig hulpmiddel daartegen bestaat in het van te voren met water omspoelen van de pan, waarin taptemelk zal worden gekookt, of beter nog het eenigszins invetten van die pan met wat boter (het vette papier van een pakje boter is hiervoor reeds voldoende). Voorzichtigheidshalve roeren we af en toe in de pan met taptemelk, ter wijl we bij het bereiden van een pap of een ander meelgerecht dit roeren nu en dan herhalen, vaker dan we het bij een pap van volle melk ge wend zijn. Als we hierop maar even letten, zullen we verder geen moeilijkheden ondervinden en zullen we de tapte melk aanvaarden als een van de middelen, die de gezinsvoeding ten goede komen. Pappen, vlaas, eenvou dige puddingen, verschillende soepen (aardappel-, erwten-, boonen-, selde rij-, tomatensoep) en sausen (bloem kool-, koolraap-, peterselie-, kaas-, tomatensaus), maar ook warmemelk- riranken (chocolademelk, slemp, anijsmelk) laten zonder bezwaar de vervanging van melk door taptemelk toe. Een paar recepten van eenvoudige dagelijksche gerechten mogen daar van het bewijs geven. Havermoutpap (2 a 4 personen). (1 ons) gr. 1 lt. taptemelk, 100 havermout. Besmeer den bodem van de pan met een ietsje boter; breng er de taptemelk in aan de kook, nu en dan roerende. Strooi er de havermout in, blijf roeren, tot de pap kookt en laat se dan in de gesloten pan op een zeer zacht vuur gaar worden, af en toe roerende (ongeveer een kwar tier). Voorzie de pap vóór het opdoen van wat suiker: dat komt voor den suikerpot voordeeliger uit dan dat ieder zich op het bord zelf van suiker bedient! Griesmeelpudding (4 a 5 personen). 1 lt. taptemelk, 100 gr. (1 ons) griesmeel, 75 gr. (5 afgestreken eet lepels) suiker, 1 pakje vanillesuiker. Besmeer den bodem van de pan met wat boter en breng er de tapte melk in aan de kook. Meng griesmeel, suiker en vanille suiker droog door elkaar, strooi het mengsel roerende in de kokende taptemelk en laat onder voortdurend loeren het meel gaar worden en de pap de gewenschte puddingdikte aan nemen. Giet de massa in een met .koud water omgespoelden vorm en zet dien op een koele plaats tot de pudding koud en stevig is. De aardappeidisaibutie stelt de huisvrouw voor eenige problemen. Daar is ten eerste de puzzle, die den vorm van onze maaltijden tot onderwerp keeft: hoe brengen we een middagmaal tot den gewensch- ten omvang, wanneer zoo'n belang rijk onderdeel als de aardappelen geheel of gedeeltelijk achterwege moet blijven? Ten tweede is er het probleem van de voedingswaarde: hoe vullen we op doeltreffende wijze de hoeveelheid voedingsstoffen aan, indien we minder aardappels op tafel brengen. Het antwoord op die beide vragen luidt: we zullen moeten rondzien naar andere voedingsmiddelen, die ons helpen zoowel aan een voldoen de portie v.oor ons middagmaal als aan volwaardig eiwit, aan koolhy draten, aan mineralen en aan vita mines. Bij voorkeur zullen we die zoeken onder de nog „vrije" niet gerantsoeneerde levensmiddelen, omdat we de wél-gerantsoeneerde (grutterswaren, peulvruchten, brood) toeh reeds tot de laatste halve-onsjes toe opgebruikten. In aanmerking komen dan zeer zeker de groenten. Een ruimere portie groente komt in de 1ste plaats ten goede aan den omvang van den maaltijd, die door de gekrompen aardappelhoeveelheid anders allicht niet meer de gewenschte verzadiging zou aanbrengen. We kunnen het aan de huisvrouw overlaten, of ze die groente-vermeer dering wil toepassen op de ééne soort, die zij voor een bepaald mid dagmaal heeft gekozen, dan wèl of zijden maaltijd wil voorzien van nog een tweede groente, die zij dan b.v. als een afzonderlijke sla zou kunnen voordienen. Wie de zuinig heid strikt in acht neemt, zal zeker d.e groente of tenmin ste een deel ervan, in rauwe h toestand laten gebruiken, zoodat de grootte van de portie niet te lijden heeft on der het slinken, dat steeds met ver hitting gepaard gaat. „Eet d a g e 1 ij k s sla" zou een wachtwoord kunnen zijn vcor de e.k. maanden. Het spreekt vanzelf, dat „sla" hier dan bedoeld is in den meest uitgebreiden zin van het woord: niet uit sluitend dus als krop sla, maar als 'n koud opgediende gerecht van w.e lke andere groente óók, van alle beschik bare zomerbladgroen- ten, van komkommer, van tomaten, van wor telen, van bloe mk ooi, enz., enz. Aangemaakt met een sausje van kwark, vhn hangop of van karnemelk, naar smaak vermengd met wat fijngesneden groene tuinkruiden en wat azijn of citroensap geven deze smakelijke gerechten ons tegelijkertijd een aanvulling van mineralen, van vi tamines en als we kwark of hangop ervoor gebruiken van hoogstaand eiwit. Op die manier hebben we dus al iets bereikt. Een tweede mogelijk heid vinden we in het gebruik ma ken van karnemelk en van tapte melk (eventueel ook taptemelkpoe- der) voor het bereiden van pap. Zoo onze bonnen gort, haver mout, griesmeel, bloem en het thans vermeerderde rijstrantsoen ons niet d a g e 1 ij k s een der gelijk nagerecht veroorloven, vijf a zesmaal per week kunnen we er toch een nuttige aanvulling van ons aardappelarme middagmaal in vinden. Aan eiwit en aan minera len helpen ons dan èn de melk èn de graanproducten; aan koolhy draten zijn de graanproducten rijk, terwijl in dit opzicht bij de karne- melkpappen een niet onbelangrijke steun kan worden verwacht van de siroop, die daarin gewoonlijk de suiker vervangt. lederen dag een flinke portie sla, zóó, dat beurtelings de verschil lende beschikbare groenten ge bruikt worden; bijna iederen dag, nl.. in verband met de voor ons beschikbare graanproducten en een flink bord pap... dat zijn een paar maatregelen, die voor ons het aardappeltekort tenminste drage lijk kunnen maken. De laatste dagen hebben eenige bladen gemeld, dat op een grpen- tenveiling één of meer partijen spi nazie zijn „doorgedraaid", d.w.z. dat er geen koopers voor waren, zoodat zij „op de mesthoop" moesten wor den geworpen. Dit maakt hét wen- schelijk, dat het publiek eens op merkzaam wordt gemaakt op eenige eigenaardigheden, die zich bij een groente als spinazie en bij de vei ling daarvan voordoen en waardoor het verschijnsel van het doordraaien wordt verklaard en tot zijn juiste proporties teruggebracht. Spinazie dan heeft vooreerst de eigenschap, dat.de omvang van den aanvoer in sterke mate afhankelijk is van de, dikwijls grillige, weers gesteldheid. In 1939 bijvoorbeeld bedroeg de aanvoer in de week van 25 tot 31 Maart 740.000 kg om de week daar op plotseling tot 1 millioen en ver volgens wekelijks achtereenvolgens tot 1.3, 2.4 en 3.2 millioen kg te stijgen. Daarna nam de aanvoer, eveneens sprongsgewijze, af. Hetzelfde verschijnsel deed zich voor in 1940, toen, na de week van 1 tot 7 April, waarin de aanvoer 537.000 kg groot was, hij vervolgens wekelijks 935.000, 1.1. 1.7, 2.9 eri 4.1 millioen kg bedroeg om de week daarna plotseling tot 2.1 millioen kg te verminderen. Dat de sterke wisseling in 'den aanvoer weinig bevorderlijk kan zijn voor een geregelden verkoop van alle beschikbare hoeveelheden, is duidelijk. Eindigt de winter vroeg, dan is de spinazie in April klaar en volgt de natuur- de glasspinazie op den voet, ja, gaan zij in elkander over. Dit jaar was er een hiaat tusschen de glasspinazie en die van den kou den grond. Een langdurige koude, als de af- gel»o<pen winter ons heeft ge bracht, oefent een zeer ongunstige» invloed op de kwaliteit van de sp$« nazie en maakt ze behept met aller lei gebreken. De groente wordt da» koperkleurig of rood en krijgt spoe dig neiging tot doorschieten, zooda* zij lange stelen en weinig blad krijgt. Ook treedt de wolf ee» zwam er soms vrij sterk in op. Is nu de aanvoer groot, dan kiezen de koopers uit den aard der zaak de beste partijen eruit, zoodat het zoo genaamde afwijkend goed moeilijK is onder te brengen. Is de spinazie overvloedig, zoodat de veilingprij# bij voorbeeld zeven cents per kg bedraagt, en de kleinhandelsprijs tien a twaalf cents, dan kunnen ook huisvrouwen met smalle beurze» zich ervan voorzien. Vertoont de spinazie afwijkingen, dan geven de koopers ter veiling, mede, omdat zij* ook nog transportkosten moeteh ma- kij, licht de voorkeur aan andere groenten, die hun minder risico op- léveren. Wat kan men dan met de spinazie van mindere kwaliteit doen? De drogerijen verwerken op dit oogenblik volop spinazie vaiï behoorlijke kwaliteit en eveneens de conservenfabrieken, voorzoover het vraagstuk van de blikvoorzie» Aing haar daartoe in staat stelt. Dezer dagen berichtte een blad, dat op de Alkmaarsche veiling een' partij van 550 kisten jonge spinazie op de mesthoop zou zijn gesmeten. Een, naar aanleiding van dit bericht ingesteld, onderzoek wees uit, dat het hier spinazie van tweede en der de kwaliteit betrof. Wanneer derge lijke spinazie op een veiling als de Alkmaarsche onverkoopbaar blijft, is er niet altijd een fabriekmatige verwerking van al de doorgedraaide hoeveelheden mogelijk. Aan een inwoner van Alkmaa^ die op het doordraaien van die spi nazie kritiek had geoefend, werd eenige dagen later, toen opnieu»] spinazie werd doorgedraaid, ge vraagd, of hij er weg mee wist. Hij gaf het adres op van een drogerij te Kolhorn, die ze, naar hij meei» de, zou kimnen verwerken. De spi nazie werd erheen vervoerd e» de inwoner van Alkmaar belde en kele dagen later de veiling op met de mededeeling, dat die droger» geen spinazie bleek te kunnen ver werken. Zoo ziet men, dat de zaak minder eenvoudig blijkt, dan merv schen, die de moeilijkheden van het probleem niet kennen, soms mee- nen. Men zegt wel eens. dat doorge draaide groente ter beschikking va* de Centrale Keukens ter plaatse moet worden gesteld, maar een Centrale Keuken moet haar menu's vooraf vaststellen om zich van de» aanvoer der benoodigde grondstof fen te kunnen verzekeren. Boven dien zijn de Centrale Keukens reeds afneemsters van groenten van eerste kwaliteit en kan men ze niett met groenten van mindere hoeda nigheid opschepen. En in het alge meen zouden, wanneer onverkoop bare groente zou worden wegge geven, de handelaren met hun aan gekochte, hoeveelheden blijven zit ten. Dan zouden die hoeveelheden bederven en zou de moeilijkheids slechts verplaatst maar niet opge heven zijn. Het bovenstaande moge erto» meewerken om te voorkomen, da* men zich omtrent het doordraaie» van groènte onjuiste en overdrevenf voorstellingen maakt. 1®. Centraal Distributiekantoor: Louise Henriëttestraat 's-Gravenhage Telefoon 7 2 0 1 0 Q Interlocaal letters XX3C Inspecteur van ket Westen de» lands: D. J. Scheffel, OudegraoWL 182, Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 6