O
5
S 2 m
3
to g
T>
Geen aanbranden van
taptemelk
De rhabarber en enkele
recepten.
Extra-eirantsoe».
De geldigheidsduur van
de bonnen.
VOOR DE HUISVROUW.
Leert taptemelk ge
bruiken.
Nu de aardappelen „op
de bon" zijn.
Het doordraaien van
groenten.
zx 3 a
tu <y
K
K
<U <u
i~: <u
P T3
3 K
<U
MO-
00
LU
k( g M 01
ai R* a
•O o
3 t
M Oir
O O)
G S
3 ft
3 9-
CO O^l bj K
C <u r
s-g-S
e g
'8.-S
«J -O
5 n 3
C
e
JS O
2 P
°-= 3
«■OgM
O <L> U
S 3
ÜJ co
N 5
UJ LU
O 0Q
13 o
ai M
- i M 3
<D 'c ai 3
S? i5 ai
OD -c
f. rt
<D
S.S5
a> ra -o
g-
(0 W N
<U G
Ti v
<d a> <i> <u
u ft .BPz C <1> 3 S G TS
S ÏS4 3 SjiS «ÓS ïcï
:>CDs
G 0)
G
■"S-S S c
3 T1 CO
S OJ G O G
1 bJD
O O O
2 öjo
fi O'?'
to x
O W>
H
I x! «1 -
U Q) CO O
O r&
G a) G (5
03
cö
ti a
«M rG
tuo g <U g x!
(1) X3 to
T? rp
H X 'H O
SM/
'O
u o g m
IOJ^OOG.XJqcucdgG.GOQ^
X5 T3 r* g 42 p,X2 g x 'H
inplaats van onze gezondheid ten
goede te komen! Nastoven is uit den
toooze, aangezien hierdoor het vita
mine-C gehalte aanzienlijk vermin
dert. We roeren liever bij het op
dienen een klontje boter of vet door
de groente, zooals ook b.v. bij dop
erwten gewoonte is. Mocht er nog
wat kookvocht overblijven, dan ver
mengen we dat met wat aardappel
meel en roeren er op het laatste
oogenblik een klontje boter door.
Ook kan dergelijk groenténat ver
werkt worden in soep.
Men heeft wel berekend, dat de
mensch per dag 2 y2 ons groente
noodig heeft. Wanneer we steeds
dié groente koopen, welke het meest
aan de markt, dus het minst schaarsch
is, en geduldig wachten, tot de
„primeurs" goedkooper geworden
zijn, dan volgen we den meest eco-
nomischen weg! Ook verdient het
aanbeveling een gedeelte der groente
.steeds rauw te eten, klaargemaakt
als „slaatje", want niet alleen heeft
men daarvoor minder groote hoe
veelheden noodig, aangezien er dan
van slinken geen sprake kan zijn,
doch bovendien zijn rauwe groen
ten buitengewoon gezond en smake
lijk. Als saus kunnen we gebruik
maken van hangop of met wat melk
verdunde kwark, op smaak afge
maakt met wat peper en zout, wat
mosterd, fijngehakte peterselie, to-
matenpurée of gesnipperde ui. Op
die wijze is geen slaolie noodig en
het eiwitgehalte van de hangop of
kwark maakt het gerecht vollediger.
Aardappelen vooral gekookt
in de schil zijn een voedingsmid
del van buitengewone waarde en
"nu zij gerantsoeneerd zijn kunnen
wc ons niet veroorloven, om door
een verouderde bereidingswijze al
lerlei stoffen uit den aardappel ver
loren te laten gaan, welke Moeder
Natuur voor ons bestemd heeft en
stellig niet voor vuilnisvat en goot
steen. Boenen we aardappels, na
eenigen tijd geweekt te hebben,
flink af met een hard borsteltje en
water en koken we ze met een bo
dempje water op, dezelfde wijze als
groente, dus in een goedgesloten
pan eerst op een flink vuur, daarna
op den spaarbrander, dan komen
de goede consumptie-aardappelen
kruimig uit de schil op ons bord en
-hebben ze niet alleen haar eigen
typischen smaak behouden, welke
het gebruik van veel zout overbodig
maakt, maar bovendien leveren ze
ons dan naast zetmeel nog eiwit,
vitamines en mineralen (vitamines
B en C, kalk, fosfor, ijzer en spo
ren van jodium). Niet alleen wat
de voedingswaarde betreft is deze
bereidingswijze voordeelig, doch
ook het kwantum vaart er wel bij,
want door het schillen en verkeerde
koken verloren we het gewicht van
één aardappel op elke vijf of zes,
hetgeen nu uitgesloten is.
Huisvrouwen, neemt eens de
proef! U zult gaan houden van de
stevige, knapperige stronkjes van
de sla, van de pittige aardappelen
in de schil, van het „slaatje", van
de fijngesneden groene blaadjes
vanUw bosjes radijs! U zult
waarschijnlijk deze voedingswijze
zelfs op den duur niet langer zien
als een noodmaatregel, om U in
moeilijke tijden zoo goed mogelijk
te redden, maar als de eenige juiste
voor het behoud van smaak en voe
dingswaarde.
Menige huisvrouw zal tegenwoor
dig naast melk taptemelk gebrui
ken, teneinde ook in deze tijden de
voeding zoo volledig mogelijk te
doen zijn.
Taptemelk mist weliswaar zoo
'goed als geheel het oorspronkelijk
in de melk aanwezige vet, maar het
is een verkeerd begrip, dat tapte
melk slechts een geringe voedings
waarde zou hebben. Met uitzonde
ring van het vet zijn de bestand-
deelen der volle melk in taptemelk
in dezelfde hoeveelheden aanwezig.
Deze verschaft ons dus eiwit, kool
hydraten, de voor ons lichaamson-
derhoud onmisbare kalk, die zon
der behulp van melk in ons dage-
lijksch voedsel slechts spaarzaam
voorkomt, verder fosfor en ijzer.
Het gemis aan vet komt bovendien
in den lageren prijs tot uiting, zoo
dat er ook geen reden zou bestaan
dezen drank thans niet te gebruiken.
Vele huisvrouwen hebben, hetzij
uit eigen ervaring, hetzij van „hoo-
ren zeggen", neiging om het gevaar
van aanbranden der taptemelk te
overschatten. Dit gevaar is niet aan
wezig vcor hen, die oordeelkundig
te werk gaan.
Ja, maar zullen sommige
lezeressen denken, wat kan ik
dan doen, om taptemelk niet te
laten aanbranden?
Inderdaad moet taptemelk voor
zichtiger gekookt worden dan volle.
De oplossing is echter eenvoudig:
we smeren den binnenkant van de
pan in met een heel klein beetje vet
of boter (het vette papier van een
pakje boter is reeds voldoende) en
roeren af en toe.
Een tweede manier om taptemelk
te koken is deze: men laat in de pan
„een bodempje" water aan de kook
komen, giet dit weg en kookt ver
volgens de melk, onder af en toe
roeren.
Taptemelk kan uitstekend ge
bruikt worden in pappen, soepen,
.stamppotten, sausen, vlaas en pud
ding- en verhoogt op die wijze de
voedingswaarde van onzen maaltij
den, die dan, wanneer ze b.v.
vleeschloos zijn, toch een hoeveel
heid eiwit van beteekenis bevatten.
Een voedzame soep, waarvoor we
de witte boonen kunnen gebruiken,
die we aan ons peulvruchtenrant-
sen ontleenen, is de volgende:
Witte-boonensoep
('voor 4 personen)
300 g (3 ons) witte boonen,
2 liter water, 400 g(8 middel
matig groote) aardappelen,
eenige zomerworteltjes, 1 prei
of 1 ui, wat bladselderij en
perterselie, 4 dl (4 theekop
jes) taptemelk, 50 g (2afge
streken eetlepel) boter of
vet, wat zout.
Laat de gewasschen boonen 1 a 2
dagen weeken in de helft van de
opgegeven hoeveelheid water (1
liter dus)zet ze met hetzelfde
water op, voeg er 1 lepel van het
vet bij en laat ze op een zacht vuur
gaar worden (ongeveer 1 uur).
Stamp de boonen tot een gelij k£
purée en verdun die geleidelijk met
de taptemelk en 1 liter water. Laat
de soep aan de kook komen, voeg er
de in blokjes gesneden aardappelen,
de gesnipperde groenten (behalve
de peterselie) en de rest van het
vet bij en laat de soep zachtjes nog
20 a 30 minuten doorkoken, af en
toe roerende om de aardappelen ge
deeltelijk fijn te wrijven en dus de
soep meer gebonden te maken. Maak
tenslotte de soep af met zooveel
zout als voor den smaak noodig
blijkt. Boer op het laatste oogenblik
de peterselie door de soep en laat
deze niet meekoken (behoud van
vitamine C!).
Een pikante saus zal voor vele
huisvrouwen een uitkomstbeteeke-
nen, nu het moeilijk is om goede jus
te maken. Ook voor deze saus ge
bruiken we, ter verhooging van de
voedingswaarde, taptemelk.
Tomatensaus (voor 4 personen).
•y2 liter taptemelk, 20 g (2 af
gestreken eetlepels) aardap
pelmeel of maizena, 30 g (1%
afgestreken eetlepel) boter,
wat zout, een bouillonblokje
of wat aroma, 1 eetlepel dikke
tomatenpurée, een theelepel
tje geraspte ui.
Laat een klein stukje van de boter
smeltend in de pan rondloopen; giet
er de taptemelk in, laat die aan den
kook komen en los er het bouillon
blokje in op.' Meng het aardappel
meel of de maizena met een klein
scheutje koud water tot een vloei
baar papje,giet dit roerend in de
melk en laat de saus een oogenblik
doorkoken, steeds roerende. Neem
de pan van het vuur, klop met een
vork vlug de in kleine klontjes ver
deelde boter door de saus, en daar
na. de tomatenpurée en het thee
lepeltje geraspte ui. Maak ze verder
op smaak af met wat zout en mis
schien wat aroma.
MANYA BEUKMAN.
Het voorlichtingsbureau van den
voedingsraad deelt het volgende
mede:
De rhabarber is een van de eerste
planten, die in het vroege voorjaar
het ontwaken der natuur aankon
digt. Zij is bij ieder bekend en
wordt met graagte gegeten. Om haar
goede eigenschappen is het ge-
wenscht nog eens de aandacht op
deze groente te doen vallen.
Het moes, dat om zijn frisschen
zuren smaak wordt gegeten, kan
als broodlegging de plaats innemen
van appelstroop, jam of andere be
leggingen.
Velen maken geen gebruik van
rhabarber, daar men meent met het
suikerrantsoenniet uit te komen,
omdat bij de bereiding nog al wat
suiker noodig is. De suiker kan ech
ter geheel of gedeeltelijk door zoet-
middelen worden vervangen. Deze
hebben geen voedingswaarde, zoo
dat men de suiker op andere wijze
tot zich dient te nemen.
Het is niet juist bij de bereiding
van rhabarber dubbefkoolzure soaa
te gebruiken, daar deze het vita
mine-C vernietigt en hierdoor de
waarde van deze groente verloren
gaat. Wel kunnen de stukjes rhabar
ber met ruim water worden opgezet
en hiermede aan de kook worden
gebracht. Daarna wordt het zure
vocht afgegoten in een kom e.i
wordt er suiker of een zoetmiddel
aan toegevoegd. Men heeft na afkoe
ling een gezonden, verfrisschenden
drank. Voor de achtergebleven rha
barber, die men nu tot moes kookt,
is minder suiker noodig. Ook kan
men de ongeschilde rhabarbersten-
gels in blokjes snijden, deze vervol
gens wasschen en met het aanhan
gende water op een zacht vuur ir^
ongeveer 15 minuten gaar koken.
Daarna deze tot moes wrijven en
desverkiezend met een weinig mai
zena of aardappelmeel binden. Eerst
na afkoeling suiker toevoegen, daar
de benoodigde hoeveelheid dan veel
geringer is. Ook kan de suiker ge
heel of gedeeltelijk door een zoet
middel worden vervangen.
De zuurgraad van de rhabarber
is niet altijd een nadeel; bij het con-
serveeren is het zelfs een voordeel.
Men kan rhabarber inmaken, zonder
dat deze nogmaals in de flesschen
verhit behoeft te worden. De plan
tenzuren houden de ontwikkeling
van verderf veroorzakende bacteriën
tegen.
Men snijdt de ongeschilde rhabar-
berstelen in stukjes, wascht deze,
zet ze met aanhangend water op en
laat ze fijn koken.
Met dit moes worden de goed uit
gekookte (20 min.) flesschen tot een
paar vingers breed onder den rand
gevuld. Tenslotte worden de fles
schen met goed uitgekookte kurken
gesloten, waarna men het boven
einde in gesmolten lak doopt, zooda
nig dat de kurk geheel is bedekt.
Nu volgen nog twee recepten.
's-Gravenhage, 3 Juni. De se
cretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij
maakt bekend, dat gedurende het
tijdvak van Woensdag 4 Juni tot en
met Zondag 8 Juni a.s. de met „51"
genummerde bon van de „bonkaart
algemeen", recht geeft op het
koopen van één ei.
Deensch rhabarbergerecht.
500 gr. rhabarber, ongeveer 70 gr.
suiker (6 afgestreken eetlepels), 2,0
gr. aardappelmeel (2 afgestreken
eetlepels).
De ongeschilde rhabarber in stuk
jes snijden, wasschen, opzetten met
ruim water, aan de kook brengen en
het vocht afgieten. (Dit niet weg
doen, maar vermengen met suiker
en oud laten worden. Na afkoeling
heeft men een smakelijken, fris
schen dranjr). De rhabarber tot
moes koken, vermengen met de
suiker en binden met het aange
mengde aardappelmeel. Alles door
en door koud laten worden.
Voor het gebruik neemt men die
pe borden, doet hierin een portie
van de vruchtenmassa en overgiet
deze met gekookte, koude melk of
taptemelk. Tenslotte strooit men er
wat beschuit- of biscuitkruimeis
over.
In plaats van melk kan men een
koude vanillesaus nemen.
Rhabarberlimonade.
3 kg. rhabarber, mooie roode ste
len, ongeveer 2 liter water, een va
nillestokje.
De ongeschilde, in blokjes gesne
den, gewasschen rhabarber opzetten
met hét vanillestokje en alles samen
laten trekken. Het vocht mag niet
koken. Als alles flink uitgetrokken
is, de massa door een doek of een
paardeharen zeef gieten en zonder
persen uit laten lekken. Nu het sap
meten en op elk dl (klein kopje)
vocht 100 gr voegen. Onder nu eri
dan roeren (zoodat suiker en ci
troenzuur oplossen) een dag laten
staan, daarna de schoongemaakte
flesschen ermee vullen, afsluiten
met een lapje, niet met een kurk.
Het overgebleven moes kan tot
het eerste gerecht verwerkt wor
den.
Niet meer geldig na den
vastgestelden tijd.
De secretaris-generaal van het
departement van landbouw en
visscherij maakt bekend, dat in
den vervolge de voor het koo
pen van distributiegoederen aan
te wijzen bonnen niet meer, zoo
als tot dusverre het geval was,
nog eenige dagen na afloop van
de distributieperiode, voor welke
zij zijn geldig verklaard, mogen
worden gebruikt. Een uitzonde
ring geldt voor de bonnen,
welke recht geven op kaas;
deze mogen, evenals tot dus
verre, nog gedurende twee we
ken na afloop van de distribu
tieperiode voor. het koopen van
kaas worden gebruikt.
De aandacht wordt er op geves
tigd, dat de regeling, volgens welke
bonnen, die zijn geldig verklaard
voor een op Maandag aanvangende
distributieperiode, ook reeds op den,
daaraan voorafgaanden Zatei*dag en
Zondag mogen worden gebruikt,
blijft gehandhaafd.
L
door
MARTINE
WWTOP KONING.
„Het betere is een vijand van het
goede", zegt een Fransch spreek
woord; iets wat op zichzelf verdien
stelijk is, vermindert voor ons in
waarde, wanneer we er iets naast
stellen, dat nog méér goede eigen
schappen heeft.
Die waarheid geldt ook op voe-
dingsgebied. Een voedingsmiddel kan
ons uitstekende diensten bewijzen,
kan in waarde verscheidene andere
levensmiddelen overtreffen, maar
els we het gaan vergelijken met iets
wat ons nog méér te geven heeft, dan
is er groote kans, dat het in onze
achting daalt en dit wel des te méér',
naarmate we aan dat „nóg betere"
gewend zijn geraakt.
Zouden we melk niet kennen als
„volle" melk, dan zouden we zonder
twijfel enthousiast zijn voor een
voedingsmiddel dat ons zooals
taptemelk doet op voordeelige
wijze ruim voorziet van zéér hoog
staand eiwit, ons bovendien helpt
aan de lang niet. altijd gemakkelijk
te bereiken hoeveelheid kalk in ons
dagrantsoen, een belangrijk aandeel
heeft in het op peil houden van onze
vitamine B-voorziening en ons ten
slotte nog een hoeveelheid koo^y-
draten brengt.
Zoo'n voedingsmiddel kunnen we
met het volste recht „goed" noemen;
en nu het „betere" in den vorm
van volle melk maar karig tot onze
beschikking staat, nu is met recht
de goede kans voor taptemelk aan
gebroken.
Het is van. belang voor de huis
vrouw, dat ze dit tot nu toe be
trekkelijk weinig gebruikte voe
dingsmiddel in zijn eigenaardigheden
leert kennen.
Taptemelk is, door haar gebrek
aan vet, eerder geneigd tot aanbran
den dan volle melk. Een eenvoudig
hulpmiddel daartegen bestaat in het
van te voren met water omspoelen
van de pan, waarin taptemelk zal
worden gekookt, of beter nog
het eenigszins invetten van die pan
met wat boter (het vette papier van
een pakje boter is hiervoor reeds
voldoende).
Voorzichtigheidshalve roeren we af
en toe in de pan met taptemelk, ter
wijl we bij het bereiden van een pap
of een ander meelgerecht dit roeren
nu en dan herhalen, vaker dan we
het bij een pap van volle melk ge
wend zijn.
Als we hierop maar even letten,
zullen we verder geen moeilijkheden
ondervinden en zullen we de tapte
melk aanvaarden als een van de
middelen, die de gezinsvoeding ten
goede komen. Pappen, vlaas, eenvou
dige puddingen, verschillende soepen
(aardappel-, erwten-, boonen-, selde
rij-, tomatensoep) en sausen (bloem
kool-, koolraap-, peterselie-, kaas-,
tomatensaus), maar ook warmemelk-
riranken (chocolademelk, slemp,
anijsmelk) laten zonder bezwaar de
vervanging van melk door taptemelk
toe.
Een paar recepten van eenvoudige
dagelijksche gerechten mogen daar
van het bewijs geven.
Havermoutpap (2 a 4 personen).
(1 ons)
gr.
1 lt. taptemelk, 100
havermout.
Besmeer den bodem van de pan
met een ietsje boter; breng er de
taptemelk in aan de kook, nu en dan
roerende. Strooi er de havermout in,
blijf roeren, tot de pap kookt en laat
se dan in de gesloten pan op een
zeer zacht vuur gaar worden, af en
toe roerende (ongeveer een kwar
tier).
Voorzie de pap vóór het opdoen
van wat suiker: dat komt voor den
suikerpot voordeeliger uit dan dat
ieder zich op het bord zelf van
suiker bedient!
Griesmeelpudding (4 a 5 personen).
1 lt. taptemelk, 100 gr. (1 ons)
griesmeel, 75 gr. (5 afgestreken eet
lepels) suiker, 1 pakje vanillesuiker.
Besmeer den bodem van de pan
met wat boter en breng er de tapte
melk in aan de kook.
Meng griesmeel, suiker en vanille
suiker droog door elkaar, strooi het
mengsel roerende in de kokende
taptemelk en laat onder voortdurend
loeren het meel gaar worden en de
pap de gewenschte puddingdikte aan
nemen. Giet de massa in een met
.koud water omgespoelden vorm en
zet dien op een koele plaats tot de
pudding koud en stevig is.
De aardappeidisaibutie stelt de
huisvrouw voor eenige problemen.
Daar is ten eerste de puzzle, die
den vorm van onze maaltijden tot
onderwerp keeft: hoe brengen we
een middagmaal tot den gewensch-
ten omvang, wanneer zoo'n belang
rijk onderdeel als de aardappelen
geheel of gedeeltelijk achterwege
moet blijven?
Ten tweede is er het probleem
van de voedingswaarde:
hoe vullen we op doeltreffende wijze
de hoeveelheid voedingsstoffen aan,
indien we minder aardappels op
tafel brengen.
Het antwoord op die beide vragen
luidt: we zullen moeten rondzien
naar andere voedingsmiddelen, die
ons helpen zoowel aan een voldoen
de portie v.oor ons middagmaal als
aan volwaardig eiwit, aan koolhy
draten, aan mineralen en aan vita
mines. Bij voorkeur zullen we die
zoeken onder de nog „vrije" niet
gerantsoeneerde levensmiddelen,
omdat we de wél-gerantsoeneerde
(grutterswaren, peulvruchten, brood)
toeh reeds tot de laatste halve-onsjes
toe opgebruikten.
In aanmerking komen dan zeer
zeker de groenten. Een ruimere
portie groente komt in de 1ste plaats
ten goede aan den omvang van den
maaltijd, die door de gekrompen
aardappelhoeveelheid anders allicht
niet meer de gewenschte verzadiging
zou aanbrengen.
We kunnen het aan de huisvrouw
overlaten, of ze die groente-vermeer
dering wil toepassen op de ééne
soort, die zij voor een bepaald mid
dagmaal heeft gekozen, dan wèl of
zijden maaltijd wil voorzien van
nog een tweede groente, die zij dan
b.v. als een afzonderlijke sla zou
kunnen voordienen. Wie de zuinig
heid strikt in acht neemt, zal zeker
d.e groente of tenmin
ste een deel ervan, in
rauwe h toestand laten
gebruiken, zoodat de grootte
van de portie niet te lijden heeft on
der het slinken, dat steeds met ver
hitting gepaard gaat.
„Eet d a g e 1 ij k s sla"
zou een wachtwoord kunnen zijn
vcor de e.k. maanden. Het spreekt
vanzelf, dat „sla" hier dan bedoeld
is in den meest uitgebreiden zin
van het woord: niet uit
sluitend dus als krop
sla, maar als 'n koud
opgediende gerecht van
w.e lke andere groente
óók, van alle beschik
bare zomerbladgroen-
ten, van komkommer,
van tomaten, van wor
telen, van bloe mk ooi,
enz., enz. Aangemaakt met
een sausje van kwark, vhn hangop
of van karnemelk, naar smaak
vermengd met wat fijngesneden
groene tuinkruiden en wat azijn of
citroensap geven deze smakelijke
gerechten ons tegelijkertijd een
aanvulling van mineralen, van vi
tamines en als we kwark of
hangop ervoor gebruiken van
hoogstaand eiwit.
Op die manier hebben we dus al
iets bereikt. Een tweede mogelijk
heid vinden we in het gebruik ma
ken van karnemelk en van tapte
melk (eventueel ook taptemelkpoe-
der) voor het bereiden
van pap.
Zoo onze bonnen gort, haver
mout, griesmeel, bloem en het
thans vermeerderde rijstrantsoen
ons niet d a g e 1 ij k s een der
gelijk nagerecht veroorloven, vijf
a zesmaal per week kunnen we er
toch een nuttige aanvulling van
ons aardappelarme middagmaal in
vinden. Aan eiwit en aan minera
len helpen ons dan èn de melk èn
de graanproducten; aan koolhy
draten zijn de graanproducten rijk,
terwijl in dit opzicht bij de karne-
melkpappen een niet onbelangrijke
steun kan worden verwacht van de
siroop, die daarin gewoonlijk de
suiker vervangt.
lederen dag een flinke portie sla,
zóó, dat beurtelings de verschil
lende beschikbare groenten ge
bruikt worden; bijna iederen dag,
nl.. in verband met de voor ons
beschikbare graanproducten en een
flink bord pap... dat zijn een
paar maatregelen, die voor ons het
aardappeltekort tenminste drage
lijk kunnen maken.
De laatste dagen hebben eenige
bladen gemeld, dat op een grpen-
tenveiling één of meer partijen spi
nazie zijn „doorgedraaid", d.w.z. dat
er geen koopers voor waren, zoodat
zij „op de mesthoop" moesten wor
den geworpen. Dit maakt hét wen-
schelijk, dat het publiek eens op
merkzaam wordt gemaakt op eenige
eigenaardigheden, die zich bij een
groente als spinazie en bij de vei
ling daarvan voordoen en waardoor
het verschijnsel van het doordraaien
wordt verklaard en tot zijn juiste
proporties teruggebracht.
Spinazie dan heeft vooreerst de
eigenschap, dat.de omvang van den
aanvoer in sterke mate afhankelijk
is van de, dikwijls grillige, weers
gesteldheid.
In 1939 bijvoorbeeld bedroeg de
aanvoer in de week van 25 tot 31
Maart 740.000 kg om de week daar
op plotseling tot 1 millioen en ver
volgens wekelijks achtereenvolgens
tot 1.3, 2.4 en 3.2 millioen kg te
stijgen. Daarna nam de aanvoer,
eveneens sprongsgewijze, af.
Hetzelfde verschijnsel deed zich
voor in 1940, toen, na de week van
1 tot 7 April, waarin de aanvoer
537.000 kg groot was, hij vervolgens
wekelijks 935.000, 1.1. 1.7, 2.9 eri 4.1
millioen kg bedroeg om de week
daarna plotseling tot 2.1 millioen
kg te verminderen.
Dat de sterke wisseling in 'den
aanvoer weinig bevorderlijk kan zijn
voor een geregelden verkoop van
alle beschikbare hoeveelheden, is
duidelijk.
Eindigt de winter vroeg, dan is
de spinazie in April klaar en volgt
de natuur- de glasspinazie op den
voet, ja, gaan zij in elkander over.
Dit jaar was er een hiaat tusschen
de glasspinazie en die van den kou
den grond.
Een langdurige koude, als de af-
gel»o<pen winter ons heeft ge
bracht, oefent een zeer ongunstige»
invloed op de kwaliteit van de sp$«
nazie en maakt ze behept met aller
lei gebreken. De groente wordt da»
koperkleurig of rood en krijgt spoe
dig neiging tot doorschieten, zooda*
zij lange stelen en weinig blad
krijgt. Ook treedt de wolf ee»
zwam er soms vrij sterk in op.
Is nu de aanvoer groot, dan kiezen
de koopers uit den aard der zaak de
beste partijen eruit, zoodat het zoo
genaamde afwijkend goed moeilijK
is onder te brengen. Is de spinazie
overvloedig, zoodat de veilingprij#
bij voorbeeld zeven cents per kg
bedraagt, en de kleinhandelsprijs
tien a twaalf cents, dan kunnen ook
huisvrouwen met smalle beurze»
zich ervan voorzien. Vertoont de
spinazie afwijkingen, dan geven de
koopers ter veiling, mede, omdat zij*
ook nog transportkosten moeteh ma-
kij, licht de voorkeur aan andere
groenten, die hun minder risico op-
léveren. Wat kan men dan met de
spinazie van mindere kwaliteit
doen? De drogerijen verwerken op
dit oogenblik volop spinazie vaiï
behoorlijke kwaliteit en eveneens
de conservenfabrieken, voorzoover
het vraagstuk van de blikvoorzie»
Aing haar daartoe in staat stelt.
Dezer dagen berichtte een blad,
dat op de Alkmaarsche veiling een'
partij van 550 kisten jonge spinazie
op de mesthoop zou zijn gesmeten.
Een, naar aanleiding van dit bericht
ingesteld, onderzoek wees uit, dat
het hier spinazie van tweede en der
de kwaliteit betrof. Wanneer derge
lijke spinazie op een veiling als de
Alkmaarsche onverkoopbaar blijft,
is er niet altijd een fabriekmatige
verwerking van al de doorgedraaide
hoeveelheden mogelijk.
Aan een inwoner van Alkmaa^
die op het doordraaien van die spi
nazie kritiek had geoefend, werd
eenige dagen later, toen opnieu»]
spinazie werd doorgedraaid, ge
vraagd, of hij er weg mee wist. Hij
gaf het adres op van een drogerij
te Kolhorn, die ze, naar hij meei»
de, zou kimnen verwerken. De spi
nazie werd erheen vervoerd e»
de inwoner van Alkmaar belde en
kele dagen later de veiling op met
de mededeeling, dat die droger»
geen spinazie bleek te kunnen ver
werken. Zoo ziet men, dat de zaak
minder eenvoudig blijkt, dan merv
schen, die de moeilijkheden van het
probleem niet kennen, soms mee-
nen.
Men zegt wel eens. dat doorge
draaide groente ter beschikking va*
de Centrale Keukens ter plaatse
moet worden gesteld, maar een
Centrale Keuken moet haar menu's
vooraf vaststellen om zich van de»
aanvoer der benoodigde grondstof
fen te kunnen verzekeren. Boven
dien zijn de Centrale Keukens
reeds afneemsters van groenten van
eerste kwaliteit en kan men ze niett
met groenten van mindere hoeda
nigheid opschepen. En in het alge
meen zouden, wanneer onverkoop
bare groente zou worden wegge
geven, de handelaren met hun aan
gekochte, hoeveelheden blijven zit
ten. Dan zouden die hoeveelheden
bederven en zou de moeilijkheids
slechts verplaatst maar niet opge
heven zijn.
Het bovenstaande moge erto»
meewerken om te voorkomen, da*
men zich omtrent het doordraaie»
van groènte onjuiste en overdrevenf
voorstellingen maakt.
1®.
Centraal Distributiekantoor:
Louise Henriëttestraat
's-Gravenhage
Telefoon 7 2 0 1 0 Q
Interlocaal letters XX3C
Inspecteur van ket Westen de»
lands:
D. J. Scheffel, OudegraoWL
182, Alkmaar.