OORLOGSSCHADE DE QR00H Visschers trekken de Waal den galgzegen dicht. ifeuilleton Een matte of gebruinde teint staat altijd charmant Met trillende vinnen staat de zalm voor het want. LOONENDE VANGSTEN. Onderlinge Verzekering TfijJ Maatschappij ASSURANTIE BEZORGER 1 486e STAATSLOTERIJ TWEEDE BLAD Amilda-crême, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde teinten. Mat of Bruin. Doos 50 en 25 ct. „uw man EENMAAL snerpt de stoomfluit van de slankgelijnde sleepboot „Anja" over het breede grijze water van de Waal, waarin de regen druppels groote kringen teekenen. En wanneer de geluidstrillingen weerkaatst zijn tegen het bruingrijs gesteente van de stoere water poort te Woudrichem, knik,t boven op het kantoor aan de Waal kade de oude heer Wijnbelt zijn zoon toe: „Zie zoo, de eerste zalm is vandaag gevangen, ze hebben de pijp al weer bijna verdiend!!" Er wordt de laatste weken op de Waal weer met den galgzegen op zalm gevischt, en dat niet alleen, maar er worden ook enkele zalmen gevangen, en dat zou nóg niet veel beteekenis hebben, maar de zalm besomt op het oogenblik geweldige prijzen aan den vischafslag, zes en zeven gulden per, pond, zoodat de vangst op het oogenblik zelfs loonend genoemd kan worden, hetgeen geruimen tijd niet is voorgekomen. Wie iets weten wil over het visschen met den galgzegen op zalm op onze groote rivieren komt onvermijde lijk terecht bij de firma Wijnbelt te Woudrichem, want zij is de eenige onderneming, die zich met dit merkwaardige bedrijf nog bezig houdt, omdat zij daartoe de outillagè bezit, de gewel dige netten en het van een sleuf voorziene vlot, waardoor het net binnengehaald wordt. MIDDEN op de Waal, juist tegen over Woudrichem, drijft de sleep boot, die het vlot, waarop zich de visschers bevinden, stroomopwaarts trekt, tot bij het slot Loevestein, waar het net uitgezet wordt. „Ik zgl u een knecht meegeven, die roeit u dan wel naar het vlot", zegt de heer Wijnbelt, en even later stappen we aan boord van het merkwaardige vaartuig, 'waarmee reeds jaren en jaren de zalmvisscherij op de Waal werd bedreven. Van des morgens vroeg tot laat in den middag trekken de twintig visschers er mee stroom op, stroom af, altijd weer het kleine stukje van Woudrichem naar slot Loevestein en terug. Zeven, acht, tienmaal soms is dc tocht vergeefs, spartelt er hoogstens een enkele fint in het net, maar de elfde keer, wellicht de laatste maal dat dien dag het net werd uitgegooid, kan alles weer goed maken, omdat een geweldige bruising bij het laatste binnentrekken de aanwe zigheid van een zalm verraadt. Van een blinkende, welgedane, dertig pond zware visch, door paaidrang onweerstaanbaar ge lokt naar de paaiplaatsen hooger op aan de rivier, maar die plot seling met trillende vinnen roer loos bleef staan voor het onheil spellende net, dat het water van bodem tot oppervlakte afsloot Het kan echter ook voorkomen, dat die zalm, aan alle kanten om ringd door het doodend gevaar, reeds getrokken binnen de opstaande wanden van de „slep", met een ge weldige noodsprong op het dek van het vlot glibberde, en door de han den van de razende visschers weer in het water verdween, of ook, zich met een ontzagwekkende kracht door de mazen van het net heensloeg, zoodat er niets anders overbleef dan een groot gat en een' paar -schubben En dan wordt er gesakkerd en ge kankerd, dan worden er vuisten ge bald op het smalle vlot midden op de breede rivier, want daar met dien slanken, zilveren knaap verdwenen twee briefjes van honderd even se cuur, als wanneer men ze in het vuur had geworpen. En omdat vol gens een oeroud gebruik de beman ning verdient naar gelang van de opbrengst van de vangst, hebben allen er het grootste belang bij, dat er geen enkele zalm verloren gaat. Stoere kerels zijn het, die dag in, dag uit, de netten door de Waal trek ken. Wanneer men ze in actie ziet, met hun oliejassen, hun zuidwesters, het regenwater druipend van snor of snorrebaard, de gezichten verweerd door jarenlang verblijf op het water, de oogen helderblauw, en handen als smidshamers van het trekken en het roeien, dan kan men zich indenken, hoe de geuzen die onder Lumey de poorten van den Briel rammeiden, er uit zagen, en welk een heilzaam ontzag ze de Spanjolen' ingeboezemd moeten hebben. Volbloed visschers. VOLBLOED visschers zijn het alle maal! Ook al zijn ze veertien maal dt Waal op en af gezeuld, en hebben ze veertien maal voor niets het net binnen boord getrokken, met even veel animo gaan ze den vijftienden keer opnieuw aan den arbeid, steeds weer met het optimisme, dat eiken visscher bezielt, wanneer hij, ook al krijgt hij geen beet, toch altijd weer probeert en probeert, omdat hij weet, dat er visch moet zijn. Terwijl de sleepboot Anja het vlot voor de zooveelste maal naar Loeve stein optrekt, is er even gelegenheid, een praatje te maken met een van de oude visschers er zijn er ver- scheidenen, die de zeven kruisjes reeds lang zijn gepasseerd, maar men zou het hen niet aanzien die maar al te graag bereid is, iets van zijn vak te vertellen: „Ja, meneer, vis schers zijn we hier in Woudrichem allemaal, dat zit ons in het bloed, 't Is alleen jammer, dat de vangsten zoo achteruit geloopen zijn. Vroeger vingen we hier elft, een pracht van een visch; nu is er niet één meer te zien, totaal verdwenen. En met de zaln? gaat het nèt zoo. Ik heb den tijd nog meegemaakt dat de zalmen bij tien, twaalf, ja twintig stuks te gelijk uit de netten kwamen, dat er vangsten werden gemaakt, geweldig! Maar het lijkt wel, of het met de zalm denzelfden weg opgaat van de elft. -Toevallig zijn de laatste weken de vangsten wat beter geweest, maar het was de laatste jaren heel slecht". Veertien dagen zijn de vis schers nu met den galgzegen bezig geweest, en tot dusver hebben ze geen klagen gehad. De eerste week kwamen er der tien zalmen in het net, gemid deld van een gewicht tot onge- veel 30 pond, en als men na- gaat, dat aan den afslag de zalm meer dan zes gulden het pond opbrengt, dan blijkt, dat de besomming van die eerste week over de tweeduizend gul den liep. Met het gevolg, dat de opvarenden ieder met een dik ke 26 gulden weekloon naar huis gingen, voor Woudrichem, en voor de visscherij in het al gemeen, een flink bedrag. De tweede week leek iets minder te zullen worden, maar zeven zal men waren al aan de kade afgele verd, en wanneer men niet twee maal pech had gehad, zouden het er. al negen zijn geweest. Twee kna pen van zalmen ontsnapten op het allerlaatste moment aan vele ver langend grijpende handen En dat is spijtig! In elk geval, de sleep boot, of zooals men in Woudrichem zegt, de „pijp" is al verdiend, het geen beduidt, dat de kosten van de sleepboot, die het vlot moet trek ken, en waarvoor elke week drie honderd gulden betaald moet wor den, er al uit zijn, hetgeen van veel beteekenis is op het loon, dat aan het eind van de week aan de man nen zal worden betaald. Inmiddels heeft de sleepboot ter hoogte van Loevestein vaart ver minderd, en over het vlot klinkt de kreet: „Roeiers, nog twee roeiers!" Het net overboord. ACHT man stappen over in de roeiboot, waarin zich het groote net bevindt, dat nu moet worden uitge zet, en regelmatig plonzen de rie men in het water, terwijl twee man met geroutineerd gebaar het net geleidelijk over boord werpen tot dat het naar beneden getrokken door de zwaarte van de steenreep, bijna de halve breedte van de ri vier van bodem tot oppervlakte af sluit. Het heeft namelijk een leng te van 450 meter, en een hoogte van negen meter. Elke zalm, die hiervoor komt te staan, maakt een slechte kans, want reeds roeien de mannen terug naar het vlot met de treklijn, die aan de bovenreep 1 van het net is bevestigd, en zij trekken zoodoende het net in cirkelvorm, waardoor er voor de visch, die zich vóór en tegen het want be vindt, geen terug meer mogelijk is. En nu, terwijl sleepboot en vlot langzaam afzakken in 'de richting Woudrichem, trekken de mannen gestadig het zware net binenboord, langs de galg, die tot den bodem van het wa ter reikt, en die feitelijk als afsluiting aan den voorkant van het net dienst doet, zoodat de visch ook aan dezen kant niet kan ontsnappen. Men zou deze galg, die verbonden is aan een smalle goot, de zoogenaam de sl'ep, het best kunnen verge lijken met een inrijpoort met hoog oploopende wanden, en langs deze wanden glijdt het net, wanneer het binnengetrok ken wordt. Steeds weer schakelen inmiddels de visschers de aan een bandelier over hun schouders hangende haak in de bovenreep van den zegen, moeizaam trekken zij het net cmhoog, en achter het vlot zien we den door de kurken van den zegen gevormden cirkel steeds kleiner worden, totdat hij nauwelijks meer enkele meters in het vierkant be slaat. En dan nadert het groote mo ment, waarop steeds weer aller aandacht is gespannen, het laatste deel van het net komt in de slep, en uit voorzorg wordt de reep iets boven water getrokken, zoodat een zalm geen gelegenheid zou krijgen, zich over het net heen te werpen. Maar leeg komt het net boven water, alle moeite is tevergeefs geweest, zelfs geen fint komt mee omhoog! En terwijl de regen nog steeds bij stroomen valt, zoodat de oliejassen en zuidwesters druipen dat het een aard heeft, keert de sleepboot Anja om, en trekt het vlot stroomopwaarts naar Loeve stein, waar wéér de roeiers in de boot zullen springen, en het net overboord zetten, tot weer de halve breedte van de rivier hermetisch is afgesloten. Op hoop van zegen! BESTUUR. LCEL VAN HELDEN TUCKER. Uil GROBBEN S-GRAVENHAGE A A. B. BOCKER, Mt. AJL.MONJUN F. E. EVERS Het in onze gezamenlijke afdeelingen verzekerd kapitaal is thans gestegen tot TWEE MUlUUtD GULDEN. Wij mogen dit toeschrijven aan ons systeem, waarbij een voorzichtig evenwicht is betracht tusschen het door verzekerden te brengen offer en een practische schade-regeling, welke op een te verleenen Rijksbijdrage vooruitloopt en deze aanvult. Speciale aandacht wordt thans gevraagd voor onze nieuwe afdeeling G„ waarin ge-den, c e'.dswaardige papieren en kostbaarheden legen molest verzekerd kunnen worden* Vraagt inlichtingen aan Uw (Niet officipel) 6de klasse, 12de lijst Trekking van Vrijdag 6 Juni 1941 Hooge Prijzen t 1500.— 19386 f 1000.— 2194 3377 6240 15224 15552 20697 21349 f 400.— 1283 2231 2930 7112 11516 16855 17480 19608 f 200.— 2747 7035 f 100.— 1013 9411 13322 13597 14593 15940 16681 21686 Prijzen van f 70. 1059 1123 1360 1507 1579 1612 1643 1679 1805 1953 2293 2301 2318 2382 2405 2489 2505 2561 2612 2763 2816 3051 3080 3319 3373 3383 3450 3482 3576 3732 3753 3923 3947 3970 4058 4059 4118 4162 4365 4406 4411 4469 4819 4832 4858 4874 5030 5135 5149 5197 5234 5261 5454 5505 5694 5705 5769 5880 5881 5944 5969 6311 6397 6655 0698 6816 6885 6895 6908 6935 6966 7031 7184 7229 7335 7455 7573 7588 7710 7727 8083 8089 8143 8449 8468 8526 8682 8723 8851 8950 9020 9191 9382 9527 9567 9643 9652 9667 10035 10Ö58 10116 10307 10852 10875 11085 11087 11095 11121 11127 11155 11204 11372 11391 11421 11570 11642 11683 11734 11759 11843 11996 12009 12027 12i 7 12088 12136 12192 12321 12381 12421 12464 12530 12548 12663 12664 12896 12898 12928 12937 13086 13119 13123 13172 13208 J.3363 13015 13618 13748 13780 13786 13811 13933 13975 14024 14040 14076 14115 14254 14301 14313 14318 14342 14424 14571 14654 14662 14684 14976 14999 15069 15138 15292 15398 15509 15713 15721 15739 15879 15963 15998 16082 16176 16458 16579 16670 16700 16729 17131 17203 17310 17469 17486 17499 17847 17848 17896 17963 18152 18246 18290 18350 18430 18520 18530 18573 18617 18671 18794 19049 19103 19154 19310 19349 19363 19380 19431 19529 19550 19573 19575 19659 19714 19776 19817 19951 20099 20201 20393 20465 20753 20851 20853 20967 21038 21218 21243 21301 21307 21474 21486 21696 21725 21737 21895 21904 21955 21965 Nieten 1023 1041 1132 1301 1305 1318 1332 1347 1366 1368 1387 1404 1414 1415 1615 1627 1651 1653 1671 1726 1751 1906 1923 1951 1957 1978 2057 2109 2167 2174 2262 2280 2312 2319 2326 2334 2355 2427 2470 2525 2540 2558 2575 2577 2653 2662 2686 2726 2762 2777 2784 2808 2875 2898 2976 3026 3030 3042 3075 3098 3123 3142 3234 3241 3280 3285 3382 3398 3403 3439 3478 3506 3538 3545 3636 3655 3700 3703 3706 3735 3755 3802 3819 3854 3888 3915 3948 3974 4031 4146 4223 4237 4265 4272 4376 4384 4421 4447 4455 4468 4503 4598 4602 4642 4686 4741 4763 4777 4803 4812 4818 4839 4870 4880 4881 4890 4902 4978 5055 5176 5193 5225 5233 5244 5273 5338 5363 5377 5390 5409 5448 5468 5472 5572 5640 5649 5686 5689 5710 5729 5800 5825 5827 5831 5868 5923 5938 6005 6029 6068 6078 6095 6119 6270 6333 6343 6352 6485 6504 6517 6520 6562 6564 6598 6607 6658 6685 6703 6722 6747 6772 6884 6896 6923 6949 6999 7039 7083 7114 7164 72)1 7241 7270 7362 7369 73E0 7388 - 7478 7479 7507 7538 7577 7606 7697 772'5 7736 7742 7796 7807 7811 7862 7878 7906 7931 8020 8032 8042 8070 8096 8170 8219 8235 8245 8259 8285 8325 8332 8352 8371 8382 8404 8580 8613 8635 8638 8679 8687 8701 8777 8810 8815 8817 8819 8836 8868 8921 9C03 9028 9054 9064 9076 9084 9149 9204 9237 9238 9251 9267 9295 9319 9372 9409 9421 9430 9456 9478 9515 9523 9530 9562 9586' 9593 9602 9687 9721 9722 9728 9762 9812 9860 9900 9944 9955 9974 10004 10009 10016 10064 10164 10176 10185 10262 10292 10298 10418 10437 10456 10459 10461 10463 10479 10507 10546 10556 10616 10639 10696 10713 10726 10769 10777 10793 10806 10833 10930 10940 10965 10996 11013 11056 11099 11108 11189 11193 11242 11267 11270 11306 11348 11380 11387 11423 11492 11600 11617 11627 11662 11727 11731 11735 11754 11800 11867 11884 11905 11914 11926 11947 11994 12033 12059 12080 12134 12182 12185 12215 12219 12229 12238 12307 12371 12388 12437 12467 12500 12505 12574 12595 1259? 12611 12616 12643 12682 12691 12722 12724 12775 12785 12793 12798 12801 12828 12871 12895 12910 12919 12959 13026 13061 13071 13108 13112 13118 13131 13152 13195 13214 13239 13259 13302 13343 13357 13385 13390 13459 13472 13501 13599 13607 13686 13707 13788 13807 13820 13831 13888 13913 13935 13977 13980 13982 14033 14062 14083 14090 14140 14149 14178 14208 14243 14246 14263 14378 14507 14534 14596 14597 14598 14611 14620 14621 14665 14680 14882 15001 15007 15047 15056 15063 15071 15185 15196 15300 15307 15364 15433 15460 15479 15534 15563 15566 15596 15601 15624 35626 15634 15645 15688 15694 15744 15797 15806 15835 15881 15917 15953 15954 15971 16013 16014 16026 16036 16044 16077 16085 16086 16107 16112 16162 16190 16224 16239 16283' 16310 16337 16350 16413 16423 16433 16444 16480 16481 16493 16500 16543 16552 16566 16584 16609 16626 16634 16695 16698 16718 .16740 16743 16793 16835 16879 16898 16922 17032 17039 17077 17097 17115 17128 17167 17175 17220 17237 17292 17300 17329 17363 17410 17417 17452 17509 17552 17306 17650 17707 17740 17765 17816 17869 17877 17881 17882 17886 17924 17931 17933 17987 18007 18027 18037 18058 18113 18139 18170 18241 18279 18314 18348 18384 18421 18450 18451 18453 18463 18407 18475 18477 18499 18539 18548 18564 18570 18616 18640 18707 18728 18745 18778 18797 18817 18827 18883 18891 18904 18916 18924 18953 18993 18997 19021 19057 19083 19092 19105 19107 19138 19152 19179 19207 19242 19259 19347 19374 19394 19418 19445 19482 19517 19593 19600 19634 19639 19S67 19672 19676 19677 19886 19749 19771 19809 19822 19830 19899 19960 19992 20165 20J84 20209 20253 20285 20289 20295 20344 20347 20348 20350 20392 20422 20469 20489 20513 20522 20523 20528 20569 20600 20627 20628 20654 20878 20702 20704 20726 20751 20759 20795 20816 20830 20882 20951 20983 20986 21024 21115 21158 21161 21164 21187 21195 21202 21207 21228 21258 21287 21299 21322 21328 21360 21449 21451 21455 21457 21482 21545 21583 21537 21637 21641 21648 21674 21675 21724 21756 21758 21774 21805 21819 21837 21852 21857 21874 21896 21912 21942 21969 Verbeteringen 5e klasse, He lijst: 5223 m. z. 3253; 3335 f 70— m. z. 3325 f 70.—; 12786 m. z. 12776. door Eleanor Elliot Carroll 26) „Jij wou misbruik maken van mijn toestand hier om me te belee- digen!" zei ze smalend en snijdend. „Geweld gebruiken tegen een meis je, dat je diep veracht en dat je niet zien kan! Als je me nog ooit aanraakt, Robin Lee, dan spring ik in zee! Dat verzeker ik je!" „Maar Gwynne!" verweerde hij zich. „Wees nu toch eens redelijk. Geef me de kans toch, je te bewij zen, hoe ik ben! Wil je dat niet eens doen?" „Dat heb je al genoeg bewezen!" wierp ze hem voor de voeten. „Je bent een lafaard!" En met die woorden verdween ze in de hut. Vuurrood van woede bleef hij stokstijf 'Staan. Plotseling liep hij met groote passen naar de deur opening en keek naar binnen. Ze lag voorover op het bed van mos. „Gwynne!" riep hij gestreng van toon. Ze hief het hoofd op en hij zag de tranen er lang stroomen. Ze scheen te willen opstaan en hield hem argwanend in het oog. Dit verhoogde zijn_ woede. „Ik wil alleen maar dit zeggen", zei Robin heesch, „dat ik je nooit meer lastig zal vallen, of je me een lafaard noemt of niet. Al zouden we nog vijftig jaar op dit eiland moeten blijven. Wat mij betreft, ben'je volkomen veilig. Ik hoop, dat ik het duidelijk genoeg gezegd heb". Voordat ze hem antwoord kon geven, was hij verdwenen. Ze kwam naar de deuropening en zag hem den heuvel afgaan; door haar tranen heen keek ze hem na, tot hi) uit haar gezicht verdwenen was. Daarna wierp ze zich weer op haar rustbed en snikte het uit, of haar hart zou breken. Hoe durfde- hij haar zoo te behandelen, als hij ge daan, had! De herinnering aan zijn kussen wekte haar woede opnieuw. Hij had misbruik gemaakt van haar ellende! Liefde? Hij wist immers niet eens, wat dat woord beteeken- de? Had ze zelf niet gezien, hoe hij Inez in zijn armen gedrukt had? Op dien dag, toen Inez zoo gegild had, dat iedereen naar het dek was gerend, om te zien wat er gebeur de en dat haar nicht tegen me vrouw Maitland had beweerd, dat Robin haar zoo geplaagd had? Dat tooneel zou Gwynne nooit kunnen vergeten. En nu wilde hij haar doen ge- looven, dat Inez hem op slinksche wijze tot een verloving had ge dwongen? En durfde hij volhou den, dat hij toch altijd van haar, Gwynne, gehouden had? Hij was een lafaard! Echt een lafaard! En ze was blij, dat ke hem in zijn ge zicht gezegd had, hoe ze over hem dacht. Maar toen de morgen voorbijging en Robin nog steeds niet terug was, zakte haar woede. Een dobdelijke angst kwam ervoor in de plaats. Ze trachtte op alle mogelijke ma nieren bezig te blijven en afleiding te vinden. De zeemanskleeren had ze in de zon te drogen gelegd; ze sleepte de scheepskist de hut in om als tafel dienst te doen. Ze ra kelde het vuur op, voorzag het van nieuwe brandstof en maakte een maaltijd van broodvruchten gereed. Het werd middag en nog steeds geen taal, noch teeken van Robin. Evenals den vorigen dag stelde Gwynne zich allerlei ongelukken voor, die hem konden overkomen zijn. Een val; een wild dier, waarte gen hij zich zonder eenig wapen niet kon verdedigen. Een verrader lijk stuk drijfzand in de dichte wil dernis. Ze had dergelijke dingen wel eens gelezen .Het was toch mogelijk, dat hij er onverhoeds in terecht was gekomerr. Misschien werd hij op dit oogenblik wel in die giftige diepten omlaaggezo- gen... Herhaaldelijk liep ze naar den top en doorzocht, met de hand bo ven de oogen,de dichte bossehen naar alle kanten, luisterend naar het geringste geluid, dat haar oor trof. Als ze zijn voetstappen maar hoorde! Maar ze hoorde niets' an ders dan het suizen van den wind door de boomen en nu en dan het geschreeuw van een troep vogels, die over haar hoofd vlogen. Die akelige dieren fladderden in wijde kringen om haar rond; het was, om gek van te worden! Het leken we) buizerds of gieren. Het was reeds ver op den mid dag, toen ze hem eindelijk van het strand zag komen en tegen de hel ling opklimmen. Urenlang had zé eraan gewanhoopt, hem nog ooit terug te zien, en toch verborg ze nu terstond haar angsten door een strak masker van onverschillig heid. Ze ging hem met afgemeten waardigheid tegemoet. Ze wees hem op de scheepskist, waarop verscheidene geroosterde broodvruchten lagen. „Je middagmaal", zei ze op ef fen, vormelijken toon. „Ik ben ai klaar met eten". „Wel bedankt" antwoordde hii al even vormelijk. „Ik heb ook a! gegeten. Er zijn hier bananen ge noeg te vinden. En hier is een ko kosnoot". Hij wierp een groot voor werp op den leemen vloer neer. Het rolde in een hoek en bleef daar liggen. Gwynne keek het na, maar ver roerde zich niet. „Zal ik "probeeren dat ding voor je open te maken?" vroeg hij stroef. Zijn stem klonk zoo vreemd, half verstikt en onnatuurlijk. Voor het eerst keek ze hem recht in het ge laat en haar oogen puilden uit van schrik. Zijn gezicht was vlekkerig en zijn oogen rood en gezwollen. Ze zag bovendien, dat hij van koorts stond te rillen. Oogenblikkelijk was al haar af keer verdwenen. Ze liep naar hem toe. en legde haar hand tegen zijn vuurroode wang. Het was ajsof ze een gloeiende plaat aanraakte. Hij brandde van koorts. „Robin!" zei ze hijgend. *,Je bent ziek. Kom, ga gauw liggen, en laat me eens bedenken wat ik voor je doen kan. Kom hier óp het mos liggen". Hij duwde haar hand weg, als was het een gevaarlijk ding. „Ik ben zoo goed als wat!" zei hij brommig. „Ik moet voor van avond nog een andere hut bouwen. Het ziet ernaar uit, dat we heel wat regen krijgen". „Jij doet, wat ik je zeg", gaf ze beslist ten antwoord. Ze trok hem naar het mosbed, door hem voor haar gemaakt. „Wees nou verstan dig. Geen van ons beiden kan zich de weelde veroorloven, ziek te worden. We hebben elkaar veel te veel noodig". Ze dwong hem te gaan liggen. Zijn onnatuurlijk schitterende oogen bleven aldoor op haar gericht, maar hij stribbelde overigens niet tegen. Hij keek haar verlangend na, toen ze naar buiten snelde en de droog geworden kleeren haalde, waarmee ze hem zoo goed mogelijk toedekte. Daarna nam ze de ge roosterde broodvruchten van de kist af, opende het deksel en haal de er een fleschje, dat Robin dien morgen over het hoofd had gezien, uit te voorschijn. Er zat een wit poeder in. „Kinine", zie ze. „Voor ons zijn gewicht in goud waard!" Ze kwam met een blikje water naar hem toe. „Doe je mond open. Het smaakt afschuwelijk, dat weet ik wel, maar je moet het toch innemen". En Robin gehoorzaamde als een gewillig kind. XVI. Wapenstilstand. Robin Lee lag dien verderen dag doodziek te bed. Gelukkig begon hij niet te ijlen, zooals Gwynne ge vreesd had. Hij zei, dat hij zich veel te bezorgd over haar maakte, om aan zijn eigen toestand te kun nen denken. Het hinderde hem, dat hij nu haar legerstede moest inne men, haar voor zich moest laten zorgen en allerlei dingen doen, die hij vond, dat eigenlijk zijn werk waren. Maar hij.was niet in staat, iets te doen. Hij had zware moeras koorts. En terwijl zij bezig was, lag hij voortdurend te mopperen op zichzelf. „Daar lig ik me nou als een stumperig oud Wijf, terwijl jij bezig bent, mos voor een ander bed te verzamelen, hout te sprokkelen, het dak te herstellen en zoo meer. Ik kan het niet hebben! Ik sta op en ga mee aan het werk. We moe ten toch wat te eten hebben, is het zoo niet?" Hij zei dit herhaaldelijk en wierp dan telkens het geïmproviseerde dek van zich af. Doch Gwynne legde het telkens weer recht. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 7