ilslHüp! l BONNEN-NIEUWS. (Week van 9 Juni tot en met 16 Juni). 8 co OQ O B JS .S 'S I S "x c -• 3 si ^31 O I Alkmaarsche Courant No. 45. (VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG). 9 Juni 1941. gs s I s a^aljiö 5 ARTIKEL BON No. GELDIG RANTSOEN Suiker 42 AD 9 Juni t, en m. 6 Juli 1 kilogram Koffie en Thee 34 A D 26 Hei t. en m. 22 Juni 40 gr. thee of 250 gram koffiesurrogaat Brood of gebak 22 BB 24 BB 9 Juni t. en m. 22 Juni 26 Hei t. en m. 22 Juni 200 gram brood of 200 grom roggebrood of 2 rantsoenen gebak 100 gram brood of 1 rantsoen gebak Bloem, brood of gebak 8 Bik. Geldig t. en m. 15 Juni 50 gram brood half rantsoen gebok Aardappelen 05 A K 9 Juni t. en m. 15 Juni 1 ^2 kilogram Melk t. 20 HK 9 Juni t. en m. 15 Juni 13|4 liter melk Boter Slaolie i i i 18 BK 17 BK 17 Vetk. 26 Hei t. en m. 14 Juni 26 Hei t. en m. 14 Juni 250 gram boter 250 grom boter of 200 gram sla- of raapolie 250 gr. boter of margarine of 200 gr. sla of raapolie Vet 18 Vetk. 26 Hei t. en m. 14 Juni 250 gr. boter Vleesch 18 VK 8 Juni t. en m. 15 Juni xxxx) 50 gr. vleesch of een half rantsoen vleeschwaren Vleeschwaren 18 Worst e. d. 8 Juni t. en m. 15 Juni xxxx) een half rantsoen vleeschwaren Rijst, rijstebloem, rijstemeel, rijstgries of gruttenmeel 32 AD 19 Hei t. en m. 15 Juni 250 gram Gort, gortmout of grutten 25 AD 21 April t. en m. 15 Juni 250 gram Havermout, havervlokken, haver- bloem, aard.meelvlokken, gort, gortmout of grutten. 24 AD 21 April t. en m. 15 Juni 250 gram Vermicelli, Hacaroni of Spaghetti 26 AD 21 April t. enm. 15 Juni 100 gram Haizena, griesmeel, sago, aard appelmeel of puddingpoeder of puddingsauspoeder 27 AD 21 April t. en m. 15 Juni 100 gram Kaas 67 en 77 A D 66 en 76 AD 2 Juni t. en m. 15 Juni t. en m. 15 Juni 100 gram per bon Eieren 53 AD en 88 AD 9 Juni t. en m. 15 Juni 1 ei per bon Peulvruchten 52 AD 2 Juni t. en m. 22 Juni 500 gram Zeep 35 AD Bon K Textielkaart 1 Juni t. en m. 29 Juni 1 Hei t. en m. 31 Aug. xx) *i« noot xxx) *ie noot Petroleum PZ periode 10 21 April t. en m. 15 Juni 2 liter O OJ 0 0) a> 0 rj „00 C rj O C CJ W •H CTJ rt C _H ca ft ■J -S n 18 C w CU 1/2 73 nJ rO ri :s t. SH (0 CO W A H 0 0 Pt O) u s 0 "Fj co to W <u 0 2 ■S3 2> O'S 8>W ft re 'S CO 'G o o 5 M s a) 6 )H (U tuo fi 0 M (U tJ u ■SB'SS ei 2 H CO .O ft a i§ 5 CO -4-* OJ qT AU -+J .JJ «J w 'E 10 m ■S-ü 'U O -g "3 ,3 0 0 S-g 2 c u g CO TJ CO T3 0 .sï o 2 W rP M aj -2 o !.S>Sh .S -ö - d o g |h+I O tuO 1 0 Tl rQ <tH I O W SB s «S !3?O'm^<U S Ij uw U N +S at ft7?? -n <0 0> W M j! «So M ggl^psg63 -B g 2 W o S iu S S o gtó O '- 3 ..,- <D w 0 T3 73 :0 0 ••-* ~tr? Hs ■I "S :e? a a 0 <u - W W) 0 P tUOrP .8 0) s s .0 O s 3"S 0) O A! o OJ Bi :0 •H W Distributie-Nieuws HOE ZULLEN WE DIT JAAR ASPERGES ETEN? Martine Wittop Koning schrijft ons: Nu eindelijk de asperges zich in de groentewjnkels vertoonen het koude voorjaar heeft hun komst langer uitgesteld dan andere jaren nu blijft nog de groote vraag, of we er in de gegeven omstandig heden wel gebruik van kunnen ma ken. Immers, een aspergeschotel vraagt om gesmolten of gewelde boter en om hardgekookte eieren, ter wijl noch ons boterrantsoen noch cnze eierbonnen een dergelijke luxe toestaan; een fijne aspergesoep stelt eveneens haar eischen aan den bo- terpot, of wel ze heeft recht op wat room een toevoegsel, dat thans geheel buiten de mogelijkheden valt. Zullen we dus dit jaar den as- pergetijd moeten voorbij laten gaan zonder van deze allerfijnste onder onze Hollandsche groentesoorten te hebben geprofiteerd? We kunnen onzen aspergeschotel opdienen in een vorm, die geen boter en slechts weinig eieren noo- dig maakt en we kunnen het kook nat van de asperges ook het af treksel van de harde ondergedeelten tot een geurig soepje bereiden, desnoods zonder boter en zeker zender room. De volgende recepten geven u daarvan een denkbeeld. Aspergeschotel 1941 (4 personen.) 2 bossen asperges, 200 g (2 ons) kwark, een paar eetlepels melk, wat zout, wat nootmus kaat, 1 a 2 eieren. Breek de harde ondereinden van de asperges af, neem van het over blijvende deel het dunne schilletje weg en schrap voorzichtig het ge deelte van den kop; wasch de asper ges, bind ze in vier bosjes samen en kook ze gaar in kokend water met wat zout (ongeveer y2 uur.) Vermeng, terwijl de asperges ko ken, de kwark met wat melk tot een roomige massa met de dikte van ge welde boter of van stevige mayon naise; vroeg er naar smaak wat zout en wat nootmuskaat bij. Kook 1 a 2 eieren hard. Neem met een schuimspaan de bosjes asperges uit de pan, verwij der de touwtjes en stapel de asper ges op een verwarmden schotel, alle koppen naar één kant. Leg er liefst met behulp van een spuitzakje de kwark in 8 sta peltje omheen met daartusschen telkens een vierde- of een achtste partje ei. Aspergesoep zonder boter (4 personen). 1 liter kooknat van asperges (ook wel het aftreksel van de harde ondereinden), 50 g (5 afgestreken eetlepels) bloem, 60 g (ongeveer 6 volle eet lepels) geraspte niet te oude kaas, 1 dl melk, wat nootmus kaat. Roer op een zacht vuur de melk met de bloem en de kaas tot een samenhangende massa, geheel zon der klontjes. Verdun het mengsel scheutje voor scheutje met het as- pergenat, voortdurend roerende op een zacht vuur, tot de soep de juiste mate van gebondenheid heeft. Voeg er naar smaak wat nootmuskaat aan toe. SMAKELIJK GESMEERDE EN TEGELIJK VOEDZAME BOTERHAMMEN. Ons boterrantsoen, hoe we ook passen en meten, laat geen royaal gesmeerde boterhammen toe; de kans bestaat zelfs, dat in menig gezin de boter niet strekt om alle sneden brood hun deel te geven en dat stroop of jam te hulp worden ge roepen om de boter te vervangen. Dat kan natuurlijk; wie zich de kwestie niet al te diep indenkt, zegt waarschijnlijk, .dat het „heel goed" kan: 't is immers smakelijk, de kin deren houden van zoo'n zoete boter ham en laten ze even goed naar bin nen glijden als de met boter bestre ken snee brood. Beschouwen we het vraagstuk minder oppervlakkig, geven we ons rekenschap van de voedingswaarde, die de met stroop of met jam be legde boterham bezit, dan moet ons oordeel anders luiden. Stroop en jam bestaan zoo goed als uitsluitend uit koolhydraten, terwijl het er juist „in den rantsoeneeringstijd" zoo op aan komt, dat we ook denken aan het op peil houden van het eiwit en van de mineralen in onze voeding. Smeerbare voedingsmiddelen, die het droge brood van een smakelijk laagje voorzien, terwijl ze ons tege lijkertijd eiwit en mineralen toe voeren, bestaan; we vinden ze in de kwark, zooals die als zuivelproduct in den handel voorkomt, en in den hangop, die we van karnemelk zelf kunnen bereiden door op de van ouds bekende wijze de karnemelk uit te gieten in een doek, die in een vergiet is gespreid, met een teiltje of emmertje eronder om het uitdrui pende vocht op te vangen. Eén ding 'dient er dan nog bij te worden op gemerkt, n.l. dat voor ons bepaalde doel het besmeren van de boter ham de hangop zoo stevig moge lijk moet zijn; lang uitlekken (een dag en een nacht b.v.) zal dus de maatregel zijn, die het gewenschte resultaat geeft en ons hangop ver schaft, die a. h. w. „gesneden" kan worden. En dan nog een opmerking. In het uitgelekte vocht zijn voedingsstoffen te verwachten: giet het dus niet weg, maar gebruik het om er rijst, gort of boekweitegrutjes in te koken; als we de pap tenslotte vermengen met wat aangemengd taptemelkpoeder (per liter vocht b.v. 100 g. of 2 thee kopjes), dan hebben we met weinig kosten een voedzaam gerecht, dat uitstekend het middagmaal kan aan vullen. Een zoete broodbelegging, die het in voedzaamheid verreweg wint van stroop of van enkel jam, maken we door de kwark of den hangop te vermengen met een schepje suiker of een lepeltje jam; de hangop, die van karnemelk afkomstig is, zal daar van iets méér vragen dan de kwark, die haar ontstaan aan taptemelk heeft te danken. Wenschen we een hartig brood belegsel, dan staan, behalve het altijd toegevoegde zout, tot onze beschik king: Tuinkruiden (peterselie, kervel, selderij, dragon, bieslook, prei, ui), hetzij één alleen of wel een mengsel van verschillende; fijngehakte uitjes en augurken; wat paprika; HET BEWAREN VAN ETENSRESTEN. Het voorlichtingsbureau van den voedingsraad schrijft ons: Ook voordat verkeerd bewaard voedsel bedorven is, dus terwijl de smaak nog goed is, kan de voedings waarde toch sterk achteruitgegaan zijn. Hier volgen daarom eenige wen ken en raadgevingen, betreffende het bewaren van spijzen voor een korten tijd, b.v. het eten van de centrale keukens. Dagelijks worden er door de cen trale keukens gerechten verschaft, 0.a. verschillende stamppotten met versche groenten en aardappelen. De groenten en aardappelen bevatten vitamine C. Er is niets zoo nadeelig voor vitamine C als de aanraking met de lucht en een lauw warme temperatuur. Dikwijls is er in deze stamppotten melk of taptemelk verwerkt. Voor al na langdurig warm houden is het goed mogelijk, dat deze gerechten, wanneer ze uitstekend zijn afge leverd, toch na eenige uren zuur worden of bederven. Men moet zoo mogelijk vlak voor het eten, de gerechten aan de cen trale keukens afhalen en er een flink gereinigde, goed af te sluiten pan voor gebruiken, daar ook stof en vuil het bederf in de hand wer ken. Mocht er iets van den maaltijd overblijven, dan moet men deze rest zoo snel mogelijk koud laten worden en op een goede plaats bewaren. Een goede bewaarplaats moet: 1. koel, droog en stofvrij zijn. 2. goed gereinigd kunnen worden. 3. vrij gehouden kunnen worden van muizen en insecten. Wordt er thuis gekookt, dan moet men de groenten en aardappelen om bovengenoemde reden, kort voor den maaltijd bereiden en eventueele resten op dezelfde "wijze bewaren. Vleesch: Verschillende slagers leveren al het vleesch voor een distributie-periode tegelijk af aan hun klanten. Het ongebraden vleesch kan men op een koele plaats maar één dag goed houden. Door het zouten of marineeren kan men deze periode rekken. Wil men het vleesch voor langen tijd' bewaren, dan moet men het braden' en met vet bedekken. Melk. Vooral in den zomer is de kans groot, dat de melk zuur wordt. Om dit te voorkomen moet men de melk in een schoone melkkoker of pan in ontvangst nemen, vervolgens zoo snel mogeijk koken, koud laten worden en op een koele plaats weg zetten. Restjes warme melk mogen wat geraspte mierikswortel met een ietsje suiker; wat aangemaakte mosterd; wat geraspte kaas (van een laatste stukje, dat zich niet meer laat snijden). Bepaalde recepten met juist aan gegeven verhoudingen zijn voor deze mengsels niet goed mogelijk: ze berusten geheel op „eigen smaak". Wat vooral voor extra-gelegen heden een aardige afwisseling brengt, is het beleggen van de met kwark of met hangop bestreken sneetjes met plakjes radijs, komkommer of to maat, of wel met geraspte wortel of selderij knol. nooit bij de overige koude melk ge goten worden. Hierdoor zou een lauwwarme temperatuur ontstaan, waardoor het bederf in hooge mate bevorderd wordt. Ook mag geen versche en oude melk bij elkaar ge daan worden. Dit mengsel blijft minder lang goed dan de versche melk afzonderlijk. EEN BLOEMKOOL.... TWEE GROENTEN. Het voorlichtingsbureau van den voedingsraad deelt mede: Het is bij ons Nederlanders ge bruikelijk, dat wij van bloemkool alleen de „bloem" op tafel zien ver- schijnen; de omhullende groene bla deren beschouwen wij ten onrechte als afval. De bladeren van bloemkool zijn minstens even smakelijk als die van groene of boerenkool; bovendien! bezitten ze een. grooter gehalte aan vitaminen dan in de „bloem" voor komt. Er is dus alle reden om èn het blanke binnenste èn het omhullende groen van de bloemkool te gebrui ken, zooals dit trouwens in verschil lende andere 6treken de gewoon te is. Hoe is dat nu mogelijk. Als er van de bloemkool veel van het omhulsel bewaard is gebleven, wordt dit bestemd als groente voor een tweeden maaltijd; de bladeren worden gesneden en goed fijn ge snipperd, met nerven en al, waarna ze met een bodempje kokend water opgezet en op een zacht vuur gaar worden gemaakt (y2 uur). Het over tollige vocht wordt gebonden met een weinig maizena of aardappel meel, waarna door de groente een klein stukje boter geroerd en er naar smaak wat zout wordt bijge voegd. Heeft de groentenboer, om op zijn kar ruimte te winnen, reeds een ge deelte van het groen verwijderd, dan is het restje toch nog wel de moeite waard. Het wordt zeer fijn gehaat of gesneden en bij wijze van peterselie gemengd met de bloem- koolsaus. die daardoor niet alleen een aardige groene kleur aanneemt, maar ook pittiger van smaak en rij ker aan vitaminen wordt. In het bijzonder leenen de bloem koolbladeren zich voor het bereiden van een smakelijke soep. Een ge makkelijk, eenvoudig recept daar voor is het volgende: Groene bloemkoolsoep (4 personen). De buitenste groene bladen van een bloemkool, 1 groote aardappel, 50 gr. (1 theekopje) taptemelkpoe der, 40 gr. (4 afgestreken eetlepels); bloem, 1 liter water, 10 gr, af gestreken eetlepel) boter, wat zout, wat peper en nootmuskaat, een paar takjes bieslook of een preitje. Snipper de gewasschen bloem koolbladeren met de nerven fijn, snijd den gewasschen aardappel in kleine blokjes en laat beide met een bodempje water (ongeveer 20 minuten) samen gaar en droog ko ken. Roer er de door dooreenge- mengde bloem en melkpoeder door en verdun dan geleidelijk het meng sel met water. Laat de 6oep nog even doorkoken tot ze gelijkmatig gebonden is en maak ze op smaaK af met zout, nootmuskaat, peper en fijngesneden bieslook of prei. ,!HCO0i>éiiWp- f-P co jö a> .3 0 O^Q rj M TJ 0 2 re S g feb'P, :2 <u c 0) S B C «Ëc ft-s e 3 x 2 g o r« -P .ft ■S 'So-ü? A ft g S O. ai JJ g B ït x -O 0 -g m w> S "3 B0 "S <U S o +-> CL g a> N <D a ld-* a <u 0 „2 .,1, H - w 3 w <B u H M 0) n .Uf .-jNlj •g g g g^.S-S (29 Juni) A O: Algem. distributiebonboekje 8 B: Broodbanboekje. B K: Boterkaart. Bik.: Bloemkaart. V K: Vleeschkaart. Vetk.: Vetkaart. Mk.: Melkkaart. A K: Aardappelkaart. xx) 150 gram toiletzeep of 120 gram huishoudzeep of 200 gram zachte zeep (oude) of 150 gram (nieuwe samenstel ling), of 300 gram zachte zeeppasta of 250 gram zeep poeder of 600 gram wasch- poeder. fr xxx) Voor mannel. pers. bovenl5 jaar 50 gr. scheerzeep, of één tube dan wel een pot scheer- crême. Op bon Kv.d. textielk. xxxx) Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan worden ge kocht, bedraagt 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund-, kalfs-, paarden- ol schapenvleesch en voor ge rookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte worst soorten, rolpens en knakworst. ,,125 gram voor leverartikelen, tongen worst en nierbrood en 150 gram voor bloedworst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8