f Wederopbouw van verwoeste boerderijen. BROODBELEGSELS. De prinses van de groentenwereld. t sili 5 g-s 1 Rhabarberlimonade. De voedingsraad schrijft over: en dat wordt uitgedrukt door een hooger vermenigvuldigingscijfer. Als b.v. het cijfer voor zindelijkheid van handen en kleeding met twee of drie wordt vermenigvuldigd, is dat voor regelmatig en krachtig melken een uitkomst van een verinenigvuldiging met negen. Zoo bereikt men, dat de candidaten tenslotte een totaal van minstens 146 moeten halen, met als eisch, dat de drie voornaamste eischen: manier van melken, regel matig melken en uitmelken alle 3 absoluut voldoende moeten zijn. En •dat zijn juist de punten, waarop, veel candidaten sneuvelen. De eene koe is gemakkelijker te melken dan de andere. Daarom wor den de beesten aan de candidaten bij loting toegewezen. Iedere candi- daat moet n.l. twee koeien melken. Daar staan ze, de Janna's en de Rika's van het Overijsselsche land, de Hendrikken en de Jannen en er is ter afwisseling ditmaal ook een Suzanna bij. De naam komt op de boerderij niet zoo dikwijls voor. De dames hebben heldere schorten voorgedaan en 'n eendere blauwe doek om het hoofd gewonden, die haar den indruk van geuniformde frischheid geeft. Met de heeren melkers is het niet anders. Ze trokken voor de plechtig heid schoone overalls aan en alle candidaten hebben een schoone bonte handdoek onder riem of cein tuur. Ze zijn uitgerust met een har den borstel en ze plensen ijverig met pompwater, want een melker moet niet bang zijn z'n handen eens een keertje extra te wasschen. En dan natuurlijk in frisch water. Er waren in een lang verleden tijd werkelijk wel eens boeren, die hun knuisten, waarmee ze, zoo van achter de schop of de mestkar onder de koe kropen in de eerste melkstralen eventjes be vochtigden. Van die veehouders zijn deze candidaten de propere tegen stelling. Belangrijke uiterlijkheden. De examinatoren letten op die uiterlijkheden.* Zindelijkheid van handen en kleeding, waaronder be grepen het feit, dat allen het hoofd gedekt hebben, behoort tot de eerste eischen van het examen. En dan wordt Suzanna aanstonds bekend als een goed melkster in de wijze waarop ze haar koe spant, dat wil zeggen, de achterpooten stevig bindt, zoodat niet een onverwachte beweging de emmer onderst boven kiepert. Zoo'n koe heeft den heelen dag in de wei geloopen en gelegen, Is weinig kieskeurig geweest in het zoeken van haar rustplaats en toont mitsdien alle sporen van het weiland in aanklevende ongerechtigheid. Een klap van de zwaaiende staart en iets van die substantie, ofwel het stof van den dag rolt in de emmer en de melk is niet zuiver meer. Daarom borstelt Suzanna de heele achterhand van de koe, zooals dat heet met den harden borstel, die zij bij zich draagt af, ze wascht de spenen en de om ringende deelen alsmede de heele uiter schoon, dan wascht zij bij de pomp opnieuw haar handen en dan melkt ze de eerste stralen in 'n apart bekertje weg. Oudere menschen hebben altijd verteld, dat in die eerste stralen het beste van de melk zat. Maar Suzanna leerde het beter. Het is zoo goed als waardeloos vocht, dat niet bij de andere melk in den emmer mag komen. Hoe zit je onder een koe? Ook dat is een vraag, die gesteld wordt, zij het ook op papier. Suzanna's hou ding geeft er antwoord op en het houden van den emmer is er bij in begrepen. Intusschen is zij met 't eigenlijke werk begonnen. Haar vingerstand is een allerbelangrijkst onderdeel van de melkerskunst. Want zij zijn van invloed op het regelmatig en krachtig melken en op de hoedanigheid der stralen. Onaf gebroken moet het sissende geluid, waarmee de melk uit het koeien- lichaam in den melkemmer bruist worden gehoord en daar moet een schuimmassa ontstaan, die een bewijs is van de kundigheid van de melkster. De laatste drop. En dan wordt er natuurlijk op toegezien, dat de koe „leeg" gemol ken wordt. Dat is niet alleen in het belang van de melk die laatste druppels bevatten een zeer groot vetgehalte doch ook in het belang van de koe. Resteerende melkdeelen gaan, ook in het koeiënlijf, verzuren en ontstoken spenen zijn er het ge volg van. Dat uitmelken vooral is de groote kunst van het melken. Meent de candidaat, dat hij klaar is, dan melkt de voormelker het beest na. En dan mag er, wil de examinandus een voldoende op zijn lijstje krijgen, niet meer dan 10 ku bieke centimeter door den voormel ker in den emmer gemolken wor den. De afwerking van de koe, het op nieuw reinigen van de uier is het besluit. De voormelkers-examinato ren kunnen zich dan al een aardig beeld vormen van de kundigheid van den melker of de melkster. De melk verdwijnt in de groote bussen, die terzijde van het wei land staan. Het schuimt in een heer lijke roomwitte kleur. Wat zit er cl niet in: boter, kaas, poeder, zelfs weefsel voor kleeding en wat niet meer. Neen, het is wel van het aller grootste belang, dat er goed gemol ken wordt, en vooral, dat er zinde lijk gemolken wordt. Dat laatste vormt dan ook de hoofdmoot van de toespraak, waar mee de voorzitter van de examen commissie aan het einde van het examen de diploma's uitreikt. Let op het uitmelken en let op de zin delijkheid. Het gaat om het vette van de melk, dat bij uitstek Neder - landsche product, dat zon en wei te zamen produceeren. De gediplomeerde melker is een waarborg voor den verbruiker, dat hij die melk drinkt zuiver en on vermengd met schadelijke bestand- deelen of stoffen, die er niet in hoor en. Het stelsel van rangen en stan den beperkt zich niet tot onze men- sohenwereld, want ziet ook onder de groenten vindt men er, die maar „gewoon" zijn en andere, die „def tigheid" suggereeren. Er is werke lijk een groote afstand tusschen het bietje en de kool eenerzijds en edele dames als de artisjok en de asperge anderzijds. Ja, de asperge verfijnd en blank en kaarsrechtop "zij heeft waarlijk alle kwaliteiten, om be schouwd te worden als de Prinses van de Groentenwereld! Gelukkig is deze groente op een bepaalden tijd van het jaar niet al te duur, zoodat velen van ons wel eens kunnen ge nieten van haar fijnen smaak. Hoe komt de asperge zoo blank en zoo recht? De blanke kleur is een gevolg van het feit, dat ze een ondergrondsch stengeldeel is, dat tijdens den groei zorgvuldig van het licht wordt af gesloten en ze is recht, daar men haar kweekt op goed losgemaakten zandgrond, waardoor ze zich zonder moeite kan heenwerken. De bloemen zijn geel-wit en han gend, haar vruchten worden ver miljoen-rood van kleur en haar za den zijn driehoekig en zwart. Men zaait op zaai bedden, waarin de jonge aspergeplantjes soms zelfs 2 of 3 jaar blijven staan. Daarna verplant men ze op haar blijvende plaats, in een „aspergebed". De kweeker legt de „bedden" aan, door vooraf los- Tal van variaties mogelijk. Het voorlichtingsbureau van den voedingsraad deelt mede: De broodbelegsels zijn er niet al leen om de boterham smakelijk te maken, zij dienen ook om de voed zaamheid te verhoogen. Nu de gebruikelijke belegsels en smeersels, zooals kaas, vleesch, bo tel en jam in beperkte mate te verkrij gen zijn, is het moeilijker dan an ders de boterhammen zoo te beleg gen, dat zij smakelijk zijn en vol doende voedingswaarde bezitten. Men kan trachten toch met het ge rantsoeneerde uit te komen door de verschillende belegsels een oogen- schijnlijke vermeerdering te laten ondergaan. Eenige voorbeelden hiervan zijn: gewelde boter, geraspte kaas, gesne den boterhamvleesch in een sausje e.d. Het bezwaar hiervan is, dat wel het volume, maar niet de voedings waarde vermeerderd wordt. Er zijn echter ook andere beleg sels, die in het begin vreemd lijken, maar die zeer smakelijk en voed zaam zijn. Zij hebben tevens het voordeel, dat zij zonder boter op de boterham gesmeerd kunnen worden. Te noemen zijn mengsels als: boonen-purée met tomatenpuree, peper en zout; boonen-purée met gehakte of ge raspte uien, al of niet in een weinig boter gaar gemaakt; kwark (wrongel) met fijngesne den garnalen, peterselie en zout; kwark (wrongel) met verschil lende fijngesneden groenten, versche kruiden (peterselie, kervel, selderij, tomaat, radijs, ramenas) en zout; kwark (wrongel) met jam, stroop of vruchtenmoes; gemaakten grond 1 voet diep uit te graven. De tusschenruimten tus schen de bedden hoogt hij op met de verkregen aarde. Na voedings stoffen aan den grond te hebben toegevoegd, wordt tenslotte tegen beide zijden van de greppel een rij planten geplaatst, tegen het uitdroo- gen met een laag aarde bedekt. (Westlandsche methode.) In den winter, die op het aan leggen van het bed volgt, worden de greppels met aarde gevuld, zoo dat het tweede jaar het terrein ge heel vlak komt te liggen. In het voorjaar van het derde jaar begint pas de eerste oogst. Men heeft dan uit de ruimten tusschen de bedden zooveel aarde gehaald, dat de plan ten met een laag van 30 cm dikte zijn opgehoogd en de bedden zien er dan uit als kleine dijkjes. De eerste stengels hebben omstreeks half April, begin Mei, de oppervlakte van het bed bereikt en nu let de kweeker zéér goed op, want zoodra de stengels boven de aarde uitko men, krijgen ze' een blauwachtige kleur en verliezen van haar han delswaarde, hoewel ze dan voor het gebruik even goed geschikt zijn. De aspergekweeker heeft echter een practisch middel bedacht, om dit blauw-worden te voorkomen. Door middel van een goed geschaaf de plank maakt hij de bovenkant der bedden glad en even voordat een stengel, die de oppervlakte na dert, boven den grond kan komen, ziet men daar een barstje in de aar de komen. Dan wordt de aarde tot aan den voet van den stengel weg- gegraven, waarna deze met de hand van den wortelstok wordt getrok ken, of met een speciaal mes wordt afgesneden (bet z.g. „asperge ste ken".) gesuikerde gecondenseerde melk met vruchtenmoes. Zoekt men naar belegsels, die no.g te krijgen zijn, dan heeft men uit stekende voedingsmiddelen in visch, garnalen en groenten. Visch en gar nalen staan in voedingswaarde ge lijk met vleesch en kunnen het bo terhamvleesch zeer goed vervan gen. Zoo kan men b.v. in plaats van ham, rookworst en rookvleesch, ge kookte of gezouten visch nemen. Voor- een warm belegsel leent zich bij uitstek -visch- of garnalen- ragout, met een sausje van melk of vischwater, dat met bloem gebon den is. De verschillende in stukjes gesne den of geraspte groenten vormen een uitstekend belegsel; zij bevatten weliswaar niet de voedingswaarde van vleesch, maar zij bevatten vita minen, die het weerstandsvermogen helpen vergrooten. Deze groen- tenbelegsels moeten niet fe lang van te voren klaar - gemaakt worden; men doet het beste ze aan tafel te snijden of te raspen. De meeste van deze beleggingen smaken heel goed met weinig boter. Als zoet belegsel kunnen ook de versche vruchten dienst doen. Zij bevatten meer vitaminen en vragen minder suiker dan jam. Algemeen bekende groenten- en vruéhtenbelegsels zijn: geraspte wortel, aardbeien of plakjes tomaat, komkommer, ramenas en radijs. Men denkt echter te weinig aan frambozen, bramen, tuinkers, ge raspte knolraap, appel en peer: De groenten of vruchten moeten zorgvuldig gewasschen worden en aan tafel gesneden of geraspt. De smaak wordt nog verbeterd door toevoeging van suiker, zout of een sausje van wat karnemelk met ge raspte ui, zout, azijn of citroensap en afwisselend wat mosterd, aroma, soja of ander smaak en kleur veran derend product. Daarmede zijn de goede zorgen voor onze Prinses der groenten evenwel nog niet ten einde, want een gemakkelijke dame is ze waar lijk niet! Na den oogst moet ze be waard worden op een koele plaats, gewoonlijk in kuipen of betonnen bakken met water, dat voortdurend ververscht wordt. Vervolgens wordt ze „opgebost" en tenslotte ver koopt men haar op de groentenvei- lingen. Dat smaken verschillen komt ook bij de asperge eer tot uiting, want waar de Nederlanders en Duitschers slechts houden van een smetteloos blanke asperge, geeft men in Frank rijk en Engeland de voorkeur aan groente, die den invloed van het zonlicht hebben ondergaan! En tenslotte nog iets over de nede rige afkomst van de edele dame uit Bergen op Zoom of het Westland: in de duinen groeit ze in het wild! Men kan haar daar aantreffen op hooge punten, die 5 meter en meer boven den grondwaterspiegel gelegen zijn en haar lange wortels kunnen door heel deze diepte heendringen, om voedsel te vergaren. In plaats met de voorheen gebrui kelijke gesmolten of gewelde boter kunnen we asperges zeer wel eten met een kwarksaus, wat niet alleen smakelijk is, doch bovendien aanbe velenswaardig uit voedingsoogpunt, want kwark bevat veel eiwit. We vermengen daartoe de kwark met wat melk tot een roomige massa ter dikte van een stevige mayonnaise en maken deze op smaak af met wat zout en nootmuskaat. Zoo kunnerr de asperges met deze kwarksaus en zoo mogelijk enkele partjes hard gekookt ei een zeer smakelijk ge recht vormen. MANYA BEUKMAN. - ca g g 10 -8 til) S <D o -Elc (D d) c '3 R <U O t- is g 3 co bo I <d S: P e.R w iï-S 0) c) 0) bo v T? 11- o* S (D G Jb ■*5 Ti iJCo 3 c S"S 1 10 S a» g 0,S'S -O g-g g W jU 'y Q) O g hÖ ,1P Q) 2 S -g! •E, S WÜc O JU w U S ,-r-j CÜ w> bo 5 G c SÜV <U ■o e" M? C O 0J T! "S O ft m e g v iK i- c m ca p v 3 G .2 Q <u 0) CD u C (1) <D bo q'Ü w> CO <U bO 'G a» 3 rj 4-> b0 G <0 .S C :G> TJ r-. G - p» i <U T3 G w fc Q> a> o.-M C <u G rG -Q -G W S H - B.3 S OJ u-m bO w co G "2 c Q) bO <D <U M Q) o 3 .2 <u va *0 ra C c "M 0) Q) TJ U bO cu GO-O c0 O C0 ft G cu - 12 G O) G CU bo 2 bo tn ?§- iSs n G -rj tn Sm"0 G q) _G TJ G o; o O) - -o CO g g <U -G -4-» G u 3 CU r* O CO <D Zm G q rG Q. CU v 2 WT} G <U *G n cg r< O O G §.-§■§ S S 2 V g 0 hC-G-S - SPC .Si C 33, c. t— G CO G '3 H co Q> a G s TJ 4) T3 G O -Q G u V "S3 co H O) G a rG O G 0) a a o d G? CD 3 0) Q <D Ti o T3 G O Van de 530 thans 454 aanbesteed en gegund. In het belang van de voedselvoorziening. Naar het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening ons meedeelt, is op het oogenblik de wederopbouw van vierhonderd-vier-en-vijftig van de vijfhondérddertig boerderijen, verwoest ten gevolge van maat regelen, door het Departement van Defensie ter verdediging des lands genomen, of ten gevolge van krijgs verrichtingen na het uitbreken van denoorlog, aanbesteed en gegund, tot een totaal bedrag van ruim zes millioen. N Ongeveer de helft der verwoeste boerderijen is vernield als gevolg van onvermijdelijke defensiemaat regelen. De andere helft is het slachtoffer van krijgsverrichtingen geworden. De herbouw geschiedt door het Bureau Wederopbouw Boerderijen, dat onder leiding staat van den heer A. D. van Eek, die als hoofd van den bouwkundigen dienst van de Wieringermeer een schat van er- j varirfg op het gebied van den bcer- derijenbouw heeft verzameld. Het Bureau Wederopbouw Boerderijen ressorteert onder het Bureau Ont ruiming, dat, zooals men weet, een afdeeling is van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening. Het bijzonder snelle tempo van den herbouw der boerderijen is zeer treffend. Het is te danken aan de omstandigheid, dat men in het kader van den algemeenen weder opbouw voor ons land het boeren bedrijf een uitzonderingspositie heeft laten innemen. Dit is ten volle gerechtvaardigd, gezien het pri maire belang van een functionriee- rend-boerenbedrijf voor de voedsel voorziening van ons volk. Als men weet, uit welke distric ten het Bureau'Wederopbouw Boer derijen bestaat, begrijpt men tevens, waar de boerderijen, die moeten worden herbouwd, zich bevinden. Het zijn de districten Amersfoort, Veenendaal, Mill (N.B.); Deurne (N.B.) en Dordrecht. Voorts is er voor de verspreid-liggende boer derijen een district, dat,'evenals het hoofdbureau, te Amersfoort is ge vestigd. Bij de plannen is men uitgegaan van de veronderstelling, dat de vroegere oppervlakte van bedrijf en woning eener vernielde boerderij zou worden gehandhaafd. (Onder „bedrijf" verstaat men het complex van schuren, stallen e.d.) De boer In ons vorig Distributienummer was het recept voor rhabarberlimo nade onduidelijk. De lezeressen vin den hier nu een verbeterd recept: Rhabarberlimonade. 3 kg rhabarber, mooie roode stelen, ongeveer 2 liter water, een vanillestokje. De ongeschilde, in blokjes gesne den, gewasschen rhabarber opzetten met het vanillestokje en alles samen laten trekken. Het vocht mag niet koken. Als alles flink uitgetrokken is de massa door een doek of een paardeharen zeef gieten en zonder persen uit laten lekken.. Nu het sap meten en op elke dl. (klein kopje) vocht 100 gr. of 1 kopje suiker toe voegen. Op elke liter 20 gr. citroen- Kuur toevoegen. Onder nu en dan roeren (zoodat suiker en citroen zuur oplossen) een dag laten staan, 'daarna de schoongemaakte flesschen ermee vullen. Afsluiten met een lapje, niet met een kurk. kan een grooter woonhuis en een grooter bedrijf krijgen, wanneer hij het kostenverschil dadelijk bij betaalt. In enkele gevallen, niet dikwijls, wordt hiervan gebruik ge maakt. De eigenaar draagt in de kosten bij. De eigenaar van de verwoeste boerderij krijgt een deel te dragen van de som der wederopbouwkos- ten en het honorarium van den ar chitect, Zijn deel bedraagt tusschen de tien en vijf-en-twintig percent. De grootte van het percentage tus schen tien en vijf-en-twintig wordt door den leeftijd van het verwoeste gebouw bepaald. Boven tien percent bedraagt het aandeel van den eige naar een half percent voor elk jaar, dat het vernielde gebouw heeft be staan. Heeft het minder dan twin tig jaar bestaan, dan bedraagt het aandeel van den eigenaar toch tien percent, het minimum. Heeft het verwoeste gebouw bijvoorbeeld zes tig jaar bestaan, dan draagt de eige naar niet dertig percent bij, maar vijf-en-twintig, het maximum. Wanneer de schaderegelingscom missie de bijdrage heeft vastgesteld, beoordeelt de belastinginspecteur, of de eigenaar uit liquide middelen het bedrag geheel of gedeeltelijk aanstonds kan betalen. Blijkt dit het geval, dan is hij hiertoe verplicht. Blijkt het niet mogelijk wat meestentijds het geval is, vooral, wanneer de eigenaar een boer is dan neemt hij een hypothecaire in schrijving, waarvan rente en aflos sing vijf percent per jaar bedragen. De hypotheek wordt in dertig jaar afbetaald. Dit komt neer op een rente van 2 3/4 percent. De hypo thecaire voorwaarden zijn dus bil lijk. Aanvankelijk hadden boeren er bezwaar tegen, dat zij een deel van de herbouwkosten moesten dragen. Men wees hen er echter op, dat zij in plaats van het oude gebouw, dat verwoest was, een geheel nieuw ge bouw zouden krijgen, zoodat een bijdrage hunnerzijds in de kosten daarvan alleszins redelijk is. Mis schien zijn er boeren, die alleen Ooor dezen rechtsgrond niet aan stonds volkomen worden overtuigd. Maar de ervaring leert, dat hun stemming verbetert, naai mate het nieuwe gebouw hun voor oogen komt te staan. Zij nemen ook in aan merking, dat de onderhoudskosten Boerderij met schuren in aanbouw (Hoogland). (Foto G. J. Lauwers, Utrecht, Ook heeft het bureau ruim vijftig steenen noodwoningen opgetrokken! die later tot bedrijfsruimten, als varkenshokken e.d., zullen worden, yerbouwd. Tevens heeft het in 1940, reeds vóór het najaar, tweehonderd* vijftig noodstallen, voor vier dub- zend tweehonderd stuks vee, gc« bouwd van. hout, door het Bureau Ontruiming uit de stellingen van. defensie gehaald, en van materiaaH uit de afbraak der verwoeste per» ceelen. Moge het bovenstaande den lezefl overtuigen, dat het Bureau Weder opbouw Boerderijen bezig is, in een. ongekend snel tempo een veelom- vattenden arbeid te verrichten, in het belang eener boerenbevolking van ettelijke duizenden personen en dit is onder de gegeven om standigheden nog gewichtiger ten bate van de voedselvoorziening van ons volk. Een schilderachtig gelegen nieuwe boerderij. (Hoogland). (Foto G. J. Lauwers, Utrecht. van het nieuwe gebouw veel ge ringer zijn en dat de wederopbouw van het bedrijf aanleiding is tot een moderniseering, die een groote verbetering beteekent. Er zijn ongeveer honderdvijftig architecten bij den herbouw be trokken. Toegelaten zijn die, welke in de laatste vijf jaar voldoende er varing van boerderijen-bouw hebben opgedaan. Voor zoover noodig, wor den hun aesthetische adviseurs toe gevoegd. Men acht schablonen- werk uit den booze en streeft er naar, in elke streek des lands boer derijen van het streektype te bou wen. In het schetsplan der architecten moet het districtsbureau in vele ge vallen de noodige versoberingen aanbrengen. Men stelt -zich op het standpunt, dat de bedrijven (dus de stallen, schuren, enz.) zoo goed mo gelijk moeten zijn ingericht en dat bij het woongedeelte luxe behoort te worden vermeden. (Natuurlijk moeten de boerenwoningen wel aan zekere hygiënische en aesthetische eischen voldoen.) De boer wordt volledig in de bouwplannen gekend en is, binnen het financieel-rede lijke, bevoegd," den architect aan- wijzingen betreffende de inrichting van zijn bedrijf en woning te ge ven. Het komt voor, dat op zijn aandrang wijzigingen in de plannen woiden aangebracht. Begrooting en materialen. Het opmaken van de begrooting levert onvermijdelijk zekere moei lijkheden op, doordat de materiaal- prijzen en de arbeidsloonen vrij sterk zijn gestegen. Wat de mate rialen betreft, gedurende een zeke ren tijd kon er weinig hout worden verwacht, zoodat het raadzaam was, ook in het woongedeelte stéenen vloeren te leggen. Nu de houtbe hoefte voorloopig is gedekt, brengt men -daar weer de normale, war mere, houten vloeren aan. In het begin heeft men het stel sel .van. publieke, aanbestedingen toegepast, maar na een korten tijd- drecf het oude euvel van de opzet- gelden de bouwkosten omhoog. De ondershandsche aanbestedingen, weermee men nu werkt, geven een besparing op de bouwkosten. Da Bannemipgssommen beloopen tus schen acht- en vijf-en-veertig dui zend gulden. Men komt, ondanks de tegenwoordige, hooge materiaalprij- zen, tot 'een' vrij behoorlijken, ge middelden prijs per kubieken meter. Krachtig streeft men ernaar, alid boerderijen dit jaar zoo ver gereed te krijgen, dat de oogst er in elk geval in zal kunnen worden gebor gen. Daarom gaat de bedrijïsbouw vóór, al moét het gezin misschien nog eenigen tijd in een noodwoning huizen. Ongetwijfeld is dit laatste, vooral, als de familie talrijk is, on aangenaam. Maar wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen: in dit geval een zoo goed mogelijke voed selvoorziening van ons volk. Geluk kig zien de boerengezinnen zeiven dit over het algemden zeer wel in. Vele boeren hebben na de ver woesting van hun oude boerderij aanstonds zelf noodwoningen ge bouwd. Met de verbetering hiervan heeft het Bureau Wederopbouw, Boerderijen den commissaris voor den afvoer der burgerbevolking ge holpen. Het heeft deze noodwonin gen, ongeveer honderd in getal, dubbelwandig, waterdicht en ooi- overigens meer bewoonbaar ge maakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 8