ND ndel n 78 Ier uur eum METALEN VOORWERPEN MOETEN WORDEN INGELEVERD. Het aangeven van vergaderingen. 10.000 kg. rogge in beslag genomen. HMMA artoire. ERT naarde riist reader aaien". evue's. >1. 2451. per K.G. ars. ■NI TWEEDE BLAD TE RHENEN WORDEN NIEUWE ARBEIDERSWONINGEN GEBOUWD. Een. der lil aanbouw zijnde complexen. (Polygoon) DUITSCHE PARACHUTISTEN TIJDENS DEN STRIJD OM DE STAD HERAKLION Wagenaar t (Foto Archief) OP KRETA. Heraklion is bezet; de parachutisten gunnen zich een korte rust, (Orbis-Holland) ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 19 JUNI 1941. Betreit artikelen van koper, nikkel, tin, lood of legeeringen. Geldt niet voor antiquiteiten e.d. In het Verordeningenblad is op genomen een verordening van den rijkscommissaris voor het 'bezette Nederlandsche gebied betreffende de inlevering van metalen. Hierin wordt het volgende bepaald: Artikel 1. (1) Iedere beschikking over zich in het bezette Nederland sche gebied bevindende voor werpen, welke geheel of voor een overwegend deel uit koper, nikkel, tin, lood of legeeringen daarvan bestaan, is verboden. Het bovenstaande is eveneens van toepassingop metaalvoor- raden, tot het gebruik waar van door het rijksbureau voor non-ferrometalen goedkeuring niet is verleend. (2) Rechtshandelingen, welke in strijd met het in het eerste lid ver vatte verbod worden verricht, zijn nietig. Met rechtshandelingen worden beschikkingen, welke bij wijze van executie of beslaglegging geschieden, gelijkgesteld. Artikel 2. (1) De in het eerste lid van artikel 1 bedoelde voorwerpen en metaalvoorraden moeten worden ingeleverd. (2) Tot inlevering is verplicht hij die over het in te leveren voor werp of de in te leveren metaal- voorraden beschikken kan, ongeacht of dezelve eigenaar, bezitter dan wel houder (bijv. huurder, bewaar nemer, expediteur en dergelijke) is en of deze een publiekrechtelijk lichaam, dan wel een natuurlijke of rechtspersoon is. Wat ingeleverd moet worden. Artikel 3. In het bijzonder moet worden ingeleverd: 1) Door overheidsinstanties en bedrijven: a) Onbereid, onbewerkt en on afgewerkt materiaal en afvalstof fen; b) Alle roerende metalen voor werpen, welke gemist kunnen worden; c) Alle eindproducten, welk ezich bij handelsbedrijven (zooals warenhuizen, winkels) be vinden; 2) Overigens: a) Oud materiaal en afvalstof fen afkomstig uit de huishouding; ■b) Alle roerende metalen voor werpen, welke gemist kunnen wor den, zooals aschbakken, bloempot ten, -rekken, -vazen en -bakken, bonbonschalen, bronzen voorwer pen van eiken aard, borstelgarnitu ren, borstbeelden, emmers, eet- en drinkgerei, stoffers en blik, gongs, haardstellen en schoorsteenmantel- garnituren, kannen, ketels en bak ken, gebakschalen, bekers, luchters, metalen vazen, afbeeldingen in me taal, fruitschalen, rookgarnituren, doozen, schalen, zeven, schrijfgerei, en schrijftafelgarnituren, houders en standaards voor lucifers, pre senteerbladen, tafelstukken, vazen, vogelkooien en -standaards en andere gebruiksvoorwerpen. Artikel 4. (1) De verplichting tot inleve ring- geldt niet ten aanzien van 1) Openbare monumenten en gedenkteekenen op graven; 2) kerkklokken; 3) voor den kerke- lijken dienst bestemde gebruiks- en andere voorwerpen in kerken en kapellen; 4) orgels en hun onder deden; 5) museumstukken; G) het) .geen behoort tot eenige volks dracht; 7) orde teekenen en eere- teekenen; 8) gangbare munten; 9) voor overheidsinstanties en be drijven a) Alle voorwerpen, welke het in stand houden en de veiligheid van de technische bedrijfsuitoefe ning dienen en welker onmiddellij ke vervanging onvoorwaardelijk noodig zijn, voor zoover deze ver vanging niet kan geschieden door voorwerpen, die niet ingeleverd behoeven te worden; b) Onbereid, onbewerkt en on afgewerkt materiaal en afvalstoffen van eiken aard, welke voor de ge regelde voorziening van het bedrijf noodig zijn en tot het gebruik waarvan door het rijksbureau voor non-ferrometalen goedkeuring is verleend c) Onbereid, onbewerkt en on afgewerkt materiaal en afvalstoffen van eiken aard, waarop voorschrif ten van van het rijksbureau voor non-ferro metalen betreffende de verplichting tot het houden van voorraadboeken en tot aanmelding, alsmede betreffende de verwerking en de verplichting tot aflevering van toepassing zijn en welke zich ten behoeve van de metaalverwer king bij bedrijven op het gebied van den metaalhandel, van den handel in oude metalen of van de metaal winning bevinden; 10) Overigens alle voorwer pen, welke bij voortduring gébruikt worden en welker onmiddellijke vervanging onvoorwaardelijk noo dig zou zijn, voor zoover deze ver vanging niet kan geschieden door voorwerpen, welke niet ingeleverd behoeven te worden. (2) De in lid 1 omschreven voorwerpen vallen niet onder het in artikel 1 vervatte verbod. Artikel 5-, (1) De verplichting tot inlevering geldt wijders niet voor die voorwerpen, welke 1) een hooge wetenschap pelijke, geschiedkundige of kunstwaarde hebben; 2) als antiquiteit en als handwerk als waardevol volks- goed te beschouwen zijn. (2) De in lid 1 aangeduide voor werpen dienen door de i artikel 2, lid 2, genoemde pei'sonen binnen den in artikel 8 aangegeven ter mijn bij het plaatselijk bevoegde inleveringsbureau, bedoeld in art. 7, lid 2 én 3, allereerst te worden aangemeld. (3 Het inleveringsbureau on derzoekt de bij de aanmelding (lid) verstrekte gegevens. De in artikel 2, lid 2, genoemde personen dienen daartoe gelegenheid tot be zichtiging van een aangemeld voor werp ter plaatse te geven en het zelve aan de met het onderzoek be laste personen op hun verlangen te overhandigen dan wel te doen over handigen, bij gebreke waarvan het voorwerp is te behandelen als had het onderzoek het hieronder in lid 6 te omschrijven resultaat gehad. (4) Mocht bij het onderzoek blijken, dat het voorwerp op grond van het bepaalde bij lid 1 niet on der de verplichting tot inlevering valt, dan dient een en. ander bij de schriftelijke aanmdeling (lid 2) te worden vermeld en dient hetzelve den aanmelder te worden terug gegeven en door laatstgenoemde te v/orden bewaard. Is het voorwerp aan een met het onderzoek belasten persoon overhandigd, dan dient hetzelve onverwijld aan den aan melder teruggeven te worden. (5) Blijkt bij het onderzoek, dat het voorwerp wel is waar onder de verplichting tot inlevering valt, doch dat om redenen, van billijkheid meer dan de metaalwaarde vergoed moet worden, dan is het voorwerp indien, zulks nog niet het geval is geweest onverwijld bij het plaatselijk bevoegde inleverings- bureau in te leveren. Tegelijkertijd kan het in artikel 6, lid 2, bedoelde verzoek worden gedaan; het aldaar voorgeschreven rapport kan door een schriftelijke uiteenzetting van den.geen, die het onderzoek heeft verricht, vervangen worden. IN ENKHUIZEN IS MEN BEZIG MET DE VERBREEDING VAN DE GRACHTEN VAN DE VROEGERE VESTING. De gracht nabij de Koepoort wordt onder handen genomen. (Polygoon) (6) Blijkt bij het onderzoek, dat het voorwerp onder de ver plichting tot inlevering valt, zonder dat nochtans een geval, als bedoeld in lid 5, bestaat, dan besluit het mleveringsbureau of de met het onderzoek belaste persoon tot in houding. In een dusdanig geval is aitikel 6 niet van toepassing. Artikel 6. (1) De tot inlevering verplichte persoon (artikel 2, lid 2) ontvangt, indien hij zulks verlangt, van het Rijk der Nederlanden de metaal- waarde van het ingeleverde voor werp vergoed. (2) Voor ingeleverde voorwer pen kan in bijzondere gevallen op verzoek een hoogere vergoeding worden uitgekeerd. Dit verzoek dient vergezeld te ggan van een rapport van een, beëedigd deskun dige omtrent de waarde van het voorwerp. Artikel 7. (1) De inlevering geschiedt voor iedere gemeente afzonderlijk. (2) Rij.ksduitschers, die niet ingevolge par. 5 van de eerste ver ordening tot uitvoering van de rijksburgerwet van 14 November 1935 Jood zijn of als Jood worden aangemerkt, moeten de inlevering ■verrichten bij den met de uitvoe ring der metaalinlevering belasten ..Ortsgruppenleiter" van het Ar- beitsbereich Niederlande" der Na- tionaal-Socialistische Duitsche Ar beiderspartij. (3) Alle overige tot Inlevering verplichte personen moeten de in levering verrichten bij inleverings- bureaux, welke vanwege de ge meenten uiterlijk op 10 Juli 1941 moeten zijn ingesteld. (4) Uiterlijk op 1 Juli 1941 wordt voor de in lid 3 bedoelde in- leveringsbureaux de wijze van in levering, van onderzoek (artikel 5) en van vergoeding (artikel 6) door de secretarissen-generaal van de betreffende departementen ge regeld. (5) De burgemeesters zijn. er voQr verantwoordelijk, dat de in levering bij de in lid 3 bedoelde in- Isveringsbureaux ten volle plaats vindt. Artikel 8. De inlevering moet uiterlijk op 10 Aug. 1941 beëindigd zijn. Artikel 9. (1) hij die 1) de verplichting tot inleve ring opzettelijk of door zijn schuld niet nakomt, of 2) opzettelijk of door zijn schuld in strijd met het bepaalde in artikel 1 over in te leveren voorwerpen of metaalvoorraden beschikt of 3) ingeleverde voorwerpen of metaalvoorraden opzettelijk weder rechtelijk zich toeeigent, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vijf jaar, en met geldboete tot een onbeperkt bedrag of met' een 'dezer straffen. (2) Met dezelfde straffen wordt gëstraft hij die 1) tot een feit, als bedoeld in het eerste lid, aanzet of zich daar voor aanbiedt, of 2) op zoodanig aanzetten ingaat of zoodanige aanbieding aanneemt. (3) In buitengewoon ernstige gevallen dient gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar te worden opgelegd. (4) Feiten, als bedoeld in het eerste en tweede lid, worden be schouwd als misdrijven. (5) Wordt het strafbare feit be gaan in het bedrijf van een rechts persoon, dan wordt de strafvervol ging ingesteld en de straf uitge sproken tegen hem, die tot het ple gen van het feit opdracht gaf of die de feitelijke leiding had bij het verboden.handelen of nalaten. Artikel' 10. Naast de straf kan ook de ver beurdverklaring van de voorwer pen of metaalvoorraden, waarop het strafbare feit betrekking heeft, uitgesproken worden. Artikel 11. In overeenstemming met het be paalde bij het besluit no. 71/1941 met betrekking tot de berechting van strafzaken, rakende het econo misch leven, oordeelt de economi sche rechter bij uitsluiting over misdrijven, als bedoeld in artikel 9. Artikel 12. Deze verordening treedt heden in werking. ALS DE ZON AL TE FEL SCHIJNT, moeten de tuinders te Loosduinen hun kasruiten met witkalk besprenkelen, anders verbranden de groenten. ((Polygoon) Het gisteren verschijnend nieuw verordeningenblad bevat een wijzi ging in de verordening no. 24-1940 ter verzekering van de openbare orde in Nederland. In deze verordening luidt par. 2, lid 4 voortaan aldus: (4) De bepalingen der leden 1 en 2 gelden niet voor: 1) Vergaderingen met een. zuiver godsdienstig of artistiek karakter en besloten gezelschappen; 2) Vergaderingen van anderen aard dan die, bedoeld in lid 2, indien aan haar niet meer dan twin tig personen deelnemen. Dit besluit treedt heden in werking. De wijziging brengt een verscher ping inzake overeenkomsten van minder dan 20 personen. Aan de Belgische grens, bij Bu- del, werden de laatste dagen door ambtenaren en marechaussee ruim 10.000 kg. rogge en groote partijen levensmiddelen in beslag genomen. In de Zaan verdronken. - Gis termiddag is te Zaandam het vier jarig jongetje A. B. bij het spelen nabij de Peperstraat in de Zaan ge raakt en verdronken. BESCHERMING VAN PARTIJ UNIFORMEN. Het verordeningenblad bevat een verordening van den rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende het verleenen van een vergunning, als bedoeld in par. 5 van de Duitsche wet tot be strijding van arglistige aanvallen jegens den staat en de partij en tot bescherming van de partij-unifor men. Hierin wordt o.m. bepaald dat de vergunning om bij wijze van be roep door de partij als officieel toe gelaten uniformen, deelen van uni formen, weefsels, vlaggen of onder scheidingsteekenen van de natio- naal-socialistische Duitsche arbei derspartij, haar vertakkingen of de bij haar aangesloten organisaties in de uitoefening van een bedrijf te vervaardigen, in voorraad te hou den, ten verkoop aan te bieden of op andere wijze in het verkeer te brengen, wordt verleend door den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris- generaal voor bijzondere aangele genheden). NAT ZAAGSEL IN PLAATS VAN VET. Voor 50 verkocht. Een koopman uit Arnhem bood een bakker in Nijmegen een groot pak vet aan, bestaande uit vijftig pakjes en vroeg daarvoor den prijs van ongeveer vijftig gulden. De bakker ging op den koop in en zou dé partij vet in een winkel in ont vangst nemen. De zg. koopman zette het pak in den winkel met het verzoek om het pak voör hem te bewaren. Toen de bakker kwam, trad ook de koopman den winkel binnen en gaf het vet aan den bak ker over, om verder op straat af te rekenen. Dat gebeurde. Toen de bakker thuis kwam, bleek het vet te bestaan uit nat zaagsel. Het siganlement van den bedrie ger werd aan de politie opgegeven en deze kon hem later in de stad arresteeren. Het bleek te zijn ze kere van R. uit Arnhem, die zich reeds meer aan dergelijke practij- ken had schuldig gemaakt. Hij is aan de justitie overgeleverd. GIETHOORNSCHE PUNTERS BLIJVEN VAREN. De A.N.W.B. deelt mede, dat na overleg tusschen den burgemeester van Giethoorn en de Duitsche auto riteiten deze laatsten hebben goed- gevondèn, dat de z.g. „punters" te Giethoo-n gebruikt kunnen worden voor dezelfde doeleinden, waar voor zij benut werden vóór het in werking treden van de verordening op de kustverdediging. Deze be langrijke beslissing maakt 't moge lijk, dat Giethoorn zijn voornaam ste attractie en daarmee zijn ka rakter van toeristisch centrum kan behouden. Er wordt echter op ge wezen, dat de toegestane verzach ting op de verordening alleen geldt voor de z.g. .punters". GESCHENK VAN DUITSCHE AAN ONZE JEUGD. Het A.N.P. meldt: Zooals al door een radio-interview en door uitlatin gen van Hauptbannführer dr. Lin- denburger voor de vertegenwoor digers van de pers bekend is, gaf Obergebietsführer Rodatz, Haupt- amtchef in de Reichsjugendführung, een prachtig geschenk van de Hitler- Jugend aan de Nederlandsche jeugd, n.l. een nieuwe jeugdherberg in de buurt van het Bloemendaalsche strand. De jeugdherberg zal over 250 bedden beschikken. In de duinen komen nog uitgebreide sportterrei nen voor de Nederlandsche jeugd. BOMMEN OP ONS LAND. 's-Gravenhage, 18 Juni. Het A.N.P. meldt: Ook in den afgeloopen nacht vlogen vrij veel Britsche vliegtui gen boven ons land en wierpen een aantal brisant- en brandbommen hier en daar op willekeurige wijze omlaag. De aangerichte schade had over het algemeen weinig te bedui den, slechts in een dorp in het wes ten des' lands werd door een dozijn bommen een groep woonhuizen ge troffen met als gevolg, dat een tien tal huizen werd vernield en een groot aantal huizen lichtere schade kreeg, met name glasschade. Bij de zen aanval werden helaas drie bur gerlijke personen gedood, twee zwaar en één licht gewond. UITGESLOTEN SLAGERS. Het Rijksbureau voor de Voed selvoorziening in oorlogstijd maakt bekend, dat wederom 29slagers wegens frauduleuze slachtingen of het voorhanden hebben van vleesch, afkomstig van frauduleuze slachtingen, voor geruimen tijd van het verkrijgen van een toewij zing van vee en vleesch door de Nederlandsche Veehouderijcentrale is uitgesloten. Tot hen behooren de slagers C. G. M. van 't Hoof te Be verwijk, P. J. Korver te Alkmaar, J. Kuitwaard te St.-Pancras, J. Ootemand te Bovenkarspel en J. Castricum, Breedeweg 36, Castri- cum. Meisje verdronken. - Gister middag is op den Gravëndijkwal te Rottei'dam een doodelijk ongeluk gebeurd. Het 5-jarige meisje P. de Groot, uit de Bajonetstraat, ge raakte tusschen den dam en den tunnelwand van de tunnel aan den Beukelsdijk waar ongeveer drie nteter water staat. Een wachtsman bracht het kind op het droge, doch spoedig na aankomst in het zieken huis bleek het slachtoffertje te zijn overleden. In een mestkuil verdronken. Gisteren is het driejarige zoontje van den landbouwer Cox te Maasniel achter de boerderij in een mestkuil gevallen en verdronken. De vader vond het lijkje, terwijl de moeder afwezig was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 5