GAS EN ELECTRICITEIT. LAND- EN TUINBOUW Vroeggerooid pootgoed. Stoppelgewassen. Ingrijpende veranderingen te Brussel. Om het ontvlaamschingsproces tegen te gaan. ^euMetm f)E VREESEUJKE W VERDENKING WEEST ZUINIG MET k TWEEDE BLAD NEDERLANDSCHE AMBULANCE VRAAGT UW STEUN. Onder de witte vlag met het roode kruis zal straks de Nederlandsche ambulance naar het Oosten trekken om de wonden te heelen, die de gi gantische strijd, welke daar gevoerd wordt aan weerszijden slaat. Het Nederlandsche volk zal deze onbaat zuchtige hulpactie natuurlijk: steu nen. Immers, ons volk staat bekend om zijn charitatieven inslag. Nimmer werd vergeefs een beroep gedaan op ons volk, als het er om ging, den nood elders te lenigen. In dubbele mate dus, wanneer het onze eigen landszonen betreft. Nederlandeis, kent Uw plicht! Helpt mede aan het tot stand komen en het inrichten van de Nederland sche ambulance van het Vrijwilli gerslegioen Nederland. Stort uw bijdrage ook de klein ste is welkom op girorekening no. 8 7 6 0 0, ten name van de Neder landsche ambulance, Koninginne gracht 22, 's-Gravenhage. GEEN JODEN OP ZWOLSCHE VEEMARKT. Het A. N. P; meldt: Ter handhaving van de openbare orde en van de veiligheid van het openbare leven in de gemeente Zwolle, en in het bijzonder daar, waar de handel in vee pleegt plaats te vinden, heeft de commissaris van politie te Zwolle het volgende bepaald: Het is aan Joden, in den zin van artikel 2 van verordening 6, 1941, verboden zich te bevinden op de veemarkt en aangrenzende straten en andere plaatsen in de gemeente Zwolle, waar handel in vee pleegt gedreven te worden. Handelingen, in strijd met dit voorschrift, zijn overtredingen en worden overeenkomstig artikel 43 der verordening 138, 1941, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden en met geldboete van ten hoogste duizpnd gulden, of met een dezer straffen. INZENDING NEDERLANDSCHE TOONEELSTUKKEN. Het departement van volksvoor lichting en kunsten deelt mede, dat aan den oproep tot het inzenden van tooneelstukken aan de afdeeling theater en dans van het departement op veler verzcek door meer dan honderd Nedeiianders gevolg werd gegeven. Op veler verzoek is de sluitingstermijn voor inzendingen later gesteld, n.l. op 16 Aug. a.s. Het vroeg gerooide pootgoed is niet zoo gemakkelijk houdbaar als 'het laatgeropide wegens het ge makkelijker optreden van ontvel lingen, het spoediger slap ..worden en het sterker kiemen. Het vroeg gerooide pootgoed moet daarom met zeer veel zorg behandeld wor den. Het rooien moet met de noo- dige voorzichtigheid geschieden en ook na het rooien „mishandele" men het pootgoed niet! Het beste is de aardappelen, die men vroeg rooit .direct in zoogenaamde aard- appelkiembakken te brengen, zoo dat zij verder geen behandeling meer behoeven te ondergaan. Hoe wel de aanschaffing van kiembak- ken uitgaven met zich brengt, meenen wij toch aan hen, die niet over zulke bakken beschikken, den raad te moeten geven, ze alsnog aan te schaffen. De bakken wor den voorloopig in een luchtige koele bewaarplaats opgeborgen. De koestal zal veelal voor dit doel zeer geschikt zijn. Tegen den win ter worden zij op een vorstvrije plaats gebracht, waarbij er zoo veel mogelijk voor wordt ge zorgd, dat het licht tot de aard appelen kan toètreden. Bewaring in het licht houdt n.l. de kieming tegen en bevordert het vormen van korte, stevige kiemen. Wan neer men de beschikking heeft over een glazen poterbewaarplaats, brengt de bewaring van vroegge rooid pootgoed zeker geen bezwa ren met zich. Het verdient echter de voorkeur de vroeggerooide aardappelen niet al te vroeg in de bewaarplaats te brengen of anders deze in de warme maanden eenigs- zins af te schermen. Beschikt men niet over kiem- bakken, dan zullen de vroegge rooide aardappelen óf op een hoop op een vorstvrije plaats óf in kui len bewaard moeten worden. Men zorge er dan vooral voor, dat de aardappelen niet te dik komen te liggen. Bij het aan de hoop leggen van vroeggerooide aardappelen mag deze niet te breed zijn. Hoe smaller de aardappelhoop ,hoe beter. Men bedekke de hoopen nimmer met aardappelloof, ook niet tijdelijk, rnet het oog op het gevaar voor op treden van de aardappelziekte of Alternaria. De bedekking van den hoop kan bestaan uit een dunne laag stroo of riet, dié met wat grond wordt vastgelegd. Het win- terdek wordt zoo laat mogelijk aangebracht. Het volgend voor jaar moet nagegaan worden hoe het met het spruiten der aldus be waarde aardappelen gesteld is. In dien mogelijk brenge men ze dan- op een vorstvrije plaats in het -licht, waar ze dun worden uitge spreid. Bij het vroeg rooien krijgt men natuurlijk minder opbrengst. Waar het in dit geval echter alleen om pootgoed gaat, dus om het aantal pootbare knollen, speelt deze ver laging in opbrengst geen groote rol. Hierbij komt, dat zonder be zwaar de geheele opbreengst, met uitzondering van het kriel, voor pootgoed gebruikt kan worden. Men beperke dit dus niet 'tot de poters alleen. De groote knollen kunnen n.l. gesneden worden, wat het best geschiedt enkele weken voor het pooten. De aardappelen worden van kop naar naveleind gesneden en wel zoo, dat de helften bij'het naveleind nog iets aan el kaar blijven zitten. Even vóór, of tijdens het poten worden de helf ten Van elkaar gebroken. Een eerste vereischte is, dat de gesne den aardappelen luchtig bewaard worden, daar anders kans op rot ting bestaat. Nadere inlichtingen worden ver schaft door den Plantenziekten- kundigen Dienst te Wageningen, de bij dezen dienst werkzame amb tenaren buiten Wageningen, als mede door de Rijksland- en Tuin- bouwconsulenten. In verband met het feit, dat deze winter zeer waarschijnlijk weinig of geen krachtvoer voor het vee beschikbaar zal zijn, is het meer dan ooit noodig, dat op het eigen bedrijf een zoo groot mogelijke hoeveelheid ruwvoeder gewonnen wordt. Het vrijkomende bouwland zal dan ook zooveel mogelijk pro ductief gemaakt moeten worden door het telen van stoppelgewas sen. Voor nateelt komen verschillen de gewassen in aanmerking. Na vroeg het veld ruimende gewassen, als vroege aardappels, erwten, vlas, enz., kan men bijv. mergkool plan ten of stoppelknollen, Wester- v/oldsch raaigras, wikken of een mengsel van haver en wikken zaai en. Op late stoppels kan men nog met succes boterzaad, gele mosterd of spurrie verbouwen. Voor 'mergkool zijn de vroegste stoppels de beste. Na latere vruch ten verkrijgt men alleen hooge op brengsten als de winter laat invalt. DOOR PHILIPPA PRESTON 30) „Nee, maar ik kan er toch niets aan doen, dat ik er verwonderd over was? Kun jij je niet voorstel len,-Shane, hoe weinig ik me op mijn plaats voel? Jij bent schatrijk. Ik ben een arme stumper en weet niets af van jou en je levenswijze. Ik voel me jaloersch op alles, wat niet van mij is". Shane bracht de pan, het mes en het electrische kooktoestelletje naar zijn keuken terug, kwam naar het tafeltje toe en schoof een stoel voor Audrey bij. „Dus jij denkt, dat ik je alleen maar het hof maak, om zoodoende je stilzwijgen te koopen! Wel een prettig idee, dat je mijn betui gingen dap zoo hoog schat, dat ik er jouw getrouwheid mee zou kunnen betalen". Ze zag hoe woedend hij was. Ze zag Shane, zooals ze hem nog niet gezien had, als den man, die strij den en lijden kon en de heele we reld verwenschen, zooals hij steeds had gedaan, voordat zijn le ven door de misdragingen van Sonia verbitterd was. Ze nam den stoel van hem aan en zette zich neer. Dit was hun eerste twist en, die storm was ontstaan tengevolge van haar twijfelingen. Ze bedekte de oogen met haar handen -om den stroom van tranen, dien ze nooit zou hebben, als ze niet zoo doodop was geweest, te verbergen. Het volgende oogenblik lag ze in zijn armen en droeg hij haar naar den divan, waarop hij haar neerlegde. Hij knielde naast haar neer, en streelde haar de haren glad, om haar toch maar niet zijn verlangen,t dat hem verteerde, te doen voelen. „Liefste liefste, ik- houd toch zoo van je. Geloof me toch, anders loopt ons heele leven gevaar. We zouden het niet kunnen uithouden, als we niet van elkaar hielden. Ik heb je lief. Als dat niet zoo was, dan zou ik wel met je trouwen en het er maar op wagen, wat er ook van kwam. Geloof je dan niet, hoe doodelijk ellendig ik het vind, je alleen te moeten laten werken en ploeteren en voor jezelf zorgen?" Hij nam haar handen, drukte ze tegen zijn wang en kusttj ze. Toen hij haar losliet, richtte ze""zich op, veegde haar oogen af en trachtte te lachen. „Goeie genade, lieve jongen, on ze omelet!" Shane begreep heel goed, dat al leen haar moed haar in staat stel de, tot de gewone dingen van het dsgelijksche leven terug te keeren. Men neme gezonde, flink ontwik kelde planten, die een week of acht oud zijn. Het planten kan geschie den met de schop, terwijl men ze soms ook wel achter den ploeg, en dan om de andere voor, legt. Dit laatste valt in een droge, losse bouwvoor niet mee, terwijl het bij langdurige droogte méér risico geeft dan het planten met de schop. De standruimte is afhankelijk van de groeivoorwaarden. Naarmate men vroeger plant en de grond in een betere conditie verkeert, zal men de planten ruimer kunnen zetten.' Veel gebruikte plantwijdten zijn 50 x 50, 50 x 40, 40 x 40 en 40 x 30 cm., wat overeenkomt met resp. 40.000, 50.000, 62.500 en 83.000 planten per ha. Evenals andere koolsoorten, vraagt mergkool veel stikstof en kali. Zoo mogelijk geve men dus gier of 200 kg. kalizout 40 pet. en 300 kg. kal- kammon of 400 kg. kalksalpeter per ha. De opbrengst van mergkool be draagt gemiddeld pl.m. 45.000 kg. met een droge stofgehalte van 10 pet. en 20 pet. ruw eiwit in de drogestof. Een ha mergkool levert dus pl.m. 900 kg. ruw eitwit, hetgeen méér is dan eenig ander nagewas. Stoppelknollen leveren een groo te hoeveelheid ruwvoeder (gemid deld 40.000 kg. per ha) met een droge stofgehalte van 10 pet. en 15 net. ruw eiwit in de droge stof. De waarde zit voor een groot deel in het loof,dat ongeveer de helft van de totale droge stof-opbrengst en ruim 60 pet. van het ruw eiwit le vert. Tot half Augustus kan men nog met een redelijke kans vop succes herfstknollen. zaaien. De benoodig- de hoeveelheid zaaizaad bedraagt pl.m. 2,5 kg.-ha. Het meest productieve ras is de Jobe-stoppelknol, die bovendien gemakkelijk rooibaar is. Dit laatste is vooral voor de zwaardere gron den van groote beteekenis. Het gewas is evenals mergkool dankbaar voor stikstof en kali. Van Westerwoldsch raai heeft men 40 kg. zaaizaad noodig. Bij vroege zaai- en gunstige groeivoor waarden kan het gewas hetzelfde jaar 2 sneden geven. De gemiddel de opbrengst bedraagt 20.000 kg.- ha met 10 pet. droge stof en' 20 pet, ruweiwit in de droge stof. Een bezwaar is, dat Wester woldsch raai een dorre stoppel met een slechte structuur nalaat. Wel licht zou men dit bezwaar eenigs- zins kunnen ondervangen door ge lijktijdig 45 kg. roode klaveb te zaaien. Wikken hebben het bezwaar, dat ze veel zaad vragen (125 kg.-ha), dat bovendien duur is, terwijl men bij droogte nogal eens last heeft van een' onvoldoenden aanslag. Bij voorkeur zaaie men wikken vóór lAugustus. Een goed geslaagd ge was levert een groote hoeveelheid ruw eiwit (pl.m. 600 kg.-ha), terwijl men vruchtbaar land overhoudt. Soms zaait men wikken gemengd met haver. Dit laatste dient voor steun, waardoor het slappe vlinder bloemige gewas minder gauw in eenzakt en daardoor minder sterk gaat rotten. De benoodigde hoe veelheden zaaizaad zijn in dit geval 100 kg. wikken en 60 kg. haver per ha. Boterzaad is een gewas, dat nog met succes in de 2e helft van Aug. gezaaid kan worden. De grond moet echter voldoende vruchtbaar en vochthoudend zijn, daar het gewas anders spoedig gaat schieten, terwijl het weinig massa levert en spoedig hard wordt. Hjetzelfde ge beurt bij een te dichten stand, zoo dat men niet te veel zaaizaad moet gebruiken (maximaal 15 kg.-ha). Het laat den grond in een uitste kende structuur achter, terwijl het door den snellen groei en dichten stand het onkruid gemakkelijk on derdrukt. Ook voor gele mosterd is 15 kg. XIV. Leyton raakt een sleutel kwijt. De gemoedelijke mijnheer Marash, de amateur-detective, had veel weg van een bal op twee pooten naast detective Leyton op hun wandeling door de smalle straat, welke naar het huis, waar Peters gewoond had, leidde. Deze expeditie was het resultaat van het aandringen van Marésh; hij wilde de kamers zien, die onder po litiebewaking stonden en de eenige manier om er op te komen was, dat hij Leyton overhaalde, met hem mee te gaan. DeC. detective had slechts grommend toegestemd. „Je weet zelf wel, Marash, hoe jij de heele politie ringeloort. Ik doe iets heel verkeerds". „Onzin!" Marash sloeg hem ge moedelijk op zijn rug. „We zijn goe de vrienden en je doet een vriend wel graag een pleziertje". Daarop glimlachte hij en omdat de meeste menschen zijn glimlach zoo onweer staanbaar vonden als die van een dikke baby, had Leyton dan ook toe gegeven. De portier begroette hen eerbie dig. Marash nam hem op en was-niet in zijn schik met wat hij zag. Ze stuurden hem voor de deur van de kamer weg en Leyton deed die met zijn eigen sleutel open. Er was een ander slot op gezet door de politie en de vensters waren aan de binnen zijde verzegeld. Leyton liep dan ook (Van onzen correspondent). I Brussel, 20 Juli 1941. Brussel staat aan den vooravond van ingrijpende veranderingen, welke, in de ontwikkeling van de gebeurtenissen in dit land, van bij zondere beteekenis zijn. Brussel, de steen des aanstoots, is in den laatsten tijd een onderwerp van scherpe pole miek geweest. Het is een probleem op zich zelf, met allerlei aspecten: politieke, cultureele, administratieve. Welke de positie van de stad in de toekomst ook zijn zal ligt het voor de hand dat met het tot dusver ge volgde beleid moet worden gebroken en hierbij komen de Vlaamsche eischen op den voorgrond. Bij de tot standkoming van het accoord tus- schen het Vlaamsch Nationaal Ver bond en Rex is gebleken dat Brus sel wordt gerekend als behoorende tot het Vlaamsch gebied. Men kent de verfranschingspolitiek welke sedert 1830 te Brussel werd gevolgd. Bij de volkstelling in Brussel-stad telde men, in het jaar 1846, op een totaal van 123.874 in woners, niet minder dan 74.680 uit sluitend Vlaamschsprekenden, met 47.534 Franschsprekenden en 966 Duitschsprekenden. In 1920 luidde de uitslagen der telling voor een bevol king van 154,801 inwoners: 101.098 uitsluitend en meest Franschspre kenden en 49.145 uitsluitend of meest Vlaamschsprekendeil, dus 58,76 per cent Fransch en 38,13 percent Vlaamsch. In 1930, niettegenstaande de annexatie van de Vlaamsche ge meenten Laken, Haren en Neder- over-Heembeek was het resultaat: aantal inwoners 200.433; uitsluitend of meest Franschsprekenden 124.769 (62,25 percent); uitsluitend of meest Vlaamsch-sprekenden 69.524 (34,69 percent). Van 2/3 Vlaamsch en 1/3 Fransch is 't dus 1/3 Vlaamsch en 2/3 Fransch geworden. Dit resul taat is slechts verkregen door ge organiseerde verfranschingsmetho- des, welke voldoende bekend ziin. en waarbij het onderwijs een groo te rol heeft gespeeld. Geleidelijk heeft het verfranschte centrum van Brussel rondom zich gegrepen. Waar vroeger de toestand op onderwijsgebied nog eenigszins gezond was in sommige randgemeen ten, is dit geleidelijk veranderd, onder den invloed van veelvuldige omstandigheden. De gemeentebestu ren werkten immers de verfransching vaak in de hand, hierbij geholpen door de uitwijking van de inwoners uit het centrum die zich in de rand gemeenten vestigen. Tal van midde len werden door de Vlamingen ge bruikt om gezonde toestanden in het onderwijs te scheppen, maar dit stuitte veelal op onwil en onbegrip. Thans ziet men in dat dit een ver zaaizaad voldoende. Deze snelle groeier kan in pl.m. 6 weken een opbrengst van pl.m. 20.000 kg.-ha leveren, zoodat men dit gewas ook nog tot eind Augustus kan zaaien. Zoo mogelijk geve men, evenals op boterzaad, een paar baaltjes stik stof of gier. Dit is zeker geen geld en bonnen weggooien. Men krijgt er in elk geval een deel van terug in "den vorm van stalmest en als men deze gewassen voor groenbe- mesting onderploegt, komt vrijwel alle stikstof aan het volgende gewas ten goede. Gele mosterd kan opslag geven, vooral op zware gronden, wanneer door droogte niet al het zaad direct ontkiemt. Spurrie is een voedergewas van de zandstreken in het oosten van ons land. Het levert een groote hoeveel heid (20.000 kg-ha) fijn en gelig voer, dat graag door het vee gege ten wordt. Het kan zeer goed tegen droogte en vraagt vrijwel geen be- allereerst de kamers door, om te zien of de zegels nog ongeschonden wa ren, voordat hij Marash toestond binnen te treden. „Alles" in orde. Ik kom hier prak tisch gesproken iederen dag en pro-, beer er achter te komen, hoe de zaak zich heeft toegedragen. Als die mu ren maar eens konden spreken, zou den ze me heel wat te vertellen hebben". Marash liet zich den geheelen toe stand uitleggen en verlangde er naar, alleen te kunnen zijn. In zijn ongedurigheid liep hij de kamers rond en bekeek alle schilderijen. Hij had zijn dikke handen op zijn rug, zijn hoed stond achterover op zijn hoofd en hij dacht aan Audrey Me- rivale, die in dit vertrek brieven had opgenomen en uitgewerkt, en aan Shane, die ondertusschen in die an dere kamer had gezeten. „Vreemd, dat ze Stanley Wilson aan die bank zoo vertrouwden". Leyton haalde de schouders op. „Hij wist de meeste menschen om den tuin te leiden. Ik heb hooren zeggen, dat hij de rechterhand van den president was. Het eigenaardige van het geval is, dat hij op dien middag van den moord er den tijd voor genomen heeft om hierheen te komen als dubbelganger. Hij moest bijna zeker gegrepen worden, maar ik denk, dat hij er op rekende, net als Peters er vandoor te kunnen gaan, voordat de politie tijd had, een van hen beiden te achterhalen. Vreemd, dat die moord daar een keerde handelwijze is geweest en in de Franschtalige pers gaan veel stemmen op om te erkennen dat het regime de verfransching tot doel had, en dat zulks dient veranderd. Van deze zijde wordt er gestreefd naar een vergelijk om de Fransch- sprekende elementen niet in het ge drang te brengen. Doch aan Vlaam- schen kant wordt hier tegenover ge steld dat een toestand, die het gevolg is van een systematische ontvlaam- sching, geen basis kan zijn voor een vergelijk. Over het algemeen is men het eens dat in de allereerste plaats maatregelen dienen genomen om de ontvlaamsching te keer te gaan. In een beschouwing van „Het Laatste Nieuws" werd de toestand als volgt gekenschetst: „Er zijn weliswaar ook Walen te Brussel woonachtig. En de oplossing van het Brusselsche vraagstuk moet niet noodzakelijk meebrengen dat de Walen en de van ouds Vlaamschonkundige Fransch sprekenden van de hoofdstad van alle rechten zouden verstoken blij ven, zooals dat jaren en nog eens jaren voor de Vlamingen nochtans het geval is geweest. Het is ook niet noodig een beroep te doen op het al of niet bestaan van een Belgische ziel, om de wenschelijkheid aan te nemen van het voortbestaan van den Belgischen Staat, op grond van een lots- en belangengemeenschap tus- Schen Vlamingen en Walen, die, eco nomisch gezien, elkander prachtig aanvullen. Ook hier zullen de levens- krachtigsten het winnen. En daarom moeten de Vlamingen, aan den dage raad van een nieuwe toekomst, hun minderwaardigheidscomplex afleg gen en de zekerheid verwerven dat zij, in een herboren België niet op nieuw de tweederangsburgers zou den zijn, zooals in het verleden. En dat kunnen zij door altijd en overal voor hun Vlaming-zijn uit te komen en zich als Vlaming overal door te zetten, ook te Brussel. Het is ander zijds verkeerd de bezorgdheid van de Vlamingen om het bevestigen van Brussels oud Vlaamsch recht te be schouwen als eeh uiting van dit min derwaardigheidscomplex. Het is immers zeer goed mogelijk Groot- Brussel te beschouwen als een soort regeerings-, rijks- of koninklijk ge bied, van waar uit de twee volksge meenschappen in ons land zouden geregeerd worden en ondanks dit het logische vervlaamschingsproces van Brussèl geleidelijk te voltrekken, naar recht en billijkheid voor al zijn inwoners". Intusschen is de onderwijskwestie de meest actueele van dit vervlaam schingsproces. Men -moet hierbij be denken dat er geen mogelijkheid be staat te Brussel technisch onderwijs te genieten in het Nederlandsch en dat de Brusselsche normaalschool mesting. De benoodigde hoeveelheid zaaizaad bedraagt 30-40 kg-ha. Spu- rie is zeer gevoelig voor koude en moet daarom, evenals boterzaad en het gele mosterd, vóór de eerste felle nachtvorsten van het land. Het vorige jaar is het met succes verbouwd op proefvelden in de ,Heerhugowaard, Zijpe en Koegras. Tenslotte moet er nog op gewe zen worden, dat er moeilijkheden te verwachten zijn wat betreft de voorziening van zaaizaad van de stoppelgewassen. De invoer van zaaizaad uit het buitenland staat namelijk practisch geen onderwijzers vormt in het Ne derlandsch, terwijl van op de fröbel scholen de verfransching van de kin deren begint. De Brusselsche bewind hebbers zijn op waarlijk schromelijke manier tekort gekomen aan hun taak van volksopvoeding, ten nadeele van het Vlaamsche volkselement, uitsluitend om te verfranschen. Men moet dan ook niet verbaasd zijn over de stemming in Vlaamsche kringen. De Commissie voor Taaltoezicht, die, na de overgave, verleden jaar werd gevormd, onder de leiding van den heer Grammens, heeft zich met de onderwijstoestanden te Brussel in gelaten en heeft een inspectie gehou den waarvan de uitslag was dat in 390 scholen op 36.647 leerlingen ver deeld over 1395 Fransche klassen, niet minder dan 15.778 leerlingen als Vlaamschsprekenden moesten wor den gerangschikt en hiervoor 643 Vlaamsche klassen werden voor gesteld. Doch de commissie heeft geen macht van uitvoering. Een eerste onderzoek, van de Staatsin- spectie, en dat het onderzoek van 'de Commissie voor Taaltoezicht vooraf ging, had er toe geleid dat slechts 2646 leerlingen als in Vlaamsche klassen thuis hoorende werden be schouwd. Het departement meende de conclusies van de Commissie van Taaltoezicht niet te kunnen aanvaar den en gelastte een derde onderzoek dat besloot tot de overplaatsing van 6698 leerlingen naar een Vlaam sche klas. Deze verschillende cijfers toonen op zich zelf voldoende aan hoe er in de Brusselsche scholen met de Vlaamsche kinderen wordt gesold en hoe er achterlijken worden gekweekt, die noch Nederlandsch, noch Fransch kennen. De secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs heeft zich genoopt gezien, op het einde van het schooljaar, een maatregel te nemen, waardoor wordt voorgeschre ven dat de herklasseering van de kin deren onmiddellijk moet worden doorgevoerd, en er geen rekening dient gehouden met eventueele pro testen van de ouders. Want er werd drukking uitgeoefend op de ouders, om te protesteeren. Het resultaat van dezen maatregel zal slechts het vol gende schooljaar merkbaar zijn. In elk geval betreft het hier geen her klasseering van de kinderen volgens de resultaten van de inspectie der Commissie voor Taaltoezicht, maar van de inspectie van het ministerie zelf, dus de laatste inspectie. Intus schen is de vraag waar de noodige onderwijskrachten zullen worden gehaald. De mogelijkheden bestaan, vermits veel onderwijskrachten niét in hun normalen arbeidskring werk zaam zijn. Dat men heeft moeten wachten tot de huidige omstandig heden om te Brussel tot een begin van gezonde toestanden te komen is bijzonder kenschetsend om het geheel van de atmosfeer te begrijpen. De uitvoering van de maatregelen hangt samen met een administratieve her vorming, welke ook weldra tot uit voering zal komen, en die geheel de Brusselsche agglomeratie omvat. stop, terwijl in verband met de strenge winters de laatste jaren in eigen land van verschillende ge wassen weinig zaad kon worden gewonnen. Het verdient derhalve aanbeve ling niet met het bestellen van zaaizaad te wachten. Voor den Rijkslandbouwcon- sulent voor Noordholland, Ir. W. T. RINSEMA. Schagen, 28 Juli 1941 eind aan gemaakt heeft". „Ja, heel vreemd", gaf Marash toe. Hij onderzocht de kast, waarin Shane zich verborgen gehouden had, daarna de vensterbank en keek naar de huizen aan beide zijden, voordat hij in de bibliotheek terugkeerde om te kijken naar den schrijflesse naar, die de sporen van Shane's breekijzer droeg. Hij bekeek het bu reau van terzijde. Het blad was bui tengewoon dik en de ingelegde leerbedekking was omgeven door een diep ingewerkte lijst, zoodat het scheen, dat het leer van het hout afgescheiden was. Marash volgde deHeekening in het leer en trok daarop een lade uit, waarbij het hem opviel, dat die niet tot aan de achterzijde van het bureau scheen door te loopen. Hij maakte Leyton daarop opmerkzaam. „Die la schijnt niet de heele diep te van het bureau te beslaan". Leyton toonde belangstelling. „Nee maar we hebben het ding toch on derzocht en er is nergens een ge heime bergplaats te vinden, als je daar tenminste naar zoekt. Het is zoo massief als een rots heele- maal één stuk hout". Marash haalde de schouders op. ,Ja, dat denk ik ook. Het is nu geen tijd meer om geheime berg plaatsen! te maken. Een brand- en inbraakvrije kluis is meer in de mede". Leyton knikte eens en vroeg: „Waar heb je den sleutel in vre desnaam neergelegd?" „Hier". Marash wees op een hoek van het bureau. Leyton greep den sleutel. „Ik had er een eed op kun nen doen, dat ik hem al in mijn zak gestopt had". „Tegen mij moet je nooit over haast iets beweren, waar het ge heugen bij te pas komt, beste jongen". Marash zwaaide zijn dikken wijs vinger voor den neus van den de tective heen en weer en dacht te vreden: „Ik zou mijn brood best als zakkenroller kunnen verdienen. Wat heb ik toch een aanleg voor de misdaden, die ik zelf tot klaar heid help brengen". Leyton gromde een beetje en keek Marash achterdochtig aan. Er bestond altijd kans, dat hij hem hei melijk of openlijk uitlachte en Ley ton was er soms van overtuigd, dat hij het allebei tegelijk deed, maar om verschillende redenen. „Nou, als je alles gezien hebt, wat je wilde zien, dan moesten we maar teruggaan. John Andrews belt me ongver tien keer per dag op over de effecten, die tegelijk met Peters verdwenen zijn". Marash knikte en volgde Leyton naar beneden. Op het trottoir na men ze afscheid, want Leyton moest naar het hoofdbureau en Marash wilde graag zoo gauw mogelijk een werkje doen met behulp van een klompje was, dat hij in zijn zak had, terwijl die was nog hard was. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1941 | | pagina 6