GAS EN ELECTRICITEIT.
LAND- EN TUINBOUW
Vroeggerooid pootgoed.
Stoppelgewassen.
Ingrijpende veranderingen te Brussel.
Om het ontvlaamschingsproces tegen te gaan.
^euMetm
f)E VREESEUJKE
W VERDENKING
WEEST ZUINIG MET
k
TWEEDE BLAD
NEDERLANDSCHE AMBULANCE
VRAAGT UW STEUN.
Onder de witte vlag met het roode
kruis zal straks de Nederlandsche
ambulance naar het Oosten trekken
om de wonden te heelen, die de gi
gantische strijd, welke daar gevoerd
wordt aan weerszijden slaat. Het
Nederlandsche volk zal deze onbaat
zuchtige hulpactie natuurlijk: steu
nen.
Immers, ons volk staat bekend om
zijn charitatieven inslag. Nimmer
werd vergeefs een beroep gedaan op
ons volk, als het er om ging, den
nood elders te lenigen. In dubbele
mate dus, wanneer het onze eigen
landszonen betreft.
Nederlandeis, kent Uw plicht!
Helpt mede aan het tot stand komen
en het inrichten van de Nederland
sche ambulance van het Vrijwilli
gerslegioen Nederland.
Stort uw bijdrage ook de klein
ste is welkom op girorekening no.
8 7 6 0 0, ten name van de Neder
landsche ambulance, Koninginne
gracht 22, 's-Gravenhage.
GEEN JODEN OP ZWOLSCHE
VEEMARKT.
Het A. N. P; meldt:
Ter handhaving van de openbare
orde en van de veiligheid van het
openbare leven in de gemeente
Zwolle, en in het bijzonder daar,
waar de handel in vee pleegt plaats
te vinden, heeft de commissaris
van politie te Zwolle het volgende
bepaald: Het is aan Joden, in den
zin van artikel 2 van verordening
6, 1941, verboden zich te bevinden
op de veemarkt en aangrenzende
straten en andere plaatsen in de
gemeente Zwolle, waar handel in
vee pleegt gedreven te worden.
Handelingen, in strijd met dit
voorschrift, zijn overtredingen en
worden overeenkomstig artikel 43
der verordening 138, 1941, gestraft
met hechtenis van ten hoogste zes
maanden en met geldboete van
ten hoogste duizpnd gulden, of met
een dezer straffen.
INZENDING NEDERLANDSCHE
TOONEELSTUKKEN.
Het departement van volksvoor
lichting en kunsten deelt mede, dat
aan den oproep tot het inzenden van
tooneelstukken aan de afdeeling
theater en dans van het departement
op veler verzcek door meer dan
honderd Nedeiianders gevolg
werd gegeven. Op veler verzoek is
de sluitingstermijn voor inzendingen
later gesteld, n.l. op 16 Aug. a.s.
Het vroeg gerooide pootgoed is
niet zoo gemakkelijk houdbaar als
'het laatgeropide wegens het ge
makkelijker optreden van ontvel
lingen, het spoediger slap ..worden
en het sterker kiemen. Het vroeg
gerooide pootgoed moet daarom
met zeer veel zorg behandeld wor
den. Het rooien moet met de noo-
dige voorzichtigheid geschieden en
ook na het rooien „mishandele"
men het pootgoed niet! Het beste
is de aardappelen, die men vroeg
rooit .direct in zoogenaamde aard-
appelkiembakken te brengen, zoo
dat zij verder geen behandeling
meer behoeven te ondergaan. Hoe
wel de aanschaffing van kiembak-
ken uitgaven met zich brengt,
meenen wij toch aan hen, die niet
over zulke bakken beschikken, den
raad te moeten geven, ze alsnog
aan te schaffen. De bakken wor
den voorloopig in een luchtige
koele bewaarplaats opgeborgen.
De koestal zal veelal voor dit doel
zeer geschikt zijn. Tegen den win
ter worden zij op een vorstvrije
plaats gebracht, waarbij er zoo
veel mogelijk voor wordt ge
zorgd, dat het licht tot de aard
appelen kan toètreden. Bewaring
in het licht houdt n.l. de kieming
tegen en bevordert het vormen
van korte, stevige kiemen. Wan
neer men de beschikking heeft
over een glazen poterbewaarplaats,
brengt de bewaring van vroegge
rooid pootgoed zeker geen bezwa
ren met zich. Het verdient echter
de voorkeur de vroeggerooide
aardappelen niet al te vroeg in de
bewaarplaats te brengen of anders
deze in de warme maanden eenigs-
zins af te schermen.
Beschikt men niet over kiem-
bakken, dan zullen de vroegge
rooide aardappelen óf op een hoop
op een vorstvrije plaats óf in kui
len bewaard moeten worden. Men
zorge er dan vooral voor, dat de
aardappelen niet te dik komen te
liggen.
Bij het aan de hoop leggen van
vroeggerooide aardappelen mag
deze niet te breed zijn. Hoe smaller
de aardappelhoop ,hoe beter. Men
bedekke de hoopen nimmer met
aardappelloof, ook niet tijdelijk,
rnet het oog op het gevaar voor op
treden van de aardappelziekte of
Alternaria. De bedekking van den
hoop kan bestaan uit een dunne
laag stroo of riet, dié met wat
grond wordt vastgelegd. Het win-
terdek wordt zoo laat mogelijk
aangebracht. Het volgend voor
jaar moet nagegaan worden hoe
het met het spruiten der aldus be
waarde aardappelen gesteld is. In
dien mogelijk brenge men ze dan-
op een vorstvrije plaats in het
-licht, waar ze dun worden uitge
spreid.
Bij het vroeg rooien krijgt men
natuurlijk minder opbrengst. Waar
het in dit geval echter alleen om
pootgoed gaat, dus om het aantal
pootbare knollen, speelt deze ver
laging in opbrengst geen groote
rol. Hierbij komt, dat zonder be
zwaar de geheele opbreengst, met
uitzondering van het kriel, voor
pootgoed gebruikt kan worden.
Men beperke dit dus niet 'tot de
poters alleen. De groote knollen
kunnen n.l. gesneden worden, wat
het best geschiedt enkele weken
voor het pooten. De aardappelen
worden van kop naar naveleind
gesneden en wel zoo, dat de helften
bij'het naveleind nog iets aan el
kaar blijven zitten. Even vóór, of
tijdens het poten worden de helf
ten Van elkaar gebroken. Een
eerste vereischte is, dat de gesne
den aardappelen luchtig bewaard
worden, daar anders kans op rot
ting bestaat.
Nadere inlichtingen worden ver
schaft door den Plantenziekten-
kundigen Dienst te Wageningen,
de bij dezen dienst werkzame amb
tenaren buiten Wageningen, als
mede door de Rijksland- en Tuin-
bouwconsulenten.
In verband met het feit, dat deze
winter zeer waarschijnlijk weinig
of geen krachtvoer voor het vee
beschikbaar zal zijn, is het meer
dan ooit noodig, dat op het eigen
bedrijf een zoo groot mogelijke
hoeveelheid ruwvoeder gewonnen
wordt. Het vrijkomende bouwland
zal dan ook zooveel mogelijk pro
ductief gemaakt moeten worden
door het telen van stoppelgewas
sen.
Voor nateelt komen verschillen
de gewassen in aanmerking. Na
vroeg het veld ruimende gewassen,
als vroege aardappels, erwten, vlas,
enz., kan men bijv. mergkool plan
ten of stoppelknollen, Wester-
v/oldsch raaigras, wikken of een
mengsel van haver en wikken zaai
en. Op late stoppels kan men nog
met succes boterzaad, gele mosterd
of spurrie verbouwen.
Voor 'mergkool zijn de vroegste
stoppels de beste. Na latere vruch
ten verkrijgt men alleen hooge op
brengsten als de winter laat invalt.
DOOR PHILIPPA PRESTON
30)
„Nee, maar ik kan er toch niets
aan doen, dat ik er verwonderd
over was? Kun jij je niet voorstel
len,-Shane, hoe weinig ik me op
mijn plaats voel? Jij bent schatrijk.
Ik ben een arme stumper en weet
niets af van jou en je levenswijze.
Ik voel me jaloersch op alles, wat
niet van mij is".
Shane bracht de pan, het mes en
het electrische kooktoestelletje naar
zijn keuken terug, kwam naar het
tafeltje toe en schoof een stoel voor
Audrey bij.
„Dus jij denkt, dat ik je alleen
maar het hof maak, om zoodoende
je stilzwijgen te koopen! Wel een
prettig idee, dat je mijn betui
gingen dap zoo hoog schat, dat ik
er jouw getrouwheid mee zou
kunnen betalen".
Ze zag hoe woedend hij was. Ze
zag Shane, zooals ze hem nog niet
gezien had, als den man, die strij
den en lijden kon en de heele we
reld verwenschen, zooals hij
steeds had gedaan, voordat zijn le
ven door de misdragingen van
Sonia verbitterd was. Ze nam den
stoel van hem aan en zette zich
neer.
Dit was hun eerste twist en, die
storm was ontstaan tengevolge van
haar twijfelingen. Ze bedekte de
oogen met haar handen -om den
stroom van tranen, dien ze nooit
zou hebben, als ze niet zoo doodop
was geweest, te verbergen. Het
volgende oogenblik lag ze in zijn
armen en droeg hij haar naar den
divan, waarop hij haar neerlegde.
Hij knielde naast haar neer, en
streelde haar de haren glad, om
haar toch maar niet zijn verlangen,t
dat hem verteerde, te doen voelen.
„Liefste liefste, ik- houd toch
zoo van je. Geloof me toch, anders
loopt ons heele leven gevaar. We
zouden het niet kunnen uithouden,
als we niet van elkaar hielden. Ik
heb je lief. Als dat niet zoo was,
dan zou ik wel met je trouwen en
het er maar op wagen, wat er ook
van kwam. Geloof je dan niet, hoe
doodelijk ellendig ik het vind, je
alleen te moeten laten werken en
ploeteren en voor jezelf zorgen?"
Hij nam haar handen, drukte ze
tegen zijn wang en kusttj ze. Toen
hij haar losliet, richtte ze""zich op,
veegde haar oogen af en trachtte
te lachen.
„Goeie genade, lieve jongen, on
ze omelet!"
Shane begreep heel goed, dat al
leen haar moed haar in staat stel
de, tot de gewone dingen van het
dsgelijksche leven terug te keeren.
Men neme gezonde, flink ontwik
kelde planten, die een week of acht
oud zijn. Het planten kan geschie
den met de schop, terwijl men ze
soms ook wel achter den ploeg, en
dan om de andere voor, legt. Dit
laatste valt in een droge, losse
bouwvoor niet mee, terwijl het bij
langdurige droogte méér risico
geeft dan het planten met de schop.
De standruimte is afhankelijk van
de groeivoorwaarden. Naarmate
men vroeger plant en de grond in
een betere conditie verkeert, zal
men de planten ruimer kunnen
zetten.' Veel gebruikte plantwijdten
zijn 50 x 50, 50 x 40, 40 x 40 en
40 x 30 cm., wat overeenkomt met
resp. 40.000, 50.000, 62.500 en 83.000
planten per ha.
Evenals andere koolsoorten, vraagt
mergkool veel stikstof en kali. Zoo
mogelijk geve men dus gier of 200
kg. kalizout 40 pet. en 300 kg. kal-
kammon of 400 kg. kalksalpeter
per ha.
De opbrengst van mergkool be
draagt gemiddeld pl.m. 45.000 kg.
met een droge stofgehalte van
10 pet. en 20 pet. ruw eiwit in de
drogestof. Een ha mergkool levert
dus pl.m. 900 kg. ruw eitwit, hetgeen
méér is dan eenig ander nagewas.
Stoppelknollen leveren een groo
te hoeveelheid ruwvoeder (gemid
deld 40.000 kg. per ha) met een
droge stofgehalte van 10 pet. en 15
net. ruw eiwit in de droge stof. De
waarde zit voor een groot deel in
het loof,dat ongeveer de helft van
de totale droge stof-opbrengst en
ruim 60 pet. van het ruw eiwit le
vert.
Tot half Augustus kan men nog
met een redelijke kans vop succes
herfstknollen. zaaien. De benoodig-
de hoeveelheid zaaizaad bedraagt
pl.m. 2,5 kg.-ha.
Het meest productieve ras is de
Jobe-stoppelknol, die bovendien
gemakkelijk rooibaar is. Dit laatste
is vooral voor de zwaardere gron
den van groote beteekenis.
Het gewas is evenals mergkool
dankbaar voor stikstof en kali.
Van Westerwoldsch raai heeft
men 40 kg. zaaizaad noodig. Bij
vroege zaai- en gunstige groeivoor
waarden kan het gewas hetzelfde
jaar 2 sneden geven. De gemiddel
de opbrengst bedraagt 20.000 kg.-
ha met 10 pet. droge stof en' 20 pet,
ruweiwit in de droge stof.
Een bezwaar is, dat Wester
woldsch raai een dorre stoppel met
een slechte structuur nalaat. Wel
licht zou men dit bezwaar eenigs-
zins kunnen ondervangen door ge
lijktijdig 45 kg. roode klaveb te
zaaien.
Wikken hebben het bezwaar, dat
ze veel zaad vragen (125 kg.-ha),
dat bovendien duur is, terwijl men
bij droogte nogal eens last heeft
van een' onvoldoenden aanslag. Bij
voorkeur zaaie men wikken vóór
lAugustus. Een goed geslaagd ge
was levert een groote hoeveelheid
ruw eiwit (pl.m. 600 kg.-ha), terwijl
men vruchtbaar land overhoudt.
Soms zaait men wikken gemengd
met haver. Dit laatste dient voor
steun, waardoor het slappe vlinder
bloemige gewas minder gauw in
eenzakt en daardoor minder sterk
gaat rotten. De benoodigde hoe
veelheden zaaizaad zijn in dit geval
100 kg. wikken en 60 kg. haver per
ha.
Boterzaad is een gewas, dat nog
met succes in de 2e helft van Aug.
gezaaid kan worden. De grond
moet echter voldoende vruchtbaar
en vochthoudend zijn, daar het
gewas anders spoedig gaat schieten,
terwijl het weinig massa levert en
spoedig hard wordt. Hjetzelfde ge
beurt bij een te dichten stand, zoo
dat men niet te veel zaaizaad moet
gebruiken (maximaal 15 kg.-ha).
Het laat den grond in een uitste
kende structuur achter, terwijl het
door den snellen groei en dichten
stand het onkruid gemakkelijk on
derdrukt.
Ook voor gele mosterd is 15 kg.
XIV.
Leyton raakt een sleutel kwijt.
De gemoedelijke mijnheer Marash,
de amateur-detective, had veel weg
van een bal op twee pooten naast
detective Leyton op hun wandeling
door de smalle straat, welke naar
het huis, waar Peters gewoond had,
leidde.
Deze expeditie was het resultaat
van het aandringen van Marésh; hij
wilde de kamers zien, die onder po
litiebewaking stonden en de eenige
manier om er op te komen was, dat
hij Leyton overhaalde, met hem mee
te gaan. DeC. detective had slechts
grommend toegestemd.
„Je weet zelf wel, Marash, hoe jij
de heele politie ringeloort. Ik doe
iets heel verkeerds".
„Onzin!" Marash sloeg hem ge
moedelijk op zijn rug. „We zijn goe
de vrienden en je doet een vriend
wel graag een pleziertje". Daarop
glimlachte hij en omdat de meeste
menschen zijn glimlach zoo onweer
staanbaar vonden als die van een
dikke baby, had Leyton dan ook toe
gegeven.
De portier begroette hen eerbie
dig. Marash nam hem op en was-niet
in zijn schik met wat hij zag. Ze
stuurden hem voor de deur van de
kamer weg en Leyton deed die met
zijn eigen sleutel open. Er was een
ander slot op gezet door de politie
en de vensters waren aan de binnen
zijde verzegeld. Leyton liep dan ook
(Van onzen correspondent).
I Brussel, 20 Juli 1941.
Brussel staat aan den vooravond
van ingrijpende veranderingen,
welke, in de ontwikkeling van de
gebeurtenissen in dit land, van bij
zondere beteekenis zijn. Brussel, de
steen des aanstoots, is in den laatsten
tijd een onderwerp van scherpe pole
miek geweest. Het is een probleem
op zich zelf, met allerlei aspecten:
politieke, cultureele, administratieve.
Welke de positie van de stad in de
toekomst ook zijn zal ligt het voor
de hand dat met het tot dusver ge
volgde beleid moet worden gebroken
en hierbij komen de Vlaamsche
eischen op den voorgrond. Bij de tot
standkoming van het accoord tus-
schen het Vlaamsch Nationaal Ver
bond en Rex is gebleken dat Brus
sel wordt gerekend als behoorende
tot het Vlaamsch gebied.
Men kent de verfranschingspolitiek
welke sedert 1830 te Brussel werd
gevolgd. Bij de volkstelling in
Brussel-stad telde men, in het jaar
1846, op een totaal van 123.874 in
woners, niet minder dan 74.680 uit
sluitend Vlaamschsprekenden, met
47.534 Franschsprekenden en 966
Duitschsprekenden. In 1920 luidde de
uitslagen der telling voor een bevol
king van 154,801 inwoners: 101.098
uitsluitend en meest Franschspre
kenden en 49.145 uitsluitend of meest
Vlaamschsprekendeil, dus 58,76 per
cent Fransch en 38,13 percent
Vlaamsch. In 1930, niettegenstaande
de annexatie van de Vlaamsche ge
meenten Laken, Haren en Neder-
over-Heembeek was het resultaat:
aantal inwoners 200.433; uitsluitend
of meest Franschsprekenden 124.769
(62,25 percent); uitsluitend of meest
Vlaamsch-sprekenden 69.524 (34,69
percent). Van 2/3 Vlaamsch en 1/3
Fransch is 't dus 1/3 Vlaamsch en
2/3 Fransch geworden. Dit resul
taat is slechts verkregen door ge
organiseerde verfranschingsmetho-
des, welke voldoende bekend ziin.
en waarbij het onderwijs een groo
te rol heeft gespeeld.
Geleidelijk heeft het verfranschte
centrum van Brussel rondom zich
gegrepen. Waar vroeger de toestand
op onderwijsgebied nog eenigszins
gezond was in sommige randgemeen
ten, is dit geleidelijk veranderd,
onder den invloed van veelvuldige
omstandigheden. De gemeentebestu
ren werkten immers de verfransching
vaak in de hand, hierbij geholpen
door de uitwijking van de inwoners
uit het centrum die zich in de rand
gemeenten vestigen. Tal van midde
len werden door de Vlamingen ge
bruikt om gezonde toestanden in het
onderwijs te scheppen, maar dit
stuitte veelal op onwil en onbegrip.
Thans ziet men in dat dit een ver
zaaizaad voldoende. Deze snelle
groeier kan in pl.m. 6 weken een
opbrengst van pl.m. 20.000 kg.-ha
leveren, zoodat men dit gewas ook
nog tot eind Augustus kan zaaien.
Zoo mogelijk geve men, evenals op
boterzaad, een paar baaltjes stik
stof of gier. Dit is zeker geen geld
en bonnen weggooien. Men krijgt
er in elk geval een deel van terug
in "den vorm van stalmest en als
men deze gewassen voor groenbe-
mesting onderploegt, komt vrijwel
alle stikstof aan het volgende gewas
ten goede. Gele mosterd kan opslag
geven, vooral op zware gronden,
wanneer door droogte niet al het
zaad direct ontkiemt.
Spurrie is een voedergewas van de
zandstreken in het oosten van ons
land. Het levert een groote hoeveel
heid (20.000 kg-ha) fijn en gelig
voer, dat graag door het vee gege
ten wordt. Het kan zeer goed tegen
droogte en vraagt vrijwel geen be-
allereerst de kamers door, om te zien
of de zegels nog ongeschonden wa
ren, voordat hij Marash toestond
binnen te treden.
„Alles" in orde. Ik kom hier prak
tisch gesproken iederen dag en pro-,
beer er achter te komen, hoe de zaak
zich heeft toegedragen. Als die mu
ren maar eens konden spreken, zou
den ze me heel wat te vertellen
hebben".
Marash liet zich den geheelen toe
stand uitleggen en verlangde er
naar, alleen te kunnen zijn. In zijn
ongedurigheid liep hij de kamers
rond en bekeek alle schilderijen. Hij
had zijn dikke handen op zijn rug,
zijn hoed stond achterover op zijn
hoofd en hij dacht aan Audrey Me-
rivale, die in dit vertrek brieven had
opgenomen en uitgewerkt, en aan
Shane, die ondertusschen in die an
dere kamer had gezeten.
„Vreemd, dat ze Stanley Wilson
aan die bank zoo vertrouwden".
Leyton haalde de schouders op.
„Hij wist de meeste menschen om
den tuin te leiden. Ik heb hooren
zeggen, dat hij de rechterhand van
den president was. Het eigenaardige
van het geval is, dat hij op dien
middag van den moord er den tijd
voor genomen heeft om hierheen te
komen als dubbelganger. Hij moest
bijna zeker gegrepen worden, maar
ik denk, dat hij er op rekende, net
als Peters er vandoor te kunnen
gaan, voordat de politie tijd had, een
van hen beiden te achterhalen.
Vreemd, dat die moord daar een
keerde handelwijze is geweest en in
de Franschtalige pers gaan veel
stemmen op om te erkennen dat het
regime de verfransching tot doel
had, en dat zulks dient veranderd.
Van deze zijde wordt er gestreefd
naar een vergelijk om de Fransch-
sprekende elementen niet in het ge
drang te brengen. Doch aan Vlaam-
schen kant wordt hier tegenover ge
steld dat een toestand, die het gevolg
is van een systematische ontvlaam-
sching, geen basis kan zijn voor een
vergelijk. Over het algemeen is men
het eens dat in de allereerste plaats
maatregelen dienen genomen om de
ontvlaamsching te keer te gaan. In
een beschouwing van „Het Laatste
Nieuws" werd de toestand als volgt
gekenschetst: „Er zijn weliswaar
ook Walen te Brussel woonachtig. En
de oplossing van het Brusselsche
vraagstuk moet niet noodzakelijk
meebrengen dat de Walen en de van
ouds Vlaamschonkundige Fransch
sprekenden van de hoofdstad van
alle rechten zouden verstoken blij
ven, zooals dat jaren en nog eens
jaren voor de Vlamingen nochtans
het geval is geweest. Het is ook niet
noodig een beroep te doen op het al
of niet bestaan van een Belgische
ziel, om de wenschelijkheid aan te
nemen van het voortbestaan van den
Belgischen Staat, op grond van een
lots- en belangengemeenschap tus-
Schen Vlamingen en Walen, die, eco
nomisch gezien, elkander prachtig
aanvullen. Ook hier zullen de levens-
krachtigsten het winnen. En daarom
moeten de Vlamingen, aan den dage
raad van een nieuwe toekomst, hun
minderwaardigheidscomplex afleg
gen en de zekerheid verwerven dat
zij, in een herboren België niet op
nieuw de tweederangsburgers zou
den zijn, zooals in het verleden. En
dat kunnen zij door altijd en overal
voor hun Vlaming-zijn uit te komen
en zich als Vlaming overal door te
zetten, ook te Brussel. Het is ander
zijds verkeerd de bezorgdheid van de
Vlamingen om het bevestigen van
Brussels oud Vlaamsch recht te be
schouwen als eeh uiting van dit min
derwaardigheidscomplex. Het is
immers zeer goed mogelijk Groot-
Brussel te beschouwen als een soort
regeerings-, rijks- of koninklijk ge
bied, van waar uit de twee volksge
meenschappen in ons land zouden
geregeerd worden en ondanks dit
het logische vervlaamschingsproces
van Brussèl geleidelijk te voltrekken,
naar recht en billijkheid voor al zijn
inwoners".
Intusschen is de onderwijskwestie
de meest actueele van dit vervlaam
schingsproces. Men -moet hierbij be
denken dat er geen mogelijkheid be
staat te Brussel technisch onderwijs
te genieten in het Nederlandsch en
dat de Brusselsche normaalschool
mesting. De benoodigde hoeveelheid
zaaizaad bedraagt 30-40 kg-ha. Spu-
rie is zeer gevoelig voor koude en
moet daarom, evenals boterzaad
en het gele mosterd, vóór de eerste
felle nachtvorsten van het land.
Het vorige jaar is het met succes
verbouwd op proefvelden in de
,Heerhugowaard, Zijpe en Koegras.
Tenslotte moet er nog op gewe
zen worden, dat er moeilijkheden
te verwachten zijn wat betreft de
voorziening van zaaizaad van de
stoppelgewassen.
De invoer van zaaizaad uit het
buitenland staat namelijk practisch
geen onderwijzers vormt in het Ne
derlandsch, terwijl van op de fröbel
scholen de verfransching van de kin
deren begint. De Brusselsche bewind
hebbers zijn op waarlijk schromelijke
manier tekort gekomen aan hun taak
van volksopvoeding, ten nadeele
van het Vlaamsche volkselement,
uitsluitend om te verfranschen. Men
moet dan ook niet verbaasd zijn over
de stemming in Vlaamsche kringen.
De Commissie voor Taaltoezicht,
die, na de overgave, verleden jaar
werd gevormd, onder de leiding van
den heer Grammens, heeft zich met
de onderwijstoestanden te Brussel in
gelaten en heeft een inspectie gehou
den waarvan de uitslag was dat in
390 scholen op 36.647 leerlingen ver
deeld over 1395 Fransche klassen,
niet minder dan 15.778 leerlingen als
Vlaamschsprekenden moesten wor
den gerangschikt en hiervoor 643
Vlaamsche klassen werden voor
gesteld. Doch de commissie heeft
geen macht van uitvoering. Een
eerste onderzoek, van de Staatsin-
spectie, en dat het onderzoek van 'de
Commissie voor Taaltoezicht vooraf
ging, had er toe geleid dat slechts
2646 leerlingen als in Vlaamsche
klassen thuis hoorende werden be
schouwd. Het departement meende
de conclusies van de Commissie van
Taaltoezicht niet te kunnen aanvaar
den en gelastte een derde onderzoek
dat besloot tot de overplaatsing van
6698 leerlingen naar een Vlaam
sche klas.
Deze verschillende cijfers toonen
op zich zelf voldoende aan hoe er in
de Brusselsche scholen met de
Vlaamsche kinderen wordt gesold en
hoe er achterlijken worden gekweekt,
die noch Nederlandsch, noch Fransch
kennen. De secretaris-generaal van
het Ministerie van Onderwijs heeft
zich genoopt gezien, op het einde van
het schooljaar, een maatregel te
nemen, waardoor wordt voorgeschre
ven dat de herklasseering van de kin
deren onmiddellijk moet worden
doorgevoerd, en er geen rekening
dient gehouden met eventueele pro
testen van de ouders. Want er werd
drukking uitgeoefend op de ouders,
om te protesteeren. Het resultaat van
dezen maatregel zal slechts het vol
gende schooljaar merkbaar zijn. In
elk geval betreft het hier geen her
klasseering van de kinderen volgens
de resultaten van de inspectie der
Commissie voor Taaltoezicht, maar
van de inspectie van het ministerie
zelf, dus de laatste inspectie. Intus
schen is de vraag waar de noodige
onderwijskrachten zullen worden
gehaald. De mogelijkheden bestaan,
vermits veel onderwijskrachten niét
in hun normalen arbeidskring werk
zaam zijn. Dat men heeft moeten
wachten tot de huidige omstandig
heden om te Brussel tot een begin
van gezonde toestanden te komen is
bijzonder kenschetsend om het geheel
van de atmosfeer te begrijpen. De
uitvoering van de maatregelen hangt
samen met een administratieve her
vorming, welke ook weldra tot uit
voering zal komen, en die geheel de
Brusselsche agglomeratie omvat.
stop, terwijl in verband met de
strenge winters de laatste jaren in
eigen land van verschillende ge
wassen weinig zaad kon worden
gewonnen.
Het verdient derhalve aanbeve
ling niet met het bestellen van
zaaizaad te wachten.
Voor den Rijkslandbouwcon-
sulent voor Noordholland,
Ir. W. T. RINSEMA.
Schagen, 28 Juli 1941
eind aan gemaakt heeft".
„Ja, heel vreemd", gaf Marash
toe.
Hij onderzocht de kast, waarin
Shane zich verborgen gehouden had,
daarna de vensterbank en keek naar
de huizen aan beide zijden, voordat
hij in de bibliotheek terugkeerde
om te kijken naar den schrijflesse
naar, die de sporen van Shane's
breekijzer droeg. Hij bekeek het bu
reau van terzijde. Het blad was bui
tengewoon dik en de ingelegde
leerbedekking was omgeven door
een diep ingewerkte lijst, zoodat
het scheen, dat het leer van het
hout afgescheiden was. Marash
volgde deHeekening in het leer en
trok daarop een lade uit, waarbij
het hem opviel, dat die niet tot aan
de achterzijde van het bureau
scheen door te loopen. Hij maakte
Leyton daarop opmerkzaam.
„Die la schijnt niet de heele diep
te van het bureau te beslaan".
Leyton toonde belangstelling. „Nee
maar we hebben het ding toch on
derzocht en er is nergens een ge
heime bergplaats te vinden, als je
daar tenminste naar zoekt. Het is
zoo massief als een rots heele-
maal één stuk hout".
Marash haalde de schouders op.
,Ja, dat denk ik ook. Het is nu
geen tijd meer om geheime berg
plaatsen! te maken. Een brand- en
inbraakvrije kluis is meer in de
mede".
Leyton knikte eens en vroeg:
„Waar heb je den sleutel in vre
desnaam neergelegd?"
„Hier". Marash wees op een hoek
van het bureau. Leyton greep den
sleutel. „Ik had er een eed op kun
nen doen, dat ik hem al in mijn zak
gestopt had".
„Tegen mij moet je nooit over
haast iets beweren, waar het ge
heugen bij te pas komt, beste
jongen".
Marash zwaaide zijn dikken wijs
vinger voor den neus van den de
tective heen en weer en dacht te
vreden: „Ik zou mijn brood best als
zakkenroller kunnen verdienen.
Wat heb ik toch een aanleg voor
de misdaden, die ik zelf tot klaar
heid help brengen".
Leyton gromde een beetje en
keek Marash achterdochtig aan. Er
bestond altijd kans, dat hij hem hei
melijk of openlijk uitlachte en Ley
ton was er soms van overtuigd, dat
hij het allebei tegelijk deed, maar
om verschillende redenen.
„Nou, als je alles gezien hebt,
wat je wilde zien, dan moesten we
maar teruggaan. John Andrews belt
me ongver tien keer per dag op
over de effecten, die tegelijk met
Peters verdwenen zijn".
Marash knikte en volgde Leyton
naar beneden. Op het trottoir na
men ze afscheid, want Leyton moest
naar het hoofdbureau en Marash
wilde graag zoo gauw mogelijk een
werkje doen met behulp van een
klompje was, dat hij in zijn zak
had, terwijl die was nog hard was.
(Wordt vervolgd).