Klomperue Klomp
Het uitoefenen
door Joden.
vcsn een beroep
LAHGESTR.78"
DAMSCHE
URS
Het ziekenfondsbesluit treedt op 1 November
o.s. in werking.
EEN ECHTE HOLLANDSE JONGEN
Arbeid van niet-Joden in
gezinnen met Joden
verboden.
Advertentiën.
Pagina 2.
Pagina 2.
TELEF. 4472
P-WEEK
MAAR.
lannes H. F., z. van
ageman en E. M. de
M., d. van Cornelis
rsem.
/D: Jan Pie en Wil-
in. Jan Meijer en
a. Jacob P. Schip-
in Leijen.
LSMARKT.
Oct. 1941. Op de
kaasmarkt waren in
wegende 38000 kg,
waarvan soort en
17 stapels Kleine
43.50 40+ 56.
aas: Kleine en Com
es met rijksmerk.
"GENDÏJK, 24 Oct.
iveiling). 8300 kg
400 kg Gele kool
avoye kool 5; 300
0; 10000 kg Peen
kg Bieten 4; 2200
extra 14.50 le s.
Vroege witte kool
ij vie 3; 1900 kg
—8.30; 600 kg Snij-
800 kg Slaboonen
liven 45; 1000 kg
WOUDE, 24 Oct.
nd). 18100 kg Roo-
600 kg Gele kool
oene kool 5; 2300
en stek) 3.50;
2.50, B 3.40, C 3
stuks Bloemkool 2e
10 bos Peen 7;
witte kool 2; 2400
8.
24 Oct. 1941.
elk- en Kalfkoeïen
Pinken f 170—370;
1 90—190; 173
55; 27 Varkens:
55 magere 60-—85
tl; 143 Kleine big-
ler: 56 Stieren, 420
Nuchtere kalveren,
e schapen, 50 Vette
ten en geiten en 18
aanvoer 3606 stuks.
:hanen 1.502.50,
52.25, Jonge ha-
a duiven 2540 ct.
i velmaatschappij en.
20 plus 87 40 plus
:aas 20 plus 87 40
kaas 40 plus 112.
EN, 23 Oct. 1941.
46900 kg Witte
laboonen 18; 5400
.40.
G. H. W. ter
eloof niet aan het
nst wel bij zulk
Irama",
antwoordde Rem-
ijpend, „dat er een
nhang tusschen
len val van Cla-
géleden aanwezig
probleem hoort
af bij elkaar, dat
iegde de journa-
ay betreft, het zal
zijn, eens te zien,
at philanthropen-
t".
i traden den salon
isman binnen,
isieur Rambouillet
et mij wil samen-
v Chrisman? Ik
etzelfde vertrou-
als u mij gedaan
maakte een diepe
ange vrouw.
Vordt vervolgd).
IA VB
CHE BANK KT.V,
Alkmaar.
4 October 1941
»EN. Vor.k.
pun 2u
41 9+6/16
9+6/16
140 II 99WI6
99'6/iei
1938 92%
92%
39 93
93
1283/e
V
128%
.170
170
.213
214
bank 148
148
ENL.
lie 143%
145
1171/4
118%
320
310
160
163
Bezit 2711/4
274%
SCH.
.484
487
.293
295
Unit ló3
267
sn 1351/s
137
314%
318
301%
310
2571/4
258
-169
170
175
180
v; 158%
159
Lijn 118%
149
lijn 172
172
oot 198
202
.207
210
.276%
277
.311%
311%
262
263
en Buitenland
kmaar.
loofdred. D. A.
Daalder, Bergen.
Van een vergunning
afhankelijk gesteld.
's-Gravenhage, 24 Oct. Het Ver
ordeningenblad bevat een verorde
ning van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied
betreffende de regeling van het uit
oefenen van een beroep door Joden.
Daarin wordt o.m. het volgende
bepaald:
Artikel 1.
Het uitoefenen van een werk-,
zaamheid als beroep, in een
bedrijf, dan wei meer in het
algemeen om daarmede geld te
verdienen, door Joden, kan door
instructie afhankelijk worden
gesteld van een vergunning of
van voorwaarden of wel worden
verboden. Daarbij kunnen tege
lijkertijd bepalingen omtrent het
beëindigen en afwikkelen van die
arbeidsovereenkomsten worden
gegeven, waarin de door de
instructie getroffen persoon
partij is.
Artikel 2.
(1) de instructies worden uitge
vaardigd door den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche ge
bied (commissaris-generaal voor
financiën en economische zaken) of
door den door dezen aan te wijzen
dienst. Zij kunnen betrekking heb
ben op groepen van personen of op
afzonderlijke personen.
Artikel 3.
De op grond van artikel 2 der
Verordening No. 137/1940 betreffen
de de regeling van de rechtspositie
van ambtenaren en overig perso
neel, alsmede van bepaalde be-
eedigde personen, uitgevaardigde in
structies blijven onaangetast.
Artikel 4.
Op het ontslag van een Jood vindt
het bepaalde in het eerste uitvoe
ringsbesluit (No. 9/1940) ingevolge
de Verordening No. 8/1940 betref
fende het beperken van werk, zoo
als gewijzigd bij besluit No. 64/1940,
geen toepassing.
Artikel 5.
Een werkgever kan een arbeids
overeenkomst met een Jood, met in
achtneming van een opzeggingster
mijn van drie maanden, tegen den
eersten dag van elke kalendermaand
opzeggen, voor het geval de opzeg
gingstermijn volgens rechtsvoor
schrift dan wel overeenkomst langer
is, of de overeenkomst door het
verstrijken van tijd op een na 31
Januari 1942 vallenden dag zou
eindigen.
Artikel 6.
De secr.-gen. van het dept.
van sociale zaken kan de aan
spraak van een Jood, van zijn
weduwe dan wel van zijn na
komelingschap op pensioen of op
verzorging zijner nagelaten be
trekkingen jegens zijn werk
gever veranderen in een aan
spraak op een eenmalige schade
loosstelling, voor het geval de
werkgever dit verzoekt. De sec.-
gen. kan hierbij bepalen, dat de
schadeloosstelling in termijnen
zal worden betaald.
Artikel 7.
(1) Eindigt de arbeidsovereen
komst van een Joodschen werk
nemer en heeft de Jood of een
ander persoon ten gevolge van deze
beëindiging recht op andere dan de
in artikel 6 bedoelde aanspraken
jegens den Werkgever, dan treedt in
de plaats van deze aanspraken een
schadeloosstelling, welke berekend
wordt op basis van de wedde, waarop
de Jood over de laatste maand van
zijn werkzaamheid recht had. Deze
schadeloosstelling bedraagt bij een
ononderbroken duur van de arbeids
overeenkomst:
1- Van ten hoogste vijf jaren het
enkelvoudige; 2. van meer dan vijf
tot ten hoogste tien jaren het ander-
halfvoudige; 3. van meer dan tien tot
ten hoogste vijftien jaren het twee-
voudige; 4. van meer dan vijftien
tot ten hoogste twintig jaren het
drievoudige; 5. van meer dan twin
tig tot ten hoogste vijf en twintig
jaren het vier en een half voudige;
6. van meer dan vijf en twintig jaren
het zesvoudige van de maandelijk-
sche wedde.
(2) De schadeloosstelling vervalt,
voor zoover deze niet hooger is dan
het drievoud van de maandelijksche
wedde bij de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst. In gevallen,
als bedoeld in lid 1, onder 5, kan net
overblijvende deel in twee termij
nen, in gevallen, als bedoeld in lid 1,
onder 6, in drie termijnen bij voor
uitbetaling worden uitgekeerd.
(3) Het in de leden 1 en 2 be
paalde vindt geen toepassing voor
het geval de in het eerste lid be
doelde aanspraak geringer is dan de
schadeloosstelling. Voor zoover het
eerstbedoelde bedrag uit periodieke
prestaties bestaat, wordt, ter verge
lijking met de schadeloosstelling,
aangenomen, dat de periodieke pres
taties gedurende ten hoogste drie
jaren zouden zijn verricht. Tusschen-
rente wordt niet in aanmerking ge
nomen.
Artikel 8.
Jood in den zin dezer verordening
is hij die op gornd van het bepaalde
in artikel 4 der verordening No.
189/1940 betreffende het aangeven
van ondernemingen Jood is of als
Jood wordt aangemerkt.
Artikel 9.
(1) De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied (com
missaris-generaal voor financiën en
economische zaken) treft de ter uit
voering dezer verordening noodza
kelijke maatregelen. Hij kan de hem
toekomende bevoegdheden dele-
geeren.
(2) De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied (com
missaris-generaal voor financiën en
economische zaken) kan ten aanzien
van twijfelgevallen, welke zich bij
de toepassing der voorschriften
dezer verordening kunnen voordoen
algemeen geldende beslissingen
nemen.
Artikel 10.
Deze verordening treedt heden in
werking op den dag harer afkon
diging.
Commissaris benoemd met
verordenende bevoegdheid.
's-Gravenhage, 23 Oct. (A.N.P.)
Op 1 Nov. a.s. zal het zieken-
fondsenbesluit, opgenomen in het
Verordeningenblad van 16 Aug., in
werking treden.
In verband daarmede is
heden in het Verordeningen
blad opgenomen het tweede
uitvoeringsbesluit van den
secr.-gen. van het dep. van
sociale zaken, waarin in we
zen het grootste deel van de
voor de uitvoering van het
ziekenfondsenbesluit noodza
kelijke bepalingen is vastge
legd.
Aan de toelichting tot deze be
palingen, gegeven door den heer
A. Vermeulen, leider der soc.-
econ. afdeeling van het N. V. V.
ontleenen wij het volgende:
Kring der verzekerden.
Ten aanzien van den kring
der verzekerden wordt in het
ziekenfondsenbesluit onder
scheid gemaakt tusschen z.g.
verplichte verzekering en vrije
verzekering.
Tegelijkertijd met het zieken
fondsenbesluit is n.l. een besluit
van den secr.-gen. van het dept.
van soc. zaken afgekondigd, waar
bij wordt bepaald, dat art. 50 der
Ziektewet met ingang van 1 Nov.
1941 in werking zal treden, en
tegelijkertijd het bevallingsgeld
van 55.wordt ingevoerd.
.Art. 50 der Ziektewet schrijft nu
voor, dat den verzekerde geen
ziekengeld toekomt, indien hij niet
is ingeschreven bij een overeen
komstig de Ziekenfondsenwet toe
gelaten ziekenfonds. Dit heeft dus
tot gevolg, dat de arbeiders, die
onder de Ziektewet vallen, vanaf
1 Nov. a.s. ten aanzien van het
ziekenfondsenbesluit verplicht ver
zekerd zijn. Daarnaast opent het de
mogelijkheid voor het afsluiten van
een verzekering voor hen, die niet
verplicht verzekerd zijn. Door het
geheele besluit heen wordt regel
matig onderscheid gemaakt tus
schen de verplichte en de vrije
verzekering.
Zoo bepaalt het ziekenfondsen
besluit, dat de bepalingen voor de
verplichte verzekering niet alleen
gelden voor den ar.beider zelf, maar
zich mede uitstrekken tot de leden
van zijn gezin, wier kostwinner
hij is.
In het tweede uitvoeringsbesluit
wordt gezegd, dat als gezinsleden
te beschouwen zijn de personen,
jegens wie de arbeider volgens de
bepalingen van het burgerlijk
wetboek onderhoudsplichtig is en
tot zijn gezin behoorende stief- en
pleegkinderen, met dien verstande,
dat kinderen slechts in aanmerking
komen, indien zij den leeftijd van
16 jaar nog niet hebben bereikt en
in zoo verre deze gezinsleden niet
zelf verplicht verzekerd zijn.
Vanzelfsprekend zijn alle
voorschriften ten aanzien van
de verplichte verzekering
scherper en meer dwingend
geredigeerd dan ten opzichte
van de vrije verzekering het
geval is.
De uitvoerende organen.
Als uitvoerende organen van het
ziekenfondsenbesluit zullen fun-
geeren de ziekenfondsen, waaron
der verstaan worden door den
secr.-gen. van het dept. van soc.
zaken erkende of toegelaten instel
lingen van iederen aard, welker
doel is de uitvoering van de ver
zekering van personen ingeval van
ziekte, overeenkomstig de door de
overheid vastgestelde minimum-
eischen.
De ziekenfondsen, die zich bezig
houden met de verplichte verzeke
ring, moeten door den secr.-gen
voor de uitvoering daarvan worden
toegelaten. Zij zullen den naam
moeten voeren van „Algemeen
Ziekenfonds".
Voor de uitvoering van de vrije
verzekering moeten de zieken
fondsen door den secretaris-gene
raal van het departement van
sociale zaken worden erkend.
Vanzelfsprekend zullen voor
de toelating strengere regelen
worden vastgesteld dan voor
de erkenning, zoodat hieruit
de conclusie voortvloeit, dat
de. toegelaten ziekenfondsen
zich automatisch met de vrije
verzekering zullen kunnen
bezig houden of met andere
woorden automatisch erkend
zijn.
Ten aanzien van het beheer en
de administratie moet natuurlijk
tusschen de beide categorieën een
scherpe scheiding worden gemaakt.
Commissaris ziekenfonds
wezen en „Raad van bij
stand".
Door den secr.-gen. van het
dept. van soc. zaken is de direc
teur-generaal der volksgezondheid,
dr. C. v. d.' Berg, aangewezen als
249. Daar was
Klompeitje aJ
op de wal. Er
moest snel ge
handeld wor
den, want an
ders konden de
rovers wel
eens met An-
neliesja er van
door gaan en
dat moest
Klompertje
voorkomen.
Prachtig, daar
lag een grot
gummislang,
die gebruikt
werd om do
kade schoon to
spuiten.
250. Gauw de
slang aan de
kadepaaltjes
vastmaken en
het touw uit
het bootje
grijpen was het
werk van een
ogenblik. Nu
een zware
steen aan het
touw vast
binden en
klaar was de
kattepult. Op-
.elet, nu ging
iet: er op of
er onder.
Klompertje
telde: „Een,
twee
commissaris, belast met het toe
zicht op de ziekenfondsen. Hiermee
is in onze sociale verzekering een
nieuwe figuur getreden, n.l. een
met verordenende bevoegdheid be
laste persoon in plaats van de tot
nu toe bestaande, met verordenen
de bevoegdheid bekleede instan
ties, raden, colleges, enz.
De commissaris wordt bijge
staan door een „raad van bijstand",
die bestaat uit 15 personen, t. w.
een groep van 5 deskundige ambte
naren, 5 vertegenwoordigers der
geneeskundigen en 5 der verze
kerden.
Erkenning en toelating.
Door den commissaris is
inmiddels aan de thans be
staande ziekenfondsen ver
zocht zich ten spoedigste tot
hem te wenden met een ver
zoek om toelating als algemeen
ziekenfonds of om (voorloo-
pige) erkenning als zieken
fonds voor de vrije verzeke
ring.
De erkenning, resp. toelating zal
slechts gegeven worden aan zie
kenfondsen, welke op 1 Augustus
1941 bestonden. Het oprichten van
nieuwe fondsen is dus onmogelijk.
Voor 30 Juni 1942 zal definitief
erkenning of toeltaing worden
verleend of geweigerd.
Tijdens den duur van deze voor-
loopige erkenning resp. toelating
worden de maatregelen getroffen
voor een sterke centralisatie. De
commissaris kan samenvoeging van
bestaande fondsen verzoeken resp.
gelasten.
Voorwerp der verzekering.
In het ziekenfondsenbesluit wordt
in de artikelen 4 en 5 aangegeven,
dat het voorwerp der verzekering
omvat de geneeskundige verzorging
en de geldelijke uitkeering bij over
lijden.
In de artikelen 14 en 15 van het
tweede uitvoeringsbesluit worden
de verstrekkingen, waarop de ver
plicht verzekerden recht hebben,
nader aangegeven. Deze zijn:
Art. 14. le. Volledige hulp door
den huisarts, zoowel ten huize van
den patiënt als op spreekuur, waar
bij inbegrepen verloskundige hulp,
voor zoover geen vroedvrouw be
schikbaar is en buitengewone ver
loskundige hulp op verzoek van de
behandelende vroedvrouw;
2e. Volledige hulp op verzoek
van den huisarts, zoowel op spreek
uur als ten huize van den patient,
te verleenen door specialisten, die
ingevolge een door den commissa
ris te treffen regeling als zoodanig
zijn erkend, zulks evenwel, voor
zoover het betreft niet aan het
ziekenfonds verbonden specialisten,
niet dan na machtiging vanwege het
bestuur van het ziekenfonds of van
den controleerend geneesheer;
3e. Tandheelkundige hulp volgens
systematisch-rationeele 'beginselen
naar de volgende regelen:
a. consult, extractie, wondbehan-
deling, incisie en verwijdering van
tandsteen, zonder bijbetaling door
den verzekerde; b. conserveerende
en prothetische hulp tégen door den
commissaris vast te stellen bijbe
talingen; c. Röntgenfoto's tegen
bijbetalingen volgens door den
commissaris te stellen regelen;
4. Verloskundige hulp door een
vroedvrouw, indien deze beschik
baar is;
5e. Volledige verpleging en be
handeling in een ziekenhuis voor
den tijd van ten hoogste 42 ver-
pleegdagen per geval, alleen op
medische indicatie en oneer toezicht
vanwege het bestuur van het zie
kenfonds of van den controleerend
geneeshee:
6e. Tegemoetkoming in de kos
ten van verpleging in een sanato
rium voor tuberculoselijders voor
den tijd van ten hoogste een jaar
cn tot een door den commissaris te
bepalen bedrag, mits de verpleging
beeft plaats gevonden op advies
van een consultatiebureau-arts;
7e. Alle genees- en verbandmid
delen, met dien verstande, dat voor
merkartikelen bij gelijke werk
zaamheid het loco-preparaat moet
worden voorgeschreven, alsmede,
dat door den commissaris goed te
keuren beperkingen kunnen worden
gesteld;
Uitwendige geneeswijzen
volgens door den commissaris te
stellen regelen;
9e. Andere middelen, dan be
doeld in artikel 5 van bót zieken
fondsenbesluit, zooals die hieronder
zijn omschreven, doch slechts na
machtiging vanwege het bestuur of
den eontrokersnd geneesheer en
tot door den commissaris bij nadere
regeling vast te stellen maximum
prijzen:
a. brillen in model-montuur; b.
kunstoogen; c. breukbanden; d.
Met ingang van
1 Januari 1942.
's-Gravenhage, 24 Oct. De rijks
commissaris voor het bezette Neder
landsche gebied heeft een verorde
ning uitgevaardigd betreffende het
doen verrichten van arbeid in Jood-
sche huishoudingen. In deze veror
dening wordt het volgende be
paald:
Artikel 1.
(1) Het is verboden niet-
Joden arbeid te doen verrichten
in huishoudingen van gezin
nen, waarvan een Jood het
hoofd is of waaraan een Jood
blijvend dan wel tijdelijk, mits
voor langeren tijd dan vier
weken ononderbroken, deel uit
maakt.
(2) In den zin van het eerste lid:
1. Is Jood: hij die op grond van
het bepaalde in artikel 4 der veror
dening no. 189/1940 betreffende het
aangeven van ondernemingen Jood
is of als Jood wordt aangemerkt;
2. verricht arbeid in de huishou
ding van een gezin: Hij die geheel
of gedeeltelijk voor bepaalden of
onbepaalden tijd in dat gezin is op
genomen, om in de huishouding
daarvan arbeid te verrichten of die
zich, zonder in het gezin te zijn op
genomen, met dagelijksche huishou-
ctlijke werkzaamheden of met an
dere dagelijksche werkzaamheden
wtlke direct of indirect met de huis
houding in verband staan, bezig
houdt.
(3) In afwijking van het in
het eerste lid bepaalde is het
buikbanden; e. elastieken kousen;
f. orthopaedisch schoeisel voor ster
ke misvormingen, alleen op voor
schrift van den ortliopaed; g. steun
zolen uit voorraad volgens gipsmo
del, alleen op voorschrift van een
orthopaed; h. steunringen; i. groo-
tere apparaten dan corsetten, kunst
ledematen, krukken, draagurinalen
anus-bandages, enz.
Art. 15. De uitkeering bij
overlijden, bedoeld in artikel 6
van het ziekenfondsenbesluit,
bedraagt voor verzekerden, als
bedoeld in artikel 3 van dat
besluit, ten minste vijftig gul
den; echter voor kindere i be
neden den leeftijd van 2 jaar
ten minste dertig gulden.
Ziekenfondsen kunnen de kosten
voor ziekenhuisverpleging en voor
sanatoriumverpleging herverzeke
ren, alsmede de uitkeeringen bij
overlijden. Dit geschiedt met het
doel om de bestaande ziekenhuis-
verplegingsfondsen en sanatorium
fondsen alsmede de volksverzeke
ring hun bestaansmogelijkheid te
doen behouden.
Voor de vrije verzekering kunnen
de verstrekkingen beperkt worden
volgens nader te geven bepalingen.
Premiebetaling.
Voor de verplichte verzekering
moet de eene helft van de pre
mie voldaan worden door den
arbeider, de andere helft door
den werkgever.
De hoogte van de premie zelf
wordt vastgesteld door den secr.-
gen. van het dept, v. soc. zaken.
De halve premie, die door den
arbeider moet worden betaald,
wordt door den werkgever van het
looon ingehouden en wordt, aange
vuld met de andere helft, die door
den werkgever betaald wordt,
doorgezonden aan de uitvoerings
organen van de ziektewet, dus de
Raden van Arbeid resp. de Be
drijfsverenigingen. Die storten de
bedragen in een Vereveningsfonds,
beheerd door den commissaris v. d.
ziekenfondsen. Dit fonds geeft aan
ieder ziekenfonds het hem toeko
mende bedrag, in verhouding tot
het aantal verzekerden plus recht
hebbende gezinsleden vastgestelde
kostenvergoeding.
Hiermede worden de totale lasten
niet in verhouding tot den gezins
omvang, maar in de verhouding tot
het loon omgeslagen.
De eerste premie zal met in
gang van 1 November 1941
worden geheven. Zij is voorloo-
p'g vastgesteld op 4 pet., zoodat
de arbeider 2 pet. van zijn loon
zal moeten betalen.
Dit bedrag is, de hooge verstrek
kingen in aanmerking nemende,
ranzienlijk minder, dan de tot nu
toe betaalde contributies.
De in-werkingtreding.
Vóór 1 Nov. a.s. moet de toela
ting der algemeene fondsen zijn
geschied en moeten alle arbeiders,
die onder de verplichte verzekering
vallen zich laten inschrijven.
Het zal noodig zijn, dat arbei
ders en werkgevers in de komende
week alle daartoe noodzakelijke
handelingen verrichten.
V/ij rekenen er op, aldus besloot
de heer Vermeulen, dat zulks ook
inderdaad zal gebeuren.
geoorloofd arbeid op grond van
een reeds bestaande dienstbe
trekking verder te doen ver
richten:
1. Vanaf het tijdstip van in
werkingtreding dezer verorde
ning tot 1 Januari 1942;
2. vanaf het tijdstip,, waarop de
omstandigheid, op grond waarvan
het in het eerste lid bedoelde verbod
van toepassing wordt, ontstaat tot
het tijdstip, hetwelk de werkgever
de dienstbetrekking op zijn vroegst
na het ontstaan dier omstandigheid
kan opzeggen, ten hoogste echter
tot dertig dagen nadien.
Artikel 2.
(1) Overeenkomsten zijn nietig,
voor zoover zij de verplichting tot
het verrichten van arbeid in strijd
met de verbodsbepalingen van ar
tikel 1 inhouden.
(2) Voor den werkgever wordt
niet als dringende reden in den zin
van artikel 1639p, lid 1, van het bur
gerijk wetboek beschouwd het feit,
dat de bepalingen van het eerste lid
van artikel 1 op die dienstbetrek
king van toepassing zijn of worden.
Artikel 3.
(1) Hij die in strijd imet het in ar
tikel 1 bepaalde iemand arbeid doet
verrichten, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste een
jaar en met geldboete van ten hoog
ste tienduizend gulden of met een
dezer straffen.
(3) Het instellen van een straf
vervolging tegen iemand, die noch
de Duitsche nationaliteit, noch de
Nederlandsche nationaliteit bezit,
noch zonder nationaliteit is, kan
slechts plaats vinden met toestepi-
ming van den rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied.
(3) Feiten, als bedoeld in het
eerste lid, worden beschouwd als
delicten in den zin van het tweede
lid van par. 2 der verordening no.
52/1940 betreffende de Duitsche
rechterlijke macht voor strafzaken,
zooals deze gewijzigd is bij veror
dening no. 123/1941.
Artikel 4.
De rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche. gebied (com
missaris-generaal voor bestuur en
justitie) kan vrijstelling van bepa
lingen dezer verordening verlee
nen.
Artikel 5.
(1) Deze verordening treedt heden
in werking.
(2) Gelijktijdig treedt de verorde
ning no. 231/1940 betreffende het
doen verrichten van arbeid door
Duitschers in Joodsche huishoudin
gen, buiten werking.
1881 - 1941
Den 6en November hopen D.V.
onze geliefde Ouders, Behuwd-,
Groot- en Overgrootouders
A. v. HEERDEN
N. v. HEERDEN—DE BOER
hun 60-jarig huwelijk te herdenken.
Hun liefhebbende Kinderen,
Behuwd-, Klein- en Achter
kleinkinderen.
Alkmaar, 24 October 1941.
Toussaintstraat 22.
De Heer en Mevrouw
HAAKMAN—WARNIES
geven met vreugde kennis van de
geboorte van hun Zoon
ANTON.
Den Haag, 23 Oct. 1941.
Begoniastraat 71.
Heden overleed zacht en
kalm onze geliefde Zuster,
Behuwdzuster en Tante
TRIJNTJE WIT,
Wed. van
KLAAS REINDERS,
in den ouderdom van 74 jaar.
FAMILIE WIT.
FAMILIE REINDERS.
Ilensbroek, 23 October 1941.
De teraardebestelling zal
plaats hebben te Hensbroek
op Maandag 27 Oct., n.m. 2|
uur (off. tijd).
DANKBETUIGING.
Voor de vele bewijzen van deel
neming, ontvangen tijdens de ziekte
en na het overlijden van mijn ge
liefde Vrouw
T. WEEL—DE GRAND,
betuig ik mijn hartelijken dank.
In het bijzonder den Predikan
ten der Nëd. Ilerv. Gemeente,
Dr. W. J. Broere en Dr. J. Maats,
verder de Zusters van het Centraal
Ziekenhuis voor de liefderijke be
handeling.
J. WEEL, Laat 55.
24 October 1941.