De nederige GEBOORTE
PANTOMIMES
van
KERSTFEEST 1946 EN
DE JONGE GENERATIE
D\
Kerstpotten-idyllo
betrouwbaar is het woord en volle aanneming
waarddat Christus Jezus in de wereld is ge
komen, om zondaren te behouden".
llilEN zou het Christendom kunnen noemen: de godsdienst van den
„Komenden God". Want dit, dat God degene la, Die komt, Is een van
de meest fundamenteeile noties van den Bybal en van de Kerk.
God komt, om het kwade te overwinnen door het goede. Dat is zoo Zijn
eigen vrije, diep verborgen weg. Aan de oppervlakte lflkt dit radeloos en
hopeloos. Maar wie het gaat zien met de gezegende helderziendheid van het
„geloof", die ontdekt in een huiver van ontroering, dat de schijnbare cata
strophe de hemelsche glorie van een eeuwige en onaantastbare zege verbergt.
Dat is de aanbiddelijke heerlijkheid van God, dat Hfl goed blflft, ook in de
uiterste en meest ontzinde openbaring van het kwaad; dat Hfl juist dAAr
goed blflft, eeuwig goed. Daar kan het kwaad niet tegen op. Daar gaat het
aan te gronde. Dat is Gods aanbiddelijke victorie!
Het „wonder" van Bethlehem is een teeken van dit onberekenbare en
ongedachte komen van God. Want God komt om Zijn heerschappij te vestigen
en om het kwaad te overwinnen. En Hij doet dit op Zijn wijze. Dit beteekent,
dat Hij het „anders" doet, dan wij ook maar kónden berekenen. Want onze
motieven deugen niet, en daarom falen onze berekeningen.
Maar wie het geheim van Jezus Christus heeft „gezien" en herkend als
het toornen van God, die verstaat, dat het zóó moet, zóó, en dat het niet
anders kan! De Bijbel noemt dat het Kruis. O, dat is een waarlijk hemelsch
inzicht: het geheim van het Kruis als waarachtige en onaantastbare Godde
lijke zege. Dat moet je gaan „zien". Daar moeten de oogen van een
menschenklnd voor open gaan. Dan Is alles anders geworden.
En het is reeds het geheim van de nederige geboorte, van het zóó,
onberekenbare, onuitdenkbare, vreemde komen van God. Het 13 immers, dat
God dAAr komt, juist dAAr, waar wij alleen maar misère en ontzetting en
doodsschaduwen zien. Het betuigt, dat God toch bezig is te komen, en dat
Hij heel rustig en onbekommerd en souverein Zijn weg gaat, een weg, nat
van bloed en zwart van ellende. Maar God is er! En Hij is goed.
Wie Jezus Christus „kent", die ziet
het. Want die is helderziende gewor
den. Die kent Gods „geheim"! En hij
verheugt zich met een werkelijk heer
lijke en onuitsprekelijke vreugde,
zooals de Apostel Petrus.
Lijkt het erg wanhopig! Om u
heen? Voor u zelf?
De Kerk weet: God is er in, de
God, Die komt! De God van de nede
rige geboorte. Hfl is gekomen om
„zondaren te behouden". En daarom
viert de Kerk het Kerstfeest in de
donkerste dagen, als het feest van
het ondenkbare, zalige, onbereken
bare, Goddelijke komen van God:
O Bethlehem, gij zflt zoo groot,
Uw naam klinkt door de eeuwen
en Is gelijk het morgenrood...
Heer Jezus Is geboren...
De mensch ia niet verloren!
„Good old
England" zal
nooit
veranderen
WAT op Nieuwjaarsdag de Gys-
brecht voor Amsterdam is, dat
zijn met Kerstmft de pantomimes
voor Londen. Halt die vergelijking
is wat scheef, want terwijl Vondel's
drama elk Jaar een bepaald soort pu
bliek trekt, interesseert iedere Bn-
g lschman zich voor de Kerstpanto
mime.
Het ls een gekke geschiedenis met
dergelijke voorstellingen. Want de
Engelsche pantomime i s geen pan
tomime, d.w.z. een gebarenspel, waar
bij niemand z'n mond mag open doen,
behalve om adem te halen. Het ls een
revue geworden met grappige sket
ches, liedjes en balletmeisjes. Krach
tens hun titels behooren dia patomi-
mes sprookjes uit te beelden, maar of
ze nu Asschepoester, Roodkapje of
Dick Whlttington heeten, van het
eigenlijke sprookje merk je slechts
te hooi en te gras iets.
De fameuze Britsche pantomime ls
derhalve alles.... wat je Je er n 1 e t
van had voorgesteld. En onlogisch
dat ze ln elkaar zitten! Sinds jaren
her heet de hoofdrolvertolkster „prin
cipal boy", maar steevast wordt die
rol vervuld door een meisje met
mooie, slanke beenen. De onsympa
thieke vrouwen uit de sprookjes
worden bij voorkeur door mannen ge
speeld. Waarom? Omdat 't altijd zoo
geweest is.
VOOR den buitenlander ls zoo'n
pantomime moeilijk te begrijpen.
In de eerste plaats ben je al die
sprookjesfiguren in geen jaren meer
tegen gekomen en bovendien zijn ze
door tientallen jaren tooneelistische
behandeling nogal wat veranderd.
Maar voor den Brit komt dat er niet
op aan: hl] ls met de pantomime op
gegroeid en hl] gaat op z'n plaats
zitten met de kinderlijke verwachting:
„Wat voor gekke dingen zal de heks
dit keer uithalen?"
De pantomime is een stuk Engel
sche traditie. Geen regisseur zal het
in z'n hersens halen het traditloneele
schema van de voorstelling overhoop
te halen. De kerels, die de booze zus
ters van Asschepoester spelen, mogen
(vervolg op pap. J
BIJ DE AFBEELDINGEN
°e hier op deze pagina afgebeelde
toto's zfln alle reproducties van be-
*°«wde schilderflen. De bovenste
f°to is een reproductie van het schil-
u®rfl van Jan van Eyk: Verkondl-
Maria; van de twee naast
elkaar^geplaatste foto's is de linker
y,0?, r Breughel (de Oude)
Volkstelling, rechter van een
fragment van het schilderij van D.
Barendsz: De aanbidding van de
herders.
Hans Memling ta 0p deze pagina
vertegenwoordigd met een foto van
zijn „Aanbidding van de Koningen".
Daaronder plaatsten we een frag
ment van Pieter Lastman's: Vlucht
naar Egypte.
beknoptheid van het
Kerstverhaal ls mede een
der factoren van zijn schoon
heid omdat deze onze fantasie
alle ruimte laat. Wfl zien dan
ook, dat het van de vroegste
christelijke eeuwen af 'n bron
van inspiratie is geweest voor
alle kunstenaars. Zoovele kun
stenaars zich hebben bezigge
houden met de pictureele ver.
tolking van het Kerstverhaal,
zoovele verschillende wijzen
van voorstelling hebben zich
geopenbaard. Mag dan al de
stijl van den tijd den daarin
levenden meesters gebonden
hebben tot de Inachtneming
van zekere beginselen ln op-
vatttog en uitbeelding, de daar
door veroorzaakte kenmerken
ztjn meer uiterlijk dan Innerlijk
gebleven. Wij blijven hardnek
kig van de primitieven spreken,
laten den stfll der middel
eeuwen volgen door die der re
naissance. Wfj onderschelden
Spaansche, Italiaansche, Hol-
landsche en Vlaamsche, Dult-
sche kunst van naturalistische
en realistische strekking en
toch weet iedere groote kunste
naar zich weer uit te heffen
boven elk etiket en zichzelf te
zfln. En de Interessantste figuren zfln zij, die op de grens van tijdperken
leefden en werkten: Pdeter Breughel, Jeroen Bosch, Hugo van der
GoesNiettemin ook onder de anderen, die wel zich voegen laten
binnen de enge grenzen van scholen en tijdperken, schuilen karakters,
die hun opdrachten wisten te bezielen, hun geloof en ontroering tot
uitdrukking wisten te brengen, niet dank zij, doch ondanks hun fabel
achtige technische meesterschap. Hoe vaak werd niet de schilder uit
vroege eeuwen
door zijn opdracht
gever aan strakke
banden gelegd.
Moest niet de
voorstelling vol
doen aan vaste
normen en diende
niet de rijke schen
ker van het doek,
paneel of drieluik
onder de vroom
knielende figuren
te worden afge
beeld, opdat behal.
ve den heiligen ook
hem zou worden
hulde gebracht T
Oim dan toch aan
„de knellende ban.
den van traditie en
nuchtere zakelijk
heid te ontkomen
verelschte lnner-
lflke bewogenheid
en hoogen artistle-
ken zin. Het ge
lukte een Memling
en een Rogier van
der Weiden, een
Bouts, Van der
Goes en zoovelen
anderen tevens, al
zullen zfl weinigen
zijn, onder de ve
len, die in den
bloeitijd van de
schilderkunst,
kerk en kloosters en huiskapellen voorzagen van
schilderijen.
AARDIG om een uurtje, zoo van
12 tot. wacht te hebben bij de
Kerstpot ten.
Het was niet koud en ook niet
winderig, al stond de Kerstpot op
dien hoek van een breede straat en
een park.
De Kerstpotten staan in de sfeer
van warme sympathie. Belangstelling
en nieuwsgierigheid vooral bij de
groepjes kinderen die uit school ko
men. Een klein praatje om de
nieuwsgierigheid te bevredigen.
Een klein meisje keert zich om en
zegt: „Ik heb een spaarpot thuis
die ga ik halen!" 'n Schatje!
Een bejaard heer blijft aan den
overkant van de straat staan, haalt
zijn beurs te voorschijn en kijkt pein
zend naar den inhoud. Aarzeling! Hij
waant zich blijkbaar ongezien. Het
duurt even... Voorzichtig steekt h(j
over en offert zfln gave.
Het gebeurt soms, dat iemand van
zfln rijwiel stapt en zich de moeite
geeft jas los, handschoenen uit,
het rijwiel tegen zich aangeleund
om een gave te geven en een vrien
delijk woord te wisselen met den
wachter op zijn, naar hij meent, kou
den post. „De post verwarmt inner
lijk, mijnheer!" 'n Toestemmende
knik!
Dames zien al op een afstand
waar het om gaat. Loopend openen
zfl haar volle tasch, zoeken naar het
handtaschje tusschen de pakjes en
als zij bij de kerstpot zijn is de gift
er ook.
Het Leger maakt zijn saluut en
dankt!
Wat kan de aarde toch lief en
schoon zijn!
Het Kerstfeest nadert!
G. C. PEETERMAN.
En de engel eeide tot haar: Wees niet bevreesd,
Maria; want gij hebt genade gevonden bij God.
(Luc. 1 30).
En het geschiedde in die dagen,
dat er een bevel uitging vanwege
Keizer Augustus, dat het geheele
rijk moest worden ingeschreven.
En zij gingen allen op reis om
zich te laten inschrijven, ieder naar
zijn eigene stad. (Luc. 2 1 en 3).
Er zijn ook vele schilderijen gemaakt en nog meer
bflna-goed», die echter toch een functie vervulden.
Want hun eerste en vaak eenige taak was het vlsua-
Ilseeren van het Bijbelverhaal.
Ï1TE gaan weer Kerstfeest vieren! Kerstfeest 1946.
V» „Eindelijk weer ouderwets", vertelt een adver
tentie van een of ander restaurant. Het „ouderwetse"
zit dan in een keur van spijzen, die weer aangeboden
kunnen worden. En inderdaad: wat daar opgesomd
wordt ziet er niet slecht uit. Er ls blijkbaar wel weer
van alles, al merken veel huisgezinnen daar niets van.
Is dat misschien onze krampachtigheid: we willen
weer een „ouderwets Kerstfeest"? We organiseren
onze avondjes en gezelligheden. We etaleren Vrbluf-
fend bedrieglijk. We slepen de hele romantiek
weer aan.
Het ls mogelijk, dat het deze en gene lukt. Maar lk
maak me sterk, dat er onder de jongeren velen zijn,
die dit niet meer nemen. Dit „ouderwetse" ls voorbij.
Deze romantiek wordt doorzien. Dit spel spelen we
niet mee. En Als we het meespelen doen we het niet
meer van harte. Die jongen staat niet alleen, die me
zei: „Ik ben nu bezig voor allerlei Kerstvieringen,
maar het wil niet zoals vroeger. Toen zat lk er veel
meer ln, en er kwam stemming over je, Iets milds,
Iets gevoeligs." Deze stem ls de stem van een
generatie: het wil niet meer.
Natuurlijk ze zfln er ook nu nog die zich laten
Inkapselen door wat gevoeligheid en romantiek. Maar
er zfln er meer die dit niet meer kunnen meemaken.
Niet omdat we zo onromantisch geworden zfln.
Maar onze romantiek ls anders dan de rode Kerst-
romantlek. Het ls die van de rhythmus, van de felle
lichten, van het gretig spel van sexuele hunkering,
tastend langs de grenzen van eigen spankracht.
En daarachter gaat schuil een verlangen naar
eerlijkheid, naar het leven nemen zoals het is, dat
vaak wordt tot cynisme. We hebben teveel gezien,
gehoord, beleefd. Misschien „doet" het Kerstfeest het
nog even, maar dan zal toch de terugslag komen.
„Stille nacht"we willen geen stilte, want dan
ga je denken en daar word je maar ellendig van.
„Ik word gek van die stilte" zei een Amsterdamse
jongen die voor het eerst ln de bossen was. „Vrede
op aarde." We geloven er niets van. Op een discussie
kring, waar we samen spraken over de plaats van
de jeugd ln de opbouw kwam het bittere vraagje:
„Hoe lang geeft U deze „wapenstilstand" dan?"
Wat was de vrede mooi vóór het vrede was!
Als er ln 1946 nog van Kerststemming sprake zal
zfln, dan lflkt de enige mogelijkheid een met wat
goedmoedige verwondering terugzien, hoe mooi het
was. Wat waren we toen anders. Zoiets als die jurist
had, die op de Kerstavond placht te slenteren door de
straten en als hij ergens een kaarsje door een venster
zag glimmen, altijd een tikje medelijden met zichzelf
had en dat was toch ook een soort Kerstfeeststem
ming. Maar dat willen we liever niet. Dat ontvluchten
we. Swing it!
De grooten onder hen slaag
den er ln ook te schilderen door
him kracht van overtuiging
over te dragen op den be
schouwer, dezen te schenken
uit de volheid van hun geloof.
Zoo werden zfl zelf als kun
stenaar wonderen van genade,
toen zfl, als Geertgen tot St.
Jans, het wonder schilderden
van den Kerstnacht of als Jan
van Eyck, van de Verkondi
ging aan Maria. Vervuld zijn
van het wonder en het belijden;
het gestalte geven ln een tijd
en onder actueele omstandig
heden, dat verstonden Rubens
en Rembrandt beter dan Botti
celli en Correggio.
Dat het Kerstwonder zich
herhaalt lederen dag ln elke
eeuw Breughel wist het zfln
tfldgenooten al te sugge-eeren,
door het te doen geschieden in
het land van Vlaanderen van
zfln tfld.
Ieder moment van het Kerst
verhaal hebben zfl uitgebeeld
en tal van hun schilderflen zfln
nog heden in staat en zullen
zoolang als zfl het bezit der
menschheid mogen blflven, ln
staat zfln, niet alleen om onze
aesthetische bewondering te
wekken, maar meer dan dat, ons geloof te hernieuwen of te bevestigen.
Zal er een tfld komen, dat weer als voorheen, het Nieuwe Testament,
grondslag zal vormen van denken en .doen der menschen en kunste
naars daarin de onderwerpen zullen vinden voor hun scheppingen?
Niettegenstaande den oorlog en daaraan voorafgaande crisisjaren,
of veeleer tengevolge daarvan, heeft er ln de wereld geestelijke, reli
gieuze verdieping plaats gevonden.
Het besef zal le
vend moeten wor
den dat Kerstmis
niet een gebeurte
nis is welke 1946
het jaar geleden
heeft plaatsgevon
den; dat Jezus
lederen dag gebo
ren wordt en lede
ren dag gekrui
sigd, dat steeds
Gods Zoon bereid
ls zich te offeren
en den wil Zijns
Vaders te doen;
dat God de wereld
niet en nooit los
laat en de mensch
heid het zonder
God niet af kan.
Geloof beteekent
rechtvaardigheid,
en barmhartigheid.
Geloof beteekent
liefde tot den naas
te, geloof betee
kent socialisme en
sociailsme wordt
pas levend en le
venwekkend door
het geloof. De tfld
komt, dat een
Christendom van
binnen uit beleefd,
de nieuwe mensch
heid zal doordeesemen en haar levensstijl zal geven.
Dan wordt er weer een cultuur geboren en zal het
den kunstenaars gegeven zfln te scheppen ln reli
gieuzen zin: dan weer zal de heerlijkheid van Chris
tus* geboorte, Zijn omwandeling op aarde, Zfln tra
gische en verlossende dood kunnen worden uitge
beeld, zoo dat t zal worden verstaan door menschen
van den nieuwen tfld.
AANBIDDING DER HERDERS.
En zij gingen haastig en vonden
Maria en Jozef en het Kind, lig
gende in de Kribbe. (Luo. t 16).
En zij gingen liet huis binnen en zagen het Kind met Maria, Zijne moeder,
en zij vielen neder en bewezen Hem hulde. En zij ontsloten hunne kost
baarheden en bodem Hem geschenken: goud wierook en mirre.
(Matth. 2 9—11).
En hij nam in den nacht het Kind en Zijne moederen treek uit naar
Egypte, en daar bleef Mj tot den dood van Herodes, opdat vervuld zoude
worden hetgeen de Heere door den profeet gesproken heeft, toen hij zeide:
Uit Egypte heb Ik Mijnen Zoon geroepen. (Matth. 2 1415).
Of we bouwen ons eigen leventje, zo safe mogelflk. Of gooien ons fanatiek
m een politieke of maatschappelijke beweging. Daar laat het Kerstfeest zich wel
bfl inschakelen. Naar alle kant: is Jezus niet „het kind van den arbeider"; ver
tegenwoordigt, belichaamt hfl niet de Westerse geest: de ontdekking van de vrfle
individu enz.?
Voor velen zal het „ouderwets Kerstfeestvieren"
lnnerlflk onmogelflk geworden zfln. Maar wil dat
zeggen dat het in 1946 voor de jonge generatie geen
Kerstfeest zfln kan? Geen sprake van! Maar: dan zal
het ook echt Kerst-feest moeten zfln. Wfl kunnen
ln de practflk van onze Kerstvieringen tot de
meest vrome en stichtelijke toe daar nog zo ver
van afgeraakt zfln, de naam blflft het zeggen:
Kerst-feest is Chrlstusfeest. Centraal is het Kind in
de kribbe. Dat betekent dat we met het Kerstfeest
niet klaar zfln als het gelukt ls om er een pleizierige
fuif van te maken. En evenmin als we door onze
vreemdheid tegenover het sentiment en de romantiek
die er „ouderwets" bfl horen het op zfl zetten. In alle
gevallen blflft er uit het midden van het feest een
vraag op ons afkomen: ln het Kind ln de kribbe.
Neen: geen vrAAg alleen, een aanbieding, een ge
schenk. Het geschenk waarvan het oude Bijbelver
haal, zonder romantiek, sober, zakelflk vertelt. Met
een realisme, waaraan wfl, die zo graag eerlijk, des
noods brutaal en onfatsoenlijk eerlijk willen
zfln, niet aan toe komen.
In het Kind komt God tot deze wereld. Midden ln
de verwarring en schuld. In het Kind maakt God een
vrfl en nieuw begin ln een wereld, waar nooit Iets
waarlflk nieuws begint. In het Kind komt God open
baar, niet als een vaag en ver begrip, een post die
wfl ln onze wereldbeschouwing pro memorie uit
trekken, maar adembenemend reëel en persoonlijk.
In het Kind legt die God de hand op ons en zegt:
„Je bent van Mfl". Aan een zoekende, cynische,
vluchtende generatie predikt het Kerstfeest de bood
schap, die Blumhardt vervulde: „Ihr Menschen seld
Gottes".
Het k&n en zal toch Kerstfeest zfln, als we het
wonder van het Kind laten spreken. Als we verstaan:
het gaat niet om wat wfl er van maken, maar het
gaat er om dat God het eens vooral Kerstfeest heeft
gemaakt. Dat we het weten mogen, dat God zich met
het mensenleven verbindt. Het mensenleven, zoals
onze generatie het heeft leren kennen: met alle
schuldverwarring, nood, zoeken, genotzucht, opper
vlakkigheid en kwelling.
Afgezien van alle persoonlflke overtuigingen heeft
het Kerstfeest er récht op, dat we ons aan laten
spreken door dat centrum: het Kl'nd tn de kribbe.
Wat wfl er ook omheen geprutst hebben: daar gaat
het tenslotte om.
't Wonderlflke ls, dat het blflken zal ons juist zó
weer midden in de werkelijkheid neer te zetten. Om
dat, als God dit alles de moeite waard gevonden
heeft, het ook ons de moeite waard mag zijn Zo leren
we weer bewust en verantwoordelijk jong te zfln tn
eigen tfld. Midden er in. Realistisch en toch vol
geloof. G. VAN LEEUWEN.