HET TOONEEL
rond E€l
Natuurleven
PASSAGIER VOOR
Zijn verhouding tot en
verwantschap met de kerk
H ADDEN wij niet geloofd
Dat Gij hadt overwonnen,
Ach, wij zijn niet bereid
Te ontvangen Uwen vrede
Die Gij zoo lang geleden
Verricht hebt aan den tijd.
Maak onze armoe rijk
Met wat wij lang verkregen:
De zaligheid en zegen
Van Uw gekomen Rijk.
WINTER IN VOLENDAM
Een Kerstuitzending verpakt in een kistje
door Prof. G. v. d. LEEUW
ls een tijd geweest, vlak na de
bevrijding, dat de schouwburgen
stampvol waren Men wilde inhalen
wat men tijdens de bezetting had ge
mist en men was den toonelisten
dankbaar voor de houding, die niet
weinigen hunner tegenover den vij
and hadden aangenomen. Thans is dit
al weer veranderd en het schouw
burgbezoek is aanmerkelijk afge
nomen.
Het is daarom een goed oogenblik
om ons af te vragen of wij' niet een
soort verplichting tegenover het too
neel hebben. Ik begrijp natuurlijk
best, dat van niemand kan worden
gevraagd, dat hij naar den schouw
burg gaat, zooals hij naar zijn bureau
gaat. Tenslotte gaan wij, als wij gaan,
voor ons plezier. Maar wel zouden
inzonderheid de christenen zich wel
eens af kunnen vragen of wij niet iets
aan het tooneel hebben goed te
maken.
De strijd tusschen tooneel en kerk
is van zeer ouden datum. Historisch
is hij ook zeer goed te begrijpen Toen
het Christendom de antieke wereld
binnentrad, vond het daar niet het
tooneel, zooals het in Athene's bloei
tijd was geweest, toen de gansche
bevolking de meest verheven en diep
zinnige poëzie, het schoonste drama,
dat ooit is geschreven, in het theater
volgde en aan de voorgestelde han
deling hartstochtelijk deelnam. Die
glorie was lang voorbij In de wereld
van Paulus, van de kerkvaders, was
een ander soort tooneel zeer populair
Het wordt de Mimus genoemd en het
had meer gemeen met onze revues,
dan met ons tooneel. De toon was
weinig verheven. De comedianten
maatschappelijke verworpelingen,
hoewel soms gevierd op de wijze van
moderne filmsterren, leidden een wei
nig zedelijk leven. Bordeel en too
neel stonden niet verre van elkaar.
Het Is dan ook geen wonder, dat de
aanraking tusschen kerk en tooneel
niet zeer vriendelijk was en dat de
kerk van den beginne af tegen het
tooneel heeft strijd gevoerd.
Dat is zoo gebleven. En nog is het
in vele christelijke kringen geen ge
woonte om naar den schouwburg te
gaan. De reden daarvan ligt dieper
dan de genoemde historische. Dat
kerk en tooneel elkander zoo weinig
liggen, vindt zijn reden daarin, dat zij
zoo nauw verwant zijn. Het oude
Grieksche tooneel van de groote tra
gici: Aeschylus, Sophokles, Euripides,
was een religieuze aangelegenheid
De opvoeringen vonden plaats in het
kader van godsdienstige feesten. En
in de drama's werden religieuze en
zedelijke problemen- van de hoog
ste orde behandeld. Enkele malen
in de geschiedenis van het tooneel
heeft zich dat herhaald, hoewel toen
het religieuze kader was weggeval
len. Het tooneel van Shakespeare en
Goethe is nog Bteeds een bron van
wijsheid en zedelijke kracht.
Maar ook wanneer het tooneel op
een veel lager peil staat, zelfs in den
boven genoemden Mimus, zelfs in
onze geliefde poppenkast-voorstel'in
gen (lang niet het meest verachtelijke
tooneell) Is er iets in, dat met de
kerk verwant is Want ook de laatste
voert een soort drama op. Ik weet.
dat ik. als Ik dit zeg, alle barthianen
aan mijn hals krijg. Maar het is er
niet minder waar om. De eene kerk
doet het met misgewaden en buigin
gen voor het altaar, de andere mei
een simpele toga en een preek. Maar
geen enkele kerk kan het dramatl
sche geheel missen Bepaalde hande
lingen, al ls het maar het uitspreken
van den zegen, de bediening van het
sacrament, suggereeren, dat de voor
ganger een rol speelt. En ook zijn
preek ls niet maar een verhaal dat
hij zelf verzint, zij is het woord, dat
hij spreken moet, omdat het hem is
opgedragen En hij spreekt het vol
gens bepaalde regels, die hii put uit
dat groote regieboek, den Bijbel.
De historici weten ons te vertellen
dat deze overeenkomst te verklaren
is uit een gemeenschanpelljken oor
sprong, dat er een tijd was. dat het
spel per sé heilig was en de eere-
dienst per sé spel, dat tooneel en
godsdienstoefening niet te onder
scheiden waren Wij wenschen dien
tijd niet terug. Maar wel mogen wij
ons afvragen of de oeroude verwant
Pantomimes
'(vervolg van pag.
in deze krankzinnige vermomming de
grofste grollen ten beste geven en
de heeren kunnen er wat meel maar
nooit zal men de bloemenftnates laten
vervallen, die nu al honderd laar
en misschien wel langer bij zoo'n
voorstelling hooren.
Uit heel Engeland komen men
schen met Kerstmis naar Londen De
welgestelde lulden van het platteland
herken je onmiddellijk aan hun stilve
antieke modes, aan de onverslijtbare
tweed mantelpakken en de heeren
costuums met n uwe broeken en lan
ge colbertjasjes, aan grijze en bruine
hooge bolhoedles. Overal elders zou
den ze een oploop veroorzaken hier
in Londen echter kijkt niemand ook
maar even naar ze >m Maanden te
voren hebben ze plaatsen besproken
voor „Cinderella" of „Jack and the
Bean stalk". Hartstochtelijk fluiten
ze de booze heksen uit ziln diep-on-
gelukkig met de arme. verlaten prln
ses en juichen, wanneer de slechte
toovenaar een pak slaag krijgt.
't Is een wonderlijk allegaartje
zoo'n pantomime, maar 't ding hóórt
nu eenmaal bij het Engelsche Kerst
vermaak Als een Brit zes jaar Is
mag hij er voor 't eerst heen hóórt
bij z'n opvoeding en als hij tachtig
is, dan laat hij zich er heen dragen.
om te zien hoedde ondeugd gestraft en
de deugd beloond wordt, ondanks boni
revue-gedoe van dezen tijd En dan
stapt hij tevreden In z'n bed. gerust
gesteld dat zijn „good old England'
nooit zal veranderen.
schap ons niet tot bijzondere belang
stelling voor het tooneel moet bren
gen, een -belangstelling, die zich
zeker niet daarin zal uiten, dat wij
alles goedkeuren wat op het tooneel
geschiedt, maar die ons er wel toe
zal brengen om het tooneel en zijn
uitingen met groote oplettendheid te
volgen omdat daar iets geschiedt, dat
wii niet zonder groote schade uit ons
leven, juist uit ons christenleven kun
nen missen.
Want wat het tooneel doet, van de
poppenkast tot Shakespeare, is niet
anders dan te trachten het mensche-
lijk leven In zijn wezen, in zijn kern
samen te vatten en ons daarmede te
brengen tot de bevrijding van de
zelfkennis. Wij lachen om onszelf
of wij huilen om onszelf, maar In
leder geval komen wij, zelfs in de
middelmatlgste tooneel voorstelling op
een torentje te staan, vanwaar wij
ons leven kunnen overzien.
Preken doet het tooneel niet. Als
het dat doet, is 't geen tooneel meer
En de kerk speelt ook geen tooneel?
.tenzij de dominee een comedlant Is
zooals Goethe zei. Maar de samen
vatting van het wezen van het men
seheüjk leven hebben belde gemeen
De kerk weet daarbij van het godde
lijk drama, het spel van mensch en
God, dat de kern en het wezen Is van
de menscheiijke existentie. Het too
neel weet daarvan slechts een enkele
maal Maar betde weten, dat het le
ven een drama is, met een zin en een
ontknooping. En belde beproeven den
mensch te brengen tot kennis van
zlchzelven.
Daarom verdient het tooneel onze
belangstelling en liefde, en elke po
ging om het tooneel dichteT bij ons
volk te brengen onzen warmen steun
G OD, door Uw groot geduld
Leefden wij weer dit lange
Jaar om Uw troost te ontvangen
Midden in dood en schuld.
WEER i8 een jaar verdaan
Met zijn verzuimde kansen.
Verduisterd zijn de glanzen
Die waren opgegaan.
Een nieuw begin begonnen
In vrede, lang beloofd?
MUUS JACOBSE
ONWILLEKEURIG heerscht bfl
velen de gedachte, dat men met
de vurige due van Tholtulpjes, een
witte cyclame en het in huis gehaal
de sparregroen genoegen moet ne
men om ln den Kersttijd iets van de
natuur te bemerken.
Wie daar echter een neus voor
heeft en met open oogen door de we
reld bulten wil gaan, kan nog ge
noeg plezier beleven op een wande-
deling en hier en daar een paar
mooie dingen opmerken, die boven
dien het voordeel hebben, dat zij so.
ber en stemmig harmonieeren in den
stjjl der wintersche natuur, hetgeen
van veel technisch versiersel tn den
Kersttijd met gezegd kan worden.
Blijft het kwakkelen met den win
ter, dan zgn er nog allerlei bloemen,
die rustig doorbloeien, al zfln dat
dan de dapperste van de schare. Hier
en daar staat er nog een stevige
witte doovenetel onder de heg, waar
ge het klnderljjk genoegen aan be
leven kunt de honing uit de witte
lipbloemen te zuigen. De paarse neet-
jes houden hem trouw gezelschap,
samen met ander klein gebloemte
van braakland en akkerrand, het
heldergele kruiskruid, het onopval
lende herderstaschje irtfit zfln fijne
witte bloempjes en aardige driehoe
kige hauwvruchtjes en de kleine vo
gelmuur met de heldere sterretjes in
het frissche groen.
In de tuinen der villa's sprinkelt
de winterjasmijn honderden helder
gele sterretjes tegen den muur, de
moedige hulst staat met felroode bes
sen te glanzen in de winterzon en de
kerstroos versiert met haar prachtige
witte bloemen (vol Interne gehei
men) den kalen bodem. De rest van
den tuin ligt warmpjes onder zgn
bontjas van turfmolm, alleen ln den
SCHIPHOL. De brave kleine auto,
die ons heeft meegenomen, zwaait
het parkeerterrein op en kan nog net
wegkruipen in een gaatje tusschen
twee grootvorstelijk glanzende depar
tementale sleden. We stappen uit, De
eerste blik valt op een soort kermis
terrein waar een enorm circus bezig
18 zijn tenten en onderhoorigheden op
t.e slaan. De tweede geef' peiadenung
hier is een plekje Nederland waar de
beklemming die elders alom is even
wegvalt, hier wordt gewerkt zonde;
omzien, hier is een knooppunt van
wereldwegen, er dit punt ls een stukje
Nederland. Langzaam wandelen we
tusschen de provisorische stalletjes
en houten gebouwen door naar de
piste van het circus. Daar staan de
vogels. Hoogbeenig en schijnbaar een
beetje onwennig Maan b{| het ma
noeuvreeren blijkt dat dit meevalt, de
gevaarten kunnen bijna om hun eigen
as draalen.
Onze vogel staat vlak achter het
hek. Neen, we mogen niet verder dan
hier, wij zijn geen passagiers, slechts
lieden die een passagier uitgeleide
doen. Een geweldige viermotorige
Constellation, met over zijn romp ge
schilderd de vanouds met den klank
van wereldwijd befaamd avontuur ge
laden woorden: The flying Dutch
man! Het Kerstvliegtuig voor West-
Indië, Het doel van ons bezoek. Langs
het hooge trapje klauteren de passa
giera ln den romp. Een fotograaf laat
zijn lampen flitsen, bigkbaat zijn die
drie heeren daar niet zonder faam
De stewardess helpt moederlijk een
kleinen dreumes langs de stelle treden
van het trapje naar boven, de cabine
tn, Het duurt even. Dan begint het
wuiven uit het smalle poortje ln deD
romp naar ons, de achterblijvenden
die uitgeleide doen. Rondom ons wordi
terug gewuifd, maar het geeft niet
vee) meer, het poortje ls maar nauw
de schemering valt al, en etgenlflk Is
het contact met den grond a) verbro.
ken Hulpeloos wuiven. Wij wulven
niet. Onze passagier, dien wij uitleiden
op dezen achtermiddag tn December
ls al ln het vliegtuig. Nu zit ook de
piloot al op zijn plaats, voor tn den
neus. Even later bewegen de ailerons,
en nog eens, en nog eens; de piloot
probeert of alles klopt. De gele tank
auto staat al snorrend onder den
eenen vleugel benzine naar boven te
pompen. Van kleine rljdbare roode
brandblusschers voorzien, hebben
mannen ln overalls opstelling geno
men bij de viei schroeven Over enkelt
minuten zal de herboren Vliegende
Hollander zich verheffen, met ook
onzen passagier. Hoe zal hij ztch
houden in zijn donker hoekje Maai
daar begint di eerste schroef lang
zaam te draaien, de injectie met ge
comprtmeerdi lucht doet haar werk
brullend als een woest gewordpn beest
slaat plotseling de motor aan, uit de
uillaatbuizen knallen enkele rosse
vlammen, rook begint ln vettige slier
ten onder den romp door te drijven
De eerste motor draalt. Het poortje is
dicht nu. Gezichten van passagiers
vaag voor de patrijspoorten Scheme
ring Onze passagier Is er flet bij
Maar dit bedroeft ons geenszins Laai
hem tn het kleine kistje waar we
hem zorgvuldig in hebber gestopt
enkele dagen geleden, Ergens op hel
wijde veld floept een rood lichtje
aan
try IT was enkele dagen geleden. Hel
roode lichtje brandt!Eng
opeengedrongen zitten we met z'n
drieën achter het tafeltje waar teder
zijn paperassen op heeft liggen; twee
microfoons voor ons, de eene op de
tafel, een kopmlcrofoon, de andere
als een stuk geschut tegen het tafel
blad geleund, naar onB toe, Joop
Relnboud zit nog gebogen over het
vers dat h(j straks moet zeggen; hij
zoekt en zoekt, om den Juisten klank
te pakken te krijgen. Tine Schouten
prevelt nauw llppenbewegend haar
verbindende teksten tusschen de
groeten die straks komen Mijn oog
snelt voor de zooveelste maal nog
eens over het bijbelblad voor me, en
den getikten tekst die straks levend
moet worden gespróken, en niet ge
lézen een klein maar belankrijk
verschil bij de radio! Maar nu zijn
we eindelijk dan toch begonnen. De
boe) draait, na urenlange voorberei
dingen, correcties en nieuwe denk
beelden die reeds aanvaarde weei
omver wierpen. Ik loer even naa-
links door den glazen wand der regel-
kamer: de techniker zit op z(jn post,
achter de knoppen en de draaitafel,
de regisseur staat waakzaam achter
hen en zijn blik laat ons drietal geen
oogenblik los.
Daar komt het klokgelui door. De
opname van ons Kerstprogramma
voor de Strijdkrachten in West-Indië
ls begonnen. De aankondiging door
den omroeper tegen den achtergrond
der klokken. Dan nog even uitbeleren-
de klokken, en reeds ruischl hel
„Stille nacht, heilige nacht" op. Nu
moei ik oppassen, wam onmiddellijk
aansluiten is de boodschap. Het ts
zoover. En het Kerstevangelie uit
Lucas 2 volgt Ik voel opeens een op
komenden kriebel achter in m'n keel,
wordt razend op mezelf, maar weet
nog net dien ongewenschten gasi
tQdlg en ongemerkt den nek om te
draaien. Amen! Jubelen-' klinkt de
Engelenzang op. De regie is op haar
qui-vive, het gaai goed En dan ztt
Ik al midden in de toespraak voor de
soldaten ginds, ver van het yaderland.
en toch wtl het ook voor hen ais voor
ons en deze heele verlaten wereld
weer Kerstfeest worden, het feest van
de boodschap der eeuwigt nabijheid
en vreugdevolle inkomst tn alle
mensohen verlatenheid.
Zacht en teeder. vederlicht, enkele
maten symphomsche muziek als at-
shilling en overgang. Fijn stukje
Mozart Is dat. Heeft mijn trouwe
assistent goed uitgekiend. En dan
buig lk me wat terzijde en Tlnl
Schouten hangt al vleiend tegen de
microfoon aan en haar warme lage
vrouwenstem Introduceert de groeten
uit het vaderland die door de lucht
onder de tropische Kerstboomen ginds
willen waaien. Nu hebber wij even
rust. De groeten staan al op de plaat,
opgenomen van menschen uit het
heele land afkomstig.
En dan ls het de beurt van Joop
lk wacht tn spanning op wat er komt
want dit vers ls mij steeds zeer Hef
geweest, en één onjuist gelegd accent
zou het nu voor mij kunnen bederven
Daar gaat ie. Nijhoff's sonnet „Sol-
datenkerstmis". Ja, deze Joop heeft
den toon te pakken, ik merk hel
dadelijk, Het kind op de trommel. En
de ruwe gezichten er omheen En dan
die ontroerende regel, hoe soldatesk
vreugdevol draait hij dien eruit
„Hoera voor 't Kind! Hoera voor 't
regimentEn dan zingt het „Nu
zijt welleeome' door studio; wij
leunen achterover, opeens van de
spanning bevrijd, de opname ls beëin
digd en geen ongelukken, we kunnen
een pijp opateken en nog even na
praten over een paar kneepjes van
het vak, waar we als radio-artiesten
onder elkaar nooit op uitgepraat ra
ken, Dit was enkele dagen geleden ln
Hilversum.
EN nu knalt hier op Schiphol, ter
wijl de Decemberschemering al
blauw neerzinkt, de vierde motor van
het Kerst vliegtuig voor de West; het
is even over half vjjf en het vertrek
gaat beginnen. Een kistje ts onze
passagier. En in dat kistje hebben we
zorgvuldig de gelatlne-platen ver
pakt, bestemd voor Paramaribo, die
de Prins Bernhard-zenders aldaar
zullen uitzenden op den Eersten
Kerstdag.
In het kistje zit: de stem van een
oud man, die enkele woorden zegt tot
zijn zoon De stem van een vrouwtje,
dat spreekt tot haaf man alsof er
niemand bij was, en toch luistert
straks God-mag-weten-wle-allemaa!
mee. Maar lk weet dat niemand erom
zal lachen. Het stemmetje van een
klein kind. Maar het durfde eersl
niets te zeggen voor dat vreemde
ding, die microfoon en zoo hoort
men straks eerst, heel zacht maai
toch overduidelijk, een moederlijke
vrouwenstem, aansporend: „Zeg nu
da-da, pappa!" en dan pas komt,
hoog, en Ie krijgt er n klein trapje
van tegen Je hart, de stamelende
babystem: „Da-da, pappa!" Er zitten
liederen tn het kistje: het Stille nacht
dat iedereen kent, de Engelenzang en
het schoonste oud-Nederlandsche
KerBtlled. En een stukje Mozart, dat
die soort van vreugde ln zich draagt
welke als over afgronden zweeft. EeD
domlneespreekje. En: het Heilig
Evangelie zelve! Passagier --voor
West-Indlë.
De vogel zet zich ln beweging
Op den Eersten Kerstdag ga lk af
stemmen op Radio Paramaribo,
s avonds om tien minuten over zes.
op de golflengte 14.87 meter. Om te
controleeren hoe alles dan doorkomt
Om te overpeinzen wie er ginds en
hier nu wel allemaal mogen luisteren
naar alles wat dan uit ons kistje te
voorschijn komt. En vooral: hoe
vreemd dit ls en hoe diep van ver
borgenheid en hoe waarachtig kerste-
lijk van zin, dat het Heilig Evangelie
zulke wonderlijke wegen weet te
vinden om zijn hel) Bit te zaaien op
len breeden volkeienwtnd!
Goede vlucht. Vliegende Hollander'
Behouden overkomst, 'Heilig Evan
geile! Gij, blinde passagier alle
eeuwenF. R. A. HENKELS.
border kleurt de dwergcotoneaster
met zijn bloedkoralen besjea den
stemnugen grond en het kan gebeu
ren, dat er hier en daar ln de luwte
al een paar sneeuwklokjes met de
eerste groeipleken een blauwen neus
komen halen.
Begint het plotseling te knijpen
met den winter, dan kunt ge veel
plezier beleven met de vogels, die
met het strengen van de koude naar
de huizen komen afzakken, vooral
waar ln de tuinen een voederplank
wordt ingericht of het tafel- en keu
kenafval op het tuinpad wordt ge
strooid. Daar kunt ge van allerlei
gasten verwachten. Natuurlijk de
schreeuwerige musschenbent, die de
grootste vechtpartgen aanrichten en
alle concurrenten uit de buurt wil
len houden. Maar af en toe krggt
toch ook een bedeesd roodborstje een
kans, nadat het al een tfld lang enlk-
kerend en hippend ln de kale wilde
rozen met hun glimmende bottel»
heeft zitten wachten. Verder natuur-
ïgk de merels, die onbesuisd midden
in den voerbak ploffen en ln het bg-
zonder verzot zgn op de klokhuizen
van de appels. Misschien duikt en
ook wei eens een verdwaalde kuif
leeuwerik op met zgn pientere pik-
mutsje of het sierigke, maar weinig-
opvallende figuurtje van da hegge-
muscb of bastaardnachtegaal. HjJ
igkt Inderdaad op belde: op de mus-
sohen in kleur en op den nachtegaal
ln gestalte.
Mocht het, naar de traditie der
prentbriefkaarten, een witte Kerst
worden, dan moet men zich de kans
niet laten ontgaan zich ln een paar
stevige schoenen te steken en een
fiksche wlnterwandellng door het be
sneeuwde bosch en veld te onderne
men. Hoe stil ligt de wereld als een
witte toovertuin onder den blanken
sier der sneeuw gespreid. Hoeven en
schuren liggen dik ingeduffeld en
alleen de boomen er om heen etsen
hun warrig silhouet tegen de grgza
lucht. Bonte en zwarte kraaien ge
ven eenlg leven aan de witte vlakte
en bg de boerdergen scharrelt een
kleumerige haas tusschen de gsmut-
sen van de boerenkool. In de hout
mijt ratelt het vrooigke wekkertje
van 't winterkoninkje en de kippen
ln het wagenkot hebben den gan-
schen dag een stelletje évacué's aan
vinken, kuifleeuweriken en zelfs dui
ven over den vloer. Onder de strui
ken werkt de merel, gitzwart afge
tekend tegen het witte dek, en smgt
verwoed met dorre blaren om zich
heen op zoek naar wormen en slak
ken.. Waar hg bezig geweest is, zitten
er donkere scheuren en gaten in den
sneeuwen deken. Maar tegeigk houdt
hg een waakzaam oogje in het zeil
en slaat schril en driftig alarm, als
er maar een kattenkop om het hoek
je van de deeldeur versciitjnt. In ééa
roetsj zit het heele wintergezelschap
ln de elzen, waar het straatjongens
achtig bigft zitten schelden tot het
gevaar geweken is.
In het bosch wordt de sneeuwdag
met nog stiller Sprookjessfeer ge
vierd. Het schgnt of alle leven on
der den donsdeken ls afgedekt, maar
wie opmerkzaam toeziet, vindt alras
de fgne prenten en sporen van aller
lei gedierte, dat in den vroegen mor
gen verrast en hongerig door de
sneeuwwereld is gegaan. De breede
sparretakken buigen onder den zwa-
ren last, die ook dicht en mollig op
de dennenkronen ligt en prachtig
blauw en zwart contrasteert. Soms
klinkt er toch geluid. Een heel teer
en gi muziekje tinkelt naderbg Met
zilveren geluidjes trekken de meezen
in troepen door het hout en onder 't
donkere sparrendak kan men het
fgne gemiesper van de goudhaantjes
beluisteren, die in spleten en gaten
speuren naar het klein gedierte, dat
hen den winterdag nog vrooigk en
onbekommerd doet voorkomen. Mis
schien dat ge een glimp opvangt van
het hermeigntje, dat zich ln zgn wit
te wtnterpakje heeft gestoken en al
leen het staartpuntje in het zwart
gelaten heeft. Misschien, dat ge aan
den stillen vgver ln het bosch of aan
een beekje een schicht ln alle kleuren
van den regenboog ziet voorbgflit-
sen Dat ls het gsvogeltje, dat bg de
bgten loert op kleine vtschjes en in
secten, die er lucht komen happen.
Dat zgn al twee van de boeiendste
figuren, die er ln het buitenleven
van den Kersttgd te betrappen zgn.
VAGABUNDUS.
DOODE rozen met Kerstmis
Waarom weten we eigenlijk
niet, maar de Nederlander leg1
in de donkere dagen rond
feesten aan het einde van
jaar een merkwaardigen voor
keur aan den dag voor roode
bloemen.