HET TOONEEL rond E€l Natuurleven PASSAGIER VOOR Zijn verhouding tot en verwantschap met de kerk H ADDEN wij niet geloofd Dat Gij hadt overwonnen, Ach, wij zijn niet bereid Te ontvangen Uwen vrede Die Gij zoo lang geleden Verricht hebt aan den tijd. Maak onze armoe rijk Met wat wij lang verkregen: De zaligheid en zegen Van Uw gekomen Rijk. WINTER IN VOLENDAM Een Kerstuitzending verpakt in een kistje door Prof. G. v. d. LEEUW ls een tijd geweest, vlak na de bevrijding, dat de schouwburgen stampvol waren Men wilde inhalen wat men tijdens de bezetting had ge mist en men was den toonelisten dankbaar voor de houding, die niet weinigen hunner tegenover den vij and hadden aangenomen. Thans is dit al weer veranderd en het schouw burgbezoek is aanmerkelijk afge nomen. Het is daarom een goed oogenblik om ons af te vragen of wij' niet een soort verplichting tegenover het too neel hebben. Ik begrijp natuurlijk best, dat van niemand kan worden gevraagd, dat hij naar den schouw burg gaat, zooals hij naar zijn bureau gaat. Tenslotte gaan wij, als wij gaan, voor ons plezier. Maar wel zouden inzonderheid de christenen zich wel eens af kunnen vragen of wij niet iets aan het tooneel hebben goed te maken. De strijd tusschen tooneel en kerk is van zeer ouden datum. Historisch is hij ook zeer goed te begrijpen Toen het Christendom de antieke wereld binnentrad, vond het daar niet het tooneel, zooals het in Athene's bloei tijd was geweest, toen de gansche bevolking de meest verheven en diep zinnige poëzie, het schoonste drama, dat ooit is geschreven, in het theater volgde en aan de voorgestelde han deling hartstochtelijk deelnam. Die glorie was lang voorbij In de wereld van Paulus, van de kerkvaders, was een ander soort tooneel zeer populair Het wordt de Mimus genoemd en het had meer gemeen met onze revues, dan met ons tooneel. De toon was weinig verheven. De comedianten maatschappelijke verworpelingen, hoewel soms gevierd op de wijze van moderne filmsterren, leidden een wei nig zedelijk leven. Bordeel en too neel stonden niet verre van elkaar. Het Is dan ook geen wonder, dat de aanraking tusschen kerk en tooneel niet zeer vriendelijk was en dat de kerk van den beginne af tegen het tooneel heeft strijd gevoerd. Dat is zoo gebleven. En nog is het in vele christelijke kringen geen ge woonte om naar den schouwburg te gaan. De reden daarvan ligt dieper dan de genoemde historische. Dat kerk en tooneel elkander zoo weinig liggen, vindt zijn reden daarin, dat zij zoo nauw verwant zijn. Het oude Grieksche tooneel van de groote tra gici: Aeschylus, Sophokles, Euripides, was een religieuze aangelegenheid De opvoeringen vonden plaats in het kader van godsdienstige feesten. En in de drama's werden religieuze en zedelijke problemen- van de hoog ste orde behandeld. Enkele malen in de geschiedenis van het tooneel heeft zich dat herhaald, hoewel toen het religieuze kader was weggeval len. Het tooneel van Shakespeare en Goethe is nog Bteeds een bron van wijsheid en zedelijke kracht. Maar ook wanneer het tooneel op een veel lager peil staat, zelfs in den boven genoemden Mimus, zelfs in onze geliefde poppenkast-voorstel'in gen (lang niet het meest verachtelijke tooneell) Is er iets in, dat met de kerk verwant is Want ook de laatste voert een soort drama op. Ik weet. dat ik. als Ik dit zeg, alle barthianen aan mijn hals krijg. Maar het is er niet minder waar om. De eene kerk doet het met misgewaden en buigin gen voor het altaar, de andere mei een simpele toga en een preek. Maar geen enkele kerk kan het dramatl sche geheel missen Bepaalde hande lingen, al ls het maar het uitspreken van den zegen, de bediening van het sacrament, suggereeren, dat de voor ganger een rol speelt. En ook zijn preek ls niet maar een verhaal dat hij zelf verzint, zij is het woord, dat hij spreken moet, omdat het hem is opgedragen En hij spreekt het vol gens bepaalde regels, die hii put uit dat groote regieboek, den Bijbel. De historici weten ons te vertellen dat deze overeenkomst te verklaren is uit een gemeenschanpelljken oor sprong, dat er een tijd was. dat het spel per sé heilig was en de eere- dienst per sé spel, dat tooneel en godsdienstoefening niet te onder scheiden waren Wij wenschen dien tijd niet terug. Maar wel mogen wij ons afvragen of de oeroude verwant Pantomimes '(vervolg van pag. in deze krankzinnige vermomming de grofste grollen ten beste geven en de heeren kunnen er wat meel maar nooit zal men de bloemenftnates laten vervallen, die nu al honderd laar en misschien wel langer bij zoo'n voorstelling hooren. Uit heel Engeland komen men schen met Kerstmis naar Londen De welgestelde lulden van het platteland herken je onmiddellijk aan hun stilve antieke modes, aan de onverslijtbare tweed mantelpakken en de heeren costuums met n uwe broeken en lan ge colbertjasjes, aan grijze en bruine hooge bolhoedles. Overal elders zou den ze een oploop veroorzaken hier in Londen echter kijkt niemand ook maar even naar ze >m Maanden te voren hebben ze plaatsen besproken voor „Cinderella" of „Jack and the Bean stalk". Hartstochtelijk fluiten ze de booze heksen uit ziln diep-on- gelukkig met de arme. verlaten prln ses en juichen, wanneer de slechte toovenaar een pak slaag krijgt. 't Is een wonderlijk allegaartje zoo'n pantomime, maar 't ding hóórt nu eenmaal bij het Engelsche Kerst vermaak Als een Brit zes jaar Is mag hij er voor 't eerst heen hóórt bij z'n opvoeding en als hij tachtig is, dan laat hij zich er heen dragen. om te zien hoedde ondeugd gestraft en de deugd beloond wordt, ondanks boni revue-gedoe van dezen tijd En dan stapt hij tevreden In z'n bed. gerust gesteld dat zijn „good old England' nooit zal veranderen. schap ons niet tot bijzondere belang stelling voor het tooneel moet bren gen, een -belangstelling, die zich zeker niet daarin zal uiten, dat wij alles goedkeuren wat op het tooneel geschiedt, maar die ons er wel toe zal brengen om het tooneel en zijn uitingen met groote oplettendheid te volgen omdat daar iets geschiedt, dat wii niet zonder groote schade uit ons leven, juist uit ons christenleven kun nen missen. Want wat het tooneel doet, van de poppenkast tot Shakespeare, is niet anders dan te trachten het mensche- lijk leven In zijn wezen, in zijn kern samen te vatten en ons daarmede te brengen tot de bevrijding van de zelfkennis. Wij lachen om onszelf of wij huilen om onszelf, maar In leder geval komen wij, zelfs in de middelmatlgste tooneel voorstelling op een torentje te staan, vanwaar wij ons leven kunnen overzien. Preken doet het tooneel niet. Als het dat doet, is 't geen tooneel meer En de kerk speelt ook geen tooneel? .tenzij de dominee een comedlant Is zooals Goethe zei. Maar de samen vatting van het wezen van het men seheüjk leven hebben belde gemeen De kerk weet daarbij van het godde lijk drama, het spel van mensch en God, dat de kern en het wezen Is van de menscheiijke existentie. Het too neel weet daarvan slechts een enkele maal Maar betde weten, dat het le ven een drama is, met een zin en een ontknooping. En belde beproeven den mensch te brengen tot kennis van zlchzelven. Daarom verdient het tooneel onze belangstelling en liefde, en elke po ging om het tooneel dichteT bij ons volk te brengen onzen warmen steun G OD, door Uw groot geduld Leefden wij weer dit lange Jaar om Uw troost te ontvangen Midden in dood en schuld. WEER i8 een jaar verdaan Met zijn verzuimde kansen. Verduisterd zijn de glanzen Die waren opgegaan. Een nieuw begin begonnen In vrede, lang beloofd? MUUS JACOBSE ONWILLEKEURIG heerscht bfl velen de gedachte, dat men met de vurige due van Tholtulpjes, een witte cyclame en het in huis gehaal de sparregroen genoegen moet ne men om ln den Kersttijd iets van de natuur te bemerken. Wie daar echter een neus voor heeft en met open oogen door de we reld bulten wil gaan, kan nog ge noeg plezier beleven op een wande- deling en hier en daar een paar mooie dingen opmerken, die boven dien het voordeel hebben, dat zij so. ber en stemmig harmonieeren in den stjjl der wintersche natuur, hetgeen van veel technisch versiersel tn den Kersttijd met gezegd kan worden. Blijft het kwakkelen met den win ter, dan zgn er nog allerlei bloemen, die rustig doorbloeien, al zfln dat dan de dapperste van de schare. Hier en daar staat er nog een stevige witte doovenetel onder de heg, waar ge het klnderljjk genoegen aan be leven kunt de honing uit de witte lipbloemen te zuigen. De paarse neet- jes houden hem trouw gezelschap, samen met ander klein gebloemte van braakland en akkerrand, het heldergele kruiskruid, het onopval lende herderstaschje irtfit zfln fijne witte bloempjes en aardige driehoe kige hauwvruchtjes en de kleine vo gelmuur met de heldere sterretjes in het frissche groen. In de tuinen der villa's sprinkelt de winterjasmijn honderden helder gele sterretjes tegen den muur, de moedige hulst staat met felroode bes sen te glanzen in de winterzon en de kerstroos versiert met haar prachtige witte bloemen (vol Interne gehei men) den kalen bodem. De rest van den tuin ligt warmpjes onder zgn bontjas van turfmolm, alleen ln den SCHIPHOL. De brave kleine auto, die ons heeft meegenomen, zwaait het parkeerterrein op en kan nog net wegkruipen in een gaatje tusschen twee grootvorstelijk glanzende depar tementale sleden. We stappen uit, De eerste blik valt op een soort kermis terrein waar een enorm circus bezig 18 zijn tenten en onderhoorigheden op t.e slaan. De tweede geef' peiadenung hier is een plekje Nederland waar de beklemming die elders alom is even wegvalt, hier wordt gewerkt zonde; omzien, hier is een knooppunt van wereldwegen, er dit punt ls een stukje Nederland. Langzaam wandelen we tusschen de provisorische stalletjes en houten gebouwen door naar de piste van het circus. Daar staan de vogels. Hoogbeenig en schijnbaar een beetje onwennig Maan b{| het ma noeuvreeren blijkt dat dit meevalt, de gevaarten kunnen bijna om hun eigen as draalen. Onze vogel staat vlak achter het hek. Neen, we mogen niet verder dan hier, wij zijn geen passagiers, slechts lieden die een passagier uitgeleide doen. Een geweldige viermotorige Constellation, met over zijn romp ge schilderd de vanouds met den klank van wereldwijd befaamd avontuur ge laden woorden: The flying Dutch man! Het Kerstvliegtuig voor West- Indië, Het doel van ons bezoek. Langs het hooge trapje klauteren de passa giera ln den romp. Een fotograaf laat zijn lampen flitsen, bigkbaat zijn die drie heeren daar niet zonder faam De stewardess helpt moederlijk een kleinen dreumes langs de stelle treden van het trapje naar boven, de cabine tn, Het duurt even. Dan begint het wuiven uit het smalle poortje ln deD romp naar ons, de achterblijvenden die uitgeleide doen. Rondom ons wordi terug gewuifd, maar het geeft niet vee) meer, het poortje ls maar nauw de schemering valt al, en etgenlflk Is het contact met den grond a) verbro. ken Hulpeloos wuiven. Wij wulven niet. Onze passagier, dien wij uitleiden op dezen achtermiddag tn December ls al ln het vliegtuig. Nu zit ook de piloot al op zijn plaats, voor tn den neus. Even later bewegen de ailerons, en nog eens, en nog eens; de piloot probeert of alles klopt. De gele tank auto staat al snorrend onder den eenen vleugel benzine naar boven te pompen. Van kleine rljdbare roode brandblusschers voorzien, hebben mannen ln overalls opstelling geno men bij de viei schroeven Over enkelt minuten zal de herboren Vliegende Hollander zich verheffen, met ook onzen passagier. Hoe zal hij ztch houden in zijn donker hoekje Maai daar begint di eerste schroef lang zaam te draaien, de injectie met ge comprtmeerdi lucht doet haar werk brullend als een woest gewordpn beest slaat plotseling de motor aan, uit de uillaatbuizen knallen enkele rosse vlammen, rook begint ln vettige slier ten onder den romp door te drijven De eerste motor draalt. Het poortje is dicht nu. Gezichten van passagiers vaag voor de patrijspoorten Scheme ring Onze passagier Is er flet bij Maar dit bedroeft ons geenszins Laai hem tn het kleine kistje waar we hem zorgvuldig in hebber gestopt enkele dagen geleden, Ergens op hel wijde veld floept een rood lichtje aan try IT was enkele dagen geleden. Hel roode lichtje brandt!Eng opeengedrongen zitten we met z'n drieën achter het tafeltje waar teder zijn paperassen op heeft liggen; twee microfoons voor ons, de eene op de tafel, een kopmlcrofoon, de andere als een stuk geschut tegen het tafel blad geleund, naar onB toe, Joop Relnboud zit nog gebogen over het vers dat h(j straks moet zeggen; hij zoekt en zoekt, om den Juisten klank te pakken te krijgen. Tine Schouten prevelt nauw llppenbewegend haar verbindende teksten tusschen de groeten die straks komen Mijn oog snelt voor de zooveelste maal nog eens over het bijbelblad voor me, en den getikten tekst die straks levend moet worden gespróken, en niet ge lézen een klein maar belankrijk verschil bij de radio! Maar nu zijn we eindelijk dan toch begonnen. De boe) draait, na urenlange voorberei dingen, correcties en nieuwe denk beelden die reeds aanvaarde weei omver wierpen. Ik loer even naa- links door den glazen wand der regel- kamer: de techniker zit op z(jn post, achter de knoppen en de draaitafel, de regisseur staat waakzaam achter hen en zijn blik laat ons drietal geen oogenblik los. Daar komt het klokgelui door. De opname van ons Kerstprogramma voor de Strijdkrachten in West-Indië ls begonnen. De aankondiging door den omroeper tegen den achtergrond der klokken. Dan nog even uitbeleren- de klokken, en reeds ruischl hel „Stille nacht, heilige nacht" op. Nu moei ik oppassen, wam onmiddellijk aansluiten is de boodschap. Het ts zoover. En het Kerstevangelie uit Lucas 2 volgt Ik voel opeens een op komenden kriebel achter in m'n keel, wordt razend op mezelf, maar weet nog net dien ongewenschten gasi tQdlg en ongemerkt den nek om te draaien. Amen! Jubelen-' klinkt de Engelenzang op. De regie is op haar qui-vive, het gaai goed En dan ztt Ik al midden in de toespraak voor de soldaten ginds, ver van het yaderland. en toch wtl het ook voor hen ais voor ons en deze heele verlaten wereld weer Kerstfeest worden, het feest van de boodschap der eeuwigt nabijheid en vreugdevolle inkomst tn alle mensohen verlatenheid. Zacht en teeder. vederlicht, enkele maten symphomsche muziek als at- shilling en overgang. Fijn stukje Mozart Is dat. Heeft mijn trouwe assistent goed uitgekiend. En dan buig lk me wat terzijde en Tlnl Schouten hangt al vleiend tegen de microfoon aan en haar warme lage vrouwenstem Introduceert de groeten uit het vaderland die door de lucht onder de tropische Kerstboomen ginds willen waaien. Nu hebber wij even rust. De groeten staan al op de plaat, opgenomen van menschen uit het heele land afkomstig. En dan ls het de beurt van Joop lk wacht tn spanning op wat er komt want dit vers ls mij steeds zeer Hef geweest, en één onjuist gelegd accent zou het nu voor mij kunnen bederven Daar gaat ie. Nijhoff's sonnet „Sol- datenkerstmis". Ja, deze Joop heeft den toon te pakken, ik merk hel dadelijk, Het kind op de trommel. En de ruwe gezichten er omheen En dan die ontroerende regel, hoe soldatesk vreugdevol draait hij dien eruit „Hoera voor 't Kind! Hoera voor 't regimentEn dan zingt het „Nu zijt welleeome' door studio; wij leunen achterover, opeens van de spanning bevrijd, de opname ls beëin digd en geen ongelukken, we kunnen een pijp opateken en nog even na praten over een paar kneepjes van het vak, waar we als radio-artiesten onder elkaar nooit op uitgepraat ra ken, Dit was enkele dagen geleden ln Hilversum. EN nu knalt hier op Schiphol, ter wijl de Decemberschemering al blauw neerzinkt, de vierde motor van het Kerst vliegtuig voor de West; het is even over half vjjf en het vertrek gaat beginnen. Een kistje ts onze passagier. En in dat kistje hebben we zorgvuldig de gelatlne-platen ver pakt, bestemd voor Paramaribo, die de Prins Bernhard-zenders aldaar zullen uitzenden op den Eersten Kerstdag. In het kistje zit: de stem van een oud man, die enkele woorden zegt tot zijn zoon De stem van een vrouwtje, dat spreekt tot haaf man alsof er niemand bij was, en toch luistert straks God-mag-weten-wle-allemaa! mee. Maar lk weet dat niemand erom zal lachen. Het stemmetje van een klein kind. Maar het durfde eersl niets te zeggen voor dat vreemde ding, die microfoon en zoo hoort men straks eerst, heel zacht maai toch overduidelijk, een moederlijke vrouwenstem, aansporend: „Zeg nu da-da, pappa!" en dan pas komt, hoog, en Ie krijgt er n klein trapje van tegen Je hart, de stamelende babystem: „Da-da, pappa!" Er zitten liederen tn het kistje: het Stille nacht dat iedereen kent, de Engelenzang en het schoonste oud-Nederlandsche KerBtlled. En een stukje Mozart, dat die soort van vreugde ln zich draagt welke als over afgronden zweeft. EeD domlneespreekje. En: het Heilig Evangelie zelve! Passagier --voor West-Indlë. De vogel zet zich ln beweging Op den Eersten Kerstdag ga lk af stemmen op Radio Paramaribo, s avonds om tien minuten over zes. op de golflengte 14.87 meter. Om te controleeren hoe alles dan doorkomt Om te overpeinzen wie er ginds en hier nu wel allemaal mogen luisteren naar alles wat dan uit ons kistje te voorschijn komt. En vooral: hoe vreemd dit ls en hoe diep van ver borgenheid en hoe waarachtig kerste- lijk van zin, dat het Heilig Evangelie zulke wonderlijke wegen weet te vinden om zijn hel) Bit te zaaien op len breeden volkeienwtnd! Goede vlucht. Vliegende Hollander' Behouden overkomst, 'Heilig Evan geile! Gij, blinde passagier alle eeuwenF. R. A. HENKELS. border kleurt de dwergcotoneaster met zijn bloedkoralen besjea den stemnugen grond en het kan gebeu ren, dat er hier en daar ln de luwte al een paar sneeuwklokjes met de eerste groeipleken een blauwen neus komen halen. Begint het plotseling te knijpen met den winter, dan kunt ge veel plezier beleven met de vogels, die met het strengen van de koude naar de huizen komen afzakken, vooral waar ln de tuinen een voederplank wordt ingericht of het tafel- en keu kenafval op het tuinpad wordt ge strooid. Daar kunt ge van allerlei gasten verwachten. Natuurlijk de schreeuwerige musschenbent, die de grootste vechtpartgen aanrichten en alle concurrenten uit de buurt wil len houden. Maar af en toe krggt toch ook een bedeesd roodborstje een kans, nadat het al een tfld lang enlk- kerend en hippend ln de kale wilde rozen met hun glimmende bottel» heeft zitten wachten. Verder natuur- ïgk de merels, die onbesuisd midden in den voerbak ploffen en ln het bg- zonder verzot zgn op de klokhuizen van de appels. Misschien duikt en ook wei eens een verdwaalde kuif leeuwerik op met zgn pientere pik- mutsje of het sierigke, maar weinig- opvallende figuurtje van da hegge- muscb of bastaardnachtegaal. HjJ igkt Inderdaad op belde: op de mus- sohen in kleur en op den nachtegaal ln gestalte. Mocht het, naar de traditie der prentbriefkaarten, een witte Kerst worden, dan moet men zich de kans niet laten ontgaan zich ln een paar stevige schoenen te steken en een fiksche wlnterwandellng door het be sneeuwde bosch en veld te onderne men. Hoe stil ligt de wereld als een witte toovertuin onder den blanken sier der sneeuw gespreid. Hoeven en schuren liggen dik ingeduffeld en alleen de boomen er om heen etsen hun warrig silhouet tegen de grgza lucht. Bonte en zwarte kraaien ge ven eenlg leven aan de witte vlakte en bg de boerdergen scharrelt een kleumerige haas tusschen de gsmut- sen van de boerenkool. In de hout mijt ratelt het vrooigke wekkertje van 't winterkoninkje en de kippen ln het wagenkot hebben den gan- schen dag een stelletje évacué's aan vinken, kuifleeuweriken en zelfs dui ven over den vloer. Onder de strui ken werkt de merel, gitzwart afge tekend tegen het witte dek, en smgt verwoed met dorre blaren om zich heen op zoek naar wormen en slak ken.. Waar hg bezig geweest is, zitten er donkere scheuren en gaten in den sneeuwen deken. Maar tegeigk houdt hg een waakzaam oogje in het zeil en slaat schril en driftig alarm, als er maar een kattenkop om het hoek je van de deeldeur versciitjnt. In ééa roetsj zit het heele wintergezelschap ln de elzen, waar het straatjongens achtig bigft zitten schelden tot het gevaar geweken is. In het bosch wordt de sneeuwdag met nog stiller Sprookjessfeer ge vierd. Het schgnt of alle leven on der den donsdeken ls afgedekt, maar wie opmerkzaam toeziet, vindt alras de fgne prenten en sporen van aller lei gedierte, dat in den vroegen mor gen verrast en hongerig door de sneeuwwereld is gegaan. De breede sparretakken buigen onder den zwa- ren last, die ook dicht en mollig op de dennenkronen ligt en prachtig blauw en zwart contrasteert. Soms klinkt er toch geluid. Een heel teer en gi muziekje tinkelt naderbg Met zilveren geluidjes trekken de meezen in troepen door het hout en onder 't donkere sparrendak kan men het fgne gemiesper van de goudhaantjes beluisteren, die in spleten en gaten speuren naar het klein gedierte, dat hen den winterdag nog vrooigk en onbekommerd doet voorkomen. Mis schien dat ge een glimp opvangt van het hermeigntje, dat zich ln zgn wit te wtnterpakje heeft gestoken en al leen het staartpuntje in het zwart gelaten heeft. Misschien, dat ge aan den stillen vgver ln het bosch of aan een beekje een schicht ln alle kleuren van den regenboog ziet voorbgflit- sen Dat ls het gsvogeltje, dat bg de bgten loert op kleine vtschjes en in secten, die er lucht komen happen. Dat zgn al twee van de boeiendste figuren, die er ln het buitenleven van den Kersttgd te betrappen zgn. VAGABUNDUS. DOODE rozen met Kerstmis Waarom weten we eigenlijk niet, maar de Nederlander leg1 in de donkere dagen rond feesten aan het einde van jaar een merkwaardigen voor keur aan den dag voor roode bloemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1946 | | pagina 6