„De groeten en. tot kijk" Het mannetje met de muizenvallen CHANTAGE Oeuvre ~1 De Rijp. Buigende zonen van het Herrenvdlk op het vliegveld El Asem Egmond Binnen' J Onze puzzlehoek Wij luisteren morgen naar. door Tjeerd Adem? - 4 De vlucht van de Sneeuwmannen De dam- en bridgerubrieken VAN VADER OP ZOON. >t van de kou agen geleden ont- -ief van mijn neef et te verwarren Dat was een an- od. Maar in litte- was hij ook een eel talent) en ik en altijd met ple- ef mij ditmaal: hoorde lk het be- van den IJsco- kelijk, daar stond je van wit katoen te karretje voor it is de kleur die weert en het ijs 3, welkom wit te il dit wit van ijs uit de warme wol et mijn vuist het ichkom verbrijzeld, lekker in het fjs- peld en getracht i met behulp van Ik had mijn win- ■okken, mijn kraag dus gewapend, het igd met een glas t heet water voor niet, het gas had i, waarachtig, daar straat het liefc- het gerinkel van van het karretje -man, die ons voor rs inwendig vet> ;en plakje ijs tus- weeke wafeltjes, lat, man?" klonk nijp vrouw, uit een Nerz en Zilvervos- iofdje dook op en van boven haar ogharen waaraan Is bungelden o, kleine tjspegeltjes 'achting aan. En .rt voor haar nog koeld het zou oelen in het hartje lpool, dat hart vol stormde ik naar eep ik den IJsco- nouw. ties!" hijgde ik. s wel door-en-door ite de man, terwijl imtocht die mijn ileidde en die, on- een balk van ijs n tegen de borst n forsche handbe- rijzelde, „of het hebben een vries- aarmee zelfs De g weten zou." En gde mij de wafel- Hg", zuclltte mijn :rd, „welk een ver- elk een zaligheid, jna op mijn tong. ;er op mijn tong lijn tong maar wat oo maar door", zei der hoe beter." loten hebben Er joven het ijs van m. Er gaat niets Lde van lichaam en erlijke. Want dan s goed de warmte de innerlijke gloed hirt. KREEFT a.b. PH»TAB, EN JUBILEUM is de heer Ja Je Put 25 de Coöp Boerenleenbang, r school en 25 jaar ge- Put, die nog directeur is itandshandelsavondschool, M ;er van Wijkverpleging l tot voor kort bestuurs-l verenigingen o a DREO, 1 niet aan belangstelling rnemen, dat een deel der i ?tot April a s SNDIEFSTAL :bben zich toegang ver- r brandstofpakhuizen der bestolen werden pl m 4 US aangekocht >onhuis van H de Vries ingekocht door de Coöp ihotbank G A De Rijp ;de schaatsers uitstekende schaatsen- :wamen te Schermerhorn rdonk uit; Jan en Gijs Ie eerste en twéede prijs ebben de gebroeders Jan j in de gehele omtrek een •rworven rlijke stand ^hannes A M, z v J M Qudejans Cornelia H, s en G D Formsma ter in dienst n zal zich op 7 Februari ïst moeten begeven Zijn egerd te Lunteren (Geld) ;LIJKE STAND. iButter, Machlel, rthuis, Simon, weduw- efting, 83 jaar. Blom, r, wonende te Alkmaar. C. A, van den Berg en :ege, beiden wonende u w d C. Koopmam 3. J. Zonneveld, Eg" J. Tervoort en C. Egmond-Binnen. Basra»Karachi, 1*2 Februari 1947. Amice, ^Ja Ton,- nier met Otto, het weer van Ba„.a naar Karachi is goed, enkele cu* mulusvelden met hier en daar een cu* mulo Nimbus met wat onweer, verder een gunstige wind voOr je. Over!" „Merci, over de Middellandse Zee hier en daar een depressie, die je par. ten kan spelen, kans op zand te Cairo en na Rome een front dat nu echter wel uitgewerkt en naar het Oosten verschoven is. Vermoedelijk is er in Holland sneeuw gevallen, dat is al. Over"! „Bedankt en goeie reis"! „Eveneens en de groeten en tot kijk" Zo telefoneerde ik een paar uur gele» den met de machine, die op weg is naar huis, terwijl wij op een dikke drieduizend meter een honderd mijl ten Zuiden van Rutbah Wells op weg waren naar Basra. Dit station ligt al» weer achter ons en we vliegen nu in donker tussen twee wolkenlagen, waar» uit nu en dan een ster ons tegentwin» kelt, in de buurt van Jask. De noord» punt van Arabië zijn we over. 't Was er, zoals mijn collega al meldde, een beet» je rumoerig. Wat sneeuw en hagel en nu en dan een beetje onweer. We zijn enige uren op ons schema achter, door* dat we de afgelopen nacht in El Asem, de luchthaven van Tobroek, moesten blijven, daar Cairo, zowel als Lyssa ons niet ontvangen konden, de eerste we* gens een zandstorm en de tweede we» gens slecht weer. Hen merkwaardig veld, dat El Asem, lof eigenlijk niet zozeer het veld als we! het personeel óp dat veld, dat, schrik niet, voor 70 procent bestaat uit als knipmessen buigende en uiterst behulpzame zonen van het Herrenvolk. Jonge en oude kerels, in de loop der 'laatste jaren in Afrika krijgsgevangen gemaakt. De chef van het meteo.sta» tion is Herr Studienrat Weber aus LeipzigI Vroeger Oberrealschullehrer, ]a, het kan verkeren! Ik had nog een aardige ontmoeting. ,w'e waren vanzelfsprekend de gasten ran de R.A.F. en deze tijdelijke woes» lijnbewoners zijn natuurlijk tuk op wat shvisseling. Daarbij komt nog, dat we een stewardess aan boord hebben en dat heeft voor hen allicht iets aantrek» lelijks. Bij het natafelen vroeg een RAF,<vlieger mij uit welk deel van Holland ik kwam. Toen ik de namen( Alkmaar, den Helder en Hoorn noem» fe, wist hij mij direct te vertellen fraar de afwerpterreinen voor wa» penen, tijdens de Duitse bezetting Martini, Salve en Winnipeg lagen. Hij had daar regelmatig gedropt. Toen ik hem zeide, dat ik met die afwerperij bok wel eens iets te maken had gehad en o,a. Martini goed kende herinner Se je die flinke jongens van de Zomer». lijk bij Spanbroek nog? was dit*êen reden om elkaar hard op de schouders fe slaan. En was 't niet, dat ik weer bar vroeg met de Skymaster op stap moest, dan zou er zeker iets aan de whiskey» voorraad gedaan zijn. Toevallige ont» moetingen! Is het in Holland nog steeds koud? Aan de grond hier is het al lekker en Bk heb juist mijn Alkmaarsen passa» igier, den heer Dun, geadviseerd om z'n tropenbroek je en shirt maar op te poeken. Wij slippen in Karachi, dit is ;een nieuwe maatregel, met het oog op de veiligheid, en het staat in verband iet de vermoeidheid van de beman* ling. Wij stappen daar uit en wach» ten er twee dagen tot de Z'ondagmach'i» ie uit Holland aankomt, terwijl mijn :ollega Moll vannacht instapt om te lorgen dat de TAB op Maandag 14.50 te xlemajoran Batavia's vliegveld roorrolt. In de hoofdstad van ons Insu» jnde kom ik dan twee dagen nadien, ]m daar zo goed en zo kwaad als het ,aat, uit te rusten en een paar dorps» fnoten, mannelijke en vrouwelijke ■Puzzle 19. De Gemeenschappelijke 0eler. De drie gegeven getallen moesten door hetzelfde getal gedeeld worden en de drie resten waren gelijk. Nu 'maakt het volgende de oplossing zoveel gemak kelijker. Wanneer drie getallen door hetzelfde getal gedeeld, gelijke resten geven, moeten het verschil tussen het eerste en tweede getal, en het verschil tussen net tweede en derde getal, belde door het bedoelde getal deelbaar zijn. Deze twee bedoelde verschillen waren nu In onze opgave 28203 en 214406. Bij 1 ;®tbinding in factoren blijkt dat deze ™pe getallen slechts één gemeenschap pelijk? deler hebben, n.l. 79 en dat is «et getal A, dat In onze puzzle werd gevraagd. Bij deling der drie gegeven letai.en door 79 is telkens de rest 51. JP°k nu weer bleken onze puzzelaars Voor geen moeilijkheid terug te schrik- militairen, op te zoeken. Dat is altijd 'een welko'me afwisseling voor ze, want al wordt er veel voor onze mensen in Indië gedaan, al hebben zij afleiding in voldoende mate, toch worden de groe» ten van en een praatje over het ouder» lijk huis erg gewaardeerd. Vooral de VHK»sters»hebben het de eerste tijd moeilijk gehad, maar voor zo ver ik weet, hebben zij er zich, vooral nu zij elk een taak gekregen hebben, flink doorgeslagen. Maar toch zijn er mo» menten dat de Hollandse kou en de huiselijke warme kachel aantrekken en dat is licht te begrijpen. Ik zit „hier achter de automatische piloot te schrijven, een schijfje licht op mijn papier. Verder is er mijn mecano, die nu en dan heel even knikkebolt. Het radiokompas staat op Jiwani, een kmine 300 mijl van Karachi. De passa» giers slapen, evenals de bemanning, voor zover zij geen werk hebben, be» halve de tweede mecano, die voor de zoveelste maal een brief van zijn meis» je overleest. Juffrouw Kremer, een voor»oorlogse stewardess, zorgt voor koffie. Je moest eens kunnen zien, hoe vredig en gezellig wij het hierboven hebbin. Daar slaat de wijzer van het radio» kompas, als een vinger bediend door den man»beneden»ons, om ,we zitten boven Jiwani. Ik ga nu mijn vliegplan en tijdwegdiagram met deze gegevens bijwerken en laat aan Karachi door» geven, dat we om. 20.15 G.M.T., dat is daar kwart vóór twee in de nacht, aan» komen. Genoeg voor vandaag, bel mijn be» tere helft even op en zeg dat de reis vlot verloopt. Gegroet, Ton. ALS 'N DOLLE. RjJDT BARE.NDSE HET TEt&ElN VAM DE JACHT HAVE M OP. Hilversum I (301 M.) geeft nieuws om, 8, 1, 7.30 en 10 uur. N.C.R.V.: 8.15 Van man tot man IKOR: 8.30 Prot. kerkdienst. K.R.O.Friese dag: 10.00 Pontificale hoogmis. 11-30 „Ljouwter Orkest Forlening". 13.15 Toespraak Comm. Koning. 13.45 „Excelsior". 14.00 Frysk Printeboek. 16.30 ZIekenlof. N.C.R.V.: 17.00 kerkdienst. 19.00 Gewijde muziek. 19.15 Kent gij uw bijbel. K.R.O.: 19.48 De Friese voetbalkampioenen. 20.15 Krite Joun. 22.35 Eine kleine Nachtmu- sik. Hilversum II (415 M.) geeft nieuws om 8, 1, 6, 8 en 11 uur. 8.30 Voor de tuin. 8.45 Zondagmorgenmelo dieën. 10.00 Geestelijk leven. 10.15 Omroepkamerorkest. 10.40 In de tuin der poëzie. 11.15 Trian gel. A.V.R.O.: 12.30 De Zondag club. 12.40 Ver. Westfriese Zan gers. 13.15 Het Aeolian sextet. 13.50 De spoorwegen spreken. 14.05 Boekenhalfuur. 16.40 Sport flitsen. V.A.R.A.17.00 G.G.-Caba- ret. 18.15 Sport. V.P.R.O.: Vrijz Toen ik van het bureau kwam, stond er een mannetje in mijn voortuin, dat mij vriendelijk toeknikte 'en op de stoep lag een verzameling muizenvallen en sponsen. „Wat is dat voor een kereltje?" vroeg ik, toen ik in de gang stond. „Een zielepoot", zei mijn vrouw. „Hij heeft vijf kinderen en hij kan als tuin» liaan nergens werk vinden, zodat hij nu met muizenvallen moet leuren. Vind je 't niet verschrikkelijk? Ik heb ge» zegd, dat hij ons tuintje maar een beet» je moet opknappen". „En weet je al wat je daarvoor moet betalen?" „De stakkerd is spotgoedkoop", zei mijn vrouw. „Hij vraagt maar twee kwartjes per uur en het normale tarief is, geloof ik, wel tachtig centen. Vind je niet, dat hij verschrikkelijk beschei» den is?" „Hm", zei ik, want ik had er een voorgevoel van, dat we veel beter af geweest waren als we maar een mui zenval van hem gekocht ha_dden, hoe* wel we helemaal geen last van muizen hadden Ik ging het tuintje in en het man* ken en vele goede oplossingen kwamen ®en. Bij loting viel de wekelijkse rap i 5,ditmaal ten deel aan: plevr. E. van Esde Vries, Binnen- "ven 152, Den Helder. |eze prijs zal woiden toegezonden, h hier volgt onze nieuwe opgave met oez.-lfde te verloten prijs. Turöe 20. Twaalf vair drie. j Uit de volgende 36 lettergrepen ln «Phabetische Volgorde gegeven, moeten S woorden van drie lettergrepen wor- n gevormd en deze moet men zó «hder elkaar zetten, dat 'de eerste let- B» van boven naar beneden gelezen, -«aam geven van een plaats in N.- jlettergrepen. be bouw ca de de del der der dom e el gel f'n,~ e} ka ker laag laar - Mnd llng lo maat man me -- ne - oos - pa ra raad - re - L3te - ten - va wind. Welke woorden zijn 'bedoeld en ln wHke volgorde schrijft gij ze? Oplossingen tot en met Woensdag 12 Februari (uiterlijk) aan de Redact e Uw Courant (briefkaart) netje vertelde me, dat hij Jansen heet» te. „D'r zijn van dat soort bomen", zei hij, op een heester wijzend, „daar ken je van alles van maken. Die snoeien ze in de vorm van een kip of een to* ren, maar je ken d'r ook een andere vogel van maken", „Je moest 'm maar gewoon rond snoeien", zei ik, want ik had weinig vertrouwen in zijn beeldhouwkundige capaciteiten. „Best meneer", zei het mannetje en hij leende ons vleesmes omdat we pas getrouwd waren en nog geen snoei» schaar hadden. We gingen eten en toen ik naar bin» nen ging, wist ik niet, dat ik voor 't laatst onze mooie heester gezien had, want Jansen bekende me een uurtje la» ter dat hij 'm niet „rond" had kunnen krijgen. Er was toen van het boompje niet veel meer te bespeuren, maar dat kwam, zei Jansen, ombat hij geen snoeischaar had en hij trok zijn jas aan om er een te gaan lenen. •Drie kwartier later kwam hij met een nieuwe snoeischaar terug cn legde me uitvoerig uit, dat hij die van een meneer gekregen had, die ze dadelijk meegegeven had toen hij* hoorde, dat 't voor mij was. Het mannetje trok zijn jas uit en viel met vernieuwde woede op de rest van de heester aan, maar een half uur* tje later kwamen mijn vrouw en ik ge» lijktijdig op de gedachte, dat we hem eigenlijk voel beter gras konden laten knippen. Dat was nou juist /ïin specialiteit, zei Jansen. Hij ging naar de keuken om z'n mes te laten slijpen, dronk er een kop» je thee bij liet meisje en liet zich een half uurtje later met één knie op het grasperkje vallen. „Je moest hem maar eens een si* gaar brengen", zei mijn vrouw weer een tijdje later. „Die stakker kan dat zware werk natuurlijk niet volhouden". Ik ging met op één na mijn laatste sigaar naar het tuintje en vond onzen tuinman in druk gesprek met den ex» ploitant van een haringwagen. Hij hield zijn hoofd achterover en liet de haring rechtstandig in zijn keel dalen, maar toen hij mij zag, droogde hij haastig zijn handen aan zijn broeks» pijpen af om de sigaar aan te nemen. Een hoek van het grasveldje deed me denken aan een jongen, die vroeger in onze klas had gezeten. Die was erg ziek geweest en toen hij terug kwam. was hij kaal met hier en daar een paar stoppels. „Dat lag aan het mes", legde het mannetje uit en hij trok zijn jasje weer aan om een grasschaar te gaan lenen. Hij was binnen een half uur terug en naast hem liep een meneer, die een fonkelnieuwe grasmachine op zijn schouders droeg. Hij was maar even meegelopen, zei hij verontschuldigend, omdat hij mijn tuinman niet kende. Ik smeekte hem het machientje weer mee te nemen en legde hem uit, dat 't alles initiatief van mijn tuinman was geweest, maar de meneer zei, dat hij wel hield van mannen met initiatief, dat we in de wereld waren om elkaar te hel* pen en dat hij de machine, niet terug* verwachtte vóór ik er mee klaar was. Hij was de hoek nog niet om of het mannetje duwde het machientje voor zich uit, maaide er links onze begonia's mee uit een perkje en zwaaide het haastig naar rechts waar de- kiezel» steentjes tegen de raderen opspron* gen. „Schei er maar uit", zei ik, maar het mannetje keek zo teleurgesteld, dat m'n vrouw besloot hem maar wat hout te laten zagen. Ik kan niet zeggen, dat hij er erg enthousiast op inging. Hij was zei hij tuinman en geen houtzager, maar mijn vrouw beloofde hem een dubbele boterham en hij verdween naar de keuken en bleef daar tot het meisje me Christendom, A.V.R.O.: 20.15 Pop. Zondagavondconcert. 21.00 Her sengymnastiek. 21.30 Mijn lieve lingsmelodie. 22.00 Dombey Zn. 22.35 „Shamvrock". 2315 Pianospel door Pierre Palla. Programma voor Maandag 10 Febr. Hilversum I (301 M.) geeft nieuws om 7, 8, 1, 7, 8 en 10 uur. N.C.R.V. 7.30 Han Hoogéwoud. 8.15 Gewijde muziek. 9.15 Ochtendbezoek bij de zieken. 10.00 Trio. 10.30 Mor gendienst. 11.00 New London String Orchestro. 11,35 Maartje Offers. 11.45 Fam.berichten uit Indonesië. 13.15 Celesta-ensemble. 14.20 Vioolrecital. 15.30 Concert 16.00 Bijbellezing. 17.45 Het rijk overzee. 18.15 Sportpraatje. 19.15 N.C.R.V.-leeslamp. 19.35 Eileen Joyce. 20.08 Orgelconcert. 20.45 Veel gevraagde platen. 21.30 Celloduetten. 22.30 Richard Crooks. 23.00 Avondconcert. Hilversum H-(415 M.) geeft nieuws om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. V.A.R.A. 9.00 Balletsuite „La tragedie ,de Salo me". 9.50 Louis Keutner. V.P. R.O.: 10.00 Morgenwijding. V.A. R.A.10.20 De Regenboog. 11.30 „II Mago" 12.35 „Attentla" met Eddy Walis. 13.15 Voor het platte land. 14.30 Voor de vrouw. 14.45 „La favorita". 15.45 vVerlten van Ra mmaninoff. 17.30 Populaire liedjes. j.8.15 „De zilveren zeven". 19.15 Urgentieprogram P. v. d. A. 19.30 Dolf van der Linden. 20.05 Dingen van de dag. 22.10 Radio Philharm. Orkest. 23.15 Lichte Discoklanken. bloemen in de winter. De filmster Ann Miller droomt van lente en bloemen, daarom heeft zij haar bontmuts rijk getooid met kleu» rige rozen. Om met 'n dergelijk hoofd» dekstel sneeuw en ijs te trotseren, moet men echter filmster zijn kwam vragen of ik geen middel wist om hem weg te krijgen. Hij verklaarde zich tenslotte bereid te gaan zagen en maakte van twee trapjes een stellage om het hout te kun» nen draaien Hij draaide de stam tel» kens rond als de zaag begon te klem» men, met het resultaat, dat hij er spi* ralen in zaagde en onderaan uitkwam als hij bovenaan begonnen was. Zon» der er doorheen te kunnen komen. Het. lag aan de zaag, zei hij, en hij was juist van plan zijn jas aan te trek* kén om er een te gaan lenen, toen we zoveel medelijden met hem kregen, dat we zeiden dat 't voor vandaag ge* noeg was. IkWiJde dadelijk met hem afrekenen, maar hij bedacht, dat hij eerst het ge» reëdschap terug moest brengen, omdat de mensen anders misschien al n-aar bed zouden zijn. Toen hij terug kwam, waren ze zéker naar bed, maar het mannetje was nog goed wakker en berekende op een stuk* je papier hoeveel ik hem schuldig was vanaf het ogenblik, dat hij in mijn dienst was getreden tot het moment, dat hij de rekening ad 50 cent per uur presenteerde. Hij zei, dat we hem altijd konden la* ten roepen, als we hem nog eens nodig hadden, hing de muizenvallen om zijn „STILTE", gebiedt de oudste sneeuw» pop en hij stampt met zijn bezem op het ijs. Twee laatkomers kruipen hij» gend in een hoekje. „Lastig ook, dat sneeuwmannen altijd zender benen worden gemaakt", moppert er een. „Je kunt bijna niet vooruit komen. Net of je aan het zak»lopen bent". „Even mijn hoed afzetten", fluistert een mager manneke. „Dat ding zakt alsmaar in mijn ogen". En ik haal die rooie neus van mijn gezicht, verklaart de pop uit de Bloemstraat „Hij is hele» maal bevroren". Maar nu slaat de voorzitter drie maal met zijn fcezem op het ijs. „Ge» achte vergadering", zegt hij plechtig. „Nog een paar dagen, dan zal de zon weer gaan schijnen. Dan springen de ijsbloemen van de ruiten' af om in de Poolstreken verder te gaan bloeien. En als wij niet maken dat we wegkomen, worden we levend verbrand". ..Levend verbrand" herhalen de man» nen droevig en met scheve hoofden. „Maar dat mag niet gebeuren", roept de voorzitter luid, „en daarom moeten we vluchten"! De. sneeuwmannen staan allen tege» lijk op. „Vluchten? Waarnaartoe, en wanneer?" Het is een geschreeuw van belang. De grootste sneeuwpop schuift zijn hoed naar achteren en kijkt veel» betekenend naar de lucht. „Als ik me niet vergis, zegt hij, krijgen we morgen ander weer. Ik vertrouw de maan niet. Ik zou voorstellen om nog van» nacht te vertrekken". „Eh, eh, waar gaat de reis eigenlijk naar toe?" vraagt verlegen een mager popke met een pa» pieren muts op. .Over de bevroren zee naar de Noordpool", deelt de voorzitter mede. EEN uur later is alles in rep en roer. Op de schoolpleinen, in straten en ach* t<J*,tuintjes zijn sneeuwmannen bezig om zo gauw mogelijk weg te komen Hoeden worden netjes neergelegd, be» zems en neuzen er bij en dan schuiven ze een grote sneeuwhoop aan, op de plaats waar ze zelf gestaan hebben. En dan zo vlug mogelijk naar het meer» tie, vanwaar ze zullen vertrekken. Als alle poppen in het gelid staan, beveelt de aanvoerder: „Voorwaarts, mars" en de stoet zet zich in beweging. Hip»hup! Hip*hup! Het is een gebobbel van belang door He stille straten. En het gaat al sneller, al sneller. De sneeuw op de wegen stuift alle kanten heen. De oudste pop» nen beginnen verschrikkelijk te hijgen. Ze vragen of het niet wat langzamer kan. Maar het gerucht gaat, dat de dooi hen nu al op de hielen zit. En daarom kunnen ze echt niet rusten. In de dorpen en steden die ze passé» ren is hun gehijg al van verre te horen en de mensen in hun warme bed den» ken: „Wat waait het toch weer". Als de volgende morgen de kinde» ren buiten komen en naar hun mooie sneeuwman willen kijken, ligt er alleen maar een armzalig hoopje sneeuw met de bezem en de oude hoed er naast. „Wat een flauwe streek", foeteren ze, „Helemaal in elkaar getrapt. Wie zon dat nu gedaan hebben?" Maar langs de witte wegen snellen de sneeuwmannen. Ze zijn al bijna bij de grote zee, waar de dooi niet durft te komen, omdat hij anders zelf bevriest. „Nog een paar dagen", moedigt de aanvoerder aan. „Dan komen we m de koude landen en gaan heerlijk in ijs* hutten wonen". Bij dat vooruitzicht schateren de mannen van plezier. Jongens, als je morgen of overmor* gen buiten komt en je ziet hoe er niets meer van je mooie sneeuwman over is, denk dan niet dat de een of andere flauwerd aan de gapg is geweest. En ook niet dat de hond van de buren er bovenop is gesprongen. De sneeuwman is dan naar het Noom den vertrokken en je kunt er stellig op rekenen, dat het nog dezelfde middag zal gaan dooien. STEN. hals, schudde ons langdurig de hand en verdween. En ik zou nooit meer aan hem ge* dacht hebben als er het jaar na zijn vertrek niet een optocht van versier» de reclamewagens in Alkmaar was ge» weest. Heel achteraan reed een handwagen met graszoden en daarop zaten vijf kinderen, die allemaal schopjes en harkjes naar boven staken. Het mannetje, dat dit rijdend huis» houden voor zich uitduwde, knikte ons in het voorbijrijden meer dan vriend* schappelijk toe. „Wie was dat nou ook weer?" vroeg ik aan mijn vrouw. „Kijk maar naar het karretje", zei mijn vrouw, want het mannetje had er een groot bord aan gespijkerd, waarop hij met koeien van letters een reclame had geschilderd: Pruts niet in Uw eigen tuin. Laat Jansen 't doenl Overal te ontbieden! Wij brengen onze lezers onder de aandacht, dat wij in het vervolg niet alle vaste rubrieken in ons nummer van. Zaterdag zullen op nemen. De damrubriek kunt U voortaan vinden in ons no. van Donderdag de bridgerubriek zal dan steeds in ons Dinsdagnummer een plaatsje krijgen. Vroeger had het wtnkelen een aparte bekoring. Als moeder naar den kruidenier ging was dat steeds een blij weerzien van oude, vertrouwde dingen. Reeds ■bij den ingang van het gezellige straatje zag zij het uithangbord met den bekenden naam, die on veranderd bleef van vader op zoon. Wanneer men de deur openstiet ging er een vroolijk belletje over en uit den winkel kwam U die heerlijke geur tegemoet van alle goede dingen der aarde, van specerijen uit verre landen, van verschgebrande koffie en geurige thee. Zooals vroeger vindt U de kwa- litettsartikelen in een vertrouwde sfeer bij De Gruyter, die reeds vier geslachten lang van vader op zoon zich beijvert steeds weer opnieuw hel beste aan zijn klan ten te bieden. Reeds grootmoe der kende de groote koffiebussen in de winkels van De Gruyter. de koffie- en theezaak. Zooals vroeger1 door J. S. FLETCHER. 93) Zjj sloot Pratt in de oude kamer op en ging heen. De vrijwillige gevangene at zijn sand wiches, dronk zijn sherry en keek uit het boog venster over de wijde uitgestrektheid van het park en de hei. Hij gaf toe aan wat sentimen- teele gedachten. Eens had hij gehoopt, praó- tisch heer en meester te worden van Norman- dale. Altijd met het oog op zjjn geliefkoosde spreuk had hij gehoopt door tijd en geduld Nesta te huwen. En nu, door die vervloekte scène met Parrawhite, moest hij hier van af zien, het eenige wat hij kon doen was, zijn hachje in veiligheid brengen en zooveel als hij kon meenemen. Meer dan eens onder zijn fietstocht dien morgen had hij aan Par- rawhitê's raad gedacht om geld te vragen en dan van de zaak af te zijn. Misschien was dat tpch nog beter geweest, Éveawel als hij straks ztjn terugtocht begon, zou h(j Zorgen een bom van de Maliathorpe's duiten mee te nemen. ILiar al spoedig Meld Pratt op met denken. Hij had al zijn sandwiches opgegeten en drie kwart van de flesch sherry leeg. Plotseling voelde hij zich onbegrijpelijk slaperig, htj leg de zijn hoofd tegen den rug van zijn wijden leunstoel en viel vast in slaap. HOOFDSTUK XXVI HET TELEFOONTJE Had Pratt maar geweten, wat er dien mor gen in öe oude groeve te Whiteeliff gebeurde dan had h(j niet alleen wat harder gereden maar zou .hij ook een andere route genomen en de fiets fn den steek gelaten hebben voor den trein. Maar Pratt wist mets van Byner's stappen, van ztjn bezoek aan de Groene Kan. van wat Willem Thomas aan Pickard verteld had en Pickard weer aan Byner. Als hij Byner aan den rand van de oude groeVe had zien staan en zijn gesprek geboord had «jet den eigenaar ervan, zou hij zoo spoedig mogelijk honderden kilometers ver geweest ztjn. Des avond tevoren had Piatt een groote fout gemaakt. Hij had Puydale en den anderen detective moeten volgen, in plaats van Mur- gatroyd's winkeltje binnen te gaan. Dan had hij gezien, hoe Byner en Puydale, zoodra zij Murgatroyd Verlaten hadden een rijtuig had den genomen en naar Whiteeliff gereden wa ren. Maar hij wist het niet en ging zijn eigen weg, den weg ten verderve. „Ik zou me niets verwonderen", zei Byner „als- we het lijk van dien armen duivel Par rawhite op den bodem van die groeve vonden. Maar zooals ik zeg, het ia en blijft gissen." En ik zou niets verwonderd ztjn," ant woordde Puydale, „als we konden bewijzen, dat Pratt Murgatroyd opgestookt had. En een beetje onhandig, denks eens aan, die arme klokkenman moet alles zelf maar bedenken." „Evenwel moet u niet vergeten, dat Pratt niets weet over Pickard's zaakjes met Par rawhite en, dat hg dat uur ln de Groepe Kjtn zat, wierp Byner tegen. „Ik geloof, dat Pratt zich veilig voelt en dat we hem morgenoch tend kalm voor zfln lessenaar zullen kunnen arresteeren." „Als alles is zooals u denkt," zei Puydale droogjes, „zullen we daar niet veel tijd mee verknoeien. We zullen ons karweitje eerst afmaken." „Die mijnheer Shephard zal toch geen be» zwaren maken" vroeg Byner. „Bezwaren," riep Puydale uit, „hij zal het dolgraag doen. Goede afleiding voor zoo'n man, die niets om handen heeft." Shephard, de eigenaar van de groeve, die rentenierde ln het schilderachtige steenen huis midden op de heide, had niets te doen be halve zijn tuin, zijn groenten en zijn krantje. Byner toen zij hartelijk welkom waren ge- heeten, hadden zij dadelijk een sigaar gekre gen en een ruimen stoel bij den haard vond deze meening van den defective Puydale be vestigd. Shephard was dolblij eens een verzetje te hebben. {Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 3