„De groeten en. tot kijk"
Het mannetje met de muizenvallen
CHANTAGE
Oeuvre
~1
De Rijp.
Buigende zonen van het Herrenvdlk
op het vliegveld El Asem
Egmond Binnen'
J Onze puzzlehoek
Wij luisteren morgen naar.
door
Tjeerd Adem?
- 4
De vlucht van
de Sneeuwmannen
De dam- en bridgerubrieken
VAN VADER OP ZOON.
>t van de kou
agen geleden ont-
-ief van mijn neef
et te verwarren
Dat was een an-
od. Maar in litte-
was hij ook een
eel talent) en ik
en altijd met ple-
ef mij ditmaal:
hoorde lk het be-
van den IJsco-
kelijk, daar stond
je van wit katoen
te karretje voor
it is de kleur die
weert en het ijs
3, welkom wit te
il dit wit van ijs
uit de warme wol
et mijn vuist het
ichkom verbrijzeld,
lekker in het fjs-
peld en getracht
i met behulp van
Ik had mijn win-
■okken, mijn kraag
dus gewapend, het
igd met een glas
t heet water voor
niet, het gas had
i, waarachtig, daar
straat het liefc-
het gerinkel van
van het karretje
-man, die ons voor
rs inwendig vet>
;en plakje ijs tus-
weeke wafeltjes,
lat, man?" klonk
nijp vrouw, uit een
Nerz en Zilvervos-
iofdje dook op en
van boven haar
ogharen waaraan
Is bungelden o,
kleine tjspegeltjes
'achting aan. En
.rt voor haar nog
koeld het zou
oelen in het hartje
lpool, dat hart vol
stormde ik naar
eep ik den IJsco-
nouw.
ties!" hijgde ik.
s wel door-en-door
ite de man, terwijl
imtocht die mijn
ileidde en die, on-
een balk van ijs
n tegen de borst
n forsche handbe-
rijzelde, „of het
hebben een vries-
aarmee zelfs De
g weten zou." En
gde mij de wafel-
Hg", zuclltte mijn
:rd, „welk een ver-
elk een zaligheid,
jna op mijn tong.
;er op mijn tong
lijn tong maar wat
oo maar door", zei
der hoe beter."
loten hebben Er
joven het ijs van
m. Er gaat niets
Lde van lichaam en
erlijke. Want dan
s goed de warmte
de innerlijke gloed
hirt.
KREEFT
a.b. PH»TAB,
EN JUBILEUM
is de heer Ja Je Put 25
de Coöp Boerenleenbang,
r school en 25 jaar ge-
Put, die nog directeur is
itandshandelsavondschool, M
;er van Wijkverpleging l
tot voor kort bestuurs-l
verenigingen o a DREO, 1
niet aan belangstelling
rnemen, dat een deel der i
?tot April a s
SNDIEFSTAL
:bben zich toegang ver-
r brandstofpakhuizen der
bestolen werden pl m 4
US aangekocht
>onhuis van H de Vries
ingekocht door de Coöp
ihotbank G A De Rijp
;de schaatsers
uitstekende schaatsen-
:wamen te Schermerhorn
rdonk uit; Jan en Gijs
Ie eerste en twéede prijs
ebben de gebroeders Jan j
in de gehele omtrek een
•rworven
rlijke stand
^hannes A M, z v J M
Qudejans Cornelia H,
s en G D Formsma
ter in dienst
n zal zich op 7 Februari
ïst moeten begeven Zijn
egerd te Lunteren (Geld)
;LIJKE STAND.
iButter, Machlel,
rthuis, Simon, weduw-
efting, 83 jaar. Blom,
r, wonende te Alkmaar.
C. A, van den Berg en
:ege, beiden wonende
u w d C. Koopmam
3. J. Zonneveld, Eg"
J. Tervoort en C.
Egmond-Binnen.
Basra»Karachi, 1*2
Februari 1947.
Amice,
^Ja Ton,- nier met Otto, het weer van
Ba„.a naar Karachi is goed, enkele cu*
mulusvelden met hier en daar een cu*
mulo Nimbus met wat onweer, verder
een gunstige wind voOr je. Over!"
„Merci, over de Middellandse Zee
hier en daar een depressie, die je par.
ten kan spelen, kans op zand te Cairo
en na Rome een front dat nu echter
wel uitgewerkt en naar het Oosten
verschoven is. Vermoedelijk is er in
Holland sneeuw gevallen, dat is al.
Over"!
„Bedankt en goeie reis"!
„Eveneens en de groeten en tot kijk"
Zo telefoneerde ik een paar uur gele»
den met de machine, die op weg is
naar huis, terwijl wij op een dikke
drieduizend meter een honderd mijl
ten Zuiden van Rutbah Wells op weg
waren naar Basra. Dit station ligt al»
weer achter ons en we vliegen nu in
donker tussen twee wolkenlagen, waar»
uit nu en dan een ster ons tegentwin»
kelt, in de buurt van Jask. De noord»
punt van Arabië zijn we over. 't Was er,
zoals mijn collega al meldde, een beet»
je rumoerig. Wat sneeuw en hagel en
nu en dan een beetje onweer. We zijn
enige uren op ons schema achter, door*
dat we de afgelopen nacht in El Asem,
de luchthaven van Tobroek, moesten
blijven, daar Cairo, zowel als Lyssa ons
niet ontvangen konden, de eerste we*
gens een zandstorm en de tweede we»
gens slecht weer.
Hen merkwaardig veld, dat El Asem,
lof eigenlijk niet zozeer het veld als
we! het personeel óp dat veld, dat,
schrik niet, voor 70 procent bestaat
uit als knipmessen buigende en uiterst
behulpzame zonen van het Herrenvolk.
Jonge en oude kerels, in de loop der
'laatste jaren in Afrika krijgsgevangen
gemaakt. De chef van het meteo.sta»
tion is Herr Studienrat Weber aus
LeipzigI Vroeger Oberrealschullehrer,
]a, het kan verkeren!
Ik had nog een aardige ontmoeting.
,w'e waren vanzelfsprekend de gasten
ran de R.A.F. en deze tijdelijke woes»
lijnbewoners zijn natuurlijk tuk op wat
shvisseling. Daarbij komt nog, dat we
een stewardess aan boord hebben en
dat heeft voor hen allicht iets aantrek»
lelijks. Bij het natafelen vroeg een
RAF,<vlieger mij uit welk deel van
Holland ik kwam. Toen ik de namen(
Alkmaar, den Helder en Hoorn noem»
fe, wist hij mij direct te vertellen
fraar de afwerpterreinen voor wa»
penen, tijdens de Duitse bezetting
Martini, Salve en Winnipeg lagen. Hij
had daar regelmatig gedropt. Toen ik
hem zeide, dat ik met die afwerperij
bok wel eens iets te maken had gehad
en o,a. Martini goed kende herinner
Se je die flinke jongens van de Zomer».
lijk bij Spanbroek nog? was dit*êen
reden om elkaar hard op de schouders
fe slaan. En was 't niet, dat ik weer bar
vroeg met de Skymaster op stap moest,
dan zou er zeker iets aan de whiskey»
voorraad gedaan zijn. Toevallige ont»
moetingen!
Is het in Holland nog steeds koud?
Aan de grond hier is het al lekker en
Bk heb juist mijn Alkmaarsen passa»
igier, den heer Dun, geadviseerd om z'n
tropenbroek je en shirt maar op te
poeken. Wij slippen in Karachi, dit is
;een nieuwe maatregel, met het oog op
de veiligheid, en het staat in verband
iet de vermoeidheid van de beman*
ling. Wij stappen daar uit en wach»
ten er twee dagen tot de Z'ondagmach'i»
ie uit Holland aankomt, terwijl mijn
:ollega Moll vannacht instapt om te
lorgen dat de TAB op Maandag 14.50
te xlemajoran Batavia's vliegveld
roorrolt. In de hoofdstad van ons Insu»
jnde kom ik dan twee dagen nadien,
]m daar zo goed en zo kwaad als het
,aat, uit te rusten en een paar dorps»
fnoten, mannelijke en vrouwelijke
■Puzzle 19. De Gemeenschappelijke
0eler.
De drie gegeven getallen moesten door
hetzelfde getal gedeeld worden en de
drie resten waren gelijk. Nu 'maakt het
volgende de oplossing zoveel gemak
kelijker. Wanneer drie getallen door
hetzelfde getal gedeeld, gelijke resten
geven, moeten het verschil tussen het
eerste en tweede getal, en het verschil
tussen net tweede en derde getal, belde
door het bedoelde getal deelbaar zijn.
Deze twee bedoelde verschillen waren
nu In onze opgave 28203 en 214406. Bij
1 ;®tbinding in factoren blijkt dat deze
™pe getallen slechts één gemeenschap
pelijk? deler hebben, n.l. 79 en dat is
«et getal A, dat In onze puzzle werd
gevraagd. Bij deling der drie gegeven
letai.en door 79 is telkens de rest 51.
JP°k nu weer bleken onze puzzelaars
Voor geen moeilijkheid terug te schrik-
militairen, op te zoeken. Dat is altijd
'een welko'me afwisseling voor ze, want
al wordt er veel voor onze mensen in
Indië gedaan, al hebben zij afleiding in
voldoende mate, toch worden de groe»
ten van en een praatje over het ouder»
lijk huis erg gewaardeerd. Vooral de
VHK»sters»hebben het de eerste tijd
moeilijk gehad, maar voor zo ver ik
weet, hebben zij er zich, vooral nu zij
elk een taak gekregen hebben, flink
doorgeslagen. Maar toch zijn er mo»
menten dat de Hollandse kou en de
huiselijke warme kachel aantrekken en
dat is licht te begrijpen.
Ik zit „hier achter de automatische
piloot te schrijven, een schijfje licht op
mijn papier. Verder is er mijn mecano,
die nu en dan heel even knikkebolt.
Het radiokompas staat op Jiwani, een
kmine 300 mijl van Karachi. De passa»
giers slapen, evenals de bemanning,
voor zover zij geen werk hebben, be»
halve de tweede mecano, die voor de
zoveelste maal een brief van zijn meis»
je overleest. Juffrouw Kremer, een
voor»oorlogse stewardess, zorgt voor
koffie. Je moest eens kunnen zien, hoe
vredig en gezellig wij het hierboven
hebbin.
Daar slaat de wijzer van het radio»
kompas, als een vinger bediend door
den man»beneden»ons, om ,we zitten
boven Jiwani. Ik ga nu mijn vliegplan
en tijdwegdiagram met deze gegevens
bijwerken en laat aan Karachi door»
geven, dat we om. 20.15 G.M.T., dat is
daar kwart vóór twee in de nacht, aan»
komen.
Genoeg voor vandaag, bel mijn be»
tere helft even op en zeg dat de reis
vlot verloopt. Gegroet, Ton.
ALS 'N DOLLE. RjJDT BARE.NDSE HET
TEt&ElN VAM DE JACHT HAVE M OP.
Hilversum I (301 M.) geeft nieuws
om, 8, 1, 7.30 en 10 uur. N.C.R.V.:
8.15 Van man tot man IKOR: 8.30
Prot. kerkdienst. K.R.O.Friese
dag: 10.00 Pontificale hoogmis.
11-30 „Ljouwter Orkest Forlening".
13.15 Toespraak Comm. Koning.
13.45 „Excelsior". 14.00 Frysk
Printeboek. 16.30 ZIekenlof.
N.C.R.V.: 17.00 kerkdienst. 19.00
Gewijde muziek. 19.15 Kent gij uw
bijbel. K.R.O.: 19.48 De Friese
voetbalkampioenen. 20.15 Krite
Joun. 22.35 Eine kleine Nachtmu-
sik.
Hilversum II (415 M.) geeft nieuws
om 8, 1, 6, 8 en 11 uur. 8.30 Voor
de tuin. 8.45 Zondagmorgenmelo
dieën. 10.00 Geestelijk leven.
10.15 Omroepkamerorkest. 10.40
In de tuin der poëzie. 11.15 Trian
gel. A.V.R.O.: 12.30 De Zondag
club. 12.40 Ver. Westfriese Zan
gers. 13.15 Het Aeolian sextet.
13.50 De spoorwegen spreken.
14.05 Boekenhalfuur. 16.40 Sport
flitsen. V.A.R.A.17.00 G.G.-Caba-
ret. 18.15 Sport. V.P.R.O.: Vrijz
Toen ik van het bureau kwam, stond
er een mannetje in mijn voortuin, dat
mij vriendelijk toeknikte 'en op de stoep
lag een verzameling muizenvallen en
sponsen.
„Wat is dat voor een kereltje?"
vroeg ik, toen ik in de gang stond.
„Een zielepoot", zei mijn vrouw. „Hij
heeft vijf kinderen en hij kan als tuin»
liaan nergens werk vinden, zodat hij
nu met muizenvallen moet leuren. Vind
je 't niet verschrikkelijk? Ik heb ge»
zegd, dat hij ons tuintje maar een beet»
je moet opknappen".
„En weet je al wat je daarvoor moet
betalen?"
„De stakkerd is spotgoedkoop", zei
mijn vrouw. „Hij vraagt maar twee
kwartjes per uur en het normale tarief
is, geloof ik, wel tachtig centen. Vind
je niet, dat hij verschrikkelijk beschei»
den is?"
„Hm", zei ik, want ik had er een
voorgevoel van, dat we veel beter af
geweest waren als we maar een mui
zenval van hem gekocht ha_dden, hoe*
wel we helemaal geen last van muizen
hadden
Ik ging het tuintje in en het man*
ken
en vele goede oplossingen kwamen
®en. Bij loting viel de wekelijkse
rap i 5,ditmaal ten deel aan:
plevr. E. van Esde Vries, Binnen-
"ven 152, Den Helder.
|eze prijs zal woiden toegezonden,
h hier volgt onze nieuwe opgave met
oez.-lfde te verloten prijs.
Turöe 20. Twaalf vair drie.
j Uit de volgende 36 lettergrepen ln
«Phabetische Volgorde gegeven, moeten
S woorden van drie lettergrepen wor-
n gevormd en deze moet men zó
«hder elkaar zetten, dat 'de eerste let-
B» van boven naar beneden gelezen,
-«aam geven van een plaats in N.-
jlettergrepen.
be bouw ca de de del
der der dom e el gel
f'n,~ e} ka ker laag laar -
Mnd llng lo maat man me
-- ne - oos - pa ra raad - re -
L3te - ten - va wind.
Welke woorden zijn 'bedoeld en ln
wHke volgorde schrijft gij ze?
Oplossingen tot en met Woensdag 12
Februari (uiterlijk) aan de Redact e
Uw Courant (briefkaart)
netje vertelde me, dat hij Jansen heet»
te.
„D'r zijn van dat soort bomen", zei
hij, op een heester wijzend, „daar ken
je van alles van maken. Die snoeien
ze in de vorm van een kip of een to*
ren, maar je ken d'r ook een andere
vogel van maken",
„Je moest 'm maar gewoon rond
snoeien", zei ik, want ik had weinig
vertrouwen in zijn beeldhouwkundige
capaciteiten.
„Best meneer", zei het mannetje en
hij leende ons vleesmes omdat we pas
getrouwd waren en nog geen snoei»
schaar hadden.
We gingen eten en toen ik naar bin»
nen ging, wist ik niet, dat ik voor 't
laatst onze mooie heester gezien had,
want Jansen bekende me een uurtje la»
ter dat hij 'm niet „rond" had kunnen
krijgen. Er was toen van het boompje
niet veel meer te bespeuren, maar dat
kwam, zei Jansen, ombat hij geen
snoeischaar had en hij trok zijn jas aan
om er een te gaan lenen.
•Drie kwartier later kwam hij met
een nieuwe snoeischaar terug cn legde
me uitvoerig uit, dat hij die van een
meneer gekregen had, die ze dadelijk
meegegeven had toen hij* hoorde, dat 't
voor mij was.
Het mannetje trok zijn jas uit en
viel met vernieuwde woede op de rest
van de heester aan, maar een half uur*
tje later kwamen mijn vrouw en ik ge»
lijktijdig op de gedachte, dat we hem
eigenlijk voel beter gras konden laten
knippen.
Dat was nou juist /ïin specialiteit, zei
Jansen. Hij ging naar de keuken om z'n
mes te laten slijpen, dronk er een kop»
je thee bij liet meisje en liet zich een
half uurtje later met één knie op het
grasperkje vallen.
„Je moest hem maar eens een si*
gaar brengen", zei mijn vrouw weer een
tijdje later. „Die stakker kan dat zware
werk natuurlijk niet volhouden".
Ik ging met op één na mijn laatste
sigaar naar het tuintje en vond onzen
tuinman in druk gesprek met den ex»
ploitant van een haringwagen. Hij
hield zijn hoofd achterover en liet de
haring rechtstandig in zijn keel dalen,
maar toen hij mij zag, droogde hij
haastig zijn handen aan zijn broeks»
pijpen af om de sigaar aan te nemen.
Een hoek van het grasveldje deed me
denken aan een jongen, die vroeger in
onze klas had gezeten. Die was erg
ziek geweest en toen hij terug kwam.
was hij kaal met hier en daar een paar
stoppels.
„Dat lag aan het mes", legde het
mannetje uit en hij trok zijn jasje weer
aan om een grasschaar te gaan lenen.
Hij was binnen een half uur terug en
naast hem liep een meneer, die een
fonkelnieuwe grasmachine op zijn
schouders droeg. Hij was maar even
meegelopen, zei hij verontschuldigend,
omdat hij mijn tuinman niet kende.
Ik smeekte hem het machientje weer
mee te nemen en legde hem uit, dat 't
alles initiatief van mijn tuinman was
geweest, maar de meneer zei, dat hij wel
hield van mannen met initiatief, dat we
in de wereld waren om elkaar te hel*
pen en dat hij de machine, niet terug*
verwachtte vóór ik er mee klaar was.
Hij was de hoek nog niet om of het
mannetje duwde het machientje voor
zich uit, maaide er links onze begonia's
mee uit een perkje en zwaaide het
haastig naar rechts waar de- kiezel»
steentjes tegen de raderen opspron*
gen.
„Schei er maar uit", zei ik, maar het
mannetje keek zo teleurgesteld, dat
m'n vrouw besloot hem maar wat hout
te laten zagen.
Ik kan niet zeggen, dat hij er erg
enthousiast op inging. Hij was zei
hij tuinman en geen houtzager, maar
mijn vrouw beloofde hem een dubbele
boterham en hij verdween naar de
keuken en bleef daar tot het meisje me
Christendom, A.V.R.O.: 20.15 Pop.
Zondagavondconcert. 21.00 Her
sengymnastiek. 21.30 Mijn lieve
lingsmelodie. 22.00 Dombey
Zn. 22.35 „Shamvrock". 2315
Pianospel door Pierre Palla.
Programma voor Maandag 10 Febr.
Hilversum I (301 M.) geeft nieuws
om 7, 8, 1, 7, 8 en 10 uur. N.C.R.V.
7.30 Han Hoogéwoud. 8.15 Gewijde
muziek. 9.15 Ochtendbezoek bij de
zieken. 10.00 Trio. 10.30 Mor
gendienst. 11.00 New London
String Orchestro. 11,35 Maartje
Offers. 11.45 Fam.berichten uit
Indonesië. 13.15 Celesta-ensemble.
14.20 Vioolrecital. 15.30 Concert
16.00 Bijbellezing. 17.45 Het rijk
overzee. 18.15 Sportpraatje.
19.15 N.C.R.V.-leeslamp. 19.35
Eileen Joyce. 20.08 Orgelconcert.
20.45 Veel gevraagde platen.
21.30 Celloduetten. 22.30 Richard
Crooks. 23.00 Avondconcert.
Hilversum H-(415 M.) geeft nieuws
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. V.A.R.A.
9.00 Balletsuite „La tragedie ,de Salo
me". 9.50 Louis Keutner. V.P.
R.O.: 10.00 Morgenwijding. V.A.
R.A.10.20 De Regenboog. 11.30
„II Mago" 12.35 „Attentla" met
Eddy Walis. 13.15 Voor het platte
land. 14.30 Voor de vrouw.
14.45 „La favorita". 15.45 vVerlten
van Ra mmaninoff. 17.30 Populaire
liedjes. j.8.15 „De zilveren zeven".
19.15 Urgentieprogram P. v. d.
A. 19.30 Dolf van der Linden.
20.05 Dingen van de dag. 22.10
Radio Philharm. Orkest. 23.15
Lichte Discoklanken.
bloemen in de winter.
De filmster Ann Miller droomt van
lente en bloemen, daarom heeft zij
haar bontmuts rijk getooid met kleu»
rige rozen. Om met 'n dergelijk hoofd»
dekstel sneeuw en ijs te trotseren, moet
men echter filmster zijn
kwam vragen of ik geen middel wist
om hem weg te krijgen.
Hij verklaarde zich tenslotte bereid
te gaan zagen en maakte van twee
trapjes een stellage om het hout te kun»
nen draaien Hij draaide de stam tel»
kens rond als de zaag begon te klem»
men, met het resultaat, dat hij er spi*
ralen in zaagde en onderaan uitkwam
als hij bovenaan begonnen was. Zon»
der er doorheen te kunnen komen.
Het. lag aan de zaag, zei hij, en hij
was juist van plan zijn jas aan te trek*
kén om er een te gaan lenen, toen we
zoveel medelijden met hem kregen,
dat we zeiden dat 't voor vandaag ge*
noeg was.
IkWiJde dadelijk met hem afrekenen,
maar hij bedacht, dat hij eerst het ge»
reëdschap terug moest brengen, omdat
de mensen anders misschien al n-aar
bed zouden zijn.
Toen hij terug kwam, waren ze zéker
naar bed, maar het mannetje was nog
goed wakker en berekende op een stuk*
je papier hoeveel ik hem schuldig was
vanaf het ogenblik, dat hij in mijn
dienst was getreden tot het moment,
dat hij de rekening ad 50 cent per uur
presenteerde.
Hij zei, dat we hem altijd konden la*
ten roepen, als we hem nog eens nodig
hadden, hing de muizenvallen om zijn
„STILTE", gebiedt de oudste sneeuw»
pop en hij stampt met zijn bezem op
het ijs. Twee laatkomers kruipen hij»
gend in een hoekje. „Lastig ook, dat
sneeuwmannen altijd zender benen
worden gemaakt", moppert er een. „Je
kunt bijna niet vooruit komen. Net of
je aan het zak»lopen bent".
„Even mijn hoed afzetten", fluistert
een mager manneke. „Dat ding zakt
alsmaar in mijn ogen". En ik haal die
rooie neus van mijn gezicht, verklaart
de pop uit de Bloemstraat „Hij is hele»
maal bevroren".
Maar nu slaat de voorzitter drie
maal met zijn fcezem op het ijs. „Ge»
achte vergadering", zegt hij plechtig.
„Nog een paar dagen, dan zal de zon
weer gaan schijnen. Dan springen de
ijsbloemen van de ruiten' af om in de
Poolstreken verder te gaan bloeien. En
als wij niet maken dat we wegkomen,
worden we levend verbrand".
..Levend verbrand" herhalen de man»
nen droevig en met scheve hoofden.
„Maar dat mag niet gebeuren", roept
de voorzitter luid, „en daarom moeten
we vluchten"!
De. sneeuwmannen staan allen tege»
lijk op. „Vluchten? Waarnaartoe, en
wanneer?" Het is een geschreeuw van
belang. De grootste sneeuwpop schuift
zijn hoed naar achteren en kijkt veel»
betekenend naar de lucht. „Als ik me
niet vergis, zegt hij, krijgen we morgen
ander weer. Ik vertrouw de maan
niet. Ik zou voorstellen om nog van»
nacht te vertrekken". „Eh, eh, waar
gaat de reis eigenlijk naar toe?" vraagt
verlegen een mager popke met een pa»
pieren muts op.
.Over de bevroren zee naar de
Noordpool", deelt de voorzitter mede.
EEN uur later is alles in rep en roer.
Op de schoolpleinen, in straten en ach*
t<J*,tuintjes zijn sneeuwmannen bezig
om zo gauw mogelijk weg te komen
Hoeden worden netjes neergelegd, be»
zems en neuzen er bij en dan schuiven
ze een grote sneeuwhoop aan, op de
plaats waar ze zelf gestaan hebben. En
dan zo vlug mogelijk naar het meer»
tie, vanwaar ze zullen vertrekken. Als
alle poppen in het gelid staan, beveelt
de aanvoerder: „Voorwaarts, mars" en
de stoet zet zich in beweging.
Hip»hup!
Hip*hup!
Het is een gebobbel van belang door
He stille straten. En het gaat al sneller,
al sneller. De sneeuw op de wegen
stuift alle kanten heen. De oudste pop»
nen beginnen verschrikkelijk te hijgen.
Ze vragen of het niet wat langzamer
kan. Maar het gerucht gaat, dat de dooi
hen nu al op de hielen zit. En daarom
kunnen ze echt niet rusten.
In de dorpen en steden die ze passé»
ren is hun gehijg al van verre te horen
en de mensen in hun warme bed den»
ken: „Wat waait het toch weer".
Als de volgende morgen de kinde»
ren buiten komen en naar hun mooie
sneeuwman willen kijken, ligt er alleen
maar een armzalig hoopje sneeuw met
de bezem en de oude hoed er naast.
„Wat een flauwe streek", foeteren ze,
„Helemaal in elkaar getrapt. Wie zon
dat nu gedaan hebben?"
Maar langs de witte wegen snellen de
sneeuwmannen.
Ze zijn al bijna bij de grote zee, waar
de dooi niet durft te komen, omdat hij
anders zelf bevriest.
„Nog een paar dagen", moedigt de
aanvoerder aan. „Dan komen we m de
koude landen en gaan heerlijk in ijs*
hutten wonen". Bij dat vooruitzicht
schateren de mannen van plezier.
Jongens, als je morgen of overmor*
gen buiten komt en je ziet hoe er niets
meer van je mooie sneeuwman over is,
denk dan niet dat de een of andere
flauwerd aan de gapg is geweest. En
ook niet dat de hond van de buren er
bovenop is gesprongen.
De sneeuwman is dan naar het Noom
den vertrokken en je kunt er stellig op
rekenen, dat het nog dezelfde middag
zal gaan dooien.
STEN.
hals, schudde ons langdurig de hand en
verdween.
En ik zou nooit meer aan hem ge*
dacht hebben als er het jaar na zijn
vertrek niet een optocht van versier»
de reclamewagens in Alkmaar was ge»
weest.
Heel achteraan reed een handwagen
met graszoden en daarop zaten vijf
kinderen, die allemaal schopjes en
harkjes naar boven staken.
Het mannetje, dat dit rijdend huis»
houden voor zich uitduwde, knikte ons
in het voorbijrijden meer dan vriend*
schappelijk toe.
„Wie was dat nou ook weer?" vroeg
ik aan mijn vrouw.
„Kijk maar naar het karretje", zei
mijn vrouw, want het mannetje had er
een groot bord aan gespijkerd, waarop
hij met koeien van letters een reclame
had geschilderd:
Pruts niet in Uw eigen tuin.
Laat Jansen 't doenl
Overal te ontbieden!
Wij brengen onze lezers onder de
aandacht, dat wij in het vervolg
niet alle vaste rubrieken in ons
nummer van. Zaterdag zullen op
nemen. De damrubriek kunt U
voortaan vinden in ons no. van
Donderdag de bridgerubriek zal
dan steeds in ons Dinsdagnummer
een plaatsje krijgen.
Vroeger had het wtnkelen een
aparte bekoring. Als moeder
naar den kruidenier ging was
dat steeds een blij weerzien van
oude, vertrouwde dingen. Reeds
■bij den ingang van het gezellige
straatje zag zij het uithangbord
met den bekenden naam, die on
veranderd bleef van vader op
zoon. Wanneer men de deur
openstiet ging er een vroolijk
belletje over en uit den winkel
kwam U die heerlijke geur
tegemoet van alle goede dingen
der aarde, van specerijen uit
verre landen, van verschgebrande
koffie en geurige thee.
Zooals vroeger vindt U de kwa-
litettsartikelen in een vertrouwde
sfeer bij De Gruyter, die reeds
vier geslachten lang van vader
op zoon zich beijvert steeds weer
opnieuw hel beste aan zijn klan
ten te bieden. Reeds grootmoe
der kende de groote koffiebussen
in de winkels van De Gruyter.
de koffie- en theezaak. Zooals
vroeger1
door J. S. FLETCHER.
93)
Zjj sloot Pratt in de oude kamer op en ging
heen. De vrijwillige gevangene at zijn sand
wiches, dronk zijn sherry en keek uit het boog
venster over de wijde uitgestrektheid van het
park en de hei. Hij gaf toe aan wat sentimen-
teele gedachten. Eens had hij gehoopt, praó-
tisch heer en meester te worden van Norman-
dale. Altijd met het oog op zjjn geliefkoosde
spreuk had hij gehoopt door tijd en geduld
Nesta te huwen. En nu, door die vervloekte
scène met Parrawhite, moest hij hier van af
zien, het eenige wat hij kon doen was, zijn
hachje in veiligheid brengen en zooveel als hij
kon meenemen. Meer dan eens onder zijn
fietstocht dien morgen had hij aan Par-
rawhitê's raad gedacht om geld te vragen en
dan van de zaak af te zijn. Misschien was dat
tpch nog beter geweest, Éveawel als hij straks
ztjn terugtocht begon, zou h(j Zorgen een bom
van de Maliathorpe's duiten mee te nemen.
ILiar al spoedig Meld Pratt op met denken.
Hij had al zijn sandwiches opgegeten en drie
kwart van de flesch sherry leeg. Plotseling
voelde hij zich onbegrijpelijk slaperig, htj leg
de zijn hoofd tegen den rug van zijn wijden
leunstoel en viel vast in slaap.
HOOFDSTUK XXVI
HET TELEFOONTJE
Had Pratt maar geweten, wat er dien mor
gen in öe oude groeve te Whiteeliff gebeurde
dan had h(j niet alleen wat harder gereden
maar zou .hij ook een andere route genomen
en de fiets fn den steek gelaten hebben voor
den trein. Maar Pratt wist mets van Byner's
stappen, van ztjn bezoek aan de Groene Kan.
van wat Willem Thomas aan Pickard verteld
had en Pickard weer aan Byner. Als hij Byner
aan den rand van de oude groeVe had zien
staan en zijn gesprek geboord had «jet den
eigenaar ervan, zou hij zoo spoedig mogelijk
honderden kilometers ver geweest ztjn.
Des avond tevoren had Piatt een groote
fout gemaakt. Hij had Puydale en den anderen
detective moeten volgen, in plaats van Mur-
gatroyd's winkeltje binnen te gaan. Dan had
hij gezien, hoe Byner en Puydale, zoodra zij
Murgatroyd Verlaten hadden een rijtuig had
den genomen en naar Whiteeliff gereden wa
ren. Maar hij wist het niet en ging zijn eigen
weg, den weg ten verderve.
„Ik zou me niets verwonderen", zei Byner
„als- we het lijk van dien armen duivel Par
rawhite op den bodem van die groeve vonden.
Maar zooals ik zeg, het ia en blijft gissen."
En ik zou niets verwonderd ztjn," ant
woordde Puydale, „als we konden bewijzen,
dat Pratt Murgatroyd opgestookt had. En een
beetje onhandig, denks eens aan, die arme
klokkenman moet alles zelf maar bedenken."
„Evenwel moet u niet vergeten, dat Pratt
niets weet over Pickard's zaakjes met Par
rawhite en, dat hg dat uur ln de Groepe Kjtn
zat, wierp Byner tegen. „Ik geloof, dat Pratt
zich veilig voelt en dat we hem morgenoch
tend kalm voor zfln lessenaar zullen kunnen
arresteeren."
„Als alles is zooals u denkt," zei Puydale
droogjes, „zullen we daar niet veel tijd mee
verknoeien. We zullen ons karweitje eerst
afmaken."
„Die mijnheer Shephard zal toch geen be»
zwaren maken" vroeg Byner.
„Bezwaren," riep Puydale uit, „hij zal het
dolgraag doen. Goede afleiding voor zoo'n man,
die niets om handen heeft."
Shephard, de eigenaar van de groeve, die
rentenierde ln het schilderachtige steenen
huis midden op de heide, had niets te doen be
halve zijn tuin, zijn groenten en zijn krantje.
Byner toen zij hartelijk welkom waren ge-
heeten, hadden zij dadelijk een sigaar gekre
gen en een ruimen stoel bij den haard vond
deze meening van den defective Puydale be
vestigd. Shephard was dolblij eens een verzetje
te hebben. {Wordt vervolgd),