Angst om behoud van Oranje
DAADWËRKË
Uii de historie van Paleis Soestdijk
Liefde van
Prinsessen en
Koninginnen
„Zij willen h<
Geschenk aan den
„Held van Quatre Bras"
Het prinselijk gezin
door een Engelse
bril
Mef moeder uit wandelen
in de Canadese bergen
Twee momenten van doodsgevaar
PEINS ALEXANDER
I
gecomponeerd, het schone lied, dat
zong:
„Er was eens een grijze Koning,
Die heerste in het land bij de zee,
Hij reed daar heen waar bergen
zijn,
En bracht een jong bruideke mee!
De aankomst van Koningin Emma,
in ons land, was een zegetocht. Vader
wilde persé, dat ik getuige was van de
aankomst van het Koninklijk Bruids»
paar aan het Staatsspoorstation. „Dat
is een heerlijke herinnering voor heel
je leven, jongen!" had hij mij ontroerd
toegevoegd en zo zie ik nog voor mij
dat moment, waarop de brede, stoere
gestalte van den Koning het bordes be*
trad met naast hem de lieve gestalte
van zijn jonge bruid.
Hoe hij haar zachtkens hielp bij het
instappen in de koets. Men zag nu een
„anderen Willem III" dan men in de
laatste jaren gewend was te zien, toen
hij, versomberd, voor het volk soms
ongenaakbaar bleek.
CHERINNERINGEN VAN EEN
OUDEN HAGENAAR
Oranje behouden.
En aldra werd de grote vurige wens
des volks vervuld. De dag naderde,
waarop Nederland verzekerd kon
zijn van een Oranje op de Troon. Maar
weer was er angst, angst in veler hart,
en men bad om Godes bijstand in het
moeilijke uur, dat de Koninklijke
Vrouwe tegemoet ging. Maar alles
verliep uitstekend.
De angst was nu geweken voor hoop
en vertrouwen in de toekomst. Zo
sprak onze hoogbejaarde Hagenaar.
En het is bekend, hoe Willem III zelf
zijn borelingske toonde aan de amb=
tenaren van de Burgerlijke Stand, die
ten Paleize verschenen. En hoe een
paar dagen later de Koning op een
wandeling door de Haagse straten
werd aangesproken door een man, die
eerbiedig het hoofd ontblootte en zei:
„Majesteit, veroorloof een burgerman
te vragen, hoe 'het met de Kraam»
vrouw gaatl" En de Koning lachte
hartelijk en vertelde, dat het heel goed
ging en dankte door een stevige hand»
druk.
Tweemaal gevaar.
Toch... hoewel de jeugdige prinses
Wilhelmina voorspoedig opgroeide en
enige jaren na de troonsbestijging
huwde met Prins Hendrik, allengs
weer vrees... vrees voor het behoud
van Oranje op de Troon. Eens, als
Prinsesje, was de jonge Koningin al
ternauwernood aan de dood ontsnapt,
toen zij, op de verjaardag Haars Va»
ders, op 19 Februari 1887, met haar
Moeder een rijtoer maakte, het gespan
op hol sloeg, in het Noordeinde, door»
dat de dieren schrokken van het wap»
peren der vele vlaggen. Een vreselijk
critiek moment brak aan .nog even,
en paarden en rijtuig waren te pletter
gevlogen tegen het massale ruiter»
standbeeld vóór het paleis......
druk moet hebben gemaakt, kjjjkt
duidelijk uit dit sobere boekje. Tel»
kens weer wordt van dit roemruchte
wapenfeit melding gemaakt. Het op»
schrift van de herinneringszuil, in vier
talen de moed van den Prins roemend,
vindt men er in extenso in afgedrukt.
In de liederen wordt den Held van
Quatre Bras volop lof toegezwaaid.
In één der "zalen van het paleis hangt
een schilderij van den schilder Piene»
man, voorstellende „de slag onder be»
vel van Z. K H. den Prins van Oranje
op de Kruisweg bij het dorp Fraisne,
waardoor de belangrijke positie van
Les Quatres Bras is behouden ge»
worden".
De afbeelding van de zuil, die in het
boekje voorkomt, is met de hand ge»
kleurd.
Het jachtslot, daterend van 1674
het is derhalve nu 273 jaren oud is
dus pas in 1815 paleis geworden. En
het heeft als zoodanig een eigen ge»
schiedenis. Nog vers in het geheugen
liggen de vijf jaren, gedurende welke
het niet bewoond was. Kort na de be»
vrijding trokken de Prinses en de
Prins er weer in, nadat het dank zij de
hulp van omwonenden weer bewoon»
baar was gemaakt. Mogen zij er thans
temidden van hun vrolijke kinder»
schare nog lang en gelukkig leven.
Wü willen het Prinsesje bewaken.
Het Kindeke, teder en klein,
Dat Kindje, aan Neêrland geschon»
ken,
Zal Nederland's lieveling zijn.
Aldus zongen de schoolkinderen Ju»
liaantje toe, toen zij met haar Vader
en Moeder voor het eerst meeging
naar Amsterdam, en de Vorstin,
staande op het balcon van het Dam»
Paleis, haar kind tot onbeschrijfelijke
geestdrift van de menigte, hoog ophief,
om het te laten zien.
Telken jare zagen wij Prinses Julia»
na, onder de beste vooruitzichten, gro»
ter worden. Hoe snel gaat het leven
toch!
Die eigenlijk nog zo kort geleden
een jong, dartel meisje was, student,
bruid, echtgenote, is nu reeds moeder
van vier kinderen. De Koningin, die
bejaarde landgenoten zich nog uitste»
kend kunnen herinneren als „Wille»
mientje" is een eerwaarde, grijze dame
geworden, evenals wijlen de „Konin»
gin»Moeder", H. M. Emma,als jonge,
bloeiende vrouw naar Nederland ge»
komen, dat eens was.
De vrouwen uit het Oranjehuis heb»
ben vooral als Moeder door de
gehele geschiedenis heen pracht»voor»
beelden gegeven van hechte liefde en
toewijding voor gezin en kinderen,
daarbij logenstraffend de vooral vroe»
ger wel heersende mening, dat moe»
derliefde bij een Koningin of een Prin»
ses onmogelijk is.
De grote Juliana van Stolberg, stam»
moeder der Oranjes, staat wel hoog
bovenaan. En talloos zijn verder de
schone voorbeelden. Stralend is de
herinnering aan Louise de Coligny,
Charlotte de Bourbon, Amalia van
Solms, Mary Stuart, als echtgenote van
Prins Willem III, was de trouwe ,ver»
knochte gade van den Koning»Stad<
houder.
Niets dan goeds is bekend van de
vrouwen der latere stadhouders, Wil»
lem IV en Willem V. Vooral „Wille,
mientje" de echtgenote» van den laat»
ste, was de energieke, wilskrachtige
levensgezellin van den wat te goea»
moedigen Vorst, was het middelpunt
van een rijkgezegend gezin.
Nadat Nederland een Koninkrijk ge»
worden was ,in 1815, heeft ons land
steeds met eere en vol trots kunnen
wijzen op Koninginnen, die leefden
voor gezin en land. Speciaal Koningin
Sophie, gade van Koning Willem III,
heeft als moeder een zware taak gehad
bij de opvoeding van haar zoon, Prins
Alexander, die door haar onvermoeide
en liefdevolle toewijding nog veel kon
inhalen van wat anders misschien ver»
loren was gegaan door zijn zonderlin»
ge, grillige aard. En natuurlijk is over»
bekend de schier voorbeeldloze moe»
derliefde, welke Koningin Emma, als
weduwe en regentes, heeft gewijd aan
de opvoeding van het Kroonprinsesje
Wilhelmina. En ook weer onze Konin»
gin wist Prinses Juliana op te voeden
tot de uitstekende Vrouw en Moeder,
welke zij thans is.
Er zijn in de geschiedenis wel andere
voorbeelden aan te halen, welke ten
scherpste contrasteren met wat wij
hierboven séhetsten. Maar gelukkig
zijn onze voorbeelden niet de enige.
Gelukkig gezinsleven zien wij thans in
Engeland, in de Scandinavische rijken.
Koningin Astrid was wel'een exempel
van heerlijk Moederschap.1
BUREAU:
VOORDAM 9, ALKMJ
TELEFOON ADM. 33
REDACTIE 3902
Giro 187294
Dir.: J. Bljlsma
Hierboven publiceren wij d
welke foto door Prins Bei
CVan onzen Haagsen redai
Bijna ongelooflijk is de stri
brieven en briefkaarten, ja
getekende stukken, welke het
tiet-Comité Opvoering Arbeic
iiviteit" in Den Haag ontvang'
sultaat der Zaterdag 8 dezer 1
actie, om den Limburgsen mij
als dank Voor zijn sponanen
arbeid een „extra rokertje" t
gen De heer M R Haagoort, c
taris van genoemd comité, h<
•Jen paparassenstapel getoond n
de wonderlijkste vragen en
lingen, uit alle oorden van
Er zijn aldus reeds om en bij
duize.id adressen binnengekom
mensen die persoonlijk cent;
een mijnwerker (en zijn gezjj
ren. om hem niet alleen een
bonnetje te sturen, maar ook
of goed voor de kinderen.,
ochtend bracht de post een
stapel": ruim zes honderd stuk
De mensen sturen ook wel
nen al op: ze'fs was er een
5,gecombineerde" bij! Ook zagen
pracht van een rode das „vo
oudsten mijnwerker", of: „voor
't spoor", want dat was "de in
„hetzelfde, hoor!" Enthousiast
de heer Haagoort ons zelfs e.
pit Engeland! Juist kwam er e;
deant binnen met pakketten o
arm: 850 ingezamelde siearet
'lijna 100 sigaren. We zagen do'
ekkers onder het motto. „Ou
balletie m de mond verzoet de
ooms bijna ontroerend is die da
heid. welke uit de brieven en
kaarten blijkt: men doet aanb:
om mijnwerkers met hun vrouv
de zomer te logeren te krijgen,
deren. Een sigarenfabriek gaf 7
c" veen bakkerij 50 bote:
zelfs de bewoners van een teht
32= Van dagen hadden roy;
offerd en er was er een, die een
Lauri Pakkinen, de
die bü de internationalf !eh
streden te Oslo in het tot f
men ais eerste eindigde en3**
kampioen werd
Anefo
Aanvankelijk was het buitenverblijf
niet meer dan een jachtslot. Tot 1815
miste het dan ook de beide vleugels,
die het gebouw een zo geheel ander
karakter hebben gegeven. In de geschie»
denis van het paleis is dat jaar trou»
wens van veel betekenis geweest. Men
heeft n.l. de herinnering aan de veld»
tocht tegen Napoleon, waaraan de
Nederlandse legersoharen hebben
deelgenomen onder opperbevel van
den kroonprins, zoon van koning Wil»
lem I, levendig willen houden door
aan den „Held van Quatre Bras en
Waterloo" uit naam van het Neder»
landse volk een geschenk aan te bie»
den. Dat geschenk is geworden dit pa»
leis, daartoe afgestaan met de bepa»
ling, dat tegelijkertijd een monument
de betekenis van de veldtocht zou
vereeuwigen. Het monument bestaat
uit een gedenkzuil, vermeldende het
bedoelde wapenfeit.
Het gouden boekje van
Soestdijk.
De lotgevallen van Soestdijk zijn
beschreven in een thans uiterst zeld»
zaam
H. I.
Gedeputeerde Staten van de provincie
ZuidsHolland, heeft samengesteld en
doen vervaardigen op verzoek van
H. M. de Koningin in het jaar 1841.
Op 19 Januari 1842, te weten de ver»
m geworden boekje, dat de heer
I. Caan, lid van de Ridderschap en
De „News Review" van Dinsdag 30
Januari, dat op de omslag een mooi
portret van Prins Bernhard heeft, be»
vat een interessant artikel over het
Prinselijk gezin op het Paleis Soestdijk,
waarin o.m. het volgende voorkomt:
In het Paleis Soestdijk, 25 mijl ten
Oosten van Amsterdam wonen Prin»
ses Juliana en haar gemaal Prins Bern»
hard, die thans 10 jaar getrouwd zijn.
Het is een wit gebouw, met bogen en
pilaren en een uitgestrekt groen gras»
veld er vóór. Alleen de gemoderni»
seerde linkervleugel is bewoond door
de Prinses en den Prins met hun drie
dochters. Een vierde kind wordt in Fe»
bruari verwacht en opnieuw hoopt Ne»
derland dat het ditmaal een jongen
zal zijn.
S
Het middengedeelte en de rechter»
vleugel van het Paleis zijn gereser»
veerd voor Koningin Wilhelmina, een
geregelde bezoekster. Zelfs als zij niet
aanwezig is, symboliseren de getroffen
schikkingen het feit, dat de krachtig»
willende moeder van Juliana de Neder»
landen regeert tot in alle onderdelen.
Het is een prettige plaats om te le»
ven. Rondom zijn groene velden, bos»
sen en kleine vijvers. Er zijn tennisvel»
den en een zwembad, waar de Prinses
en de Prins 's zomers dikwijls met hun
kinderen genieten.
Er zijn slechts tien bedienden, het
keukenpersoneel inbegrepen. Prinses
Juliana kiest deze zelf uit. Indien het
mogelijk was, zou zij zelf haar huis»
houdelijke boodschappen doen, maar
dat kan zij niet, want de mensen zijn te
nieuwsgierig.
Zeer eenvoudig is Prinses Juliana's
persoonlijk leven. Wat haar kleding
betreft prefereert zij gemak boven ele»
gance. Het meest interesseert haar het
grootbrengen van haar kinderen, waar»
bij zij de hulp heeft van zuster Huyde»
kooper.
De kinderen bezoeken een school in
Bilthoven bij Utrecht. Het hoofd, de
heer Kees Boeke, heeft zeer moderne
onderwijssopvattingen en leert de kin»
deren alle nuttige en aangename din»
gen. De prinsesjes worden elke morgen
per auto naar school gebracht.
Het leven van Prins Bernhard is dat
van een land»edelman, die diverse mili»
taire plichten heeft. De Prins vermijdt
alles wat de indruk kan geven van on»
gewone vrolijkheid. Hij wordt niet ge»
zien in weelderige restaurants of nacht»
clubs.
Hij houdt veel van snelheid, maar
ongevallen bij zijn autorijden hebben
hem geleerd voorzichtig te zijn. Hij is
dol op vliegen en heeft niet minder
dan vier vliegtuigen, een Dakota, een
Stimson, een Messerschmidt en een
Fieseler.
Het maken van films (vooral gekleur»
de) is eveneens zijn grote liefhebberij.
Hij vertoont ze graag voor zijn gasten
in zijn eigen projectiezaal. De Prins
bezoekt zelden concerten of theater»
voorstellingen.
Enige tijd geleden werd de Prins op
de filmjournaals gezien met een snor»
retje. Het publiek lachte er om en twee
weken later was het snorretje verdwe»
nen!
(Wij meenden dit uittreksel uit het
Interessante artikel van het Engelse
weekblad onze lezers niet te mogen
onthouden. Uiteraard laten wij de in»
houd voor rekening vtm onze Britse
collega.)
Drie paar kindervoetjes trippelen door het paleis Soestdijk en over
enige tijd zullen het er vier zijn. Het grote witte huis in de bossen tussen
Baarn en Soest is de woning van een jong en groeiend gezin sinds het
Prinselijk Paar er zijn intrek heeft genomen. Dat was het voordien lang
niet meer geweest. Het had leeggestaan, jaren achtereen, sedert de dood
van Koningin Emma, die er als een eenzame oude vrouw een groot deel
van haar leven heeft gesleten. En voor de Koningin»WeduweMaar
laten wij hier iets vertellen over de geschiedenis van deze prinselijke resl»
dentie, die nu in het middelpunt der belangstelling staat.
de inhoud ervan kennis te nemen. De
heer Horsman bezit een door den
schrijver gesigneerd exemplaar.
In de brief van den schrijver aan
H. M. de Koningin wordt de reden van
19 Januari 1842, dus ruim zes weken
later, dat was de geboortedatum
van de Koningin was de heer Caan
in staat een bundel van 33 fraai geli»
thografeerde bladen, tot een boekje
samengebonden in een wit linnen
bandje, aan H. M. aan te bieden. Als
men nagaat, dat de samensteller in zes
weken tijds niet alleen de nodige fei»
ten en data moet hebben verzameld,
maar ook de bladen moet hebben ge»
tekend (of doen tekenen), dan blijkt
daar wel uit, dat hij met grote voort»
varendheid te werk is gegaan. En
daarnaast had de schrijver dan nog al»
tijd zijn dagelijkse bezigheden in Den
Haag als gedeputeerde van Zuid»Hol»
land
Het boekje dan maakt melding van
het huwelijk van den toen 23»jarigen
Kroonprins met de 20»jarige groot»
vorstin Anna Paulowna van Rusland
op 21 Februari 1816. Een jaar tevoren
had de Kroonprins het jachtslot ten
geschenke gekregen. Op last van de
regering was men toen ijlings begon»
nen onder leiding van de architecten
De Greef en Reijers het lustslot in een
bewoonbare staat te brengen. Het
monument ter herinnering aan de slag
bij Waterloo werd gebouwd onder
toezicht van den heer Van der Harz.
De architect Zocher legde het park
aan. De meubilering stond onder -<ii«
rectie van een niet met name genoem»
den referendaris van het departement
van Binnenlandse Zaken, die op 21
Mei 1818, toen de Prins en de Prinses
hun intrek namen in het paleis, nog
niet gereed was gekomen. Het kan ook
zijn, dat hij met opzet de aankomst
van het Vorstelijk Paar heeft afge»
wacht; in elk geval is in overleg met
de Bewoners de meubilering gecom»
pleteerd. Ook de bouw van de beide
zijvleugels was op dat tijdstip nog niet
voltooid. Pas twee jaar later kwam
men daarmee gereed.
Dat het moedige gedrag van den
Prins in de veldslag ten Zuiden van
Brussel op onze landgenoten diepe in»
bladen. Zij verzocht daarom den heer
Caan deze kleine verzameling histori»
sche gegevens uit te breiden. Nauwge»
zet en uiterst vlug kweet deze zich
van deze eervolle taak. Want reeds op
jaardag van 's Konings Gemalin, ge»
boren grootvorstin Anna Paulowna,
heeft de heer Caan het boekje aan de
Koningin aangeboden.
Om meer dan één reden is dit do»
cument van grote waarde. De tekst is
niet gezet, doch geheel op steen gete»
kend in fraai handschrift, afgewisseld
met sierletters, krullen en tierlantijnen.
Het is in een zeer beperkte oplaag ge»
drukt, waarbij men zich uitsluitend
van gouddruk heeft bediend. Alleen
de drie afbeeldingen en het kaartje
zijn met behulp van een gewone, zwar»
te drukinkt vervaardigd. De bladzijden
zijn niet genummerd en de inhoud be»
staat dan ook eigenlijk niet uit een lo»
gisch opgebouwde beschrijving van de
geschiedenis van het domein. Men
vindt er o.a. extracten uit de gehoor»
teregisters van de gemeente Baarn en
de doopregisters van de kerkelijke ge»
meente Baarn en Eembrugge, vermei»
dende de namen van de op het slot
geboren prinsen; verder enige gedich»
ten; een brief van den schrijver aan de
Koningin; een latijns titelblad en en»
kele korte historische mededelingen.
Een titel heeft het boekje eigenlijk
niet, tenzij men de eenvoudige ver»
melding van de naam van het konink»
lijk landgoed op de omslag als zoda»
nig wil beschouwen. Het merkwaardi»
ge werkje wordt doorgaans aangeduid
als het gouden boekje van Soestdijk.
Hoe groot de oplaag van het boekje
is geweest, is niet met zekerheid be»
kend. Men meent te weten, dat er niet
meer dan 75 k 100 exemplaren van ge»
drukt zijn. In elk geval waren er tien
jaar geleden nog maar een half dozijn
bekend. Door de vriendelijke bemid»
deling van den heer C. Horsman te
Baarn waren wij in de gelegenheid van
het ontstaan van het gouden boekje
medegedeeld.
De heer Caan dan, zo blijkt ons
daaruit, moet op 6 December 1841, de
49ste verjaardag van den Koning, aan
Z. M. hebben aangeboden enige ge»
lithografeerde bladen met betrekking
tot het lustslot Soestdijk. Naar men
weet was de Koning van 1841 dezelf»
de als de kroonprins en legerbevelheb»
ber van 1815. De Kroonprins (later
Koning Willem II) en zijn Gemalin
vertoefden dikwijls op het slot, waar
enige kinderen uit dit huwelijk zijn
geboren. Koningin Anna Paulowna
dan had grote belangstelling aan de
dag gelegd voor die gelithografeerde
Daar sprong Anton Kabelaar, de
koetsier van een stilstaand dokters»
koetsje, van de bok en met een koe»
ne sprong wierp hij zich om de hals
van een der dieren en, hoewel hij een
eindweegs werd meegesleurd, wist hij
de ren toch te stuiten en op het laatste
nippertje de Koninklijke Vrouwen te
redden
Voor de tweede maal zou doodsge»
vaar onze Koningin bedreigen! 't Was
in 1908. H. M. en Prins Hendrik reden
uit voor een morgenrit, in een licht
wagentje, met achterin twee lakeien.
Rijdend in de Haagïe Oranjestraat in
de richting Parkstraat, hoorde de Prins,
die mende, blijkbaar niet, dat de elee»
trische tram lijn 8, naderde. In volle
vaart zwenkte hij de hoek Parkstraat
om enonafwendbaar was de bot»
sing. Het rijtuig dreigde te worden ge»
kraakt tussen een trampaal en de
tramwagenDe paarden steigerden,
de Prins behield zijn kalmte, wist de
dieren met een forse ruk opzij te
dwingen, maar het was toch te laat.
De wagenbestuurder, zekere Reder, re»
ageerde gelukkig snel, remde uit alle
macht, maar de twee achterste wielen
van het rijtuigje braken en verder
werd het lichte wagentje ernstig be»
schadigd.
Doch Gode zij dank, konden Konin»
gin en Prins het wagentje ongedeerd
verlatenl Ook de twee lakeien kregen
gelukkig geen letsel. En men weet, hoe
eind April 1909 de ietwat angstige
spanning van eind»Augustus 1880 zich
herhaalde. Maar weer ging alles uit»
stekend en was het land vol van
vreugde om de nieuwe loot aan de al»
oude Oranjestam. En het zou opnieuw
het einde van een maand worden 31
Januari 19381 toen Nederland nog»
maals het moment beleefde, dat Oranje
voor Neerlands Troon behouden zou
blijven tot in de lengte van dagen.
"Jongste Zoon Van Willem JK
Angst om behoud van
Oranje! Ja, die is er ze»
ker eens geweest in ons
landWie had, toen 't
gezin van onzen laatsten
Oranjekoning drie zonen
telde Kroonprins Wil»
lem en zijn twee broers
Maurits en Alexander
kunnen denken, dat er
spoedig een tijd zou ko«
men, waarin het zo be»
nauwend»stil zou worden
in het oude paleis aan 't
Haagse Noordeinde, om»
dat de Koningin was ge#
storven en met haar de
twee oudste zonen
Maurits op jeugdige leef»
tijd en de Kroonprins in
de volle fleur zijns le»
vens. Alleen Alexan»
der was overgebleven,
doch men wist al, dat
diens zwakke gezond»
heid een spoedig einde
zou brengen.
Heel oude Hagenaars
weten nog wel van die
droeve tijd„Ik wan»
delde in die dagen"
vertelde ons een hoogbe»
jaarde Hofstedeling met
interessante oude herin»
neringen „meermalen
met mijn vader door het Noordeinde.
En dan passeerden wij het witte paleis.
Vader was een ras» en wasechte Oran»
jeklantHij keek altijd met eerbied
naar de grote stille ramen van het
zwijgende paleis, maar toen, in die da»
gen van angst om behoud van Oranje,
stond zijn gelaat altijd heel ernstig op
dat moment. Op een keer, toen wij na
de wandeling thuis kwamen, klom ik
op vader's knie, vragend, of daar, in
dat grote, witte huis, de Koning woon»
de. En toen vertelde vader mij van
vroeger, toen het een en al leven en
vertier was aan het HofHij wist
zich nog heel goed Willem II te herin»
neren, die te paard aan 't hoofd ener
schitterende Hofstoet reed, met zijn
zonen, als hij de Staten»Generaal ging
openen. Zelfs reikte zijn herinnering
terug naar de dagen van Koning Wil»
lem I, „Vader Willem", die per koets
met witgepruikte pages en eveneens
omstuwd door een majesteitelijke op»
tocht naar het Binnenhof trok. Vader's
oog schitterde van extase als hij dacht
aan die glorieuze tijd. aan de schitte»
rende feesten op 's Konings verjaar»
dag en die des Kroonprinsen of der
Koningin.
Maar het was nu stil en eenzaa»
geworden aan het Hof. De treurig*
mare van de dood van Kroonprins
Willem had de grote vrees doen ont»
kiemen, dat de Kroon van Nederland
zou toevallen aan een vreemden Duit»
sen vorst, afstammeling van Caroline
van Nassau, dochter van stadhouder
Willem V. De Grondwet maakte zulks
mogelijk en niemand durfde die bepa»
lingen schrappen, uit vrees voor de
toorn van den toen reeds machtigen
Duitsen Keizer
Prins Frederik, 's Konings broeder,
was wel wederom gehuwd, doch niet
lang daarna stierf ook hij, kinderloos.
Een heerlijke tijding.
Er was toen wezenlijk angst, grote
angst om het behoud van Oranje.
Maar op een dag ik vergeet het
nooit stormde Vader de huiska»
mer binnen... Zijn gezicht straalde
van vreugde. Hij kon eerst niet op
adem komen van opwinding... „We
we krijgen weer een Koningin 1"
riep hij uit, „de Koning gaat her»
trouwent O! Nu kan alles misschien
toch nog weer in orde komen... als
God wil!"
En ja, Vader had goed gehoord. De
vreugde in het land was onbeschrijfe»
lijk! We schreven 1879. Later, veel Ia»
ter, heeft de onvergetelijke Arnold
Spoel zijn „Van een Koningsvrouwe"
PRINS WILLEM,
OUDSTE ZOON VAN WILLEM III.