Angst om behoud van Oranje DAADWËRKË Uii de historie van Paleis Soestdijk Liefde van Prinsessen en Koninginnen „Zij willen h< Geschenk aan den „Held van Quatre Bras" Het prinselijk gezin door een Engelse bril Mef moeder uit wandelen in de Canadese bergen Twee momenten van doodsgevaar PEINS ALEXANDER I gecomponeerd, het schone lied, dat zong: „Er was eens een grijze Koning, Die heerste in het land bij de zee, Hij reed daar heen waar bergen zijn, En bracht een jong bruideke mee! De aankomst van Koningin Emma, in ons land, was een zegetocht. Vader wilde persé, dat ik getuige was van de aankomst van het Koninklijk Bruids» paar aan het Staatsspoorstation. „Dat is een heerlijke herinnering voor heel je leven, jongen!" had hij mij ontroerd toegevoegd en zo zie ik nog voor mij dat moment, waarop de brede, stoere gestalte van den Koning het bordes be* trad met naast hem de lieve gestalte van zijn jonge bruid. Hoe hij haar zachtkens hielp bij het instappen in de koets. Men zag nu een „anderen Willem III" dan men in de laatste jaren gewend was te zien, toen hij, versomberd, voor het volk soms ongenaakbaar bleek. CHERINNERINGEN VAN EEN OUDEN HAGENAAR Oranje behouden. En aldra werd de grote vurige wens des volks vervuld. De dag naderde, waarop Nederland verzekerd kon zijn van een Oranje op de Troon. Maar weer was er angst, angst in veler hart, en men bad om Godes bijstand in het moeilijke uur, dat de Koninklijke Vrouwe tegemoet ging. Maar alles verliep uitstekend. De angst was nu geweken voor hoop en vertrouwen in de toekomst. Zo sprak onze hoogbejaarde Hagenaar. En het is bekend, hoe Willem III zelf zijn borelingske toonde aan de amb= tenaren van de Burgerlijke Stand, die ten Paleize verschenen. En hoe een paar dagen later de Koning op een wandeling door de Haagse straten werd aangesproken door een man, die eerbiedig het hoofd ontblootte en zei: „Majesteit, veroorloof een burgerman te vragen, hoe 'het met de Kraam» vrouw gaatl" En de Koning lachte hartelijk en vertelde, dat het heel goed ging en dankte door een stevige hand» druk. Tweemaal gevaar. Toch... hoewel de jeugdige prinses Wilhelmina voorspoedig opgroeide en enige jaren na de troonsbestijging huwde met Prins Hendrik, allengs weer vrees... vrees voor het behoud van Oranje op de Troon. Eens, als Prinsesje, was de jonge Koningin al ternauwernood aan de dood ontsnapt, toen zij, op de verjaardag Haars Va» ders, op 19 Februari 1887, met haar Moeder een rijtoer maakte, het gespan op hol sloeg, in het Noordeinde, door» dat de dieren schrokken van het wap» peren der vele vlaggen. Een vreselijk critiek moment brak aan .nog even, en paarden en rijtuig waren te pletter gevlogen tegen het massale ruiter» standbeeld vóór het paleis...... druk moet hebben gemaakt, kjjjkt duidelijk uit dit sobere boekje. Tel» kens weer wordt van dit roemruchte wapenfeit melding gemaakt. Het op» schrift van de herinneringszuil, in vier talen de moed van den Prins roemend, vindt men er in extenso in afgedrukt. In de liederen wordt den Held van Quatre Bras volop lof toegezwaaid. In één der "zalen van het paleis hangt een schilderij van den schilder Piene» man, voorstellende „de slag onder be» vel van Z. K H. den Prins van Oranje op de Kruisweg bij het dorp Fraisne, waardoor de belangrijke positie van Les Quatres Bras is behouden ge» worden". De afbeelding van de zuil, die in het boekje voorkomt, is met de hand ge» kleurd. Het jachtslot, daterend van 1674 het is derhalve nu 273 jaren oud is dus pas in 1815 paleis geworden. En het heeft als zoodanig een eigen ge» schiedenis. Nog vers in het geheugen liggen de vijf jaren, gedurende welke het niet bewoond was. Kort na de be» vrijding trokken de Prinses en de Prins er weer in, nadat het dank zij de hulp van omwonenden weer bewoon» baar was gemaakt. Mogen zij er thans temidden van hun vrolijke kinder» schare nog lang en gelukkig leven. Wü willen het Prinsesje bewaken. Het Kindeke, teder en klein, Dat Kindje, aan Neêrland geschon» ken, Zal Nederland's lieveling zijn. Aldus zongen de schoolkinderen Ju» liaantje toe, toen zij met haar Vader en Moeder voor het eerst meeging naar Amsterdam, en de Vorstin, staande op het balcon van het Dam» Paleis, haar kind tot onbeschrijfelijke geestdrift van de menigte, hoog ophief, om het te laten zien. Telken jare zagen wij Prinses Julia» na, onder de beste vooruitzichten, gro» ter worden. Hoe snel gaat het leven toch! Die eigenlijk nog zo kort geleden een jong, dartel meisje was, student, bruid, echtgenote, is nu reeds moeder van vier kinderen. De Koningin, die bejaarde landgenoten zich nog uitste» kend kunnen herinneren als „Wille» mientje" is een eerwaarde, grijze dame geworden, evenals wijlen de „Konin» gin»Moeder", H. M. Emma,als jonge, bloeiende vrouw naar Nederland ge» komen, dat eens was. De vrouwen uit het Oranjehuis heb» ben vooral als Moeder door de gehele geschiedenis heen pracht»voor» beelden gegeven van hechte liefde en toewijding voor gezin en kinderen, daarbij logenstraffend de vooral vroe» ger wel heersende mening, dat moe» derliefde bij een Koningin of een Prin» ses onmogelijk is. De grote Juliana van Stolberg, stam» moeder der Oranjes, staat wel hoog bovenaan. En talloos zijn verder de schone voorbeelden. Stralend is de herinnering aan Louise de Coligny, Charlotte de Bourbon, Amalia van Solms, Mary Stuart, als echtgenote van Prins Willem III, was de trouwe ,ver» knochte gade van den Koning»Stad< houder. Niets dan goeds is bekend van de vrouwen der latere stadhouders, Wil» lem IV en Willem V. Vooral „Wille, mientje" de echtgenote» van den laat» ste, was de energieke, wilskrachtige levensgezellin van den wat te goea» moedigen Vorst, was het middelpunt van een rijkgezegend gezin. Nadat Nederland een Koninkrijk ge» worden was ,in 1815, heeft ons land steeds met eere en vol trots kunnen wijzen op Koninginnen, die leefden voor gezin en land. Speciaal Koningin Sophie, gade van Koning Willem III, heeft als moeder een zware taak gehad bij de opvoeding van haar zoon, Prins Alexander, die door haar onvermoeide en liefdevolle toewijding nog veel kon inhalen van wat anders misschien ver» loren was gegaan door zijn zonderlin» ge, grillige aard. En natuurlijk is over» bekend de schier voorbeeldloze moe» derliefde, welke Koningin Emma, als weduwe en regentes, heeft gewijd aan de opvoeding van het Kroonprinsesje Wilhelmina. En ook weer onze Konin» gin wist Prinses Juliana op te voeden tot de uitstekende Vrouw en Moeder, welke zij thans is. Er zijn in de geschiedenis wel andere voorbeelden aan te halen, welke ten scherpste contrasteren met wat wij hierboven séhetsten. Maar gelukkig zijn onze voorbeelden niet de enige. Gelukkig gezinsleven zien wij thans in Engeland, in de Scandinavische rijken. Koningin Astrid was wel'een exempel van heerlijk Moederschap.1 BUREAU: VOORDAM 9, ALKMJ TELEFOON ADM. 33 REDACTIE 3902 Giro 187294 Dir.: J. Bljlsma Hierboven publiceren wij d welke foto door Prins Bei CVan onzen Haagsen redai Bijna ongelooflijk is de stri brieven en briefkaarten, ja getekende stukken, welke het tiet-Comité Opvoering Arbeic iiviteit" in Den Haag ontvang' sultaat der Zaterdag 8 dezer 1 actie, om den Limburgsen mij als dank Voor zijn sponanen arbeid een „extra rokertje" t gen De heer M R Haagoort, c taris van genoemd comité, h< •Jen paparassenstapel getoond n de wonderlijkste vragen en lingen, uit alle oorden van Er zijn aldus reeds om en bij duize.id adressen binnengekom mensen die persoonlijk cent; een mijnwerker (en zijn gezjj ren. om hem niet alleen een bonnetje te sturen, maar ook of goed voor de kinderen., ochtend bracht de post een stapel": ruim zes honderd stuk De mensen sturen ook wel nen al op: ze'fs was er een 5,gecombineerde" bij! Ook zagen pracht van een rode das „vo oudsten mijnwerker", of: „voor 't spoor", want dat was "de in „hetzelfde, hoor!" Enthousiast de heer Haagoort ons zelfs e. pit Engeland! Juist kwam er e; deant binnen met pakketten o arm: 850 ingezamelde siearet 'lijna 100 sigaren. We zagen do' ekkers onder het motto. „Ou balletie m de mond verzoet de ooms bijna ontroerend is die da heid. welke uit de brieven en kaarten blijkt: men doet aanb: om mijnwerkers met hun vrouv de zomer te logeren te krijgen, deren. Een sigarenfabriek gaf 7 c" veen bakkerij 50 bote: zelfs de bewoners van een teht 32= Van dagen hadden roy; offerd en er was er een, die een Lauri Pakkinen, de die bü de internationalf !eh streden te Oslo in het tot f men ais eerste eindigde en3** kampioen werd Anefo Aanvankelijk was het buitenverblijf niet meer dan een jachtslot. Tot 1815 miste het dan ook de beide vleugels, die het gebouw een zo geheel ander karakter hebben gegeven. In de geschie» denis van het paleis is dat jaar trou» wens van veel betekenis geweest. Men heeft n.l. de herinnering aan de veld» tocht tegen Napoleon, waaraan de Nederlandse legersoharen hebben deelgenomen onder opperbevel van den kroonprins, zoon van koning Wil» lem I, levendig willen houden door aan den „Held van Quatre Bras en Waterloo" uit naam van het Neder» landse volk een geschenk aan te bie» den. Dat geschenk is geworden dit pa» leis, daartoe afgestaan met de bepa» ling, dat tegelijkertijd een monument de betekenis van de veldtocht zou vereeuwigen. Het monument bestaat uit een gedenkzuil, vermeldende het bedoelde wapenfeit. Het gouden boekje van Soestdijk. De lotgevallen van Soestdijk zijn beschreven in een thans uiterst zeld» zaam H. I. Gedeputeerde Staten van de provincie ZuidsHolland, heeft samengesteld en doen vervaardigen op verzoek van H. M. de Koningin in het jaar 1841. Op 19 Januari 1842, te weten de ver» m geworden boekje, dat de heer I. Caan, lid van de Ridderschap en De „News Review" van Dinsdag 30 Januari, dat op de omslag een mooi portret van Prins Bernhard heeft, be» vat een interessant artikel over het Prinselijk gezin op het Paleis Soestdijk, waarin o.m. het volgende voorkomt: In het Paleis Soestdijk, 25 mijl ten Oosten van Amsterdam wonen Prin» ses Juliana en haar gemaal Prins Bern» hard, die thans 10 jaar getrouwd zijn. Het is een wit gebouw, met bogen en pilaren en een uitgestrekt groen gras» veld er vóór. Alleen de gemoderni» seerde linkervleugel is bewoond door de Prinses en den Prins met hun drie dochters. Een vierde kind wordt in Fe» bruari verwacht en opnieuw hoopt Ne» derland dat het ditmaal een jongen zal zijn. S Het middengedeelte en de rechter» vleugel van het Paleis zijn gereser» veerd voor Koningin Wilhelmina, een geregelde bezoekster. Zelfs als zij niet aanwezig is, symboliseren de getroffen schikkingen het feit, dat de krachtig» willende moeder van Juliana de Neder» landen regeert tot in alle onderdelen. Het is een prettige plaats om te le» ven. Rondom zijn groene velden, bos» sen en kleine vijvers. Er zijn tennisvel» den en een zwembad, waar de Prinses en de Prins 's zomers dikwijls met hun kinderen genieten. Er zijn slechts tien bedienden, het keukenpersoneel inbegrepen. Prinses Juliana kiest deze zelf uit. Indien het mogelijk was, zou zij zelf haar huis» houdelijke boodschappen doen, maar dat kan zij niet, want de mensen zijn te nieuwsgierig. Zeer eenvoudig is Prinses Juliana's persoonlijk leven. Wat haar kleding betreft prefereert zij gemak boven ele» gance. Het meest interesseert haar het grootbrengen van haar kinderen, waar» bij zij de hulp heeft van zuster Huyde» kooper. De kinderen bezoeken een school in Bilthoven bij Utrecht. Het hoofd, de heer Kees Boeke, heeft zeer moderne onderwijssopvattingen en leert de kin» deren alle nuttige en aangename din» gen. De prinsesjes worden elke morgen per auto naar school gebracht. Het leven van Prins Bernhard is dat van een land»edelman, die diverse mili» taire plichten heeft. De Prins vermijdt alles wat de indruk kan geven van on» gewone vrolijkheid. Hij wordt niet ge» zien in weelderige restaurants of nacht» clubs. Hij houdt veel van snelheid, maar ongevallen bij zijn autorijden hebben hem geleerd voorzichtig te zijn. Hij is dol op vliegen en heeft niet minder dan vier vliegtuigen, een Dakota, een Stimson, een Messerschmidt en een Fieseler. Het maken van films (vooral gekleur» de) is eveneens zijn grote liefhebberij. Hij vertoont ze graag voor zijn gasten in zijn eigen projectiezaal. De Prins bezoekt zelden concerten of theater» voorstellingen. Enige tijd geleden werd de Prins op de filmjournaals gezien met een snor» retje. Het publiek lachte er om en twee weken later was het snorretje verdwe» nen! (Wij meenden dit uittreksel uit het Interessante artikel van het Engelse weekblad onze lezers niet te mogen onthouden. Uiteraard laten wij de in» houd voor rekening vtm onze Britse collega.) Drie paar kindervoetjes trippelen door het paleis Soestdijk en over enige tijd zullen het er vier zijn. Het grote witte huis in de bossen tussen Baarn en Soest is de woning van een jong en groeiend gezin sinds het Prinselijk Paar er zijn intrek heeft genomen. Dat was het voordien lang niet meer geweest. Het had leeggestaan, jaren achtereen, sedert de dood van Koningin Emma, die er als een eenzame oude vrouw een groot deel van haar leven heeft gesleten. En voor de Koningin»WeduweMaar laten wij hier iets vertellen over de geschiedenis van deze prinselijke resl» dentie, die nu in het middelpunt der belangstelling staat. de inhoud ervan kennis te nemen. De heer Horsman bezit een door den schrijver gesigneerd exemplaar. In de brief van den schrijver aan H. M. de Koningin wordt de reden van 19 Januari 1842, dus ruim zes weken later, dat was de geboortedatum van de Koningin was de heer Caan in staat een bundel van 33 fraai geli» thografeerde bladen, tot een boekje samengebonden in een wit linnen bandje, aan H. M. aan te bieden. Als men nagaat, dat de samensteller in zes weken tijds niet alleen de nodige fei» ten en data moet hebben verzameld, maar ook de bladen moet hebben ge» tekend (of doen tekenen), dan blijkt daar wel uit, dat hij met grote voort» varendheid te werk is gegaan. En daarnaast had de schrijver dan nog al» tijd zijn dagelijkse bezigheden in Den Haag als gedeputeerde van Zuid»Hol» land Het boekje dan maakt melding van het huwelijk van den toen 23»jarigen Kroonprins met de 20»jarige groot» vorstin Anna Paulowna van Rusland op 21 Februari 1816. Een jaar tevoren had de Kroonprins het jachtslot ten geschenke gekregen. Op last van de regering was men toen ijlings begon» nen onder leiding van de architecten De Greef en Reijers het lustslot in een bewoonbare staat te brengen. Het monument ter herinnering aan de slag bij Waterloo werd gebouwd onder toezicht van den heer Van der Harz. De architect Zocher legde het park aan. De meubilering stond onder -<ii« rectie van een niet met name genoem» den referendaris van het departement van Binnenlandse Zaken, die op 21 Mei 1818, toen de Prins en de Prinses hun intrek namen in het paleis, nog niet gereed was gekomen. Het kan ook zijn, dat hij met opzet de aankomst van het Vorstelijk Paar heeft afge» wacht; in elk geval is in overleg met de Bewoners de meubilering gecom» pleteerd. Ook de bouw van de beide zijvleugels was op dat tijdstip nog niet voltooid. Pas twee jaar later kwam men daarmee gereed. Dat het moedige gedrag van den Prins in de veldslag ten Zuiden van Brussel op onze landgenoten diepe in» bladen. Zij verzocht daarom den heer Caan deze kleine verzameling histori» sche gegevens uit te breiden. Nauwge» zet en uiterst vlug kweet deze zich van deze eervolle taak. Want reeds op jaardag van 's Konings Gemalin, ge» boren grootvorstin Anna Paulowna, heeft de heer Caan het boekje aan de Koningin aangeboden. Om meer dan één reden is dit do» cument van grote waarde. De tekst is niet gezet, doch geheel op steen gete» kend in fraai handschrift, afgewisseld met sierletters, krullen en tierlantijnen. Het is in een zeer beperkte oplaag ge» drukt, waarbij men zich uitsluitend van gouddruk heeft bediend. Alleen de drie afbeeldingen en het kaartje zijn met behulp van een gewone, zwar» te drukinkt vervaardigd. De bladzijden zijn niet genummerd en de inhoud be» staat dan ook eigenlijk niet uit een lo» gisch opgebouwde beschrijving van de geschiedenis van het domein. Men vindt er o.a. extracten uit de gehoor» teregisters van de gemeente Baarn en de doopregisters van de kerkelijke ge» meente Baarn en Eembrugge, vermei» dende de namen van de op het slot geboren prinsen; verder enige gedich» ten; een brief van den schrijver aan de Koningin; een latijns titelblad en en» kele korte historische mededelingen. Een titel heeft het boekje eigenlijk niet, tenzij men de eenvoudige ver» melding van de naam van het konink» lijk landgoed op de omslag als zoda» nig wil beschouwen. Het merkwaardi» ge werkje wordt doorgaans aangeduid als het gouden boekje van Soestdijk. Hoe groot de oplaag van het boekje is geweest, is niet met zekerheid be» kend. Men meent te weten, dat er niet meer dan 75 k 100 exemplaren van ge» drukt zijn. In elk geval waren er tien jaar geleden nog maar een half dozijn bekend. Door de vriendelijke bemid» deling van den heer C. Horsman te Baarn waren wij in de gelegenheid van het ontstaan van het gouden boekje medegedeeld. De heer Caan dan, zo blijkt ons daaruit, moet op 6 December 1841, de 49ste verjaardag van den Koning, aan Z. M. hebben aangeboden enige ge» lithografeerde bladen met betrekking tot het lustslot Soestdijk. Naar men weet was de Koning van 1841 dezelf» de als de kroonprins en legerbevelheb» ber van 1815. De Kroonprins (later Koning Willem II) en zijn Gemalin vertoefden dikwijls op het slot, waar enige kinderen uit dit huwelijk zijn geboren. Koningin Anna Paulowna dan had grote belangstelling aan de dag gelegd voor die gelithografeerde Daar sprong Anton Kabelaar, de koetsier van een stilstaand dokters» koetsje, van de bok en met een koe» ne sprong wierp hij zich om de hals van een der dieren en, hoewel hij een eindweegs werd meegesleurd, wist hij de ren toch te stuiten en op het laatste nippertje de Koninklijke Vrouwen te redden Voor de tweede maal zou doodsge» vaar onze Koningin bedreigen! 't Was in 1908. H. M. en Prins Hendrik reden uit voor een morgenrit, in een licht wagentje, met achterin twee lakeien. Rijdend in de Haagïe Oranjestraat in de richting Parkstraat, hoorde de Prins, die mende, blijkbaar niet, dat de elee» trische tram lijn 8, naderde. In volle vaart zwenkte hij de hoek Parkstraat om enonafwendbaar was de bot» sing. Het rijtuig dreigde te worden ge» kraakt tussen een trampaal en de tramwagenDe paarden steigerden, de Prins behield zijn kalmte, wist de dieren met een forse ruk opzij te dwingen, maar het was toch te laat. De wagenbestuurder, zekere Reder, re» ageerde gelukkig snel, remde uit alle macht, maar de twee achterste wielen van het rijtuigje braken en verder werd het lichte wagentje ernstig be» schadigd. Doch Gode zij dank, konden Konin» gin en Prins het wagentje ongedeerd verlatenl Ook de twee lakeien kregen gelukkig geen letsel. En men weet, hoe eind April 1909 de ietwat angstige spanning van eind»Augustus 1880 zich herhaalde. Maar weer ging alles uit» stekend en was het land vol van vreugde om de nieuwe loot aan de al» oude Oranjestam. En het zou opnieuw het einde van een maand worden 31 Januari 19381 toen Nederland nog» maals het moment beleefde, dat Oranje voor Neerlands Troon behouden zou blijven tot in de lengte van dagen. "Jongste Zoon Van Willem JK Angst om behoud van Oranje! Ja, die is er ze» ker eens geweest in ons landWie had, toen 't gezin van onzen laatsten Oranjekoning drie zonen telde Kroonprins Wil» lem en zijn twee broers Maurits en Alexander kunnen denken, dat er spoedig een tijd zou ko« men, waarin het zo be» nauwend»stil zou worden in het oude paleis aan 't Haagse Noordeinde, om» dat de Koningin was ge# storven en met haar de twee oudste zonen Maurits op jeugdige leef» tijd en de Kroonprins in de volle fleur zijns le» vens. Alleen Alexan» der was overgebleven, doch men wist al, dat diens zwakke gezond» heid een spoedig einde zou brengen. Heel oude Hagenaars weten nog wel van die droeve tijd„Ik wan» delde in die dagen" vertelde ons een hoogbe» jaarde Hofstedeling met interessante oude herin» neringen „meermalen met mijn vader door het Noordeinde. En dan passeerden wij het witte paleis. Vader was een ras» en wasechte Oran» jeklantHij keek altijd met eerbied naar de grote stille ramen van het zwijgende paleis, maar toen, in die da» gen van angst om behoud van Oranje, stond zijn gelaat altijd heel ernstig op dat moment. Op een keer, toen wij na de wandeling thuis kwamen, klom ik op vader's knie, vragend, of daar, in dat grote, witte huis, de Koning woon» de. En toen vertelde vader mij van vroeger, toen het een en al leven en vertier was aan het HofHij wist zich nog heel goed Willem II te herin» neren, die te paard aan 't hoofd ener schitterende Hofstoet reed, met zijn zonen, als hij de Staten»Generaal ging openen. Zelfs reikte zijn herinnering terug naar de dagen van Koning Wil» lem I, „Vader Willem", die per koets met witgepruikte pages en eveneens omstuwd door een majesteitelijke op» tocht naar het Binnenhof trok. Vader's oog schitterde van extase als hij dacht aan die glorieuze tijd. aan de schitte» rende feesten op 's Konings verjaar» dag en die des Kroonprinsen of der Koningin. Maar het was nu stil en eenzaa» geworden aan het Hof. De treurig* mare van de dood van Kroonprins Willem had de grote vrees doen ont» kiemen, dat de Kroon van Nederland zou toevallen aan een vreemden Duit» sen vorst, afstammeling van Caroline van Nassau, dochter van stadhouder Willem V. De Grondwet maakte zulks mogelijk en niemand durfde die bepa» lingen schrappen, uit vrees voor de toorn van den toen reeds machtigen Duitsen Keizer Prins Frederik, 's Konings broeder, was wel wederom gehuwd, doch niet lang daarna stierf ook hij, kinderloos. Een heerlijke tijding. Er was toen wezenlijk angst, grote angst om het behoud van Oranje. Maar op een dag ik vergeet het nooit stormde Vader de huiska» mer binnen... Zijn gezicht straalde van vreugde. Hij kon eerst niet op adem komen van opwinding... „We we krijgen weer een Koningin 1" riep hij uit, „de Koning gaat her» trouwent O! Nu kan alles misschien toch nog weer in orde komen... als God wil!" En ja, Vader had goed gehoord. De vreugde in het land was onbeschrijfe» lijk! We schreven 1879. Later, veel Ia» ter, heeft de onvergetelijke Arnold Spoel zijn „Van een Koningsvrouwe" PRINS WILLEM, OUDSTE ZOON VAN WILLEM III.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 6