c Bezoek voor hef nieuwe Prinsesje Veertig jaar geleden verging de „Berlin" 3 r Verliefd op GRETA GARBO CHANTAGE Van de 150 opvarenden 15 gered ONZE PUZZLEHOEK Uit de Natuur Poëzie van Henriëtte Roland Holst Voor de Jeugd "a >r< V-J Spoedig zal het weer LENTE zijn Een eenvoudig receptje voor zelf te maken hoestsiroop De eerste tekenen De enige factor &Op 21 Februari 1907 ls het veertig jaar geleden, dat de binnenkomen de Harwichboot om 6 uur in de ochtend op hei! Noorderhoofd van de pier bü Hoek van Holland strandde. Er werden dadelijk reddingsboten uitgezet, maar een zeer zware storm, sneeuwjachten en huizenhoge golven maakten het onmogelijk 't schip te bereiken. Het lag in de kokende branding, zodat de golven voortdurend over het dek sloegen en het werd telkens met grote kracht tegen de dam geslagen. De opvarenden, die de reddingboten zagen, bleven in den beginne kalm, maar plotseling brak het schip in tweeën en het voorste deel verdween met allen, die zich daarop bevonden in de golven. Van deze ougelukklgen kon er slechts één een Engelse scheeps kapitein gered worden, doordat hij zich aan een stuk wrakhout had vastgeklampt en zo door een reddingboot kon worden opgenomen. Alle andere verdronken en op de kust spoelden de gehele dag ver minkte lijken aan. Mensen in doodsnood. Men trachtte telkens weer tever geefs het achterschip te naderen vanwaar men het angstige gillen van de ongelukkigen hoorde, die bjj twee en drie tegelijk door de golven van boord werden geslagen. Voor de be manningen van de reddingboten was er niets verschrkkelijker dan te we ten hoe er op enige tientallen meters afstand mensen in doodsnood waren, die zü niet konden bereiken. In de nacht van 21 op 22 Februari werd de storm nog heviger. In een vreselijke sneeuwjacht trachtte de reddingboot „Hellevoetsluis" meer malen tevergeefs het wrak t# nade ren. Men hoorde de mensen niet meer gillen en kreeg bij het aanroepen slechts levenstekens van twee man nen. Reeds had men in Hoek van Holland een Chapelle Ardente opge richt waarin 37 lijken waren gebor gen, die door van alle zijden toege stroomde familieleden herkend moes ten worden. Prins Hendrik neemt aan de redding deel. Prins Hendrik, die zich ogenblik kelijk naar Hoek van Holland had begeven, maakte met de boot „Jan i Spanjaard" verscheidene tochten naar het wrak en bevond zich op 24 Febr aan boord van de „Hellevoesluis" die met vier andere boten uitvoer. „Dapper" zo rapporteerde latei de schipper „bleef de Prins, on danks de sneeuwvlagen op de brug staan en weigerde naar beneden te gaan totdat men daar hulp nodig had hij het warmwrijven der schipbreuke lingen". Hjj bezielde allen met nieuwe moed. drukte bjj zjjn terugkomst de acht matrozen van het loodswezen, die de redding hadden verricht, spontaan de hand en dankte den kapitein voor de onvergetelijke tochten. „Nooit" zegt deze „is een prins zo toege juicht als Prins Hendrik, toen hij zich door de menigte naar zijn auto begaf. Nieuwe reddingspogingen. Een van de grotere schepen ging evenwijdig van de,dam liggen, zodat tussen schip en pier een stuk kalm water bevond waarin een kleine boot kon manoeuvreren. Later slaagden enkele mannen van de „Hellevoetsluis" er in op de dam te springen en een lijnverbinding tot stand te brengen. Langs deze lijn, boven een kokende zee, moes ten de volkomen uitgeputte schip breukelingen gered worden en het gelukte acht mannen en drie vrou wen op deze wijze van boord te krtjgen. Ze hadden meer dan 36 uren de dood voor ogen gehad en drie vrouwen, die nog op het wrak zaten, durfden de toer boven de vreselijke branding niet aan. De positie van het wrak werd steeds hachelijker en de mannen op de dam liepen zoveel gevaar, dat zij de reddingspogingen moesten staken. De geredden, die in het tot hospitaal ingerichte hotel „Amerika" verpleegd werden, vertelden, dat de golven tel kens enige groepen mensen tegelijk hadden weggeslagen. De bekende duiker Martien Sper ling slaagde er later in het wrak op nieuw met een lijn te bereiken. Hij bond de vrouwen een touw om het middel en lie ze zo langs een slap gespannen lijn naar de vuurtoren glijden. Later bleek, dat er van de 150 op varenden niet meer dan 15 gered werden. Jarenlang is er over deze ramp gesproken. Zij is een der ernstigste, welke aan onze kust heeft' plaats ge vonden, een 'treffend voorbeeld van de moed en de onverschrokkenheid, die altijd de kenmerken van de wak kere mannen onzer reddingboten zijn geweest. Puzzle 21. Welke plaatsen zijn be doeld? De 10 bedoelde plaatsen waren: 1. Zwammerdam. 2. Buitenpost. 3. Eeetsterzwaag. 4. Middelharnis. 5. Breukelen. 6, Terneuzen. 7. Julia- nadorp. 8. Sassenheim, 9. Warmsnhui- zen. 10. Haaksbergen. Deze opgave was niet zo gemakkelijk, maar zij bleek voor onze vele gerouti neerde oplossers niet te grote bezwa ren op te leveren. Het aantal Ingezonden oplossingen was zeer groot. Na loting onder de goede viel de wekelijkse prijs van oplossers f 5 dit maal ten deel aan den Heer O. G. van Veen, Jan v. Scorelkade 19, Alkmaar. Deze prijs, zal worden toegezonden. En hier volgt onze nieuwe opgave met weer dezelfde wekelijkse prijs. PUZZLE 22. Kunt gij het bedoelde getal vinden? Het volgende getal is deeibaar door 4 7 6 3. 1 6 3 3 B 5 3 7 B C 9 6 8. Dit getal bestaat uit dertien cijfers, maar twee cijfers ontbreken. Zij zijn aangegeven door de letters P en C. Welke cijfers (die verse!.-.end zijn) moet men voor B en C in de plaats stellen opdat de deling precies opgaat en wat is de uitkomst? Oplossingen tot >en met Woensdag 23 Februari (uiterlijk) aan de redactie yan Uw courant (briefkaart). LIEFDE ROND 1900. Het was rond 1900. De dochter des huizes had den aanvalligen leeltijd van 21 lentes, de oudste zoon had een vriend, die lederen Aondag trouw een kopje koffie met de familie kwam drinken. Hij was van goeden huize, be schaafd en ontwikkeld en viel zeer in den smaak bij vader en moeder. Bij zijn binnenkomen bloosde de dochter lieftallig. De geschiedenis is oud en altijd nieuw; zij beloofden elkander eeuwig trouw en leefden lang en gelukkig. Zooals vroeger is ook nu het kopje koffie op het Zondagsche bezoekuur van onze meest in tieme vrienden de groote tracta- tie. Moeder •doet dan haar best een echte gezellige sfeer te schep- pen. Zij betrekt haar koffie van lm '('e.zaa't a'3 ^aar moeder in 1900, zij gaat naar De Gruyter, de ko"ie- en theezaak. Zooals vroeger! (Ingez. mededeling.) De handschoentjes, die U hierboven ziet afgebeeld, kunt U zelf heel ge makkelijk maken, maar waarschijnlijk zal dat niet nodig blijken te zijn, want uw grootmoeder zal zeker nog wel een dergelijk paar handschcenen in de kast i.ebben. Zij zijn zéér modern! ^ANNEER een kunstenaar het voor recht heeft een hoge leeftijd te be reiken. op zijn minst de zeventigste verjaardag voorbij gekomen is. wordt hij al heel spoedig door jongere genera ties. vooral door de allerjongsten, mis kend. Deze miskenning vindt haar oor zaak hierin, dat de innerlijke verdie ping en de geest 'ijke verstilling, welke een winst van het gerijpte zieleleven zijn, door de rumoerige en nog rustelo ze jeugd zo licht worden misverstaan als verstarring, verstijving van de harts bewogenheid en dat men veelal in de bovenwereldse inkeer van den kunste naar het merkteken van de dood meent te zien. Ik heb een bewonderaar van Verwey met medelijdende geringschat ting horen spreken over de voorlaatste bur.del van dezen dichter, terwijl deze bundel toch een door de verbeeldings kracht gedragen zielsbewcgenheid weer geeft welke boven zijn vroeger werk uitstijgt met machtige vlucht. Ik heb 't geringschattend „hij wordt oud!" gehoord uit de mond van lezers, die de myste- rieuse schoonheid uit Van Schcndel's laatste .werken niet konden bevatten. Zeker, hij werd oud, maar zijn werk werd er niet minder om. Een soortge lijke miskenning zal in hun laten tijd het deel zijn geweest van Vondel, van Goethe. Men vond in hun werk niet meer de toon die eertijds had bekoord en men had geen oor voor de nieuwe klank, die uit een inniger, een meer verstilde sfeer opklinken kwam. Zowel in de aanvang van zijn loop baan, a!s zijn werk nieuw en voor velen verrassend is, als tegen het einde, wan neer hij zielsdiepten doorgrondt welke voor jongeren nog verborgen zijn, wordt de dichter miskend. Maar terwijl hij te gen deze miskenning in zijn jeugd fe strij den tracht en het onwillig verzet van het misverste-H poogt te breken, glim lacht hij in 7' :rijsheid slechts om het ontoereikende .n hef. wanbegrip. Hij iaat bet voor wat het is. Hij staat te dicht bij het grensgebied der eeuwig heid om zich nog te bekommeren om de waan van de tijd. Aan de jongste bundel van Henriëtte .Roland Holst is tot, dusver niet de aan dacht gesch.nken die het werk verdient. Het is bij lezing van deze gedichten niet de vraag of de strofenbouw regelmatig, of de klank welluidend, of de beeld spraak treffend is. Men ondergaat van deze stem niet zozeer de bekoring als wel de stuwende kracht. Men voelt ln MU zyn ze er toch alle- maal: Roodkapje, Sneeuw witje, Hans en Grietje de Gelaarste Kat, Asse poester, de zeven dwer gen en nog veel, veel meer. Zelfs de heks ontbreekt niet. Zuster Anne heeft hes grootste woord. „Ik heb hem lekker zien ko men", juicht ze. „De ooievaar die het kleine kindje heeft gebracht." Dat is nu alweer vier nachten geleden! En deze nacht is het feest voor de sprookjes- kinderen. Want ze gaan met hun allen naar het. witte paleis om het prinsesje te- be groeten. Het moet heel voorzichtig gebeuren; geen mens mag hen zien. Daar om hebben ze ook mam- gewacht tot de eerste drukte rondom het paleis voorbij was. De wolf, die de laatste jaren een lieve wachtwolf van den jager is, wilde ook graag mee Maar dat vertrouwde de grootmoeder van Food kapje niet erg. ,.Pas jij maar op het bos, terwijl we weg zijn" vond ze. Gelukkig schijnt de maan en kunnen ze goed de weg vinden. Zelfs Hans en Grietje blijven niet achter De hoks loopt in zichzeif te glunderen. Ze heeft de mooiste koek van haar huisje gehaald. Dat mag het kindje van naar heb ben. Ja, die heks! Sinds Grietje haar in de oven had gestopt en ze bijna verbrand was, is ze een vriendelijk vrouwtje geworden, dat geen kin deren meer eet. ÉINDELIJK komen ze b:j het paleis. Maar o, dat niemand daar aan gedacht heeft! Alle lichten zijn uit en ze kunnen niets zien. Geluk kig, dat de Gelaarsde Kat mee is. Want hij kan n donker kijken en hij zal wel eens gaan uitvinden, achter welk raam het prinsesje ligt te slepen Sneeuwwitje vraagt: zou het prinsesje er liever uitzien dan ik toen ik klein was? „Je bent een echte ijdeltuit, hoor", bromt een van de dwer gen. Dan zien ze de kat staan wenken. „Achter dit raam hoor ik een kindje hui len" zegt hij. Op hun tenen komen ze allemaal nader bij. „Dag prinsesje" fluis teren ze zacht. Laten wc -•en slaapliedje zingen vraagt Assepoester. „Slaap kindje slaap". Als het liedje uit is, leggen ze allemaal hun gaven in de vensterbank Koek van de heks, brood kruimeltjes van klein Duimpje, een prachtige sneeuwketting van Sneeuw witje, een hand vol ijs bloemen van Assepoester en Roodkapje legt zo maar haar mooie mutsje neer. „Grootmoeder maakt wel een nieuw, hè" vleit ze. De dwergen hebben niet anders dan een plukje wol van hun witte baard „Beter wat dan niets" vinden ze. Als ze nog eens -.Dag" tegen het kindje hebben geroepen, gaan ze in optocht terug naar het sprookjesbos. £)E volgende morgen heb ben de vogels elkaar groot nieuws te vertellen „Je kunt wel zien, dat er feest is ln het paleis' tjilpen ze. Als je ziet wat er in de vensterbank ligt Gretig pikken ze de broodkruimels en de koek op- Ze likken hun sna veltjes af. „Kijk, kijk pierewiet een wijsneuzige mus. „Er liggen al pluls- :es en een lapje wol ook Dat betekent zeker, dat net gauw lente wordt tk neem het mee. Als ik straks een nestje wil gaan bouwen heb ik vast voor raad Al meer vogeltjes komen zich te goed doen. Totdat er niets meer over ls dan de ijsbloemen van Asse poester. Zo zal het kleine prin sesje nooit te weten ko men, welk wonderlijk be zoek er voor haar is ge weest. Maar als Je Roodkapje ol de heks of een van de anderen nog eens tegen komt, vertel het ze dan niet. Ze zouden het zo jammer vinden van hun mooie gesehenk STEN. het ritme, het somtijds hortende, onre gelmatige. de bewogen stem van een krachtig figuur, van een bovenmatige persoonlijkheid, wier hartstocht en geestelijke drift de geijkte vormgeving niet acht en n-'et te achten van node heeft. Men hore hoe zij in „De vrouwen van Holland" de verzetsgeest verheer lijkt het gedicht is van Maart '42 van de Nederlandse vrouw: Ze voelen: 't is goed zoo te leven: ze weten: dit leven is méér dan dat der weleere sfeer waarin ze aan 't oppervlak bleven; vol raadsels die kwellen, branden, toch kostbare gave uit Gods handen. Dat staat in den glans hunner oogen, de beradenheid van hun mond. het recht-oppe gaan. onbewogen met den blik die de diepte verslond: „Wij volharden: geweld nog logen krijgen ons op den grond." Prachtig als een oprecht gebed is in deze verzetspoëzie ook het op Kerst avond '42 geschreven gedicht: „De vrou wen van Holland klagen aan!" Of de weergave van de angstobsessie ener moeder in het gedicht „Kinderverlam ming". De verzen van deze bundel tijd gedichten die „uit de Diepte" heet, zijn inderdaad ontweid aan een diepte van zielsleven die slechts ouderen rijk kun nen zijn. MAURITS UYLDERT. H. Roland Holst: „Uit de Diepte"; De Gulden Pers, Haarlem. Een zonderlinge Amerikaan, heeft bij testament bepaald, dat zijn ver mogen ruim een halve ton ter beschikking zal komen van Greta Garbo. Hij verklaarde in dit testament, reeds in 1936 opge maakt, jarenlang op Greta ver liefd te zijn geweest. De fiscus acht dit echter een geval van „geestelijke onmacht" en eist het vermogen voor de staat op. Kook een kwart liter water en los er een eet lepel suiker of stroop in op. Voeg daarna hieraan toe 30 gram Vervus (dubbel gecon centreerd!, roer alles goed dooreen en Uw hoestsiroop ls gereed. Vervus is verkrijgbaar bij alle apothekers en dro gisten. (Ingezonden mededeling). WEKENLANG reeds blaast de koude adem van koning Winter, die zijn troon daar ergens moet hebben op de oneindig witte toendra's in Noord-Sibe- rië over Europa. Landen, steden, dor ren en vlakten, alles ligt verstard en verstijfd in de grijze koude. Sneeuw bedekt daken en wegen, sneeuw heeft zich genesteld in de takkenoksels van de bomen. Sneeuw heeft de bouwalckers en v/eiden toegedekt. De rivieren liggen geketend tussen en in de zeegaten drijven uitgebreide ijsvelden op de ebstroom naar volle zee Torenhoog stapelen zich reusach tige ijsschotser! op aan de voet van de dijk en vormen zo fantastische nooit geziene Ijspaleizen, hier en daar be dekt met sneeuw, waarop de zon tegen het middaguur de prachtigste kleuren weet te toveren. Mens en dier zoeken zoveel mogelijk beschutting tegen de koude. Wie er niet beslist uit moet, blijft thuis. Zó viert de winter hoogtij, de winter d.e zijn bekoorlijkheid en schoonheid zeker bezit, maar die in deze dagen van moeite en tekorten zo weinig wel kom is JS het eigenlijk geen grapje nu met de voeten bij de kachel reeds te gaan praten over de lente, over het schone gerij van merelzang en bottende boom- knoppen, zoete seringengeuren en de jokkende kleurenweelde der bloeiende bollenvelden achter blonde duinen Niemand immers denkt daar nu aan of het zou zijn in onweerstaanbare vi sioenen.... En toch, ge kunt het geloven of niet, spoedig zal het weer lente zijn. Ik zie het, ondanks deze laatste woor den blijft ge mij ongelovig en met een vraag op de lippen aanzien. Ge denkt er nog niet aan om uw winterjas op te bergen of uw venster open te zetten.... Maar als ge dat zegt, geloof ik, dat wij elkaar ook niet geheel en al begrij pen. Voor de natuurliefhebber, voor den- gene die er zijn lust in vindt te zwer ven door de bossen, te speuren in de duinen of te luisteren naar de roep van trekvogels in het avonduur, is het im mers al veel vroeger voorjaar geworden. Zijn sport is het in deze dagen al er op uit te trekken om de eerste tekenen van de naderende lente te ontdekken. TA, die zijn er zeker en die worden talrijker en 'duidelijker merkbaar al naar mate de zon hoger boven onze ho rizon stijgt en haar stralen aan kracht en warmte beginnen te win.nen. Denkt u eens in, dat al die sneeuw en dat ijs in een enkel moment zou ver dwenen zijn, alles zou er dan al h eel andes uitzien. Onder de elzen bij de boerderij zou den de sneeuwklokjes opschieten en binnen weinige dagen zouden honder den tere witte klokjes, het wondere lentefeest inluiden. Nu toegedfkt door de sneeuw zijn het nog tere puntjes maar zij wachten ongeduldig op hun kans. Boven de sneeuwklokjes, in de elzen zelf hangen aan alle twijgen de langgerekte bruine katjes, die straks bij wat meer warmte nog langer wor den openspringen en dan als blinkende gouden slingers in het geboomte hangen als. hadden onzichtbare handen ze daar in de takken gevlochten teneinde alles zc mooi mogelijk te maken voor het moment waarop de lentegodin haar in tocht in deze landen houdt't Is voo- ons een soort traditie geworden om elk jaar weer nu reeds een enkel takje met elsenkatjes mee naar huis te r.emen. In een pul met water komen ze spoedig in bloei en vormen een leuke kamerversiering. Een plant, die in de winter zelfs nog bloeit en er in hef voorjaar dus ook gauw bij is, is het kruiskruld. Direct van de partij is ook het klein hoefblad en om niet te vergeten, het speenkruid, dat met haar gele sterre tjes vooral in bosachtige streken een frisse jolige indruk maakt. En zie eens op een heldere dag hoe de dikke knoppen van de kastanje afsteken te gen het blauw van de lucht. Dat houdt nok al toekomstmuziek in. In de vogelwereld komt in deze da gen eveneens meer beweging. Bekijk de kapmeeuwtjes, die over de daken zweven en met felle oogjes scherp speuren naar voedsel, eens nauwkeu riger. Achter de ogen zijn al de eerste veertjes te zien van de prachtige cho coladebruine kopvlekken, net een paar koptelefoons, die mede zullen behoren tot de lentetooi van deze meest be kende meeuw. De spreeuwenpakjes, die in het najaar reeds vernieuwd werden maar onder een soort was- laagje verborgen bleven, krijgen nu langzamerhand hun fraaie glanzen. Je moet zo'n troepje spreeuwen strakc in c!e bomen horen fluiten en tierelieren. Bij zulk commurr'ty singing kun je gewoonweg je mond niet houden en ga je van louter plezier meefluiten. De mussen blijven niet achter en ae vechtpartijen, die de mannen in de tuintjes op de kale bloembedden en in de struiken leveren om een yrouwtje te veroveren, zullen ons dra weer doen glimlachen. De blauwe rei gers zoeken hun grote nesten in do to'.uniebomen weer op, eksters gaan a' paartjes vormen en de wilde eend keert tegen het eind van de maand naar zijn broedgebied terug. ^/ERKELIJK, slechts de aanhoudende koude is de enige factor, die al deze voorjaarssymptomen nog wat be lemmert, maar valt de dooi eenmaal in dan zal alles toch heel heel spoe dig anders zijn. Dan zul Je boven de akkers niet al leen het rauwe krassen van de kraai en vernemen, maar ook het jubellied van een stijgende leeuwerik. Dan zal de boer met de ogen de hemel afzoe ken of hij niet de eerste koppeltjes kieften kan ontwaren. Dan zullen ook gauw dartele schapenkindertjes ach ter hun grote moeder aan de weide in huppelen. En.... dart zal spoedig heel de lucht weer vol zijn met tientallen vogelgeluiden om ons reeds in het vroege morgenuur op een luchtig veelstemmig lenteconcert te verrassen. Het voorjaar met al haar lieflijkheid en schoonheid is dan weer in de lage landen teruggekeerd. Heus, spoedig zal het weer zo zijn. Laten wij intus sen eens kijken, wie van ons ditmaal voor de eerste keer het geluk zal hebben het schone merellied te mogeni beluisteren. W. KOK. Wij luisteren morgen naar Zondag 23 Februari 1947. Hilversum I (301 M.) geeft nieuws om 8, 9.30, 1, 7.30 en 10 uur. NCRV: 8.15 Van man tot man. 8.30 Morgen wijding. KRO: 10.00 Hoogmis. 11.30 Trio. 12.03 André de Raaff en Jac ques Schutte. 12.15 „In 't Boeck- huys". 12.30 Lunchconcert. 13.30 Apologie, 13.45 Aria's van Handel. 14.00 Operaprogr. 14.45 „Kampvuren langs de evenaar". 15.15 „Ik val aan, volg mij". 16.00 „De liturgie van de vastentijd". 16.15 Ziekenlof. IKOR: 17.00 kerkdienst. 18.30 Progr. Ned. Strijdkrachten. NCRV: 19.00 Orgel spel. 19.15 „Kent gij uw bijbel". KRO: 19.45 Weersoverzicht. 19.48 Sport- reportages. 20.03 De gewone mail 20.15 Volksliederenprogr. 21.00 The Masquerades. 21.15 „The man who was Thursday", luisterspel. 22.20 Avondgebed. 23.00 Klaas van Beeclc. 23.30 „Eine kleine Nachtmusik". Hilversum H (415 M) geeft nieuws om 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA: 8.30 Voor de tuin. 8.45 Zondagmorgen melodieën. 9.15 Postzegelpraatje. 9.30 Men vraagt10.00 Geestelijk le ven. 11.00 In de tuin der poëzie. 11.15 Triangel. AVRO: 12.00 „Aan het ge tralied venster". 12.30 „De Zondag club". 12.40 „Het Amsterdams Tram koor". 13.15 Metropole-orkest. 14.05 Boekenhalfuur. 14.30 Radio Philh. Orkest. 15.45 Filmpraatje. 16.00 Pierre Palla. 16.30 „Wat vrouwen op het hart hebben". 16.40 Sportflit sen. VARA: 17.00 G.G.-cabaret. 17.30 Oome Keesje. 18.15 Sport. VPRO: 18.30 Ned. kolonie te Parijs. IKOR: 19.00 Kerkdienst. AVRO: 20.15 Walztime. 20.45 Hersengymnastiek. 21.55 Dombey Zoon. 22.30 Quar- tetto di Roma. 23.15 „Nocturne Francaise". 23.30 „The Skymasters". Maandag 24 Febr. 1947. Hilversum I (301 M.) geeft nieuws om 7, 8, 1, 7, 8 en 10 uur. NCRV: Een woord voor de dag. 8.15 Gewij de muziek. 9.15 Ziekenbezoek. 10.30 Morgendienst. 11.15 „Van oude en nieuwe schrijvers". 11.35' Caruso zingt. 13.15 Cinderella-ensemble. 14.20 Metropole-orkest. 15.00 „Cavallerïa Rusticana". 16.00 Bijbellezing. 17.25 „Hoor je het verschil?" 18.15 Sport- praatje. 19.15 NCRV-leeslamp. 20.08 Blindenzangkoor. 21.00' Orgelconcert. 22.30 The Kentucky minstrels. 23.00 B.B.C.-symphonie-orkest. Hilversum H (415 M) geeft nieuws om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA: 9.00 Opgewekte morgenklanken. 10.20 De Regenboog. 11.30 „Razzia". 12.01 Orgelspel Johan Jong. 12.35 Oj>e- retteklanken. 13.20 Staf muziekcorps. 14.30 Voor de' vrouw. 14.45 „Tosca" in verkorte uitvoering. 15.35 „Voor de kleuters". 16.30 Voor de jeugd. 18.45 Ambtenarenvakbeweging. 19.00 Meisjeskoor „De Krekels". 20.15 ,De zilveren zeven". 20.50 „Februari 1941". 22.00 „The Ramblers". 22.30 Johan Jong. 22.45 Geestelijk leven. 23.15 Xaver Cugat en zijn orkest, af gewisseld door Louis Davids. door J. S. FLETCHER (102 „De voorwaarden van het testament moeten •ervuld worden," zei Eldrlck. „Moeder", smeekte Nesta. „Praat zoo niet. l om met mij mee." Maar zij antwoordde niet. 5 ij sidderde en sloeg plotseling als een gevel de boom tegen den grond. j Het was eenige maanden later. Mevrouw l.allathorpe was den slag niet te boven geko men. Onmiddelijke opname in een krankzin nigengesticht was noodzakelijk gebleken. Nes ta had de vreeselijke emot!-3 een'ge ate overwonnen en 'wp-> 'elce met Co'l'r- oi., die haar geregeld was bljjvea bezoeken, door de tuinen en bosschen van Normandalevoor het laatstNooit had Normandale er zoo prachtig uitgezien als dien zonovergoten mid dag, in een stilte, die geen van beiden wilde verstoren. Dan keerde Collingwood zich in eens tot het meisje, dat al deze heerlijkheid onlangs verloren had. „Weet je zeker, dat je dit allemaal niet zult missen," vroeg hjj. „Kijk eens rond." „Liever zou lk dit missen, dan nog eens doormaken waf ik de laatste maanden door gemaakt heb," antwoordde zj) openhartig. „Weet je wat ik wel wou?" „Neen", zei hij. „Indien het mogelijk is, dit allemaal verge ten. O, kon ik maar ongedaan maken, wat „Ik denk helemaal niet hardvochtig over haar," zeide hij. „Het spijt mij voor haar. Enis het nu al te vroeg om over de toe komst te praten?" Nesta keek hem maar half-begrijpend aan. Toch was er genoeg in haar oogen, dat het hem wagen deed haar hand te nemen. „Weet je waarom ik niet naar Indië ging," vroeg hij en boog zich naar haar toe. „Ikraadde het," antwoordde zij schuch ter. Dan voelde Collingwood, dat nu het groote oogenblik gekomen was en plotseling was zijn tong verlamd. Zij stonden zwijgend onder de zondoorzeefde beukenboomen, die hen aan het oog der wereld onttrokken en hielden eikaars mtjn arme moeder misdeed. Denk niet te hard handen vast. Het eenige wat Cöll'ns?-ood kon ove' haar Te w-"t nic: half, !-> hap- har; -tbrer.- n was èèn woo: "n?" hing aan dit huis, aan dit alles, snikte ze. Nesta glimlachte door haar tranen heen. „Enwat?" fluisterde zjj. Plotseling lachte Collingwood ook en sloot den arm om haar heen. ,,'t Geeft niets", zei hij. „Ik heb dikwijls ge dacht wat lk allemaal zoggen zou en nu ben ik alles vergeten. Zal lk het allemaal Ineens zeggen?" „Zou dat niet het beste zijn", glimlachte zij. „Danwil je me trouwen?" vroeg hij. „Moet ik zoo ineens maar antwoorden?" „Een woord ls genoeg", zei hij en trok haar naar zich toe. „Oh," fluisterde zij en hief haar gelaat naar hem op. „Ik kan het niet allemaal in èèn woord zeggen „Maarwe hebben ons heele leven vóór ons." aiNMS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 3