MARCOS 3 hoogspanning „Moderne Tijden" Mijn tuintje oek tot Boek Generaal mei een romantisch verleden >r jong en oud ïoolwedstrijden nge reizen Hoog in de bergen ligt zijn hoofdkwartier Wij luisteren morgen naar Even kijken Een bom op wielen Huwelij ks-zwendelares f Kort verhaal v Van B Feuilleton C maanden Jongensoorlog 1 cteur, ik U onderstaand nemen in Uw dag- ging hebben velen omen van het vol- londerstraat 11, tot ir de kleuterschool, a tehuis voor een e. Het betreft hier irin minstens 2 go- en. iging geldt nu hot van grote woning- l aan normale bo- okken. ik de padvinderij ;huis, maar ik bo lders van deze ver- schone leuze „W(J vaandel geschro- ig blijk geven van let voorbeeld, hier hand, lijkt mij niet zijn voor de jeug- ïij, dat de bevoegdo ing hebben gege» van bewoning, en dit is zeker niet wrevel op bij do len, maar ook bij :bben willen mede- ng van de woning van hun huis voor n. dat de bevoegdo issing alsnog ong«- e opname, Wittop Koning. Partij van de Ar- Bestuurders Bond, de P. v. d. A. en itw. samengestelde /astgesteld het 1 te vieren: uur: Bijeenkomst iw, waar een korte rden gehouden. Na naar het kerkhof, kameraden zullen Feestelijke bijeen- Vlies, Koorstraat, dt verleend door: zang; mevr. Por- een groep van de ;roep van de Me- Spreker: J. de Kinder-Meifeest. :est zal worden ge- ig 10 Mei, 'smid- t Gulden Vlies. BU-Theater-V ariétê rden opgevoerd het De Tovenaar in 't inderen van 614 l kinderen te groot én opvoering, dan lgende worden ge- rig daarvan werd :veneens in 't Gul- verband met eigen zijn in de Partij rkverbanden opge- atse bestaat reeds Werkverband. Om een Humanistisch ïkt op 16 Mei a.s. „B.B.-gebouw. s P. M., zoon van snburg en G. A. A., d. v. Nicolaas Boerman. Petrus es P. van Hove en icolaas, z. v. Nico- 1. de Boer. Jac- 'illem H. Jansen en irt. Zwaantje C, ng en L. Jensma. J. H. de Winter naar. Wilhelmus Blankendaal. je J. A. Doelman, n. J. P. van der van der Waal, oud J. van Randwijk. als Rijkslandbouw- Lienesch, nieuw be neraal van de Vis- we reeds vroeger ijkema is opgevolgd nheim in intieme gesproken, i bleek wel hoezeer gewaardeerd heeft. gespeelde sehool- i het volgende re- 3ymn. 2—0; Kweek- >h 1—3; ULO Alkm. 0; Amb.sch.ULO ULO HeilooOS is: RHBS—Gymna- ouw Ligthart, Wes- op 2 Mei hun 65- ■X. hoopt het echtpaar lier, de dag te her- vrouw 50 jaar ge" ijksbootje stapten. (Van een U.P.-corre3pondent) Marcos Vafiades, gewoonlijk kort weg generaal Marcos genoemd, is ln de ogen van zijn aanhangers de ongekroonde koning van de „vrije Griekse bergtroepen" en opper bevelhebber van het „Griekse de mocratische leger". De Griekse re gering echter beschouwt hem als een gewonen misdadiger, die zelfs niet als krijgsgevangene kan wor den behandeld als hij ooit gepakt wordt tijdens het huidige grote of fensief tegen de guerilla's. Wie is deze generaal Marcos? Hij heeft een avontuurlijk leven achter de rug. Geboren in 1906, maakte hij reeds als 16-jarige wees alle ontbe ringen en ellende door, waaraan de 2 millioen in Turkije wonende Grieken bloot stonden tijdens de mislukte Griekse Invasie van Anatolie in 1920. De jeugdige Vafiades raakte al zijn bezittingen kwijt, vluchtte naar Iatanboel, vervolgens naar Saloniki en ten slotte naar Cavalla in Mace donië. Hier hadden zich zeer vele vluchtelingen gevestigd en de com munistische invloed was er groot. Cavalla was de eerste stad in Grie kenland, die een communistischen burgemeester kreeg. Een merkwaardige figuur. Marcos werkte eerst op een tabaks fabriek, maar werd spoedig ingelijfd als soldaat in het Griekse leger. Eerst na zijn demobilisatie in 1927 begaf hij zich in de politiek. Hij sloot zich aan bij de communistische partij en organiseerde communistische cellen onder de tabaksarbeiders in Noord- Griekenland. Hij zette stakingen op touw en demonstraties, werd zeker eenmaal per jaar gearresteerd. Hij leerde tal van gevangenissen van binnen kennen en werd ten slotte in 1938 naar het eiland Gaudos gede porteerd. Zodoende kon hij niet deel nemen aan de strijd tegen de Ita liaanse en later Duitse indringers. Toen de Duitsers hun Griekse mario netten-regering vormden, ontsnapte Vafiades naar Macedonië, waar hij al spoedig een leidende figuur werd in de vorming van EAM-afdelingen. Communisten zeggen, dat Marcos een moedig strijder tegen de Duit sers is geweest, maar rechtse Grie ken beschuldigden hem van het te rechtstellen van talloze Griekse na tionalisten, zowel tjjdens de bezet ting als gedurende de EAM-opstand van December 1944. In die maand verdween Marcos van het toneel en het is niet bekend waar hij tot Mei 1946 is gebleven, toen hij weer opdook als organisator van tegen de regering strijdende gue rilla's in Noord-Griekenland. Mis schien heeft hij zich in de Griekse bergen schuilgehouden, misschien ook zocht hij een toevlucht in Joegoslavië. Ofschoon gewoonlijk gedoodverfd als de leider van alle guerilla's tus sen de Joegoslavische grens en de Pe loponnesus, schijnt Marcos' persoon lijke activiteit zich wel hoofdzakelijk te beperken tot Westelijk- en midden- Macedonië. Een kleine, bouwvallige berghut ergens hoog in de bergen dient als zijn hoofdkwartier. Marcos ziet er weinig soldatesk uit. Hij draagt een gewone Griekse legeruniform zonder onderscheidings tekenen, maar met een horlogeketting en een vulpenhouder. Hij draagt ge woonlijk een stok in zijn linkerhand en een pistool op zijn rechterheup. Geen ambitie voor dictator. Marcos is van middelbare grootte, ziet er donker uit met een grimmig opstaande knevel, maar is althans volgens het Britse Lagerhuislid George Thomas, die hem onlangs ontmoette een vriendelijk man, die graag een praatje maakt. Hij vertel de Thomas, dat hij niet de ambitie heeft een dictator of zelfs maar lei der van een regering te worden. Hij streed alleen voor de „Griekse vrij heid", zo zeide hij. Marcos is een te genstander van iedere buitenlandse, ook Russische inmenging in de Griek se zaken. HILVERSUM I (301 m.) geeft Nieuws om 7, 8, 1. 6, 8 en 11 uur. VARA: 7,15 Och tendgymnastiek. 8,18 Gramofoonplaten. 8,50 Voor de huisvrouw. VPRO: 10,00 Morgenwijding. VARA: 11,00 Populair non-stop-programma. 11,45 Familiebe richten. 12,30 The Ramblers. 1,15 Voor het platteland. 1,20 Metropole-or- kest. 2,15 Omroep-Kamerorkest. 3,00 Voor de jeugd. 4,15 Vragen staat vrij. 5,15 Jean Cyrano. 5,35 Malando en zijn orkest. 6,20 Lichte instrumentale soli. 7,30 VPRO: 8,00 Gemeenschap pelijk Nationaal Programma Hilversum I en II. 8,05 Concert Marinierskapel. 8 35 Ik zie ik zie, wat jij niet ziet. 8,00 „De schoonste feestdag". 9,20 De Kroon in het volk. 9,35 Philharmonisch concert. 10,35 Gramofoonmuziek. 11,15 Gramofoonmuziek. 11.57 Sluiting en Wilhelmus. HILVERSUM II. (415 m.) geeft Nieuws om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. —NCRV: 7,30 Kon. Militaire Kapel. 8,15 Gewijde mu ziek. 9,15 Ochtendbezoek bij jonge zie ken. 10,30 Morgendienst. 11,00 Vader landse liederen. 11,30 Vragen aan voor bijgangers. 12,00 Arnhemse Orkestver eniging. 12,30 Ned. Kamerkoor. 1,15 Mandoünata. 2,00 Carillon van de St. Jan. 3,00 Licht Symphonisch concert. - 4,15 Meisjeskoor „Lenteleven". 4,45 Voor jongens en meisjes. 5,30 Musette- klanken. 6,00 Orgelconcert. 6,45 Land en tuinbouw. 7,15 Nieuws uit Indië. Na 8 uur gezamenlijk programma, zie Hilversum X. Voor zomerse dagen is dit jasje van wit piqué een heerlijke dracht. Het wordt hier gedragen op een zwart rokje, maar voldoet ook uitstekend op een gebloemd of effen zomer jurkje. TOCH! ÖAX ZOEKEN TUSSEN AL bis TENTEN EN CAT POBU0< KOST U UREN.. IN DIE TUD SLAAN DIE BOEVEN HUN DAT KAH WEI Z'JH, MAAR. IK KAM £M I MAG SEEM /RISICO'S MEER NEMEN...MUN POSITIE STAAT •ADCi Naar officiëel bekend gemaakt is, is in het politiekamp van Sarone (Pa lestina) een postwagen in de lucht ge vlogen, waardoor een bureau en tele fooncentrale in de nabijheid werden verwoest. Deze explosie kostte vier Britse politieagenten het leven, terwijl zes anderen gewond werden. De post auto werd gistermorgen in Tel Aviv door zes gewapende lieden aangehou den en buitgemaakt. Terroristen moe ten de auto daarna naar het kamp hebben gereden ais een bom op wielen. Een 28-jarige Italiaanse zakenvrouw in Zürich bleek een huwelijks-zwende- lares te zijn. Zij had een hotelportier, onder afgifte van een schriftelijke hu welijksbelofte, er niet alleen toe bewo gen zijn eigen bezit in baar geld ad achttienduizend francs aan haar ter hand te stellen, doch bovendien bij kennissen nog een bedrag van vierdui zend francs te lenen en haar over te dragen. Achteraf bleek de vrouw ge trouwd te zijn. Het geld had zij teza men met een minnaar er door gebracht. Kijk es naar mijn zwarte handen. 'k Heb vandaag de tuin gewied Ik kan schoffelen en gieten, 'k Plant radijs en rode bieten.... Mooier tuintje zie je niet! Straks krijgt moeder mijn rabarber, M'n spinazie en m'n sla En ze mag het huis versieren Met de mooiste anjelieren, Tuinman, doe je het me na? STEN. door JORO.) Nadat ik hem geruime tijd gemist had op onze wekelijkse kegelavond, verheugde het mij hem weer te zien binnenstappen. Alleen leek hij mij erg verouderd, alsof zware zorgen hem drukten en hij had die peinzende blik in zijn ogen alsof een onprettige ge dachte hem niet wilde loslaten. Wij zetten ons aan een tafeltje. „Wat zal het zijn?" vroeg ik hem, „ook een bittertje of..?" „Nee, liever niet," zei hij, „ik heb de laatste tijd weer zo'n hinder van m'n maag, ik moest maar „Och, kerel," viel ik hem in de rede, „neem nou eens een goede raad van mij aan. Gooi al die muizenissen nu eens van je af en neem een borrel, je zult zien, dat je er van opkikkert." Ik bestelde twee catsjes en enige minuten werd er geen woord tussen ons gewisseld en zat hij met het hoofd gesteund op zijn hand door het ven ster naar de laatste stralen der onder gaande zon te turen, alsof daarin de oplossing lag voor zijn moeilijkheden. Eindelijk werd zijn stilzwijgen mij toch te machtig, zodat ik vroeg: „En Mijer, hoe gaan de zaken tegenwoor dig, ik zie je zo weinig meer." Alsof hij op deze vraag gewacht had, draaide hij zich om en zeide: „Och, dat gaat wel, zo langzamerhand komt er wat verbetering in onze branche, maar met mij zelf gaat het niet meer als vroeger, 'k Trek me alles veel te veel aan. Kleine huiselijke dingen, waar ik vroeger luchthartig en met een glimlach overheen stapte, houd ik nu dagen lang in m'n gedachte, nu bij voorbeeld dit weer. Je kent mijn dochter Mies, niet waar? Nou, goed, we hebben er maar één en we zijn altijd stapelgek op die meid geweest. Ze was ook, om zo te zeggen, het zonnetje in huis en ik heb haar dan ook altijd, mischien te veel, als „de ideale dochter" beschouwd, daarom is mijn teleurstelling nu ook zoveel groter. Een paar maanden geleden heeft zij zich verloofd met een net jongmens en ik kon niet anders dan hem met zijn goede keus gelukwensen, 'k was zelfs zo kinderachtig een beetje jaloers op den snuiter te zijn. Gisteravond echter, Mies was met haar verloofde naar een biscoop, hadden wij een paar buren uitgenodigd voor een bridgeavondje bij ons. Na afloop van het bridgen praat ten we nog wat na en het gesprek belandde op het onderwerp, de moder ne vrouw. Het ging er om of roken in het pu bliek voor een dame van standing met de goede zeden was overeen te brengen of niet. Nou, je begrijpt dat het nog al wat stof deed opwaaien en er werd lang en breed over gediscussieerd. Sommi gen vonden het zéér modern, anderen niet, waaronder ik mij schaarde.'k Hou er helemaal niet van een dame te zien roken. Misschien ben ik een beetje ouderwets, conservatief of hoe je het noemen wilt. Maar enfin, ik ging op het laatst zover, m'n dochter Mies als voorbeeld te stellen. Ik dacht dat zij niet tot die cocktail-slurpende, sigaret ten-rokende allerdaagse juffertjes be hoorde, en ging er prat op. Te ongeveer half elf, m'n gasten stonden juist op het punt om afscheid te nemen, kwamen Mies en haar ver loofde thuis. Een paar gasten moesten nog kennis maken met den jongen, zodat aller aan dacht zich zo 'n beetje op hem gericht had, waarbij wij bemerkten dat hij zijn zakdoek steeds tegen zijn mond gedrukt hield alsof hij iets trachtte te verbergen. Qpwillekeurig vroeg ik hem, wat er aan scheelde, maar het leek wel, of hij mij geen rechtstreeks antwoord wilde geven. Nou, je weet wel dat men mij ner gens meer razend mee kan maken, dan met gedraai en niet voor de waarheid uit durven komen, temeer daar hij zich verontschuldigde met te zeggen, dat hij in de bioscoop een ongelukje had gehad. Ik voelde, afgescheept te worden en dat maakte mij juist halsstarrig, zodat ik boos vroeg, mij nu eens kort en dui delijk te verklaren wat er aan.zijn mond mankeerde. Ook Mies bemerkte dat ik mij boos had gemaakt en zei: „och zeg 't maar, vader houdt toch niet eerder op". „En laat me nou die kerel hardop, zodat al m'n gasten het verstaan moe ten hebben, zeggen: „Och, Mies wilde me in de bioscoop een zoen geven, maar vergat de sigaret uit haar mond te nemen...." door MAURITS UYLDERT Nog altijd behoort een groot deel der nieuwe uitgaven tot de oorlogs litteratuur, zijn de meeste thans ver schijnende studies en verhalen geïn spireerd op de ramp, die ons land heeft getroffen en op de ervaringen en herinneringen der auteurs. Indien ooit dan is onze litteratuur thans ge bonden aan de tijd en dus aan het tij delijke en het karakter der meeste boeken gaat dan ook niet boven dit tijdelijke uit. Het artistiek gehalte de zer werken is daarmede veelal in overeenstemming. Het zou ongetwijfeld anders kunnen zijn. Kunstwerken zijn ten allen tijde beïnvloed door de tijd waarin zij zijn ontstaan, maar de kunstenaar ver leent er, door de kracht van geest en hart, algemeen menselijke en dus on tijdelijke betekenis aan. Daarvoor is hij kunstenaar en verheft hij zich tot het niveau van de Kunst, die eeuwig is. Wij behoeven slechts namen te noemen als die van Beaumarchais, Molière, Goethe, Swift, Shakespeare, Dante, enz. Hij is echter ook mens, tijdgenoot in het maatschappelijk bestel en, als zijn kunstenaarsschap niet sterk is, drukken zijn herinneringen aan het geen hij waargenomen en persoonlijk ervaren heeft zijn kunstenaarsaan drift terug. Hij bepaalt zich dan tot 't neerschrijven van reminicenties. Zij zijn soms niet van belang ontbloot en de lezer vindt er zijn eigen herinne ringen en zijn eigen gewaarwordingen in terug. Hetgeen zulke geschriften tijdelijk aantrekkelijk maakt. Of een latere generatie ze waarderen zal? Dat blijft afhankelijk van die pere waarden. De roman van Marijke Vetter, die bjj H. P. Leopolds U. M. te 's-Gra- venhage verschenen is en die ,,'t Was op een dag in Mei" getiteld is, houdt met de oorlog verband, doch dit ver band is vrij los. De dag in Mei, waarvan de titel spreekt, Is de zonnige voorjaarsdag, waarop de oorlog uitbrak, die over ons land rampspoed en rouw heeft gebracht. Marijke Vetter vertelt daarvan, maar het eerste en om vangrijkste deel van haar boek is gewijd aan het liefde-leed van haar heldin, een Hollandse vrouw, ge trouwd met een Belg, die haar, door overmatige, doch ongegronde ijver zucht gedreven, verstoot. Zij gaat dan naar Parijs, waar zij vele ontberingen Een vindingrijk Inwoner uit den Haag construeerde een rijdend toilet ten gerieve van bezoeksters en bezoekers van inrichtingen, welke niet of onvoldoende van deze noodzakelijke instellingen zijn voor zien, zoals bv. lunaparken e.d. door Tjcerd Adcma 51 De directeur, die waarschijnlijk een zondvloed van uitleggingen en ver ontschuldigingen verwacht had, keek enigszins verrast. „Dat maakt de kwestie gemakkelij ker", zei hij, „want dan zult u ook kunnen begrijpen, dat wij aan deze zaak niet veel woorden behoeven te verspillen. De heer Sanders heeft u, door bijzondere omstandigheden, de sleutels van 't kantoor en van de klei ne brandkast toevertrouwd en u heeft dit vertrouwen op brutale wijze be schaamd". „Dit wil zeggen", zei Hans, „dat mij ten laste kan worden gelegd, dat ik gisteravond terug gekomen ben om nog iets aan het werk te doen en dat u bij controlering van het geld in de brandkast tot de conclusie zult komen, dat er niets ontbreekt". „Dat laatste.... ehstaat nog met vast", zei de directeur. Er is van morgen juist controle en wij zullen zo delijk wel horen hoe een en ander er voorstaat. Evenwel, er islets anders jongeman, dat mijns inziens nog veel erger is. U heeft van de gelegenheid, dat u de sleutel van het kantoor was toevertrouwd, gebruik gemaakt door een vrouw binnen te laten met wie u naar de heer Protsinger heeft ge constateerd in intieme relatie staat. En als er iets is, dat in een bedrijf als dit volkomen ontoelaatbaar is, dan is dat misbruik van het vertrouwen, dat ons personeel zich behoorlijk zal gedragen. Waar hier mannen en vrou wen moeten samenwerken, is het vol komen onduldbaar, dat er in dit ge bouw handelingen geconstateerd wor den, die alle perken van fatsoen te buiten gaan. Wanneer u misbruik maakt van het in u gestelde vertrou wen door van ons kantoor een rendez vous, een ontmoetingsplaats voor uw eh bewonderaarsters te maken, kunnen wij tot onze spijt, uw diensten niet langer gebruiken. „Me neer Van Deventer" de directeur wendde zich tot zijn secretaris „wilt u zo vriendelijk zijn, den heer San ders te verzoeken even hier te ko men? „U zult, zei hij, zich weer tot Hans wendend, „kunnen constateren, dat wij ons volledig op de hoogte van de feiten stellen", Mr. Van Deventer verliet het ver trek en kwam even later terug met den heer Sanders, die door het ver loop der gebeurtenissen zeer van zijn stuk gebracht met bewogen stem uitvoerig vertelde, hoe hij door fami lieomstandigheden vroeger dan ge woonlijk was vertrokken en daarom den heer Van Linschoten, dien hij meende volkomen te kunnen vertrou wen, verzocht had, de taak van slui ting en controle van hem over te ne men. „Als ik ook maar enigszins had kunnen verwachtenzei hij. „Natuurlijk, natuurlijkknikte de directeur. „U treft in deze geen en kel verwijt. Ik dank u voor uw inlich tingen". „Was u overigens tevreden over het werk van den heer Van Linschoten?" vroeg de heer Van Neijenstein. „Volkomen, meneer" zei de heer Sanders. „Daar mankeerde niets aan". De heer Van Neyenstein bedankte voor de mededeling en de heer San ders maakte een kleine buiging en verdween naar zijn werkvertrek. „U ziet", zei de directeur, zich weer tot den beklaagde richtend, „dat de feiten onomstotelijk vaststaan en wij zijn benieuwd wat u daartegen heeft in te brengen". Hans van Linschoten stond op, „Het is", zei hij, „volkomen zoals de heer Sanders het u verteld heeft. Toen ik de sleutels overnam, ben ik geen ogenblik van plan geweest, die avond nog in het gebouw terug te komen, maar er waren later omstandighe den er wasehiets met iet werk, dat nog nagekeken en, zo mo gelijk, verbeterd kon worden en daar om kwam ik „En daarom nam u een vrouw mee" zei de directeur sarcastisch. „Wie was dieehdame?" „Het spijt mij", zei Hans, „maar ik heb beloofd, dat niet te zullen mede delen". „In dat geval", zei de directeur, „kunnen we dit onderhoud wel als ge ëindigd beschouwen. U zult begrijpen, „Eén moment", viel de heer Van dat. Neyenstein hem in de rede. Hij had blijkbaar met belangstelling de gang van zaken gevolgd. „Ik waardeer het in dezen jongen man", zei hij, „dat hij de naam van die dame niet wil noe men, maar ik wens hem er op attent te maken, dat hij in dat geval uitslui tend zichzelf dupeert. Er zouden om standigheden kunnen zijn, welke het verblijf van die dame misschien kun nen verklaren. Het kan", zo vervolg de hij, zich tot Hans wendend, „een van de dames van het kantoor zijn ge weest, met wie u zich beiden onge stoord waande misschien tot een in tiemer samenzijn gekomen is dan in uw bedoeling heeft gelegen. Was het wellicht een van de dames van uw kantoor, die u gezelschap heeft gehou den?" „Het spijt me, meneer", zei Hans, ..maar ik heb mijn woord gegeven en ik zal dus geen nadere bijzonderheden mededelen". te verduren heeft, om, als de oorlog ook Nederland bedreigt, naar haar vaderland terug te keren. Nauwelijks is zij over de grens, of zij wordt door de inval der Duitse horden verrast, en zij stelt zich onmiddellijk in dienst van het Roode Kruis. Onder de zwaar gewonden treft zij dan den altijd nog beminden echtgenoot aan. Het verhaal is onderhoudend, hoe wel geenszins met opmerkelijk talent, verteld, doch de compositie verlee- iets tweeslachtigs aan dit boek. F dit liefdes-avontuur en dit llefc verdriet wordt onbelangrijk tegen üe achtergrond van de levendig ge schetste oorlogsramp en deze oorlogs episode, welke nog geen vijfde deel van het geheel beslaat, is weer te schetsmatig behandeld en te zeer als detail in deze liefdeshistorie opgeno men dan dat zij diepe indruk maken kern. „Binnen!" riep de directeur, nadat een bescheiden klopje op de deur ge hoord was. De heer Sanders vertoonde zich op de drempel en deelde mede, dat de controle van de kleine brandkast zo juist was beëindigd en alles volkomen in orde was gebleken. „Wie is verantwoordelijk voor de daarin bewaarde gelden?" vroeg de heer Van Neyenstein. ,Dat is juffrouw Van Arkel", zei de heer Sanders en het was de eerste maal, dat Hans haar bij een andere dan haar voornaam hoorde noemen. „Ik zou die juffrouw wel eens wil len spreken", zei de heer Van Neyen stein en mr. Van Deventer kreeg op dracht juffrouw Giesela van Arkel te verzoeken bij den directeur te willen komen. Zij schreed majestueus het vertrek binnen, bleek, maar volkomen zeker van zichzelf. „U heeft mij ontboden, meneer?" vroeg zij, zich tot den directeur wen dend. Mr. Van Deventer zette een stoel voor haar gereed en aller ogen richt ten zich op de slanke, blonde verschij ning. „Wilt u misschien....?" vroeg dé directeur, zich tot den heer Van Neyenstein wendend. (wordt vervolgd) Albert Helman's „Teutonenspiegel" met de pretentieuse ondertitel „Een les in literatuur-geschiedenis", ver schenen te Amsterdam, bij de N.V. Amsterdamse Boek- en Courantmij., is een boek, ingegeven door haat. De auteur heeft er zich toe gezet om uit de Duitse letterkunde van de vroeg ste tijden tot heden citaten te verza melen waarin de Duitse mentaliteit, het karakter van het Duitse volk in het algemeen, gehekeld wordt. „Na tionale zelfcritiek" noemt hij het. Hij heeft stof te over kunnen vinden. Vooral aan Heine's critiek is veel plaats ingeruimd. De Duitse teksten zijn door den schrijver vertaald en die vertalingen, tenminste die der ge dichten, laten te wensen. Helman is klaarblijkelijk zozeer door de boven genoemde nationale zelfcritiek geob sedeerd, dat hij de literaire zelfcritiek veronachtzaamd heeft. Hij heeft een vrij steriele arbeid verricht de haat is nu eenmaal steriel en boven dien een overbodige. Dat de literair ontwikkelde Duitser zijn eigen volks aard zelden of nooit geestdriftig heeft aanvaard is bekend genoeg en be hoefde waarlijk geen bewijs. Tenmin ste hier in Holland niet. De „Bayard Reeks" wordt uitgege ven door F. G. Kroonder te Bussum en staat onder redactie van A. Mar ja en H. Drijver Jr., een dier reeksen van keurboekjes, typografisch uitne mend verzorgd en gedrukt op fraai papier, bestemd voor bibliophielen, maar ook bereikbaar voor den lezer, die niet slechts van de uiterlijke, doch ook van de innerlijke eigen schappen zijner boeken gemeten wil. Men iSag bij zulke uitgaven de eis stellen, of tenminste, want te eisen valt er eigenlijk niet, de verwachting koesteren, dat deze uiterlijke en in nerlijke eigenschappen tot elkaar in een goede verhouding staan en dat 't boek, waarvan de typografische ver zorging op hoog niveau staat, ook in literair opzicht blijk geeft van hoog niveau. Want men schaft zich geen boeken aan terwille van de druk al leen. Het boek is, als zodanig, een te edel product om als proeve van druk kunst dienst te doen. Het boekje van Rein Bljjstra, „Voor het Vaderland", een novelle uit de oorlogstijd, dat als nr. 16 in genoem de reeks verscheen, stelt den lezer echter te leur. De auteur heeft een dramatisch oorlogs-incident uit zijn herinneringen opgehaald, een gebeur tenis zoals er veie zijn geweest. Maar hij behandelt het niet op de manier, die zulk een herinnering ver dient; toon en stijl staan niet in ver houding tot de betekenis van dit toch zeer treffend geval. En daardoor treft het den lezer niet. De woord keus, de stijl, missen het persoonlijke; de gevoels-ontleding, de diepte, nood zakelijk om een onderwerp als dit tot iets bijzonders te maken. En de taal laat alles te wensen. Een der per- sonnages zegt bijv.: „Waarom is de gene, die onze wederzijdse vriend zou zijn, niet met u meegekomen?" En de ander antwoordt: „Ik zal u bewijzen, dat ik degene ben, waarvoor ik mij uitgeef." En zo is er meer. Jammer. In New York is een jeugdoorlog uitgebroken. Twee groepen veel belovende jongelingen allen om en nabij de 17 betwisten elkaar de heerschappij in de negerwijk Harlem. De politie staat er zo goed als machteloos tegenover, temeer waar de knapen de beschikking hebben over vuurwapens. Speel goedgeweertjes worden door hen voorzien van gaspijpen, die als loop moeten fungeren voor de re volverkogels, die voorhanden zijn. Doden zijn er nog niet gevallen, maar wel verschillende gewonden. Zelfs agenten die aan 't onver- Kwikkelijke gedoe een einde wil den maken, moesten het ont gelden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 3