waar oude zeelieden De veilige haven PRIHS HENDRIK STICHTING Een nieuw dorp in N.-Holland „DE HOGE VELUWE" r HET ANKER LATEN VALLEN DER Bewoners uit twaalf verschillende landen lustoord voor de regering? Ministers richtten op het jachtslot hun keukens in J Distributie en verkeersveiligheid ZUS MAC HELPEN, f Er zijn mensen, wier leven zo met de zee vergroeid is, dat ze heimwee hebben als ze geruime tijd in bos en hei moeten blijven. Dat hebben ook velen ondervonden, die in de bezet tingsjaren geëvacueerd zijn geweest en ver van hun eigen woonplaats in de vreemde moesten zijn. Dat waren de mannen van de zee, die je niet verplanten kunt omdat de zee in hun leven zo'n grote rol speelt, cmdat ze altijd met hun gedachten op het woelige water zijn, omdat ze gewend zijn als ze oud en voor het werk onbruikbaar zijn geworden naar zee te gaan en er over heen te kiiken. Ze kijken naar water en lucht met de gezichten van deskundigen, die met alle verrassingen welke uit die combinatie kunnen voortkomen ver trouwd zijn. Ze zitten aan de zware dijk waar de golven schuimspattend tegen de basaltblokken slaan, of in 't duin, vanwaar ze hun ogen over de grote plas laten gaan en elk roolc- pluimpje, elk sylhouetje aan de verre horizon met belangstelling bekijken. ZE ZIJN OUD GEWORDEN. Ze zijn oud geworden maar hun ogen zijn scherp gebleven. Ze herken nen van grote afstand de omtrek van elk vaartuig en weten waar het naar toe gaat of waar het vandaan komt. Ze zitten vaak met vijf, zes mannen bij elkaar en halen oude herinnerin gen op uit de tijd toen zij over de we reldzeeën zwierven en het bonte le ven van de zeeman hebben geleid. En als het stormt, als de zee zijn mo kerslagen op het land doet neerko men, als de wit-gekuifde golven in brede, massale gelederen aanstuiven co alles wat hen in de weg staat, als de zee, de altijd onbetrouwbare, in de eindeloze strijd met het land, dat voor haar' ligt een aanval doet op de zwak ste plekken van dijken en duinen, dan kruipen die oude, getaande mannetjes bij elkaar achter een oppertje en ste ken er hun verweerde koppen zo nu en dan boven uit om eens poolshoog te te nemen en de strijd van land en water met de grootste belangstelling te volgen. Zo ziet men ze overal en zo" ziet men ze ook in Egmond. Daar, in de Prins Hendrik-Stichting, zijn ze als wrak hout van de zee in een veilige ha ven gedreven, daar vormen ze een wereldje op zichzelf, overdag altijd aan de zeekant en des avonds in wijde kring bij elkaar, vertellend en vaak fantaserend over al wat ze beleefd hebben, over gemeen schappelijke kennissen waarmee ze hebben gevaren, over groot en klein avontuur, dat ze werkelijk meege maakt hebben of, dat in verloop van jaren in hun fantasie een zóó vaste plaats heeft gekregen, dat ze het als waar durven vertellen. WAT IS DE PRINS HENDRIK STICHTING' De Prins Hendrik Stichting is het tehuis voor oude zeelieden, mannen van de koopvaardij, van de kleine, en van de grote vaart, schippers en vis sers en ook oude behoeftigen van Eg- mond welke laatsten een plaatsje heb ben gekregen omdat de stichting in hun dorp gevestigd is. Zij zijn oud en arm, zij hebben na een leven van werken en zwalken geen inkomen meer en zo zijn er in verloop van jaren tallozen geweest, van wie weinigen mensen zich iets aantrokken tot in 1870 enige recht schapen Nederlanders zich afgevraagd hebben wat zij konden doen om in de moeilijke levensavond van deze har de werkers nog een beetje licht en warmte te brengen. Zij namen het initiatief tot oprich- HET LAATSTE NIEUWS. ling van een tehuis voor behoeftige zeelieden en in 1875 werd het eerste gebouw geopend. Prins Hendrik 1820-1879 de broeder van Koning Willem III, die Luitenant Admiraal van de vloot was. bleek bereid zijn naam aan de stich ting te verbinden en de toenmalige regenten hadden de beschikking over een tehuis voor plus minus 15 oude zeelieden, dat weldra te klein bleek en wegens chronisch plaatsgebrek vier malen verbouwd moest worden tot 't tien jaar later aan een 50 tal bewo ners een plaatsje kon bieden. In 1894 werd een groter gebouw be trokken en enkele jaren later herberg de men daar niet minder dan 187 ou de zeelieden. Wat dat alles kostte laat zich be grijpen. De regenten hadden vaak door gebrek aan financiën een uiterst moeilijke taak, maar ons vor stenhuis is altijd vol belangstelling vooi deze stichting geweest. Prins Hendrik, de gemaal van H. Majesteit de Koningin, was na zijn huwelijk bereid het beschermheerschap te aanvaarden en thans is het Hare Majesteit zelf, die beschermvrouwe van de stichting is geworden. Toen het oude gebouw volkomen was uitgewoond is er in '37 een nieuw gesticht waarvan onze lezers zich on getwijfeld nog zullen herinneren, dat het tien jaren geleden feestelijk werd geopend. HET NIEUWE GEBOUW. Het is ontworpen door de architect Corn. Elffers uit Rotterdam, het is geheel ingericht voor het verzorgen en verplegen van oude mensen en net biedt plaats voor plus minus 200 per sonen. Wie naar Egmond aan Zee gaat, staat onwillekeurig even stil als hij dat prachtige witte gebouw achier de grote vijver ziet. Op het plein waar de bankjes staan, is een reusachtige mast gepoot als teken, dat men hier op het land maar met zijn ge dachten op het water leeft en daarach ter ziet men het gebouw vanwaar de lange witte vleugels zich naar alle zij den uitstrekken. Het is een prachtig bouwwerk, niet alleen van buiten, maar ook van bin nen. Echtparen hebben er een zit-slaap- kamer met dubbele bedden, vrijge zellen en dat zijn de meesten hebben een kleinere zit-slaapkamer waar zij precies kunnen leven als zij willen, mits zij zich maar aan de re gels van het huis houden. Er is een ziekenafdeling met een interne zuster een dokterskamer, een ver bandkamer, er zijn recreatiezalen met biljards, leeszalen, knutselkamers waar zo menige oud-zeeman aan een driemaster werkt, welke na het gereedkomen in het „Museum" wordt opgenomen, er zijn gemeenschappelij ke eetzalen, er is in het sousterrain een reeks van badkamers, er is een prachtige regentenkamer, een keuken ipet alle moderne machinerieën, ja, zelfs een toneelzaal waar zo nu en dan een gezelschap optreedt om de oudjes een genoegelijke avond te bezorgen. En alles is blinkend wit en hel der en groot en breed en kunstzin- -nig bewerkt met prachtige glas-in- lood ramen, waarop het leven van de zeeman van de wieg tot aan het graf symbolisch is voorgesteld of vissen en andere zeedieren in aller lei kleuren een lust voor het oog zjjn. Er is zelfs een tabakskamer een onontbeerlijk vertrek in een te huis voor oude zeelieden en in de gangen staan hier en daar bakke- lieten fonteintjes, speciaal bestemd om datgene er in te deponeren wat een zeeman lang genoeg in de mond gehad heeft en daarom ook wel weer eens kwijt wil. HET TRAPPENHUIS. I DE ZORGEN VAN DE DIRECTEUR. Over dit wereldje van oude water mannen regeert de directeur, de heer S. C. van der Gaag, die zelf heeft ge varen en daarom de noden en be hoeften van deze mensen volkomen kan begrijpen. Hij regeert er met zijn echtgenote en zij beiden zorgen er voor, dat dit van alle zeeën aange spoelde menselijke wrakhout in een veilige en rustige haven kan blijven. Alle mannen krijgen bij aankomst, 'n uniform, blauwe pet en blauwe jek ker en zij hebben zich verder geen zorgen meer te maken omdat zij tot hun dood toe in de stichting kunnen blijven. De mannen krijgen 2 zakgeld in de week, de vrouwen 1.50, maar die behoeven er dan ook geen tabak van te kopen en zo leven deze markante oudjes prettig en gezellig als één gro te. tevreden familie en zijn dankbaar, dat zij een zo gunstige rustplaats heb ben gevonden. IN DE BEZETTINGSTIJD. Zij hadden ook in de bezettingstijd hier hun anker 'uitgeworpen, maar de Duitsers lieten al spoedig hun ogen op het fraaie gebouw vallen en allen, die daarin waren moesten evacueren Zij trokken, onder geleide van de toenmalige directeur, de heer Dolle- kamp, naar Oosterbeek en Wagenin- gen, kwamen daar in het heetst van de strijd terecht en werden naar Baarn getransporteerd, vanwaar ze later naar de stichting teruggekeerd ziin. De heer van der Gaag, die al jaren als adjunct-directeur aan de stichting verbonden was, bracht na de dood van de directeur zijn discipelen naar Eg mond terug, maar dat de oorlog niet alleen onder de zeelieden te water ge woed heeft bewees wel het feit, dat van de 160 man der oude garde, die noodgedwongen op reis gegaan wa ren, slechts 60 behouden in het tehuis ziin teruggekeerd. Trouwens, er was in die tijd nog veel meer gebeurd. Er was een NSB- directeur benoemd die nu in ge vangenschap over zijn verloren glorie treurt maar de oude leiding bleef bij de hand om een oogje in het zeil te houden en te redden wat er nog te redden viel. Een dezer dagen in de hall van het gebouw aangebrachte gedenkplaat brengt dat alles in beeld, de uittocht, de verschrikkingen van het bombar dement, de verhuizing per bakfiets en de triomfantelijke wederkeer. ER MOET VEEL HERSTELD WORDEN. De stichting telt op het ogenblik 56 mannen en 14 vrouwen. Er kunnen er niet meer worden opgenomen voor al les hersteld is wat de Duitsers aan ta pijten, gordijnen, schilderijen en meu bels hebben weggesleept. En dat alles kost geld veel geld zelfs, terwijl de stichting nog hetzelfde stamkapitaal en daardoor nog hetzelfde inkomen als vóór de oorlog heeft. Voor hen, die voor de noodzakelij ke wederuitrusting misschien een steentje willen bijdrage vermelden wij het gironummer der stichting dat 44184 is. Nu zijn de -oudjes voor zover zij de verschrikkingen van de krijg over leefd hebben weer thuis en elke dag weer of geen weer maken zij hun wandeling door het dorp en gaan naar zee. Tegen etenstijd en slapenstijd keren zij naar de stichting en vinden er de rust waarop zij na 'n lang en ar- beidszaam leven in alle opzichten recht hebben. Zij zijn in veilige haven geland waaruit geen storm hen meer zal ver drijven. Tj Ad. Protest tegen Duitse methoden Dat er na de bevrijding wel eens wonderlijke dingen in ons goede vaderland gebeuren is een ieder, zo mogen wij veronderstellen, wel genoegzaam bekend. Het is verder meestal zo, dat daarbij «en storm van critiek loskomt, hetzij wel, hetzij niet gerechtvaardigd. Hoge bomen vangen veel wind, zegt het spreekwoord en het is dan ook inderdaad zó, dat zij die de teu gels in handen hebben, zij, die met de hoogste verantwoordelijkheid zijn belast, het meest aan die cri tiek onderhevig zijn. Niet altijd is die critiek gerecht vaardigd, berust zij op gedegen gron den. Het hieronder volgende is toch wel in die mate uit de toon vallend, dat het in bredere kring de aandacht verdiend. Een van de mooiste gedeelten van de Veluwe is in het bezit van de stichting Het nationale Park „De hoge Veluwe". Het is een prachtig terrein, waarvan verzekerd was, dat het in zijn geheel voor het nageslacht bewaard zou blijven. Een stuk natuurschoon dus, dat door niets en niemand ver stoord kon worden. Midden' in dit „Park" ligt het fraaie Jachtslot Sint Hubertus. Het beeld van dit slot zal men zich nog herinneren uit de tijd dat er door de regering met verschil lende Indonesische leiders een confe rentie werd gehouden. Voor de oorlog was het gehele ter rein voor het publiek opengesteld, zo dat een ieder in de gelegenheid was van al het mooie en ongerepte te ge nieten. Het stichtingsbestuur zorgde voor explicatie aan de bezoekers, on derhield de tuin, zorgde voor zakjes met brood, waarmee de kinderen de vissen in de grote vijvers mochten voeren en onderhield de tuinen. Even eens was dat het geval met de kost bare inventaris van het jachtslot zelf. Zoals gezegd geschiedde dit alles door het Stichtingsbestuur, dat deze taak opgelegd had gekregen van de vroegere eigenaars en bewoners, het echtpaar Kröller. Als bestuurder voor het leven was door hen aangesteld de heer Marchant. Het echtpaar zag in deze aanstelling de beste waarborg voor de handhaving van de regelen die het beheer moesten onafhankelijk houden van de inzichten van volgende regeringen. Het natuurmonument moest als zodanig bestemd blijven ten behoeve van het publiek in het 'alge meen belang. Het rijk zou slechts toe zicht houden op het finantiële beheer en de vertegenwoordiger van het De partement van Onderwijs was aange wezen krachtens de zorg voor natuur monumenten. EN NU? Zo was dus de vooroorlogse toe stand. Toen kwam de bezetting van ons land door de Duitsers. Op aan drang van de bezetters trad het stich tingsbestuur af. De toenmalige gezant. Graf von Zech, beval het park aan in de bescherming van de bezettende macht. De heer Van Deventer werd gehandhaafd, zodat al het mogelijke werd gedaan om beschadiging van het Park te voorkomen. De toestand werd echter eerst gevaarlijk, toen de bevrij ders het militaire gezag van de inval Iers hadden overgenomen. De heer Van Deventer werd gearresteerd *n zijn vermogen onder beheer gesteld. Na de bevrijding hadden de door de Duitsers genomen maatregelen weer automatisch moeten worden opgehe ven. Het bestuur, dat tot aftreden was gedwongen door de Duitsers, had weer moeten zijn hersteld. Daarover had de herstelde regering, noch enig Militair Gezag iets te zeggen. Immers het M.G. nam over wat was geweest des burgerlijks gezag. Wat deed echter de regering? Zij usurpeerde het bezit- en beschik kingsrecht over het Nationale Park gelijk de Duitsers het had den gedaan. Zij gebruikte, zonder de rechthebbenden iets te vragen, wat haar niet toekwam ten be hoeve van zichzelf. Zij ontving de Indische delegatie in ons Park, dat zij afsloot met vechtwagens. Heren ministers en anderen vestigden zich in Sint Hubertus. Zij richtten hier ke»-"-—is in! Ik heb er over gedacht, aldus de heer Marchant in een toelichting van een en ander op een algemene verga dering van het Bestuur in Den Haag. een deurwaardersexploP te laten be tekenen om in kort geding ontruiming te gelasten. Ik meende beter te doen door te gelegener tijd mij door de e- gering onderhands te beklagen. Dit heb ik gedaan, toen ik vernam, dat één der ministers met Pasen met zijn gezin zich '-ad gevestigd in Sint Hubertus, op de dagen dus, dat wij vroeger ten be' "eve van het publiek een Paasvuur ontstaken. Thans werd het terrein gesloten.. ERGERLIJK. De regering is intussen de éénmaal ingeslagen weg na 'lei blijven vol gen. Naar ik verneem, hebben een twintigtal, mij onbekende functionna- rissen met Pinksteren opnieuw hun intocht gehouden in St. Hubertus. Wie hun daarvoor vergunr.'ng heeft ge geven, is mij niet bekend. De feitelijke toestand is deze ge worden. dat „De Stichting Het Natio nale Park De Hoge Veluwe" is om gezet" in een lustoord ter beschi'-'cing van de regering. De toestand, hoe ergerlijk en onna tionaal ook. duurt nog steeds voort het prachtige park ligt nu voor het publiek verlaten en het gaat met het fraaie slot Sint Hubertus zienderogen achteruit. Wij h""— van ganser Mrte, dat ''e i-er-—haar bending zal herzien 'P het bebeer weer in h—zal stellen van bet rechtmatige S**-'-'* - 'r- opdat d't schitterende stukje Neder land voor en ten behoeve van het Volk behouden bljjve. (Van onze speciale verslaggever) Drieduizend Franse, Belgische, Zwitserse, Portugese, Italiaanse, Luxemburgse, Deense, Engelse, Zweedse, Noorse en Amerikaanse kampeerders zullen tezamen met een paar duizend Nederlanders van 1 tot 10 Augustus bijeenkomen in het park „Groenendaal" te Heem stede om daar voor het eerst sinds acht jaar weer een zg. rally te hou den onder auspiciën van de Inter nationaal Federation of Camping Clubs, een bond die in 1932 ge sticht is op Nederlandse bodem naar aanleiding van 't simpele feit, dat de Nederlandse Toeristen Kam- peerclub ter viering van haar twintigjarig bestaan enige buiten landse gasten had genodigd. Deze bijeenkomst valt bijna samen met de Wereldjamboree te Moisson (Fr.), maar draagt toch een geheel au- der karakter. Deze bond bestaat uit volwassenen, die soms met hun he le gezin hun vacantiedagen kampe rend plegen door te brengen. Hun kamp wordt dan ook geen show, geer vertoning (wat een jamboree wèl pleegt te zijn) en evenmin een soort zomer kermis met dans en muziek, zoals men dat in Engeland veel ziet. Voor deze mensen is het kamperen geen hoofd zaak. Zij verblijven in tenten, of in ca ravans (auto- aanhangwagens), omdat hun dat om de een of andere reden 't beste schikt dan wel het meest bevalt. Hun doel is echter eenvoudig een be zoek te brengen aan een bepaalde streek of een bepaald land. Veelal doen zij dat allleen of in kleine groepjes op eenzame plaatsen in de natuur. Slechts zelden plegen zij massa-bijeenkomsten te houden, maar af en toe komt het er toch eens van. Het is maar goed, dat de neiging daartoe niet groot is, want Europa alleen telt al anderhalf milli- oen kampeerders. Zij zouden hun doel voorbijstreven als zij bij voorkeur el kaar opzochten. Kamperen over de grenzen is nogal moeilijk, maar voor deze rally zijn al lerlei bezwaren opgeruimd; vandaar dat er nu drieduizend van elders naar hier zullen komen. De commissie van voorbereiding is van de gedachte uit gegaan, dat dit kamp op een zodanige plaats moet worden ingericht, dat men er rondom in de specifiek Nederlandse eigenaardigheden zit. Bos en hei vindt men elders ook, maar een diepe polder als de Haar lemmermeer, een breed duingebied als dat van Bloemendaal, een strand Geen katten meer nodig Het vriendelijke geschenk van een Amerikaanse dame, die de stad Vlissingen wilde helpen in haar herstel door het schenken van enkele poezen, heeft vele landge noten er toe gebracht haar voor beeld te volgen. In verschillende plaatsen van ons land organiseert men thans katteninzamelingen voor de geteisterde stad op Wal cheren. Zelfs op een der departe menten hopen de poezen voor Vlissingen zich op. Dit alles vervult, ondanks de waardering, die men hier koestert voor de blijken van medeleven, de Vlissingse bevolking wel met enige bezorgdheid. De burgemees ter verzekerde, dat er van een te kort aan deze nuttige huisdieren geen sprake is. Integendeel: Vlis singen verheugt zich in een res pectabel aantal vertegenwoordi gers van het poezengeslacht, re den waarom de plaatselijke over heid een beroep wil doen op de Nederlandse bevolking om haar gulheid te dezen opzichte te sta ken. als dat van de Noordzee, een bloe- menoord als Aalsmeer, een aantrek kelijke stad als Amsterdam, een ka rakteristiek eiland als Marken, een folkloristische show als de kaasmakt te Alkmaar, een gigantisch kustwerk als de Afsluitdijk, waar vindt men dat alles bij elkaar? Van Heemstede uit zijn al deze dingen te bekijken, zij staan alle op het programma, be nevens nog tal van andere dingen. Zo zal een deel van de rally-bezoe kers na afloop nog één week gaan varen op en om de Zuiderzee. Er komen kampeerders per caravan, per auto, per fiets, te voet, per kano en zij zullen elk hun eigen subkamp krij gen. Ook de houtvuur-romantici ko men apart. Reeds thans zijn de voor bereidingen in volle gang; Jan Sto- velaar bij kampeerders behoeft zijn naam geen toelichting is de be zielende leider. Er moet nog heel veel gebeuren voor alles marcheert; strak» vindt men er een hoofdkwartier, een bagage-depót, een veldtelefoon, een postkantoor, een reisbureau, een A.N. W.B.-post, een perskamp, een zieken- tent, een waterleiding, een winkel, een restaurant, een dagblad, een stro-op slagplaats, een rijwielstalling en zeif» eenkinderbewaarplaats voor de kleinste kampeerders, die beter niet mee kunnen gaan naar het Rijksmu seum en de Afsluitdijk. HOE REINIGT MEN EEN ZOMERHOED? Het is niet erg als U vlekken op een zachte vilten hoed heeft gekre gen. Wrjjft U maar voorzichtig met fjjn poeder van schuurlinnen en de vlekken verdwijnen. Een medewerker schrijft in de N. Rott. Crt., dat het uit een oogpunt van veiligheid gewenst is, dat van het dis tributiestelsel van auto's, en banden wordt afgestapt. De verkeerspolitie kan niet met de vereiste gestrengheid waken voor nkleving der verkeersre gels, aangezien de rijders niet in de ge legenheid zijn nieuwe onderdelen aan te schaffen. Onvoldoende werkende remmen en fouten in de stuurbeweging spelen momenteel op de weg een grote rol bij plaats hebbende ongelukken. Over het algemeen kan men zeggen, dat er met lichte wagens te hard wordt gereden. De fout ligt voornamelijk bij die automobilisten, die een zware wa gen aanvroegen, maar zich een licht» auto zagen toegewezen en thans, zittend in een Skoda, of Ford Anglia de wegen met een vaart van 90 km onveilig ma ken en daarmee hun wagen afjakke ren. „Daar gaan onze deviezen!", wa» de spontane opmerking van een autori teit van het vervoer, toen hij een klein» wagen met een dergelijke vaart op de Afsluitdijk zag rijden. Bij warm weder zoals in de laatste weken komt daar nog het gevaar bij van synthetische banden waarmee vele auto's zijn toege- gerust, die bij hard rijden plotseling springen. Als onze dochters uit school komen, willen zij graag eens een handje in. de huishouding helpen. De meisjes voelen zich meestal het sterkst tot het koken aangetrokken, vooral als zij iets lekkers zoals bijvoorbeeld een puddinkje of een taart mogen maken. Maakt U zich niet on gerust, moedertje, over de kostbare ingrediën ten. Onder Uw deskundi ge leiding zal er van mis lukken zeker geen sprake zijn. Laat haar dus maar eens rustig een proeve van bekwaamheid afleg gen. Iets anders ls echter de zorg voor haar kleding. U weet, hoe gemakkelijk de kleren met meel wor den besnfeurd en hoe moeilijk die vlekken er weer uit zijn te krijgen. Met zo'n aardige practische schort, als wij hier onder No. S 1463/14, 86—90 en 98 cm. bovenwijdte, afbeelden, kan zij U ook zonder bezwaai in haar mooie jurk helpen. O 1462/14 12—14 en 16 jaar. In een overgooier met blouse kan een Jong meisje overal verschijnen. Vooral wanneer er een blouse met de gezellige wijde mouw, zoals ons voorbeeld laat zien, onder wordt gedragen. Patronen van deze modellen zijn ln de aangegeven maten f 0.95 verkrijgbaar aan de administratie van dit blad. Deze modellen zijn ovei penomen uit wBELLA Het Nieuwe Modeblad").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1947 | | pagina 6